Op weg naar een nieuwe werkelijkheid Vragen en antwoorden n.a.v. regionale bijeenkomsten van Amerpoort voor cliënten, cliëntvertegenwoordigers en medewerkers Maart 2014
Wmo/Jeugdwet/Wlz 1. Ik heb gehoord dat de AWBZ gaat verdwijnen. Is dat zo? De AWBZ gaat over in de nieuwe wet Wlz (Wet langdurige zorg). De Wlz is dus een opvolger van de AWBZ. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor de Wlz en de gemeenten voor de Wmo en Jeugdwet. 2. Kan het zijn dat cliënten onder Wmo/Jeugdwet en Wlz komen te vallen? Is het een 'en-en verhaal' of 'of-of'? Het is of de Wmo/Jeugdwet of de Wlz. Beiden kan niet. 3. Hoeveel cliënten van Amerpoort gaan over naar de Wmo/Jeugdwet? In aantallen, percentages en omzet? Het aantal cliënten binnen Amerpoort dat te maken krijgt met de Wmo/Jeugdwet ligt tussen de 850 en 900. Dat is nog wel afhankelijk van de definitieve keuzes in de Wlz. Het gaat daarbij om alle extramurale cliënten die begeleiding ontvangen: ‘begeleiding individueel’ en ‘begeleiding groep’. ‘Begeleiding groep’ is een term voor de indicatie voor dagbesteding (de buitenschoolse opvang valt daar ook onder). De totale omzet van de extramurale zorg die overgaat naar de Wmo/Jeugdwet, is ongeveer 14 miljoen euro voor Jeugdwet en Wmo samen. Amerpoort heeft nu een totale omzet van ca 125 miljoen euro. 4. Wat gebeurt er met huidige cliënten met een ZZP3? Kunnen ze bij Amerpoort blijven wonen, ook als ze straks in een categorie vallen die overgaat naar de gemeenten? En wat als de cliënt bij Amerpoort woont, maar bij een andere zorgaanbieder naar de dagbesteding gaat? De indicatie is leidend, niet het gebruik van de zorg. Iemand die een indicatie ZZP 3 heeft, blijft die behouden, ook na herindicering. We verwachten wel een probleem als na herindicatie de cliënt in een lagere ZZP komt, bijvoorbeeld in ZZP2. Dan valt de cliënt terug op een indicatie die feitelijk niet meer bestaat. Hoe het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) daarmee om gaat in de toekomst is nu nog niet bekend. 5. Welke cliënten houden recht op dagbesteding? Alle cliënten die op basis van een ZZP-indicatie het recht hebben op dagbesteding, houden dat recht. 6. Worden cliënten met PGB ook gekort? Hoe dan en met welk percentage? PGB is een financieringsmethodiek. Zowel in de Wlz als in de Wmo kennen we het PGB. Binnen de huidige AWBZ wordt inderdaad het PGB-tarief naar beneden
bijgesteld. Dat geldt ook voor PGB's in ouderinitiatieven die op basis van een ZZP zijn afgegeven. De PGB’s in de Wmo staan eveneens onder druk. De kortingen lopen dus uiteen, afhankelijk van de herkomst van het geld, Wlz of WMO. In de nieuwe Wlz krijgt het PGB een wettelijke verankering. 7. Wat is er nu al bekend over de kortingen die het kabinet de komende jaren wil doorvoeren in de Wlz? In de Wlz wordt vanaf 2017 structureel een korting van 5% doorgevoerd. In de jaren daarvoor vindt er een korting plaats via het zorgkantoor. Het zorgkantoor verdeelt het geld van de Wlz op basis van afspraken onder zorgaanbieders. Daarnaast kunnen er minder cliënten (met ZZP, 1,2 en deel van 3) instromen in de Wlz en zal het zorgkantoor minder geld beschikbaar hebben voor degenen die wel recht hebben op Wlz-zorg. Overigens kan het zorgkantoor ook nog kortingen opleggen als gevolg van het zorginkoopbeleid, dit kan te maken hebben met de regulering van de instroom (maximale capaciteit) of op de kwaliteit van de zorg. Het zorgkantoor voert dan een korting door als niet voldaan wordt aan één van de door hen gestelde eisen. 8. Is het zo dat er straks geld van de Wlz naar cliënten gaat die onder de Wmo vallen? Bijvoorbeeld bij dagbesteding? In dat geval worden cliënten Wlz gedupeerd. De wet is helder en geeft iemand recht op Wlz-zorg. In de Wmo is geen sprake van een dergelijk recht. Wel is er een recht op een oplossing. Daar wordt het uitgangspunt ‘maatwerkvoorziening’ gehanteerd. Dat is geen recht zoals de Wlz dat kent. De ondersteuning die iemand binnen de Wmo krijgt, is afhankelijk van de behoefte van de cliënt en het gesprek dat hij of zij met de gemeente voert. De Wmo is gericht op participatie. De geldstromen zijn gescheiden, maar kunnen op locaties wel bij elkaar komen. Dit is afhankelijk van de keuze van de aanbieder en de gemeente. Het is vanzelfsprekend niet de bedoeling dat cliënten in de Wlz de dupe worden van de decentralisaties. 9. Wat betekenen die afkortingen? Wet langdurige zorg (Wlz): De Wet langdurige zorg (Wlz) komt in plaats van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wlz is er voor alle mensen met een beperking die ‘levenslang en levensbreed’ op zorg zijn aangewezen. Het gaat om mensen die blijvend zijn aangewezen op permanent toezicht en bescherming of op 24-uurszorg in de nabijheid. De Wlz is ook van toepassing voor de meest kwetsbare jeugdigen tot 18 jaar met meervoudige beperkingen of een (zeer) ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking. De wet biedt een integraal zorgpakket dat persoonlijke verzorging, verpleging, verblijf, begeleiding en behandeling bevat, en ook thuis geboden kan worden, in de vorm van een persoonsgebonden budget (PGB) of als ‘zorg in natura’ (het ‘volledig pakket thuis’). Welke kinderen en jongeren toegang krijgen tot de Wlz is nu op hoofdlijnen duidelijk. In termen van ‘zorgzwaartepakketten’ (ZZP) gaat het om jeugdigen tot 18 jaar met VG4 en hoger, LG2, LG4 en hoger en ZG2 en hoger. Ook jong-volwassenen (van 1823 jaar) kunnen onder de Wlz gaan vallen.
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): Met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) moeten gemeenten ervoor zorgen dat volwassenen met een (verstandelijke) beperking kunnen meedoen in de samenleving. De nieuwe Wmo 2015 is een uitbreiding van de bestaande Wmo. Per 2015 gaan extramurale begeleiding (inclusief dagbesteding) en kortdurend verblijf voor volwassenen van de AWBZ over naar de Wmo. Jongeren die op deze vormen van ondersteuning zijn aangewezen, kunnen daarvoor vanaf 18 jaar een beroep doen op de Wmo. De gemeente toetst en beslist welke ondersteuning iemand krijgt op grond van deze wet. Naast het verschuiven van de verantwoordelijkheid en het budget is het uiteraard de bedoeling dat de gemeenten de zorg in de WMO vooral anders gaan organiseren dan nu gedaan wordt binnen de AWBZ. Participatiewet: De Participatiewet is een nieuwe wet voor werk en inkomen. Het is een samenvoeging van drie oude wetten: Wet sociale werkvoorziening (Wsw), Wajong en Wet werk en bijstand (WWB). De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. Met de wet wil de regering ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen participeren in de samenleving. De meeste jongeren met een beperking krijgen te maken met deze wet. In het wetsvoorstel van de nieuwe Participatiewet staat dat de meest kwetsbare groep jongeren met een beperking vanaf 18 jaar recht blijft houden op een Wajong-uitkering. Jeugdwet: Het kabinet wil met de nieuwe Jeugdwet de jeugdzorg kwalitatief en doelmatiger maken. De wet vervangt de huidige Wet op de Jeugdzorg en onderdelen van de jeugdzorg die nu nog onder de Zorgverzekeringswet (GGZ voor jongeren) en de AWBZ (zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jongeren) vallen. Ook de jeugdbescherming en -reclassering gaan deel uitmaken van de nieuwe wet. Gemeenten krijgen hiermee ‘jeugdhulpplicht’. Het is aan de gemeente om te bepalen welke hulp vrij toegankelijk is en welke hulp een individuele voorziening is. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) speelt een belangrijke rol bij het versterken van het opvoedkundig klimaat in gezinnen en wijken en het realiseren van laagdrempelige en herkenbare jeugdhulp. De nieuwe Jeugdwet gaat ervan uit dat de medewerkers van het CJG veel ondersteuning zelf bieden. Op basis van hun professionele deskundigheid en ervaring zijn ze in staat in te schatten wanneer specialistische hulp of een kinderbeschermingsmaatregel nodig is. Uitgangspunt daarbij is: 1 kind, 1 plan,1 regisseur. 10. Hoe staat het met de planning van deze wetten? De Jeugdwet en de Participatiewet zijn door de beide kamers goedgekeurd en gaan op 1 januari 2015 in. De Wlz is op 11 maart naar de Tweede Kamer gezonden en moet voor het zomerreces door beide kamers zijn goedgekeurd. 11. Staan logeren en logeerhuizen onder druk? Ja, logeren kan voor sommige cliënten een probleem worden. Als een cliënt logeren vanuit het ZZP-pakket afneemt, dan is er geen probleem. Maakt een cliënt gebruik van logeren op basis van extramurale indicatie, dan wordt dit straks door de gemeente gefinancierd. Het is dan de vraag of de gemeente de zorg bij Amerpoort gaat inkopen. Logeerhuizen staan doordeweeks vaak leeg. Dat is financieel niet gunstig. Amerpoort onderzoekt hoe deze locaties doordeweeks beter te benutten.
12. Verandert er iets voor een cliënt die thuis woont en extramuraal naar dagbesteding gaat? Ja, de gemeente wordt verantwoordelijk voor deze dagbesteding. De gemeenten zijn aan het onderzoeken hoe dit vorm te geven. In principe zal de gemeente zich richten op deelname in het maatschappelijk verkeer, dus gericht op (arbeids-)participatie. Gemeenten zijn zich goed bewust dat dit niet altijd kan en zal (als dat het geval is) aansluiting zoeken bij bestaande initiatieven, zoals in de ‘welzijnstak’ van de gemeente. 13. Vallen kinderen jonger dan 4 jaar onder de Wlz of Jeugdwet? En wie maakt die inschatting? De overheid wil eerst goed kijken of bij kinderen sprake is van de noodzaak van langdurige zorg. Zolang dat niet bekend is, vallen kinderen met een beperking, jonger dan 18 jaar onder de Jeugdwet. We weten niet hoe gemeenten hiermee zullen omgaan. Kinderen onder de 4 jaar vallen onder de Jeugdwet, kinderen kunnen in uitzonderlijke gevallen een indicatie voor de Wlz krijgen als er sprake is van een zeer zware beperking en de inschatting er is dat het kind in de toekomst afhankelijk is van zeer intensieve (Wlz-)zorg. De gemeenten zijn verantwoordelijk om die inschatting te maken, maar zullen daarvoor professionals - zoals Amerpoort - inschakelen. 14. Gaan al deze veranderingen aan Nieuwenoord voorbij? Het is nog lastig om in te schatten wat er precies in de Wlz gaat gebeuren. Hoeveel moet daar bezuinigd worden? Maar, alles wordt duurder, dus dat er bezuinigingen komen, staat vast. De lobby van de VGN richt zich onder andere op het ontzien van de zware ZZP’s. De uitkomst van die lobby is bepalend voor de financiering van deze moeilijke doelgroep. En tegelijkertijd moeten wij zelf als organisatie ook kijken wat wij belangrijk vinden. De cliënt staat centraal en we moeten ervoor zorgen dat het budget bij de cliënt blijft. En dan tegelijkertijd kritisch kijken naar de kosten die je maakt. Het wordt steeds scherper aan de wind varen. 15. Hoe komt het toch dat de kosten van de zorg zo explosief zijn gestegen? Is het niet een financieel probleem dat wordt afgewikkeld op de cliënt? De afgelopen jaren is de zorg enorm gegroeid. Dat heeft te maken met de opvatting dat wanneer iemand zorg nodig heeft, die er ook onmiddellijk moet komen. Misschien zijn we in Nederland wat te gemakkelijk omgesprongen met het afgeven van indicaties. Er is nooit gekeken naar wat die persoon zelf kan en wat zijn omgeving zou kunnen betekenen. En aan de andere kant is er ook lang niet gekeken naar hoe we de zorg efficiënter kunnen organiseren. Het is goed dat die twee kanten van de zaak nu wel aandacht krijgen.
Inzet informele zorg door netwerk cliënt 16. In hoeverre is er sprake van dwang als het gaat om de inzet van mantelzorg? Er is op dit moment geen geld meer voor begeleiding van mijn broer naar het zwembad. Moeten we in het vervolg zelf mee of gaan betalen? Het moet toch een redelijk evenwicht blijven? We zijn onder de indruk van wat mantelzorgers nu al doen. Tegelijk zullen we in de toekomst een groter beroep op hen moeten doen vanwege de opgelegde bezuinigingen. Als de grenzen voor mantelzorgers zijn bereikt, kunnen we een beroep doen op vrijwilligers. Ruim 750 vrijwilligers zetten zich al in voor cliënten van Amerpoort. Op dit moment loopt binnen Amerpoort het project ‘Informele zorg’ waarbij ook cliëntvertegenwoordigers zijn betrokken. De uitkomsten van dit project zullen we uiteraard delen met cliëntvertegenwoordigers. Wij vinden het in ieder geval belangrijk om het netwerk te faciliteren bij het ondersteunen van de cliënt. Van dwang is geen sprake, we proberen de informele zorg wel te stimuleren en daar waar mogelijk ook te faciliteren. Staatssecretaris Van Rijn geeft aan dat van verplichtingen geen sprake kan zijn. 17. Niet elke cliënt heeft een verwant/vriend/buurman die hem straks kan helpen. Ook niet als een cliënt straks met een gemeenteambtenaar een ‘keukentafelgesprek’ heeft over de zorg die hij nodig heeft? De financiering van MEE wordt de verantwoordelijkheid van de gemeente. Als een cliënt ondersteuning nodig heeft bij de aanvraag van zorg en hij heeft niemand in zijn netwerk om hem te helpen, dan kan hij de gemeente vragen om ondersteuning. De gemeente is verplicht om die ondersteuning te bieden en zij heeft daarvoor geld gekregen, dat eerst voor MEE was bestemd. Het Wmo-loket kan een cliënt hierover meer vertellen. Amerpoort zal cliënten die overgaan naar de gemeente helpen en vertellen wat de mogelijkheden zijn. De aanvraag van zorg gaat straks via een Wmoloket, maar ook een Wijkteam (zoals in Utrecht) kan bepalen of iemand zorg nodig heeft en zorg aanvragen. 16. Wat gebeurt er met cliënten die nu op de wachtlijst staan? Hebben zij recht op een plek? Mensen die een indicatie voor zorg hebben, kunnen rekenen op goede zorg. Het recht op zorg blijft voor een grote groep mensen met een zware zorgvraag bestaan. Mensen met een lichte zorgvraag dus niet, daar is de gemeente voor verantwoordelijk. De organisaties kunnen geen uitbereiding meer realiseren. Dat staan de zorgkantoren niet toe. We verwachten dus langere wachtlijsten en langere wachttijd voor mensen met een zware zorgvraag.
Overgang/overdracht naar gemeenten 17. Ik heb de indruk dat gemeenten niet goed weten met welke cliënten ze straks te maken krijgen. Wat doet Amerpoort eraan om hen daarover voor te lichten?
Amerpoort is actief in ruim 40 gemeenten. Onze ervaring is dat iedere gemeente zich op z’n eigen manier voorbereidt op de Wmo en Jeugdwet. Grotere gemeenten als Utrecht en Amersfoort zijn het meest ver in hun voorbereidingen. Wij organiseren, vaak samen met andere zorgaanbieders, allerlei bijeenkomsten voor ambtenaren en gemeenteraadsleden om hen duidelijk te maken met welke cliënten zij straks te maken krijgen. Daarin zijn ze over het algemeen ook erg geïnteresseerd. Ook nodigen we ambtenaren uit om bij ons stage te lopen. Verder hebben we sinds een halfjaar regionale overleggen binnen Amerpoort, waarin alle managers die in één gemeente werkzaam zijn met elkaar in overleg gaan en zo weten wie wat doet in de voorbereiding van de transities. Vanuit dat overleg is één manager, vaak samen met de manager transities, de contactpersoon voor de gemeente. Verder zien we het als onze taak om mee te pionieren met de gemeenten. Vanaf 1 januari 2015 krijgen gemeenten de taak om mensen met een beperking die zelfstandig wonen, te ondersteunen. 2014 is een overgangsjaar. Een aantal gemeenten werkt – vooruitlopend op de uitbreiding van hun taken – al in pilots met wijkteams. Zo zijn er inmiddels 16 medewerkers van Amerpoort gedetacheerd in wijkteams in Amersfoort en Utrecht. Veel andere gemeenten zullen naar verwachting volgen met het inrichten van wijkteams. 18. Amerpoort levert zorg in meer dan 40 gemeenten. Hoe bepaalt Amerpoort in welke gemeenten zij zorg blijft bieden? Dat bepalen we onder andere op basis van het aantal locaties en cliënten in een bepaalde gemeente waar we zorg (aan)bieden/leveren en hoeveel een gemeente gaat besteden aan zorg. De prijs kan een leidend argument zijn. Als Amerpoort denkt dat we voor een bepaald bedrag geen kwaliteit kunnen bieden, dat dat onverantwoord is, dan kan het zijn dat we ervoor kiezen de zorg niet meer te bieden. 19. Sturen jullie offertes naar gemeenten? De meeste gemeenten zijn zich nog aan het voorbereiden op de Wmo en Jeugdwet. Zij vragen dus (nog) niet om offertes. Wel maakt Amerpoort gemeenten duidelijk waar we expertise in hebben. We vinden het belangrijk om aan gemeenten aan te geven dat naast de prijs ook de kwaliteit van zorg van groot belang is om mee te nemen in de keuze voor zorgaanbieder. 20. Kan een gemeente zelf bepalen waar ze het geld voor de zorg aan besteden? Nee, het budget voor de Wmo en de Jeugdwet is ‘geoormerkt’ geld. De gemeenteraad ziet erop toe dat de gemeente het geld besteed aan de onderwerpen waarvoor het bedoeld is. Daar heeft Amerpoort niets over te zeggen. 21. Hoe competent zijn de kleine gemeenten? Kleine gemeenten hebben minder middelen dan de steden en zoeken daarom de samenwerking op. Bijvoorbeeld in Eemland heeft een aantal gemeenten de krachten gebundeld en in het Gooi gebeurt dat ook. Natuurlijk blijft het spannend hoe dat uitpakt. Van de grote gemeenten zien we dat ze goed op dreef zijn. Maar aan de andere kant is er nog veel verdeeldheid. 22. Wat doet een wijkteam en wat levert het werken in wijkteams nu op?
De wijkteams bestaan uit deskundige medewerkers die vanuit (zorg)organisaties zijn gedetacheerd. In het team werken medewerkers vanuit verschillende sectoren: psychiatrie, welzijn, jeugdzorg, ouderenzorg en gehandicaptenzorg. Het team ondersteunt de inwoners van de wijk en zal hen eerst vragen wat zij zelf of hun netwerk kunnen doen bij het oplossen van hun vraag. Teamleden bieden ondersteuning als daar behoefte aan is en als de deskundigheid daarvoor in het team aanwezig is. Als dat niet het geval is, verwijzen zij wijkbewoners door naar de tweede lijn, bijvoorbeeld naar gespecialiseerde begeleiding of opvoedingsondersteuning, van organisaties als Amerpoort. De ervaring van medewerkers van Amerpoort in deze teams zijn positief. Zij ervaren dat het werken vanuit verschillende expertises leidt tot krachtenbundeling, efficiëntie en kennisdeling. Die kennisdeling is nodig omdat de medewerkers van het wijkteam veel meer als generalist moeten werken dan als specialist. Of te wel; ze moeten op hulpvragen een antwoord kunnen geven of kunnen verwijzen naar een specialist. Nu zijn deze medewerkers in dienst van Amerpoort, in de toekomst zijn medewerkers in het wijkteam niet meer per definitie in dienst van de zorgorganisatie. In sommige gemeenten worden daarvoor een nieuwe (tussenliggende) organisatie opgericht. 23. Hoe verloopt de overdracht van cliënten die nu door Amerpoort worden ondersteund en straks onder de Wmo vallen? We gaan zorgen voor een warme overdracht richting wijkteams, waarbij we zorgvuldig aangeven wat een cliënt nodig heeft aan ondersteuning en wat zij zelf kunnen. Ook geven we daarbij het bredere kader weer; uit wat voor situatie komt de cliënt? Dat kan van belang zijn als er sprake is van een instabiele situatie. Na 1 januari 2015 is er een overgangsperiode van een jaar. Dit jaar wordt door gemeenten en zorgorganisaties gebruikt om cliënten over te dragen. Het uitgangspunt van gemeenten is ‘een warme overdacht en een zachte landing’. 24. Wat zijn de sterke punten van Amerpoort? Wat maakt dat gemeenten voor Amerpoort moeten kiezen? We helpen mensen om zich te ontwikkelen. Bij Amerpoort wordt gekeken naar wat iemand nodig heeft, wat iemand kan en welke bijdrage hij/zij kan leveren aan de maatschappij. We bieden cliënten serieus werk. Daarnaast is Amerpoort goed in samenwerken. Met scholen hebben wij bijvoorbeeld al langdurige samenwerking. Zij komen daardoor nu al naar ons toe om te kijken hoe we dat in de toekomst kunnen blijven doen. 25. Wat als een gemeente straks niet kiest voor Amerpoort, maar voor een andere organisatie? Dan heeft dat gevolgen voor Amerpoort. Zowel voor de cliënten als voor onze medewerkers. 26. Als een gemeente straks niet kiest voor Amerpoort, moeten cliënten dan verhuizen? Nee, want alleen ambulante zorg gaat naar de gemeente. Amerpoort kan dan deze zorg niet meer leveren, maar zal zorgen voor de overdracht aan een andere zorgorganisatie c.q. het wijkteam.
27. Amerpoort is druk bezig met analyses en onderzoeken. Andere organisaties doen dit ongetwijfeld ook. Kunnen jullie daar niet wat meer gezamenlijk in optrekken? Dat is wettelijk verboden. Als we straks weten waar wij minder goed in zijn – en besluiten hiermee te stoppen – kunnen we natuurlijk wel kijken of een andere organisatie hier goed in is en het wil overnemen.
Kwaliteit van zorg 28. Welke zorg kan Amerpoort straks nog verlenen? Ik hoor nu al geregeld begeleiders zeggen dat bepaalde activiteiten niet betaald kunnen worden vanuit de AWBZ. Het klopt dat – door de korting op de langdurige zorg – niet alles meer kan worden vergoed. Dat leidt soms tot verschraling van zorg. Amerpoort betreurt dat. We moeten keuzes maken als gevolg van het krappere budget. Daarom is het van belang om met elkaar te bekijken wat cliëntvertegenwoordigers en/of vrijwilligers kunnen doen in de ondersteuning van cliënten. Aan de andere kant zal Amerpoort ook nadenken over de kansen die de Wmo en de jeugdwet biedt. 29. Mijn zoon heeft een zorgzwaartepakket VG7 en woont in een groep met zeven anderen. Sinds kort is er maar één begeleider aanwezig op deze groep waar mensen wonen met ingewikkelde zorgvragen. Ik vind dat niet verantwoord. Ik ken de situatie niet, maar ik vind dat we alleen zorg moeten leveren als het goede zorg is. De kwaliteit moet gewaarborgd zijn. Als u het als cliëntvertegenwoordiger niet verantwoord vindt, raad ik u aan om daarover in gesprek te gaan met de manager van de groep. 30. Op de groep waar mijn kind woont, is enorm veel personeelsverloop. Tijdelijke contracten worden niet meer verlengd. Dat geeft veel onrust bij de cliënten. Het betekent dat mensen waarin Amerpoort heeft geïnvesteerd de organisatie verlaten. Dit is een duivels dilemma voor ons allemaal. We gaan voor de best mogelijke kwaliteit, maar er is een ondergrens door het financiële kader. We begrijpen dat dit tot ingewikkelde situaties kan leiden, maar we kunnen niet anders door de opgelegde bezuinigingen. Als we nu geen maatregelen nemen, hebben we straks een nog groter probleem waarbij het voortbestaan van Amerpoort in het geding kan zijn. Als we nu de contracten van medewerkers omzetten naar vaste contracten, moeten we volgend jaar meer mensen ontslaan. Dat leidt ook tot meer kosten. 31. U vertelt dat er een sociaal plan komt voor cliënten. Wat kan ik me daar bij voorstellen? En met wie wordt dit plan besproken? Het is vergelijkbaar met een sociaal plan voor medewerkers. Hier in staan de afspraken die we met elkaar maken over hoe we met elkaar omgaan, wat ieders rechten en plichten zijn en hoe we ervoor zorgen dat er voor alle cliënten een passende oplossing komt. Het sociaal plan is een algemeen plan en gaat over alle cliënten bij Amerpoort, niet over individuele afspraken die gemaakt worden met een
cliënt. Het sociaal plan voor de cliënten wordt besproken met de centrale cliëntenraad. Ook bespreken we met verwanten/cliëntvertegenwoordigers wanneer het het beste moment is en wat de beste manier is om een cliënt te vertellen dat er iets gaat veranderen. 32. Veranderingen in een organisatie leiden altijd tot meer werk en het vergt veel energie van je medewerkers. Zij werken dagelijks met een kwetsbare groep mensen. Hoe blijft de zorg voor hen gegarandeerd? Dit is voor het MT van Amerpoort een belangrijk vraagstuk. We doen ons best om de veranderingen zoveel mogelijk door het management te laten doorvoeren, zodat de primaire zorg gewoon kan doorgaan. Managers houden hun medewerkers op de hoogte van ontwikkelingen en betrekken hen daarbij wanneer dat nodig is. 33. Kan het straks zo zijn dat mijn dochter, die nu nog woont en werkt bij Amerpoort, straks bij een andere organisatie moet werken? Ja, dat kan. Dat komt nu ook al voor. Er is in dit opzicht keuzevrijheid. 34. Hoe zit het met de veiligheid – bijvoorbeeld in de nacht – als er met minder mensen moet worden gewerkt? “We moeten met minder euro’s zorg gaan bieden. Maar veiligheid en kwaliteit staan voor Amerpoort altijd bovenaan. Dat betekent dat we naar andere wegen zoeken. Domotica en e-health zullen daarbij bijvoorbeeld een rol gaan spelen. Voorbeelden uit de ouderenzorg laten zien dat bepaalde onderdelen van de zorg kunnen worden vervangen door technologie. Op die manier kunnen we de kwaliteit en de veiligheid waar we naar streven garanderen, ook als het budget lager wordt.
Organisatie 35. Houdt Amerpoort vast aan de divisiestructuur op doelgroepen: Kind & Jeugd, BinG! voor mensen met een licht verstandelijke beperking, Regio voor mensen met een matige verstandelijke beperking en Nieuwenoord voor mensen die een beschermde omgeving nodig hebben? Daar kunnen we nu nog niets over zeggen. Dat wordt rond 1 mei duidelijk. Het is de kunst om te kiezen voor een structuur die niet star is en ons voor de toekomst genoeg flexibiliteit geeft. Dat is zowel voor gemeenten als Amerpoort zelf van belang. 36. Wat is voor Amerpoort belangrijk? Waar houden jullie rekening mee bij het vaststellen van het herontwerp? De kwaliteit van zorg is leidend. Als we denken dat we met het geld dat we krijgen (van bijvoorbeeld de gemeente) onze cliënten niet meer verantwoorde zorg kunnen bieden, dan kiezen we ervoor deze zorg niet meer te bieden. We blijven kijken naar de wijze waarop de zorg wordt geboden en realiseren ons dat het anders moet. Dat kan ook weer kansen bieden. 37. Gaat Amerpoort bezuinigingen volgens de kaasschaafmethode of met de ‘botte bijl’?
Dat is een directe, maar wel goede vraag. In 2014 kregen we voor het eerst te maken met kortingen. Voor de begroting van 2014 hebben we de kaasschaafmethode gebruikt. Maar dat kan niet voor 2015. De door de overheid opgelegde bezuinigingen zijn te hoog om op te lossen met de kaasschaaf. Dat is op de lange termijn ook niet verantwoord. Het is belangrijk om echt duidelijke keuzes te maken: wat blijven we doen en wat gaan we niet meer doen? 38. Amerpoort zegt dat medewerkers moeten worden omgeschoold of bijgeschoold. Maar de gemeente zegt dat het in de wijkteams wel met minder geschoolde medewerkers kan. En aan de andere kant: is er na de bezuinigingen nog wel geld voor omscholing? Amerpoort probeert zoveel mogelijk medewerkers een plek te laten krijgen bij de gemeenten. De deskundigheid die de medewerkers van Amerpoort nu hebben, willen we ook inzetten in de wijk- en buurtteams. Daarom blijft scholing belangrijk. Gemeenten hebben daar geen budget voor. Daarnaast komen er door de bezuinigingen in de zwaardere zorg ook verschuivingen in de werkplekken van medewerkers. Er is extra budget voor scholing gereserveerd in het kader van de reorganisatie. 39. Gaat Amerpoort bezuinigingen op de personeelskosten? Betekent dat dat de dure krachten er eerst uit gaan? Ja, we ontkomen helaas niet aan bezuinigingen op personeelskosten. Het uitgangspunt daarbij is dat we gedwongen ontslagen willen voorkomen. Om die reden worden er al geen contracten voor onbepaalde tijd meer gesloten. Er is op dit moment een sociaal plan dat geldt tot eind 2014. Over een paar weken begint het overleg met de bonden over het nieuwe sociaal plan. Het is voor Amerpoort belangrijk om goede krachten te behouden. Het sociaal plan is hier leidend in. 40. Kan het zijn dat een woning te weinig bewoners heeft om rendabel te zijn? Ja, dat kan. Een groep met tien cliënten in één woning is relatief duur. Amerpoort is hiervoor op zoek naar een oplossing op de langere termijn. Een oplossing kan zijn om bijvoorbeeld een paar kleinere woongroepen te bundelen en te verhuizen naar een grotere locatie, waardoor groepen in aaneengeschakelde woningen kunnen wonen. Maar dit is niet iets dat per 1 januari 2015 geregeld moet zijn, dit nemen we mee in het beleid voor de langere termijn. Er zijn hierover nog geen besluiten genomen. 41. Moeten cliënten straks in het weekend naar huis, om begeleiding uit te sparen? Nee, dat kan niet. Cliënten hebben zeven dagen per week, 24 uur recht op zorg. 42. Kan Amerpoort straks helemaal uit elkaar vallen? Dat is niet waarschijnlijk. Het is wel duidelijk dat een deel van de cliënten straks overgaat naar de Wmo en de Jeugdwet. Verder zijn we nu heel zorgvuldig vanuit de verschillende cliëntgroepen aan het bekijken welke keuzes we gaan maken. 43. Bestaat er een mogelijkheid dat Amerpoort gaat fuseren met Sherpa?
Dat is niet aan de orde. Wel kijken we naar hoe we in de toekomst nog beter met elkaar kunnen samenwerken. Dat doen we nu al middels een gezamenlijk gezondheidscentrum. Waarom is Amerpoort in Utrecht begonnen met een de groep ‘Vriendjes’ binnen een gewoon kinderdagverblijf. We hebben toch kinderopvang Irene? Sommige gemeenten en ouders willen het liefst dat kinderen met een beperking naar een reguliere kinderopvang gaan. Amerpoort biedt dit bijvoorbeeld al aan in Nijkerk en in Amersfoort waardoor kinderen met een beperking ook hier terecht kunnen.
Stem richting politiek 44. Laat Amerpoort richting landelijke politiek voldoende een stem horen? De Vereniging Gehandicaptenzorg (VGN) is hét lobbykanaal van alle organisaties in de gehandicaptenzorg richting politiek. Wij vinden dat de VGN die taak goed oppakt. En als we dat niet vinden, laten we dat horen. Verder nodigen we Tweede Kamerleden uit en komen we in actie als we denken dat dat nodig is en als we vermoeden dat er nog ruimte is om de politiek te beïnvloeden. Een voorbeeld daarvan is het gesprek dat Amerpoort is aangegaan met het zorgkantoor en de Nederlandse Zorg Autoriteit over de vergoeding op vervoer voor kinderen in onze specialistische behandelcentra. Die vergoeding dreigde te vervallen, maar door het gesprek en onze communicatie is het besluit herzien en is de vergoeding (grotendeels) gehandhaafd. We hebben dat gesprek ondersteund met een filmpje. Dit filmpje over De Blauwe Vogel geeft weer wat de impact van de vervoersbezuiniging is. Het is te zien bij het artikel: 'Hoorzitting NZa over onevenredige bezuiniging vervoer kinderdagcentra'(http://tinyurl.com/ocxlewl) op de website. Overigens steunen we het overheidsbeleid, dat mensen door deze transities meer worden aangesproken op wat ze zelf kunnen en op wat hun netwerk voor hen kan betekenen.