Nu in allerijl op weg naar een Europact ‘Nieuwe Stijl’ d.d. 7 mei 2010, gepubliceerd op www.pensioenbelangen.nl Geschreven door André ten Dam
Het Europact en de euro staan in brand. In Griekenland waar massastakingen en rellen zijn uitgebroken als protest tegen de aangekondigde astronomische bezuinigingen zelfs ‘letterlijk’ (hierbij zijn inmiddels al de eerste doden te betreuren). In Duitsland en in Nederland, waar de verontwaardiging van de belastingbetaler betreffende het politieke besluit inzake de financiële hulp (‘bail out’) aan Griekenland inmiddels naar een kookpunt stijgt, gelukkig uitsluitend nog ‘figuurlijk’. De financiële markten zijn er verder geenszins van overtuigd dat het door de regeringsleiders van de Eurolidstaten zondag 2 mei jl. genomen besluit tot vergaande financiële steun door de overige eurolanden en het IMF aan Griekenland voldoende is: Griekse staatsobligaties zijn onverhandelbaar, ook Spanje gaat onderuit, de internationale beurzen (eerst nog overeind gehouden door Azië en Amerika) kleuren rood, de goudprijs stijgt en de wisselkoers (en dus de koopkracht) van de euro zakt almaar verder weg. De G-7 worden zelfs nu inderhaast bij elkaar geroepen om de eurocrisis te bezweren. Dat krijg je er van als politici zich gaan bezighouden met zaken waarvan zij geen of onvoldoende verstand hebben en zich daarbij bovendien nog eens laten leiden door ‘politieke’ belangen in plaats van het aanvaarden en respecteren van ‘economische’ en ‘juridische’ wetmatigheden. Alle ogen waren en zijn gericht op Duitsland In Duitsland (het politiek en economisch sterkste euroland) is sinds vorige week de volstrekte paniek en chaos uitgebroken. Ondanks de hevige (en terechte) weerstand van de Duitse belastingbetaler voor Duitse financiële steun aan Griekenland, is Bondskanselier Angela Merkel uiteindelijk bezweken onder de druk van met name het IMF, de EU, Frankrijk en de (Franse) ECB-president: De regering van Angela Merkel is van plan om, middels de Duitse staatsbank KFW, de komende drie jaren ca. € 22 miljard uit te trekken voor Griekenland. Om de belastingbetaler nog enigszins tegemoet te komen wordt hierbij inmiddels aan het Duitse bank- en verzekeringswezen en het bedrijfsleven om financiële bijdragen gevraagd. Angela Merkel heeft haar besluit gerechtvaardigd omdat volgens haar hiermee de stabiliteit van de euro en de eurozone zou zijn gewaarborgd. Zoals in de inleiding hiervoor uiteengezet, heeft de realiteit echter deze stelling van Merkel nu wel weerlegd. De vraag is nu in Duitsland of de Bondsdag en de Bondspresident het regeringsbesluit inzake de steun aan Griekenland nog vandaag week zullen accorderen (parlementsleden beginnen te twijfelen en de Bondspresident laat zich nu in allerijl ‘juridisch’ adviseren (1))? Indien en zodra dit toch mocht gebeuren, zal volgens de Rheinische Post van 5 mei jl. (2) en het Handelsblatt van 4 mei jl. (3) de Duitse prof. dr Wilhelm Hankel c.s. (4) zijn eigen regering vrijdag a.s. direct voor het Duitse gerecht slepen om voor de daadwerkelijke Duitse financiële steun aan Griekenland een stokje te steken.
De thans door de regering van Angela Merkel besloten ‘bail out’ is immers strijdig met zowel artikel 125 van het EU-Verdrag (zijnde de hoogste rechtsbron van geschreven Europees Gemeenschapsrecht) als het gelijkluidende Duitse Constitutionele recht. Zoals ik eerder diverse malen en ook op ‘Me Judice - Economen in debat’ heb betoogd (5 en 6), is de kans zeer groot dat een onafhankelijk en ter zake kundig gerecht een streep zal zetten door een Duitse ‘bail out’ van Griekenland en daarmee dan dus logischerwijze in de praktijk door de voorgenomen ‘bail out’ van Griekenland door alle overige eurolanden. Mijns inziens zal overigens ook een Nederlands gerecht wat betreft de voorgenomen Nederlandse steun aan Griekenland desgevraagd op grond van het EU-Verdrag tot een zelfde oordeel moeten komen. Terzijde, ook het besluit van de ECB van 3 mei jl. tot het van Griekenland als onderpand aanvaarden van waardeloos Grieks staatspapier voor het verstrekken van liquiditeiten is strijdig met het EU-Verdrag (Verdragsschending) en wel met het ‘bail out verbod’ zoals geformuleerd in artikel 123 daarvan. Met het door de ECB ‘ongedekt’ verstrekken van liquiditeiten aan Griekenland zal de waardevastheid (koopkracht) van de euro nog verder onderuit gaan. Feitelijk is financiële steun door de sterkere eurolanden aan Griekenland c.s. dus ‘een illegale roofoperatie uit de portemonnee van de Duitse en Nederlandse belastingbetaler’. Zie in dit kader ook de recente en volledig ten onrechte weinig gelezen publicatie van (juridisch) prof. Dik Degenkamp op ‘Me Judice - Economen in de debat’ (7). Het Griekse reddingsplan is niet realistisch Inmiddels is het wel duidelijk dat Griekenland niet slechts incidenteel geholpen moet worden, maar langdurig aan het infuus moet en ook andere zwakke eurolanden (zoals Spanje, Portugal en Ierland) nu snel zullen volgen. Juist omdat de Griekse kwestie dus niet op zich zelf staat, zijn de onderhavige ad-hoc financiële steunmaatregelen financieel-economisch gezien ook niet haalbaar en realistisch. Nog vandaag deden Thilo Sarrazin van de Bundesbank en minister-president Horst Seehofer van de Duitse Deelstaat Bayern in het Handelsblatt (8) gelijkluidende uitspraken. Seehofer stelt hierbij: “Die Aufsicht über die Griechische Finanzen habe offensichtlich nicht funktioniert. Also müssen die Mängel abgestellt werden and zwar schonungslos.” Sarrazin vult hierbij aan dat (in het geval de Griekse redding toch door mocht gaan): “… dies in der Konzequenz, dass die Niederlande und Deutschland für die Rest der Veranstaltung haften müssten. Dies werde noch sehr viele Diskussionen geben”. Economische problematieken, zoals deze nu in Griekenland c.s. aan de orde zijn, kunnen in de praktijk, met naast herstructureringen van staatsschulden en begrotingen, uitsluitend succesvol opgelost worden door: a.) herstructurering, flexibilisering en innovatie van de nationale economieën én b.) (voor méér slagkracht van de exportsector) devaluatie van de nationale munt. Omdat de zwakkere Eurolidstaten nu aan de euro als gemeenschapsmunt vastzitten, is deze laatste essentiële maatregel voor hen nu niet (meer) mogelijk. Het geven van financiële steun door de sterkere Eurolidstaten aan de zwakkere is juist hierom ‘structureel geld gooien in een bodemloze put’.
De europolitici (waaronder onze minister De Jager) houden echter - vooralsnog en tegen beter weten in - vast aan dit absurde plan en stellen daarbij - geheel ten onrechte - dat er geen alternatief zou zijn. De oplossing van het probleem ligt in de oorzaak van het probleem Gelet op het bovenstaande is dus, vanuit economisch perspectief, de énige oplossing dat de zwakkere Eurolidstaten, juist in hun eigen belang, hun munt devalueren (anders is het voor hen dweilen met de kraan vol open). Uitsluitend dan zouden zij vervolgens (met behulp van het IMF) in staat zijn in eigen huis orde op zaken te stellen. De laatste maanden wordt er niet zonder reden en in toenemende mate ook door (buitenlandse) economen gepleit voor deze oplossing. De vraagt rijst dan vanzelfsprekend: Hoe nu verder? Zoals zo vaak ligt ook hier de oplossing van het probleem in de oorzaak daarvan. De criticasters van de euro, zoals deze per 1999 het levenslicht zag, bestempelde de gemeenschapsmunt al vóóraf met een beperkte houdbaarheidsdatum omdat de euro voorbehouden had moeten blijven aan de economisch sterkere Europese landen met onderling convergerende economieën. Het zou onverantwoord zijn om ook de economisch zwakkere Europese landen aan de euro deel te laten nemen. Door de toetreding tot de euro raken zij immers de monetair-economische instrumenten kwijt om in moeilijke tijden hun economieën te stimuleren. Hierbij valt te denken aan het wisselkoersbeleid (devaluatie van de eigen munt is niet meer mogelijk) en het rentebeleid (wordt nu eenduidig voor de gehele eurozone centraal in Frankfurt bepaald). Deze waarschuwingen dat het vroeg of laat bij economische tegenwind fout zou lopen, zijn inmiddels helaas bewaarheid geworden met de (wellicht) grootste monetaire crisis internationaal ooit als gevolg. Zowel de sterkere Eurolidstaten als de zwakkere betalen van deze indertijd foute beslissing nu de rekening. De sterkere Eurolidstaten worden geconfronteerd met een ernstige aantasting van zowel de waardevastheid (koopkracht) van de euro als de stabiliteit van de eurozone. Aan de zwakkere Eurolidstaten worden thans astronomische bezuinigingsmaatregelen opgelegd waardoor hele volken - zonder versterking van hun economie en werkgelegenheid - in armoede vervallen. Deze mensen zullen voor een acceptabel bestaan noodgedwongen moeten migreren naar de sterkere Eurolidstaten. En laten er nu wat het laatste betreft nou weer geen (wereldvreemde) economen gaan roepen dat dat zo prettig is en juist de bedoeling van de EMU. Zoals ik recentelijk heb betoogd dient het Europact - onder het motto ‘beter ten halve gekeerd dan te hele gedwaald’ - nu hervormd en opgesplitst te worden in drie euro-munten: ‘Euro I’ voor de sterke Eurolidstaten, ‘Euro II’ voor de middengroep en ‘Euro III’ voor de zwakke broeders, iedere munt met eigen regels inzake staatsschulden en begrotingstekorten.
‘Euro II’ en ‘Euro III’ zouden dan direct kunnen devalueren t.o.v. van ‘Euro I’ teneinde de zwakkere Eurolidstaten de broodnodige slagkracht op de exportmarkt terug te geven. Hierbij is het overigens onontkoombaar dat de staatsschulden van Griekenland c.s. (eventueel in een gecontroleerde Default) geherstructureerd dienen te worden en dus voor een belangrijk deel kwijtgescholden. Voor de sterkere Eurolidstaten zouden hiermee dan tevens de (juridische) grondregels van het EU-Verdrag van ‘houdbare prijsstabiliteit’ en het ‘bail-out verbod’ en dus de waardevastheid (koopkracht) van de euro (= Euro I.) worden gerespecteerd. Terzijde maar niet geheel onbelangrijk: Er blijft dan voor de sterkere Eurolidstaten nog een exportmarkt in Zuid-Europa bestaan. Het uit het voetbal bekende systeem van promotie en degradatie zou dan kunnen worden geïmplementeerd en de ECB zou voor de drie afzonderlijke euro-valuta een gedifferentieerd rentebeleid kunnen gaan voeren. Om een dure chartale muntwisseling te voorkomen, zou de opsplitsing uitsluitend ‘giraal’ doorgevoerd kunnen worden zodat de huidige euromuntjes en -briefjes (= dan Euro I.) in de gehele Eurozone als chartaal betaalmiddel gehandhaafd zouden kunnen blijven. Zo een hervormd Europact zou als bijkomend voordeel hebben dat de Europese landen die nog niet tot de euro kunnen/mogen toetreden dat dan gemakkelijker zouden kunnen door toetreding tot Euro III. Op deze wijze zal de Eurozone dan (op termijn) internationaal gezien zelfs aan omvang en kracht kunnen winnen. Hiermee zou er tevens een goede basis gelegd worden voor een verdere ‘politieke’ integratie in Europa die, zij het in beperkte mate, noodzakelijkerwijze zal moeten plaats hebben ter waarborging van de stabiliteit in Europa en versterking van de positie van Europa in de wereld. Vanzelfsprekend zal één en ander met de nodige ‘collateral damages’ gepaard gaan. Maar deze schade is dan slechts incidenteel van aard. Zo hebben bijvoorbeeld de grote Europese banken de laatste jaren immers fors belegd in min of meer waardeloos Zuid-Europees staatspapier en zullen zij deze dus voor een belangrijk deel dienen af te boeken. Vanzelfsprekend dienen deze banken zelf op de blaren te zitten en dienen zij slechts in uiterste gevallen met overheidsgeld (dus helaas onontkoombaar weer met belastinggeld) overeind gehouden te worden om de stabiliteit van het financiële systeem te kunnen waarborgen. Terzijde, onwetende Nederlandse spaarders, die twee jaar geleden hun spaargeld voor ‘een procentje meer’ parkeerden bij het door DNB vooraf goedgekeurde en later omgevallen Icesafe, werden kort daarna door sommige economen als ‘oliedom’ getypeerd. De vraag rijst dan hoe we nu de banken moeten typeren die als ‘professionals’ met alle relevante feiten en kennis van zaken in handen sindsdien voor ‘een procentje meer’ vol in min of meer waardeloos Zuid-Europees staatspapier hebben belegd? Een hervormd Europact zal dus zeker (ook bij de belastingbetaler in Nederland en Duitsland) pijn gaan doen, maar deze pijn zal dan, zoals gezegd, slechts van incidentele aard zijn.
Vanzelfsprekend dient één en ander nog nader uitgewerkt te worden, maar dit is de énige juiste beslissing! Met andere woorden: Nu in allerijl op weg naar een Europact ‘Nieuwe Stijl’. Voor voornoemd hervormd Europact is vanzelfsprekend wel de nodige politieke moed en daadkracht vereist. En snelheid is ook geboden! Want als dit niet (snel) gebeurt dan zal hetzij het Europact exploderen en versplinteren hetzij het structurele monetair-economische en dus financiële ‘failliet’ van de euro en de eurozone ons deel worden. In beide gevallen zullen toenemende verdeeldheid en aantasting van de (niet uitsluitend monetaire en financiële) stabiliteit in Europa als bijkomend gevolg optreden. De dames en heren Euro-politici (waaronder ook de Nederlandse) zij veel wijsheid toegewenst!
Referenties/noten: 1. en 2. Rheinische Post, 5 mei 2010, “ Hilfspakket für Griechenland: Merkel kämpft - Köhlers Unterschrift unsicher ”; 3. Handelsblatt, 4 mei 2010, “Kanzlermehrheit für Griechen-Rettung wackelt’; 4. Zie www.dr-hankel.de; 5. Harry Geels en André ten Dam, “Met Griekenland geen sterke euro”, Me Judice, jaargang 3, 5 maart 2010; 6. André ten Dam, “Financiële steun door Eurolanden aan Griekenland c.s. is Verdragsschending! Herstructurering Europact onontkoombaar en zeer dringend noodzakelijk”, www.wisselverlies.nl d.d. 18 april 2010; 7. Dik Degenkamp, “Sterke euro kan niet zonder eenheid financieel-economisch beleid lidstaten”, Me Judice, jaargang 3, 20 april 2010; 8. Handelsblatt, 7 mei 2010, “Sarrazin hält Griechenland für unrettbar”.