OP WEG NAAR 2020 BE GOOD AND TELL IT!
DOMEINPLAN 2015 - 2020 1
PREAMBULE Een nieuw domeinplan. Dat kan niet zonder kennis van en reflectie op het vorige domeinplanperiode. Wat zijn de resultaten, wat is succesvol geweest en wat minder? Er zijn kwaliteitsverbeteringen in gang gezet die een goede basis hebben gelegd voor kwalitatief goed onderwijs. We nemen deze even door.. In 2012 zijn we begonnen met maatregelen onder de noemer van ‘Verbeteragenda’. Deze Verbeteragenda, met als doel het verhogen van studiesucces en de studenttevredenheid , betrof een pakket maatregelen op het gebied van onderwijsvisie, portfolio, organisatie en faciliteiten. Een geïntegreerde aanpak om het DNA van het domein te veranderen. Het porfolio is als eerste aangepakt. Resultaat: opheffing van een aantal leerroutes, de afbouw van de duale varianten en een aanzienlijke vereenvoudiging van het portfolio door het samenvoegen van opleidingsvarianten. Aanvankelijk was het voornemen om per doelgroep (oud-HES en oud-HvA) verschillende onderwijsconcepten te blijven aanbieden. Dat voornemen hebben we in 2012 verlaten en met uiteraard grote gevolgen. Gevolgen voor de nieuw in te zetten verhuisbewegingen, voor de organisatiestructuur en voor de aansturing van de opleidingen. BKM en HRM lopen daarbij voorop en zijn in september 2013 al met een nieuw propedeusecurriculum gestart. Ten aanzien van de onderwijsvisie hebben we een set ontwerpcriteria voor robuust onderwijs ontwikkeld (de ‘set van 10’). Met ingang van studiejaar 2014-2015 worden deze voor alle opleidingen geïmplementeerd. De ontwerpcriteria rond grotere onderwijseenheden en compensatoire toetsing zijn geheel in lijn met de ontwerpcriteria uit het project SLIM. Daarmee lopen we voorop binnen de HvA.
INLEIDING EN CONTEXT ALGEMEEN In het najaar van 2014 wordt het nieuwe instellingsplan van de HvA vastgesteld. Een instellingsplan dat de ambities, de plannen en de beleidsagenda voor de komende jaren beschrijft. Dit plan heeft een looptijd van 6 jaar. We kijken vooruit naar 2020. Waar willen we dan staan? Het instellingsplan van de HvA geeft richting aan de koers van de domeinen. Zij verhouden zich tot het instellingsplan van de HvA bij het maken van een eigen domeinplan voor de komende 6 jaren. Ook wij als domein kijken vooruit naar 2020. Welke ambities hebben we voor de komende jaren? Waarom hebben we deze ambities ? Hoe geven we deze ambities vorm? We maken plannen. Met het College van Bestuur maken we hierover afspraken. De afspraken met betrekking tot de ambities zijn vastgelegd in convenanten tussen de domeinvoorzitter en het CvB en binnen het domein tussen de domeinvoorzitter met iedere opleidingsmanager. Het convenant loopt tot 2020. Jaarlijks kijken we naar de voortgang op die ambities en afspraken en stellen onszelf de vraag of het goed gaat. We stellen onze acties bij, we ontwikkelen nieuwe ambities. Het verhaal over de ambities, het wat, waarom en hoe staat beschreven in het voorliggende domeinbeleidsplan. Dit domeinplan heeft als titel “be good ……and tell it ! ”. Deze titel is ontleend aan een accreditatie bij een opleiding bij onze hogeschool waar de voorzitter van het panel aan het einde van de dag bij de terugkoppeling deze woorden sprak. Zijn boodschap was tweeledig, zorg dat je goed bent… er valt nog wel wat te verbeteren maar vergeet niet dat jullie ook heel veel zaken goed op orde hebben. En dat wat je op orde hebt ( gekregen) moet je ook laten zien, vertellen! “Be good …and tell it” waren zijn woorden. Bij ons domein gaat het op onderwerpen niet goed genoeg (met name de rendementen) en op andere onderwerpen beter (tevredenheid studenten over de studieroosters is bij DEM het hoogst binnen de HvA) en soms zelfs goed. Wij hebben wat te verbeteren. Wat niet goed genoeg
is verbeteren we en laten daarbij zien dat we het verbeterd hebben. Wat nu al goed is, verdient het nu al om verteld te worden. We gaan onze successen beter etaleren. CONTEXT In 2014 telt de Hogeschool van Amsterdam bijna 50.000 studenten. Ruim 13.000 van die studenten studeren aan de opleidingen die vallen onder het domein Economie en Management. Het economisch onderwijs bij de Hogeschool van Amsterdam staat in een traditie. Al meer dan 125 jaar wordt er in Amsterdam en omgeving beroepsgericht economisch onderwijs aangeboden. De Hogeschool voor Economische Studies ( HES) en de Hogeschool van Amsterdam, als aanbieders van dit onderwijs, zijn in 2004 gefuseerd. Sinds dat jaar wordt het economisch onderwijs samen verder vormgegeven onder de vlag van de Hogeschool van Amsterdam. Het domein heeft geen goede jaren achter de rug: studenten zijn niet tevreden en er is sprake van veel uitvallende studenten of studenten die lang studeren. Toch vormden deze twee ingrediënten geen belemmeringen voor de instroom van de afgelopen jaren. Studenten weten de weg naar onze opleidingen wel te vinden. In de jaren na 2004 is het integratieproces van de economische opleidingen vormgegeven. Dat ging niet zonder slag of stoot. In 2014 is al het onderwijs voor de propedeuses en in 2015 voor de hoofdfases, op moderne leest geschoeid en is de basis gelegd voor een geharmoniseerde bedrijfsvoering. De afgelopen jaren is hard gewerkt aan: ► het formuleren van een eenduidige onderwijsvisie, waarbij er sprake is van: ► grotere onderwijseenheden om onderlinge concurrentie binnen het curriculum te minimaliseren en waarbinnen gecompenseerd kan worden; ► tussentijdse toetsing om actief leergedrag te stimuleren zonder dat dit leidt tot meer toetsing; ► herkansingen die worden verdiend en niet vanzelfsprekendheid zijn, wederom om actief leergedrag te stimuleren.
DOMEINPLAN 2015 - 2020 2
et terugdringen van de complexiteit h in het onderwijsaanbod door de duale opleidingen uit te faseren, te stoppen met de voltijd februari instroom en de onderwijskundige varianten te laten samensmelten in de nieuwe onderwijsvisie. ► de organisatie in te richten conform het besturingsmodel van de hogeschool met een directe verbinding tussen het College van Bestuur, de domeinvoorzitter en de opleidingsmanagers. Ook de ondersteunende organisatie is dichterbij het onderwijs gepositioneerd. ►
Om de komende jaren goed onderwijs te kunnen geven is de strategie van het domein gericht op daling van de instroom van het aantal nieuwe studenten. In 2020 heeft het domein ongeveer 10.000 studenten, een aantal waarbij het onderwijs én de ondersteuning goed organiseerbaar is. Dit domeinplan kenmerkt zich dan ook door deze ontwikkelingen voort te zetten: gewoon goed onderwijs organiseren, geven en ondersteunen. Daarbij hebben we aandacht voor alle studenten die nog het vorige curriculum volgen. Voor deze studenten is het curriculum gewoon hún curriculum en niet een ‘oud’ curriculum. SPEERPUNTEN Het bereik van het plan beslaat de jaren 2015 – 2020. In deze jaren kent het domein drie speerpunten: 1. Het onderwijs is gewoon goed, gericht op nominaal studeren. Robuust onderwijs met heldere ontwerpcriteria, matching voor de poort en studentbegeleiding zijn dominante thema’s. 2. Het onderzoek sluit aan op het onderwijs en heeft als focus ondernemerschap. 3. De bedrijfsvoering sluit aan op het onderwijs; kwaliteit door verbinding.
INLEIDING EN CONTEXT GEWOON GOED ONDERWIJS Wij willen de studenten die kiezen voor een economische opleiding een breed en uitdagend onderwijsaanbod bieden. Dit aanbod kenmerkt zich door een accent op Marketing , Sales and Trade, op Finance & Accounting of op Management & Organisation. Daarnaast bieden wij economisch onderwijs gericht op werken in een internationale context. Dat doen wij in de vorm van een International Business School. Wij bieden onderwijs dat studenten voldoende toerust voor een economische loopbaan. Daartoe is al het onderwijs, maar ook ons onderzoek, verbonden met de beroepspraktijk en draagt het bij aan de innovatie van deze beroepspraktijk . Onze primaire context daarbij is die van het grootstedelijke. Daarom verhouden wij ons ook actief tot de stad Amsterdam en dragen we bij aan de economische en maatschappelijke ontwikkeling van deze stad.
maximaal ontplooien om zelfstandig op een hoog niveau hun professie uit te oefenen. We zijn een kennisinstelling die door koppeling van onderwijs en onderzoek bijdraagt aan de vernieuwing van de beroepspraktijk en de samenleving in en om een internationaal georiënteerd Amsterdam.
Al ons onderwijs is gericht op het aanleren van vakmanschap, en alle kennis en vaardigheden die daar bij komen kijken. Die kennis en vaardigheden zijn voortdurend onderwerp van onderzoek. Wat is goed vakmanschap, wat werkt en waarom? We trainen studenten in evidence based vakmanschap.
WANNEER ZIJN WE SUCCESVOL IN WAAR WE VOOR STAAN EN HOE WE DAT WILLEN BEREIKEN? 1. Het onderwijs is inspirerend en toekomstgericht 2. Het studierendement is binnen de benchmark G5 hoog en maatschappelijk acceptabel 3. Er is een grote mate van studentbinding 4. HvA DEM heeft een goede reputatie bij haar partners. 5. De medewerkers zijn kwaliteitsbewust, vakbekwaam en betrokken 6. Vakbekwaamheid uit zich onder meer door continue professionalisering 7. Het onderwijs heeft zichtbare aansluiting op het (internationale) beroepenveld 8. Onze opleidingen zijn van onbetwist niveau, zichtbaar in positieve accreditaties 9. De organisatie bouwt aan een financieel gezonde basis en is efficiënt en effectief gestructureerd 10. Er is heldere communicatie mbt ons beleid en de uitvoering van het onderwijs
We willen dat onze stakeholders tevreden zijn over de diensten die wij leveren. Onze stakeholders zijn de studenten, de “afnemers” van onze studenten ( bedrijfsleven) en beoordelaars vanuit de rijksoverheid ( NVAO). Wij leveren gewoon goed onderwijs, een hoge Studentevredenheid, goed studiesucces, gunstig arbeidsmarktperspectief. Positieve accreditaties volgen uit dat ene doel. Maar hoe ziet gewoon goed onderwijs er nu uit? Om die vraag te beantwoorden is het belangrijk dat we weten waar we voor staan, hoe we dat willen bereiken én helder hebben wat succes is in dat wat we willen bereiken. WAAR STAAN WE VOOR? Het domein Economie en Management is onderdeel van de HvA en leidt met een breed aanbod van beroepsopleidingen binnen het economisch spectrum een grote variëteit aan studenten op die hun talenten
HOE DOEN WE DAT? Het domein Economie en Management anticipeert op het internationale werkveld van morgen. Met haar studenten en samenwerkende, internationaal opererende partners werken we aan evidence based oplossingen voor de toekomst: Creating Tomorrow. Dit maken we mogelijk door effectief verbinding te maken tussen leren en werken, ideeën en praktijk, tussen talent en mogelijkheden en tussen studenten en de internationale maatschappij. We stimuleren daarom wederzijdse verantwoordelijkheid tussen docent en student.
10 factoren die ons succes bepalen. We nemen ze door. Wat is de stand van zaken en waar willen we heen?
DOMEINPLAN 2015 - 2020 3
We vinden het belangrijk dat we bij het maken van plannen deze ook daadwerkelijk kunnen uitvoeren, de uitvoering evalueren, onze plannen opnieuw tegen het licht houden en waar nodig verbeteren. Plan, Do, Check, Act. De PDCA cyclus draait op alle niveaus: bij teams, bij opleidingen en stafafdelingen én op het niveau van het domein. Dit betekent jaarlijks een check op dit domeinplan, wat waren de plannen, wat hebben we gedaan, wat heeft dat aan inzichten opgeleverd en hoe gaan we verder? Deze “check op het domeinplan” zal jaarlijks worden gedaan, gepubliceerd én onderwerp van gesprek zijn met alle medewerkers van onze organisatie. Ook dit domeinplan is onderdeel van de PDCA cyclus. De plannen, de ambities zijn mede gebaseerd op reflectie op de afgelopen convenantsperiode, vastgelegd in onder andere de verbeteragenda van DEM.
ONDERWIJS ONDERWIJS Bij de economische opleidingen van de HvA zijn er relatief veel studenten die in de loop van hun studie uitvallen, dan wel grote vertraging oplopen. Gemiddeld vallen er op dit moment (2014) van elke 100 studenten die een opleiding bij ons beginnen ongeveer 70 in de loop van de opleiding uit of doen langer over de opleiding dan 5 jaar. Die percentages zijn aanzienlijk hoger dan het landelijk gemiddelde in het HBO maar ook in vergelijking met economische opleidingen bij andere randstedelijke hogescholen. Dat is een ongewenste situatie: niet gewenst in het belang van de student en niet gewenst vanuit een bedrijfseconomisch perspectief. MINDER UITVAL Voor de studenten die bij ons beginnen met een opleiding willen we met een betere matching bereiken dat er minder studenten na een jaar de opleiding al weer verlaten.. In 2020 hebben we bereikt dat 65% van de studenten die starten met de opleiding in het navolgende jaar aan de hoofdfase beginnen. Nu ligt dat percentage voor het domein Economie en Management op 55%. In 2014 hebben we voor het eerst ervaring opgedaan met de verplichte studiekeuzecheck. Het doel van deze studiekeuzecheck ( SKC) is dat studenten vaststellen of de opleiding bij hen past en zij beter zicht krijgen op hun kans op succes in de opleiding: een vorm van matching voor de poort. De impact van deze interventie gaan we de komende jaren goed volgen. Op grond van onze eerste ervaring – toch nog grote toestroom van studenten met een negatief advies - zijn we overgegaan tot een voorstel om bij een aantal opleidingen te gaan werken met Decentrale Selectie. Dit is een mogelijkheid die het ministerie biedt om bij ons domein studenten te selecteren op de kans dat zij de opleiding echt aankunnen. Voor het studiejaar 2015/2016 gaan we hiermee aan de slag voor alle internationale opleidingen en de opleidingen AC, FRE en FSM. De matching wordt bindend. ► BETERE
MATCHING DOOR SELECTIE VOOR DE POORT: STUDIEKEUZECHECK EN DECENTRALE SELECTIE
DOMEINPLAN 2015 - 2020 4
EEN DIPLOMA BINNEN 5 JAAR In 2020 willen we bereikt hebben dat van alle studenten die in de hoofdfase beginnen, 62% in nog maximaal vier jaar de opleiding af zal ronden. Maximaal 38% vertraagt of valt uit. Nu rondt bij economie en management 48% de hoofdfase in maximaal 4 jaar af. 52% vertraagt of valt uit. We hebben de wijze waarop wij ons onderwijs vormgeven, onze studenten begeleiden en de wijze waarop we daarbij het onderwijs vanuit de bedrijfsvoering ondersteunen daarom nu anders ingericht. Daar is tijdens de vorige convenantsperiode hard aan gewerkt in het kader van de zogenoemde ‘Verbeteragenda’. Een nieuwe propedeuse is ontworpen die de student beter dan voorheen in staat stelt succesvol te zijn. De hoofdfase is in ontwikkeling. Deze maatregelen zijn gebaseerd op vernieuwde, evidence based, onderwijskundige inzichten. Maar ook systematisch werken aan ‘gewoon goed onderwijs’ (zie verderop bij ‘opleidingen van kwaliteit’), andere inzichten met betrekking tot de ondersteuning van het onderwijs, zorgen er de komende jaren voor dat meer studenten die bij ons een opleiding beginnen deze ook succesvol afronden. Met deze maatregelen om ons onderwijs te verbeteren sluiten we aan bij de inzichten die worden opgedaan binnen de programma’s Slim, Slank en Sluitend die in 2014 zijn gestart. De onderwijskundige inzichten die ten grondslag liggen aan de vernieuwde curricula bij het domein zijn in lijn met de conclusies uit deze HvA brede projecten. Belangrijk is de komende jaren voor zowel de HvA als het domein Economie en Management om de effecten van het vernieuwde onderwijs goed te monitoren. Binnen het domein wordt hier een onderzoeksproject op geformuleerd. ► NOMINAAL
STUDEREN DOOR VOORTZETTING VAN EVIDENCE BASED ONDERWIJSVERNIEUWING
LEVEN LANG LEREN Binnen ons domein bieden we ook onderwijs aan voor mensen die al in praktijk werkzaam zijn en gedurende hun loopbaan zich verder professioneel willen ontwikkelen. Dat onderwijs kan betrekking hebben op het behalen van een bachelorof een masterdiploma. Bij de ontwikkeling van ons beroepsgerichte deeltijdonderwijs zijn we ons ervan bewust dat een leven lang leren soms betekent: nu even niet, maar soms ook: nu op dubbele kracht. Mensen hebben uiteenlopende redenen om hun studie te vertragen of juist te versnellen. We zullen ons onderwijs daarop inrichten. In 2020 kunnen studenten hun deeltijddiploma flexibel en ook in tijd gespreid behalen. Het onderwijs is daartoe flexibel en modulair georganiseerd, zonder dat daarbij de samenhang en afstemming uit het oog wordt verloren. Studenten halen deelcertificaten en verwerven zo competenties tot de benodigde scholingsgraad. Vanuit werkgeversperspectief gaan ook groepen medewerkers via in-company opleidingstrajecten deelcertificaten behalen. Deze trajecten voorzien in een eigen opleidingsbehoefte van de betreffende organisatie maar worden bij succesvolle afronding elk op hbo-bachelor of -masterniveau gecertificeerd en worden bij inschrijving voor een bachelor- of masteropleiding ‘verzilverd’ . Bij de verdere ontwikkeling van deeltijdonderwijs en masteronderwijs bij ons domein wordt hier rekening mee gehouden. In het domein Economie en Management bieden wij in 2020 volgens bovenstaand model deeltijd bachelor en masteronderwijs aan. In 2020 bieden wij vier beroepsgerichte professionele masters aan die aansluiten bij de inhoudelijke onderwijsclusters Marketing, Sales & Trade, op Finance & Accounting en op Management & Organisation. Ook de International Business School kent een postgraduate masteraanbod.
ONDERWIJS Voor die studenten die een universitaire master ambiëren, direct aansluitend op hun bacheloropleiding, biedt de samenwerking binnen het hoger onderwijs in Amsterdam tussen HvA, UvA en VU in 2020 tal van mogelijkheden. Voor elke opleiding ( of cluster van opleidingen) bij Economie en Management geldt dan dat studenten na afloop van hun beroepsgerichte bachelor kunnen instromen in minstens één wetenschappelijke master bij UvA of VU. Door het verschil in oriëntatie tussen het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk hoger onderwijs is aanvullend onderwijs nodig om vanuit een beroepsgerichte bachelor in te kunnen stromen in een wetenschappelijke master. Dat aanvullende onderwijs wordt tijdens de beroepsgerichte bachelor gevolgd in de vorm van een academische route. ► FLEXIBEL
EN DOELGROEPGERICHT DEELTIJD ONDERWIJS ► VIER BEROEPSGERICHTE MASTEROPLEIDINGEN ► SAMENWERKING MET EN BINNEN HET HOGER ONDERWIJS VAN AMSTERDAM EXCELLENTIE Bij ons domein kennen we de afgelopen jaren al een programma om studenten te ondersteunen die extra uitdaging zoeken of die meer aankunnen dan het gemiddelde. Deze studenten krijgen bij ons een uitdagend excellentieprogramma (voor 1e en 2e jaars studenten) en een honoursprogramma (voor 3e en 4e jaars studenten). Onze programma’s richten zich nu vooral op professionele excellentie. Bij onze honourstrajecten is het maken van de verbinding met de praktijkgerichte onderzoeksprogramma’s van het domein belangrijk. Studenten kunnen binnen het Honoursprogramma participeren in onderzoek, afstuderen op onderwerpen, deelonderzoeken, binnen de onderzoeksprogramma’s. De afgelopen jaren hebben steeds meer studenten ook gebruik gemaakt van dit aanbod. In het kader van het verduurzamen van excellentie, ook na de subsidieperiode, gaan we meer samenwerken met andere domeinen (o.a DMCI en DMR). We gaan gezamenlijk interdisciplinaire programma’s aanbieden
DOMEINPLAN 2015 - 2020 5
die interessant zijn voor studenten. Dergelijke programma’s zijn een wens van de studentenvereniging EVA (Excellentie Vereniging Amsterdam). Voor veel studenten is het reguliere programma uitdagend genoeg. Voor een in omvang beperkte groep biedt het excellentie programma een mooie aanvullende uitdaging. In 2020 bieden we daarnaast de academische doorstroomroutes aan. Zij vormen ook een onderdeel van het excellentieprogramma. ► EXCELLENTIEPROGRAMMA
GERICHT OP PROFESSIONELE EXCELLENTIE ÉN OP ACADEMISCHE DOORSTROOM.
MINOREN Wij bieden studenten een interessant en uitgebreid portfolio met voldoende verdiepende en verbredende minoren. Dat wil zeggen studenten bieden we de mogelijkheid hun kennis te verbreden of te verdiepen. Binnen ons domein ontwikkelen alle opleidingen de komende jaren een passend verdiepend aanbod, en wel in het verlengde van de eindkwalificaties van de opleiding. Overstijgend bieden we als domein een passend aanbod verbredende minoren. Onze minoren voldoen aan de zelfde kwaliteitscriteria als het overig curriculum van de opleidingen en zijn accreditatiewaardig. ► ONZE
MINOREN ZIJN RELEVANT, VERDIEPEND EN/OF VERBREDEND ÉN ACCREDITATIEWAARDIG.
STUDENTBEGELEIDING Studenten worden adequaat begeleid in alle fasen van hun opleiding. Uit diverse evaluaties blijkt dat er op het gebied van studentbegeleiding nog veel te verbeteren valt, met name in de hoofdfase (NSE 2014). Om studenten tijdens hun studietijd zo goed mogelijk te ondersteunen in het succesvol doorlopen van hun studie kent het domein studentbegeleiding. Studentbegeleiding bestaat uit vraag- en aanbodgerichte studiebegeleiding, loopbaanbegeleiding en persoonlijke begeleiding.
Studiebegeleiding om de student zo adequaat mogelijk te begeleiden betreffende studievoortgang, keuze- en planningsprocessen. Dit met als doel de student het opleidingsprogramma zo efficiënt mogelijk te laten doorlopen. Loopbaanbegeleiding om de student zo goed mogelijk te begeleiden in een beroepscontext met als doel dat de student zich optimaal ontwikkelt van student tot professional. Persoonlijke begeleiding om de individuele student zo optimaal mogelijk en op maat te begeleiden daar waar persoonlijke omstandigheden de studievoortgang beïnvloeden. Goede studentbegeleiding is een cruciale factor in het creëren van een klimaat waarin studiesucces mogelijk is. De komende jaren willen we extra investeren in de kwaliteit van onze studentbegeleiding. Resultaten van deze inspanning worden zichtbaar in een hogere waardering van studenten voor studentbegeleiding en minder uitval en vertraging. ► EEN
SPEERPUNT VAN HET DOMEIN IS STUDIE-, LOOPBAAN- EN PERSOONLIJKE BEGELEIDING; STUDENTBEGELEIDING. DE BEGELEIDING IS ADEQUAAT EN EEN SLEUTEL TOT HET BEREIKEN VAN NOMINAAL STUDEREN EN HOGERE STUDENTTEVREDENHEID.
ONDERWIJS OPLEIDINGEN VAN KWALITEIT We gaan van ‘voldoende’ naar ‘goed’. De kwaliteit van opleidingen in het hoger onderwijs wordt voor een belangrijk deel afgemeten aan de periodieke accreditaties. Elke zes jaar extern en elke drie jaar vindt er intern een audit plaats waar een beoordeling van de kwaliteit uit volgt. Voor de economische opleidingen van de HvA geldt dat alle opleidingen op dit moment gemiddeld van voldoende niveau worden bevonden. Voor de komende jaren willen we als domein de stap maken van voldoende naar goed. Het lijkt heel logisch en vanzelfsprekend om dit te willen maar het betekent dat wij de komende jaren nog veel moeten doen om deze stap te maken. Om scherp te zijn in de profilering van onze opleidingen, om de vormgeving van ons onderwijs verder te verbeteren, om het gerealiseerde eindniveau boven elke twijfel verheven te laten zijn. Bij volgende opleidingsaccreditaties op weg naar 2020 streven we ernaar dat we op de drie standaarden, die de beoordeling kent, het liefst gewoon ‘goed’ scoren en niet meer ‘voldoende’. Het feit dat alle economische en management opleidingen de afgelopen accreditaties, zonder herstelopdrachten, in één keer gehaald hebben, laat zien dat er voldoende potentie is om deze slag te maken. Jaarlijks monitoren we de accreditatiewaardigheid van onze opleidingen middels een ‘stoplichtrapportage’. We houden voortdurend een vinger aan de pols. De interventies die nodig zijn om ‘goed’ te worden zijn in de PDCA cyclus van de opleiding opgenomen en zijn onderwerp van gesprek in de periodieke managementoverleggen tussen domeinvoorzitter en opleidingsmanager. ► VAN
VOLDOENDE NAAR GOEDE ACCREDITATIES. VINGER AAN DE POLS DOOR REGELMATIGE MONITORING.
DOMEINPLAN 2015 - 2020 6
STUDENTTEVREDENHEID Studenten bij DEM worden gekend en gezien. Zij zijn tevreden over de faciliteiten, de begeleiding en de didactische kwaliteit van de docenten. Anders dan middels expertbeoordelingen, zoals bij accreditaties aan de orde is, kennen we in het hoger onderwijs ook klantbeoordelingen. Een belangrijk instrument om de klantwaardering te meten is de Nationale Studenten Enquête ( NSE). Bij deze enquête scoren veel van de economische opleidingen van de HvA laag. Ook in vergelijking met economische opleidingen van andere hogescholen is dit het geval. Analyse van de meerjarige uitkomsten van deze “klantmeting” laat zien dat wij met name slecht scoren op onderwerpen die raken aan de waardering voor de begeleiding door docenten, niet zozeer hun inhoudelijke expertise, en raken aan de organisatie van het onderwijs, de roosters en vooral: de communicatie hierover. Dit wil niemand. In de nieuwe vormgeving van het onderwijs zijn de aspecten waarop wij slecht scoren dan ook van groot belang. We willen ons in 2020 qua studententevredenheid kunnen meten met de andere economische faculteiten in de randstad. Maar belangrijker dan de NSE is het gesprek met onze studenten. Zij hebben zitting in de opleidingscommissies en de medezeggenschapsraad, zijn lid van een studievereniging of een alumnivereniging. We spreken onze studenten in de klassen waar zij de lessen volgen, bevragen ze op de kwaliteit van ons onderwijs. We komen ze tegen op de gang of bij de balie waar zij hun vragen stellen. Zo halen wij de bevindingen van onze studenten op en vertalen die in verbetering van ons onderwijs en onze dienstverlening. Dat doen we elke dag. Eén keer per jaar zien we de resultaten van dit contact ook terug in de vragenlijst die studenten via de NSE invullen. ► STUDENTTEVREDENHEID
IS EEN ZAAK VAN ALLE MEDEWERKERS: BE GOOD…. AND TELL IT
VERBINDING MET DE STAD EN DE BEROEPSPRAKTIJK De Hogeschool van Amsterdam wil ook de Hogeschool voor Amsterdam zijn. In deze zin ligt besloten dat wij voortdurend de verbinding met Amsterdam als metropool willen leggen. Vanuit onze economische oriëntatie zoeken wij de verbinding met het bedrijfsleven in en om Amsterdam en betrekken dit bedrijfsleven bij ons onderwijs en onderzoek. Het domein economie en management doet dit samen met andere domeinen in onderzoeksprogramma’s als Urban Management en Ondernemerschap maar ook in directe verbinding tussen onderwijs en bedrijfsleven. Onze studenten doen een substantieel deel van hun beroepsvoorbereiding op door middel van stages, minoren en afstudeerprojecten waarin intensief met de beroepspraktijk wordt samengewerkt. Dit doen we al en hier gaan we mee door. INTERNATIONALISERING Voor al het onderwijs bij economie en management geldt dat het zich per definitie afspeelt in een internationale context. Ons doel van internationalisering is de opleidingen aan te laten sluiten op de eisen die het beroepenveld stelt op het gebied van internationalisering. Doel is dat onze studenten goed opgeleid zijn en zich in een goede concurrentiepositie bevinden. Zij hebben kennis van wat er in hun beroep op internationaal niveau speelt en zij hebben vaardigheden om internationaal en intercultureel te kunnen optreden. Ongeacht of dit nu in een Nederlands bedrijf is of in een internationaal bedrijf in binnen- of buitenland. Het gaat hierbij om internationale vakkennis, interculturele communicatievaardigheden en taalvaardigheden die aansluiten bij het HvA taalbeleid. Het onderwijs verhoudt zich ook met de stad Amsterdam als interculturele en internationale leeromgeving. Internationalisering is geen afzonderlijke activiteit of doel op zich maar is volledig verweven met onderwijs en onderzoek en draagt bij aan de versterking van de kwaliteit daarvan.
ONDERWIJS Binnen het domein Economie en Management wordt het belang van internationaal georiënteerd onderwijs vormgegeven door het aanbieden van volledig internationaal georiënteerd en Engelstalig onderwijs, verzorgd in de International Business School (IBS). Binnen deze business school studeren studenten uit zowel binnen- als buitenland. In 2020 is IBS ook internationaal geaccrediteerd (EPAS) en komt 40% van de studenten uit het buitenland. Voor de Nederlandstalige opleidingen is het belangrijkste middel om bovenstaande doelen te bereiken Internationalisation at Home, naast de mogelijkheid van een vrijwillige exchange periode of een internationale stage. Voorbeelden om dit te bereiken zijn: virtuele mobiliteit (les ontvangen via ‘Skype’ door docenten uit het buitenland; online samenwerken met studenten uit het buitenland), het organiseren van international weeks met gastdocenten uit het buitenland en het organiseren van Summerschools, waaraan de eigen studenten deel nemen naast buitenlandse studenten. Ook kent het domein Engelstalige minoren met een duidelijk internationale oriëntatie. Deze staan open voor studenten uit binnen en buitenland.
DOMEINPLAN 2015 - 2020 7
Om onze internationale ambities te verwezenlijken zoeken wij de komende jaren samenwerking met een beperkt aantal buitenlandse hogescholen en universiteiten in het buitenland. Met hen gaan wij de komende jaren verder invulling geven aan een gezamenlijke onderwijs- en onderzoeksprogrammering. De IBS heeft, vanuit haar sterke internationale oriëntatie en positie, hierin het voortouw. Dankzij de IBS is er, in samenwerking met het IC, een gedegen netwerk opgebouwd van partners, waardoor ook andere opleidingen aan het exchange progamma kunnen deelnemen. Om studenten te ondersteunen in de mogelijkheid deel te nemen aan exchangeprogramma’s wordt daarnaast met een groter aantal buitenlandse hogescholen en universiteiten samenwerking gezocht. Binnen het traject van de EPAS accreditatie is samenwerking met buitenlandse hogescholen en universiteiten een voorwaarde. ► IBS
IS EPAS GEACCREDITEERD EN WERKT NAUW SAMEN MET BUITENLANDSE HOGESCHOLEN EN UNIVERSITEITEN; ► 40% VAN DE POPULATIE VAN DE IBS KOMT UIT HET BUITENLAND;
Voor alle opleidingen geldt dat zij komende jaren hun strategie met betrekking tot hun internationale oriëntatie in eigen opleidingsplannen verder ontwikkelen en vormgeven.
1 . Internationale competenties zijn competenties die relevant zijn in de interactie met mensen uit andere landen. Interculturele competenties: sociale vaardigheden en vormen van gedrag die relevant zijn voor de interactie met mensen uit andere culturen (NVAO 2011). 2. Zie ook ‘Studenten internationaliseren in eigen land’Nuffic, mei2014
ONDERZOEK ONDERWIJS, ONDERZOEK EN BEROEPSPRAKTIJK, DE GOUDEN DRIEHOEK Het onderzoek binnen ons domein is ondergebracht in CAREM, ons kenniscentrum. We willen dat het onderzoek goed aansluit op nieuwe ontwikkelingen in de vakgebieden van de opleidingen waaronder online marketing, digitalisering, alternatieve financiering, duurzaamheid, diversiteit en HRM, internationalisering en de kenniseconomie. Via toegepast, multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek richten we ons op het beantwoorden van de kennis- en professionaliseringsvragen die leven bij ondernemers en ondernemende professionals. De opbrengsten van ons onderzoek hebben betekenis voor zowel het bedrijfsleven als voor ons onderwijs. Onderzoeksresultaten, opgedane kennis, moeten meer dan nu het geval is hun weg vinden in de curricula van de opleidingen in ons domein en dragen bij aan het ontwikkelen van evidence based vakmanschap. Daarvoor is de dialoog tussen onderwijs, onderzoek en praktijk cruciaal. Die gaan we sterker vormgeven. Het onderzoeksprogramma van het domein weerspiegelt de profielpunten in de bachelor- en masterprogramma’s. Via de ontwikkeling van reeds bestaande of op te richten expertisecentra (o.a. ondernemerschap, Instant Reporting, Finance Lab en Customer Insight Centre) wordt de verbinding tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk verder versterkt. In nauwe samenwerking met de beroepspraktijk gaan studenten ( bachelor en master) in deze expertisecentra kennis en ervaring opdoen met de nieuwste ontwikkelingen in hun vakgebied en, door middel van ondere andere afstudeerateliers, meewerken aan onderzoeksprojecten die betrekking hebben op actuele vragen uit het bedrijfsleven
DOMEINPLAN 2015 - 2020 8
te realiseren is enerzijds een duidelijke onderzoeksprogrammering (focus) en anderzijds een goede infrastructuur en onderzoekscultuur noodzakelijk. RESPONSIVE ENTREPRENEURSHIP & LEARNING IN METROPOLITAN AREA’S In 2014 heeft DEM daartoe de eerste stappen gezet via de ontwikkeling van een nieuw onderzoeksprogramma op ondernemerschap, Responsive entrepreneurship & learning in metropolitan area’s. Dit onderzoeksprogramma richt zich de komende jaren op de vraag hoe ondernemers en ondernemende professionals nieuwe manieren vinden om te overleven en te groeien binnen de context van de economie van de Metropool Regio Amsterdam ( MRA) die door (technologische) ontwikkelingen snel verandert. Hoe gaan zij om met uitdagingen als digitalisering, internationalisering, duurzaamheid en een terugtredende overheid? Welke (nieuwe) business modellen en praktijken hanteren zij om toegevoegde waarde te (blijven) leveren? Het onderzoeksprogramma ondernemerschap sluit ook nauw aan op de HvA-brede onderzoeksspeerpunten: Urban Management, Urban Technology en Creative Industry. In het kader van de HvA-speerpunten werken onderzoekers vanuit CAREM samen met onderzoekers van andere domeinen (o.a. DMCI, DMR, DT en DSBV) in domeinoverstijgende, multidisciplinaire onderzoeksprojecten. De komende zes jaar zullen deze samenwerkingen verder geïntensiveerd worden. Voor de invulling van dit onderzoeks programma over Ondernemerschap wordt in 2015 samen met andere domeinen een nieuwe lector aangetrokken.
Studenten ( bachelor en master) krijgen onderwijs in onderzoeksvaardigheden, voeren op hun niveau zelf onderzoek uit en participeren onder begeleiding van docentonderzoekers in onderzoeksprojecten
Vanuit de verbinding onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk investeert het domein, in samenwerking met andere domeinen, de kennis ook in het ondernemerschapsonderwijs en begeleiding bij het opstarten van een eigen onderneming ( incubators).
In 2020 willen wij een bekende en veelgevraagde onderzoekspartner zijn in het werkveld waarop de opleidingen van DEM zich richten. Om deze ambitie
De bestaande onderzoeksprogramma’s worden voortgezet en uitgebouwd. Op de terreinen Standard Business Reporting, professionele ontwikkeling in
het werk, Urban Management heeft het domein expertise ontwikkeld. Nieuwe terreinen die voor het werkveld van groot belang zijn als digital marketing en internationaal ondernemen worden aan de onderzoeksprogramma’s toegevoegd. EXTERNE MIDDELEN EN PROFESSIONALISERING Om onze onderzoeksambitie te realiseren, is een heldere visie op de inzet van de beschikbare middelen voor onderzoek noodzakelijk. De ‘eerste geldstroomfinanciering’ is echter ontoereikend om de onderzoeksambities van het domein te realiseren. Dit impliceert dat we voor het doen van onderzoek meer financiële middelen uit de markt moeten halen. De komende jaren moet het onderzoek in het domein voor ten minste 25% vanuit de markt (tweede en derde geldstroom) worden gefinancierd. Voor wat betreft de verdeling van de beschikbare financiële middelen voor onderzoek, kiest DEM bewust voor massa en focus: een relatief klein aantal lectoraten (momenteel vier en op termijn vijf tot zes) met veel onderzoekers. Daarvoor maakt het domein de komende jaren werk van het verder ontwikkelen van het profiel docent/onderzoeker. Het domein kent ook de komende jaren een promotieregeling in het kader van de professionalisering van docenten op het gebied van onderzoek. Vanuit het onderzoeksprogramma van CAREM wordt een aantal promotieonderzoeken geformuleerd (twee simultaan lopende promotietrajecten per lectoraat). Voor deze promotieonderzoeken komen docenten, bij gebleken geschiktheid, in aanmerking. ► ONDERZOEK
INNOVEERT DE BEROEPSPRAKTIJK ÉN VERBINDT MET HET ONDERWIJS ► DUIDELIJKE ONDERZOEKSPROGRAMMERING ► PARTNERSHIP MET DE BEROEPSPRAKTIJK BETEKENT MEER TWEEDE EN DERDE GELDSTROMEN ► PER ONDERZOEKSPROGRAMMA RUIMTE VOOR TWEE PROMOTIEPLAATSEN ► VERDER ONTWIKKELEN VAN HET PROFIEL DOCENT/ONDERZOEKER
STRATEGISCHE MIDDELEN MEDEWERKERS Goed onderwijs vraagt om geïnspireerde medewerkers met hart voor het werk. Al die medewerkers samen maken goed onderwijs mogelijk. Zij zorgen voor de cijferadministratie, de huisvesting, de catering, de roostering én de lessen voor studenten. Zij staan voor de kwaliteit van hun werk, zij willen hun werk goed doen. Nu en in 2020. Studenten bij ons waarderen daarom hun opleidingen als opleidingen die je graag een ander aanbeveelt! Het onderwijs wordt verzorgd door docenten die verstand van zaken hebben, inhoudelijk en didactisch. Docent zijn is een vak!. Voor kennis van zaken geldt dat docenten inhoudelijk het vakgebied in de vingers hebben door ervaring maar ook dat zij de benodigde wetenschappelijke inzichten met betrekking tot het vakgebied in hun bagage hebben. Docenten in ons domein worden ingezet op hun expertise waarbij ‘verstand van zaken’ op masterniveau de norm is. In de regel hebben alle docenten daarom een masterdiploma en zijn in het bezit van een bewijs van didactische bekwaamheid. Omgaan met ICT en de mogelijkheden van nieuwe media voor het onderwijs maakt onderdeel uit van de didactische scholing. Voor de komende jaren betekent dit dat we het beleid voortzetten. Alle docenten worden in hun professionele ontwikkeling en benodigde kwalificaties gefaciliteerd en actief begeleid. Voor lesgeven in de masteropleidingen zullen verder aanvullende eisen aan de orde zijn zoals verbreding of verdieping (promotie). Het aandeel gepromoveerde docenten in ons domein zal slechts gering stijgen als gevolg van het interne promotiebeleid. Voor de benodigde expertise rond onderzoek is het echter wel van belang dat het aandeel gepromoveerde docenten toeneemt. In ons wervingsbeleid gaan we daarom ook actief inzetten op het aantrekken en behouden van gepromoveerde docenten. We streven naar een percentage gepromoveerde medewerkers in 2020 van 10% van het personeel betrokken op onderwijs en onderzoek. Daarnaast gaan we meer inzetten op het aannemen van
gepromoveerde docenten. In navolging van HvA-beleid werkt DEM de komende jaren aan de verdere invulling van carrièrepaden voor docent-onderzoekers die onderwijs en onderzoek weten te verbinden. Daartoe wordt binnen het domein verder invulling gegeven aan de docentfunctie Hogeschool Hoofddocent. Docenten bij het domein werken in teams. Teams maken onderdeel uit van een opleiding. Opleidingen maken deel uit van het domein. Wij werken bij ons domein vanuit het adagium dat we graag zaken kleinschalig organiseren: dicht bij de studenten en dicht bij het onderwijs. Dat geldt voor docententeams maar ook voor ondersteunende functies als Communicatie, Personeel en Organisatie, Planning en Control, Onderwijs en Kwaliteit, Internationalisering en de onderwijslogistieke organisatie. Het onderwijs wordt ondersteund door medewerkers die kwaliteit en daarmee klantgerichtheid hoog in het vaandel hebben staan. Zij werken bij de bedrijfsbureaus, of als stafmedewerkers, samen in multidisciplinaire teams om de opleidingen integraal te ondersteunen en te adviseren. Zij beschouwen zichzelf als partners van het onderwijs, als businesspartners. Ook hun hart ligt bij het onderwijs waarbij ze van nature omgaan met de spanning tussen betrokkenheid bij de besluitvorming enerzijds en de verantwoordelijkheid bij de lijnorganisatie houden anderzijds. Voor opleiding en scholing van medewerkers is de HvA Academy de prefered supplier. Om er voor te zorgen dat individuele talenten, opleiding, ontwikkelingen en belangen zoveel mogelijk in lijn liggen met die van de organisatie wordt er met elke medewerker één keer per jaar een jaargesprek gehouden. Professionalisering vormt daarbij een belangrijk onderwerp van de agenda, elk jaar opnieuw. Voor ons als domein is het belangrijk dat we als medewerkers tevreden én betrokken zijn. Tevreden omdat we betrokken zijn bij én betrokken zijn op hoe het gaat met onze organisatie. We spreken daar met elkaar over.
DOMEINPLAN 2015 - 2020 9
Dit doen we tijdens teamvergaderingen, in werkgroepen, in ons overleg met leidinggevenden. We spreken elkaar aan als we de betrokkenheid missen. Elke medewerker is betrokkene bij de koers die we als domein uitzetten. We monitoren dat ook. Net als bij de NSE kennen we een meting van de medewerkerstevredenheid ( MTM). De uitkomst van die meting weerspiegelt de wijze waarop we er in geslaagd zijn op elkaar, ons domein, onze opleiding en afdeling betrokken te zijn. Dat is dagelijks werk! FINANCIËN De convenantsperiode zijn spannende jaren ook omdat het studentvolume daalt. De oorzaak hiervoor ligt voor een belangrijk deel bij het stoppen van de februari-instroom, het afbouwen van de duale opleidingen, de vervalmaatregel met betrekking tot behaalde studiepunten na vijf jaar hoofdfase en een strengere selectie. De t-2 voordelen ( de jaarlijkse financiering is gebaseerd op het volume van twee jaar eerder) die hierbij een rol spelen worden gebruikt om de afbouw, ook aan de personele kant, goed te kunnen financieren. Echter, stijgende rendementen zijn zeker ook nodig voor een gezonde financiële huishouding. Het domein gaat in de convenantsperiode in termen van kosten scherp aan de wind zeilen om zo veel mogelijk middelen naar het onderwijs te laten vloeien. BEDRIJFSVOERING De bedrijfsvoering binnen DEM komt uit een situatie waarbij er onvoldoende verbinding was tussen de stafdiensten en het onderwijs. Elk kende een eigen dynamiek. In 2012 is er een onderzoek geweest naar de stafdiensten en het bedrijfsbureau. Dit leidde tot de conclusie dat er sprake was van een kwalitatieve en kwantitatieve mismatch tussen de ondersteuning en de onderwijsorganisatie en de ontwikkelingen die daar spelen. Op basis van deze conclusies is met instemming van de deelraad in 2014 een reorganisatieplan gemaakt.. De uitvoering van dit plan is gestart in 2014 en beslaat de beginperiode van het convenant.
STRATEGISCHE MIDDELEN UITGANGSPUNTEN VAN HET PLAN ZIJN: 1. De stafondersteuning heeft maximale verbinding met het onderwijs. Dit gebeurt door clusterteams fysiek en organisatorisch dichtbij een cluster te positioneren. De staven werken vanuit businesspartnership: up-to-date kennis van het vakgebied kan in een brede bedrijfsmatige context worden geplaatst, leidend tot een integraal advies met medeverantwoordelijkheid voor het bereiken van het resultaat. De organisatie van de ondersteuning dicht bij het onderwijs positioneren én met meerdere disciplines bij elkaar komt de kwaliteit ten goede. 1. De (staf)ondersteuning in het domein is efficiënt en effectief. Hierbij geldt dat de maximale omvang 25% van het totale personeelsbestand bedraagt om zoveel mogelijk middelen aan het directe onderwijs en onderzoek te besteden. De onderwijslogistiek (bedrijfsbureau) werkt op basis van efficiënte clusterteams waarbij er een focus is op het optimaliseren van de hele keten. Er is één bedrijfsbureau, werkend met client charters en gestuurd door een clientboard. De agenda voor deze beleidsperiode is om deze uitgangspunten te implementeren en optimaliseren. Rust en professionaliteit in de bedrijfsvoering. De te bereiken resultaten zijn: ► De stafondersteuning werkt maximaal vanuit het klantsysteem en levert daarbinnen toegevoegde waarde . Hiervoor is nodig dat de stafondersteuning academische kennis heeft van het vakgebied en deze kennis up-to-date houdt. ► De stafondersteuning is georganiseerd in multidisciplinaire teams om maximaal vanuit de bedoeling van de opleidingen en het MT ondersteuning te bieden. Actuele bedrijfsmatige ontwikkelingen (bijvoorbeeld ICT ontwikkelingen) hebben in deze ondersteuning een plaats. ► Het bedrijfsbureau heeft haar processen beschreven en meet regelmatig de effecten. De diensten zijn vastgelegd in afspraken met opleidingen (client charters) en worden door de opleidingen beheerd. ► De tevredenheid van de opleidingen over de stafondersteuning en het bedrijfsbureau is hoog.
Medewerkers: ► Docenten hebben een relevante masteropleiding ► Ondersteunende stafmedewerkers zijn businesspartner. Hiervoor: ► werken ze vanuit klantsysteem ► is relevante academische kennis aanwezig ► zijn zij georganiseerd in multidisciplinaire teams, dicht tegen het onderwijs aan ► BEDRIJFSBUREAU
MEET DE OUTPUT VAN DE PROCESSEN EN BESPREEKT DEZE MET OPLEIDINGEN
DOMEINPLAN 2015 - 2020 10
INSTELLINGSPLAN HVA INSTELLINGSPLAN HVA Het nieuwe instellingsplan van de HvA geeft richting aan de plannen van de domeinen. Onderwijs en onderzoek beginnen met nieuwsgierigheid: met belangstelling voor de wereld om ons heen, met vragen stellen, met antwoorden zoeken. En ook vernieuwing begint met een vraag: of het niet beter kan. Bij de Hogeschool van Amsterdam worden de nieuwsgierige professionals van de toekomst opgeleid. Zij leveren na hun afstuderen een waardevolle bijdrage aan het vernieuwen van de beroepspraktijk, de stad en de samenleving. Het opleiden van die jonge mensen is een belangrijke en verantwoordelijke taak. De kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek en daarmee de waarde van het HvAdiploma vormen dan ook onze absolute prioriteit. In het Instellingsplan 2015-2020 wordt beschreven hoe de HvA die kwaliteit in de komende periode waarborgt en versterkt. De agenda en de ambities zoals die in het Instellingsplan zijn vastgesteld, worden per domein uitgewerkt in de domeinconvenanten. De HvA werkt nauw samen met de Universiteit van Amsterdam en ook steeds meer met de Vrije Universiteit. Voor het eerst is er dan ook, naast het Instellingsplan, een gezamenlijk visiedocument opgesteld dat voor de drie instellingen identiek is. In dit document wordt de ambitie beschreven om op termijn één open onderzoeks- en onderwijsruimte in Amsterdam te laten ontstaan, die naadloos aansluit bij de behoeftes van studenten, docenten, onderzoekers, bedrijven en de stad. Het nieuwe Instellingsplan is tot stand gekomen dankzij de input van vele betrokken en enthousiaste HvA’ers. In februari en maart 2014 heeft het CvB een aantal intensieve gesprekken gevoerd met studenten, docenten en stafmensen van de HvA over de koers van de hogeschool voor de komende periode. Die gespreksronden hebben mede de denkrichting bepaald voor de uitwerking van de thema’s in dit Instellingsplan.
DOMEINPLAN 2015 - 2020 11
Vergeleken met het vorige Instellingsplan (2010-2014), ‘Oog voor Talent’, vindt er bij de HvA geen grote koersverandering plaats. Ook toen stond onze onderwijskwaliteit centraal. Wel worden er de komende periode andere accenten gelegd. Zo wordt in het onderwijs van de toekomst flexibilisering steeds belangrijker en wordt er steeds meer in learning communities gewerkt.
ONDERZOEK Onderzoek is van enorm belang voor de HvA. In alle opleidingen van de HvA wordt aandacht besteed aan praktijkgericht onderzoek en de daarbij behorende methoden en technieken. Zo leren studenten een kritische, onderzoekende beroepshouding aan, waarmee zij ook na hun afstuderen steeds hun vakkennis op peil kunnen houden.
ONDERWIJS De beroepspraktijk van de grote stad stelt hoge eisen aan onze afgestudeerden en daarmee ook aan de kwaliteit van ons onderwijs. De HvA zet de komende periode sterk in op het verhogen van het bachelorrendement en de studententevredenheid. Om het studiesucces te vergroten werken de opleidingen bijvoorbeeld met homogene groepen van gelijke (voor)kennis en gelijk ambitieniveau.
Praktijkgericht onderzoek is ook een middel waarmee de HvA direct bijdraagt aan de innovatie van de beroepspraktijk. Het onderzoek van de HvA kenmerkt zich door aansluiting op actuele vragen in de regio. De samenwerking en afstemming met het beroepenveld wordt per domein en per onderzoeksspeerpunt zo goed mogelijk vormgegeven. Samen met een groot aantal partners – het bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen en de andere kennisinstellingen in de stad – wordt kennis ontwikkeld binnen thema’s gericht op de sociale en economische ontwikkeling van de Amsterdamse metropoolregio. Zo plukt de beroepspraktijk de vruchten van de nieuwsgierige professionals van de HvA.
Afgestudeerden moeten kunnen rekenen op een waardevol diploma, waarmee zij vlot aan de slag komen op de arbeidsmarkt. Dat geldt nadrukkelijk óók voor studenten die niet ‘doorsnee’ zijn, zoals topsporters, studenten met een beperking, studentondernemers, doorstromers of excellente studenten. We zetten ons extra in om deze doelgroepen te faciliteren. Verder krijgen HvA-opleidingen steeds meer een blended learning-karakter. Dat maakt ons onderwijs toegankelijker en flexibeler: door veel kennis en instructie web based aan te bieden wordt studeren minder afhankelijk van tijd en plaats. In de inrichting van het onderwijs en bij de keuze voor werkvormen worden de mogelijkheden van ict en sociale media zoveel mogelijk benut.
De komende periode staat in het teken van groei: de HvA streeft naar een toename van het aantal lectoren en onderzoekers én van de verdiencapaciteit van HvA-onderzoek. Dit is noodzakelijk vanwege de beperkte middelen uit de eerste geldstroom en het belang van het onderzoek voor ons onderwijs. Ook de kwaliteitszorg van het onderzoek wordt verder uitgebouwd.
INSTELLINGSPLAN HVA FINANCIEEL BELEID De HvA is financieel gezond en streeft er uiteraard naar om dat zo te houden. Het financieel beleid van de hogeschool wordt uitgevoerd volgens een volledige planning & control-cyclus en de HvA bereikt in de komende periode het niveau van ‘management control’. Ons uitgangspunt is: zoveel mogelijk middelen vrijmaken om de kwaliteit van het onderwijs en het praktijkgerichte onderzoek te verhogen. Het primaire proces staat altijd centraal. De indirecte kosten willen we dan ook tot een verantwoord minimum beperken. Daar sturen we actief op, door de herinrichting van de overhead, de verbetering en vereenvoudiging van de onderwijslogistiek, en de verlaging van de huisvestingslasten. MENSEN Werken in een team vormt de basis van de HvA-bestuurscultuur. Of je nu docent bent, bij een staf of dienst werkt, of beleid maakt: we doen het samen. In een goed team houden we elkaar scherp en leren we van elkaar. Iedere HvA’er draagt met zijn of haar vakkundigheid bij aan de kwaliteit van het onderwijs en het onderzoek. De lat ligt hoog – er wordt veel inzet, ambitie en verantwoordelijkheid van medewerkers verwacht. Andersom mogen medewerkers ook veel van de HvA verwachten. De hogeschool biedt haar medewerkers volop kansen en uitdagingen om zich te blijven ontwikkelen, hun kennis up-to-date te houden en duurzaam inzetbaar te blijven. Als nieuwsgierige professionals, die samen werken aan goed onderwijs en onderzoek. COLLEGE VAN BESTUUR UVA-HVA: Louise Gunning-Schepers Hans Amman Dymph van den Boom Huib de Jong
DOMEINPLAN 2015 - 2020 12