Domeinplan Economie 2016 Op weg naar 2020
Colofon datum 2 Oktober 2015 eigenaar Economisch domein versie Definitief
datum September 2015 Economisch domein pagina 2 van 64
Inhoudsopgave
1
Inleiding
3
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Thema’s Economisch Domein Onderwijs Onderzoek Student Medewerker
4 4 5 5 5
3
Governance en begroting Economisch Domein
6
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Plannen per thema Challengeprogramma Economie (ChancE) Minor Research in Sustainable Business Onderwijsinnovatieplatform Economie Verbeteren aansluiting Strategische partnerschappen
Domeinplan Economie 2016
8 8 22 32 48 58
datum September 2015 Economisch domein pagina 3 van 64
1
Inleiding Het economisch domein anno najaar 2015 Het economisch domein is volop in ontwikkeling. Het bestaat uit een samenwerking van tien economische academies met een speciale positie daarin voor de Academie voor Deeltijd (AVD) en de Juridische Hogeschool (JHS). De afgelopen jaren is de samenwerking tussen de economische academies binnen Avans Hogeschool gegroeid. Er zijn intensieve samenwerkingsverbanden over academies vanuit de examencommissies. Voorbeelden van grootschalige samenwerking binnen (een groot deel van) het economisch domein zijn VIA Economie en het Expertisecentrum Sustainable Business. Deze successen vormen een vliegwiel voor verdere samenwerking binnen het Economisch domein. Op onderdelen vindt de samenwerking ook plaats buiten het domein, zoals AVB die participeert in het Expertisecentrum Veiligheid en technische opleidingen die participeren in de kenniskringen van het ESB. Het kost tijd om een gezamenlijke, gedragen visie en perspectief te ontwikkelen. Het afgelopen jaar is daar in geïnvesteerd door middel van verschillende bijeenkomsten. Dit heeft uiteindelijk geleid tot dit domeinplan. Dit plan vormt de basis van waaruit de komende jaren de samenwerking verder wordt uitgebouwd en verdiept. Werkwijze van het economisch domein Het economisch domein is een samenwerkingsconstellatie waarin academies samenwerken om hun ambities en plannen meer gestalte te geven. Academies zijn zelf verantwoordelijk voor de invulling van hun ambities en activiteiten en beschrijving dit in hun businessplannen. In dit businessplan krijgt ook de samenwerking in het Domein Economie zijn plaats om gemeenschappelijke ambities te bereiken. We zien het economisch domein daarbij niet als eigen entiteit of aparte bestuurslaag. Het primaat voor de invulling en organisatie van het onderwijs en het onderzoek ligt bij de academies. Er is een spanning tussen het organiseren van zaken op lokaal niveau (opleiding- en academie-niveau) en het organiseren van zaken op hogeschoolniveau (domein- en instellingsniveau). Binnen het economisch domein gaan we blijvend met elkaar in gesprek over welke zaken goed kleinschalig kunnen worden opgepakt (op lokaal niveau) en op welke gebieden samenwerking tussen academies of met het gehele domein wenselijk is. Daarnaast zijn er ook zaken die eerst lokaal worden opgepakt, maar later worden opgeschaald naar academie-overstijgend over domeinbreed niveau. Elkaar goed kennen is een belangrijke succesfactor in de huidige samenwerking binnen het economisch domein. Eerlijkheid en openheid naar elkaar toe zorgen voor een cultuur waarin goed met elkaar kan worden samengewerkt. Een voorbeeld hiervan afgelopen maanden was de gezamenlijke reactie van het Economisch Domein op het voorstel herordening economische opleidingen. Binnen de samenwerking spreken we steeds meer dezelfde taal. Door gezamenlijk met elkaar op te trekken, kan er meer worden bereikt dan wanneer we dit individueel doen. In de totstandkoming van het domeinplan zijn de diensteenheden van Avans Hogeschool nauw betrokken. In de realisatie van de ambities van het economisch wordt intensief samengewerkt met de diensteenheden, die waar mogelijk ondersteunen.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 4 van 64
2
Thema’s Economisch Domein Er heeft een landelijke sectoranalyse plaatsgevonden in opdracht van de Vereniging van Hogescholen over de te verwachten ontwikkelingen in het economisch domein, genaamd “Wendbaar in een duurzame economie” (November 2014). Hierin wordt een oproep gedaan om in het hoger economisch onderwijs wendbare professionals op te leiden. Dit zijn professionals die geloofwaardig zijn in hun vak en daarbij in staat zijn dat vak te combineren met brede capaciteiten zoals kritisch en ethisch vermogen, een brede en internationale oriëntatie en ondernemersvaardigheden. Wat betekent het vervolgens voor Avans Hogeschool: hoe kunnen we werken aan een inhoud en didactiek die goed past bij de wendbare professional? Naast het rapport “Wendbaar in een duurzame economie” zijn de Ambitie 2020, de onderwijsvisie en het onderzoeksbeleid van Avans Hogeschool meegenomen in het bepalen van een gemeenschappelijke ambitie van het economisch domein om met elkaar samen te werken. De samenwerking vindt vanuit vier clusters: onderwijs, onderzoek, student en medewerker. Per cluster staat aangegeven op welke thema’s er met elkaar wordt samengewerkt binnen het economisch domein en hoe deze samenwerking eruit ziet. Voor 2016 ligt de focus van het Economisch Domein op 5 pijlers, namelijk: Challengeprogramma Economie (ChancE) Minor Research in Sustainable Business Onderwijsinnovatieplatform Economie Verbeteren aansluiting Strategische partnerschappen In het volgende filmpje geven we een snelle doorkijk naar onze plannen voor 2016: https://www.youtube.com/watch?v=cL5A77_3FOs De samenwerking binnen het economisch domein krijgt gefaseerd gestalte. Op sommige thema’s vinden momenteel al de nodige activiteiten plaats (bijvoorbeeld het komen tot een gemeenschappelijk taak-inzet-model), terwijl op sommige thema’s nog geen duidelijke visie is, zoals op het gebied van partnerschappen. De planning van de verschillende thema’s wordt gefaseerd. Niet iedere academie zal vanaf het begin actief aan de activiteiten van ieder thema participeren, maar zullen in sommige gevallen later aanhaken. Hieronder staat per thema de huidige stand van zaken weergegeven:
2.1
Onderwijs Thema Partnerships
Onderwijsinnovatieplatform Economie Onbekostigde studenten
Huidige stand van zaken We vragen budget aan voor een vooronderzoek waarbij we een visie op partnerschappen ontwikkelen en waarbij we inventariseren op welke onderdelen we met elkaar willen samenwerken op dit thema (4.5). We vragen budget aan voor het opstarten en uitvoeren van het onderwijsinnovatieplatform Economie (4.3). Afgelopen jaar heeft dit thema regelmatig op de agenda van het economisch domein gestaan. Het heeft geresulteerd in een notitie op basis waarvan we met het College van Bestuur in gesprek willen. Academies pakken zelf activiteiten op om het aantal onbekostigde studenten
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 5 van 64
terug te brengen en komen hier individueel in hun businessplan op terug.
2.2
Onderzoek Thema Samenwerking binnen ESB Samenwerking met andere expertisecentra Ontwikkelen van een onderzoeksminor
2.3
Student Thema Het maximale uit iedere student halen Instroom
Alumnibeleid Internationalisering
2.4
Huidige stand van zaken Het meerjarenplan van het ESB zorgt voor focus binnen de samenwerking binnen het ESB. De samenwerking met andere expertisecentra verstevigen, maakt onderdeel uit van het meerjarenplan van het ESB. We vragen budget aan voor een businesscase voor het ontwikkelen en uitvoeren van een onderzoeksminor vanuit het ESB (4.2).
Huidige stand van zaken We vragen budget aan voor een businesscase om een domeinbreed challengeprogramma te ontwikkelen en uit te voeren (4.1). We doen een budgetaanvraag voor een vooronderzoek gericht op het aansluitings- en wervings- en voorlichtingsbeleid en activiteiten voor (aankomende) voltijdsstudenten (4.4). DMCS start met een Avans-breed vooronderzoek naar alumnibeleid. Op het gebied van Internationalisering nemen AMIB en ASIS het initiatief om een plan te maken om internationalisering om een hoger niveau te krijgen. Zij zullen de andere academies uit het domein hierbij betrekken.
Medewerker Thema Mobiliteit
Huidige stand van zaken Er is in 2015 in samenwerking met DP&O een behoefteanalyse gehouden onder de academies uit het economisch domein of er behoefte is voor een gemeenschappelijke pool van vakdocenten, waardoor er meer flexibiliteit ontstaat met betrekking tot personeelsinzet. De behoefte was in 2015 te beperkt om hier verdere actie op te ondernemen.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 6 van 64
Professionalisering
Taak- en inzetmodel
3
Het thema professionalisering komt in 2016 terug in het domeinoverleg om te inventariseren of hier gemeenschappelijk met elkaar wordt opgetrokken. In 2015 zijn de taak- en inzetmodellen vergeleken binnen het economisch domein. Deze vergelijking heeft geleid tot een referentiemodel die opleidingen gebruiken bij een curriculumvernieuwing.
Governance en begroting Economisch Domein Governance binnen het Economisch Domein: In het Economisch Domein hebben we gezamenlijke ambities geformuleerd en dit vervolgens verder geconcretiseerd binnen projecten, programma’s of ‘klussen’. Binnen het Economisch Domein voelt iedere directeur zich verantwoordelijk voor het realiseren van de ambities. Omdat er 10 academies participeren in het Economisch Domein, is gekeken naar een handige structuur om de projecten aan te sturen. Iedere project, programma of ‘klus’ heeft een penvoerder. De penvoerder dient een budgetaanvraag in de vorm van een businesscase of vooronderzoek in bij zijn businessplan en is verantwoordelijk voor de financiële gang van zaken van het project of programma. De penvoerder bekostigt uit dit budget ook de in- en uitleen van medewerkers van andere academies, diensteenheden en externen. De penvoerder vormt samen met zijn collega’s met wie het plan is ontwikkeld de stuurgroep voor het project / programma. Zij zetten de lijnen uit en zijn verantwoordelijk voor de sturing van het project / programma. Het slagen van de projecten en programma’s is echter een collectieve verantwoordelijkheid die we dragen vanuit het economisch domein. Daarom reserveren we met het gehele economische domein (los van de reguliere vergaderingen) drie dagdelen tot de zomervakantie van 2016 om de voortgang met elkaar te bespreken en verdere acties uit te zetten. In deze bijeenkomsten bespreken we of we tevreden zijn met de koers binnen ieder project / programma en wordt er geconcretiseerd wat er van iedere academie op dat moment wordt verwacht. Begroting voor 2016: Het Economisch Domein vraagt voor 2016 1.005.918 euro budget aan om gemeenschappelijk samen te werken aan de realisatie van de Ambitie 2020 en de onderwijsvisie. Omdat het economisch domein geen eigen entiteit is, is er voor gekozen dat iedere budgetaanvraag wordt gekoppeld aan één academie uit het domein. Dit domeinplan focust zich op komend jaar, maar er wordt een duidelijk meerjarenperspectief geschetst. In de onderstaande begroting is aangegeven welke academie welke budgetten beheerd:
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 7 van 64
Begroting Economisch Domein voor schooljaar 2016 Thema Challengeprogramma Onderwijs Innovatie Platform Minor Research in Sustainable Business Partnerschappen Profilering economische opleidingen Algemene domeinkosten Totaalkosten
Aanvraag Businesscase Businesscase Businesscase Vooronderzoek Vooronderzoek Regulier budget
Budget voor 2016 €
460.868,00
€
235.000,00
€
67.550,00
€ € € €
15.000,00 207.500,00 30.000,00 1.015.918,00
Penvoerende academie AOMI AAFM AAFM AMIB AMBM AOMI
Voor 2015 vraagt het Economisch Domein (AAFM) nog 12.600 euro aan voor de ontwikkeling van de minor Research in Sustainable Business. Naast de projecten vraagt het Economisch Domein voor 2016 ook budget aan voor algemene domeinkosten die worden gemaakt. Hierbij valt de denken aan secretariële kosten die worden gemaakt, accomodatiekosten en budget om onderzoek te laten doen naar bepaalde beleidsambities vanuit het economisch domein. Deze kosten bedragen in totaal 30.000 euro. Dit budget wordt ondergebracht bij de voorzitter van het Economisch Domein (AOMI).
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 8 van 64
4
Plannen per thema
4.1
Challengeprogramma Economie (ChancE)
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 9 van 64
Documentgegevens Datum Projectfase document Onderdeel businessplan? Programma of project? Programmamanager (beoogd) Participerende organisatieonderdelen Initiatiefnemer (eigenaar) Penvoerende eenheid + naam opdrachtgever
23 september 2015 Tussen definitiefase en uitvoeringsfase Ja Programma Nader te bepalen Economisch domein (AOMI, AFM, AAFM, AHB, AMIB, AMBM, ASIS, AVB, AVD, JHS) Noortje de Bruin AOMI - Noortje de Bruin
Budgetaanvraag businesscase Thomas is in 2016 begonnen met zijn studie Commerciële Economie bij Avans Hogeschool. Hij heeft hiervoor tweetalig VWO afgerond met het profiel Economie & Maatschappij en heeft bewust gekozen om naar een HBO te gaan vanwege de praktijkgerichtheid. In de eerste twee kwartalen merkt Thomas dat hij goed kan meekomen. Hij is op zoek naar wat meer uitdaging. Hij heeft lang getwijfeld tussen de opleiding IBMS en CE, maar uiteindelijk sprak het commerciële Thomas toch meer aan. In een gesprek met zijn SLB-er Janneke geeft hij aan dat hij wel wat extra uitdaging kan gebruiken. Janneke wijst Thomas op het Challengeprogramma, waar hij extra-curriculair een challenge kan volgen naast zijn studie CE. Thomas kijkt op de website en hij wordt enthousiast over een internationale challenge die hij heeft gezien. Hij besluit om zich in te schrijven en komt bij de challenge studenten vanuit allerlei achtergronden tegen. Er zijn ook een paar internationale studenten bij. In de challenge staat een internationale organisatie centraal die naar een ander verdienmodel wil toegroeien. Thomas merkt dat zijn kennis over marketing nog maar beperkt is, maar in de challenge al wel een aanzienlijke bijdrage kan leveren. In de eindpresentatie met de opdrachtgever doet Thomas zelf het woord en verkoopt het idee wat zijn groep heeft bedacht. Deze challenge smaakt voor Thomas naar meer… Managementsamenvatting Avans Hogeschool heeft de ambitie om het ontwikkelen van elk talent optimaal te faciliteren. In de huidige curricula is voldoende ruimte voor ondersteuning van studenten die dit behoeven. Er is echter nog geen breed aanbod voor studenten die meer willen en kunnen dan hun reguliere onderwijs aanbiedt. Omdat we ook het maximale uit deze studenten willen halen, willen we ze uitdagen door middel van een extra-curriculair excellence programma. Het Challenge Program Economie (genaamd ChancE) beoogt studenten die meer willen en meer kunnen uit te dagen om ook daadwerkelijk meer te doen tijdens hun studie. Challenges vormen de bouwstenen van het Challenge Program. Het zijn verbredende of verdiepende onderwijseenheden van verschillende omvang met een duurzaamheids- en een praktijkgerichte component. Studenten kunnen vanaf het eerste jaar een of meerdere challenges volgen om zichzelf verder uit te dagen. Challenges kunnen op verschillende manieren worden vormgegeven en worden vanuit een opleiding of academie ontwikkeld en uitgerold.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 10 van 64
Als er vanuit de andere domeinen ook voldoende animo is om aan te haken, kunnen er in de toekomst hogeschoolbrede challenges ontstaan die met name multidisciplinair van aard zijn en gericht zijn op de brede beroepspraktijk. In de eerste fase werken we met de andere domeinen samen om te komen op een gemeenschappelijke visie op challenges. Op die manier kunnen we in de toekomst domeinoverstijgend samenwerken. In het economisch domein zijn er zowel verdiepende, als verbredende challenges. De verbredende challenges zijn multidisciplinair van aard. Het Challenge Program Economie gaat vanaf september 2016 van start. De periode tot september 2016 wordt gebruikt om het Challenge Program verder uit te werken en eerste challenges te ontwikkelen. In deze periode wordt ook gekeken of de andere domeinen ook challenges willen aanbieden. Met het domein Techniek & Kunst vindt hierover al intensieve afstemming plaats. Het challengeprogramma vraagt om een structurele investering vanuit het College van Bestuur. De kosten voor het challengeprogramma bedragen voor 2016 € 460.868,00. AOMI vraagt namens het Economisch domein geld aan uit het vernieuwingsbudget.
1.
Projectdefinitie (wat)
Aanleiding Sinds 2014-2015 heeft Avans Hogeschool een nieuwe koers gericht op 2020 en een nieuwe onderwijsvisie. In de Ambitie 2020 geven we als hogeschool aan dat we de ontwikkeling van elk talent optimaal willen faciliteren. In de onderwijsvisie geven we aan dat persoonlijke aandacht centraal staat in ons onderwijs. We hebben oog voor de persoonlijkheid en ambities van de student. Daarom bieden we studenten differentiatiemogelijkheden aan. Het economisch domein wil studenten die meer kunnen en willen dan alleen het reguliere onderwijsprogramma, uitdagen door middel van een domeinbreed challengeprogramma. Door deel te nemen aan extra-curriculaire challenges die bij hen passen, kunnen studenten zichzelf verbreden en verdiepen. Excellentie-onderwijs nader verkend: De ideeën voor een challengeprogramma zijn niet nieuw binnen Avans Hogeschool. In het voorjaar van 2014 is er uitgebreid onderzoek gedaan naar manieren om excellence-onderwijs vorm te geven (Verkennende notitie Honours Challenge Program, 2014). In het gedachtengoed van de nieuwe onderwijsvisie en Ambitie 2020 van Avans Hogeschool is het nu het moment om door te pakken en een challenge-programma te ontwikkelen, voortbouwend op het vooronderzoek uit de notitie. Binnen excellentie-onderwijs zijn verschillende vormen te onderscheiden. Een challenge-programma is met name gericht op studenten die op een bepaald moment in de studie meer kunnen en willen. Een honoursprogramma is een programma dat zich focust op studenten die structureel meer kunnen en willen. Het economisch domein kiest er bewust voor om te starten met een challenge-programma, vanwege een aantal redenen: Een aantal opleidingen heeft afgelopen jaren al challenges ontwikkeld en heeft hier positieve ervaringen mee opgedaan. Deze ervaringen zorgen ervoor dat we het programma beter (en sneller) kunnen inrichten. Met het Challengeprogramma bereiken we een grotere doelgroep dan bij een honoursprogramma, omdat studenten ‘just in time’ kunnen aansluiten op het moment dat zij merken dat ze extra uitdaging willen. Het Economisch Domein start in 2017 een vooronderzoek voor een hogeschool-breed honoursprogramma. Hiervoor wordt in een latere fase budget aangevraagd.
Probleemstelling c.q. uitdaging
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 11 van 64
Avans Hogeschool wil het maximale uit elke student halen. Voor sommige studenten is het maximale het reguliere programma en sommigen van hen hebben daar extra ondersteuning bij nodig. Voor deze groep studenten zijn al diverse voorzieningen aanwezig, zoals peer tutoring en studievaardighedentrainingen. Er is echter ook een groep studenten die juist méér kan en wil dan het reguliere programma van hen vraagt. Voor deze groep is er nog onvoldoende aanbod. De initiatieven op het gebied van excellente leerervaringen binnen Avans Hogeschool zijn versnipperd over de instelling. Sommige academies hebben op dit gebied geen aanbod. Dat betekent dat niet elke student toegang heeft tot de uitdaging die ervoor kan zorgen dat hij het maximale uit zichzelf haalt en dat voor veel andere studenten de keuze beperkt is. Vaak zijn de initiatieven gericht op de ‘happy few’ die gedurende hun hele opleiding een extra traject volgen. Het onderhavige project beoogt een aanbod te ontwikkelen dat toegankelijk is voor elke student in het economisch domein die op een bepaald moment in zijn studie toe is aan een extra uitdaging. De versnipperdheid van de huidige excellentieprogramma’s (zowel in- als extracurriculair) zorgt er ook voor dat er geen afstemming is tussen de verschillende trajecten, bijvoorbeeld als het gaat om kwaliteit of inhoud. Bovendien komen studenten binnen het excellentietraject van hun eigen opleiding te volgen meestal niet in aanraking met andere disciplines. Door vanuit dit project te werken aan een gemeenschappelijk Challenge Programma, waarin wel elke opleiding ruimte heeft voor haar eigen expertise, kan meer gemeenschappelijk gestuurd worden op het aanbod. Overlap wordt voorkomen en studenten hebben meer keuze, ook buiten hun eigen specifieke opleiding. Studenten werken samen met peers en docenten vanuit verschillende achtergronden. Veel andere hogescholen hebben al een uitgebreider aanbod als het gaat om extra uitdagingen voor studenten. Voor aankomende studenten kan het aanbod van een Challenge Program een extra stimulans zijn om te kiezen voor Avans Hogeschool. ChancE biedt studenten economie de kans om zich te profileren als een uitstekende startende professional op de arbeidsmarkt. Daarmee zetten we een flinke stap in het realiseren van de Ambitie 2020. Bovendien draagt ChancE bij aan de ontwikkeling van wendbare en flexibele professionals (Wendbaar & Weerbaar, VH 2015).
Doelstelling De hoofddoelstelling van het project is Het maximale uit studenten halen die meer kunnen en willen, door een aanbod van kwalitatief hoogstaande verbredende en verdiepende challenges. Het project beoogt studenten die daaraan behoefte hebben een extra uitdaging te bieden. Andere doelstellingen van het project zijn: Docenten uitdagen het maximale uit zichzelf te halen. Excellente studenten met elkaar in contact brengen en een verdieping geven op duurzaamheidsvraagstukken. Studenten in aanraking laten komen met een ander werkveld dan van hun eigen beroepsopleiding en op die manier een brede kijk op het economisch werkveld laten ontwikkelen. Studenten uitdagen om hun Engelse taalvaardigheid te verbeteren en zich te verdiepen in een internationale context. Studenten en docenten in aanraking brengen met gerelateerde disciplines, over de opleidingsgrenzen heen kijken. Experimenteren met onderwijs- en toetsvormen. Doordat de onderwijseenheden extracurriculair zijn, bieden ze hiervoor de uitgelezen mogelijkheid.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 12 van 64
Het project draagt kortom bij aan het realiseren van diverse elementen van de Ambitie 2020 en onderwijsvisie (zie ook tabel). Thema’s ambitie 2020 / Onderwijsvisie
Bijdrage
Differentiatie
Keuze voor studenten om zich extra-curriculair te verbreden of verdiepen. Meer uit studenten halen die meer willen en kunnen.
Multidisciplinariteit
Studenten kunnen kiezen voor challenges van andere opleidingen binnen het domein. Zo komen ze in aanraking met vraagstukken en zienswijzen vanuit andere perspectieven. In de toekomst (buiten dit project) graag ook een samenwerking met andere domeinen in het aanbieden van challenges.
Docentkwaliteit
Docenten een kans te geven om hun professionaliteit te versterken en hun didactische kwaliteit aan te scherpen door professionele ruimte / vrijheid. De docent is in zijn element.
Onderzoek in onderwijs
Aanbieden van challenges gerelateerd aan ESB en onderzoeksagenda opleidingen.
Duurzaamheid
Elke challenge heeft een duurzaamheids component. Hierin wordt waar mogelijk en zinvol samengewerkt met ESB.
Partnerschappen
Challenges worden vooral in samenspraak en samenwerking met externe partijen ontwikkeld en uitgevoerd.
Overige thema’s
Bijdrage
Kwaliteitszorg
Nu een sterk versnipperd beeld rondom excellentie, straks een eenduidig en helder aanbod met gemeenschappelijke kwaliteitscriteria. De kwaliteit van de huidige programma’s is niet geborgd. Studenten gaan ipv vinken (studiepunten halen), juist vonken (zichzelf verder uitdagen).
Internationale context en Engels B2
Een deel van de challenges zal een internationale component kennen: in het Engels rondom internationale vraagstukken.
Beroepsgerichtheid
Elke challenge heeft een beroepsgerichte component. Waar mogelijk en zinvol wordt samenwerkt met het werkveld.
Kleinschaligheid en persoonlijke aandacht
Challenges zullen relatief kleinschalig worden ingericht. Docenten en studenten kennen elkaar binnen de challenges en de werkvormen zijn zeer interactief.
Brein en Leren
De challenges gaan uit van de bouwstenen voor leren en zijn vooral gericht op het uitdagen en prikkelen van de student. Ook het samen leren is erg belangrijk.
Motivatie
De challenges hebben als doel om de motivatie van studenten die meer kunnen en meer willen te stimuleren. Ze bieden de extra uitdaging die deze studenten gemotiveerd kan houden. Het programma gaat uit van de motivatie van studenten.
ICT in onderwijs
Bij de inrichting van de challenges wordt gebruik gemaakt van de nieuwste digitale onderwijstechnieken. Het biedt ook ruimte om te experimenteren met ICT in onderwijs.
Leeromgeving
We verrijken de leeromgeving van de student door de challenges in tal verschillende omgevingen te laten plaatsvinden.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 13 van 64
Studieloopbaan-begeleiding
Studenten die meer kunnen en willen worden door hun SLB-ers geadviseerd om challenges te volgen als zij meer uitdaging nodig hebben. De keuzevrijheid die studenten hebben draagt bij aan hun persoonlijke ontwikkeling (zelfsturing) en SLB ondersteunt hen in het maken van keuzes.
Toetsing
Er worden geen studiepunten toegekend aan de challenges, maar de challenges vormen wel een manier om nieuwe vormen van toetsen uit te proberen in een proeftuinsetting. Doordat er geen studiepunten gekoppeld zijn aan de challenge, is alle toetsing formatief en gericht op het leerproces van de student.
Internationalisering
Een deel van de challenges zal een internationale component kennen: in het Engels rondom internationale vraagstukken. ASIS en IBL (AMIB) hebben hierin een belangrijke rol.
Onderzoek
Er wordt samenwerkt met ESB, deze kan bijv. als opdrachtgever fungeren.
Valorisatie
Samenwerking onderwijs, onderzoek en werkveld.
Resultaat Vanuit de beschreven doelstellingen komen we tot de volgende resultaten: -
Elke opleiding biedt in 2016-2017 minimaal één challenge aan, deze heeft altijd een duurzame en praktijkgerichte component. In 2017-2018 verdubbelt het aanbod en biedt dus elke opleiding minimaal twee challenges aan. Minimaal zes challenges van het totaalaanbod hebben een internationale component. In 2016-2017 neemt 5% van de studenten economie deel aan één of meerdere challenges. In de jaren daarna loopt dit op tot 10% in 2019-2020. De deelname is bij voorkeur gelijkmatig verspreid over de verschillende academies. Deelnemende studenten en docenten geven aan dat het programma hen helpt het maximale uit zichzelf te halen. Het experimenteren met onderwijs- en toetsvormen levert nieuwe inzichten op die toegepast worden binnen het curriculum.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 14 van 64
Figuur 1. Totaalaanbod van challenges van diverse omvang en inhoud
Werkwijze ChancE Het Challenge Program Economie is een samenwerkingsverband tussen alle 19 opleidingen in het Economisch domein. Doel is om studenten binnen dit domein, die kunnen en willen, de ruimte te bieden om extra uitdagingen aan te gaan bovenop het reguliere programma. Elke opleiding in het domein ontwikkelt op termijn minimaal twee challenges. Een challenge is een extracurriculaire onderwijseenheid met de omvang van 28, 56 of 112 uren (vgl. 1, 2 of 4 EC’s, echter voor het extracurriculaire onderwijs worden geen studiepunten toegekend). Elke challenge heeft een duurzame en een praktijkgerichte component. Een challenge kan verbredend of verdiepend zijn en maakt gebruik van eigentijdse dan wel innovatieve onderwijsen toetsvormen. Alle challenges hebben één of meerdere van elementen van het attitudeprofiel van de honoursstudent herkenbaar opgenomen en benoemd: ondernemend, innoverend, internationaal georiënteerd, duurzaam georiënteerd, praktijkgericht onderzoekend. Aan een challenge nemen studenten van verschillende opleidingen en leerjaren deel. De student heeft inzicht in het totaalaanbod van challenges via een digitaal platform. Hierop zijn beschrijvingen van de challenges te vinden en de student kan zich hier ook inschrijven. Over de jaren heen kunnen ook testimonials en contactgegevens van ouddeelnemers aan de challenge aan de data worden toegevoegd. We willen door middel van de challenges ook communityvorming tussen excellente studenten bevorderen. In de toekomst kunnen alumni van het challengeprogramma ook particperen als partner uit het werkveld om een challenge vorm te geven. De student kan zich gedurende de hele studie inschrijven voor één of meerdere challenges in overleg met zijn SLB’er. De SLB’er helpt de student bij het maken van een keuze en houdt samen met de student zicht op zijn studievoortgang. Uiteraard mogen de challenges niet ten koste gaan van het reguliere studieprogramma.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 15 van 64
Zoals aangegeven zijn er geen studiepunten gekoppeld aan dit extracurriculaire programma. Wel kunnen challenges die een student succesvol heeft afgerond, vermeld worden in een diplomasupplement. Een programmacommissie is verantwoordelijk voor de kwaliteitsborging van de individuele challenges en het totale ChancE programma.
Randvoorwaarden en uitgangspunten Kwaliteit Een programmacommissie, bestaande uit docenten van enkele opleidingen, wordt ingericht om de kwaliteit van het ChancE programma als geheel en van de afzonderlijke challenges te borgen. Daarnaast stuurt deze programmacommissie de communicatie en vermarkting rondom ChancE aan. Per opleiding is er een topdocent die de challenges vormgeeft. De docent onderzoekt vooraf ook of er vanuit een brede studentpopulatie interesse is voor de challenge. Expertise De programma coördinator moet kennis hebben van het economisch domein en in de totstandkoming van ChancE een verbindende rol kunnen spelen binnen het domein. Daarnaast moet het een ambassadeur zijn richting andere domeinen, om het programma in de toekomst uit te kunnen breiden en nog meer ruimte voor multidisciplinariteit te bieden. Uiteraard is zowel in de programmacommissie, als in de opleidingen die gaan ontwikkelen, expertise nodig op het gebied van ontwikkelen van onderwijs. Hierbij moet bijzondere aandacht zijn voor eigentijdse en innovatie onderwijs- en toetsvormen en het faciliteren van onderwijs aan een gedifferentieerde doelgroep (meerdere opleidingen en leerjaren door elkaar). Inzet Inzet van de academies is opgenomen in de begroting. Het gaat om relatief kleine onderwijseenheden, verdeeld over 19 opleidingen. De expertise hiervoor is in huis, hoewel de inzet bij kleine opleidingen uiteraard extra op de capaciteit drukt. Naast de inzet door deelnemende academies is er inzet vereist van RET in verband met roostering. Ondersteuning op het gebied van eigentijdse en innovatieve onderwijs- en toetsvormen kan worden geboden via het Platform Onderwijsinnovatie en adviseurs van het LIC. Ondersteuning op het gebied van marketing en communicatie wordt gevraagd van DMCS, bijvoorbeeld bij het opzetten van het digitale platform (dit krijgt een plek binnen intranet) met het totaalaanbod. Ruimte Extra onderwijsactiviteiten bovenop reguliere curricula betekent uiteraard ook extra druk op de ruimte. In de planning van challenges gedurende het jaar moet daarom gestreefd worden naar spreiding over het jaar (bijv. niet alle challenges in blok 2). Bovendien kunnen challenges mogelijk in de avonduren worden aangeboden, om alle onderwijslogistieke problemen te omzeilen.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 16 van 64
Financiën Het aanbieden van extra onderwijs kost geld. Het CvB heeft besloten om kosten van extracurriculaire activiteiten niet aan de student door te berekenen, uitgezonderd lesmateriaal en excursies. Om ChancE duurzaam op te zetten en uit te rollen zijn daarom extra inkomsten nodig, daarvoor vraagt het economisch domein structureel budget aan Een neemt in de ontwikkeling en uitrol mee hoe het na 2020 geborgd kan worden binnen het aanbod van de academies/Avans.
Relatie met andere projecten Uiteraard wordt er samengewerkt met de andere domeinen in de vormgeving van het Challenge-programma, met als doel om uiteindelijk een hogeschoolbreed challengeprogramma in te richten. Dit zou voor de student extra (discipline-overstijgende) keuzemogelijkheden opleveren en het zou de overhead van het programma relatief goedkoper maken. Ook met de andere projecten en programma’s is er een duidelijke relatie:
Project, programma, initiatief
Relatie
Programma Engels B2
Een deel van de challenges zal in het Engels worden aangeboden en kan bijdragen aan de doelstellingen van Engels B2, of zelfs studenten stimuleren om verder te gaan dan B2.
Virtualiseren in Avans (ViA) Onderwijsinnovatieplatform Programma toetsing
Het onderwijs in challenges is eigentijds en innovatief. De challenges bieden ruimte om te experimenteren met nieuwe onderwijs- en toetsvormen. Er is dus een duidelijke wisselwerking met genoemde programma’s/projecten.
Avans Ondernemerscentrum Partnerships
Challenges worden waar mogelijk en zinvol ontwikkeld en/of uitgerold in samenwerking met partners in de beroespraktijk. Het AOC en project partnerships kunnen hierbij behulpzaam zijn.
Expertisecentrum Sustainable Business
Elke challenge heeft een duurzaamheidscomponent. Waar zinvol en mogelijk worden challenges ontwikkeld en uitgevoerd in samenwerking met het ESB, welke ook opdrachtgever kan zijn voor praktijkopdrachten voor studenten binnen challenges.
2.
Businesscase
Context Het economisch domein is momenteel volop in ontwikkeling. Het bestaat uit een samenwerking van tien economische academies met een speciale positie daarin voor de Academie voor Deeltijd (AVD) en de Juridische Hogeschool (JHS). Het economisch domein is een samenwerkingsconstellatie waarin academies samenwerken om hun ambities en plannen meer gestalte te geven. Het economisch domein is geen eigen entiteit of aparte bestuurslaag. Elkaar goed kennen is een belangrijke succesfactor in de huidige samenwerking binnen het economisch domein. Eerlijkheid en openheid naar elkaar toe zorgen voor een cultuur waarin goed met elkaar kan worden samengewerkt. Binnen de samenwerking spreken we steeds meer dezelfde taal. Door gezamenlijk met elkaar op te trekken, kan er meer worden bereikt dan
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 17 van 64
wanneer we dit individueel doen. In de realisatie van de ambities van het economisch domein wordt intensief samengewerkt met de diensteenheden, die waar mogelijk ondersteunen. De afgelopen jaren is de samenwerking tussen de economische academies binnen Avans Hogeschool gegroeid. Er zijn intensieve samenwerkingsverbanden tussen academies vanuit de examencommissies. Voorbeelden van grootschalige samenwerking binnen (een groot deel van) het economisch domein zijn ViA Economie en het Expertisecentrum Sustainable Business. Deze successen vormen een vliegwiel voor verdere samenwerking binnen het economisch domein. Vanuit het domeinambitieplan is een van de ambities van het economisch domein om met elkaar intensief samen te werken om het maximale uit studenten te halen door middel van een domeinbreed challengeprogramma. Momenteel is de samenwerking binnen het economisch domein op het gebied van excellence zeer beperkt.
Impact analyse SCOPAFIJTH-onderdelen
Analyse
Security
Nvt
Communicatie
Sterke profilering van Avans Hogeschool als kennisinstituut en onderwijsinstelling. Er wordt een website ingericht waarin alle challenges die worden aangeboden zichtbaar worden gemaakt.
Organisatie
Er wordt een programmacommissie ingericht (inrichting nieuw gremium).
Personeel
Docenten krijgen mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen en te motiveren. Hierdoor worden wij een aantrekkelijkere werkgever.
Administratieve organisatie
De challenges dienen geroosterd te worden. De administratieve rondom inschrijving en vervolgens communicatie met studenten dient ook te worden ingeregeld. OSIRIS kan hier waarschijnlijk een belangrijke ondersteunende rol in spelen. Het project wordt vooralsnog ondergebracht bij de academie van de voorzitter van het economisch domein (AOMI).
Financiën
Zie begroting. We vragen structureel extra budget aan voor het aanbieden van extracurriculair onderwijs.
Informatie
Goede communicatie / PR en goede afwikkeling. Afstemming over academiegrenzen heen. Studenten voorzien van voldoende informatie om een keuze te maken.
Juridische zaken
Succesvolle deelname wordt beloond met diplomasupplement, dit moet juridisch onderzocht worden.
Technologie
Wordt ingezet om challenges te ondersteunen (door middel van leeromgeving).
Huisvesting
Challenges vinden plaats binnen Avans en indien mogelijk op locatie extern (onderwijs-HUB’s). Extra druk op onderwijsruimten.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 18 van 64
Tijd en geld Begroting 2015-2020: Challengeprogramma economie (CHANCE) Uren
tarief
Fase 1: Opstart en inrichting challengeprogramma (januari 2016 - juli Inzet programmacoördinator 800 Inzet programmacommissie (4 docenten) 800 Ondersteuning 2 student-assistenten 400 Ontwikkelen 19 challenges 3800 Ondersteuning inrichting communicatie (i.s.m. DMCS) 400 Onvoorzien subtotaal
begroting kosten
2016) 50 50 27 50 50
€ 40.000,00 € 40.000,00 € 10.800,00 € 190.000,00 € 20.000,00 € 15.000,00 € 315.800,00
Fase 2: Challengeprogramma schooljaar 2016-2017 (september 2016-augustus 2017) Inzet programmacoördinator 800 50 € 40.000,00 Inzet programmacommissie (4 docenten) 800 50 € 40.000,00 Ondersteuning 2 student-assistenten 800 27 € 21.600,00 Uitvoeren 19 challenges 1500 50 € 75.000,00 Ontwikkelen 19 challenges 3800 50 € 190.000,00 Kennisdeling voor docenten 400 50 € 20.000,00 Administratieve ondersteuning 500 36 € 18.000,00 Ondersteuning inrichting communicatie (i.s.m. DMCS) 400 50 € 20.000,00 Onvoorzien 20 50 € 15.000,00 Subtotaal 50 € 439.600,00 Fase 3: Challengeprogramma schooljaar 2017-2018 (september 2017 Inzet programmacoördinator 800 Inzet programmacommissie (4 docenten) 800 Ondersteuning 2 student-assistenten 800 Ondersteuning inrichting communicatie (i.s.m. DMCS) 400 Uitvoeren 38 challenges 3000 Kennisdeling voor docenten 400 Administratieve ondersteuning 500 Innovatieuren voor bestaande challenges 1380 Onvoorzien Subtotaal
- augustus 2018) 50 € 40.000,00 50 € 40.000,00 27 € 21.600,00 50 € 20.000,00 50 € 150.000,00 50 € 20.000,00 36 € 18.000,00 50 € 69.000,00 € 15.000,00 € 393.600,00
Fase 4: Challengeprogramma schooljaar 2018-2019 (september 2018 Inzet programmacoördinator 800 Inzet programmacommissie (4 docenten) 800 Ondersteuning 2 student-assistenten 800 Ondersteuning inrichting communicatie (i.s.m. DMCS) 400 Uitvoeren 38 challenges 3000 Kennisdeling voor docenten 400 Administratieve ondersteuning 500 Innovatieuren voor bestaande challenges 1380 Onvoorzien Subtotaal
- augustus 2019) 50 € 40.000,00 50 € 40.000,00 27 € 21.600,00 50 € 20.000,00 50 € 150.000,00 50 € 20.000,00 36 € 18.000,00 50 € 69.000,00 € 15.000,00 € 393.600,00
Fase 5: Challengeprogramma schooljaar 2019-2020 (september 2019 Inzet programmacoördinator 800 Inzet programmacommissie (4 docenten) 800 Ondersteuning 2 student-assistenten 800 Ondersteuning inrichting communicatie (i.s.m. DMCS) 400 Uitvoeren 38 challenges 3000
- augustus 2020) 50 € 40.000,00 50 € 40.000,00 27 € 21.600,00 50 € 20.000,00 50 € 150.000,00
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 19 van 64
Kennisdeling voor docenten Administratieve ondersteuning Innovatieuren voor bestaande challenges Onvoorzien
400 500 1380 Subtotaal
50 36 50
€ 20.000,00 € 18.000,00 € 69.000,00 € 15.000,00 € 393.600,00
Fase 6: Challengeprogramma schooljaar 2020-2021 (augustus 2020 - augustus 2021) Inzet programmacoördinator 800 50 € 460.868,00 Inzet programmacommissie (4 docenten) 800 50 € 40.000,00 Ondersteuning 2 student-assistenten 800 27 € 21.600,00 Ondersteuning inrichting communicatie (i.s.m. DMCS) 400 50 € 20.000,00 Uitvoeren 38 challenges 3000 50 € 150.000,00 Kennisdeling voor docenten 400 50 € 20.000,00 Administratieve ondersteuning 500 36 € 18.000,00 Innovatieuren voor bestaande challenges 1380 50 € 69.000,00 Onvoorzien 160 50 € 15.000,00 Subtotaal € 393.600,00 Totaal benodigde budget
€ 2.329.800,00
Budget voor 2016: fase 1 + fase 2 (0,33 van 439600) =
€ 460.868,00
De eerste fase wordt gebruikt voor de opstart en inrichting van het challengeprogramma. Deze zal bestaan uit een challengeprogrammacoördinator, die samen met een programmacommissie bestaande uit enkele docenten zorgt voor de voorbereiding om in het schooljaar 2016-2017 voortvarend van start te kunnen gaan. In deze fase zal ook een digitaal platform worden ingericht in samenwerking met DMCS op intranet. Het geheel wordt ondersteund door studentassistenten. Er zullen altijd student-assistenten bij het project betrokken zijn om hands-on ondersteuning te leveren (bijvoorbeeld rondom communicatie, organisatie en ondersteuning bij challenges gericht op vermindering van de lastendruk van docenten). Voor de ontwikkeling van challenges wordt gemiddeld 200 uur per challenge berekend. De challenges zullen verschillen in grootte (de studieomvang voor studenten kan variëren van 28 tot 112 uur) en dus zal er per challenge gekeken worden hoeveel tijd er nodig is om te ontwikkelen. Er wordt ook gebruik gemaakt van bestaande challenges (hergebruik).
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 20 van 64
In september 2016 gaan de eerste challenges van start. Er zullen 19 challenges starten: gemiddeld 1 per opleiding. Gemiddeld is er voor de uitvoering van een challenge 80 uur gerekend. Dit is tot stand gekomen door te kijken naar de ervaringen bij het uitvoeren van nieuw ontwikkeld onderwijs. Ook is hierbij weer rekening gehouden met de verschillen in grootte van de challenges. In 2016-2017 ontwikkelt iedere opleiding ook een nieuwe challenge. Vanaf fase 3 worden alle challenges uitgevoerd. Daarnaast is er ook tijd gereserveerd om huidige challenges te vernieuwen en te innoveren. Deze werkwijze zet zich voort in de volgende fasen. Er ontstaan structureel hogere kosten omdat er een extra-curriculair programma wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Beschrijf o.b.v. de impactanalyse uw beeld over:
Kosten/baten analyse De structurele kosten bedragen ca. €350 per challenge per student (op basis van 38 challenges per jaar met een bezetting van 30 studenten per challenge). Deze kosten zouden gereduceerd kunnen worden tot €250 per student. Daar staat tegenover dat het project een belangrijke bijdrage levert aan de ambitie en doelstellingen om het maximale uit elke student te halen. Op persoonlijk niveau levert het een deel van de studenten dus veel op. Maar ook op een overkoepelend niveau zijn er diverse baten. De extra uitdaging en vrije keuzemogelijkheden voor studenten versterken hun motivatie, wat tevens doorwerkt in het reguliere onderwijs. Bovendien stimuleert deelname aan het project ook docenten om het maximale uit zichzelf te halen, wat eveneens doorwerkt in het reguliere onderwjis. Daarnaast draagt het project bij aan een verbetering van het reguliere onderwijs, doordat het onderwijsinnovatie stimuleert. Tenslotte kan het aanbieden van challenges studenten over de streep trekken bij het maken van de keuze voor Avans Hogeschool.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 21 van 64
Risicoanalyse Risico
Onvoldoende challenges ontwikkeld
Onvoldoende docenten beschikbaar
Administratie niet op orde
Tekort onderwijsruimten
Onvoldoende animo studenten
Geen Avansbrede visie op challenges
Toelichting risico
Kans (1-5)
Impact (1-5)
Risico score
Er zijn onvoldoende challenges beschikbaar in 2016 vanwege te weinig beschikbare tijd. Er zijn onvoldoende docenten beschikbaar om de ontwikkelde challenges uit te voeren Administratieve processen zijn niet goed ingericht (problemen met OSIRIS, website, aanmelding) Extra onderwijsactiviteiten vergen extra ruimte, toenemende druk op beperkt beschikbare ruimte.
2
3
6
Accepteren en waar mogelijk vermijden
We hebben een groeiscenario, waardoor opleidingen die nog niet gelijk kunnen aanhaken, geleidelijk aan kunnen invliegen.
3
5
15
Vermijden
Tijdig de inzet van voldoende topdocenten regelen in takenplaatje.
2
3
6
Vermijden
Administratie inrichten in samenwerking tussen onderwijsbureaus, regelmatig afstemmen met ondersteuning van DFS en DMCS
4
2
8
Vermijden
Er zijn 19 challenges ontwikkeld, maar minder studenten dan verwacht schrijven zich in. Ieder domein heeft een eigen visie op challenges, waardoor er moeizaam kan worden samengewerkt
1
5
5
Vermijden
Slim gebruik maken van ICT Activiteiten ’s avonds inplannen Spreiding van challenges over het studiejaar Challenges kunnen ook buiten school plaatsvinden. Goede communicatie, PR SLB’ers spelen hierin een belangrijke rol Studenten betrekken bij de ontwikkeling van challenges
3
4
12
Vermijden
Risicoscore = kans x impact 0-6 is laag, 7-15 is middel, 16-25 is hoog.
Domeinplan Economie 2016
Risicohouding en toelichting
Beheersmaatregel
Begin 2016 met de andere domeinen komen tot een gezamenlijke visie. Kennisdeling organiseren tussen docenten die participeren.
datum September 2015 Economisch domein pagina 22 van 64
4.2
Minor Research in Sustainable Business
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 23 van 64
Documentgegevens Datum
2 september 2015
Projectfase document
Tussen definitiefase en uitvoeringsfase
Onderdeel businessplan?
Ja
Programma of project?
Project
Projectleider
Ann van der Auweraert
Participerende organisatieonderdelen
Academies economisch domein + Expertisecentrum Sustainable Business
Initiatiefnemer
Economisch domein en Stuurgroep ESB
Penvoerende eenheid + naam opdrachtgever
AAFM, Edwin Verlangen
Budgetaanvraag businesscase Anke, Kees en Laura hebben gekozen voor de minor Research in Sustainable Business. Bij de start gaan ze met een docent op zoek naar wat ze precies willen leren en ontwikkelen in kader van onderzoek doen. Vervolgens stellen diverse docent-onderzoekers hun (lopende) onderzoeksprojecten voor. Daarbij gaan ze in op welke duurzaamheidsvraagstukken ze onderzoeken en in welke fase het onderzoek zich bevindt. Anke, Kees en Laura krijgen de opdracht om een keuze te maken, en dit gebaseerd op hun leerdoelen en interesses. Anke kiest uiteindelijk voor een project dat zich in de beginfase van het onderzoek bevindt. Zij wil immers graag leren hoe ze efficiënt bronnen van informatie kan vinden en hoe een theoretisch kader tot stand komt. Kees maakt de keuze om mee te werken aan een project dat inzoomt op retail management, want dat interesseert hem. Dit project vindt hij ook aantrekkelijk omdat er gewerkt wordt met focusgroepen, een onderzoeksmethode die hij nog niet kent. Laura tenslotte wil graag het hele onderzoeksproces meemaken, van begin tot einde. Ze twijfelt om in het vervolg nog een master te gaan volgen en wil daarom wat extra onderzoekservaring opdoen. Anke komt terecht in een groepje van zes studenten, uit diverse opleidingen. Haar mentor voor het gehele onderzoekstraject is docent-onderzoeker Hugo waar ze tijdens het project intensief mee samenwerkt. Al doende leert Anke zo de kneepjes van het vak. Daarbij kan ze samen met haar medestudenten ook steeds beroep doen op een pool van deskundigen met specifieke expertise in het doen van onderzoek. Op het moment dat zij samen met haar groep ontdekken dat ze nog vaardigheden missen, vragen ze een training aan bij de deskundige. Dit kan zijn bij de fase van onderzoeksvragen formuleren, of ter voorbereiding van interviewen, het opstellen vragenlijsten of observeren. Of wanneer andere onderzoeksmethoden nodig zijn, bijvoorbeeld actie-onderzoek of ontwerpend onderzoeken. Ook voor specifieke vragen rond kwalitatieve en kwantitatieve data-analyse zijn experten, en voor bij het schrijven van een onderzoeksrapport. Ook Kees en Laura werken zo in multidisciplinaire groepjes en maken samen met hun mentor docent-onderzoeker het onderzoeksproces van binnenuit mee. Daarbij schakelen ze just in time experten in om hun vaardigheden verder te ontwikkelen. Anke, Kees en Laura worden ook uitgenodigd om deel te nemen aan master-classes die regelmatig tijdens de minor worden aangeboden. Daar verrijken ze hun kennis en inzicht in meer algemene thema`s en vaardigheden die van belang zijn bij het doen van onderzoek. Voorbeelden hiervan zijn onder andere kritisch en creatief denken. Ook best practices van onderzoek komen hier aan bod. Om hun kennis nog verder te verrijken over de diversiteit in onderzoekslandschap, komen ze met alle studenten van de minor elke vrijdagmiddag samen om te delen en samen te reflecteren op wat ze geleerd hebben.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 24 van 64
Managementsamenvatting Docenten en lectoren uit het Economisch Domein creëren gezamenlijk de minor Research in Sustainable Research, een multidisciplinaire onderzoeksminor waarin onderzoeksopdrachten vanuit het Expertisecentrum Sustainable Business centraal staan. Vanuit de ambitie 2020 spelen de pijlers onderzoek in onderwijs, duurzaamheid, multidisciplinariteit, partnerschappen, docentkwaliteit en differentiatie een duidelijke rol. De volgende resultaten hebben we voor ogen met de minor: In het voorjaar van 2016 start de minor Research in Sustainable Businss in de vorm van een pilot met 30 studenten van minimaal vier academies uit het Economisch Domein. Gedurende een aantal jaar neemt het aantal participerende studenten, docenten en academies toe. In 2018 starten honderd studenten in de Minor Research in Sustainable Business en zijn alle academies die participeren in het ESB betrokken. Daarnaast verwachten we dat de volgende positieve neveneffecten optreden: Er treedt harmonisatie op in de visie op onderzoek en het onderzoeksbeleid van academies door met elkaar samen te werken in de minor. Het gevolg hiervan is dat er een breed gedragen visie ontstaat op het gebied van onderzoek. Er komen best-practices over hoe je studenten het best kan laten participeren in langlopend praktijkgericht onderzoek en hoe je multidisciplinair kan samenwerken in een onderzoek. Deze best-practices kunnen docenten vertalen naar hun eigen opleiding. De kosten voor de ontwikkeling, coördinatie en uitvoering van de minor bedragen in totaal 88.150 euro. Het Economisch Domein vraagt voor 2015 12.600 euro aan uit het vernieuwingsbudget en voor 2016 67.550 euro uit het vernieuwingsbudget.
1. Projectdefinitie (wat) Aanleiding Begin 2015 is in de stuurgroep ESB door 2 academies de vraag voorgelegd hoe de academies in dit domein staat ten opzichte van het aan gaan bieden van een gezamenlijke onderzoeksminor. AOMI en AMBM hebben in hun onderlinge overleg gesproken over het minorportfolio en hebben het idee dat een dergelijke minor een welkome verrijking van het onderwijsaanbod zou kunnen zijn. Dit is getoetst bij deelnemende academies en unaniem positief ontvangen. AVD maakt een voorbehoud in verband met hun vorm van onderwijs en de huidige ontwikkelingen in het deeltijdonderwijs. Medio 2015 is gestart met de gedachtenvorming rondom de minor Research in Sustainable Business vanuit verschillende docenten en lectoren uit de kenniskring van het ESB.
Probleemstelling c.q. uitdaging Academies in het economisch domein hebben de ambitie om intensiever met elkaar samen te gaan werken. Eén van de gebieden waarop ambities zijn, is op het gebied van onderzoek/ onderzoeksbeleid. In de stuurgroep ESB is aangegeven dat binnen dit domein gestreefd wordt naar een gezamenlijk geformuleerd onderzoeksbeleid met als onderdeel daarvan een gezamenlijke onderzoeksminor. Voor een afzonderlijke opleiding / academie is het niet rendabel om zelf een onderzoeksminor op te tuigen, omdat hier te weinig vraag naar is en de kosten te hoog zijn. Daarnaast beschikt Avans momenteel al over een ruim minorenaanbod en zou het onwenselijk zijn als er veel soortgelijke minoren worden ontwikkeld. Door bundeling van krachten (tussen academies en tussen academies en ESB) wordt zowel inhoudelijke meerwaarde gecreëerd (multidisciplinariteit) als methodologische meerwaarde
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 25 van 64
(betrokkenheid van lectoren). De ontwikkeling van een gemeenschappelijke onderzoeksminor vormt ook een aanjager om de visie op onderzoek vanuit de verschillende academies met elkaar verder te harmoniseren. De uitdaging ligt met name in het samenbrengen van de verschillende wensen/eisen ten aanzien van de inrichting en vormgeving van de minor vanuit de variëteit aan academies die participeren. De minor is straks voor alle studenten toegankelijk en de studenten kennen een verschillend voortraject. In de minor worden daarom differentiatiemogelijkheden aangeboden om te kunnen inspelen op de verschillen in ervaring in het doen van praktijkgericht onderzoek en bijbehorende kennis en vaardigheden.
Doelstelling Deze minor vormt een goede aanjager om: Een hechtere samenwerking tussen docenten van academies betrokken bij het ESB te realiseren; Praktijkgericht onderzoek verder in te bedden in het onderwijs en hierin meerwaarde te creëren doordat dit voor betrokken academies gezamenlijk plaats vindt; Een sterkere verbinding tussen ESB en de betrokken academies te realiseren; Studenten meer en intensiever te betrekken bij het onderzoek van lectoren en hun kenniskring; Multidisciplinariteit in het onderwijs te realiseren; Studenten te laten werken aan real-life onderzoeksopdrachten samen met docenten en het werkveld; Thema’s ambitie 2020 / Onderwijsvisie
Bijdrage
Differentiatie
De minor Research in Sustainable Business vormt een verrijking van het minorenaanbod waar studenten uit kunnen kiezen in hun vrije studieruimte. Binnen de minor worden er ook verschillende differentiatiemogelijkheden aangeboden. Zo kun je als student verschillende keuzes maken, afhankelijk voor het thema waar je onderzoek naar wilt doen en je voorkennis en ervaringen met betrekking tot praktijkgericht onderzoek.
Multidisciplinariteit
De minor is een samenwerking tussen 10 academies (AOMI, AMIB, AAFM, AFM, AHB, ASIS, AMBM, AVD, AVB, ACUE) met in totaal 21 opleidingen.
Docentkwaliteit
De samenwerking tussen docenten en lectoren zorgt voor een verbetering van de onderzoeksvaardigheden van docenten. De onderlinge samenwerking tussen docenten zorgt een gedeeld gedachtengoed over het doen van praktijkgericht onderzoek binnen het economisch domein.
Onderzoek in onderwijs
In de minor staat het ESB en haar lectoren in continue verbinding met docenten / kenniskringleden en studenten die gezamenlijk praktijkgericht onderzoek uitvoeren.
Duurzaamheid
In de minor wordt onderzoek gedaan naar duurzaamheidsvraagstukken die ook binnen het ESB centraal staan.
Partnerschappen
In de minor wordt uitsluitend gewerkt met opdrachten/projecten met externe partners.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 26 van 64
Overige thema’s
Bijdrage
Kwaliteitszorg
N.V.T.
Internationale context en Engels B2
Er wordt geinventariseerd of de minor in september 2016 in het Engels kan worden aangeboden. De argumenten hiervoor zijn: Veel relevante onderzoeksliteratuur is in het Engels Verbetering van de Engels taalvaardigheid van studenten Mogelijkheid bieden voor studenten van ASIS om aan te sluiten Mogelijkheid bieden voor buitenlandse studenten om aan te sluiten, hetgeen de mogelijkheden van elke academie vergroot om ook de eigen studenten aan een partnerschool in het buitenland te kunnen laten studeren voor 1 semester Dit wordt komende maanden geïnventariseerd onder de studenten en participerende docenten en lectoren.
Beroepsgerichtheid
De onderzoeksprojecten/opdrachten hebben als doel het genereren van kennis, inzichten en producten die bijdragen aan het oplossen van veldproblemen en de ontwikkeling van de beroepspraktijk. Al onderzoekend leveren studenten een bijdrage aan de verbetering en innovatie van hun eigen beroepspraktijk. In hun latere professionele loopbaan kunnen zij dan fungeren als change agents met een innovatieve en ondernemende attitude.
Kleinschaligheid en persoonlijke aandacht
De minor start met een pilot met 30 tot 40 studenten. In kleine groepen doen studenten, docenten en lectoren gezamenlijk praktijkgericht onderzoek. In het vervolg blijven we de minor kleinschalig organiseren, ondanks dat de minor wel groeit naar ongeveer 100 studenten. We nemen daarin de ervaringen van de pilot mee.
Brein en Leren
In de minor wordt ingespeeld op de verschillen in voorkennis van studenten door een gedifferentieerd onderwijsprogramma aan te bieden.
Motivatie
De minor vormt voor studenten een uitdaging, omdat er in multidisciplinaire setting wordt samengewerkt aan real life onderzoeksopdrachten.
ICT in onderwijs
Binnen de minor wordt gebruik gemaakt van ICT, zowel om met elkaar samen te werken, als om van open educational resources gebruik te maken waar mogelijk.
Leeromgeving
De huidige fysieke leeromgeving binnen Avans Hogeschool volstaat. De digitale leeromgeving dient samenwerken tussen studenten, docenten en lectoren te bevorderen. De studenten doen praktijkgericht onderzoek en werken in een bepaalde mentale onderzoeksruimte, bijvoorbeeld waarin zij zich helemaal onderdompelen in data-analyse.
Studieloopbaan-begeleiding
De studieloopbaanbegeleider kan de student verwijzen naar deze minor als het een student is die extra uitdaging zoekt en het doen van praktijkgericht onderzoek interessant vindt.
Toetsing
Er is variatie in verschillende toetsvormen – het aantal toetsen is beperkt en vanwege de intensieve samenwerking tussen studenten en docenten wordt er constant feedback gegeven en is er voldoende aandacht voor de ontwikkeling van de student.
Internationalisering
NVT
Onderzoek
De minor krijgt een onderzoeksfocus en wordt gefaciliteerd vanuit ESB.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 27 van 64
Valorisatie
Afhankelijk van soort opdrachten en projecten.
Resultaat De volgende resultaten hebben we voor ogen met de minor: In het voorjaar van 2016 start de minor Research in Sustainable Businss in de vorm van een pilot met 30 studenten van minimaal vier academies uit het Economisch Domein. Gedurende een aantal jaar neemt het aantal participerende studenten, docenten en academies toe. In 2018 starten honderd studenten in de Minor Research in Sustainable Business en zijn alle academies die participeren in het ESB betrokken. Daarnaast verwachten we dat de volgende positieve neveneffecten optreden: Er treedt harmonisatie op in de visie op onderzoek en het onderzoeksbeleid van academies door met elkaar samen te werken in de minor. Het gevolg hiervan is dat er een breed gedragen visie ontstaat op het gebied van onderzoek. Er komen best-practices over hoe je studenten het best kan laten participeren in langlopend praktijkgericht onderzoek en hoe je multidisciplinair kan samenwerken in een onderzoek. Deze best-practices kunnen docenten vertalen naar hun eigen opleiding.
Randvoorwaarden en uitgangspunten Inhoud en doelgroep Aan de minor nemen studenten deel van alle academies die zich willen verbreden en verdiepen waar het gaat om praktijkgericht onderzoek, zich beter willen voorbereiden op het afstuderen, willen verdiepen in actuele thema’s van opleidingen en ESB-thematieken. Er wordt in het najaar van 2015 onderzocht of het volgen van de minor zou kunnen leiden tot vrijstellingen voor (schakel)programma’s van de universiteit; De onderzoeksvaardigheden in de minor worden benaderd vanuit (geladen met) inhoudelijke thema’s die voortkomen uit lectoraats- en opleidingsthema’s; De opdrachten/projecten die studenten uitvoeren zijn multidisciplinair van aard; In de pilotfase doen er alleen studenten vanuit Avans Hogeschool mee. Vanaf 2017 kunnen er ook studenten van andere hogescholen en internationale studenten participeren in de minor. Organisatorisch De lectoren van het ESB zijn, samen met een selectie van docenten van academies, betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van deze minor ESB fungeert als coördinator van deze minor. De minor wordt een kwalitatief hoogwaardige, multidisciplinaire minor die wordt aangeboden door de gezamenlijke academies. Docenten en directeuren zijn ambassadeur van deze minor. In aanloop naar de pilot wordt er promotiemateriaal ontwikkeld en verspreid onder de academies. Hierin wordt samengewerkt met DMCS. De minor hangt administratief onder AAFM, omdat ook het ESB daar is ondergebracht. Start met een kleinschalige pilot (30-40 studenten) in eerste helft van 2016. De onderwijskundige van AAFM (LIC) wordt bij de ontwikkeling van de minor betrokken om de uitgangspunten van de onderwijsvisie te bewaken.
Relatie met andere projecten Bij de ontwikkeling van de minor zijn de economische academies en het ESB betrokken en is derhalve opgenomen in het domeinambitieplan. Met name het onderwijsinnovatieplatform is voor deze minor interessant, omdat daar ook wordt geëxperimenteerd met differentiatie,
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 28 van 64
multidisciplinariteit, de leeromgeving, toetsing en samenwerking met het werkveld. Hieronder is een beschrijving gegeven van hoe de minor wordt ingericht. Hoe ziet de minor eruit?
2.
Het principe waar we van uitgaan is ‘learning by doing’. Studenten (en docenten die daarvoor interesse hebben) gaan actief mee participeren in lopende onderzoeksprojecten als partners. De minor kent een vraaggestuurd karakter. Naast het ‘learning by doing` in de verschillende onderzoeksprojecten, worden er ook vakinhoudelijke trainingen aangeboden. Het streven is om dit zoveel mogelijk aan te bieden vanuit de vraag waarmee de student op dat moment zit, dus just in time. Door de student eerst te confronteren met een probleem uit de praktijk, wordt hij geprikkeld om zelf na te denken over een mogelijke oplossingsrichting en is hier meer nieuwsgierig om een training te volgen. Bijvoorbeeld op het moment dat er moet geanalyseerd worden, dan een training data analyse aanbieden. Dit kan door de lectoren gegeven worden, maar ook door docenten met specifieke expertise op een bepaald onderzoeksmethode of techniek. Het idee is om een pool van docenten te hebben, elk met andere specifieke expertise op onderzoeksmethodologisch vlak en inzetbaar wanneer er vraag naar is. Verschillende (bestaande) onderzoeksprojecten maken onderdeel uit van de minor, in eerste instantie vanuit interne opdrachtgevers zoals lectoraten ESB, met thema`s aangedragen vanuit de kenniskringen en academies, en projecten die daarvoor in aanmerking komen vanuit academies en andere minoren. Maar onderzoeksprojecten kunnen ook extern tot stand komen vanuit opdrachtgevers uit het beroepenveld en in samenwerking met andere lectoraten, hogescholen, expertisecentra. De onderzoeksprojecten zijn meestal bestaande projecten, die doorlopen ook buiten de minor om, maar die voor bepaalde onderdelen deel uit maken van de minor. De onderzoeksprojecten die in de minor aangeboden worden zijn in diverse stadia, van startende projecten tot projecten die reeds in de implementatie en evaluatie fase zijn, waardoor studenten ook de keuze hebben om vaardig te worden in verschillende methoden en technieken die horen bij bepaalde onderzoeksruimtes: bieb, veld, werkplaats en lab. Studenten kunnen op verschillende momenten instappen, ze kiezen gedurende de minor wel om bij minstens twee projecten actief te zijn. Op die manier wordt differentiatie in de minor vormgegeven. We streven naar vier a vijf studenten per onderzoeksproject. Voor de pilot betekent dit dus dat we minstens zeven verschillende onderzoeksprojecten tegelijk in de minor aanbieden. Op die manier garanderen we dat er kleinschalig onderwijs wordt gegeven. Omdat studenten, docenten en lectoren intensief samenwerken, is er binnen de minor veel aandacht voor feedback om studenten zich zo optimaal te laten ontwikkelen.
Businesscase
Context Het ESB is in opbouw en de onlangs gestarte lectoren zijn allen enthousiast voor een bijdrage aan de ontwikkeling van deze minor. Zij zien in de minor goede mogelijkheden om eigen
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 29 van 64
expertise in te brengen en om vanuit de minor een bijdrage te krijgen in de eigen onderzoekslijnen. Academies hebben nagenoeg allemaal een onderzoeksnotitie en zijn in verschillende fasen van implementatie van onderzoeksbeleid en in de samenwerking met het ESB. De minor vormt één van de instrumenten om de verbinding tussen ESB en academies te versterken. Daarnaast biedt dit project de mogelijkheid om gezamenlijk op te trekken, van elkaar te leren en efficiënt te werken.
Alternatieven Een alternatief zou kunnen zijn om niet één gemeenschappelijke onderzoeksminor aan te bieden, maar bijvoorbeeld meerdere onderzoeksminoren aan te bieden (bijvoorbeeld per lector of per opleiding 1). Dit zou misschien makkelijker te organiseren zijn, maar hierdoor ontstaat er geen synergie tussen verschillende docenten, lectoren en academies. Daarnaast zou hierdoor ook het minorenaanbod van Avans Hogeschool verder groeien, terwijl het juist de bedoeling is om dit aanbod in te perken. De ontwikkeling van deze minor is nu opportuun vanwege het feit dat academies onderzoeksbeleid aan het ontwikkelen zijn, c.q. verder implementeren hiervan en het feit dat ESB is opgestart en zoekt naar sterke onderzoeksverbindingen met academies.
Impact analyse Onderdelen Security Communicatie
Organisatie
Personeel Administratieve organisatie
Financiën
Informatie
Juridische zaken
Technologie
Impact Niet van toepassing Er dient zowel interne als externe communicatie plaats te vinden over de nieuwe minor. Daarnaast wordt er ook promotiemateriaal voor de minor ontwikkeld ism DMCS. Voor de ontwikkeling is er een projectgroep ingericht onder leiding van Ann van den Auweraert met 2 lectoren en 3 docenten/kenniskringleden. Docenten vanuit verschillende academies werken samen met elkaar en de zes lectoren. De minor wordt administratief ondergebracht bij AAFM bij de voorzitter van het ESB. Ook zaken zoals OSIRIS en het inrichten van digitale courses wordt vanuit AAFM beheerd. De ontwikkelkosten en uitvoeringskosten van de minor zijn opgenomen onder het kopje tijd en geld. De uitvoeringskosten vragen een structurele bijdrage van de participerende academies. De beschrijving van de minor dient te worden opgenomen in de minorcatalogus van Avans en administratief te worden ondergebracht in OSIRIS. Er wordt onderzocht in hoeverre de minor kan leiden tot vrijstellingen voor studenten die een (schakel)programma willen volgen op de universiteit. De bestaande technologische faciliteiten volstaan om de minor te realiseren.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 30 van 64
Huisvesting
De bestaande huisvesting volstaat om de minor te realiseren. Gedurende de minor worden er zowel in Breda als ’s-Hertogenbosch bijeenkomsten georganiseerd.
Tijd en geld De begroting is onder het kopje kosten/baten opgenomen. De tijdsfasering ziet er als volgt uit:
Planning
sept
okt
nov
dec
jan
feb
mrt
april
mei
juni
Ontwerp minor Minorcatalogus Uitvoering minor
Eind oktober is de blauwdruk van de minor klaar in verband met de opname in de minorcatalogus en om dit te communiceren naar studenten. Ook in verband met de inzet en roostering dient in oktober de blauwdruk klaar te zijn, zodat er tijdig docenten kunnen worden vrijgemaakt om te participeren in de uitvoering van de minor. Een belangrijke mijlpaal is de januari 2015, wanneer het duidelijk is hoeveel studenten zich hebben aangemeld voor de minor. In juli 2016 vindt een evaluatie plaats over de minor. Zowel de input van studenten, werkveld en participerende docenten wordt hierin meegenomen. Op basis hiervan wordt de minor aangescherpt.
Kosten/baten: De kosten die worden gemaakt voor de minor bestaan uit twee onderdelen. Enerzijds zijn er de kosten voor de ontwikkeling van de minor (een deel hiervan valt in 2015, een deel in 2016), aan de andere kant zijn er de kosten voor de uitvoering en evaluatie van de minor. Hieronder is dit in een begroting opgenomen: Begroting
Uren
ONTWIKKELUREN 2015 UITVOERING PILOT 1 EN 2 ONTWIKKELUREN 2016 EVALUATIE Totaal uren
Kosten
252,00
€ 12.600,00
1208,00
€ 60.400,00
123,00
€ 6.150,00
20,00
€ 1.000,00 € 80.150,00
Vernieuwingsbudget in 2015
€ 12.600,00
Vernieuwingsbudget in 2016
€ 67.550,00
In totaal bedragen de ontwikkelkosten dus 1620 uur, omgerekend 80.150 euro. Dit budget wordt aangevraagd uit het vernieuwingsbudget.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 31 van 64
De kosten voor de uitvoering van de minor bedraagts 604 uur. Omgerekend is dit 30.200 euro. Voor 2016 is de insteek dat de minor twee keer wordt aangeboden (in februari en september). Nadat de minor twee keer is aangeboden, wordt er gekeken of er voldoende animo is om de minor structureel op te nemen in het minorenaanbod van Avans middels een evaluatie. Als dit het geval is, dient er bekeken te worden hoe deze minor wordt bekostigd. De baten van de ontwikkeling en uitvoering van de minor staan beschreven onder het kopje resultaten. Naar verwachting leidt de samenwerking tussen docenten, lectoren, studenten en werkveld tot synergie op het gebied van onderzoek en onderwijs. Deze synergie is moeilijk meetbaar te maken, maar heeft waarschijnlijk veel positieve bijwerkingen. Mogelijke voorbeelden zijn meer uitwisseling tussen academies, meer aandacht voor onderzoek (en onderzoeksresultaten) in het onderwijs, een voorbeeld van een vorm voor multidisciplinaire samenwerking (rondom het thema onderzoek), etc. De onderzoeksminor draagt daarom op verschillende manieren bij aan de realisatie van de ambitie 2020 en de Avans onderwijsvisie.
Risicoanalyse Hieronder is de risico-analyse ingevuld voor de minor Research in Sustainable Business: Risico
Toelichting risico
Weinig aanmeldingen studenten
Studenten kiezen liever voor een verdiepende minor passend bij eigen opleiding – studenten worden afgeschrikt door multidisciplinaire onderzoeksminor Roostering moet tijdig geregeld zijn en docenten moeten voldoende ruimte hebben om te kunnen participeren.
Docenten worden niet tijdig / voldoende vrijgeroosterd
Kans (1-5)
Impact (1-5)
Risico score
3
3
9
Vermijden
Voldoende promotie, docenten en academiedirecteuren als ambassadeur van de minor laten fungeren.
5
10
Vermijden
Vooraf duidelijke afspraken maken met academiedirecties.
2
Risicohouding en Beheersmaatregel toelichting
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 32 van 64
4.3
Onderwijsinnovatieplatform Economie
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 33 van 64
Documentgegevens Datum Projectfase document Onderdeel businessplan? Programma of project? Programmamanager Participerende organisatieonderdelen Initiatiefnemer Penvoerende eenheid + naam opdrachtgever
28 september 2015 Tussen definitiefase en uitvoeringsfase Ja Programma Nader te bepalen Academies economisch domein + LIC + DMCS Economisch domein AAFM, Edwin Verlangen
Joost en Sergio zijn bezig om het curriculum van Bedrijfseconomie te vernieuwen. Omdat ze studenten willen uitdagen en motiveren vanaf de eerste dag dat ze starten met de opleiding, hebben ze besloten dat ze in blok 1 willen starten met een managementgame. Ze zijn benieuwd of er andere opleidingen zijn binnen Avans die werken met games in het onderwijs. Ze zetten de vraag uit bij de projectgroep van het onderwijsinnovatieplatform. Al snel blijkt dat bijna iedere academie een game heeft en dat de docenten graag met elkaar willen uitwisselen wat ze van de game vinden. Vanuit het onderwijsinnovatieplatform wordt er een bijeenkomst georganiseerd waarin games in het onderwijs centraal staan. Tijdens de sessie laat iedereen een preview zien van de game. De best-practices en do’s en dont’s worden met elkaar uitgewisseld. Joost en Sergio zijn enthousiast over de games die ze hebben gezien, maar ze missen de financiële en duurzaamheidscomponent in de game. Ze willen graag in contact treden met een ontwikkelaar om te kijken of hij deze facetten kan verwerken in de game. Marieke en Jan (beide van een andere academie) hebben hier ook wel oren naar: binnen hun opleiding moeten studenten ook voldoende bedrijfseconomische kennis op doen. Met drie academies samen wordt er contact gezocht met verschillende ontwikkelaars. Ook het LIC is hierbij betrokken en benaderd enkele partijen waar zij al vaker contact mee hebben gehad. Na een half jaar is het zo ver, de game is gereed en er wordt een pilot gehouden bij de academie van Sergio. Er zitten nog wat kinderziektes in de game, maar de studenten zijn erg enthousiast aan de slag. De kinderziektes worden door de ontwikkelaar opgelost en in blok 1 gaat de game bij drie academies van start. Het jaar erna gaan er zelfs vijf academies mee aan de slag en leren studenten spelenderwijs hoe de financiën binnen een organisatie zijn georganiseerd. Managementsamenvatting De opleidingen binnen het economisch domein zijn volop bezig om de onderwijsvisie van Avans Hogeschool te realiseren. Veel opleidingen zijn hun curriculum aan het vernieuwen en zijn volop aan het kijken hoe ze hun onderwijs kunnen vernieuwen. In het economisch domein willen we daar met elkaar in optrekken. Dit willen we doen door middel van een onderwijsinnovatieplatform: een plaats waar kennisdeling plaatsvindt en waar academieoverstijgende innovaties op het gebied van onderwijs worden gerealiseerd die bijdragen aan de realisatie van de onderwijsvisie. Omdat alle opleidingen bezig zijn om de onderwijsvisie te implementeren is er een momentum om met elkaar samen te werken aan de uitgangspunten van de onderwijsvisie. Docenten, studenten en het werkveld met elkaar aan de slag om te komen met innovatieve manieren om het onderwijs vorm te geven. Vanuit het economisch domein worden er periodiek een aantal thema’s (maximaal 6) vastgesteld van gebieden waar academies met elkaar over kennisdelen en starten met academie-overstijgende innovaties. Het Economisch Domein vraagt voor 2016 daarom € 235.000,00 aan bij het College van Bestuur uit het vernieuwingsbudget om het onderwijsinnovatieplatform in te richten en om concreet te starten. Met dit budget wordt kennisdeling georganiseerd over thema’s uit de
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 34 van 64
onderwijsvisie en ambitie 2020 en vanuit daar worden ook academie-overstijgende innovaties vorm gegeven. Het onderwijsinnovatieplatform draagt op die manier bij aan het realiseren van een aantal pijlers van de ambitie 2020, namelijk differentiatie, multidisciplinariteit en docentkwaliteit. Wat levert het op? Een stevige focus op realisatie onderwijsvisie / ambitie 2020 binnen het economisch domein op zowel docent-, als directieniveau. Verbetering van de onderwijskwaliteit: meer uitdagend en eigentijds onderwijs leidt tot minder uitval, betere leerrendementen en hogere studenttevredenheid. Het eigentijdse onderwijs binnen de economische opleidingen vormen een voorbeeld voor andere opleidingen. Docentontwikkeling door kennisdeling en samen te werken aan onderwijsinnovatie (met en van elkaar leren) Samenwerking en kennisdeling binnen het economisch domein – hierdoor hoeven opleidingen minder vaak zelf het wiel uit te vinden Positieve beeldvorming: Avans Hogeschool investeert stevig in het verbeteren van onderwijskwaliteit en -vernieuwing Innovaties kunnen leiden tot nieuwe beleidsrichtingen binnen Avans (bijvoorbeeld nieuwe ELO, digitaal toetsen, samenwerking met het werkveld, nieuwe onderwijsvisie)
1. Programmadefinitie: Onderwijsinnovatieplatform Economie Aanleiding Sinds 2014-2015 heeft Avans Hogeschool een nieuwe koers gericht op 2020 (Ambitie 2020) en een nieuwe onderwijsvisie (Samen het maximale uit jezelf halen). In de Ambitie 2020 geven we als hogeschool aan dat als het om kwaliteit gaat, dat we niet alleen willen vinken, maar vooral ook willen vonken. Het economisch domein wil met de nieuwe onderwijsvisie onder de arm graag gaan vlammen op het gebied van onderwijskwaliteit. Dit willen we doen door middel van een onderwijsinnovatieplatform: een plaats waar kennisdeling wordt georganiseerd en academie-overstijgende innovaties op het gebied van onderwijs worden gerealiseerd die bijdragen aan de realisatie van de onderwijsvisie. Omdat alle opleidingen bezig zijn om de onderwijsvisie te implementeren is er een momentum om met elkaar samen te werken aan de uitgangspunten van de onderwijsvisie. De onderwijsvisie biedt kansen om echte vernieuwing te realiseren. Dit kan door docenten die dezelfde drive hebben om onderwijs te verbeteren en vernieuwen met elkaar te laten samenwerken aan onderwijsvernieuwing. Op die manier kunnen we het maximale uit ons onderwijs en ook uit onze studenten halen. Uitdaging De economische opleidingen en academies zijn nu met name individueel bezig om de onderwijsvisie van Avans Hogeschool te realiseren. De manier waarop de onderwijsvisie wordt gerealiseerd en waar de focus ligt, verschilt erg tussen opleidingen. Momenteel wordt er amper van elkaar geleerd en wordt er niet geprofiteerd van elkaars goede en minder goede ervaringen. Momenteel zijn er geen bestaande samenwerkingsverbanden waar academie-overstijgend kan worden samengewerkt op het gebied van onderwijsvernieuwing (in het vorige meerjarenbeleidsplan was er bijvoorbeeld de focusgroep eigentijds onderwijs die dit faciliteerde). Dit zorgt ervoor dat samenwerking alleen tot stand komt op docenten die zelf het initiatief pakken om collega’s van andere opleidingen te benaderen. Op die manier is het risico dat de onderwijsvisie van Avans Hogeschool onvoldoende hogeschoolbreed wordt gerealiseerd aanwezig.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 35 van 64
Doelstelling Het onderwijsinnovatieplatform draagt bij aan de realisatie van de onderwijsvisie bij de economische opleidingen en zal de realisatie een enorme stimulans geven. Het is een broedplaats voor onderwijsinnovatie, waar opleidingen van en met elkaar leren. Hierdoor zien we een meer gemeenschappelijke koers ontstaan waarbij de economische opleidingen dezelfde concretisering krijgen op sommige uitgangspunten van de onderwijsvisie. Uiteindelijk zouden de innovaties er toe moeten leiden dat de economische opleidingen van Avans Hogeschool een voorbeeld zijn voor andere opleidingen binnen andere domeinen in de hogeschool en voor andere hogescholen en universiteiten hoe je eigentijds hoger onderwijs realiseert. Ieder jaar worden er een aantal thema’s geformuleerd door de directeuren van het domein economie waar met elkaar kennis op wordt gedeeld en waar academie-overstijgende innovaties op gaan plaatsvinden. Een voorbeeld van zo’n thema komt voort uit recente ontwikkelingen in het Sectoraal Advies College Hoger Economisch Onderwijs rondom profilering van de opleidingen. Om de lezer voldoende mee te nemen in de werkwijze van het onderwijsinnovatieplatform, wordt er in deze businesscase gewerkt met een voorbeeld van 6 thema’s die het Economisch Domein oppakt. In het voorjaar van 2016 wordt er een definitieve keuze gemaakt voor de komende periode. Vanuit de Avans onderwijsvisie zijn er 6 thema’s gekozen als focuspunten voor de onderwijsinnovatie. Aan ieder thema is een doelstelling gekoppeld:
Rondom de bovenstaande doelstellingen vinden academie-overstijgend innovaties plaats en wordt kennis gedeeld. Dit start altijd met de eigen academie-ambitie. Het onderwijsinnovatieplatform vormt een laagdrempelige manier om de bovenstaande doelen te realiseren en om met collega’s uit andere academies kennis te delen en samen te innoveren, bijvoorbeeld in de vorm van learning communities. Het werkveld en studenten worden uiteraard actief betrokken bij de innovatie. In het onderstaande schema is weergegeven hoe dit bijdraagt aan de thema’s van de ambitie 2020 en de onderwijsvisie: Thema’s ambitie 2020 / Onderwijsvisie Differentiatie
Bijdrage Toename van differentiatiemogelijkheden in het onderwijs (in tempo, in niveau, gericht op ondersteuning en op
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 36 van 64
Multidisciplinariteit
Docentkwaliteit
Onderzoek in onderwijs Duurzaamheid
Partnerschappen
Overige thema’s Kwaliteitszorg
Internationale context en Engels B2
Beroepsgerichtheid Kleinschaligheid en persoonlijke aandacht
Brein en Leren
excellentie). Op verschillende manier wordt onderzocht hoe differentiatie het best kan worden vormgegeven. Dit resulteert uiteindelijk tot een aantal best practices op dit gebied. Het realiseren van multidisciplinaire initiatieven. Op verschillende manier wordt onderzocht hoe multidisciplinaire initiatieven kunnen worden ingezet. Dit resulteert uiteindelijk tot een aantal best practices op dit gebied. Docenten gaan in co-creatie met elkaar, met studenten en het werkveld onderwijs ontwikkelen. Ze gaan zich ontwikkelen en leren van elkaar met focus op ontwerpen en onderzoeken van onderwijs. Door de kennisdelingsessies wordt hun kennis over verschillende onderwijsvormen vergroot en zullen zij eerder experimenteren in het onderwijs. X Duurzaamheid (toekomstgericht, leefbaar en rechtvaardig) wordt als rode draad meegenomen in de innovaties die starten vanuit het economisch domein. Toename onderwijsactiviteiten met de actuele beroepspraktijk. Er wordt onderzocht welke vormen van samenwerking met de beroepspraktijk werken en hoe dit mogelijk kan worden opgeschaald binnen het domein (zie ook vooronderzoek partnerschappen). Bijdrage De focus op onderwijsvernieuwing past goed bij het nieuwe kwaliteitsdenken binnen Avans, waar uit wordt gegaan van een kwaliteitscultuur waarbinnen medewerkers de constante drive hebben om het onderwijs te verbeteren. Vanwege het participeren van internationale opleidingen zullen bepaalde innovaties ook gericht zijn op de internationale context. Dit is een laagdrempelige manier voor academies om Toename onderwijsactiviteiten met de actuele beroepspraktijk. Toename van activerende en eigentijdse onderwijswerkvormen . Deze werkvormen zullen vooral in kleinschalige en digitale setting worden gebruikt. In het onderwijsinnovatieplatform wordt er vanuit Brein & Leren aansluiting gezocht bij de initiatieven die starten. Binnen het Economisch Domein zijn afgelopen jaren al verschillende experimenten gestart rondom kritisch denken en mindsets. Het onderwijsinnovatieplatform is een plaats waar deze initiatieven met elkaar kunnen worden gedeeld en waar kan worden verder gebouwd om de inzichten rondom brein & leren een heldere plek in onze opleidingen te geven.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 37 van 64
Motivatie
ICT in onderwijs
Leeromgeving
Studieloopbaanbegeleiding
Toetsing
Internationalisering Onderzoek Valorisatie
Toename van activerende en eigentijdse onderwijswerkvormen. Voorbeelden hiervan zijn gamification in het onderwijs (momenteel een hot topic binnen het economisch domein) en werken met real-life opdrachten uit de praktijk. Ontwikkelen van een inspirerende leeromgeving (zowel fysiek als digitaal). Toename van activerende en eigentijdse onderwijswerkvormen. Ontwikkelen van een inspirerende leeromgeving (zowel fysiek als digitaal). De verschillende inzichten die op dit gebied starten, leiden tot best-practices waar opleidingen mee aan de slag kunnen. Afstemming over SLB is een van de mogelijke thema’s waar in het innovatieplatform wordt samengewerkt. Bijvoorbeeld vanuit de doelstellingen om het aantal onbekostigde, langstuderende studenten te verminderen. Het verbeteren van de kwaliteit van (digitale) toetsing. Hierbinnen starten initiatieven om te werken met nieuwe vormen van toetsen en beoordelen en is er ruimte om te experimenteren met digitale toetsing. X X X
Resultaat De resultaten van het onderwijsinnovatieplatform zijn als volgt: Jaarlijks academieoverstijgende kennisdelingsmomenten op verschillende thema’s die landelijk spelen of voortkomen uit de Ambitie 2020 en de Avans Onderwijsvisie. Jaarlijks academieoverstijgende onderwijsinnovaties op verschillende thema’s die landelijk spelen of voortkomen uit de Ambitie 2020 en de Avans Onderwijsvisie. Jaarlijks worden succesvolle innovaties geïmplementeerd binnen de academies van het Economisch Domein. Het is lastig om heel concrete resultaten te beschrijven, omdat er vanuit de doelstelling van het thema dat centraal staat, ruimte is om verschillende resultaten te bereiken. Zo zou de doelstelling rondom het ontwikkelen van een inspirerende leeromgeving, zowel op een fysieke, als op een digitale manier kunnen worden vormgegeven. De docenten geven zelf aan wat de concrete resultaten zijn die zij beogen te behalen met de onderwijsinnovatie. Op die manier geeft het management voldoende kaders mee, maar blijft er ook voldoende professionele ruimte voor docenten om echte innovatie tot stand te brengen. Uiteindelijk zou het onderwijsinnovatieplatform moeten leiden tot betere resultaten: minder uitval onder studenten, betere leerrendementen en hogere studenttevredenheid. Waardevolle bijvangst is dat er met elkaar wordt gewerkt aan het concretiseren van de onderwijsvisie, wat zorgt voor input voor de nieuwe onderwijsvisie van Avans Hogeschool. Werkwijze onderwijsinnovatieplatform In het onderwijsinnovatieplatform vinden we het van belang om meer sturen op basis van vertrouwen en minder op basis van controle. We willen dus geen hele cyclus met projectplannen optuigen, maar zelf over middelen kunnen beschikken en snel kunnen schakelen als er goede ideeën zijn op het gebied van onderwijsinnovatie. De focus van de onderwijsinnovatie is gericht op het realiseren van de onderwijsvisie.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 38 van 64
Periodiek bepalen de directeuren van het Economisch Domein de thema’s die centraal staan binnen het onderwijsinnovatieplatform. De thema’s komen voort uit landelijke ontwikkelingen, de ambitie 2020 en de Avans onderwijsvisie. Er worden verschillende werkplaatsen / learning communities gemaakt rondom deze thema’s en daar worden kartrekkers vanuit de academies voor aangesteld en gefaciliteerd. De workflow van het onderwijsinnovatieplatform ziet er als volgt uit, gericht op het creëren van onderwijsinnovatie:
Fase
1 2 3
Beschrijving Iedere academie geeft aan welke ambities er zijn op de thema’s waar het economisch domein op focust. Binnen de academie wordt er een bijeenkomst georganiseerd om hier met elkaar over te brainstormen. De ambities van de academies worden met elkaar vergeleken door de programmaraad. De programmaraad bereid kennisdeling- en brainstormsessies voor met docenten van verschillende academies rondom de thema’s. Er worden academie-overstijgende kennisdeling- en brainstormsessies georganiseerd per thema. Bij deze sessie vinden collega’s, studenten en het werkveld elkaar en worden ideeën verder geconcretiseerd en uitgewerkt. Dit resulteert mogelijk in een beschrijving van de innovatie die zij willen gaan organiseren, waarin wordt aangegeven wat de innovatie inhoudt en hoeveel uren er nodig zijn om de innovatie te realiseren. Een mogelijke vorm waarin dit wordt vormgegeven zijn denk-doe-tanks.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 39 van 64
4
5
6
7
8
De stuurgroep / directeuren uit het economisch domein bekijken of de voorgestelde innovaties voldoen aan de criteria en kennen budget toe aan de docenten om de innovatie vorm te geven. Docenten gaan aan de slag om de innovatie in de academie uit te rollen. Ze krijgen hiervoor een vastgesteld aan innovatie-uren zoals is bepaald in fase 4. Vanuit het innovatieplatform kunnen ze ondersteuning krijgen van een onderwijskundig adviseur. Docenten evalueren in deze fase in hoeverre de innovatie succesvol is. Ze evalueren de innovatie op verschillende punten en komen op basis hiervan met ‘lessons learned’. Vooraf worden hier criteria voor opgesteld. In deze fase vindt ook de terugkoppeling naar de stuurgroep / directeuren uit het economisch domein plaats. De kennisdelingen vanuit de onderwijsinnovatie kan tussentijds (bij een grootschalige onderwijsinnovatie) en aan het eind van het proces plaatsvinden. De kennisdeling wordt georganiseerd zowel door middel van een fysiek platform (bijeenkomsten waarin er over de innovaties wordt verteld, bijvoorbeeld in het innovatielab). In de communicatie over deze bijeenkomsten, wordt ook informatie over de innovaties beschikbaar (soortgelijke event-communicatie als bij de Avans Onderwijsdag). Achteraf is de informatie ook digitaal beschikbaar. Tweejaarlijks wordt er een innovatieconferentie rondom onderwijsinnovatie georganiseerd waarin docenten vanuit verschillende academies en opleidingen de onderwijsinnovaties aan elkaar presenteren en met elkaar in gesprek gaan. Bij de conferentie is er ook ruimte om nieuwe ideeën te laten ontstaan en gaan docenten actief met elkaar brainstormen over nieuwe initiatieven. Ook academies buiten het economisch domein of opleidingen buiten Avans zijn hierbij welkom. In de academie wordt besproken in hoeverre de onderwijsinnovatie kan worden ingepast in het onderwijs. Er wordt dan gekeken naar de ambitie die de academie heeft bepaald in fase 1 en of dit past bij de ambitie. Als dit het geval is, wordt er gekeken waar er ruimte is in het onderwijsprogramma om de innovatie in te bedden. De academiedirecteur koppelt dit vervolgens terug aan de andere directeuren in de stuurgroep en geeft aan (in het geval dat de innovatie wordt doorgevoerd) hoeveel budget hij nodig heeft om de innovatie door te voeren.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 40 van 64
Randvoorwaarden en uitgangspunten Binnen het economisch domein wordt kennis gedeeld en vinden academieoverstijgende innovaties plaats. Niet alle innovaties in het Economisch Domein lenen zich voor een academie-overstijgende aanpak. Opleidingen en academies kunnen daarom ook ten allen tijden zelfstandig starten met een innovatie en hiervoor middelen aanvragen bij het College van Bestuur. Daarbij is het wenselijk als deze initiatieven in een latere fase kunnen worden opgeschaald. Binnen sommige opleidingen en academies zijn al groepen docenten geformeerd die de aanjager zijn voor onderwijsinnovatie binnen de academie. Deze groepen (kunnen) blijven bestaan naast het onderwijsinnovatieplatform. Idealiter sluiten de docenten uit deze groepen waar mogelijk ook aan bij academie-overstijgende kennisdeling en innovaties. Voor een goed verloop van het project is het belangrijk om een goed gekwalificeerde programmamanager / platform coördinator aan te stellen inclusief een klein projectteam; Het platform dient zo te worden ingericht dat docenten voldoende worden gefaciliteerd en gestimuleerd om te participeren in het platform en dat het niet opstapelt op hun huidige werkdruk; Alle academiedirecties binnen het economisch domein hechten een groot belang aan het slagen van het onderwijsinnovatieplatform en zijn ten allen tijden ambassadeur van het platform. Het slagen van het onderwijsinnovatieplatform is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Wanneer een academie de gemaakte afspraken niet nakomt, spreken de andere leden van het economisch domein de academiedirectie hier op aan; Vanuit het LIC wordt er voldoende onderwijskundige ondersteuning beschikbaar gesteld om de innovaties die dat nodig hebben te begeleiden. Dit geldt met name voor expertise op een van de zes thema’s en op innovaties die een link hebben met onderwijs en ICT. Jaarlijks gaat het om een ondersteuningsvraag van 1 FTE (0,4 FTE gericht op onderwijs & ICT, 0,6 FTE expert-ondersteuning op de verschillende thema’s). Wanneer het gaat om aanschaf van nieuwe hardware en software dient met DIF te worden afgestemd; Vanuit DMCS is er voldoende ondersteuning om een digitaal platform in te richten inclusief een communicatieplan op te stellen, zodat dit vervolgens vanuit het platform kan worden uitgevoerd. Relatie met andere projecten Veel opleidingen binnen het economisch domein zijn momenteel bezig met een curriculumvernieuwing. Bij de ervaringen die hierin worden opgedaan, worden meegenomen in het onderwijsinnovatieplatform in de fase dat de academie ambitie bepaald. De huidige experimenten die binnen VIA-Economie plaatsvinden en nog doorlopen in september 2016, worden ondergebracht in het Onderwijs Innovatieplatform. Met de programmaleider VIA-Economie vindt er regelmatig afstemming plaats. Daarnaast staat hieronder per doelstelling aangegeven welke relaties er zijn met andere projecten binnen Avans:
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 41 van 64
Relatie met project Verbouwing Onderwijsboulevard Herrijking Xplora Aanbesteding nieuwe ELO (toekomst) Programma onderwijs & ICT Challengeprogramma Programma Engels B2 Virtualiseren in Avans (ViA) Avans Ondernemerscentrum Ontwikkelen visie op partnerschappen Programma toetsing Onderzoeksminor ESB Innovatielabs (Techniek & Kunst)
2. Businesscase Context Het economisch domein is momenteel volop in ontwikkeling. Het bestaat uit een samenwerking van tien economische academies met een speciale positie daarin voor de Academie voor Deeltijd (AVD) en de Juridische Hogeschool (JHS). Het economisch domein is een samenwerkingsconstellatie waarin academies samenwerken om hun ambities en plannen meer gestalte te geven. Het economisch domein is geen eigen entiteit of aparte bestuurslaag. Elkaar goed kennen is een belangrijke succesfactor in de huidige samenwerking binnen het economisch domein. Eerlijkheid en openheid naar elkaar toe zorgen voor een cultuur waarin goed met elkaar kan worden samengewerkt. Binnen de samenwerking spreken we steeds meer dezelfde taal. Door gezamenlijk met elkaar op te trekken, kan er meer worden bereikt dan wanneer we dit individueel doen. In de realisatie van de ambities van het economisch domein wordt intensief samengewerkt met de diensteenheden, die waar mogelijk ondersteunen. De afgelopen jaren is de samenwerking tussen de economische academies binnen Avans Hogeschool gegroeid. Er zijn intensieve samenwerkingsverbanden over academies vanuit de examencommissies. Voorbeelden van grootschalige samenwerking binnen (een groot deel van) het economisch domein zijn VIA Economie en het Expertisecentrum Sustainable Business. Deze successen vormen een vliegwiel voor verdere samenwerking binnen het Economisch domein. Vanuit het domeinambitieplan is een van de ambities van het economisch domein om met elkaar intensief samen te werken op het gebied van onderwijsvernieuwing. Momenteel is de samenwerking binnen het economisch domein op het gebied van onderwijsvernieuwing zeer beperkt. Een voorbeeld van intensieve samenwerking is de academieoverstijgende curriculumvernieuwing van de opleidingen Accountancy en Bedrijfseconomie. Alternatieven Een mogelijk alternatief is om de ambitie van het economisch domein terugbrengen tot het organiseren van slechts kennisdelingsbijeenkomsten over de onderwijsvisie. Op die manier wordt er wel van elkaar geleerd. Projectgroepen curriculumvernieuwing en onderwijscommissies zouden dan met elkaar ervaringen uit te wisselen van huidige onderwijsinnovatie. Bij dit alternatief worden er geen academieoverstijgende onderwijsinnovaties gerealiseerd, hoeft er geen projectorganisatie te worden opgezet en worden er geen symposia over onderwijsvernieuwing georganiseerd. Het economisch domein ziet juist de meerwaarde om samen met elkaar te creëren. Op die manier wordt er gewerkt aan een breed gedragen visie op onderwijs vanuit het economisch
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 42 van 64
domein. Dit zou mooi input kunnen zijn voor een toekomstige onderwijsvisie van Avans Hogeschool. Door met elkaar samen te ontwikkelen en experimenteren is de kans groot dat er initiatieven van de grond komen die meer impact hebben op het onderwijs. Om dit te illustreren een voorbeeld: in alle opleidingen van het economisch domein zit een onderdeel algemeen recht. Door het schaalvoordeel zou hier digitaal onderwijsmateriaal voor kunnen ontwikkeld, zodat studenten in de les met actieve werkvormen aan de slag kunnen. Hetzelfde geldt voor onderwerpen als het creëren van een inspirerende leeromgeving, multidisciplinair samenwerken en samenwerken op het gebied van (gemeenschappelijke) toetsing. Impact analyse Onderdelen Security Communicatie
Organisatie
Personeel
Administratieve organisatie Financiën
N.V.T. De communicatie van het project wordt in samenwerking met DMCS vormgegeven. De communicatie zal met name rondom events worden vormgegeven (brainstormsessies, kennisdelingsbijeenkomsten en onderwijsinnovatieplatform). Daarnaast is er ook een digitaal platform waar docenten innovaties kunnen terugvinden. Het onderwijsinnovatieplatform bestaat uit een tijdelijke organisatie en kent de vorm van een programma. Er zijn namelijk geen SMARTgeformuleerde resultaten, maar er zijn wel breed gedragen doelstellingen waaraan wordt gewerkt. De organisatie bestaat uit een kleine stuurgroep (hierin nemen twee academiedirecteuren en directeur LIC zitting) en een kleine projectgroep. De projectleider vormt samen met drie docenten en een onderwijskundig medewerker de projectgroep. Zij worden ondersteund door een communicatieadviseur (in de opstartfase), door twee studentassistenten (gedurende het hele traject) en door een onderwijskundig adviseur met expertise op het gebied van onderwijs en ICT. Aan iedere innovatie zijn verschillende docenten gekoppeld. Zij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en maken collega’s enthousiast voor verdere verbreding als de innovatie succesvol blijkt. Een belangrijke bijvangst van het onderwijsinnovatieplatform is dat docenten met elkaar onderwijs gaan ontwikkelen, maar dat zij ook van elkaar leren en zelf dus verder ontwikkelen. Het onderwijsinnovatieplatform geeft dus een stimulans aan de onderwijskundige kwaliteit van de betrokken docenten. De onderwijsinnovatiesymposiums vormen een belangrijke vorm van bijscholing voor docenten en zal een verrijking vormen op de Basis Didactische Bekwaamheid (BDB). Waar nodig kunnen de academieonderwijskundigen met docenten meedenken en –werken met onderwijsvernieuwing. De stuurgroep zal in samenspraak met de projectleider en de directeuren van het Economisch Domein komen tot een helder besluitvormingsproces. In de volgende paragraaf is een begroting toegevoegd. Het Economisch Domein wil onderzoeken of er mogelijkheden zijn om sommige innovaties extern gefinancierd te krijgen.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 43 van 64
Informatie
Juridische zaken Technologie
Huisvesting
De projectgroep vormt samen met de student-assistenten de spil in de informatiestroom die op gang komt binnen het onderwijsinnovatieplatform. X Veel innovaties zullen een digitale component in zich hebben. Wanneer het gaat om de aanschaf van nieuwe hardware en software zal met LIC en DIF worden overlegd. In de samenwerking binnen het project zal er op verschillende manieren gebruik van worden gemaakt. Zo wordt er een digitaal platform ingericht en zullen collega’s met elkaar videoconferencen en skypen. Rondom het creëren van een inspirerende onderwijsleeromgeving is samenwerking met DIF en LIC (Xplora en digitale leeromgeving) van belang. Rondom de organisatie van de brainstormsessies met docenten en de organisatie van het symposium zijn specifieke ruimtes noodzakelijk. Waar mogelijk wordt dit binnen Avans georganiseerd, maar eventueel bestaat ook een mogelijkheid dat er wordt uitgeweken naar externe locaties.
Tijd Het onderwijsinnovatieplatform zal in september 2016 van start gaan en loopt door tot eind 2020. Het programma is opgeknipt in zes fasen, zoals in onderstaande afbeelding is vormgegeven:
Fase 1: Opstartfase van het onderwijsinnovatieplatform economie De periode van januari tot en met september 2016 vormt de opstartfase waarin het onderwijsinnovatieplatform wordt ingericht. Deze fase wordt geleid door de platformcoördinator / programmamanager, die samen met een projectgroep bestaande uit enkele docenten en een
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 44 van 64
onderwijskundige zorgen voor de voorbereiding om in het schooljaar 2016-2017 voortvarend van start te kunnen gaan. In deze fase wordt ook een digitaal platform ingericht in samenwerking met DMCS en ondersteunt door student-assistenten. Gedurende het programma zullen er altijd student-assistenten bij het project betrokken zijn om hands-on ondersteuning te leveren (bijvoorbeeld rondom communicatie, organisatie van het onderwijsinnovatiesymposium en ondersteuning van brainstorm- en kennisdelingssessies). In deze fase bepalen de academies ook hun ambitie op de gekozen thema’s. Fase 2 t/m 5: Looptijd onderwijsinnovatieplatform In september 2016 gaat het onderwijsinnovatieplatform van start. Het zou mogelijk moeten zijn om jaarlijks 18 onderwijsinnovaties vorm te geven: gemiddeld 3 per thema. Gemiddeld is er voor een innovatie 250 uur inzet van docenten gerekend. Dit is tot stand gekomen door te kijken naar de ervaringen van experimentaanvragen van de focusgroep Eigentijds Onderwijs en VIA Economie. Omdat de innovaties altijd academie-overstijgend zijn, zijn er altijd meerdere docenten bij betrokken (en kost het dus meer tijd dan een innovatie die je individueel kunt uitvoeren). Er is specifieke onderwijskundige ondersteuning beschikbaar rondom de thema’s en om initiatieven op het vlak van onderwijs en ICT te begeleiden. Vanaf september 2017 zullen de eerste innovaties ook worden verbreed en verbreid. Het budget dat hiervoor beschikbaar is, loopt in de komende jaren op, omdat er steeds meer innovaties zijn gedaan en er logischerwijs meer innovaties zullen worden verbreed en geïmplementeerd. In 2017 en 2019 vindt er een onderwijsinnovatiesymposium plaats. In de tussentijdse jaren wordt er regelmatig kennisdeling georganiseerd. Fase 6: Afronding en evaluatie van het onderwijsinnovatieplatform In september 2020 wordt het onderwijsinnovatieplatform afgebouwd. Er is dan nog beperkt budget beschikbaar voor het implementeren van succesvolle onderwijsvernieuwing. Tevens vindt dan een evaluatie plaats. Deze evaluatie heeft onder andere als doel om input te leveren voor de nieuwe onderwijsvisie van Avans Hogeschool. Geld De begroting is een uitwerking van de hiervoor genoemde keuzes en tijdsplanning: Begroting 2016-2020: Onderwijsinnovatieplatform economie uren
tarief
begroting kosten
Fase 1: Opstart en inrichting onderwijsinnovatieplatform (januari 2016 - juli 2016) Inzet platform/programma-coordinator 800 50 € 40.000,00 Inzet projectgroep (3 docenten + 1 onderwijskundig adviseur) 800 50 € 40.000,00 Ondersteuning 2 student-assistenten 200 27 € 5.400,00 Ondersteuning inrichting communicatie (ism DMCS) 120 34 € 4.080,00 Onvoorzien € 15.000,00 subtotaal 1920 € 104.480,00 Fase 2: Onderwijsinnovatieplatform schooljaar 2016-2017 (september 2016-augustus 2017) Inzet platform/programma-coordinator 800 50 € 40.000,00 Inzet projectgroep (3 docenten + 1 onderwijskundig adviseur) 800 50 € 40.000,00 Ondersteuning 2 student-assistenten 800 27 € 21.600,00 Onderwijskundige ondersteuning (expert + ICT) 1400 50 € 70.000,00 18 experimenten onderwijsinnovatieplatform 4500 50 € 225.000,00 Organisatie onderwijsinnovatiesymposium € 40.000,00 Onvoorzien 20 50 € 15.000,00 subtotaal 8320 50 € 451.600,00 Fase 3: Onderwijsinnovatieplatform schooljaar 2017-2018 (september 2017 - augustus 2018) Inzet platform/programma-coordinator 800 50 € 40.000,00
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 45 van 64
Inzet projectgroep (3 docenten + 1 onderwijskundig adviseur) Ondersteuning 2 student-assistenten Onderwijskundige ondersteuning (expert + ICT) 18 experimenten onderwijsinnovatieplatform Verbreden en implementen experimenten Organisatie onderwijsinnovatiesymposium Onvoorzien subtotaal
800 800 1400 4500 1000
50 27 50 50 50
9300
€ 40.000,00 € 21.600,00 € 70.000,00 € 225.000,00 € 50.000,00 € 40.000,00 € 15.000,00 € 501.600,00
Fase 4: Onderwijsinnovatieplatform schooljaar 2018-2019 (september 2018 - augustus 2019) Inzet platform/programma-coordinator 800 50 € 40.000,00 Inzet projectgroep (3 docenten + 1 onderwijskundig adviseur) 800 50 € 40.000,00 Ondersteuning 2 student-assistenten 800 27 € 21.600,00 Onderwijskundige ondersteuning (expert + ICT) 1400 50 € 70.000,00 18 experimenten onderwijsinnovatieplatform 4500 50 € 225.000,00 Verbreden en implementen experimenten 1500 50 € 75.000,00 Organisatie onderwijsinnovatiesymposium € 40.000,00 Onvoorzien € 15.000,00 subtotaal 9800 € 526.600,00 Fase 5: Onderwijsinnovatieplatform schooljaar 2019-2020 (september 2019 - augustus 2020) Inzet platform/programma-coordinator 800 50 € 40.000,00 Inzet projectgroep (3 docenten + 1 onderwijskundig adviseur) 800 50 € 40.000,00 Ondersteuning 2 student-assistenten 800 27 € 21.600,00 Onderwijskundige ondersteuning (expert + ICT) 1400 50 € 70.000,00 18 experimenten onderwijsinnovatieplatform 4500 50 € 225.000,00 Verbreden en implementen experimenten 2000 50 € 100.000,00 Organisatie onderwijsinnovatiesymposium € 40.000,00 Onvoorzien 160 50 € 15.000,00 1046 subtotaal 0 € 551.600,00 Fase 6: Afronding en evaluatie programma (augustus 2020 - december 2020) Evaluatie onderwijsinnovatieplatform met domein en projectgroep 200 50 Verbreden en implementeren experimenten 1000 50 subtotaal 1200 Totaal benodigde budget
€ 10.000,00 € 50.000,00 € 60.000,00 € 2.135.880,00
De totale kosten voor het onderwijsinnovatieplatform bedragen € 2.135.880,00. Het Economisch Domein is momenteel aan het onderzoeken welke externe gelden zouden kunnen worden aangevraagd voor onderwijsinnovatie en voor onderwijsontwikkeling in samenspraak met het werkveld. Na afronding van fase 1 is er meer zicht op welke externe financiële gelden er kunnen worden aangewend. Het economisch domein brengt het College van Bestuur hier in de loop van 2016 hiervan op de hoogte door middel van een rapportage. Fase 1 en een deel van fase 2 worden vanuit het vernieuwingsbudget bekostigd. Voor fase 1, de opstartfase, bedragen de kosten € 104.480,00. Voor de periode september 2016-december 2016 bedragen de kosten voor het onderwijsinnovatieplatform € 150.380,00 (Dit is 33 % van het benodigde budget voor fase 2. Deze periode bestaat uit 4 maanden en vormt 1/3e van fase 3, die 12 maanden duurt). Voor 2016 vraagt het Economisch Domein € 254.860,00 aan uit het vernieuwingsbudget van Avans Hogeschool. In de begroting zit flexibiliteit ingebouwd. Vooraf is het moeilijk om te bepalen hoeveel innovaties er gaan precies gaan starten, hoeveel uur een experiment precies kost en hoeveel
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 46 van 64
tijd het kost om een innovatie te verbreden. Er is daarom uitgegaan van gemiddelden, waarbij de ervaringen die zijn opgedaan bij VIA Economie en de focusgroep Eigentijds Onderwijs zijn meegenomen. Het aangevraagde budget vormt het maximale dat het economische domein zou willen uitgeven. Mocht tussentijds blijken dat de verwachte kosten een stuk lager uitvallen, zal het economisch domein dit aangeven bij het College van Bestuur. Mogelijk komen er vanuit de innovaties die worden uitgevoerd wel nieuwe budgetaanvragen voort. Een voorbeeld van een onderwerp waarop dit zou kunnen gebeuren, is het creëren van een inspirerende leeromgeving. In 2017 moet Avans Hogeschool een Europese aanbesteding doen voor een nieuwe elektronische leeromgeving. In 2016 zouden economische opleidingen al kunnen experimenteren met verschillende digitale leeromgevingen, zodat er in 2017 een goede afgewogen keuze kan worden gemaakt. Kosten – batenanalyse: In het onderstaande schema zijn de kosten en baten van het onderwijsinnovatieplatform tegenover elkaar afgezet: Kosten Baten Tijd: De tijdsinvestering die wordt gevraagd Een stevige focus op realisatie van docenten uit de academies van het onderwijsvisie / ambitie 2020 binnen het Economisch domein is fors. economisch domein op docentniveau en – directieniveau. Verbetering van de onderwijskwaliteit: meer uitdagend en eigentijds onderwijs leidt tot minder uitval en betere leerrendementen. Het eigentijdse onderwijs binnen de economische opleidingen vormen een voorbeeld voor andere opleidingen. Geld: Flinke budgetaire investing om te Docentontwikkeling door samen te werken zorgen dat de benodigde vernieuwing wordt aan onderwijsinnovatie en met en van gerealiseerd. elkaar te leren Focus: Het onderwijsinnovatieplatform zal Samenwerking en kennisdeling in het vanuit docenten en directies de nodige economisch domein – hierdoor minder vaak aandacht vragen, naast de brede span of zelf het wiel hoeven uit te vinden control. Positieve beeldvorming: Avans Hogeschool investeert stevig in het verbeteren van onderwijskwaliteit en -vernieuwing Innovaties kunnen leiden tot nieuwe beleidsrichtingen binnen Avans (bijvoorbeeld nieuwe ELO, digitaal toetsen, samenwerking met het werkveld, nieuwe onderwijsvisie)
Risico score
Impact (1-5)
Kans (1-5)
Risicoanalyse In het onderstaande schema is een risicoanalyse gemaakt voor het onderwijsinnovatieplatform: Risico Toelichting risico Risicohouding en toelichting
Domeinplan Economie 2016
Beheersmaatregel
datum September 2015 Economisch domein pagina 47 van 64
Inzet docenten
Er zijn te weinig docenten beschikbaar om te participeren in het platform vanwege werkzaamheden eigen academie.
Toename werkdruk
Werkdruk docenten neemt verder toe door deelname aan het project
Experimenten worden niet verbreed Academies krijgen geen budget voor eigen innovatie
2
5
10
4
4
16
Innovaties krijgen geen/lastig follow-up bij implementatie
3
2
6
Het CvB kent academies geen budgetten toe vanwege mogelijkheden om binnen Economisch Domein academieoverstijgende innovaties te realiseren.
2
5
10
Domeinplan Economie 2016
Voor directies inzichtelijk maken hoeveel docenturen vrijgemaakt dienen te worden op jaarbasis en dit als randvoorwaarde stellen om te participeren. Vooraf duidelijke afspraken maken over inzet tussen docenten met directie. Voor een experiment start nadenken over hoe de implementatie eruit komt te zien. Zorgen dat er al voldoende animo voor is. Opnemen als randvoorwaarde in businesscase en met CvB bespreken.
datum September 2015 Economisch domein pagina 48 van 64
4.4
Verbeteren aansluiting
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 49 van 64
Documentgegevens Datum
16-9-2015
Projectfase
Initiatief en definitiefase (vooronderzoek) versie 2.0
Onderdeel businessplan?
Ja: onderdeel van domeinambitieplan Economie, cluster 3 Student.
Programma of project?
project
Projectleider (beoogd)
Nader te bepalen
Programmamanager (beoogd)
Nvt / …..
Participerende organisatieonderdelen
Academies Economisch domein, DMCS
Initiatiefnemer (eigenaar)
Academies Economisch domein
Penvoerende eenheid (opdrachtgever)
Peter Hollants (AMBM), Erik Pardon en Peter van Hoorn (AMIB) i.s.m. DMCS Sabine van Gent, Irma Borman
Algemeen beeld Dit voorstel betreft een aanvraag voor een vooronderzoek voor het thema Instroom van het domeinplan van het Economisch Domein. Dit vooronderzoek heeft als resultaat een advies uit te brengen, inclusief uitwerking in de vorm van een businesscase voor een meerjarenstrategie voor het aansluitings- en wervings- en voorlichtingsbeleid en activiteiten voor (aankomende) voltijdsstudenten voor de Economische opleidingen van Avans Hogeschool.
1. Aanleiding Externe ontwikkelingen a) Studentaantallen: is de strijd om de student begonnen? Vanaf 2010 tot 2014 zijn de instroomaantallen binnen het HEO gestaag gegroeid. Bij Avans Hogeschool/HEO: 3012 in 2010 naar 3301 in 2014. In 2015 zien we een grilliger beeld: -8,2% minder instroom, en voor specifieke economische opleidingen echt beduidend minder instroom: CMD en Communicatie, dan zien we -30,3%. AVB (Bestuurskunde, IV) heeft een lagere instroom vanwege NF. De overige academies volgen de landelijke trend, maar hebben wel minder instroom. In de bijlage vind je de landelijke cijfers van HEO. (bron: cijfers.hbo-raad.nl) b) Elkaar goed leren kennen is (zoals te lezen is in het ambitieplan van het Economisch domein) een belangrijke succesfactor in de huidige samenwerking binnen het economisch domein. In opdracht van de Vereniging Hogescholen heeft een landelijke sectoranalyse plaatsgevonden over de te verwachten ontwikkelingen in het economisch domein (“Wendbaar in een duurzame economie, November 2014”). Naast dit rapport is de Strategische Agenda “Wendbaar & Weerbaar”, de Ambitie2020, de Onderwijsvisie en het Onderzoeksbeleid van Avans Hogeschool meegenomen als uitgangspunt voor dit voorstel. Het onderzoek gaat antwoord geven op de vraag, of een eenduidige positionering voor de doelgroepen wenselijk is. Dit gegeven hier genoemde strategische ontwikkelingen. In paragraaf 2 komt de probleemstelling verder aan bod. c) De meeste economische studenten hebben een E&M profiel (HAVO). Dit is dan ook gelijk het meest brede profiel met de meeste aantallen. Dat maakt dan ook dat een scholier niet altijd helder heeft, wat zijn of haar toekomstige keuze wordt. Oftewel, ze
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 50 van 64
hebben veel keuzemogelijkheden en juist ook meer inspiratie, informatie en bevestiging nodig, dan andere studenten (als bijvoorbeeld een “technische scholier” ) om tot een goede studiekeuze te komen. Aanleiding om een proces in te richten voor gerichte en heldere voorlichting en aansluiting op basis van deze 3 fases. Nu zien we namelijk o.a. dat economische studenten een lager studiesucces kennen dan andere domeinen. Dit is dan ook een van de redenen om het proces vanuit inspiratie, informatie en bevestiging in kaart te brengen. d) Komend jaar krijgt het Economisch domein ook te maken met de Conversie Economie. Ook dit zal zijn impact hebben op de positionering van de economische opleidingen. Daarnaast zien we intern ook een beweging: zo worden een aantal opleidingen (AC/BE) door de curriculumvernieuwing in de 1e fase samengevoegd. Ook dit heeft impact op de aansluiting en voorlichting. e) Econasia etc; er zijn veel ontwikkelingen waarbij het VO zich de komende jaren wil gaan onderscheiden en profileren. Het onderzoek zal op moeten leveren of we meer verbindende activiteiten in samenwerking met het toeleverend onderwijs (VO maar zeker ook MBO) eenduidig moeten gaan opzetten. Willen we dat als economisch domein? En hoe kunnen we dan aansluiten op die ontwikkelingen binnen het VO en MBO (zie ook de bijlage in dit document) om er voor te zorgen, dat de aankomende student vanaf het 1e contactmoment tot aan de start van zijn studie vanuit dit ketenproces de juiste orientatie, informatie en inhoudelijke aansluitingsactiviteiten heeft doorlopen waardoor hij zijn juiste keuze heeft gemaakt. Stakeholders De stakeholders zijn meer dan alleen de aankomende student. Ook zittende studenten, docenten, maar ook het toeleverend onderwijs (de ROC’s en VO-scholen) zijn doelgroepen van de Economische opleidingen. Hieronder per stakeholder een korte schets. Scholier De aankomende scholier verandert. Het ideale keuzeproces is er niet. Iedere scholier bewandelt zijn eigen route. Wel weten we uit onderzoek, dat dit proces uit 3 fases bestaat: Inspiratie: op zoek naar het verhaal en beeld, wat raakt me, enthousiasmeert me, raakt mijn drijfveren. Informatie: op zoek naar informatie over de opbouw van de opleidingen die ik overweeg, vakken toelatingseisen, aantallen etc. Bevestiging: maak ik de juiste keuze: past de sfeer van de opleiding bij me, het type studenten en docenten en het toekomstperspectief bij wie ik ben? De omgeving speelt hierin een belangrijke (en met toenemende mate) rol, Denk hierbij aan influentials als ouders, vrienden en docenten/decanen). Dit zijn de secundaire doelgroepen van de aankomende student. Student De zittende student, ook in het Economisch domein, doet het zeker goed bij Avans Hogeschool. Als je het HEO en het HTNO vergelijkt met andere hogescholen, dan scoort Avans ongeveer 10% hoger dan het totaal van de hbo’s. Echter, het studiesucces bij andere domeinen is hoger. Zo scoort de sector Gezondheidszorg (na 5 jaar) 65%. En het HEO 54,9%.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 51 van 64
Ook zie je een toename in uitval na 1 jaar bij MBO-ers. Bij Avans ligt dit percentage nu op 21,4% (landelijk 23,1%). Daarnaast zien we dat de gemiddelde studieduur toeneemt. Bij Avans (HEO) ligt dit nu op 53,1 (landelijk 56,2). (bron: factsheet Vereniging Hogescholen) Toeleverend onderwijs De relatie met het toeleverend onderwijs verandert. We zien in de regio Zuid een duidelijke groei in netwerkorganisaties. Een kans voor het Economisch domein om middels dit vooronderzoek in kaart te brengen, wat de huidige situatie/relatie en verbindingen met het toeleverend onderwijs binnen het Economisch domein is. Om dan vervolgens te kunnen anticiperen op o.a. hieronder genoemde initiatieven. Deze nieuwe initiatieven kunnen in het vooronderzoek in kaart gebracht worden en zijn bij de randvoorwaarden vermeld. In de bijlage is in ieder geval een overzicht opgenomen van alle netwerken van Avans Hogeschool naar het toeleverend onderwijs die vanuit DMCS worden beheerd. Interne ontwikkelingen a) De activiteiten rondom voorlichting en aansluiting naar het toeleverend onderwijs worden binnen het Economisch domein veelal vanuit de eigen academie en/of opleiding aangeboden. Sommige academies doen veel, anderen varen mee op de Avansbrede voorlichtingscommunicatie en –activiteiten. Dat betekent niet, dat per definitie niet juist is. b) Ook denken academies binnen het domein verschillend over de instroomdoelstellingen. De ene opleiding wil niet groeien, een andere wil gelijkblijvende instroom met een verhoogde kwaliteit van de instroom. c) Groot switchgedrag huidige economie studenten.
2. Probleemstelling c.q. uitdaging Uitdaging: Door de heldere positionering hebben zittende studenten van het Economisch domein een bewuste keuze gemaakt met als doel een betere match met de opleiding. En met als effect een vermindering van de uitval.
Probleemstelling: Doel van het vooronderzoek is antwoord te geven op onderstaande onderwerpen/vragen: Doelgroep 1. Hebben we vanuit het economisch domein behoefte aan een: a. Eenduidige positionering van de Economische opleidingen van Avans Hogeschool? De uitdaging wordt, om gezamenlijk vast te gaan stellen, op basis van de interne en externe behoefte of een eenduidige positionering van de Economische opleidingen van Avans Hogeschool (aankomende) studenten helpt om een bewuste keuze te maken met als doel een betere match met de opleiding. We zien dat andere hogescholen zich steeds meer vanuit 1 domein profileren naar de (aankomende) student en hier een duidelijke keuze maken.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 52 van 64
b.
c. d. e.
Zo ja, welke keuzes maken we dan? Wat zijn de USP’s, wat is de gemene deler, die de Economische opleidingen zo uniek maakt, ten opzichte van andere Hogescholen en andere aanbieders van Economische bacheloropleidingen. Heeft de (aankomende) student en zijn/haar influentials (ouders/schooldecanen) ook behoefte aan deze eenduidige positionering? Willen we vervolgens gezamenlijk dan ook een eenduidig voorlichtings- en aansluitingsbeleid vormen voor de (aankomende) student en het toeleverend onderwijs (VO en MBO) en haar netwerken? Welke inhoudelijke verbetering van aansluitingsactiviteiten zien we dan, rekening houdend met externe ontwikkelingen zoals onder e genoemd in dit onderzoeksvoorstel.
Interne stakeholders 1. Is er intern draagvlak binnen de academies (medewerkers en docenten) voor een heldere positionering naar (aankomende) studenten? Hoe motiveren we de interne organisatie, en betrekken we hen bij het veranderde oriëntatie pad van de aankomende student. Wat betekent dit voor de docent? Waarom is de bijdrage van de docent, maar ook de zittende student zo belangrijk voor het oriëntatie proces?
Aansluiting 2. Daarnaast hebben we een uitdaging naar het toeleverend onderwijs. We kunnen middels dit project onderzoeken, of de nieuwe initiatieven (pagina 2, toeleverend onderwijs) echt aanknopingspunten gaan bieden, voor een verbeterde relatie met de ROC’s en VO-scholen, en daarmee de aankomende student. 3. Een ander probleem is de diversiteit in de huidige relatie met het toeleverend onderwijs. Iedere opleiding heeft, naast de Avansbrede contacten vanuit DMCS wel een relatie met VO-scholen of ROC’s. Het advies is om middels dit vooronderzoek de relaties in kaart te brengen, en de krachten te gaan bundelen. Met als doel transparantie brengen in de aansluitings- en voorlichtingsactiviteiten. 4. Is er interne bewustwording binnen de academies van de overige opleidingen binnen het Economisch domein? Is er voldoende academie-overstijgende bewustzijn en kennis bij medewerkers en docenten, zodat switchende studenten met warme hand mogelijk over kunnen stappen binnen het domein?
Doelstelling en resultaat Het primaire doel bij de verschillende activiteiten is het bewerkstellingen van een kwalitatief betere instroom van studenten bij de verschillende economische opleidingen. Alle (inhoudelijke) voorlichting en aansluitingsactiviteiten die de individuele economie academies cq. opleidingen overstijgen worden in kaart gebracht ( additioneel boven op de reguliere door DMCS uitgevoerde activiteiten) en niet direct door DMCS (kunnen) worden opgepakt. De kwalitatief betere instroom realiseren wij door gedurende alle jaren in het basis- en voortgezet onderwijs (doordacht) een inhoudelijke dialoog aan te gaan met leerlingen, docenten, decanen en ouders. Hierbij houden wij rekening met de fase waarin de leerling op dat moment zit. Voor kinderen in het primair onderwijs is het doel verwonderen (wat is
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 53 van 64
economie ), voor de onderbouw VO gaat het om verleiden (economie is interessant), in de bovenbouw/MBO wordt het steeds inhoudelijker met verdiepen (hoe werkt economie en wat kan ik er mee) en volbrengen (wat voor mij).
Het resultaat is een instroom- en aansluitingsproces voor (aankomende) studenten voor de Economische opleidingen van Avans Hogeschool. Onderdeel van dit proces is tevens de switcher binnen de Economische opleidingen, die door kennis van elkaars opleidingen een bewuste overstap kan maken binnen het domein.
Thema’s ambitie 2020 / Onderwijsvisie
Bijdrage
Differentiatie
We spelen in op verschillen tussen (groepen) studenten (diversiteit). We streven hierbij onder meer naar persoonlijke aandacht en passende leerroutes. We leiden de leerlingen naar een betere en juiste keuze door: Activiteiten te uitvoeren, te evalueren en te verbeteren: o.a. samenwerking VO en MBO, gender activiteiten, gastlessen geven, regionale steunpunt opzetten.
Multidisciplinariteit
Avansstudenten worden herkend door hun lerende, onderzoekende, ondernemende en verantwoordelijke houding. Daardoor hebben studenten een meerwaarde in de organisatie waar zij komen te werken. Door hun kennis, vaardigheden en gedrag en ook door de normen en waarden die ze meenemen. Door de kwaliteit van de voorlichtingen te professionaliseren binnen het economisch domein. Door betere aansluiting met MBO’s en VO’s vorm te geven. Door de instroom inzichtelijk te maken. Niet alleen in data en prognoses, maar ook door het instroomproces in kaart te brengen.
Docentkwaliteit Onderzoek in onderwijs Duurzaamheid Partnerschappen
Door duurzame relaties aan te gaan met onze partners van het toeleverend onderwijs van het VO en MBO. Via netwerken, voorlichtings- en oriëntatie-activiteiten vanuit een eenduidig beleid.
Overige thema’s
Bijdrage Gezamenlijke communicatie professionaliseren: o.a. ontwikkelen website, folders en uitvoeren gezamenlijk marketingplan.
Kwaliteitszorg
Internationale context en Engels B2 Beroepsgerichtheid
Door het arbeidsmarktperspectief voor het individu helder en aanspreekbaar te schetsen.
Kleinschaligheid en persoonlijke aandacht
Door aandacht te hebben voor de (aankomende) student in de 1-op1 benadering tijdens de voorlichtingsfase (inspireren, informeren en
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 54 van 64
bevestigen) en voor de switchende economiestudent door hem via SLB (en decanaat) te wijzen op de alternatieven binnen het economisch domein van Avans Hogeschoo. Brein en Leren Motivatie ICT in onderwijs Leeromgeving Studieloopbaan-begeleiding
-
Toetsing Internationalisering Onderzoek Valorisatie
3.
Specifiek beeld oplossingsrichting:
Randvoorwaarden en uitgangspunten 1. Dit vooronderzoek betreft een uit te brengen advies voor voltijdsstudenten. 2. Nieuwe initiatieven netwerken aansluiting Nieuwe initiatieven vanuit de Netwerken met het toeleverend onderwijs meegenomen kunnen worden in het vooronderzoek: NRO onderzoeksubsidie: in samenwerking met HAN/Leygraaf: met het mbo en hbo op zoek gaan naar "bewezen" goed functionerende mbo-hbo doorstroomtrajecten. Ontwikkelingen rondom inrichting Vrije Keuzegedeelte Doorstroommodules mbo-hbo Ontwikkelingen rondom Econasia, Entrepreunasia. HAVO-HBO: talentprogramma’s Eerste verkenning heeft binnen het netwerk reeds plaatsgevonden en kan een mooi project zijn om vanuit het economisch domein aan deel te nemen. Deelname project: werken met doorstroominformatie vanuit de VO-raad. DMCS participeert in dit project. Beta Steunpunt Brabant (BSB) Voorstel ingediend (bij OC&W voor verduurzaming van de netwerken en structurele aansluiting VO –HO door TU/e, TiU, NHTV, Fontys en Avans Hogeschool. Deze call biedt mogelijkheden voor Economie om hierop aan te haken. Bovenstaande initiatieven zullen natuurlijk nog uitgebreider toegelicht gaan worden. 3. Challengeprogramma Economie 4. Externe ontwikkelingen zoals genoemd onder punt 1.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 55 van 64
4.
Specifiek beeld tijd / geld:
Planning November 2015 (na goedkeuring domeinambitieplan Economie) voor de periode 9 maanden.
Budget initiatieffase/vooronderziek Voorstel is om gedurende de projectperiode 0,7 fte aan te stellen als projectleider. In samenwerking met DMCS, maar met name met de collega’s (&V-ers en docenten) van het Economisch domein zal gezamenlijk gewerkt worden aan dit vooronderzoek. Verder zal er vanuit DMCS voor het vooronderzoek 1 marketingcommunicatie-adviseur voor 0,4 fte en 1 adviseur specifiek voor de ontwikkelingen rondom de netwerken en aansluitingsactiviteiten voor 0,3 fte. Indicatief budget voor het vooronderzoek: Personeel 1 projectleider, schaal 10, 0,7 fte academie-inzet (150 uur per academie/9 academies /50 euro) 1 marketingcommunicatie-medewerker DMCS 1 adviseur Aansluiting (netwerken, voorlichtingen)
: 40K : 67.5K : 20K : 20K
Middelen Communicatiemiddelen
: 60K
Totale kosten vooronderzoek:
: 207.5K
Doorkijk/budgetindicatie plan van aanpak Het op te leveren advies van het vooronderzoek zal dan vervolgens leiden tot een plan van aanpak. De kostenindicatie is hiervoor nu slechts op hoofdzaken te schetsen. Dit betekent een structrurele inzet van de PR&V-ers van academies, die in samenwerking met DMCS werken aan het implementeren van het orientatie- en aansluitingsbeleid voor de Economische opleidingen. Indicatief: (dus nog niet mee te nemen in deze begroting voor het vooronderzoek, maar meer een doorkijk: Middelen Aanpassingen cCommunicatiemiddelen Aanpassingen voorlichtingen Vernieuwende activiteiten, bijv. domeinspecifiek Aansluitingsactiviteiten opleidingen VO: Indicatief 0,5 fte per academie en DMCS middelen
: 60K : 50K : 50K : 30K per academie : 20K per academie
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 56 van 64
Bijlage Het vooronderzoek Positionering Economie kent 3 hoofdpijlers. Doelgroep, interne stakeholders en aansluiting. Hieronder nog een korte verdieping. Doelgroep: voorlichting en communicatie Voorlichting is nog te vaak gericht op het bieden van informatie. Informatie over bijvoorbeeld de opbouw van de opleiding, specialisaties of inhoud van vakken. Doordat veel jongeren daar vaak nog niet zijn, en dit geldt dus zoals eerder bij de aanleiding geschreven, zeker voor jongeren met een economisch profiel (zowel VO als MBO), raakt de informatie ze niet. Ze willen eerst meer weten over het grotere verhaal: het domein, wat wordt ik? Waarom is die opleiding relevant voor mij? Wat kan ik ermee bereiken. We creëren een blauwdruk voor de voorlichting c.q. werving: zowel de activiteiten als het communicatiemiddel (website, factsheets, DM enz). Vanuit een eenduidige positionering van de economische opleidingen, maar juist ook het benoemen van de unieke elementen van de verschillende opleidingen (en dus de onderlinge verschillen) maken we een vernieuwd voorlichtings- en communicatiepad. Interne stakeholders Overigens is er in het communicatieplan voor het economisch domein ook aandacht voor interne communicatie. Hoe motiveren we de interne organisatie, en betrekken we hen bij het veranderde oriëntatie pad van de aankomende student. Wat betekent dit voor de docent? Waarom is de bijdrage van de docent, maar ook de zittende student zo belangrijk voor het oriëntatie proces. Daarnaast: is er intern voldoende zicht op elkaars mogelijkheden? Kennen we de andere opleidingen waar we de switchende student naar kunnen verwijzen? Aansluiting Aansluitingsactiviteiten worden in kaart gebracht. Per academie leveren we een overzicht van de specifieke activiteiten. Doorstroomprogramma’s mbo Doorstroommodules met de ROC’s brengen we in kaart. Aanvullend hierop maken we een gezamenlijk plan. Ook nieuwe initiatieven (zoals benoemd op pagina 2, toeleverend onderwijs) worden ondergebracht in dit project (denk hierbij aan het initiatief Vrije keuzemodule HBO voor MBO-ers). Vrije keuzemodule HBO De invoering van de herziening kwalificatiestructuur mbo met ingang van 1 augustus 2016 leidt ertoe dat er keuzedelen aan de diploma eisen toegevoegd zijn. Dat betekent dat deelnemers keuzevrijheid hebben in het kiezen van één of meerdere verdiepende, verbredende en/of doorstroomgerichte keuzedelen. Daarmee kan een deelnemer/aankomend hbo student in spelen op zijn/haar loopbaanperspectief. Er zullen deelnemers zijn, die na het behalen van hun mbo diploma, willen gaan werken en er zullen deelnemers zijn die willen doorstromen naar een studie op een hoger niveau. Voor dié deelnemers die willen doorstromen van een niveau 4 kwalificatie naar het hbo of AD is er de mogelijkheid om het doorstroomgerichte keuzedeel “Voorbereiding hbo” te kiezen. Dit keuzedeel biedt de mogelijkheid om samen met het hbo invulling te geven aan een goede voorbereiding van de deelnemer op een hbo studie. Het doel van het doorlopen van dit keuzedeel is dat de deelnemer: - een gestructureerd keuzeproces doorloopt om te komen tot een gefundeerde en gemotiveerde keuze;
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 57 van 64
- de deelnemer ervaart hoe het is om te studeren in het hbo door met andere deelnemers samen te werken in een projectgroep aan een hbo casus; - reflecteert op zijn capaciteiten, motieven en loopbaanorientatie; - een portfolio samenstelt waarin het hele proces door de deelnemer wordt verantwoord. NB: De essentie van het keuzedeel is compententie-ontwikkeling van de toekomstige hbo student en NIET het wegwerken van deficiënties. Verbinding met VO Er zijn veel specifieke aansluitingsactiviteiten naar het toeleverend onderwijs. Vanuit academies zijn er 1-op-1 verbindingen, relaties en activiteiten voor aankomende studenten. Dit brengen we in kaart en gaan we op zoek naar de juiste verbinding. Hierdoor krijgen we zicht op het aansluitingsproces en kunnen we dit in lijn brengen met de Avansbrede activiteiten als Schakelmodules, OVO-ochtenden, profielevents. Netwerken De participatie in de huidige netwerken loopt via DMCS. Vanuit dit project zal er aandacht komen voor specifiek de economische opleidingen. Enkele initiatieven zijn al bij de randvoorwaarden genoemd. Verdere initiatieven of ontwikkelingen krijgen gestalte gedurende de projectperiode.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 58 van 64
4.5
Strategische partnerschappen
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 59 van 64
Documentgegevens Datum Projectfase Onderdeel businessplan? Programma of project? Projectleider (beoogd) Participerende organisatieonderdelen Initiatiefnemers (eigenaar) Penvoerende eenheid (opdrachtgever)
September 2015 Initiatief en definitiefase (vooronderzoek) Ja Project Nog nader te bepalen Alle academies uit het Economisch Domein Directie AMIB en ASIS AMIB - Eric Pardon
Budgetaanvraag vooronderzoek project 1. Algemeen beeld: Aanleiding In de Ambitie 2020 van Avans Hogeschool geven we aan dat we de partnerschappen met het bedrijfsleven in de regio zeer van belang vinden: “In het regionale bedrijfsleven zijn veel sectoren vertegenwoordigd. Dit vraagt om een hogeschool met een breed profiel. Bij ons aanbod van bacheloropleidingen houden we rekening met de arbeidsmarkt en de vragen uit de regio. De rol die wij vragen van onze partners bij het multidisciplinair samenwerken aan real life vraagstukken met onze studenten en docenten wordt minder vrijblijvend. De expertise van de partners zal ook ingezet moeten worden in het onderwijs. We maken duidelijke afspraken met elkaar en leggen deze vast. Door kennis te delen kunnen onze partners in hun bedrijfsproces aantoonbaar verbeteringen doorvoeren.” In het Economisch Domein was tot nu toe de focus rondom partnerschappen vooral gericht op partnerschappen tussen één academie en een specifieke partner. In het economisch domein is de wens geuit om met elkaar op te trekken in het selecteren van strategische partners waar we academieoverstijgend of zelfs domeinbreed met elkaar samenwerken. Op die manier kunnen we waarmaken wat in de Ambitie 2020 staat beschreven vanuit de rol van kennispartner: “Mijn relatie met Avans is stevig, we houden allebei niet van los-vast. Ik ben een partner die graag meer doet dan plaatsen beschikbaar stellen voor stagiaires en afstudeerders. Ik ben regelmatig in gesprek met Avans over de vragen die mijn organisatie bezig houden en waaraan Avans een bijdrage kan leveren. Het is een wederkerig partnerschap. Ik lever bijvoorbeeld real-life vraagstukken aan waar studenten en docenten samen met onze eigen experts aan werken. Een mooi voorbeeld van multidisciplinair teamwork. Het vergt een gedegen inzet van mijn medewerkers gedurende een aantal weken per jaar. Dat heb ik er zonder twijfel voor over want het resultaat geeft mij de kans mijn eigen bedrijfsprocessen te verbeteren en mijn medewerkers nieuwe kennis te laten ontwikkelen. Dat deze kennis ook weer terugvloeit in het onderwijs vind ik alleen maar mooi. Ik zie dat als een onderdeel van maatschappelijk verantwoord ondernemen.”
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 60 van 64
Probleemstelling c.q. uitdaging Maar wat verstaan we binnen het Economisch Domein onder kennis- of strategische partners? Met wie hebben we deze relaties al? En met wie (nog) niet? Er zijn ook vele andere partners en waardevolle contacten van Avans. Hoe gaan we daar in de toekomst mee om? De huidige beelden die er binnen de verschillende academies in het Economisch Domein zijn op het gebied van partnerschappen zijn zeer divers. Om het relatiemanagement binnen het domein te professionaliseren, is het van belang dat er een gemeenschappelijke visie wordt ontwikkeld over wat we verstaan onder partnerschappen en wat we hier precies uit willen halen. Met een gedeelde visie kunnen er vervolgens acties worden uitgezet om toekomstbestendige partnerschappen op te bouwen met het Economisch Domein. Doelstelling en resultaat Thema’s ambitie 2020 / Onderwijsvisie Differentiatie Multidisciplinariteit
Docentkwaliteit Onderzoek in onderwijs Duurzaamheid
Partnerschappen
Overige thema’s Kwaliteitszorg
Internationale context en Engels B2 Beroepsgerichtheid
Bijdrage X Door een weloverwogen keuze te maken in de partners met wie we samenwerken, kunnen we multidisciplinaire opdrachten uit het werkveld naar het onderwijs vertalen. X Real-life onderzoeksopdrachten komen vanuit onze partners en geven we een plek in het onderwijs. In de selectie van onze partners is een belangrijk criteria dat zij de duurzaamheidsambitie van Avans Hogeschool onderschrijven en ook zelf tot uiting brengen in hun organisatie. Dit vooronderzoek is gericht op het ontwikkelen van een gedeelde visie op partnerschappen in het economisch domein, met als vervolgstap om het relatiemanagement te professionaliseren en strategische partners te selecteren. Bijdrage Door een intensieve samenwerking met het werkveld werken we aan een constante kwaliteitstoets van het beroepenveld van de opleiding. Door samen te werken op het gebied van kwaliteitszorg worden wij voor de regio een betrouwbare kennispartner. X De samenwerking met partners zorgt voor een verbetering van de beroepsgerichtheid van de opleidingen.
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 61 van 64
Kleinschaligheid en persoonlijke aandacht Brein en Leren Motivatie ICT in onderwijs Leeromgeving
Studieloopbaanbegeleiding Toetsing Internationalisering Onderzoek Valorisatie
X X X X We verrijken de leeromgeving van de student door met het werkveld intensief samen te werken en waar mogelijk ook bij bedrijven onderwijs- en onderzoeksactiviteiten te ontplooien. X X In de inventarisatie wordt gekeken naar welke ambitie er is om met internationale partners samen te werken. X X
De doelstelling van dit project is om toekomstbestendige, duurzame en strategische partnerschappen vanuit het economisch domein met organisaties uit de regio te realiseren. We beogen twee resultaten met dit vooronderzoek: Resultaat 1: Een breed gedragen visie op het gebied van partnerschappen binnen het gehele economische domein. In de visie staat beschreven welke type partners wij onderscheiden, hoe de relatie er uit ziet met deze partners en welke kenmerken deze partners beschikken. Dit zou kunnen in de vorm van een relatiepiramide. Deze visie vormt vervolgens het startpunt voor het verder professionaliseren van ons relatiemanagement en het selecteren van strategische partners. Resultaat 2: Een inventarisatie bij de academies over hoe zij in de toekomst met het onderwerp partnerschappen aan de slag willen wat uiteindelijk wordt geconcretiseerd in een plan van aanpak. Hierin staat opgenomen hoe de academies komende jaren gaan werken aan het professionaliseren van relatiemanagement, welke criteria zij gebruiken bij het selecteren van (strategische) partners, hoe zij onderling samenwerken op het gebied van partnerschappen en welke ondersteuning hier voor nodig is. Op basis van dit plan van aanpak wordt in de loop van 2016 een budgetaanvraag ingediend om het relatiemanagement te faciliteren. In het verleden is al vaak gesproken over relatiemanagement, het gebruik van Superoffice en partners in het economisch domein, maar tot dusver hebben deze discussies nog niet tot een duidelijke keuze geleid. Het is daarom van belang om met elkaar deze visie te gaan ontwikkelen en te komen tot een gedragen plan van aanpak. 2.
Specifiek beeld oplossingsrichting:
Randvoorwaarden en uitgangspunten
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 62 van 64
Dit vooronderzoek sluit aan bij de uitgangspunten die in de Ambitie 2020 worden geformuleerd rondom partnerschappen, zoals op pagina 1 van deze aanvraag zijn beschreven. Daarnaast sluit deze aanvraag aan bij de volgende uitgangspunten uit de Avans Onderwijsvisie: 1.1 De opleiding heeft toekomstbestendige partnerschappen met het werkveld. Samen met hen zorgt de opleiding voor de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs. 1.5 De docent heeft actieve binding met de beroepspraktijk. 1.6 De actuele beroepspraktijk staat centraal binnen de opleiding. Werkwijze ontwikkeling visie en plan van aanpak: De werkwijze om te komen tot een gedeelde visie op partnerschappen en een plan van aanpak bestaat uit verschillende stappen: Stap 1: Deskreserach
Stap 2: Inventarisatie bij de academies
Stap 3: Terugkoppeling naar het Economisch Domein Stap 4: Aanscherpen van de visie en het plan van aanpak Stap 5: De visie wordt vastgesteld en het plan van aanpak ingediend bij het College van Bestuur
In kaart brengen van reeds bestaande onderzoeken (zowel binnen als buiten Avans) naar het verbeteren van relatiemanagement en partnerschappen. Op basis van deze deskresearch wordt er een topiclijst samengesteld waarmee de visie op strategische partnerschappen kan worden geïnventariseerd en waarmee bepaald kan worden hoe het plan van aanpak eruit moet komen te zien. Met iedere academie binnen het Economisch Domein wordt er een afspraak ingepland om een inventarisatie te doen op basis van de topiclijst die is opgesteld in fase 1. Bij de gesprek zal naast de academiedirectie ook medewerkers aansluiten die momenteel veel contact met partners onderhouden, zoals bijvoorbeeld medewerkers van stage- en praktijkbureaus van de academie. Op basis van de inventarisatie onder de academies vindt er een terugkoppeling plaats waarin er een concept-beeld wordt geschetst van de visie op partnerschappen en hoe een mogelijk vervolg eruit komt te zien. De feedback die is gegeven in stap 3 wordt verwerkt tot een definitieve visie op partnerschappen in het economisch domein en een definitief plan van aanpak. De visie wordt vastgesteld door het Economisch Domein en het plan van aanpak wordt ingediend in de vorm van een businesscase bij het College van Bestuur om een vervolgtraject in te gaan om het relatiemanagement binnen het Economisch Domein verder te professionaliseren en om strategische partners te selecteren.
Een mogelijk resultaat uit de inventarisatie van de academies zou kunnen zijn dat er geen gemeenschappelijke ambitie is om academie-overstijgend met elkaar samen te werken aan het thema partnerships. In dat geval zal er geen plan van aanpak worden
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 63 van 64
ingediend vanuit het Economisch Domein en zal iedere academie op eigen wijze invulling geven aan het thema partnerschappen. Wanneer het in de planvorming gaat over het verbeteren van het relatiemanagement, wordt met DMCS samenwerking gezocht. Gebruikers van het resultaat De gebruikers van het resultaat zijn de directies van de academies binnen het Economisch Domein. Mogelijk hebben ook directeuren van andere academies buiten het domein of de diensteenheden profijt van de visie die is ontwikkeld. De gedeelde visie op partnerschappen en het plan van aanpak vormen het startpunt om het relatiemanagement van de academies verder te professionaliseren. Relatie met andere projecten Binnen het maatschappelijk domein is er ook de ambitie uitgesproken om het relatiemanagement te verbeteren. Zij brengen de belangrijkste relaties voor het domein in kaart en bevorderen het gezamenlijk optrekken richting het werkveld. Tevens vindt daar een inventarisatie plaats van gewenste nieuwe relaties. Tussentijds wordt met het maatschappelijk domein afgestemd over hun werkwijze, zodat er optimaal van elkaar ervaringen kan worden geleerd. In het verleden is Superoffice door middel van een project geïmplementeerd in de organisatie. De verwachting is dat Superoffice in de toekomst intensiever wordt gebruikt. Daarnaast wordt in het project ook samengewerkt met het Avans Ondernemerscentrum als het gaat om de visie rondom partnerschappen en welke rol het AOC daarin wil vervullen. 3.
Specifiek beeld tijd / geld:
Planning De planning ziet er voor 2016 als volgt uit: Planning
jan
feb
mrt
april
mei
juni
Deskresearch Inventarisatie onder academies Concept-visie en concept-plan van aanpak bespreken Aanscherpen visie en plan van aanpak Vaststellen visie en verder aanscherpen plan van aanpak
Budget initiatieffase Voorafgaand aan het indienen van deze budgetaanvraag is afgestemd met DMCS over hun rol. DMCS heeft aangegeven graag te worden betrokken bij het project en
Domeinplan Economie 2016
datum September 2015 Economisch domein pagina 64 van 64
wordt in de fase van deskresearch en de fase waarin het plan van aanpak wordt ontwikkeld geconsulteerd. De totale kosten om te komen tot een gedeelde visie op partnerschappen en een plan van aanpak om ons relatiemanagement te verbeteren bedragen 15.000 euro. In september 2016 wordt de businesscase definitief gemaakt en ingediend bij het businessplan voor 2017. In januari 2017 wordt er dan een gevolg aan gegeven.
Domeinplan Economie 2016