Onze groep bezoekt de voorstelling op:………………………………
LESBRIEF 1
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Geachte leerkracht, Deze lesbrief is bedoeld als voorbereiding en verwerking van het bezoek aan de voorstelling Mr. Pickwick. De lesbrief werkt als een soort scheurkalender. Dag na dag maakt u de kinderen vertrouwder met de dansvoorstelling: er zijn geen woorden, alleen het lijf ‘spreekt’.
Een van de mooiste plekjes in de wereld is de binnenwereld van een kind. Om daar als leerkracht getuige van te mogen zijn is een voorrecht. Geniet ervan! Wij doen dat ook, zoveel als we kunnen.
Het team van De Stilte
©Luydgarde Rijnen en Aukje Delnooz
2
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dag 1
IN DE KRING
FLYER Kijk samen met de kinderen naar de flyer van de voorstelling op de voorkant van deze lesbrief. Voer een gesprekje over wat ze erin zien. Elk antwoord is van waarde. Er is geen goed of fout.
3
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Dag 2
IN DE KLAS
TEGENSTELLINGEN! Opdracht 1: a. Welke plaatjes op deze en de volgende bladzijde zouden bij elkaar kunnen horen? En waarom? (Meerdere combinaties zijn mogelijk)
4
b. Welke van alle plaatjes zijn tegengesteld aan elkaar? En waarom?
5
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 2: ZOEK DE TEGENSTELLING
Bekijk het plaatje goed. Wat zie je allemaal? Welke tegenstellingen kun je allemaal ontdekken en herkennen? Denk bijvoorbeeld aan tegenstellingen in kleur, materiaal, patroon, vorm. Leg uit………
6
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 3:
LEKKER DWARS! Doe het tegenovergestelde! Iemand - de leerkracht of een kind - wijst één van de plaatjes van opdracht 1 aan. De kinderen bedenken een beweging die daarbij hoort. Vervolgens bedenken de kinderen een beweging die hoort bij het tegenovergestelde…….
Variatie tip ZONDER WOORDEN Iemand - de leerkracht of een kind - neemt een tegenstelling in gedachten. Hij/zij laat de “helft” van de tegenstelling zien in beweging. Bijvoorbeeld “Groot”. De anderen kijken aandachtig. Kunnen ze zien om welke “helft” het gaat? De kinderen reageren in beweging: ze laten de andere helft zien. In dit geval klein. Bespreek naderhand de tegenstelling die aan bod kwam.
7
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dag 3 Opdracht 4: TEGENSTELLINGEN IN DE KRING Ga met de kinderen in de kring zitten en laat enkele kinderen een voorwerpje uit de klas pakken en in het midden van de kring leggen. Kinderen beschrijven het voorwerp aan de hand van afmeting, gewicht, vorm , kleur en functie. Andere kinderen gaan op zoek naar de tegenstelling van de eerder gekozen voorwerpjes. Kinderen motiveren hun keuze.
Variatie tip: VOEL de tegenstelling! Leg enkele voorwerpen in de kring in een mand. Zorg ervoor dat de voorwerpen duidelijk van elkaar verschillen. Eén kind met een blinddoek om pakt 2 voorwerpen uit de mand en gaat beschrijven: het verschil in afmeting, gewicht, textuur en andere tegenstellingen die het kind voelt.
8
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 5:
TEGENSTELLINGEN IN JEZELF Een gesprekje over tegenstellingen gerelateerd aan eigen ervaringen. Er kan gedacht worden aan de volgende vragen….
Wat doe je overdag, wat doe in de nacht? Wanneer heb je het koud en wanneer heb je het warm Wat vind je lekker om te eten en wat niet? Zit je liever stil en lees je een boekje of houd je van bewegen en ren je in het rond? Houd je meer van rood of meer van groen? Speel je liever binnen of buiten? Wat vind je mooi of wat vind je lelijk? Wanneer ben je boos en wanneer ben je blij? Wat vind je leuk en waar heb je een hekel aan? Hou je van de zon, of meer van de schaduw?
9
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dag 4: DE DANSERS
Op de kinderpagina van de website van De Stilte vind je een vriendenboekje. Hierin vertellen dansers over hun eerste dansherinnering, hoe oud ze waren toen ze begonnen met dansen en nog veel meer! Ga naar www.destilte.nl, klik door naar kinderpagina en vriendenboekje.
Of klik op deze link: http://www.destilte.nl/site/256-vriendenboekje.php
A
A
E
W
N
L
L
I
D
E
E
K
R
X
N
T
A
O
E A
R I A
10
--------------------------------------------------------------------------------
HET IS ZOVER! VANDAAG GAAN WE NAAR HET THEATER!
HEEL VEEL PLEZIER!
11
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
NA DE VOORSTELLING Deze verwerkingsvragen zijn bedoeld om een gesprek op gang te brengen met de leerlingen naar aanleiding van de voorstelling. Er hoeft geen pasklaar antwoord te zijn. Elk antwoord heeft zijn waarde. Er is geen goed of fout. Zolang het denken maar in gang gezet wordt. o
Wat heb je gezien? (kinderen de kans geven om hun eerste indrukken te vertellen)
o
Eerder in de klas is er al gesproken over tegenovergestelden. Hebben de kinderen ook tegenstellingen kunnen ontdekken in de voorstelling. (tegenstellingen: in beweging, gebruik van het podium, personages, licht etc.)
o
Wat kun je vertellen over Mr Pickwick? (Hoe zag hij eruit, wat deed hij allemaal, hoe bewoog hij?)
o
Wat kun je vertellen over het meisje? Wat maakt haar zo bijzonder?
o
Lijkt ze op Mr Pickwick of zijn ze heel verschillend?
o
Hoe gingen ze met elkaar om? Maakten ze ruzie of waren het beste vrienden? Waar kon je dat aan zien?
o
Zou je kunnen zeggen dat Mr Pickwick en het meisje samen aan het spelen waren tijdens hun dans? Wie kan een voorbeeld noemen?
o
Heb je zelf een speelvriendje? Altijd dezelfde?
o
Lijken jullie op elkaar of zijn jullie net zo verschillend als Mr Pickwick en het meisje?
o
Spelen jullie ook wel eens lekker met z’n tweeën? Wat spelen jullie dan? En hoe gaat dat dan?
o
Wat doe je als je speelmaatje iets heel anders wil spelen dan jij? Speelt er wel eens iemand de baas?
12
----------------------------------------------------------------------------------
SUGGESTIE VOOR EEN KNUTSELDAG Een magische wereld Bespreek De kinderen kunnen zich vast nog wel herinneren, hoe het meisje zichzelf introduceerde in de dansvoorstelling. Ze bracht prachtige “magische werelden” met zich mee. Bespreek met de kinderen welke werelden ze zich nog kunnen herinneren. Enkele voorbeelden uit de voorstelling zijn: werelden van sterren, van kleuren en van luchtbellen. Vervolg het gesprek met de kinderen maar laat nu de kinderen zelf nieuwe “magische werelden” bedenken. Bespreek enkele mogelijkheden ter inspiratie. Leg aan de kinderen uit dat ze in de volgende opdracht een eigen magische wereld mogen gaan creëren.
Wat heb je daarvoor nodig voor ieder kind: Een wit vel papier Verschillende kleuren wasco Zwarte wasco Een prikpen
Aan de slag Stap 1: Het witte vel papier wordt vol gekleurd met verschillende kleuren wasco. Zorg ervoor dat al “het wit” verdwenen is. Stap 2: Ga er met de zwarte wasco overheen, zodat alle kleuren verborgen zijn. Stap 3: Met de prikpen gaan de kinderen tekenen. Ze krassen met de prikpen het zwarte weg waardoor de kleuren eronder tevoorschijn komen. En zo ontstaat er een (nieuwe) eigen magische wereld. SUCCES!!
13
