LESBRIEF bij de voorstelling 'Op Zolder'
Tekst/lay out: Mariëlle Tolhuisen Foto's: Mayke Swemle Januari 2012
INHOUD Inleiding........................................................................................................................... 2
Informatie voorstelling................................................................................................. 3
Voorbereiding................................................................................................................. 4
Naverwerking.................................................................................................................. 5
1.
INLEIDING Voor u ligt de lesbrief behorende bij de voorstelling 'Op Zolder', gespeeld door Het Theaterbedrijf. De voorstelling en de bijbehorende lesbrief zijn bestemd voor leerlingen uit de groepen 1 t/m 4. Deze lesbrief is bedoeld als voorbereiding op, en verwerking van de voorstelling 'Op Zolder'. Met behulp van de opdrachten in deze lesbrief kunt u samen met de leerlingen op een speelse en creatieve manier aan de slag, teneinde tot meer betrokkenheid en verdieping van de voorstelling te komen. Het gebruik van deze lesopdrachten is naar eigen inzicht. U kunt een keuze maken uit de opdrachten of een deel ervan. Ook de volgorde en hoeveelheid van de verschillende opdrachten kunt u zelf bepalen. De opdrachten zijn kort omschreven en voorzien van tips en variaties om zoveel mogelijk op maat te kunnen werken. Veel plezier bij de voorstelling 'Op Zolder' en met de opdrachten.
2.
INFORMATIE VOORSTELLING 'Op Zolder' Spel: Popla: Lucy en Cato: Jim en Rock:
Nicole Oerlemans Mariëlle Tolhuisen Bo van Vliet
Tekst: Muziek: Eindregie: Decor: Kostuums: Techniek, lichtontwerp: Fotografie: Grafisch ontwerp: Producent: Verkoop:
Mariëlle Tolhuisen Marc Ewald Ewout Eggink Bas Peeperkorn, NetEcht decors Reindert Kruse Noor van de Wall Perné Mayke Swemle Kirsten de Rooij Het Theaterbedrijf Karin Bannink, Buro Bannink
Duur:
50 minuten
Het Theaterbedrijf Het Theaterbedrijf is opgericht door Mariëlle Tolhuisen. Zij is theatermaker en actrice en maakt (muziek)theatervoorstellingen voor zowel jeugd als volwassenen. Ook heeft ze ervaring als regisseur en theaterdocent. De voorstellingen zijn een mix van theater en zang ondersteund door beweging met een flinke dosis humor en herkenbaarheid.
Voor informatie en boekingen: Buro Bannink, Karin Bannink, 010-476 96 68,
[email protected]
3.
VOORBEREIDING Kijken naar een voorstelling, hoe gaat dat? Een voorstelling bijwonen maakt op leerlingen vaak een grote indruk. Naast het inhoudelijk voorbereiden op de voorstelling is het voor de leerlingen dan ook prettig om te weten wat de afspraken zijn als ze naar een voorstelling gaan kijken. Vragen ter voorbereiding op de voorstelling: • Ben je wel eens naar een voorstelling, naar het theater geweest? • Wat heb je toen gezien? • Wat weet je er nog over te vertellen? • Met wie was je daar? • Waar hebben jullie kaartjes gekocht? • Waar mocht je je jas ophangen? • Wat vond je van de voorstelling? • Hoe zag de zaal eruit? Enkele regels waaraan het publiek zich moet houden: • Rustig de (theater)zaal binnenkomen. • Zorg dat je op tijd bent, minimaal 10 minuten voor aanvang. • Zorg dat je vooraf naar de WC bent geweest. • Mobiele telefoons uit. • Als de voorstelling begint gaan het licht uit. Je kijkt naar theater in het donker. • Niet met je buurman/vrouw praten tijdens de voorstelling (Maak een onderscheid tussen een videofilm afdraaien, waarbij je kunt praten terwijl je de acteur niet stoort, en een live theatervoorstelling.) • Niet gaan lopen tijdens de voorstelling. • Blijf zitten na afloop van de voorstelling. Je krijgt een teken wanneer je de zaal mag verlaten.
Inhoud 'Op Zolder' Bespreek voorafgaand aan de voorstelling kort de inhoud met de leerlingen. “Op een stoffige zolder verschijnt een nieuwe bewoner, Popla. Deze vrolijke pop is door Lotte, het kind des huizes, ingeruild voor een stoere actiepop. Popla is vastbesloten ook een actieheld te worden, zodat Lotte weer met háár wil spelen. Met de hulp van een gemene heks, een versleten pop en een tafelvoetbalmannetje lijkt het plan te slagen. Maar … je kunt je niet anders voordoen dan je bent.” De voorstelling gaat over het 'leven' van speelgoed dat bewaard of afgedankt wordt en op zolder belandt. De acteurs spelen de levende poppen. Thema's in deze voorstelling zijn: zelfvertrouwen, jezelf zijn en vriendschap.
4.
NAVERWERKING Napraatje Vragen naar aanleiding van de voorstelling Waar speelde het verhaal zich af? Wat kun je vertellen over Popla? Waarom was Popla op zolder terecht gekomen? Wie wonen er ook op zolder? Wat weet je van Jim en Lucy? Wat wilde Popla heel graag hebben? Wie kon haar daarbij helpen? En hoe dan? Waarom valt de heks soms uit? Wie is Popla's grote held? Waarom is Rock ook op zolder beland? Welk plan bedenkt Lucy om Rock een lesje te leren? Waarom is Popla aan het eind verdrietig? Hoe loopt het verhaal af? En verder: Wat vond je van de voorstelling? Wat sprak je aan, wat niet, en waarom? Wat vond je het leukste moment van de voorstelling, en waarom? Vond je ook iets eng, en waarom? Hebben jullie thuis een zolder? Wat staat er op zolder? Heb je ook nog oud speelgoed? En speelgoed van je vader of moeder? Spullen van je oma?
5.
Lesopdrachten Opdrachten met het thema: zelfvertrouwen Op de stoel van oma Duur: 5 minuten per leerling Materiaal: een mooie oude stoel Ruimte: leslokaal Doelstelling: zelfvertrouwen, praten voor de groep, jezelf goed kunnen uitdrukken, luisteren naar elkaar Er staat een mooie oude stoel die van zolder is gehaald. Ooit was die van oma, die op deze stoel de prachtigste en spannendste verhalen vertelde. De leerlingen mogen om de beurt op de stoel gaan zitten om iets te vertellen. Iets over zichzelf, iets wat ze meegemaakt hebben. Als er iemand op de stoel zit, is alle aandacht voor hem of haar. De andere leerlingen luisteren en mogen daarna ook vragen stellen. Tip: De stoel is een speciale plek die gebruikt kan worden over een langere periode als terugkerend of vast element. Superheld Duur: 15 minuten Materiaal: papier, kleurpotloden/stiften Ruimte: leslokaal/spellokaal Doelstelling: weten wat je goed kan, hoe je overkomt, wat je graag zou willen kunnen Leerlingen maken in tweetallen een tekening van elkaar, waaruit naar voren komt wat ze leuk vinden aan de ander/waar ze de ander goed in vinden. De leerling wordt getekend als Superheld. Dus bijvoorbeeld SuperSam die goed is in rekenen, SuperSophie die graag mensen helpt. Daarna worden de tekeningen besproken. Variatie: Leerlingen maken een tekening van zichzelf als Superheld. Hoe zien ze zichzelf, wat kunnen ze goed en wat zouden ze graag willen kunnen? Flink overdrijven is toegestaan. Superhelden in actie Duur: 30 minuten Ruimte: spellokaal Doelstelling: zelfvertrouwen, improvisatie, fantasie, samenspel Inspringspel: Een oud vrouwtje wil de weg oversteken, maar het lukt niet. Tijd voor Superheld om haar te helpen. De reactie van het vrouwtje is anders dan verwacht. Bijvoorbeeld: ze denkt dat Superheld een boef is en wordt boos of bang, of ze is geen oud vrouwtje maar zelf een boef óf een heks, óf ze wil met hem trouwen etc. Leerlingen wisselen elkaar af in het spelen van de rollen. Variatie: Er zijn natuurlijk vele probleemsituaties te bedenken voor hulpbehoevende karakters. Verrassend voor de scène is wel, als het slachtoffer zich niet makkelijk laat helpen, en dat Superheld creatief moet zijn in het bedenken van een oplossing. Meerdere Superhelden of slachtoffers in een scène zijn ook mogelijk.
6.
Opdrachten met het thema: zolder Duur: 30 minuten Ruimte: spellokaal Materiaal: gebruiksvoorwerpen zoals een bezem, stoffer en blik, boek, emmer, doek Doelstelling: fantasie, samenspel, improvisatie Een bezem is een paard Op zolder liggen nog allerlei oude spullen (in een oude kist). De leerlingen spelen met deze voorwerpen en geven ze een andere betekenis, dan waar ze normaal voor dienen. Bijvoorbeeld een bezem als paard, een emmer als schoen, een stoffer als telefoon etc. Laat ze verschillende dingen uitproberen en daarna in korte scènes spelen met elkaar. De nieuwe functie van het voorwerp wordt door iedere speler aangekomen, maar kan natuurlijk op elk moment zomaar weer veranderen. Variatie: Maak een reclame-spotje, waarin de leerlingen de voorwerpen met hun nieuwe functie aanprijzen. Opdrachten met het thema: levende poppen Duur: 30 minuten Ruimte: spellokaal Doelstelling: samenspel, fysiek spel De leerlingen spelen zelf poppen. Hoe beweegt en kijkt een pop, wat kan die wel en wat niet? Etalagepop of marionet De ene leerling zet de andere leerling in een bepaalde houding. De etalagepop probeert zelf niets te doen, maar laat zich in een houding zetten door de etaleur. Variatie: Een leerling is nu een marionet. De poppenspeler laat de marionet bewegen door middel van denkbeeldige touwtjes om de polsen, benen en het hoofd etc. van de marionet. Poppenshop Een poppenverkoper verkoopt poppen in alle soorten en maten. De verkoper slingert de leerlingen die de poppen spelen aan hun hand weg. De leerlingen blijven in de houding staan waar in ze terecht zijn gekomen. Dan komt iemand de winkel binnen om een pop uit te zoeken. De verkoper zet de poppen een voor een aan. Elke pop maakt een herhaalbaar geluid en beweging. Als de verkoper even naar het toilet moet, neemt de koper de pop stiekem mee. Poppenkast Een poppenkast wordt gemaakt door bijvoorbeeld een doek tussen twee stoelen te spannen. De leerlingen zijn de poppen uit een poppenkast en spelen een kort verhaaltje/gesprekje. Variatie: Laat de leerlingen zelf poppen maken van een sok of washandje en hiermee een klein verhaaltje spelen. Hoe beweegt de handpop, welke stem heeft ie?
7.
Opdrachten met het thema: speelgoed Duur: 30-60 minuten Ruimte: leslokaal Doelstelling: leerlingen leren bewust om te gaan met speelgoed In Nederland hebben de meeste kinderen veel speelgoed en krijgen er regelmatig weer wat bij. Zoveel dat je soms niet meer weet met wat je nu als eerste wilt spelen. Speelgoed blijft vergeten achter in de kast of op zolder, wordt weggegooid of weggegeven. Lievelingspeelgoed Iedere leerling mag zijn lievelingspeelgoed meenemen en vertellen waarom dit speelgoed zo speciaal voor hem/haar is. Van wie heeft hij/zij het gekregen? Zit er een speciaal verhaal aan vast? Tip: Laat ze het vertellen in de stoel van oma (zie eerdere opdracht). Poppendokter Leerlingen nemen speelgoed mee dat kapot is. Een echte poppendokter komt langs om het speelgoed te maken. Ruilbeurs Leerlingen nemen speelgoed mee, waar ze niet meer mee spelen en kunnen het ruilen tegen speelgoed van een andere leerling. Ieder krijgt zijn eigen kraampje en prijst als een echte koopman/vrouw zijn of haar waren aan. Goed doel Oud speelgoed (van de ruilbeurs), dat niet meer gebruikt wordt, wordt ingezameld en gaat naar een goed doel, naar kinderen die het goed kunnen gebruiken.
8.