Lesbrief bij de voorstelling:
En nu.... van Vroeger...... Binnenkort bezoekt u met uw school deze voorstelling. Deze lesbrief is bedoeld als handreiking voor de docenten om de kinderen optimaal van de voorstelling te kunnen laten genieten. De inhoud van de lesbrief is in drieën gedeeld, een deel voorafgaand aan de voorstelling om de kinderen een opstap te bieden naar de voorstelling, een deel voor de dag van de voorstelling zelf, dit betreft vooral informatie over een theaterbezoek. Het laatste deel van de lesbrief bevat suggesties voor docenten om terug te komen op de voorstelling. Het uitgangspunt hierbij is om samen met de kinderen verschillende thema’s uit de voorstelling te halen en die uit te werken. Zo komt de onderliggende gedachte van het stuk over Nu en Vroeger duidelijk naar voren.
1
Inhoudsopgave: 1. Poppenspeler Max Verstappen
2. Voorbereiding in de klas • Gesprek over vroeger en nu • Sprookje van de kikker en de prinses 3. Theaterbezoek • Tips voor het bezoeken van de voostelling • Tips voor het ontvangst van het gezelschap 4. Verwerking in de klas • Kringgesprek over de voorstelling • Schrijfopdracht: Over oude mensen en jonge mensen. • Plaatjes opdracht: over speelgoed. • Buitenspel voor de kinderen in de pauze. • Knutsel je eigen Droomwolk • Kringspelletje over communicatie. • Kleurspelletje. • Schrijfopdracht: maak je eigen sprookje. • Opdracht over vervoermiddelen. 5. Extra informatie Bijlage:
Afbeeldingenvel voor het kleurspelletje. Plaatjesopdracht over speelgoed.
\
2
1. Poppenspeler Max Verstappen Poppenspeler Max Verstappen verzorgt kindervoorstellingen en ontwikkelt televisie programma’s. Zijn creativiteit, ervaring en vakmanschap staan voor prachtig en soms humoristisch poppenspel. Hij treedt op in theaters, scholen en buurtcentra in binnen - en buitenland. Op televisie gebied heeft Max Verstappen ruimschoots zijn sporen verdiend; veel kinderen zullen hem kennen van de programma’s die hij maakt voor VPRO’s Villa Achterwerk, zoals bijvoorbeeld de korte en hilarische filmpjes over een prettig gestoorde kip. Met zijn zelfgemaakte poppen had hij ook een groot aandeel in AVRO’s populaire televisieseries ‘Otje’ en ‘Ibbeltje’. Ook werkt Max Verstappen voor het schooltelevisie programma ‘huisje boompje beestje’. Naast deze televisie activiteiten en optredens geeft hij les aan de theaterschool. Tevens geeft hij workshops en masterclasses voor poppenspelers.
2. Voorbereiding in de klas De poppenspeler speelt een hele oude man. Hij wil de kinderen kennis laten maken met een verhaal van toen hij jong was, een verhaal van vroeger. Een verhaal over een kikker en een prinses uit een sprookje. Hiervoor gebruikt hij de poppen uit dit oude sprookje. De oude poppenspeler wil de kinderen als het ware meenemen naar vervlogen tijden. Maar tot zijn grote schrik komt hij erachter dat de poppen niet doen wat hij van ze verwacht. Ze gedragen zich anders dan de sprookjesfiguren uit zijn verhaal. De poppen blijken heel modern! Het verhaal van de voorstelling En nu... van Vroeger.... leunt op het sprookje over de kikker en de prinses. Het is belangrijk voor de kinderen om het oude sprookje te kennen. Het zal hen een opstap bieden naar de voorstelling. De titel van het sprookje geeft al aan dat de voorstelling veel te maken heeft met de verschillen tussen vroeger en nu. Een kringgesprek met dit onderwerp zal de kinderen alvast laten nadenken over het begrip vroeger. Het originele sprookje van de kikker en de prinses is bijgevoegd zodat de docent dat aan zijn leerlingen kan vertellen of voorlezen. •Kringgesprek over vroeger en nu: Enkele tips voor onderwerpen tijdens het kringgesprek: Vroeger hadden mensen geen tv, wat deden de mensen vroeger om te ontspannen? Vroeger hadden mensen geen telefoon, hoe maakten ze dan een afspraak met iemand van ver? Hadden de mensen vroeger dezelfde kleren als de mensen nu? Vroeger hadden mensen geen auto’s en geen trein, toch gingen ze soms wel op reis, hoe gingen ze dan? Vroeger konden de meeste mensen geen schoenen betalen, ze liepen daarom op klompen, ken je nog mensen met klompen?
3
•Het sprookje van de kikker en de prinses:
De dochter van de koning had een glimmende gouden bal, waarmee ze graag speelde. Ze gooide hem hoog in de lucht en ving hem weer op. Maar op een keer ving ze de bal niet op. Hij stuiterde en rolde van haar weg, zo de vijver in. De prinses was erg bedroefd. Ze kon niet bij de bodem van de vijver. Maar opeens hoorde ze een stemmetje:" Huil maar niet." Ze keek op en zag een vette, groene kikker zitten. "Wat krijg ik van je," zei de kikker," als ik je bal uit het water haal?" "Alles wat je maar wilt," zei de prinses. "Dan wil ik van je bordje eten en een kus van je," zei de kikker. Dat wilde de prinses liever niet. Maar omdat ze zo graag haar bal terugkreeg, zei ze:" Goed." De kikker bracht de bal terug. En zonder dankjewel te zeggen rende de prinses ermee weg.
De volgende dag zat ze net met haar ouders aan het avondmaal, toen er iets glads en nats binnenkwam. Het was de kikker, die van haar bordje kwam eten. "Wat doet dat beest hier?" vroeg de koningin. Toen moest hun dochter wel vertellen wat ze aan de kikker had beloofd. "Wat je beloofd hebt moet je doen," zei de koning. Na het eten ging het prinsesje naar bed. De kikker kwam achter haar aan en sprong met zijn glibberige lijf op haar hoofdkussen. "Nu krijg ik nog een kus," zei hij. De prinses kuste de kikker met tegenzin want ze vond hem lelijk en vies. Maar toen gebeurde er wat er alleen in sprookjes met een kikker kan gebeuren. Hij veranderde op slag in een mooie prins. "Jij hebt de betovering verbroken," zei de prins. "Ik was door een gemene heks in een kikker veranderd." Nu wilde het prinsesje wel dat de prins van haar bordje at en in haar bedje sliep. Eerst moesten ze trouwen met veel feest en lekkernijen. En de gouden bal, die midden op de eettafel lag, glom mooier dan ooit.
4
3. Theaterbezoek Voor veel van de kinderen op uw school zal het bezoek aan de voorstelling een eerste kennismaking zijn met theater. Het is belangrijk dat deze kennismaking positief verloopt, graag zien we de kinderen immers later nog eens terug in het theater. Voor de kinderen is het daarom van belang dat zij weten wat hen te wachten staat. Vertel voor aanvang van de tentoonstelling over het theaterbezoek. Vertel (voor zover bij u bekend) iets over de locatie waar de voorstelling plaatsvindt. Vraag wie er wel eens in een theater is geweest. Geef kinderen voor de voorstelling de gelegenheid naar het toilet te gaan en zorg dat ze op tijd in de zaal zitten. Leg uit dat tijdens een voorstelling het licht uit is en wat de kinderen moeten doen als de voorstelling afgelopen is. Aan het einde van de voorstelling klapt het publiek om de spelers te bedanken. Na het applaus verlaten de kinderen de zaal. Het komt voor dat kinderen na het bekijken van de voorstelling nieuwsgierig zijn geworden naar de poppenkast. Sommige kinderen zouden graag een kijkje achter de kast nemen. Beter is het om hier niet op in te gaan, de realiteit achter het doek verstoort de illusie van de voorstelling. Een kringgesprek over de verschillen tussen televisie en theater kan de kinderen iets leren over de regels in het theater. Ze kunnen leren dat een voorstelling ‘live’ is en dus wordt gemaakt waar ze bij zijn. Het gedrag van het publiek is daarom van invloed op de kwaliteit van de voorstelling. Als er veel wordt geschreeuwd kan men bijvoorbeeld de poppen niet meer goed verstaan. Andere verschillen tussen theater en televisie zijn: -
-
Je kunt het geluid van de voorstelling niet harder of zachter zetten,; het geluid van je televisie wel. Een voorstelling speelt zich altijd af in een speciale ruimte; televisie altijd in dezelfde kamer thuis. Bij een voorstelling zijn ook onbekende mensen die kijken; als je televisie kijkt doe je dat met bekende mensen of alleen. Lopen, praten, schuifelen stoort de voorstelling; als je televisie kijkt kun je doen wat je wilt, dat stoort alleen de mensen die ook kijken, maar niet het programma. Er zijn speciale voorzieningen nodig om de voorstelling te maken, zoals licht en geluid; bij de televisie zijn deze voorzieningen niet nodig. Als een voorstelling is afgelopen klap je om de spelers te bedanken; als een televisieprogramma is afgelopen klap je niet, niemand hoort je immers.
5
•
Tips voor het ontvangst van het gezelschap
Om het bezoek van het gezelschap aan uw school of theater zo goed mogelijk te laten verlopen is het verstandig deze checklist even na te gaan. Zorg voor parkeergelegenheid Het gezelschap kan helpende handen bij het laden en lossen best gebruiken De zaal waarin de voorstelling speelt moet verduisterd kunnen worden Weer spelende kinderen uit de ruimte waar het theater wordt opgebouwd De poppenspeler en zijn gezelschap moeten zich rustig op de voorstelling kunnen concentreren De poppenspeler en zijn gezelschap hebben vaak een lange reis achter de rug als zij op uw school of in het theater arriveren; een simpel ontvangst met koffie is dan ook zeer welkom!
4. Verwerking in de klas Na het zien van de voorstelling is het goed om een uitgebreid kringgesprek te houden. Alle kinderen hebben de voorstelling op een eigen manier beleefd en willen er vaak iets over zeggen. Als docent kunt u vervolgens een keuze maken uit een aantal lessuggesties omtrent de voorstelling. • Kringgesprek Enkele tips voor onderwerpen tijdens het kringgesprek: • Wat vonden de kinderen van de voorstelling. Spannend of grappig etc. • Hoeveel poppen deden er mee? • Welke pop vonden de kinderen het leukst en waarom? • Wat vonden ze van de muziek van Karel Kikker? • De voorstelling was anders dan het sprookje, waar ging het mis? • De figuren gedroegen zich ook anders dan in het sprookje, leg eens uit? • Hoe zagen de poppen er uit? • Wat voor kleren droegen ze? • Had de prinses een prinsessen jurk aan? • In ons land is ook een prinsesje, wat zou die later willen worden? • Woont onze Koningin ook in een kasteel? • Hoe zag de poppenspeler er uit, wat voor kleren droeg hij? • De kikker ziet er heel modern uit, hoe zie je dat?
6
Lessuggesties naar aanleiding van de voorstelling. • Schrijfopdracht: Over oude mensen en jonge mensen. Een les over de verschillen tussen oude mensen en jonge mensen, deze les kan zowel klassikaal als individueel. Geef alle kinderen een vel papier. In het midden vouwen zodat er twee vakken ontstaan. Bovenaan het linkervak schrijft men: Oude mensen; rechts schrijft men: Jonge mensen. Laat de kinderen nu zelf een lijstje maken met de kenmerken van zowel oude als jonge mensen. Onder het kopje Oude mensen staat dan bijvoorbeeld: bril, grijze haren, lopen met een stok, rimpels, kaal. Onder Jonge mensen komt het tegenovergestelde te staan. Om het lijstje op te vrolijken kunnen de kinderen ipv woordjes ook tekeningen van de uiterlijke kenmerken proberen te maken, maar dat is best moeilijk! • Plaatjes opdracht: over speelgoed. Toen de grootouders van deze kinderen jong waren was er heel ander speelgoed dan dat waar de kinderen nu mee spelen. Toch zijn er ook veel speeltjes die van alle tijden zijn. Het is de bedoeling dat de kinderen ieder een vel met afbeeldingen krijgen, deze inkleuren en uitknippen. Hang dan drie grote vellen papier in de klas, eentje voor het speelgoed van nu, eentje voor het speelgoed van vroeger een eentje voor het speelgoed van alle tijden. Alle kinderen plakken hun plaatjes op het juiste vel waardoor er drie vrolijk gekleurde speelgoed schilderijen ontstaan. Als extraatje kan de docent op de drie vellen een vergroting een van de plaatjes uit de juiste categorie tekenen, als de kinderen dat hun plaatjes dan in de tekening plakken ontstaat er bijvoorbeeld een grote tol op het vel over vroeger, een computer op het vel met speelgoed van nu en een bal op het vel met speelgoed van alle tijden! Zie het knipselvel voor plaatjes. Als er op de school andere afbeeldingen bestaan zijn die natuurlijk een mooie aanvulling op de opdracht. • Buitenspel voor de kinderen in de pauze. Het is van alle tijden dat kinderen naar school gaan en spelen op het schoolplein. Een paar leuke spelletjes van vroeger: Voor de meisjes: Hinkelen; Voor de jongens: Bokjespringen
Hinkelen: Teken het hinkelbord met krijt op het schoolplein. Trek een streep als startlijn voor het eerste vak. Gebruik een steen om mee te gooien. De vakken worden op volgorde gehinkeld. Gooi nu steeds vanaf de startlijn in het juiste vak, eerst in vak 1 dan in vak 2 etc. Om de beurt hinkel je steeds verder zonder de lijnen te raken. Als je een lijn raakt begin je opnieuw. Wie het eerst bij tien is heeft gewonnen.
7
Bokjespringen: Alle jongens uit de klas (meisjes mogen natuurlijk ook meedoen) staan op een rij. Ze moeten allemaal bukken, het best kan je met je handen op je knieën leunen. De voorste springt met een aanloopje over zijn klasgenoten heen. Hij gaat achteraan gebukt staan zodat de rij steeds even lang blijft en de volgende erover kan springen. Laat alle jongens in een kring staan. Om en om gaan ze gebukt staan. De tussen personen springen in hetzelfde tempo over de ruggen van de personen die gebukt staan. Zo springen ze in een kringetje. • Knutsel je eigen Toekomstbeeld. De prinses uit de voorstelling wilde geen koningin worden, ze droomde ervan om voetballer te worden. Waar dromen de kinderen van? Hoe denken zij dat ze er later uit zien? Ze weten hoe ze er vroeger uit zagen, ze weten hoe ze er nu uit zien, hoe denken ze er later uit te zien. Vouw een stevig vel papier in drie gelijke vakken. Vroeger, nu en later hebben nu allemaal een vak. Laat de kinderen tekenen en knutselen hoe ze er vroeger, nu en later uit zullen zien. Er kan heel goed gebruik worden gemaakt van foto’s, maar ook plaatjes uit tijdschriften kunnen worden gebruikt. Als alle drie de vakken zijn ingekleurd plakken ze de uiteinden aan elkaar zodat er een driehoekige zuil ontstaat, zo heeft ieder kind zijn eigen toekomstbeeld. • Kringspelletje over communicatie. Vroeger toen de mensen nog geen telefoon hadden was het veel moeilijker om een afspraak te maken. Het nieuws werd vooral van mond tot mond doorgegeven. Zo kon het gemakkelijk gebeuren dat het nieuws veranderde. Niet iedereen kon het precies na vertellen, sommige mensen verzonnen er iets bij omdat ze een deel vergeten waren. Probeer het zelf maar eens. Laat alle kinderen in een kring zitten. Bedenk een afspraak of een nieuws bericht en geef sommige kinderen de opdracht een detail te veranderen. Zo ontstaat er vast een sensatie verhaal. Fluister het bericht in het oor van een kind. Dit kind fluistert vervolgens de afspraak of het bericht door in het oor van het kind naast hem of haar. Zo gaat het verhaal de hele kring door tot het laatste kind het hardop zegt, dan eens kijken of het klopt! • Kleurspelletje. Karel Kikker wilde in de voorstelling geen kus van de prinses. Daar had hij geen zin in want hij wilde niet in een prins veranderen maar hij wilde zichzelf blijven. Karel Kikker is lief maar veel mensen vinden kikkers eng en een beetje vies. Dat komt omdat ze koud en glibberig zijn. Toch is een lelijke kikker best lief. Op het kleurvel zijn verschillende dieren afgebeeld die soms warm en zacht zijn of koud en nat, maar welke van die dieren is nou echt eng? Geef dat aan op de kleurplaat door alleen de dieren te omcirkelen waar je bang voor bent.
8
• Schrijfopdracht: maak je eigen sprookje. Een sprookje begint altijd met de zin: Er was eens.................... En eindigt altijd met de woorden: En ze leefden nog lang en gelukkig. Maar het verhaal in de voorstelling wijkt af van het originele sprookje. De poppen spelen hun eigen verhaal. Laat de kinderen eens zelf een sprookje veranderen. Hieronder volgt het begin van het sprookje van Hans Christiaan Andersen, De nieuwe kleren van de Keizer. Er was eens een Keizer die zo vreselijk veel van mooie, nieuwe kleren hield dat hij al zijn geld uitgaf om zich mooi te maken. Hij bekommerde zich niet om zijn soldaten. Een bezoek aan het theater vond hij alleen maar leuk om zijn nieuwe kleren te laten zien. Voor ieder uur van de dag had hij een ander gewaad. In de grote stad waar hij woonde was het altijd heel vredig tot er op een dag twee bedriegers kwamen. Zij zeiden dat ze wevers waren en dat ze de mooiste stoffen konden weven. Niet alleen de kleuren en de patronen waren ongelooflijk mooi, de stoffen hadden een andere wonderbaarlijke eigenschap; ze waren onzichtbaar voor iedereen die dom was. De Keizer vond de kleren en stoffen vanzelfsprekend zeer interessant................................................... Maak zelf af. • Opdracht over vervoermiddelen. Als mensen vroeger op reis gingen was dat omdat men ergens heen moest of wilde. Niet zoals nu, nu iedereen een of soms twee keer per jaar zomaar op vakantie kan gaan. Dat had te maken met veel dingen, natuurlijk met rijkdom en armoede maar ook met de vervoermiddelen. Laat de kinderen kennismaken met oude en nieuwe vervoermiddelen. Laat de kinderen de vervoermiddelen op volgorde van oud naar nieuw zetten. Behandel de voertuigen klassikaal en vertel bij ieder vervoermiddel iets over de geschiedenis. Trekschuit: boot (met platte bodem zodat hij in alle vaarten kon komen) die door paarden of mensen op de wal voortgetrokken werd. Tot ongeveer 1880 in gebruik. Stoomtrein: Na 1860 kwamen de stoomtrein, de stoomboot en de stoomtram. Paard en Wagen: deze vorm van vervoermiddel is al heel oud. Vliegtuig: In de geschiedenis van de luchtvaart hebben heel veel mensen zich bezig gehouden met een droom die al duizenden jaren oud is: vliegen als een vogel. Met meer vallen dan opstaan is uiteindelijk in 1903 het moderne vliegtuig ontstaan. Dat was het begin van de moderne luchtvaart. Auto: De allereerste auto werd gebouwd door Karl Benz in 1885. Deze auto was eigenlijk een kar zonder paard maar met een verbrandingsmotor als krachtbron. Daarna ging de ontwikkeling door tot nu. Fiets: Baron Karl von Drais leefde van 1785 tot 1841. Hij was de eerste man door wie de fiets vorm ging krijgen. In 1816 voltooide hij zijn eerste fiets, een loopfiets, die hij draisine noemde. Raket: De amerikaanse pionier dr. Robert Hutschings Goddard (1882-1945) begint al in 1907 met raketexperimenten. Hij bouwt de eerste raket met vloeibare brandstof. In 1961 gaat voor het eerst een mens de ruimte in.
9
5. Praktische informatie Voor eventuele vragen of reacties, op - of aanmerkingen over de voorstelling kunt u per e-mail contact opnemen met dhr. Verstappen: Max Verstappen e-mail:
[email protected] www.maxverstappen.nl
10
Kleurspelletje; welk dier is lief of eng?
11
Plaatjesopdracht over speelgoed.
12