Onregelmatige werkwoorden -
naar klank (systematisch)
Woorden met • en ••, uit 1000 en 2000 meest gebruikte woorden (naar P. de Kleijn en E. Nieuwborg, Basiswoordenboek Nederlands). Woorden met *, ** en ***, uit 3000, 4000 en 5000 meest gebruikte woorden (uit Hazenberg & Hulstijn-lijst – woorden uit geschreven taal.)
1. Het voltooid deelwoord eindigt op -en 1. Groep 1. werkwoord
Het voltooid deelwoord = ge + hele werkwoord. (bijvoorbeeld: lopen – ge-lopen, vallen, ge-vallen) verleden tijd imperfectum
voltooide tijd perfectum
gaf, gaven genas, genazen las, lazen ..................... ..................... at, aten ..................... ..................... trad op
gegeven ........................ ........................ ........................ ........................ gegeten ! ........................ ........................ opgetreden
blies ..................... ..................... .....................
geblazen ..................... ........................ ........................
droeg ..................... ..................... voer (vaarde)
gedragen ........................ ........................ gevaren
hing ..................... .....................
gehangen ........................ ........................
viel
gevallen
lopen• roepen• behouden•• houden• onthouden• houwen
liep riep ..................... hield ..................... hieuw
gelopen geroepen ........................ gehouden ........................ gehouwen
worden•
werd
geworden
ee / a / ee geven• genezen lezen•• meten* vergeten• eten• vreten*** (be)treden•• optreden••
(let op de extra g)
aa / ie / aa blazen laten• slapen• raden* aa / oe / aa dragen• gedragen** graven** varen• a/i/a hangen • vangen•• ontvangen• a / ie / a vallen• x / ie / x
De verleden tijd is regelmatig. bakken** lachen• wassen• barsten* braden heten• weven hoeven • vouwen
bakte ..................... ..................... ..................... braadde heette weefde hoefde vouwde
gebakken ........................ ........................ ........................ gebraden geheten geweven gehoeven gevouwen
stoten
stootte
gestoten
1
1. Groep 2.
De klank van het voltooid deelwoord is anders dan in het werkwoord.
Eerst een paar grote groepen werkwoorden die op dezelfde manier gaan, 1. werkwoorden met ij. Bijna alle werkwoorden met ij zijn onregelmatig. Ze krijgen een lange ee in de verleden tijd en de voltooide tijd. ij / ee begrijpen•• bijten blijken•• blijven• drijven• glijden•• grijpen•• hijsen*** kijken• knijpen* krijgen• krijsen*** kwijten lijden•• lijken• ontbijten overlijden•• overschrijden*** rijden• rijzen* schijnen• schrijden schrijven• slijpen slijten smijten** snijden• spijten• splijten stijgen•• stijven strijden** strijken• verdwijnen•• vergelijken•• vermijden verwijten * vrijen** wijken** ontwijken** wijten** wijzen•• wrijven zwijgen••
begreep beet ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ontbeet ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... .....................
begrepen gebeten ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ontbeten ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................
Werkwoorden met een lange oo in de verleden tijd en voltooide tijd. 2. werkwoorden met ui. De onregelmatige werkwoorden met ui krijgen een lange oo in de verleden tijd en voltooide tijd. ui / oo sluiten• buigen• druipen** duiken opduiken *** fluiten* kluiven kruipen•• pluizen
sloot ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... .....................
gesloten ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................
2
2. werkwoorden met ui ruiken schuilen* verschuilen* schuiven•• sluipen** snuiven spuiten** stuiven wuiven* zuigen* zuipen
-
..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... .....................
vervolg ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................
(ook regelmatig)
3. werkwoorden met ie (en met ee). Ook de onregelmatige werkwoorden met ie krijgen een lange oo in de verleden tijd en voltooide tijd. ie / oo vliegen•• bieden•• bedriegen** genieten• gieten* kiezen• liegen•• schieten•• verbieden•• vriezen*** bevriezen** verliezen••
vloog ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... vroor ..................... verloor
gevlogen ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ gevroren ........................ verloren
Twee onregelmatige werkwoorden met ee hebben een lange oo in de verleden tijd en voltooide tijd ee / oo wegen scheren**
woog .....................
gewogen ........................
Werkwoorden met een korte klank en met een korte o in de verleden tijd en voltooide tijd. 4. een grote groep werkwoorden met i krijgt o in de verleden tijd en voltooide tijd. i/o beginnen• blinken** dringen•• drinken• dwingen•• glimmen•• klimmen•• klinken• krimpen*** schrikken•• spinnen springen•• stinken* verzinnen vinden• winnen• wringen** zingen zinken** verzinnen*
begon ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... .....................
begonnen ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................
3
5. ook een groep werkwoorden met e krijgt o in de verleden tijd en voltooide tijd. e/o trekken•• bederven*** (op)bergen** schenken•• schelden** smelten** treffen•• vechten•• vertrekken• verbergen•• zenden•• zwellen** zwemmen• zwerven **
trok ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... .....................
getrokken ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................
Verder zijn er een aantal kleinere groepen onregelmatige werkwoorden Onregelmatige werkwoorden met een lange ee. ee / a / oo breken•• bevelen aanbevelen** nemen• spreken• steken• stelen•• ee / a / ee
brak, braken ..................... ..................... ..................... ..................... ..................... .....................
gebroken ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................
(de klank van het voltooid deelwoord is gelijk aan het hele werkwoord)
eten• betreden** geven• lezen•• meten vergeten•
at, aten ..................... ..................... ..................... ..................... .....................
gegeten ........................ ........................ ........................ ........................ ........................
woog .....................
gewogen ........................
zwoer
gezworen ........................
ee / oo wegen scheren ee / oe zweren bezweren**
*
.....................
Onregelmatige werkwoorden met lange ee hebben verschillende klanken in verleden tijd en voltooide tijd. Onregelmatige werkwoorden met een korte e en i. i / a / ee liggen• bidden•• zitten•
lag, lagen ..................... .....................
gelegen ........................ ........................
hielp ..................... ..................... ..................... .....................
geholpen ........................ ........................ ........................ ........................
e / ie / o helpen• bederven sterven•• werpen•• werven
Onregelmatige werkwoorden met korte e en i hebben verschillende klanken in verleden tijd en voltooide tijd.
4
Let op: Een aantal werkwoorden met ee en met i hebben allebei een korte a en een lange ee in de verleden tijd en voltooide tijd. eten• geven• lezen•• meten vergeten•
at, aten ..................... ..................... ..................... .....................
gegeten ........................ ........................ ........................ ........................
liggen• bidden•• zitten•
lag, aten ..................... .....................
gelegen ........................ ........................
Volledig onregelmatige werkwoorden. De volgende werkwoorden zijn helemaal onregelmatig komen• moeten• mogen• weten• plegen••
kwam. kwamen moest mocht wist placht
gekomen gemoeten gemogen geweten
gaan• staan• bestaan• verstaan•
ging stond ..................... .....................
gegaan gestaan ........................ ........................
zien• doen•
zag, zagen deed
gezien gedaan
slaan••
sloeg
geslagen
scheppen••
schiep
geschapen
2. Het voltooid deelwoord heeft t of d. Een aantal onregelmatige werkwoorden heeft een voltooid deelwoord dat eindigt met t of d. - Het voltooid deelwoord is regelmatig. vragen• (ver)jagen*** waaien••
vroeg ..................... woei (waaide)
gevraagd ........................ ........................
zeggen•
zei, zeiden
gezegd
kunnen•
kon, konden
gekund
willen• zullen•
wou, wouden (wilde) zou, zouden
gewild (geen voltooid deelwoord)
- Het voltooid deelwoord is onregelmatig. hebben•
had, hadden
gehad
brengen• denken •
bracht .....................
gebracht ........................
kopen• zoeken•
kocht zocht
gekocht gezocht
zijn•
was, waren
geweest
5