!
Onderzoeksresultaten In opdracht van:
Kredietbank Rotterdam
Opgesteld door:
Floor Wijburg
Amanda Wams
Amy Houtkamp
Datum:
27-01-2014
! ! !
ONDERZOEKSKADER In de scopingfase hebben we de opdracht gekaderd en een startpunt opgesteld voor het onderzoek. In de tweede fase van dit social marketing onderzoek hebben we onderzoek gedaan met als doel de doelgroep te kunnen doorgronden. Op basis van de bevindingen wordt een tussentijdse terugkoppeling gegeven aan ervaringsdeskundingen. In de terugkoppeling wordt geadviseerd over de segmentering en het gedragsdoel dat volgens het onderzoek haalbaar is. Aan de hand van de onderzoeksresultaten vervolgen we het proces in fase 3, met een concluderende strategie.
!
DOEL Op grond van onderzoek willen we de affectie, cognitie en conatie van de doelgroep ten aanzien van het onderwerp bepalen. Dit doen we door het nastreven van de volgende deeldoelstellingen:
!
•
We willen beschrijven welke injunctieve en descriptieve normen onlosmakelijk verbonden zijn aan de groepsidentiteit van de doelgroep.
•
Op grond van de rationele keuzetheorie willen we de begrenzing van de rationaliteit van de doelgroep kunnen beschrijven en op welke manier het gedrag (in de gewenste richting) is te beïnvloeden.
•
Daarbij willen we onderscheid kunnen maken tussen de relevante persoonlijkheidskenmerken waarin mensen onderling verschillen en willen we kunnen beschrijven op welke manier de doelgroep te beïnvloeden is, als fundering voor de keuzestrategieën die daarvoor in de strategie zullen worden ingezet (fase 3).
•
Als laatste willen we kunnen beschrijven en legitimeren op welke manier keuzes en gewoontegedrag van de doelgroep beïnvloed kan worden door signalen in de sociale, fysieke en symbolische omgeving (fase 3).
! !
ONDERZOEKSVRAGEN Om het doel van het onderzoek te bereiken hebben we de volgende onderzoeksvragen gehanteerd. Deze zullen in fase 3 uitgebreid worden uitgewerkt aan de hand van de resultaten.
!
-
Welke segmentatievariabelen zijn van toepassing op deze doelgroep?
-
Welke modellen zijn van toepassing op de doelgroep?
-
Welke doelstellingen binnen de vraagstelling kunnen er gesteld worden op het gebied van attitude, affectief niveau en cognitief niveau?
-
Wat zijn de gepercipieerde barrières van de doelgroep?
-
Wat zijn de gepercipieerde motivaties van de doelgroep?
-
Hoe verhoudt dit zich tot het concurrerende gedrag?
-
Van welke gedragsdoelen kunnen we het meeste effect verwachten
METHODIEK In deze onderzoeksfase hebben wij gekozen voor kwalitatief onderzoek, en hebben wij een tweeledig onderzoek uitgevoerd:
!
1. De bewuste kennis, houding en gedrag van de doelgroep inzake financiële educatie. 2. De gepercipieerde identiteit van de respondent met betrekking tot hun beroep. 3. De onbewuste houding van de doelgroep inzake financiële educatie.
!
Om de bewuste kennis, houding en gedrag, alsmede de gepercipieerde identiteit, vast te stellen, hebben wij interviews gehouden met de doelgroep. Deze interviews betroffen een semi-gestandaardiseerde interviewtechniek waarbij we inzicht wilden krijgen in de bewuste houding en het gedrag van de doelgroep jegens het gebruik van de lespakketten. We hebben hier ingestoken op de rationele keuzetheorie en onderzochten het bewuste gedrag, de attitude en cognitie aangaande het onderwerp. We hebben gekozen voor anonieme vragenlijsten, om sociaal wenselijke antwoorden zoveel mogelijk te voorkomen. We hebben algemene zaken in kaart gebracht, zoals demografie, geografie en psychografie. Daarna zijn we diep ingegaan op de gepercipieerde identiteit van de doelgroep: hoe zien zij zichzelf en welke waarden en beliefs hanteren zij? Daarna hebben wij de cognitie, conatief en affectie met betrekking tot financiële educatie in kaart gebracht.
! !
Aan dit onderdeel van het onderzoek hebben totaal 14 respondenten deelgenomen. Cruciaal bij succesvolle social marketing is dat we niet alleen de bewuste houding onderzoeken, maar juist ook de onbewuste houding van de doelgroep ontdekken. Met de begrippen herinneringen, emoties, herkenning, identiteit, symbolische betekenissen, symbolische textuur en imago, die verwijzen naar mentale processen waarmee docenten de relatie tot het onderwerp en het lespakket verklaren, verschuift de focus langzaam maar zeker van een uiterlijk waarneembaar gegeven naar een meer psychologische betekenis.
!
Om deze onbewuste houding te onderzoeken en erachter te komen over welke narratieve docenten beschikken aangaande het onderwerp is het gebruik van documentaire fotografie als meetinstrument nuttig, omdat fotografische beelden de mogelijkheid bieden om onbewuste kennis te ontsluiten. Foto’s genereren gedachten die dieper doordringen in andere delen van het menselijk bewustzijn dan alleen-taal-interviews (Stanczak, 2007).
!
Voor het meetinstrument werden documentaire foto’s verzameld in een visueel veldonderzoek. Nadat deze foto’s geanalyseerd en geïndexeerd zijn, en zijn voorzien van werkhypotheses, is een selectie van deze foto’s gebruikt als meetinstrument en voorgelegd aan respondenten. Om de reacties van respondenten te kunnen analyseren zijn categorieën gedefinieerd, die te herleiden zijn naar de inzichten van makers en denkers en de inzichten uit geheugen theorieën. Voor dit visueel veldonderzoek is de methode van Dr. drs. M. Meeuwisse toegepast.
!
Aan dit onderdeel van het onderzoek hebben totaal 23 respondenten deelgenomen.
FOCUSGROEP In een bijeenkomst met ervaringsdeskundigen worden de bevindingen van het onderzoek besproken en de keuzes die in de terugkoppeling zijn gemaakt. Het doel van dit onderdeel is te toetsen of de bevindingen uit het onderzoek in de praktijk herkenbaar en volledig zijn. Ook is de bijeenkomst bedoeld voor het verzamelen van aanwijzingen voor het inrichten en uitvoeren van de interventiestrategie.
!
De focusgroep betreft een samenstelling van 5 deskundigen die direct werken met de doelgroep. Deze groep is bekend met de inhoud en de toepassing van financiële educatie in de praktijk. De focusgroep is een gestructureerde discussie waarbij we de aanwezigen ondervragen m.b.t. onderzoeksresultaten. De focusgroep wordt geleidt door de gespreksleider.
!
De resultaten van dit onderzoek worden verwerkt in fase 3 en dienen als startpunt voor de uiteenzetting van de marketingstrategie.
! !
MODELLEN In de scopingfaase zijn vanuit deskreasearch 5 modellen geselecteerd op basis waarvan de doelgroep in beeld gebracht zou worden.
!
1. Het ui-model van Korthagen 2. Het Stages of Change model 3. Het VIP model (wordt toegepast in fase 3) 4. De zelfdeterminatietheorie
!
5. Het Model voor Interpersoonlijk Leraarsgedrag (MIL)
Per model zijn vragen geformuleerd welke zijn voorgelegd aan de doelgroep middels een anoniem interview. Daarnaast zijn de vragen gespiegeld aan Fishbein’s samenvatting van gedragsveranderingsinterventies, ten einde gestructureerd inzicht te krijgen in de kennis, houding en gedrag van de doelgroep en in welke mate hieraan tegemoet gekomen kan worden.
!
De Zelfdeterminatietheorie blijkt op de doelgroep met betrekking tot financiële educatie niet van toepassing. Driekwart van de respondenten hebben geen behoefte om zich middels de financiële educatie zelf te ontwikkelen en bijna 80% heeft geen behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek. Dit model laten we in dit onderzoeksrapport dan ook verder buiten beschouwing.
! ! ! ! ! !
GEPERCIPIEERDE IDENTITEIT Uit het onderzoek is gebleken dat leerkrachten een duidelijke eigen identiteit hebben. Wij hebben dit bepaald aan de hand van Ui-model van Korthagen (zie scopingrapport) en het Model Interpersoonlijk Leerkrachtgedrag volgens Leary - kortweg het MIL (zie scopingrapport).
!
Het gedrag van de leraar, geclassificeerd volgens Leary, stelt dat in het gedrag naar andere mensen toe vooral twee factoren een belangrijke rol spelen: macht en nabijheid. Wanneer dit in verband wordt gebracht met het gedrag van een leraar in de klas, kan bij “macht” worden gedacht aan het gedrag van de leraar waarbij de leraar de sturende factor is. De sturende factor kan worden onderverdeeld in:
!
• Sterk sturend en leidend gedrag, ook wel: “bovengedrag” • Volgend, helpend en toegevend gedrag, ook wel: “ondergedrag” De factor “nabijheid” gaat over de mate waarin we laten zien hoe dicht we bij de ander staan of hoever we onszelf van de ander distantiëren. Deze nabijheidsfactor kan worden onderverdeeld in:
!
• Acceptatie van het gedrag van de ander en coöperatief zijn, ook wel: “samengedrag”. • Het verwerpen van het gedrag van de ander in meer of mindere mate, ook wel: “tegengedrag”. Deze twee dimensies kunnen elkaar kruisen en kunnen zo in vier ruimtes verdeeld worden. Hierdoor ontstaan 8 sectoren die als schema “de interactieroos van Leary” worden genoemd. De sectoren hebben elk een lettercode welke het typerende gedrag van een leraar in die sector benoemt.
! !
Boven
Onder
Tegen
Samen
Boven
BB
BO
BT: Moeizaam-
BS:
dominerend
Gezaghebbend
OT: Onzeker-
OS: Tolerant-
agressief
gezaghebbend
TT
TS
ST
SS
Onder Tegen
OB TB: Autoritair
OO TO: Onzekertolerant
Samen
!
SB: Directief
SO: Tolerant
Dit model wordt gehanteerd om het gedrag van de leerkracht te meten. Respondenten in een dergelijk onderzoek zijn de leerlingen. Omdat wij geen objectief beeld van het gedrag van de leerkrachten nodig hebben, maar juist een subjectief beeld, hebben wij dit model omgebogen naar een methode waarbij de leerkrachten zelf de respondenten zijn. Door middel van het invullen van de test hebben zij hun eigen gedrag en waarden beoordeeld. Met deze antwoorden hebben wij via de interactieroos van Leary kunnen bepalen welk type leerkracht het meest aansluit bij de antwoorden van de leerkrachten. Op deze wijze hebben wij de gepercipieerde identiteit van de leerkrachten in kaart kunnen brengen.
! !
Daarnaast hebben wij de drijfveren en beliefs van de doelgroep gemeten middels open vragen.
CONCLUSIE Uit dit onderzoek zijn zeer sterke conclusies te trekken over de gepercipieerde identiteit van de doelgroep.
!
Uit de antwoorden is op te merken dat er een algemene drijfveer te ontdekken is bij de leerkrachten: hun absolute drijfveer zijn de kinderen. Van de 14 respondenten komen er 9 ’s ochtends letterlijk hun bed uit voor de kinderen. Dit is een zeer idealistische drijfveer. De overige respondenten noemen iets abstractere drijfveren als de kennisoverdracht, de groep of de leerdoelen.
!
Bij de vraag of de leerkracht zichzelf als leerkracht kan omschrijven lopen de antwoorden uiteen van betrokken tot gezellig en motiverend. Zeer opvallend is dat alle omschrijving positief van aard zijn. Ook de omschrijving van het eigen lesgeefgedrag is zeer positief. Er is maar een enkeling die de minder positieve dingen benoemt.
!
De persoonlijke waarden van de leerkrachten lopen uiteen, echter komen de termen veiligheid en respect opvallend veel terug in de antwoorden.
!
Door middel van het MIL model hebben wij de gepercipieerde identiteit van de leerkracht dieper onderzocht. Hieruit zijn wederom zeer duidelijke conclusies te trekken. Allereerst beoordeelt ook hier bijna iedere leerkracht zichzelf louter positief. Men ziet zichzelf als een leerkracht die erg meegaand met de klas is, nooit driftig en weinig verbeterpunten heeft. Hierdoor vallen veel deelnemende leerkrachten in de categorie gezaghebbend en tolerant gezaghebbend. De meerderheid dicht zichzelf middels de antwoorden het profiel tolerant en/of gezaghebbend toe, wat uit onderzoek het beste leerkracht-profiel blijkt. De leerkrachten met de uitkomst tolerant gezaghebbend dichten zichzelf in hun antwoorden wederom positieve zaken toe, zoals: leerkracht met veel structuur en streng maar gezellig.
!
Opvallend was dat de leerkrachten het meest flexibel bleken in categorie: BT - streng, BS - leidend, SB helpend, SO - begrijpend. Dit is de positieve kant van de interactieroos van het model. Voornamelijk iedereen ziet zichzelf als type SO en SB in hoge mate. Daarbij sloot OT – onzekerheid bij iedereen het minste aan. OT kenmerkt zich door het gebrekkige contact met de leerlingen.
! !
De doelgroep ziet zichzelf hoofdzakelijk als helpend en begrijpend.
!
Type leerkracht
Aantal respondenten
SO- Begrijpend
13
SB - Helpend
13
BS - Leidend
6
BT - Streng
3
TO - Ontevreden
1
Het type SB -de helpende leerkracht- schept een vriendelijke sfeer, deze leerkracht vindt het leuk om met kinderen om te gaan. De leerlingen zijn ontspannen in de klas en vinden de leerkracht zorgzaam. Een minpunt van de leerkracht is dat deze eindeloos helpt. Het type SB -de begrijpende leerkracht- leeft met de kinderen mee. De leerkracht denkt na volgens het principe: de leerlingen zijn te vertrouwen. De leerlingen vinden de leerkracht aardig. Een minpunt van de leerkracht is dat orde-verstoringen veel worden genegeerd.
Categorie
Sluit meeste aan
Sluit minste aan
SB - Helpend
SO - Begrijpend
TO - Ontevreden
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Inleven
Zich bescheiden opstellen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Leeft met leerlingen mee
Weinig contact met leerlingen
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Leerlingen zijn te vertrouwen
Leerling moet zelf verantwoordelijk zijn
Hoe leerlingen hen zien
Een zorgzame leerkracht
Een aardige leerkracht
Weinig gezag en overwicht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
Negeert ordeverstoringen Vermijdt contact
! DE DOELGROEP VAN DE KBR ZIET ZICHZELF ALS EEN STIMULERENDE EN HELPENDE FACTOR EN STELT ZICH ZEKER NIET BESCHEIDEN OP. ZIJ ZIET ZICHZELF ALS DE KENNISOVERDRAGER, EEN VORMER, DIE VEEL CONTACT HEEFT MET HAAR LEERLINGEN EN EEN VRIENDELIJKE SFEER IN DE KLAS SCHEPT. HAAR ABSOLUTE DRIJFVEER IS DE KINDEREN. VEILIGHEID EN RESPECT STAAN BIJ HAAR ZEER HOOG IN HET VAANDEL EN ZIJ LEEFT MET DE KINDEREN MEE. ZIJ VERTROUWT DE LEERLINGEN EN VOELT VERANTWOORDELIJKHEID VOOR HEN. ZE VINDT DAT ZE VEEL GEZAG EN OVERWICHT HEEFT OP DE KINDEREN EN IS VAN MENING DAT DE LEERLINGEN HAAR ZIEN ALS ZORGZAAM EN AARDIG.
COGNITIE, CONATIE EN AFFECTIE !
Bij social marketing onderzoek meten we de cognitie (kennis), affectie (houding) en conatie (gedrag) van de doelgroep, zodat we daar in de marketingfase op in kunnen zetten met de ontwikkeling van de strategie.
!
COGNITIE Om de kennis van de leerkrachten met betrekking tot het belang van financiële educatie te meten hebben we feiten voorgelegd aan de respondenten, met als doel te meten of de leerkrachten kennis hebben van de feiten welke in de scopingfase zijn achterhaald.
!
!
Feit 1:
Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden
Feit 2:
Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen
Feit 3:
Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad
gaan verantwoordelijker om met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad
Feit 4:
Ruim 270.000 basisschoolleerlingen krijgen geen goede financiële educatie
Naar aanleiding van deze gegeven feiten vroegen we de respondenten om aan te geven of kennis van deze feiten invloed had op hun houding ten overstaande van financiële educatie. Op de hoogte van feiten, in aantallen
Mate van invloed op houding, in % 40
Feit 1 Feit 2
30
Feit 3
20
Feit 4
10
0
3,25
6,5
9,75
0 Heel veel invloed
13
Neutraal
Heel weinig invloed
! Van de respondenten die van minstens drie feiten reeds op de hoogte waren, gaf de meerderheid aan dat de feiten redelijk veel invloed hadden op hun houding ten overstaande van financiële educatie. Bij de respondenten die slechts van één of twee feiten op de hoogte waren was dit juist andersom: de meerderheid gaf aan dat de feiten heel weinig invloed hadden op hun houding ten overstaande van financiële educatie. De respondent die denkt dat financiële educatie latere schuldenproblematiek niet kan voorkomen was slechts op de hoogte van één feit, welke een neutrale invloed heeft op zijn houding ten overstaande van financiële educatie.!
CONATIE Om het gedrag van de doelgroep met betrekking tot financiële educatie vast te stellen, gebruiken we het transtheoretisch fase van gedragsverandering model van Prochaska en Diclemente. In dit model staat de basisveronderstelling centraal dat ieder individu een aantal stadia doorloopt voor hij of zij tot een definitieve gedragsverandering komt. De doelgroep doorloopt deze stadia bewust of onbewust en ieder stadium geeft noodzaak voor een andere wijze van benadering van de doelgroep.
!
Uit het onderzoek is een duidelijke conclusie te trekken met betrekking tot het de fase van gedragsverandering. Uit het onderzoek blijkt dat het overgrote gedeelte zich bevindt in de contemplatiefase. Deze fase houdt in dat het individu zich bewust is van van de voordelen van het gewenste gedrag en overweegt om maatregelen te nemen om het gedrag te wijzigen, maar wordt nog tegengehouden door bepaalde obstakels. De leerkrachten spelen met de gedachte om financiële educatie in te zetten, echter de omstandigheden blijken niet van de juiste aard dat zij het gedrag al veranderd hebben. ! Fase van gedragsverandering, in %
Precontemplatie Contemplatie Voorbereidingsfase Actiefase Bevestigingsfase 0
! !
! ! ! !
15
30
45
60
Precontemplatiefase: Ziet het nut van financiële educatie niet in Contemplatiefase:
Ziet het nut van financiële educatie in, maar weet nog niet of hij het in zal
zetten
Voorbereidingsfase:
Is voornemens financiële educatie in te zetten
Actiefase:
Zet financiële educatie in
Bevestigingsfase:
Herhaalt het gedrag als vanzelfsprekend
AFFECTIE Bij de Theory of Reasoned Action is de veronderstelling dat daadwerkelijke gedragingen van mensen het directe gevolg zijn van hun intenties. Deze intenties zijn het gevolg van een houding (attitude) die een persoon heeft ten opzichte van een bepaald gedrag, subjectieve normen die aangeven wat mensen in de omgeving goed of slecht gedrag vinden en de mening van de persoon over de mate van invloed die hij heeft op de situatie.
Houding Iemands attitude hangt af van twee aspecten:
!
1. Beliefs: de persoonlijke inschattingen dat een bepaalde situatie of verband voorkomt. 2. Evaluation of behavioural outcome: de relatie die iemand legt tussen zijn gedrag en wat er vervolgens
!
gebeurt.
Uit het onderzoek blijkt dat er onder de doelgroep geen duidelijk sterke belief aanwezig is met betrekking tot de persoonlijke inschatting of de leerkracht met financiële educatie nu, later schuldenproblematiek zal kunnen voorkomen. Het overgrote deel twijfelt hierover. Uit het onderzoek blijkt tevens dat de leerkrachten niet het idee hebben dat zij überhaupt veel invloed kunnen uitoefenen op de financiële situatie van de leerlingen. Verband tussen financiële educatie en voorkomen schuldenproblematiek, in % Wel Geen Misschien
0
20
40
60
80
Ervaart de leerkracht dat hij invloed heeft op de financiële situatie van leerlingen d.m.v. financiële educatie? Heel veel invloed Redelijk veel invloed Neutraal Redelijk weinig invloed Heel weinig invloed 0
!
12,5
25
37,5
50
Subjectieve normen De invloed van subjectieve normen op het gedrag van mensen hangt af van: o Social norms (de beliefs die relevante mensen in de omgeving hebben met betrekking tot de gedraging) o
!
Motivation to comply (wie het zegt en de mate waarin je gehoor wilt geven of belang hecht aan de mening van deze persoon)
Om te onderzoeken hoe we de leerkrachten het beste kunnen bereiken omtrent het onderwerp financiële educatie hebben wij de verschillende partijen in kaart gebracht die invloed hebben op de houding van de leerkracht ten overstaande van financiële educatie. Bijna alle leerkrachten gaven bij deze vraag aan dat er meerdere partijen zijn die invloed op hun houding kunnen uitoefenen. Slechts twee leerkrachten gaven aan dat er geen partijen zijn die invloed kunnen uitoefenen.
!
Verder hebben de collega-leerkrachten en de gemeente Rotterdam het meeste invloed op de houding van de leerkrachten.
!
Een opvallende conclusie is dat de professionele partijen (zoals banken) het minst invloed uitoefenen op de doelgroep. Dit strookt met de onderzoeksgegevens uit de scopingfase, waar uit deskresearch bleek dat partijen als banken een negatief effect kunnen hebben op de acceptatie van een boodschap.
!
Collega’s en de Gemeente Rotterdam hebben het meeste invloed op de houding van de doelgroep. Partijen die invloed hebben op de houding ten opzichte van financiële educatie, in aantallen.
Collega's Ouders van leerlingen Professionele partijen Gemeente Rotterdam Schooldirecteur Leerlingen Niemand 0
! !
1,75
3,5
5,25
7
VAN HOUDING NAAR ACTIE Fishbein’s samenvatting van gedragsveranderingsinterventies is een goede manier om te meten of de doelgroep vanuit hun houding klaar is voor gedragsverandering, en zo niet, op welke punten ze ondersteuning nodig hebben. Wij hebben dit onderzocht aan de hand van negen vragen, welke uitgewerkt zijn tot de volgende stellingen. De uitslagen zijn weergegeven in percentages. De leerkracht heeft een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten
Ja
Nee 0
! !
20
40
60
80
Conclusie:
Het overgrote deel van de respondenten gaf aan dat er een positieve intentie is om
financiële educatie in te zetten. Dit strookt met de fase van gedragsverandering
(contemplatiefase) waar de doelgroep in verkeert.
Er zijn geen beperkingen in de omgeving die het onmogelijk maken voor de leerkracht om financiële educatie in te zetten.
Wel beperkingen Geen beperkingen 0
20
40
60
80
Conclusie:
De meningen over de lesomgeving zijn wisselend. Meerendeel is positief over de
algemene lesomgeving: “veilig”, “duidelijk, praktijkgericht en enthousiasmerend” of
“prettig”. Een aantal respondenten geeft wat minder positieve antwoorden, zoals:
“veel druk van bovenaf wat wel eens verstikkend kan zijn.”
De omgeving met betrekking tot financiële educatie wordt ook positief gewaardeerd.
Slechts 4 respondenten geven aan beperkingen te ervaren. Bij alle vier wordt dit
omschreven als tijdnood.
!
De leerkracht gelooft dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opweegt tegen de extra inspanning die hij moet leveren.
Ja Nee Misschien 0
12,5
25
37,5
50
! ! !! !! !! !
Conclusie:
Over het algemeen hebben de leerkrachten niet het idee dat de voordelen opwegen
tegen de moeite die zij moeten leveren, of zij twijfelen hierover.
De docent beschikt de juiste capaciteiten om de financiële educatie in te zetten.
Ja Nee Misschien 0
!! !
15
30
45
60
Conclusie:
In het scopingrapport werd uit deskresearch de conclusie getrokken dat lage
zelfeffectiviteit met betrekking tot een onderwerp een grote barrière vormt. Uit het
onderzoek kunnen we concluderen dat deze barrière niet van toepassing is op de
doelgroep van de KBR, daar het overgrote gedeelte van de docenten aangeeft het
gevoel te hebben over voldoende capaciteiten te beschikken.
De sociale omgeving van de docent stuurt positief aan op het inzetten van financiële educatie .
Ja Nee Geen mening 0
17,5
35
52,5
70
!
! ! !
Conclusie:
Het overgrote gedeelte van de respondenten geeft aan dat de omgeving niet positief
aanstuurt op het inzetten van financiële educatie. Vaak kan de leerkracht wel zelf
beslissen of er ruimte is binnen de groep om een project aan te pakken, maar zal de
leerkracht dit altijd terug moeten koppelen aan de directie. Het wordt als belangrijk
ervaren dat de directeur aanstuurt op inzet van financiële educatie, maar ook de
collega’s zijn een belangrijke factor.
De docent heeft het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan het zelfbeeld dan het niet inzetten van de financiële lespakketten, of dat het geen conflict oplevert met persoonlijke waarden.
Ja Nee Geen mening 0
20
40
60
80
! ! ! ! !
Conclusie:
Bijna 80% van de respondenten antwoord hier negatief op. Een gedragsverandering
zal sneller plaatsvinden wanneer iemand het gevoel heeft dat het nieuwe gedrag een
uiting is van zijn waarden en normen, een reflectie van het zelfbeeld. Het is daarom
van belang dat hier in de marketing aandacht aan besteed wordt.
De emotionele reactie van de docent tegenover financiële educatie is meer positief dan negatief.
Meer positief Neutraal Meer negatief Anders 0
12,5
25
37,5
50
! ! Conclusie:
!
! !
De antwoorden zijn verdeeld, waardoor er geen goede conclusies te trekken zijn.
De docent voelt zich gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum.
Ja Nee Redelijk 0
12,5
25
37,5
50
! ! ! Conclusie:
De heft van de respondenten voelt zich gemotiveerd om financiële educatie te
combineren met het bestaande curriculum. De andere helft niet, of heeft twijfel. Om
een lespakket succesvol aan te bieden is het van belang dat er in de marketing
aandacht besteed wordt aan de koppeling met het bestaande curriculum.
! ! !
!
ONBEWUSTE WAARDES EN BELIEFS !
Hoe bereiken we dit slimme onbewuste van de burgers? En hoe gebruiken we dit om kennis, houding en gedrag van de doelgroep te veranderen? De traditionele onderzoeksmethoden zoals interviews, focusgroepen en vragenlijsten, zijn daar niet toereikend voor. Deze appelleren namelijk aan onze bewuste, expliciete kennis. Het achterhalen van expliciete kennis – kennis die willens en wetens in het geheugen is opgeslagen – is terug te halen door respondenten ernaar te vragen. Terwijl impliciete kennis – kennis die per ongeluk in het geheugen is opgeslagen – niet op een bewuste manier terug gehaald kan worden. Daarvoor zijn andere technieken nodig: om de onbewuste kennis te meten van onze doelgroep hebben we andere middelen nodig. De onderzoeksmethode die M. Meeuwisse in haar proefschrift heeft ontwikkeld, is een uitstekende methode om toe te passen binnen social marketing. Documentaire fotografie is daarbij het centrale meetinstrument.
! Het onderzoek begint met een visueel veldonderzoek. Dit doen we op die plekken waar verondersteld kan worden dat we het gedrag – waarnaar we onderzoek doen – kunnen observeren. Dit doen we met de camera omdat het fotograferen kijken met een visuele nauwkeurigheid ondersteun. Observatie met de camera draagt eraan bij de cultuur in al haar complexe details te zien, omdat de camera trouw het onderwerp dat de fotograaf kiest registreert, inclusief alle andere elementen die binnen focus en het bereik van de lens liggen. Daarna worden uit de database van foto’s relevante beelden geselecteerd. Op grond van beeldanalyses en indexeringen van de beelden worden door de onderzoekers werkhypothesen geformuleerd bij de beelden.
Een selectie van deze beelden wordt vervolgens gebruikt als meetinstrument en voorgelegd aan respondenten. Middels visuele priming – het gedurende enkele seconden tonen van de beelden - worden de respondenten aangezet tot het bloot geven van de onbewuste processen in relatie tot het onderwerp. De zo verzamelde narratieven worden geanalyseerd door de onderzoekers, waardoor inzicht ontstaat naar de onbewuste mentale processen.
!
DE ONBEWUSTE HOUDING TEN OPZICHTE VAN HUN BEROEP In zijn totaliteit kan men concluderen dat leraren zichzelf onbewust zien als een belangrijke speler binnen de ontwikkeling van het kind. Ze vinden hun werk belangrijk en zien zichzelf als zeer betrokken leerkracht. Ze zijn daarbij ook blij dat ze kinderen de gelegenheid kunnen bieden om te leren en vinden school zeer belangrijk voor de eigenwaarde en ontwikkeling van de leerlingen. Deze onbewuste houding strookt met de bewuste houding van de leerkrachten, beschreven in de vorige paragrafen.
!
De leerkrachten denken zeer objectief en feitelijk. Orde en structuur staan hoog in het vaandel. Leermateriaal moet voldoen aan de moderne standaard en moet van deze tijd zijn. Rommel en onordelijkheid zijn hierbij uit den boze. Spelend leren vind de doelgroep zeer belangrijk, ook hecht zij waarde aan gezelligheid in de klas. Leren moet dan ook vooral leuk zijn.
!
Uit de antwoorden is te concluderen dat leraren toetsen associëren met druk en verantwoordelijkheid bij het kind, er wordt te weinig naar kinderen zelf gekeken en te veel nadruk gekegd op het behalen van resultaten voor andere partijen dan het kind zelf. Examens en toetsen worden gezien als een noodzakelijk kwaad.
!
Uit de antwoorden is te concluderen dat leraren zich heel verantwoordelijk voelen voor de ontwikkeling van een kind. Volgens hen zijn de kinderen te jong om grote verantwoordelijkheden te dragen. Smartphones en social media zijn volgens hen nog niet geschikt voor kinderen op jonge leeftijd, het is onnodig en ze vinden dat kinderen horen te spelen.
!
DE ONBEWUSTE HOUDING TEN OPZICHTE VAN GELD Geld is voor de respondenten iets dat groeit en wordt niet geassocieerd met armoede. Geld is in hun ogen vooral iets positiefs. Geld is tevens iets wat zij betrekken op zichzelf en niet direct op kinderen. Bij armoede en problemen vragen zij zich voornamelijk af waar de opvoeder/ouder in het plaatje is.
!
Een grote onbewuste factor in het gedrag van de leerkrachten blijkt de opvatting te zijn dat een kind gewoon kind moet kunnen zijn. In het foto onderzoek associeren respondenten ogenschijnlijk dagelijkse activiteiten, zoals boodschappen doen of bellen, met grote verantwoordelijkheid van de kinderen. De leerkrachten vinden dat er veel op de kinderen af komt en ze vragen zich af of een kind nog wel een kind kan zijn. Zij voelen zich een beschermer van de jeugd van het kind.
! !
De leerkrachten missen in deze situaties vaak de ouderbetrokkenheid bij de kinderen.
!
CONCLUSIE !
Het overgrote gedeelte van de respondenten zijn vrouwen (71%), met leeftijd tussen de 25 en 35 jaar, die lesgeven in de bovenbouw. De respondenten geven allen les in Rotterdam, op twee respondenten na.
!
De persoonlijke waarden rondom financiën blijken dicht bij elkaar te zitten. Veel respondenten geven aan dat het belangrijk is om bewust met geld om te gaan, denk hierbij aan: sparen of niet meer geld uitgeven dan je hebt. De eigen ervaringen met financiën zijn vrijwel positief te noemen, slechts twee respondenten geven aan dat zij de waarde van geld pas op later leeftijd in zijn gaan zien.
!
De houding tegenover financiële educatie vaker ‘meer positief dan negatief ‘en ‘neutraal’ dan ‘meer negatief dan positief’, zeker als het te combineren valt met het bestaande curriculum, echter de omstandigheden lijken het gebruik van de financiële lespakketten in de weg te zitten. Vooral het feit dat de sociale omgeving, zoals de schooldirecteur en de collega’s, niet aanstuurt op de financiële educatie is een belangrijke barrière. Daarbij komt dat de leerkrachten niet zeker zijn van de invloed die zij hebben op de financiële situatie van de kinderen.
!
De gepercipieerde identiteit van de leerkrachten is bij alle respondenten zeer positief. Zij zien zichzelf overwegend als een stimulerende en helpende factor en stellen zich zeker niet bescheiden op. Ze zien zichzelf als de kennisoverdrager, een vormer, die veel contact heeft met leerlingen en een vriendelijke sfeer in de klas schept. Veiligheid en respect staat bij de doelgroep zeer hoog in het vaandel en zij leeft met de kinderen mee. Ze vertrouwt de leerlingen en voelt verantwoordelijkheid voor hen. Ze vindt dat ze veel gezag en overwicht heeft op de kinderen en is van mening dat de leerlingen haar zien als zorgzaam en aardig.
! !
De absolute drijfveer van de doelgroep is de kinderen. Uit de enquête is gebleken dat de leerkrachten het beste te bereiken zijn via de collega-leerkrachten en de gemeente Rotterdam. Deze twee partijen hebben het meeste invloed op de houding van de leerkrachten ten overstaande van de financiële educatie. Echter blijkt dat de respondenten die hebben aangegeven dat de gemeente Rotterdam het meeste invloed heeft op hun houding tegenover financiële educatie, reeds een positieve houding hebben over financiële educatie.
!
Opvallend is dat leerkrachten vaak niet weten van het bestaan van de mogelijkheden van financiële educatie, doordat de directie de informatie binnenkrijgt waarin dit soort lessen worden aangeboden.
De directeur beslist dan of hij dit doorgeeft aan de betreffende leerkrachten of niet. Leerkrachten zien het aanbod dus vaak nog geen eens.
!
Wordt een leerkracht wel direct benaderd, dan kan de leerkracht meestal wel zelf beslissen of er ruimte is binnen de groep om zo'n project aan te pakken, maar zal de leerkracht dit altijd terug moeten koppelen aan de directie. De laatste is namelijk eindverantwoordelijk voor het gehele onderwijsaanbod van de school. De directeur moet de keuze kunnen verantwoorden als de onderwijsinspectie daar om vraagt. De leerkrachten laten de keuze daarom liever over aan de directeur.
!
Extra aanbod van lessen gaat altijd ten kosten van andere lesstof en scholen worden overspoeld door lespakketten. Dit zijn heel uiteenlopende zaken zoals surfles, praktijk-verkeersles tot lessen over veeteelt. De directie maakt de eerste schifting en besluit om een aanbod wel of niet door te sturen aan de leerkrachten. Vervolgens beslissen de leerkrachten of zij het aanbod in zetten.
! !
Wij stellen daarom voor om de marketing in te zetten op twee doelgroepen: 1. de leerkrachten 2. de directie
!
Van de leerkrachten hebben we een duidelijke persona kunnen opstellen voor het opstellen van de strategie in fase 3. In fase 3 willen we daarnaast de wensen van de directie m.b.t. het aanbod in kaart brengen, zodat zij op de juiste wijze geprikkeld worden. Vervolgens kunnen zij het aanbod doorgeven aan de leerkrachten. Het aanbod moet dus voldoen aan de behoeften van de directie én de behoeften van de leerkrachten: we spreken hier over twee primaire doelgroepen.
!
Onbewust is geld voor de respondenten iets dat groeit en wordt niet geassocieerd met armoede. Geld is in hun ogen vooral iets positiefs. Geld is tevens iets wat zij betrekken op zichzelf en niet direct op kinderen. Bij armoede en problemen vragen zij zich voornamelijk af waar de opvoeder/ouder in het plaatje is.
!
Een grote onbewuste factor in het gedrag van de leerkrachten blijkt de opvatting te zijn dat een kind gewoon kind moet kunnen zijn. In het foto onderzoek associeren respondenten ogenschijnlijk dagelijkse activiteiten, zoals boodschappen doen of bellen, met grote verantwoordelijkheid van de kinderen. De leerkrachten vinden dat er veel op de kinderen af komt en ze vragen zich af of een kind nog wel een kind kan zijn. Zij voelen zich een beschermer van de jeugd van het kind.
! ! ! ! !
De leerkrachten missen in deze situaties vaak de ouderbetrokkenheid bij de kinderen.
DE IJKPERSOON
Segmentatie van de doelgroep heeft tot de volgende persona geleid:
!
•Vrouw, tussen 25-35 jaar, geeft les in bovenbouw, Rotterdam •Absolute drijfveer: de kinderen (ik kom mijn bed uit voor de kinderen!) •Ziet zichzelf als
een betrokken, gezellige en
motiverende leerkracht. •Persoonlijke waarden m.b.t. lesgeven: veiligheid en respect. Ze vertrouwt de leerlingen en voelt zich verantwoordelijk voor hen. •Haar collega’s en de gemeente Rotterdam hebben het meeste invloed op haar houding m.b.t. financiële educatie. •Ze is zeker niet bescheiden. Vind dat ze erg meegaand met de klas is, nooit driftig wordt en weinig verbeterpunten heeft. Ze vind dat ze gezag en overwicht in de klas heeft. Ze denkt dat de leerlingen haar zien als zorgzaam en aardig. •Ze wil graag gewaardeerd worden en staat graag centraal.
! • Ze denkt zeer objectief en feitelijk. • Orde en structuur staan bij haar hoog in het vaandel.
• Leermateriaal moet voldoen aan de moderne standaard en moet van deze tijd zijn. • Rommel en onordelijkheid zijn hierbij uit den boze. • Spelend leren vindt ze zeer belangrijk • Ze hecht waarde aan gezelligheid in de klas. Leren moet dan ook vooral leuk zijn.
Over financien • Ze denkt dat financiële educatie later misschien schuldenproblematiek kan voorkomen (is hier niet zeker van). Ze denkt dat zij met financiële educatie weinig invloed kan hebben op de financiële situatie van haar leerlingen nu en later. • Heeft zelf positieve ervaringen met financiën. • Ze vindt het belangrijk dat mensen bewust met geld om gaan. • Is goed op de hoogte van de feiten rondom financiële educatie, en deze feiten hebben ook invloed op haar houding, maar ze is niet op de hoogte van het feit dat er ruim 270.000 kinderen geen goede financiële educatie krijgen.
• Ze heeft een positieve intentie om financiële educatie in te zetten. Ze speelt met de gedachte om financiële educatie in te zetten, echter de omstandigheden blijken niet van de juiste aard dat zij het al doet. • Ze ervaart weinig beperkingen in haar omgeving om de educatie in te zetten. • Ze twijfelt sterk over het idee dat de voordelen opwegen tegen de moeite die zij moeten leveren met het inzetten van financiële educatie. • Ze vindt dat ze voldoende capaciteiten heeft om financiële educatie in te zetten. • Ze kan zelf beslissen of er ruimte is binnen de groep om een project aan te pakken, maar zal dit altijd terug moeten koppelen aan de directie. Ze vindt het daarom enorm belangrijk dat de directeur aanstuurt op inzet van financiële educatie. • Ze heeft niet het gevoel dat het inzetten van financiële educatie een uiting is van haar persoonlijke waarden en normen. • Ze is gemotiveerd om de financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum, maar heeft hier
!
wel stimulans bij nodig.
PERSOONLIJKHEID • Ze heeft een lage need for cognition (low NC) en maakt haar keuzes het liefst a.d.h.v. korte en bondige informatie. Lange lappen tekst heeft ze geen tijd voor. • Ze heeft een promotiefocus, maar door haar omgeving wordt ze soms gedwongen in een preventiefocus. Ze is gericht op het genereren van positieve uitkomsten, maar de verplichtingen (o.a. vanuit de onderwijsinspectie) zorgen er soms voor dat ze dit moet ombuigen naar risicovermijdend gedrag. • Ze heeft in haar werk een hoge need for closure (high NfC). In de organisatie waar ze werkt is het afsluiten van zaken erg belangrijk. Daarom bouwt ze graag zekerheid en orde in. • Ze is een optimizer: ze heeft veel passie voor haar vak en is altijd op zoek naar de beste keuze voor de leerlingen. De beperkingen in de organisatie dwingen haar soms naar de zogeheten satisficer kant: dit zorgt
!
daarbij wel eens voor een intern conflict.
ONBEWUST • Onbewust ziet zij zichzelf als een belangrijke speler binnen de ontwikkeling van het kind. Ze voelt zich heel verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een kind. • Ze is blij dat ze kinderen de gelegenheid kan bieden om te leren en vindt school zeer belangrijk voor de eigenwaarde en ontwikkeling van de leerlingen. • Tentamens en examens vindt ze een noodzakelijk kwaad, er wordt te weinig naar kinderen zelf gekeken en te veel nadruk gekegd op het behalen van resultaten voor andere partijen dan het kind zelf. • Volgens haar zijn de kinderen te jong om grote verantwoordelijkheden te dragen. Een kind moet een kind kunnen zijn. • Smartphones en social media zijn volgens haar nog niet geschikt voor kinderen op jonge leeftijd, het is onnodig en ze vindt dat kinderen horen te spelen. • Het onderwerp geld betrekt ze vooral op zichzelf. Geld is voor haar iets positiefs en wordt niet geassocieerd met armoede. • Bij armoede en problemen vraagt zij zich voornamelijk af waar de opvoeder/ouder in het plaatje is.
!
BIJLAGEN !
!
!
! ! ! ! ! ! ! !
TOTAAL OVERZICHT RESPONDENTEN
! ! DEMOGRAFIE - GEOGRAFIE ! Geslacht en leeftijd
!
29%
71%
Man
Vrouw
!! !
!! !! !! !! !! !! !!
Waar geeft de respondent les?
14%
21% Jonger dan 25 jaar 25 - 35 jaar 36 - 45 jaar 46 - 55 jaar 56 - 65 jaar Ouder dan 65 jaar
7%
58%
14%
• Oude Noorden, Rotterdam
Rotterdam
• Rotterdam (2x) • Rotterdam Zuid
86%
• Tarwewijk, Rotterdam • Kralingen, Rotterdam • IJsselmonde, Rotterdam (3x) • Schiebroek, Rotterdam (2x) • Delfshaven, Rotterdam • Nieuwerkerk aan den IJssel
21%
• Rijswijk
!! !! !
7% 29%
43%
Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8 Anders
Overig
Wat voor type school betreft het (bijvoorbeeld verbonden aan religie of levensovertuiging)?
! !! !! !! !! !! !! !! !! ! PSYCHOGRAFIE !
7%
7% 14% 7%
36%
29%
Katholiek Gereformeerd Christelijk Protestants Christelijk Multicultureel Openbaar
Hoe omschrijven de respondenten zichzelf? • Doelgericht, betrokken, open. • Streng, duidelijk, geduldig. • Fulltimer. • Vrolijk, enthousiast, doelgericht. • Een gemotiveerde juf die met plezier lesgeeft. • Betrokken. • Veel structuur, proberen het uiterste uit de kinderen te halen, attent naar de kinderen toe, pedagogisch klimaat is belangrijk. • Chaotisch en enthousiast. • Leerkracht die het elke dag een plezier maakt voor kinderen. Leerlingen moeten met een glimlach op school komen en met een glimlach vertrekken. • Met veel structuur. • Consequent, gestructureerd, flexibel (kan wel eigen grenzen aangeven), vind gezelligheid in de klas ook belangrijk, behulpzaam, houd van uitdagingen, sociaal, organisatorisch sterk, doel- en prestatie gericht. • Zeer toegankelijk voor kinderen en ouders, gaat voor kwaliteit. • Hecht waarde aan positieve sfeer, zie gedrag van kinderen, motiverend. • Rustig, met humor, vol vertrouwen.
!! !!
Hoe omschrijven de respondenten hun waarden en waar zij voor staan? • Dat de kinderen zich op hun gemak voelen in de klas, dan komt de rest vanzelf. • Dat iedereen zichzelf mag zijn binnen de normen die gelden in de maatschappij. • Respect, eerlijkheid en goede omgangsvormen. • Kennis overbrengen en normen en waarden om in deze maatschappij te redden. • Ieder kind is gelijk en heeft het recht op goed onderwijs. • Goed onderwijs, gereed maken voor leven in de samenleving. • Veiligheid, respect voor jezelf en anderen, liefde, geloof. • Respect en orde. • Goed onderwijs en mogelijkheid tot eigen ontwikkeling. Kind moet zich veilig en fijn voelen in de groep. • Gezelligheid in de klas, veiligheid, initiatief nemen, structuur en duidelijkheid, uitgaan van het positieve, alles valt te leren, gebruik van directe instructie model, werken met stoplicht om zo de zelfstandigheid te bevorderen. • Ervoor zorgen dat iedereen zich veilig voelt op school. School moet een veilige haven zijn. • Samenwerking. • Kinderen leren leven. • Veilig voelen in de klas om zo goed te presteren.
! Hoe omschrijven de respondenten hun eigen lesgeefgedrag? • Veel uit leerlingen zelf laten komen. Houdt ook erg van interactie en coöperatieve werkvormen. • Voorspelbaar, helder en duidelijk. • Rustig, met herhaling, met voorbeelden. • Ik leg de stof eerst altijd uit en doe het vaak voor zodat ze de volgende keer weten hoe ze het aan moeten pakken. Vaak laat ik kinderen mij nog eens vertellen wat ze nu moeten weten. Ik ben een stap voor stap persoon. • Streng maar gezellig. • Open. • Streng, biedt veel structuur, lief. • Snel tempo, tijd voor de individuele leerling. • Open, doelgericht, interactief, kansen voor iedereen, flexibel. • Structuur bieden. • Inconsequent, chaotisch, zeer enthousiast. • Gedegen. • Probeer zoveel als mogelijk het goede voorbeeld te geven. • Met veel plezier en warmte.
! !! !
Waar komen de respondenten, in relatie tot hun beroep, hun bed voor uit? • Je weet nooit wat de dag brengt in het onderwijs. Altijd leuk! • Goede documentaire of probleem met het schoolgebouw. • Kennisoverdracht. • Voor mijn leerlingen. • Het enthousiasme van mijn leerlingen elke dag weer. • Als ik het ergens naar mijn zin heb. Maar zeker helemaal als ik les kan geven in de bouw waar ik graag werk dat is een groep 4 of 5. • Voor de groep. • De leerdoelen • Omgang met leerlingen • Verantwoordelijkheid voor de kinderen, toch ook wel het feit dat ik nog geen vast contract heb en daar wel in aanmerking voor wil komen. • De kinderen. • De kinderen, zij hebben mij nodig. • De band met de leerlingen. • Voor de kinderen die een veilige plek nodig hebben.
!!
Hoe omschrijven de respondenten hun lesomgeving? • Rommelig. • Veilig. • Tussen klassen in aan het schipperen, geen vaste eigen klas, er zijn niet genoeg banen. • Fijne collega's, fijne kinderen. Te veel werk en te veel onrust die het lesgeven in de weg staat. • Duidelijk, praktijkgericht en enthousiasmerend. • Gezellig en veilig (2x). • Rustige, fijne plek. • Tevreden met omgeving en gebouw. • Een sfeervolle en rijke leeromgeving. • Veel druk van bovenaf wat wel eens verstikkend kan zijn. • Prettig (3x).
!! !! !! !! !!
VRAGEN OVER FINANCIËLE EDUCATIE
! !
In welke fase van gedragsverandering bevinden de respondenten zich?
7%
14%
22%
Ik zie het nut van financiële educatie niet in. Ik zie het nut van financiële educatie in, maar weet nog niet of ik het in wil zetten. Ik vind het belangrijk en heb voornemens financiële educatie in te gaan zetten Ik zet al financiële educatie in
57%
! ! Wat is de houding van de respondenten ten overstaande van financiële educatie?
!
• Rekenen en taal is de basis, financiële educatie is geen prioriteit. • Neutraal. • Ik sta hier positief tegenover. • Ik sta hier voor open. • Geen, ken het begrip niet. • Neutraal . • Ik vind dit onderwerp niet noodzakelijk als je 12 jaar bent. • Ik weet niet of ik het er bij kan hebben. • Belangrijk om kinderen te leren maar niet nodig om speciale lessen voor moet gaan geven. Het soms noemen/ter sprake brengen is genoeg. • Ik werk bij de kleuters, dus is best lastig. Maar ik ben er wel voorstander dan dat ook deze doelgroep bewust is van de waarde van geld. Wat doe je ermee, hoe kom je eraan en hoe ga je ermee om..? • Redelijk nuttig. • Ik ben voor financiële educatie met name in de omgeving waarin ik werk. Kinderen zien de waarde van geld niet in omdat in hun thuissituatie alles mogelijk is en ze alles krijgen wat ze willen. • Het is belangrijk dat kinderen wel gaan inzien van de waarde van iets is, tegenwoordig denken kinderen dat alles betaalbaar en bereikbaar is. Dat ze er niet veel voor hoeven te doen. • Goed voor erbij.
!!
Hoe beschrijven de respondenten hun eigen ervaring met betrekking tot financiën?
!
• Ik ga hier bewust mee om. • Geen. • Alles op orde. • Goed. • Vroeger kon ik slecht ermee omgaan, nu ik wat ouder ben weet ik wat ik wel en niet uit kan geven, ik houd het bij. • Positief. • Prima. • Mijn ervaringen met financiën zijn positief. • Ik doe mijn privé financiën en soms wat financieel werk voor een commissie binnen school. • Nooit schulden gehad. • Spaarder. • Goed. • Kan een eye opener zijn. • Pas op latere leeftijd waarde van geld in gaan zien.
!
Hoe beschrijven de respondenten hun persoonlijke waarden met betrekking tot financiën?
!
▪
Financiën zijn van belang voor een gestructureerd leven.
▪
Grote aankopen kijk ik eerst waar het goedkoper kan, maar wasmachines en dat soort dingen kijk ik wel naar het beste product.
! ! ! !
▪
Liever geen schulden.
▪
Geen.
▪
Niet meer uitgeven dan je hebt.
▪
Belangrijk om te sparen maar ook om leuke dingen te doen als het kan.
▪
Belangrijk.
▪
Prima.
▪
Je koopt pas iets als je het kan betalen.
▪
Je plant vooruit en kijkt naar de toekomst.
▪
Bewustwording.
▪
Ik vind sparen belangrijk. Omkijken naar mensen die minder bedeeld zijn.
▪
Geld is fijn om te hebben. Hier bewust mee omgaan vind ik belangrijk.
▪
Je kan alleen geld uitgeven wat je hebt en wat van jou is.
Van welke onderstaande feiten was u reeds op de hoogte?
!
verantwoordelijker om met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad. Ruim 270.000 basisschoolleerlingen krijgen geen goede financiële educatie. Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden. 0%
!! !!
10%
20%
Hebben deze feiten invloed op de houding van de respondenten ten opzichte van financiële educatie?
!
14%
7%
21%
36%
Heel veel invloed Redelijk veel invloed Neutraal Redelijk weinig invloed Heel weinig invloed
21% !
! In hoeverre zijn de respondenten van mening dat zij invloed hebben op de financiële situatie van hun leerlingen, nu en later?
!
7%
!
43%
14%
36%
Heel veel invloed Redelijk veel invloed Neutraal Redelijk weinig invloed Heel weinig invloed
30%
40%
! ! Denken de respondenten dat zij met financiële educatie latere schuldenproblematiek kunnen voorkomen?
14% 7%
Ja Nee Misschien
79%
! Is dit een belangrijke motivatie voor hen?
36% 64%
!! !! !! !! !! !!
Ja Nee
! ! ! ! ! ! ! !
!! !! ! ! ! !
Welke van onderstaande partijen hebben invloed op de houding van de respondenten t.o.v. financiële educatie? 20%
15%
10%
5%
0%
!! !
Mijn collega´s
Mijn schooldirecteur
!! !! !! !! !! !! !! !! !
Is de houding van de respondenten tegenover financiële educatie meer positief dan negatief?
!! !! ! ! ! !
7% 29%
21%
Meer positief Neutraal Meer negatief Anders
43%
Hebben de respondenten een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten?
!! !! !! !! !!
29% Ja Nee
71%
! Hebben de respondenten het gevoel dat zij over de juiste vaardigheden beschikken om financiële educatie in te zetten?
!
14%
29%
57%
Ja Nee Misschien
!
!! Geloven de respondenten dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die zij moeten leveren?
!
21% 36%
Ja Nee Misschien
43% !
!! ! Hebben de respondenten het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan hun eigen zelfbeeld dan wanneer zij dit niet zouden doen?
7% 14%
!
Ja Nee Geen mening
79%
Zijn er beperkingen in de omgeving die het onmogelijk maken voor de respondenten om financiële educatie in te zetten?
!!
29% Ja, ”tijdnood" Nee
71% !
!! Stuurt de sociale omgeving ven de respondenten hen positief aan op het inzetten van financiële educatie?
!
7% 29% Ja Nee Geen mening
64% !
! Voelen de respondenten zich gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum?
7%
43%
50%
Ja
Nee
Redelijk
! ! ! ! ! ! ! !
! Hebben de respondenten de behoefte om zichzelf ook middels externe lespakketten persoonlijk te ontwikkelen?
!
7%
21% Ja Nee Enigszins
72% !
! Hebben de respondenten de behoefte mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten?
!!
7% 14%
!
Ja Nee Anders
! ! ! ! ! ! ! ! ! !
79%
GEPERCIPIEERDE IDENTITEIT
!
21% 36% Tolerant en gezaghebbend Gezaghebbend Tolerant Directief Moeizaam dominerend
7% 7%
29% #
! ! !
De twee types die het meest aansluiten bij de gepercipieerde identiteit van de leerkrachten: Tolerant en gezaghebbend De tolerante en gezaghebbende leerkracht toont veel begrip voor de leerlingen en houdt goed rekening met hun behoeften en belangen. Hij biedt niet alleen structuur in de lessen, maar geeft tevens ruimte aan de leerlingen. Hierdoor wordt een stimulerende omgeving gecreëerd waarin goed tegemoet wordt gekomen aan ieders belangen. De leerkracht gebruikt verschillende werkvormen, van groepswerk en practicum tot voordracht, en andere vormen. De leerkracht heeft weinig moeite met het houden van orde in de les. De leerlingen werken goed en ervaren de les als plezierig. (Jenaplan, n.d.)
!
Gezaghebbend Een gezaghebbende leraar geeft een duidelijke structuur aan in de les. Hierdoor weten de leerlingen goed wat er van hen verwacht wordt. Sporadisch worden ze door de leerkracht herinnerd aan de regels die er gelden of de procedures die er zijn. De leerkracht is vaak enthousiast bezig met de uitleg van de lesstof en de leerlingen luisteren aandachtig. In het algemeen wordt er taakgericht gewerkt in de klas. De leerkracht kijkt erg naar de behoeften en wensen van de leerlingen, hij is als persoon zeer betrokken. De sfeer in de les is ontspannen en gestructureerd. (Jenaplan, n.d.)
! ! !
Sluit meest aan TO - ontevreden
BT - streng
BS - leidend
SB - helpend
SO - begrijpend 0
!
! !
4
7
11
14
9
12
Sluit minst aan BT - streng
TB - corrigerend
OT - onzeker
0 #
! !
3
6
RESPONDENT 1
!
ALGEMEEN • 25-35 jaar. • Vrouw. • Geeft les in Kralingen. • Geeft les in groep 5-6. • Type school: Katholiek. • Omschrijft zichzelf als zeer toegankelijk voor kinderen en ouders. Gaat voor kwaliteit. • Haar waarden als leerkracht zijn: dat iedereen zichzelf mag zijn binnen de normen die gelden in onze maatschappij. • Zij ervaart haar lesomgeving als een sfeervolle en rijke leeromgeving. • Zij omschrijft haar lesgeefgedrag als voorspelbaar, helder en duidelijk. • Komt ’s ochtends haar bed uit voor de kinderen.
!
FINANCIËLE EDUCATIE • Ziet het nut van financiële educatie in, maar weet nog niet of zij het in wil zetten. • Staat positief tegenover financiële educatie. • Eigen ervaring met financiën is positief. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: je kan alleen geld uitgeven wat je hebt en wat van jou is. • Is ervan op de hoogte dat: o
Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden.
o
Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen.
o
Ruim 270.000 basisschool leerlingen geen goede financiële educatie krijgen.
o
Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad verantwoordelijker omgaan met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad.
• Deze feiten hebben heel veel invloed op haar houding tov financiële educatie. • Zij is van mening dat zij redelijk weinig invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Zij denkt dat financiële educatie misschien latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is een belangrijke motivatie voor haar. • Partijen die invloed hebben op haar houding t.o.v. financiële educatie zijn: haar collega’s, haar leerlingen, haar schooldirecteur, de Gemeente Rotterdam en de ouders van haar leerlingen. • Haar houding tegenover financiële educatie is meer positief dan negatief. • Zij heeft een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Zij heeft het gevoel misschien over de juiste vaardigheden te beschikken om financiële educatie in te zetten (ligt eraan wat er van haar verwacht wordt). • Zij gelooft dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie misschien opwegen tegen de extra inspanning die zij moet leveren. • Zij heeft niet het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan haar eigen zelfbeeld dan wanneer zij dit niet zou doen.
• Er zijn beperkingen in haar omgeving die het voor haar onmogelijk maken om financiële educatie in te zetten. • Haar sociale omgeving stuurt haar positief aan op het inzetten van financiële educatie. • Zij voelt zich gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Zij heeft de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Zij heeft de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
!
TYPE LEERKRACHT 1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid. ! Veel 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor. ! Zeer veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen. ! Altijd 4. Ik ben ontevreden. ! Soms 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen. ! Altijd 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen. ! Altijd 7. Ik ben uit mijn humeur. ! Soms 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan. ! Neutraal 9. Ik kan kwaad worden. ! Neutraal 10. Ik houd streng orde. ! Erg 11. Ik kan goed leiding geven. ! Heel erg 12. Ik treed slap op. ! Niet 13. De leerling leert veel bij mij. ! Heel erg 14. Ik ben driftig. ! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas. ! Heel erg 16. Ik treed aarzelend op. ! Niet
INDICATIE TYPE LEERKRACHT
!
Gezaghebbend Een gezaghebbende leerkracht geeft een duidelijke structuur aan in de les. Hierdoor weten de leerlingen goed wat er van hen verwacht wordt. Sporadisch worden ze door de leerkracht herinnerd aan de regels die er gelden of de procedures die er zijn. De leerkracht is vaak enthousiast bezig met de uitleg van de lesstof en de leerlingen luisteren aandachtig. In het algemeen wordt er taakgericht gewerkt in de klas. De leerkracht kijkt erg naar de behoeften en wensen van de leerlingen, hij is als persoon zeer betrokken. De sfeer in de les is ontspannen en gestructureerd. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
!
BS - Leidend
!
Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden
Functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op
Gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden
Gedrag van leerlingen
Volgzaam en kalm
Hoe anderen denken
Een goede uitlegger
Disfunctionele lesstijl
Teveel aan het woord
SB – Helpend
!
Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
SO - Begrijpend
!
Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Gedrag van leerlingen Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
!! !! CONCLUDEREND !! ! Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Haar noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden, stimuleren, helpen en inleven.
Zich bescheiden opstellen.
Haar functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op, schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee.
Weinig contact met leerlingen.
Haar gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden, vind het leuk om met kinderen om te gaan, heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn.
De gedachte dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn.
Hoe anderen haar volgens haar Een goede uitlegger, een zien zorgzame en aardige leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht.
Haar disfunctionele lesstijl
Contact vermijden.
!! !! !!
Teveel aan het woord, helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen.
! RESPONDENT 2 ! ALGEMEEN • 25-35 jaar. • Man. • Geeft les in Rotterdam. • Geeft les in groep 5-6. • Type school: Christelijk. • Omschrijft zichzelf als een leerkracht die het elke dag een plezier maakt voor kinderen. De leerlingen moeten met een glimlach op school komen en met een glimlach vertrekken. • Zijn waarden als leerkracht zijn: mijn leerlingen kennis over te brengen en normen en waarden om in deze maatschappij te redden. • Hij is tevreden met omgeving en gebouw. • Zijn omschrijving van zijn lesgeefgedrag is: Ik ben iemand die veel uit leerlingen zelf laat komen. Hou ook erg van interactie en coöperatieve werkvormen. • Komt ’s ochtends zijn bed uit voor het enthousiasme van de leerlingen, elke dag weer.
! !
FINANCIËLE EDUCATIE • Ziet het nut van financiële educatie in, maar weet nog niet of hij het in wil zetten. • Rekenen en taal is de basis, financiële educatie is geen prioriteit. • Eigen ervaring met financiën is goed. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: niet meer uitgeven dan wat je hebt. • Is ervan op de hoogte dat het aantal jongeren met schulden de laatste jaren sterk is opgelopen. • Dit feit heeft redelijk weinig invloed op zijn houding tov financiële educatie. • Hij is van mening dat hij redelijk veel invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Hij denkt dat financiële educatie misschien latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is geen belangrijke motivatie voor hem. • Partijen die invloed hebben op zijn houding tov financiële educatie zijn: de Gemeente Rotterdam en professionele partijen zoals de bank. • Zijn houding tegenover financiële educatie is neutraal. • Hij heeft een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Hij heeft het gevoel dat hij over de juiste vaardigheden beschikt om financiële educatie in te zetten. • Hij gelooft dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die hij moet leveren. • Hij heeft het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan zijn eigen zelfbeeld dan wanneer hij dit niet zou doen. • Er zijn beperkingen in zijn omgeving die het voor hem onmogelijk maken om financiële educatie in te zetten. • Zijn sociale omgeving stuurt hem niet positief aan op het inzetten van financiële educatie.
• Voelt zich niet gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft niet de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft niet de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
!! !
TYPE LEERKRACHT 1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
! Veel 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor.
! Veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen.
! Altijd 4. Ik ben ontevreden.
! Soms 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen.
! Altijd 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen.
! Altijd 7. Ik ben uit mijn humeur.
! Nooit 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan.
! Soms 9. Ik kan kwaad worden.
! Erg 10. Ik houd streng orde.
! Erg 11. Ik kan goed leiding geven.
! Erg 12. Ik treed slap op.
! Niet 13. De leerling leert veel bij mij.
! Erg 14. Ik ben driftig.
! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas.
! Erg 16. Ik treed aarzelend op.
!
! Niet
INDICATIE TYPE LEERKRACHT
!
Directief De directieve leerkracht heeft graag de leiding in de klas. De leerkracht en de leerlingen zijn zeer taakgericht bezig in de lessen. Regels en procedures zijn belangrijk; wanneer de leerlingen zich niet aan de regels of procedures houden worden zij tot de orde geroepen door de leerkracht. Meestal werkt dit goed, er is dan ook geen onvriendelijke sfeer in de lessen. De betrokkenheid als persoon is wat minder groot, de leerkracht biedt vooral ondersteuning bij het leerproces. (Jenaplan, g.j.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
!
BT – Streng Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Tegenvoorstellen doen
Functionele lesstijl
Treedt zelfbewust op
Gedachten en bedoelingen
Leerkracht is verantwoordelijk
Gedrag van leerlingen
Werken hard
Hoe anderen denken
Een strenge leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Voelt zich verheven
!!
SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
!
SO - Begrijpend
!
Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Gedrag van leerlingen Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
!! !! CONCLUDEREND !! Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Zijn noodzakelijke vaardigheden
Tegenvoorstellen doen, stimuleren, Zich bescheiden opstellen. helpen en inleven.
Zijn functionele lesstijl
Treedt zelfbewust op, schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee.
Zijn gedachten en bedoelingen
Leerkracht is verantwoordelijk, het De gedachte dat leerlingen zelf is leuk om met kinderen om te verantwoordelijk zijn. gaan, leerlingen zijn te vertrouwen.
Hoe anderen hem volgens hem zien
Een strenge leerkracht, een zorgzame en aardige leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht.
Zijn disfunctionele lesstijl
Voelt zich verheven, helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen.
Contact vermijden.
!! !! ! !! !
Sluit minste aan bij identiteit
Weinig contact met leerlingen.
RESPONDENT 3
!
ALGEMEEN • Jonger dan 25 jaar. • Vrouw. • Geeft les in Nieuwerkerk aan de IJssel. • Geeft les in groep 7-8. • Type school: Protestants Christelijk. • Omschrijft zichzelf als doelgericht, betrokken en open. • Haar waarden als leerkracht zijn: respect, eerlijkheid en goede omgangsvormen. • Zij ervaart haar lesomgeving als rustige en fijne plek. • Haar omschrijving van haar lesgeefgedrag is: open, doelgericht, interactief, kansen voor iedereen en flexibel. • Komt ’s ochtends haar bed uit voor de band met haar leerlingen.
!
FINANCIËLE EDUCATIE • Vindt financiële educatie belangrijk en heeft voornemens om financiële educatie in te gaan zetten. • Is voorstander van financiële educatie, met name in de omgeving waarin zij werkt. Kinderen zien de waarde van geld niet in omdat in hun thuissituatie alles mogelijk is en ze alles krijgen wat ze willen. • Eigen ervaring met financiën is hetzelfde als geschetste situatie, zij is pas op latere leeftijd waarde van geld in gaan zien. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: sparen is belangrijk. Kijk eens om naar mensen die minder bedeeld zijn. • Is ervan op de hoogte dat: • Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden. • Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. • Ruim 270.000 basisschool leerlingen geen goede financiële educatie krijgen. • Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad verantwoordelijker omgaan met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad. • Deze feiten hebben redelijk veel invloed op haar houding tov financiële educatie. • Zij heeft een neutrale mening omtrent de stelling dat zij invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Zij denkt dat financiële educatie latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is een belangrijke motivatie voor haar. • Partijen die invloed hebben op zijn houding tov financiële educatie zijn: haar leerlingen en de ouders van haar leerlingen. • Haar houding tegenover financiële educatie is meer positief dan negatief. • Zij heeft een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Zij heeft het gevoel gedeeltelijk over de juiste vaardigheden te beschikken om financiële educatie in te zetten (een kant en klare lessen serie of ervaringsdeskundige in de klas zou fijn zijn). • Zij gelooft dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die zij moet leveren.
• Zij heeft niet het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan haar eigen zelfbeeld dan wanneer zij dit niet zou doen. • Haar omgeving stuurt haar positief aan op het inzetten van financiële educatie. • Voelt zich gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft niet de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft niet de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
!
TYPE LEERKRACHT 1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
! Neutraal 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor.
! Veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen.
! Vaak 4. Ik ben ontevreden.
! Soms 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen.
! Vaak 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen.
! Vaak 7. Ik ben uit mijn humeur.
! Soms 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan.
! Soms 9. Ik kan kwaad worden.
! Enigszins 10. Ik houd streng orde.
! Neutraal 11. Ik kan goed leiding geven.
! Erg 12. Ik treed slap op.
! Niet 13. De leerling leert veel bij mij.
! Erg 14. Ik ben driftig.
! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas.
! Heel erg 16. Ik treed aarzelend op.
! Niet
INDICATIE TYPE LEERKRACHT
!
Gezaghebbend Een gezaghebbende leraar geeft een duidelijke structuur aan in de les. Hierdoor weten de leerlingen goed wat er van hen verwacht wordt. Sporadisch worden ze door de leerkracht herinnerd aan de regels die er gelden of de procedures die er zijn. De leerkracht is vaak enthousiast bezig met de uitleg van de lesstof en de leerlingen luisteren aandachtig. In het algemeen wordt er taakgericht gewerkt in de klas. De leerkracht kijkt erg naar de behoeften en wensen van de leerlingen, hij is als persoon zeer betrokken. De sfeer in de les is ontspannen en gestructureerd. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
!
BS - Leidend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden
Functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op
Gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden
Gedrag van leerlingen
Volgzaam en kalm
Hoe anderen denken
Een goede uitlegger
Disfunctionele lesstijl
Teveel aan het woord
! SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
!
SO - Begrijpend
!
Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Gedrag van leerlingen Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
!! !! !
CONCLUDEREND
!! !
Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Haar noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden, stimuleren, helpen en inleven.
Zich bescheiden opstellen.
Haar functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op, schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee.
Weinig contact met leerlingen.
Haar gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden, vind het leuk om met kinderen om te gaan, heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn.
De gedachte dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn.
Hoe anderen haar volgens haar Een goede uitlegger, een zien zorgzame en aardige leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht.
Haar disfunctionele lesstijl
Contact vermijden.
!! ! !
Teveel aan het woord, helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen.
RESPONDENT 4
!
ALGEMEEN • Jonger dan 25 jaar. • Vrouw. • Geeft les in Rijswijk. • Geeft les in groep 3-4. • Type school: gereformeerd. • Omschrijft zichzelf als doelgericht, vrolijk en enthousiast. • Haar waarden als leerkracht zijn: respect voor jezelf en anderen, geloof, veiligheid en liefde. • Zij ervaart haar lesomgeving als gezellig en veilig. • Haar omschrijving van haar lesgeefgedrag is: streng maar gezellig. • Komt ’s ochtends haar bed uit voor haar verantwoordelijkheid voor de kinderen en toch ook wel het feit dat
!
zij nog geen vast contract heeft en daar wel in aanmerking voor wil komen.
FINANCIËLE EDUCATIE • Zij ziet het nut van financiële educatie in, maar weet nog niet of zij het in wil zetten. • Het is belangrijk om kinderen financiële educatie te leren maar niet nodig om speciale lessen voor te moeten gaan geven. Het soms noemen/ ter sprake brengen is genoeg. • Eigen ervaring met financiën is dat zij een spaarder is. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: het is belangrijk om te sparen maar ook om leuke dingen te doen. • Is ervan op de hoogte dat: • Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden. • Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. • Ruim 270.000 basisschool leerlingen geen goede financiële educatie krijgen. • Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad verantwoordelijker omgaan met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad. • Deze feiten hebben redelijk weinig invloed op haar houding tov financiële educatie. • Is van mening dat zij redelijk weinig invloed heeft op de financiële situatie van haar leerlingen nu en later. • Zij denkt dat financiële educatie misschien latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is geen belangrijke motivatie voor haar. • Partijen die invloed hebben op zijn houding tov financiële educatie zijn: haar collega’s en de schooldirecteur, maar zij vindt het toch meer een taak van de ouders. • Haar houding tegenover financiële educatie is positief als het gaat om financiële educatie thuis gegeven. • Zij heeft geen positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Zij heeft het gevoel over de juiste vaardigheden beschikt om financiële educatie in te zetten. • Zij gelooft niet dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die zij moet leveren. • Zij heeft niet het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan haar eigen zelfbeeld dan wanneer zij dit niet zou doen.
• Er zijn beperkingen die het onmogelijk maken voor haar om financiële educatie in te zetten namelijk:tijdnood. • Haar sociale omgeving stuurt haar niet positief aan op het inzetten van financiële educatie. • Voelt zich niet gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft niet de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft niet de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
!
TYPE LEERKRACHT 1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
! Neutraal 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor.
! Veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen.
! Vaak 4. Ik ben ontevreden.
! Neutraal 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen.
! Soms 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen.
! Vaak 7. Ik ben uit mijn humeur.
! Soms 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan.
! Soms 9. Ik kan kwaad worden.
! Enigszins 10. Ik houd streng orde.
! Enigszins 11. Ik kan goed leiding geven.
! Erg 12. Ik treed slap op.
! Niet 13. De leerling leert veel bij mij.
! Erg 14. Ik ben driftig.
! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas.
! Erg 16. Ik treed aarzelend op.
!
! Neutraal
INDICATIE TYPE LEERKRACHT
!
Tolerant en gezaghebbend De tolerante en gezaghebbende leerkracht toont veel begrip voor de leerlingen en houdt goed rekening met hun behoeften en belangen. Hij biedt niet alleen structuur in de lessen, maar geeft tevens ruimte aan de leerlingen. Hierdoor wordt een stimulerende omgeving gecreëerd waarin goed tegemoet wordt gekomen aan ieders belangen. De leerkracht gebruikt verschillende werkvormen, van groepswerk en practicum tot voordracht, en andere vormen. De leerkracht heeft weinig moeite met het houden van orde in de les. De leerlingen werken goed en ervaren de les als plezierig. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
!
BS - Leidend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden
Functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op
Gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden
Gedrag van leerlingen
Volgzaam en kalm
Hoe anderen denken
Een goede uitlegger
Disfunctionele lesstijl
Teveel aan het woord
! SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
!
SO - Begrijpend
!
Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
!! !! CONCLUDEREND !! Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Haar noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden, stimuleren, helpen en inleven.
Een prestatie negatief beoordelen.
Haar functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op, schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee.
Rust en werktempo bewaken.
Haar gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden, vind het leuk om met kinderen om te gaan, heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn.
Orde is stilte.
Hoe anderen haar volgens haar Een goede uitlegger, een zien zorgzame en aardige leerkracht.
Stelt hoge eisen, je leert veel.
Haar disfunctionele lesstijl
Wantrouwig.
!! !! !! !! !
Teveel aan het woord, helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen.
RESPONDENT 5
!
ALGEMEEN • 25 – 35 jaar. • Vrouw. • Geeft les in Rotterdam IJsselmonde. • Geeft les bij de kleuters. • Type school: Christelijk. • Omschrijft zichzelf als: geeft veel structuur, probeert altijd het uiterste uit kinderen te halen. Attent naar kinderen toe. Pedagogisch klimaat vindt zij belangrijk. • Haar waarden als leerkracht zijn: Dat de kinderen zich op hun gemak voelen bij mij in de klas, dan komt de rest vanzelf. • Zij ervaart haar lesomgeving als gezellig en veilig. • Haar omschrijving van haar lesgeefgedrag is: streng, veel structuur en lief. • Komt ’s ochtends haar bed uit voor dat je nooit weet wat de dag brengt in het onderwijs. Altijd leuk!
!
FINANCIËLE EDUCATIE • Zij vindt financiële educatie belangrijk en heeft voornemens financiële educatie in te gaan zetten. • Zij is er voorstander van dat ook de kleuters bewust zijn van de waarde van geld. Wat doe je ermee, hoe kom je eraan en hoe ga je ermee om? • Eigen ervaring met financiën is dat zij er bewust mee omgaat. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: Geld is fijn om te hebben. Hier bewust mee omgaan vind ik belangrijk. • Is ervan op de hoogte dat: • Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden. • Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad gaan verantwoordelijker om met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad. • Deze feiten hebben redelijk veel invloed op haar houding tov financiële educatie. • Zij heeft een neutrale mening op de stelling of zij enige invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Zij denkt dat financiële educatie misschien latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is een belangrijke motivatie voor haar. • Partijen die invloed hebben op zijn houding tov financiële educatie zijn: haar collega’s, haar leerlingen, haar schooldirecteur, de Gemeente Rotterdam, professionele partijen en de ouders van haar leerlingen. • Haar houding tegenover financiële educatie is meer positief dan negatief. • Zij heeft een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Zij heeft het gevoel over de juiste vaardigheden te beschikken om financiële educatie in te zetten. • Zij gelooft enigszins dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die zij moet leveren. Niet alleen zij is hierin een factor, maar ook andere instanties en de ouders zijn erg belangrijk.
• Zij heeft het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan haar eigen zelfbeeld dan wanneer zij dit niet zou doen. • Haar sociale omgeving stuurt haar positief aan op het inzetten van financiële educatie. • Voelt zich gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft niet de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft niet de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
!
TYPE LEERKRACHT 1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
! Neutraal 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor.
! Zeer veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen.
! Vaak 4. Ik ben ontevreden.
! Soms 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen.
! Vaak 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen.
! Altijd 7. Ik ben uit mijn humeur.
! Soms 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan.
! Neutraal 9. Ik kan kwaad worden.
! Neutraal 10. Ik houd streng orde.
! Erg 11. Ik kan goed leiding geven.
! Erg 12. Ik treed slap op.
! Niet 13. De leerling leert veel bij mij.
! Erg 14. Ik ben driftig.
! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas.
! Heel erg 16. Ik treed aarzelend op.
! Niet
INDICATIE TYPE LEERKRACHT
!
Tolerant en gezaghebbend De tolerante en gezaghebbende leerkracht toont veel begrip voor de leerlingen en houdt goed rekening met hun behoeften en belangen. Hij biedt niet alleen structuur in de lessen, maar geeft tevens ruimte aan de leerlingen. Hierdoor wordt een stimulerende omgeving gecreëerd waarin goed tegemoet wordt gekomen aan ieders belangen. De leerkracht gebruikt verschillende werkvormen, van groepswerk en practicum tot voordracht, en andere vormen. De leerkracht heeft weinig moeite met het houden van orde in de les. De leerlingen werken goed en ervaren de les als plezierig. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
!
SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
SO - Begrijpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
!! ! CONCLUDEREND !
! Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Haar noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren, helpen en inleven.
Zich bescheiden opstellen.
Haar functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee.
Weinig contact met leerlingen.
Haar gedachten en bedoelingen
Vind het leuk om met kinderen om te gaan, heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn.
Leerling moet zelf verantwoordelijk zijn.
Hoe anderen haar volgens haar Een zorgzame en aardige zien leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht.
Haar disfunctionele lesstijl
Contact vermijden.
!! !!
Helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen.
! RESPONDENT 6
!
ALGEMEEN • 25 – 35 jaar. • Vrouw. • Geeft les in Rotterdam. • Geeft les in groep 1 & 2. • Type school: Protestants Christelijk. • Omschrijft zichzelf als: consequent, gestructureerd, flexibel (kan wel eigen grenzen aangeven), vind gezelligheid in de klas ook belangrijk, behulpzaam, houd van uitdagingen, sociaal, organisatorisch sterk, doel en prestatie gericht. • Haar waarden als leerkracht zijn: gezelligheid in de klas, veiligheid, initiatief nemen, structuur en duidelijkheid, uitgaan van het positieve alles valt te leren, gebruik van directe instructie model, werken met stoplicht om zo de zelfstandigheid te bevorderen. • Zij ervaart haar lesomgeving als: elke keer weer tussen klassen in schipperen, heeft geen vaste eigen klas, er zijn niet genoeg banen. • Haar omschrijving van haar lesgeefgedrag is: legt de stof eerste altijd uit en doet het vaak voor zodat de kinderen de volgende keer weten hoe ze het aan moeten pakken. Vaak laat zij de kinderen haar nog eens vertellen wat ze nu moeten weten. Zij is een stap voor stap persoon. • Komt ’s ochtends haar bed uit als zij het ergens naar haar zin heeft, maar zeker helemaal als zij les kan
!
geven in de bouw waar zij graag werkt, dat is groep 4 of 5.
FINANCIËLE EDUCATIE • Zij vindt financiële educatie belangrijk en heeft voornemens financiële educatie in te gaan zetten. • “Het is belangrijk dat kinderen wel gaan inzien van de waarde van iets is, tegenwoordig denken kinderen dat alles betaalbaar en bereikbaar is. Dat ze er niet veel voor hoeven te doen.” • Eigen ervaring met financiën: vroeger kon zij er slecht mee omgaan, nu zij wat ouder is weet zij wat zij wel en niet uit kan geven, zij houdt het bij. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: Grote aankopen kijk ik eerst waar het goedkoper kan, maar wasmachines en dat soort dingen kijk ik wel naar het beste product. • Is ervan op de hoogte dat: • Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden. • Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. • Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad gaan verantwoordelijker om met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad. • Deze feiten hebben een neutrale invloed op haar houding tov financiële educatie. • Zij is van mening dat zij redelijk veel invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Zij denkt dat financiële educatie misschien latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is een belangrijke motivatie voor haar.
• Partijen die invloed hebben op zijn houding tov financiële educatie zijn: haar leerlingen, haar schooldirecteur, de Gemeente Rotterdam, en professionele partijen zoals banken. • Haar houding tegenover financiële educatie is neutraal. • Zij heeft een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Zij heeft niet het gevoel over de juiste vaardigheden beschikt om financiële educatie in te zetten. • Zij gelooft niet dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die zij moet leveren. • Zij heeft niet het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan haar eigen zelfbeeld dan wanneer zij dit niet zou doen. • Haar sociale omgeving stuurt haar niet positief aan op het inzetten van financiële educatie. • Voelt zich gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten, maar dit
! !
ligt wel aan het kostenplaatje.
TYPE LEERKRACHT 1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
! Neutraal 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor.
! Veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen.
! Vaak 4. Ik ben ontevreden.
! Neutraal 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen.
! Vaak 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen.
! Altijd 7. Ik ben uit mijn humeur.
! Neutraal 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan.
! Neutraal 9. Ik kan kwaad worden.
! Neutraal 10. Ik houd streng orde.
! Erg 11. Ik kan goed leiding geven.
!
! Erg
12. Ik treed slap op.
! Enigszins 13. De leerling leert veel bij mij.
! Erg 14. Ik ben driftig.
! Neutraal 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas.
! Erg 16. Ik treed aarzelend op.
! Enigszins
! INDICATIE TYPE LEERKRACHT ! Moeizaam dominerend
Bij moeizaam dominerende leerkrachten vertonen situaties in dezelfde klas een wisselend beeld. In sommige lessen neigt de sfeer naar de agressieve wanorde van de onzeker agressieve leerkracht, in andere lessen naar de gemoedelijke wanorde van de onzeker tolerante leerkracht. De leerkracht spant zich in om de orde te handhaven en in tegenstelling tot de onzeker agressieve (type 6) en onzeker tolerante leerkracht (type 5) slaagt hij daar regelmatig in. Het kost hem echter wel veel moeite om een redelijke sfeer te handhaven. De leerlingen worden vaak tot de orde geroepen en de ene keer heeft dat meer positief effect dan de andere keer. De leerkracht blinkt ook niet uit in het helpen van leerlingen bij het verwerken van de leerstof. In het algemeen heeft een zakelijke sfeer de overhand. De leerkracht is met name op het vak gericht. De behandeling van de lesstof verloopt vrij routinematig. Er gebeuren in dit opzicht weinig onverwachte of enthousiasmerende dingen. De leerkracht behandelt de lesstof veelal saai en klassikaal. Het lijkt alsof het voor de leerkracht een zware opdracht is om zijn werk te doen. Hij maakt soms een uitgebluste indruk. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
SO - Begrijpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
!
BS - Leidend
!
Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden
Functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op
Gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden
Gedrag van leerlingen
Volgzaam en kalm
Hoe anderen denken
Een goede uitlegger
Disfunctionele lesstijl
Teveel aan het woord
!
BT – Streng Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Tegenvoorstellen doen
Functionele lesstijl
Treedt zelfbewust op
Gedachten en bedoelingen
Leerkracht is verantwoordelijk
Gedrag van leerlingen
Werken hard
Hoe anderen denken
Een strenge leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Voelt zich verheven
!! !!
CONCLUDEREND
!! !
Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Haar noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden, stimuleren, helpen, inleven, tegenvoorstellen doen.
Zich bescheiden opstellen.
Haar functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op, schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee, treedt zelfbewust op.
Weinig contact met leerlingen.
Haar gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden, vind het leuk om met kinderen om te gaan, heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn, de leerkracht is verantwoordelijk.
De gedachte dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn.
Hoe anderen haar volgens haar Een goede uitlegger, een zien zorgzame en aardige leerkracht, een strenge leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht.
Haar disfunctionele lesstijl
Contact vermijden.
!! ! ! ! !
Teveel aan het woord, helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen, voelt zich verheven.
RESPONDENT 7!
! ALGEMEEN • Jonger dan 25 jaar. • Vrouw. • Geeft les in Rotterdam IJsselmonde. • Geeft les in groep 7-8. • Type school: Christelijk. • Omschrijft zichzelf als: hecht waarde aan positieve sfeer, zie gedrag van kinderen, motiverend. • Haar waarden als leerkracht zijn: veilig voelen in haar klas om zo goed te presteren. • Zij ervaart haar lesomgeving als veel druk van bovenaf wat wel eens verstikkend kan zijn. • Haar omschrijving van haar lesgeefgedrag is: snel tempo en tijd voor de individuele leerling. • Komt ’s ochtends haar bed uit voor de kinderen die een veilige plek nodig hebben.
!
FINANCIËLE EDUCATIE • Zij ziet het nut van financiële educatie niet in. • Zij heeft geen houding tegenover financiële educatie omdat zij het begrip niet kent. • Heeft geen eigen ervaringen met financiën. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: geen. • Is ervan op de hoogte dat: • Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. • Deze feiten hebben een neutrale invloed op haar houding tov financiële educatie. • Zij is van mening dat zij redelijk weinig invloed heeft op de financiële situatie van haar leerlingen nu en later. • Zij denkt dat financiële educatie misschien latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is geen belangrijke motivatie voor haar. • Partijen die invloed hebben op zijn houding tov financiële educatie zijn: haar collega’s, de Gemeente Rotterdam en de ouders van haar leerlingen. • Haar houding tegenover financiële educatie is neutraal. • Zij heeft een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Zij heeft niet het gevoel over de juiste vaardigheden te beschikken om financiële educatie in te zetten. • Zij gelooft niet dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die zij moet leveren. • Zij heeft niet het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan haar eigen zelfbeeld dan wanneer zij dit niet zou doen. • Haar sociale omgeving stuurt haar niet positief aan op het inzetten van financiële educatie. • Voelt zich niet gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft niet de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft niet de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
!
TYPE LEERKRACHT
!
1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
! Veel 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor.
! Veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen.
! Neutraal 4. Ik ben ontevreden.
! Soms 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen.
! Vaak 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen.
! Altijd 7. Ik ben uit mijn humeur.
! Soms 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan.
! Neutraal 9. Ik kan kwaad worden.
! Enigszins 10. Ik houd streng orde.
! Erg 11. Ik kan goed leiding geven.
! Neutraal 12. Ik treed slap op.
! Niet 13. De leerling leert veel bij mij.
! Erg 14. Ik ben driftig.
! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas.
! Enigszins 16. Ik treed aarzelend op.
! ! ! ! !
! Niet
!
INDICATIE TYPE LEERKRACHT Moeizaam dominerend Bij de moeizaam dominerende leerkracht hebben verschillende situaties in de dezelfde klas een wisselende uitwerking. De ene keer is de sfeer in de klas wat agressief zonder orde. Dit komt doordat de leerkracht onzeker en agressief overkomt. De andere keer is het een gemoedelijke sfeer, weliswaar zonder veel orde, wat komt door de onzekere tolerante leerkracht. Door voldoende inspanning lukt het de leerkracht redelijk om de orde uiteindelijk te handhaven, dit kost echter wel veel moeite. De leerkracht roept de leerlingen vaak tot de orde, de ene keer heeft dit een positievere uitwerking dan de andere keer. De leerkracht is niet zo goed in het helpen van de leerlingen bij het verwerken van de lesstof. In de klas heerst vooral een zakelijke sfeer, omdat de leerkracht zich voornamelijk richt op het vak. De leerkracht houdt veel routines aan tijdens de behandeling van de lesstof, hierdoor gebeuren er weinig onverwachte dingen die enthousiasmerend kunnen werken. De lesstof is vaak saai en wordt veel klassikaal behandeld. De leerkracht maakt soms een uitgebluste indruk en het lijkt de leerkracht zwaar te vallen om zijn werk uit te voeren. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
SO - Begrijpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
BT – Streng Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Tegenvoorstellen doen
Functionele lesstijl
Treedt zelfbewust op
Gedachten en bedoelingen
Leerkracht is verantwoordelijk
Gedrag van leerlingen
Werken hard
Hoe anderen denken
Een strenge leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Voelt zich verheven
! CONCLUDEREND !! Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Haar noodzakelijke vaardigheden
Inleven, tegenvoorstellen doen.
Zich bescheiden opstellen.
Haar functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee, treedt zelfbewust op.
Weinig contact met leerlingen.
Haar gedachten en bedoelingen
Heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn, de leerkracht is verantwoordelijk.
De gedachte dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn.
Hoe anderen haar volgens haar Een aardige leerkracht, een zien strenge leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht.
Haar disfunctionele lesstijl
Contact vermijden.
! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Negeert ordeverstoringen, voelt zich verheven.
RESPONDENT 8!
! ALGEMEEN • 25-35 jaar. • Vrouw. • Geeft les in Rotterdam IJsselmonde. • Geeft les in groep 1-2. • Type school: Protestants Christelijk. • Omschrijft zichzelf als: streng, duidelijk en geduldig. • Haar waarden als leerkracht zijn: goed onderwijs en mogelijkheid tot eigen ontwikkeling. Kind moet zich veilig en fijn voelen in de groep. • Zij ervaart haar lesomgeving als duidelijk, praktijkgericht en enthousiasmerend. • Haar omschrijving van haar lesgeefgedrag is: probeert zoveel als mogelijk het goede voorbeeld te geven. • Komt ’s ochtends haar bed uit voor de groep.
!
Financiële educatie • Zij ziet het nut van financiële educatie in, maar weet nog niet of zij het in wil zetten. • Zij heeft een open houding tegenover financiële educatie. • Haar ervaring met financiën zijn haar privé financiën en soms wat financieel werk voor de commissie. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: financiën zijn van belang voor een gestructureerd leven. • Is ervan op de hoogte dat: • Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden. • Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. • Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad gaan verantwoordelijker om met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad. • Deze feiten hebben redelijk veel invloed op haar houding tov financiële educatie. • Zij heeft een neutrale mening omtrent dat zij enige invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Zij denkt dat financiële educatie latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is een belangrijke motivatie voor haar. • Partijen die invloed hebben op zijn houding tov financiële educatie zijn: haar collega’s, haar schooldirecteur, de Gemeente Rotterdam en de ouders van haar leerlingen. • Haar houding tegenover financiële educatie is neutraal. • Zij heeft een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Zij heeft het gevoel over de juiste vaardigheden te beschikken om financiële educatie in te zetten. • Zij twijfelt over het feit dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die zij moet leveren. • Zij heeft niet het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan haar eigen zelfbeeld dan wanneer zij dit niet zou doen.
• Er zijn geen beperkingen die het onmogelijk maken om financiële educatie in te zetten. • Haar sociale omgeving stuurt haar niet positief aan op het inzetten van financiële educatie. • Voelt zich redelijk gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft enigszins de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft niet de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
! !
TYPE LEERKRACHT 1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
! Neutraal 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor.
! Veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen.
! Altijd 4. Ik ben ontevreden.
! Soms 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen.
! Vaak 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen.
! Vaak 7. Ik ben uit mijn humeur.
! Soms 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan.
! Soms 9. Ik kan kwaad worden.
! Erg 10. Ik houd streng orde.
! Neutraal 11. Ik kan goed leiding geven.
! Neutraal 12. Ik treed slap op.
! Niet 13. De leerling leert veel bij mij.
! Erg 14. Ik ben driftig.
! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas.
! Erg 16. Ik treed aarzelend op.
! Niet
!
INDICATIE TYPE LEERKRACHT Tolerant De leerlingen hebben veel inbreng bij de tolerante leerkracht. De leerkracht heeft de touwtjes niet zo erg in handen in vergelijking met de andere typen. In de klas heerst een vriendelijke sfeer en de leerkracht behandelt de leerlingen met zorg. Er wordt veel rekening gehouden met de behoeften en wensen van de leerlingen als geheel, maar ook individueel. De leerlingen hebben hun eigen verantwoordelijkheid en mogen veel inbreng geven. In de lessen wordt rekening gehouden met individuele verschillen in tempo en de capaciteiten van de leerlingen. De leerlingen raken gemotiveerd van de betrokkenheid van de leerkracht. Echter is de sfeer in de klas ook wel eens wat rommelig door het tolerante optreden van de leerkracht. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
! SO - Begrijpend
!
Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
! !
CONCLUDEREND
!!
Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Haar noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren, helpen en inleven.
Zich bescheiden opstellen.
Haar functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee.
Weinig contact met leerlingen.
Haar gedachten en bedoelingen
Vind het leuk om met kinderen om te gaan, heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn.
Leerling moet zelf verantwoordelijk zijn.
Hoe anderen haar volgens haar Een zorgzame en aardige zien leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht.
Haar disfunctionele lesstijl
Contact vermijden.
!! !! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen.
RESPONDENT 9
!
ALGEMEEN • 25-35 jaar. • Vrouw. • Geeft les in Rotterdam Schiebroek. • Geeft les in groep 7-8. • Type school: Katholiek. • Omschrijft zichzelf als: een gemotiveerde juf die met plezier lesgeeft. • Haar waarden als leerkracht zijn: ieder kind is gelijk en heeft het recht op goed onderwijs. • Zij ervaart haar lesomgeving als prettig. • Haar omschrijving van haar lesgeefgedrag is: met veel plezier en warmte. • Komt ’s ochtends haar bed uit voor haar leerlingen.
! !
FINANCIËLE EDUCATIE • Zij ziet het nut van financiële educatie in, maar weet nog niet of zij het in wil zetten. • Zij heeft een neutrale houding tegenover financiële educatie. • Haar ervaring met financiën zijn goed. • Heeft geen persoonlijke waarden rond financiën. • Is ervan op de hoogte dat: • Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden. • Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. • Ruim 270.000 basisschoolleerlingen krijgen geen goede financiële educatie. • Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad gaan verantwoordelijker om met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad • Deze feiten hebben redelijk veel invloed op haar houding tov financiële educatie. • Zij heeft een neutrale mening over het feit dat zij enige invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Zij denkt dat financiële educatie misschien latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is een geen belangrijke motivatie voor haar. • Partijen die invloed hebben op zijn houding ten opzichte van financiële educatie zijn: haar leerlingen. • Haar houding tegenover financiële educatie is neutraal. • Zij heeft een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Zij heeft niet het gevoel over de juiste vaardigheden beschikt om financiële educatie in te zetten. • Zij gelooft niet dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die zij moet leveren. • Zij heeft niet het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan haar eigen zelfbeeld dan wanneer zij dit niet zou doen. • Er zijn geen beperkingen die het onmogelijk maken om financiële educatie in te zetten.
• Haar sociale omgeving stuurt haar positief aan op het inzetten van financiële educatie. • Voelt zich niet gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft niet de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft niet de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
! TYPE LEERKRACHT !
1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid. ! Neutraal 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor. ! Veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen. ! Vaak 4. Ik ben ontevreden. ! Soms 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen. ! Vaak 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen. ! Vaak 7. Ik ben uit mijn humeur. ! Soms 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan. ! Soms 9. Ik kan kwaad worden. ! Neutraal 10. Ik houd streng orde. ! Enigszins 11. Ik kan goed leiding geven. ! Erg 12. Ik treed slap op. ! Enigszins 13. De leerling leert veel bij mij. ! Erg 14. Ik ben driftig. ! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas. ! Erg 16. Ik treed aarzelend op.
!
! Niet
INDICATIE TYPE LEERKRACHT
!
Tolerant en gezaghebbend De tolerante en gezaghebbende leerkracht toont veel begrip voor de leerlingen en houdt goed rekening met hun behoeften en belangen. Hij biedt niet alleen structuur in de lessen, maar geeft tevens ruimte aan de leerlingen. Hierdoor wordt een stimulerende omgeving gecreëerd waarin goed tegemoet wordt gekomen aan ieders belangen. De leerkracht gebruikt verschillende werkvormen, van groepswerk en practicum tot voordracht, en andere vormen. De leerkracht heeft weinig moeite met het houden van orde in de les. De leerlingen werken goed en ervaren de les als plezierig. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
! SO - Begrijpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
! !
BS - Leidend
! Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden
Functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op
Gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden
Gedrag van leerlingen
Volgzaam en kalm
Hoe anderen denken
Een goede uitlegger
Disfunctionele lesstijl
Teveel aan het woord
! ! !! CONCLUDEREND !! Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Haar noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden, stimuleren, helpen, inleven.
Zich bescheiden opstellen.
Haar functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op, schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee.
Weinig contact met leerlingen.
Haar gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden, vind het leuk om met kinderen om te gaan, heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn.
De gedachte dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn.
Hoe anderen haar volgens haar Een goede uitlegger, een zien zorgzame en aardige leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht.
Haar disfunctionele lesstijl
Contact vermijden.
!! !! !
RESPONDENT 10
!
Teveel aan het woord, helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen.
ALGEMEEN • 46-55 jaar. • Man. • Geeft les in Rotterdam, Oude Noorden. • Geeft les in groep 7-8. • Type school: Protestant Christelijk. • Omschrijft zichzelf als een leerkracht met veel structuur. • Zijn waarden als leerkracht zijn: respect en orde. • Hij omschrijft zijn eigen lesomgeving als prettig. • Zijn omschrijving van zijn lesgeefgedrag is het bieden van structuur. • Komt ’s ochtends zijn bed uit voor kennisoverdracht.
!
FINANCIËLE EDUCATIE • Ziet het nut van financiële educatie in, maar weet nog niet of hij het in wil zetten. • “Financiële educatie is redelijk nuttig.” • Eigen ervaring met financiën is dat hij alles op orde heeft. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: liever geen schulden. • Is ervan op de hoogte dat: • Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden. • Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. • Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad gaan verantwoordelijker om met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad. • Deze feiten hebben redelijk veel invloed op zijn houding ten opzichte van financiële educatie. • Hij is van mening dat hij redelijk weinig invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Hij denkt dat financiële educatie misschien latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is geen belangrijke motivatie voor hem. • Er zijn geen partijen die invloed hebben op zijn houding ten opzichte van financiële educatie. • Zijn houding tegenover financiële educatie is meer positief dan negatief. • Hij heeft een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Hij heeft niet het gevoel dat hij over de juiste vaardigheden beschikt om financiële educatie in te zetten. • Hij gelooft dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie misschien opwegen tegen de extra inspanning die hij moet leveren. • Er zijn geen beperkingen in zijn omgeving die het voor hem onmogelijk maken om financiële educatie in te zetten. • Zijn sociale omgeving stuurt hem niet positief aan op het inzetten van financiële educatie. • Voelt zich gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum.
! !
▪
Heeft niet de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten.
▪
Heeft niet de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
TYPE LEERKRACHT
!
1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
! Neutraal 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor.
! Zeer veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen.
! Vaak 4. Ik ben ontevreden.
! Soms 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen.
! Vaak 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen.
! Vaak 7. Ik ben uit mijn humeur.
! Soms 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan.
! Soms 9. Ik kan kwaad worden.
! Enigszins 10. Ik houd streng orde.
! Erg 11. Ik kan goed leiding geven.
! Heel erg 12. Ik treed slap op.
! Niet 13. De leerling leert veel bij mij.
! Erg 14. Ik ben driftig.
! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas.
! Heel erg 16. Ik treed aarzelend op.
! ! ! ! !
! Niet
INDICATIE TYPE LEERKRACHT
!
Tolerant en gezaghebbend De tolerante en gezaghebbende leerkracht toont veel begrip voor de leerlingen en houdt goed rekening met hun behoeften en belangen. Hij biedt niet alleen structuur in de lessen, maar geeft tevens ruimte aan de leerlingen. Hierdoor wordt een stimulerende omgeving gecreëerd waarin goed tegemoet wordt gekomen aan ieders belangen. De leerkracht gebruikt verschillende werkvormen, van groepswerk en practicum tot voordracht, en andere vormen. De leerkracht heeft weinig moeite met het houden van orde in de les. De leerlingen werken goed en ervaren de les als plezierig. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
!
SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
! SO - Begrijpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
! !
BS - Leidend
!
Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden
Functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op
Gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden
Gedrag van leerlingen
Volgzaam en kalm
Hoe anderen denken
Een goede uitlegger
Disfunctionele lesstijl
Teveel aan het woord
! ! ! CONCLUDEREND ! Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Zijn noodzakelijke vaardigheden
Eén lijn vasthouden, stimuleren, helpen, inleven.
Zich bescheiden opstellen.
Zijn functionele lesstijl
Stelt zich graag centraal op, schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee.
Weinig contact met leerlingen.
Zijn gedachten en bedoelingen
Wil graag gewaardeerd worden, vind het leuk om met kinderen om te gaan, heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn.
De gedachte dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn.
Hoe anderen hem volgens hem zien
Een goede uitlegger, een zorgzame en aardige leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht.
Zijn disfunctionele lesstijl
Teveel aan het woord, helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen.
Contact vermijden.
!! !! !! !!
RESPONDENT 11
!
ALGEMEEN • 46-55 jaar. • Man. • Geeft les in Rotterdam, Delfshaven. • Geeft les in groep 5-6. • Type school: openbaar. • Omschrijft zichzelf als betrokken. • Zijn waarden als leerkracht zijn: goed onderwijs, gereed maken voor leven in de samenleving. • Hij omschrijft zijn eigen lesomgeving als rommelig. • Zijn omschrijving van zijn lesgeefgedrag is: gedegen. • Komt ’s ochtends zijn bed uit voor goede documentaire of probleem met het schoolgebouw.
!
FINANCIËLE EDUCATIE • Ziet het nut van financiële educatie in, maar weet nog niet of hij het in wil zetten. • Neutrale houding tegenover financiële educatie. • Eigen ervaring met financiën is positief. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: belangrijk. • Is ervan op de hoogte dat: • Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. • Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad gaan verantwoordelijker om met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad. • Deze feiten hebben heel weinig invloed op zijn houding ten opzichte van financiële educatie. • Hij heeft een neutrale mening dat hij enige invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Hij denkt dat financiële educatie misschien latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is geen belangrijke motivatie voor hem. • De partijen die invloed hebben op zijn houding tov financiële educatie zijn: de ouders van zijn leerlingen. • Zijn houding tegenover financiële educatie is meer negatief dan positief. • Hij heeft geen positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Hij heeft het gevoel dat hij over de juiste vaardigheden beschikt om financiële educatie in te zetten. • Hij gelooft niet dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die hij moet leveren. • Er zijn geen beperkingen in zijn omgeving die het voor hem onmogelijk maken om financiële educatie in te zetten. • Zijn sociale omgeving stuurt hem niet positief aan op het inzetten van financiële educatie. • Voelt zich gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft niet de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
TYPE LEERKRACHT
!
1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
! Veel 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor.
! Veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen.
! Vaak 4. Ik ben ontevreden.
! Soms 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen.
! Neutraal 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen.
! Vaak 7. Ik ben uit mijn humeur.
! Soms 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan.
! Soms 9. Ik kan kwaad worden.
! Niet 10. Ik houd streng orde.
! Neutraal 11. Ik kan goed leiding geven.
! Erg 12. Ik treed slap op.
! Niet 13. De leerling leert veel bij mij.
! Neutraal 14. Ik ben driftig.
! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas.
! Erg 16. Ik treed aarzelend op.
! ! ! ! !
! Niet
INDICATIE TYPE LEERKRACHT
!
Gezaghebbend Een gezaghebbende leraar geeft een duidelijke structuur aan in de les. Hierdoor weten de leerlingen goed wat er van hen verwacht wordt. Sporadisch worden ze door de leerkracht herinnerd aan de regels die er gelden of de procedures die er zijn. De leerkracht is vaak enthousiast bezig met de uitleg van de lesstof en de leerlingen luisteren aandachtig. In het algemeen wordt er taakgericht gewerkt in de klas. De leerkracht kijkt erg naar de behoeften en wensen van de leerlingen, hij is als persoon zeer betrokken. De sfeer in de les is ontspannen en gestructureerd. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
!
SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
! SO - Begrijpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
! ! !
CONCLUDEREND
!
Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Zijn noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren, helpen, inleven.
Zich bescheiden opstellen, een prestatie negatief beoordelen.
Zijn functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee.
Weinig contact met leerlingen, bewaakt rust en werktempo.
Zijn gedachten en bedoelingen
Vind het leuk om met kinderen om te gaan, heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn.
De gedachte dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn, orde is stilte.
Hoe anderen hem volgens hem zien
Een zorgzame en aardige leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht, stelt hoge eisen; je leert veel.
Zijn disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen.
Contact vermijden, wantrouwig.
!! ! ! ! ! !!
RESPONDENT 12!
!ALGEMEEN • 25-35 jaar. • Vrouw.
• Geeft les in Rotterdam Zuid. • Geeft les in groep 7-8. • Type school: Christelijk. • Omschrijft zichzelf als: fulltimer. • Haar waarde als leerkracht is: samenwerking. • Zij ervaart haar lesomgeving als veilig. • Haar omschrijving van haar lesgeefgedrag is: open. • Komt ’s ochtends haar bed uit voor de leerdoelen.
!
FINANCIËLE EDUCATIE • Zij ziet het nut van financiële educatie niet in. • Zij vindt financiële educatie niet noodzakelijk voor een kind van 12 jaar. • Haar eigen ervaringen met financiën zijn prima. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn prima. • Is ervan op de hoogte dat: • Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden. • Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. • Ruim 270.000 basisschoolleerlingen krijgen geen goede financiële educatie. • Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad gaan verantwoordelijker om met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad. • Deze feiten hebben heel weinig invloed op haar houding tov financiële educatie. • Zij is van mening dat zij heel weinig invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Zij denkt dat financiële educatie misschien latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is een geen belangrijke motivatie voor haar. • Partijen die invloed hebben op haar houding tov financiële educatie zijn: haar collega’s. • Haar houding tegenover financiële educatie is meer negatief dan positief. • Zij heeft geen positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Zij heeft het gevoel over de juiste vaardigheden te beschikken om financiële educatie in te zetten. • Zij gelooft niet dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die zij moet leveren. • Zij heeft niet het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan haar eigen zelfbeeld dan wanneer zij dit niet zou doen. • Er zijn geen beperkingen die het onmogelijk maken om financiële educatie in te zetten. • Voelt zich niet gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft niet de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft niet de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
! TYPE LEERKRACHT ! 1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
! Veel 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor.
! Veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen.
! Vaak 4. Ik ben ontevreden.
! Soms 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen.
! Altijd 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen.
! Altijd 7. Ik ben uit mijn humeur.
! Soms 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan.
! Neutraal 9. Ik kan kwaad worden.
! Niet 10. Ik houd streng orde.
! Enigzins 11. Ik kan goed leiding geven.
! Erg 12. Ik treed slap op.
! Niet 13. De leerling leert veel bij mij.
! Erg 14. Ik ben driftig.
! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas.
! Heel erg 16. Ik treed aarzelend op.
! ! ! !
! Niet
INDICATIE TYPE LEERKRACHT
!
Tolerant en gezaghebbend De tolerante en gezaghebbende leerkracht toont veel begrip voor de leerlingen en houdt goed rekening met hun behoeften en belangen. Hij biedt niet alleen structuur in de lessen, maar geeft tevens ruimte aan de leerlingen. Hierdoor wordt een stimulerende omgeving gecreëerd waarin goed tegemoet wordt gekomen aan ieders belangen. De leerkracht gebruikt verschillende werkvormen, van groepswerk en practicum tot voordracht, en andere vormen. De leerkracht heeft weinig moeite met het houden van orde in de les. De leerlingen werken goed en ervaren de les als plezierig. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
!
SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
! SO - Begrijpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
! ! !
CONCLUDEREND
!
Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Haar noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren, helpen, inleven.
Zich bescheiden opstellen, een prestatie negatief beoordelen.
Haar functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee.
Weinig contact met leerlingen, bewaakt rust en werktempo.
Haar gedachten en bedoelingen
Vind het leuk om met kinderen om te gaan, heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn.
De gedachte dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn, orde is stilte.
Hoe anderen haar volgens haar Een zorgzame en aardige zien leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht, stelt hoge eisen; je leert veel.
Haar disfunctionele lesstijl
Contact vermijden, wantrouwig.
!! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen.
RESPONDENT 13
!
ALGEMEEN • 36-45 jaar. • Man. • Geeft les in Rotterdam Schiebroek. • Geeft les in groep 7-8. • Type school: Protestant Christelijk. • Omschrijft zichzelf als rustig, met humor en vol vertrouwen. • Zijn waarden als leerkracht zijn: kinderen leren leven. • Hij omschrijft zijn eigen lesomgeving als prettig. • Zijn omschrijving van zijn lesgeefgedrag is rustig, met herhaling en met voorbeelden. • Komt ’s ochtends zijn bed uit voor de omgang met leerlingen.
!
FINANCIËLE EDUCATIE • Hij zet al financiële educatie in. • “Financiële educatie is goed voor erbij”. • Eigen ervaring met financiën is: het kan een eye opener zijn. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: bewustwording. • Is ervan op de hoogte dat: • Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. • Dit feit heeft neutrale invloed op zijn houding tov financiële educatie. • Hij is van mening dat hij redelijk weinig invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Hij denkt niet dat financiële educatie latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is geen belangrijke motivatie voor hem. • De partijen die invloed hebben op zijn houding tov financiële educatie zijn: De gemeente Rotterdam. • Zijn houding tegenover financiële educatie is neutraal. • Hij heeft een positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Hij heeft het gevoel dat hij over de juiste vaardigheden beschikt om financiële educatie in te zetten. • Hij gelooft dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die hij moet leveren. • Heeft niet het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan zijn eigen zelfbeeld dan wanneer hij dit niet zou doen. • Er zijn geen beperkingen in zijn omgeving die het voor hem onmogelijk maken om financiële educatie in te zetten. • Zijn sociale omgeving stuurt hem niet positief aan op het inzetten van financiële educatie. • Voelt zich gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft niet de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft niet de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
!
TYPE LEERKRACHT
!
1. Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
! Veel 2. Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor.
! Veel 3. Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen.
! Vaak 4. Ik ben ontevreden.
! Soms 5. Ik stel hoge eisen aan de leerlingen.
! Neutraal 6. Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen.
! Vaak 7. Ik ben uit mijn humeur.
! Soms 8. Ik laat leerlingen hun gang gaan.
! Soms 9. Ik kan kwaad worden.
! Niet 10. Ik houd streng orde.
! Neutraal 11. Ik kan goed leiding geven.
! Erg 12. Ik treed slap op.
! Niet 13. De leerling leert veel bij mij.
! Neutraal 14. Ik ben driftig.
! Niet 15. Er heerst een prettige sfeer in de klas.
! Erg 16. Ik treed aarzelend op.
! ! ! ! !
! Niet
INDICATIE TYPE LEERKRACHT Gezaghebbend Een gezaghebbende leerkracht geeft een duidelijke structuur aan in de les. Hierdoor weten de leerlingen goed wat er van hen verwacht wordt. Sporadisch worden ze door de leerkracht herinnerd aan de regels die er gelden of de procedures die er zijn. De leerkracht is vaak enthousiast bezig met de uitleg van de lesstof en de leerlingen luisteren aandachtig. In het algemeen wordt er taakgericht gewerkt in de klas. De leerkracht kijkt erg naar de behoeften en wensen van de leerlingen, hij is als persoon zeer betrokken. De sfeer in de les is ontspannen en gestructureerd. (Jenaplan, n.d.)
!!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
!
SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
! SO - Begrijpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Inleven
Functionele lesstijl
Leeft met leerlingen mee
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen zijn te vertrouwen
Hoe anderen denken
Een aardige leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Negeert ordeverstoringen
! ! !
CONCLUDEREND
!
Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Zijn noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren, helpen, inleven.
Zich bescheiden opstellen, een prestatie negatief beoordelen.
Zijn functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer, leeft met leerlingen mee.
Weinig contact met leerlingen, bewaakt rust en werktempo.
Zijn gedachten en bedoelingen
Vind het leuk om met kinderen om te gaan, heeft de overtuiging dat leerlingen te vertrouwen zijn.
De gedachte dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn, orde is stilte.
Hoe anderen hem volgens hem zien
Een zorgzame en aardige leerkracht.
Weinig gezaghebbend en weinig overwicht, stelt hoge eisen; je leert veel.
Zijn disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos, negeert ordeverstoringen.
Contact vermijden, wantrouwig.
!! ! !! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
RESPONDENT 14!
! ALGEMEEN • 25-35 jaar. • Vrouw. • Geeft les in Rotterdam, Tarwewijk. • Geeft les in groep 5-6. • Type school: multicultureel. • Omschrijft zichzelf als: chaotisch en enthousiast. • Haar waarde als leerkracht is: we zorgen ervoor dat iedereen zich veilig voelt op school. School moet een veilige haven zijn. • Zij ervaart haar lesomgeving als: fijne collega's, fijne kinderen. Te veel werk en te veel onrust die het lesgeven in de weg staat. • Haar omschrijving van haar lesgeefgedrag is: inconsequent, chaotisch, zeer enthousiast. • Komt ’s ochtends haar bed uit voor de kinderen.
!
FINANCIËLE EDUCATIE • Zij ziet het nut van financiële educatie in, maar ze weet nog niet of ze het in wil zetten. • Zij weet niet of ze financiële educatie erbij kan hebben. • Haar eigen ervaringen met financiën zijn: nooit schulden gehad. • Persoonlijke waarden rond financiën zijn: je koopt pas iets als je het kan betalen. Je plant vooruit en kijkt naar de toekomst. • Is ervan op de hoogte dat: • Financiële educatie kan een grote rol spelen in het voorkomen van schulden. • Het aantal jongeren met schulden is de laatste jaren sterk opgelopen. • Volwassenen die aangeven dat ze een goede financiële opvoeding hebben gehad gaan verantwoordelijker om met geld dan volwassenen die dat niet hebben gehad. • Deze feiten hebben redelijk weinig invloed op haar houding tov financiële educatie. • Zij is van mening dat zij redelijk weinig invloed heeft op de financiële situatie van de leerlingen nu en later. • Zij denkt dat financiële educatie misschien latere schuldenproblemen kan voorkomen. • Dit is geen belangrijke motivatie voor haar. • Partijen die invloed hebben op zijn houding tov financiële educatie zijn: haar collega’s, haar leerlingen en haar schooldirecteur. • Haar houding tegenover financiële educatie is meer negatief dan positief. • Zij heeft geen positieve intentie om financiële educatie in te gaan zetten. • Zij heeft het gevoel over de juiste vaardigheden te beschikken om financiële educatie in te zetten. • Zij gelooft niet dat de voordelen van het inzetten van financiële educatie opwegen tegen de extra inspanning die zij moet leveren.
• Zij heeft niet het gevoel dat het inzetten van financiële educatie meer tegemoet komt aan haar eigen zelfbeeld dan wanneer zij dit niet zou doen. • Er zijn beperkingen die het onmogelijk maken om financiële educatie in te zetten, namelijk: tijd. • Voelt zich niet gemotiveerd om financiële educatie te combineren met het bestaande curriculum. • Heeft niet de behoefte om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen middels persoonlijke lespakketten. • Heeft niet de behoefte om mee te kunnen praten over de methodiek van de aangeboden lespakketten.
!
TYPE LEERKRACHT ▪
! Een beetje ▪
Als de leerling iets niet snapt, heb ik daar begrip voor. ! Veel
▪
Ik doe vriendelijk tegen de leerlingen. ! Vaak
▪
Ik ben ontevreden. ! Neutraal
▪
Ik stel hoge eisen aan de leerlingen. ! Soms
▪
Ik ben bereid om iets opnieuw uit te leggen. ! Soms
▪
Ik ben uit mijn humeur. ! Neutraal
▪
Ik laat leerlingen hun gang gaan. ! Neutraal
▪
Ik kan kwaad worden. ! Neutraal
▪
Ik houd streng orde. ! Enigszins
▪
Ik kan goed leiding geven. ! Enigszins
▪
Ik treed slap op. ! Enigszins
▪
De leerling leert veel bij mij. ! Neutraal
▪
Ik ben driftig. ! Enigszins
▪
Er heerst een prettige sfeer in de klas. ! Neutraal
▪
Bij mij in de les heeft de leerling veel vrijheid.
Ik treed aarzelend op. ! Neutraal
INDICATIE TYPE LEERKRACHT
!
Moeizaam dominerend Bij de moeizaam dominerende leerkracht hebben verschillende situaties in de dezelfde klas een wisselende uitwerking. De ene keer is de sfeer in de klas wat agressief zonder orde. Dit komt doordat de leerkracht onzeker en agressief overkomt. De andere keer is het een gemoedelijke sfeer, weliswaar zonder veel orde, wat komt door de onzekere tolerante leerkracht. Door voldoende inspanning lukt het de leerkracht redelijk om de orde uiteindelijk te handhaven, dit kost echter wel veel moeite. De leerkracht roept de leerlingen vaak tot de orde, de ene keer heeft dit een positievere uitwerking dan de andere keer. De leerkracht is niet zo goed in het helpen van de leerlingen bij het verwerken van de lesstof. In de klas heerst vooral een zakelijke sfeer, omdat de leerkracht zich voornamelijk richt op het vak. De leerkracht houdt veel routines aan tijdens de behandeling van de lesstof, hierdoor gebeuren er weinig onverwachte dingen die enthousiasmerend kunnen werken. De lesstof is vaak saai en wordt veel klassikaal behandeld. De leerkracht maakt soms een uitgebluste indruk en het lijkt de leerkracht zwaar te vallen om zijn werk uit te voeren. (Jenaplan, n.d.)
!
De meest flexibele vlakken in de interactieroos duiden het type leerkracht aan. De beschrijving van de gepercipieerde identiteit aan de hand van Leary is in onderstaande tabellen weergegeven.
!
SB - Helpend Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren en helpen
Functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer
Gedachten en bedoelingen
Het is leuk om met kinderen om te gaan
Gedrag van leerlingen
Ontspannen
Hoe anderen denken
Een zorgzame leerkracht
Disfunctionele lesstijl
Helpt eindeloos
! ! ! ! ! !
OT - Ontevreden Omschrijving
Identiteit
Noodzakelijke vaardigheden
Afstand bewaren
Functionele lesstijl
Weinig plezier in het werk
Gedachten en bedoelingen
Leerlingen waarderen het vak niet
Hoe anderen denken
Zij is vaak ontevreden
Disfunctionele lesstijl
Snel geprikkeld
! ! ! !
CONCLUDEREND
!
Omschrijving
Sluit meeste aan bij identiteit
Sluit minste aan bij identiteit
Haar noodzakelijke vaardigheden
Stimuleren, helpen, afstand bewaren.
Tegenvoorstellen doen.
Haar functionele lesstijl
Schept vriendelijke sfeer, weinig plezier in haar werk.
Treedt zelfbewust op.
Haar gedachten en bedoelingen
Vind het leuk om met kinderen om te gaan, maar leerlingen waarderen het vak niet.
De gedachte dat de leerkracht verantwoordelijk is.
Hoe anderen haar volgens haar Een zorgzame leerkracht die snel zien ontevreden is.
Een strenge leerkracht.
Haar disfunctionele lesstijl
Voelt zich verheven.
!! ! ! ! ! ! !
Helpt eindeloos, snel geprikkeld.
RESULTATEN EN CONCLUSIE VAN HET FOTO-ONDERZOEK De huidige invulling van beleidsdoelen gaat vaak nog uit van het rationele keuzemodel: burgers nemen rationele beslissingen over de onderwerpen die wij ze presenteren. Verstandige beslissingen maken we door diep na te denken. Daarbij wordt uitgegaan van het verstrekken van kennis en facilitatie van middelen: wanneer we de mensen informeren dat bepaald gedrag slecht voor hen is en hen faciliteren in het juiste gedrag, zullen ze er mee stoppen. Dit gaat helaas vaak niet op. Burgers beslissen overwegend niet rationeel over prangende beleidsissues. Een roker weet dat hij kan sterven door de sigaretten, en toch steekt hij ze op. Iemand met overgewicht weet dat hij meer moet bewegen om gezond te worden, en toch blijft hij zitten op de bank. Iemand aanspreken op zijn of haar bewuste kennis heeft weinig nut. Maar liefst 90% van ons brein maakt onbewust keuzes. Dit slimme onbewuste is de sleutel in het succesvol veranderen van gedrag. Dit betreft kennis, waarvan we niet weten dat we het weten. Onbewust nemen we veel meer waar dan we ons ‘bewust’ zijn. De verwerkingscapaciteit van het onbewuste is maar liefst 200.000 keer zo groot als die van het bewustzijn.
!
Daniel Schacter (1996) heeft aangetoond dat voorkeuren en gevoelens ontstaan door gebeurtenissen en ervaringen die mensen zich niet bewust herinneren. Schacter meldt dat ‘priming’ een belangrijke rol in het dagelijks leven speelt en hij realiseert zich dat hij een ‘nieuw’ geheugen gevonden heeft, dat hij identificeert als het impliciete geheugen (Schacter, 1996 & 2001). ‘Priming’ vindt plaats als het brein ‘zich onbewust opwarmt’ om mentale beelden te activeren (Gluck, Anderson, Kosslyn, 2007). Visuele indrukken roepen onbewuste herinneringen op. Die onbewuste herinneringen functioneren als richtlijnen voor het menselijk geheugen en activeren weer andere, specifieke, onbewuste kennis (Schacter, 1996 & 2001). Net zo functioneert de dagelijkse omgeving, die geeft doorlopend onbewuste visuele instructies omdat priming incidenteel plaatsvindt (Lewandowsky et al., 1989). Het impliciet geheugen heeft een belangrijke rol; waar het bewustzijn slechts een interpretatie van één beeld tegelijk kan zien, doet het onbewuste, impliciete geheugen zo ongeveer alles wat psychologisch van belang is (Schacter, 1994; Dijksterhuis, 2007; Kandel, 2012). Dit impliciet geheugen staat haaks op het expliciet geheugen waar we bewust informatie opslaan, die we bewust onthouden. Het impliciete geheugen is ook onbewust, omdat dat personen zich er niet bewust van zijn als zij informatie uit dit geheugen ophalen.
!
Dit geheugen kan worden beïnvloed door voorafgaande gebeurtenissen, men veronderstelt dat het ophalen van onbewuste herinneringen onvrijwillig of zonder opzet gebeurt. Sinds die tijd hebben voldoende experimenten aangetoond dat Schacter gelijk heeft. Onbewuste kennis is een compositie van informatie uit de wereld om ons heen die we opvissen, het kent geen rubrieken of categorieën en staat meer flexibiliteit toe in het vinden van nieuwe combinaties en omkering van ideeën. Dit is in tegenstelling tot bewuste kennis, die logisch en abstract is.
Bewuste kennis wordt gestuurd door verwachtingen en interne -in het geheugen opgeslagen modellen. Met bewuste kennis gebruiken we een rangorde en ontleden we de wereld om ons heen op grond van zaken die we toch als wisten. Bewuste kennis is ‘Darwiniaans’: ontstaan door evolutionaire processen. En die evolutie van ons brein is te snel gegaan, waardoor er geen eenheid is.
!
Figuurbron: M.Meeuwisse, 2013
Het komt er dus op neer dat we het vinden van slimme oplossingen voor complexe vraagstukken beter niet over kunt laten aan ‘het nadenken’. Sterker nog, Nobelprijswinnaar Kandel beweert dat “ … we elke belangrijke beslissing kunnen nemen met behulp van onbewust mentale processen en die onbewuste processen kunnen bijdragen aan de creativiteit.” (2012: 469).
!
Onderzoek naar bewuste herinneringen lijkt dan ook niet zinvol. Bewuste herinneringen vertekenen het denkbeeld, omdat de verwerkingscapaciteit van het bewuste schril afsteekt tegen de verwerkingscapaciteit van het onbewuste: het bewuste wordt slechts af en toe geconfronteerd met de eindproducten van het onbewuste (Dijksterhuis, 2007). In feite hebben wij mensen een parlement in ons hoofd (Vroon, 1992) en functioneren verschillende neurale circuits relatief autonoom, ze zijn verkaveld over verschillende structuren en interacteren moeizaam met elkaar. Het zijn als het ware persoonlijkheden met eigen karakters die in hetzelfde huis wonen maar niet met elkaar ‘on speaking terms zijn’ (Crombag, 1989).
Hoe bereiken we dit slimme onbewuste van de burgers? En hoe gebruiken we dit om kennis, houding en gedrag van de doelgroep te veranderen? De traditionele onderzoeksmethoden zoals interviews, focusgroepen en vragenlijsten, zijn daar niet toereikend voor. Deze appelleren namelijk aan onze bewuste, expliciete kennis. Het achterhalen van expliciete kennis – kennis die willens en wetens in het geheugen is opgeslagen – is terug te halen door respondenten ernaar te vragen. Terwijl impliciete kennis – kennis die per ongeluk in het geheugen is opgeslagen – niet op een bewuste manier terug gehaald kan worden. Daarvoor zijn andere technieken nodig: om de onbewuste kennis te meten van onze doelgroep hebben we andere middelen nodig. De onderzoeksmethode die M. Meeuwisse in haar proefschrift heeft ontwikkeld, is een uitstekende methode om toe te passen binnen social marketing. Documentaire fotografie is daarbij het centrale meetinstrument.
!
Het onderzoek begint met een visueel veldonderzoek. Dat doen we op die plekken waar verondersteld kan worden dat we het gedrag – waarnaar we onderzoek doen – kunnen observeren. Dit doen we met de camera omdat het fotograferen kijken met een visuele nauwkeurigheid ondersteunt. Observatie met de camera draagt eraan bij de cultuur in al haar complexe details te zien, omdat de camera trouw het onderwerp dat de fotograaf kiest registreert, inclusief alle andere elementen die binnen focus en het bereik van de lens liggen. Vakbekwaam en adequaat gebruik van fotografie is aanvullend op waarnemingen met het blote oog (Collier en Collier, 1986). Daarna worden uit de database van foto’s relevante beelden geselecteerd.
!
Op grond van beeldanalyses en indexeringen van de beelden worden door de onderzoekers werkhypothesen geformuleerd bij de beelden. Een selectie van deze beelden wordt vervolgens gebruikt als meetinstrument en voorgelegd aan respondenten. Middels visuele priming – het gedurende enkele seconden tonen van de beelden - worden de respondenten aangezet tot het bloot geven van de onbewuste processen in relatie tot het onderwerp. De zo verzamelde narratieven worden geanalyseerd door de onderzoekers, waardoor inzicht ontstaat naar de onbewuste mentale processen.
! ! ! ! ! ! ! ! ! !
FOTO 1
!
BESCHRIJVING
!
Doel!
!
!
Deze foto is gekozen om de identiteit/waarde van het lesgeven te bepalen.
Representatie !!
Het beeld representeert een volwassen man die wijst naar een whiteboard in een
ruimte waarin meerdere donkerharige kinderen zitten.
Neutrale betekenis!
De foto heeft de betekenis van een schoolse situatie. De mannelijke kennisoverdrager
staat voor het whiteboard met sommen en Aziatische kinderen.
Plot!
!
!
Op de foto kan men zien dat er iets wordt geleerd.
Karakter!
!
Een man met een klas met kinderen.
Intentie!!
!
Kennisoverdracht.
Thema
Onderwijs.
Gewenste uitkomst!
De uitkomst is het leggen van een link naar verschillende soorten onderwijs onder
verschillende omstandigheden. Het ene kind geniet van een rijke onderwijs-omgeving
terwijl het andere kind het met het minimale onderwijs moet doen. Dit kan ook weer
effect hebben op de manier waarmee het kind al in een vroeg stadium met geld leert
om te gaan.
! GEMAAKTE ASSOCIATIES MET DE FOTO DOOR DE DOELGROEP
!
Naar aanleiding van de antwoorden zijn de onderzoeksresultaten onderverdeeld in fysieke, sociale en symbolische codes:
!
Codering
Associatie
Fysiek
Whiteboard, oud, lokaal, kinderen, klas, school, digibord, klein lokaal, leerlingen zitten, geen digibord, naar, bedrijf/ziekenhuis, somber lokaal, wachtkamer
Sociaal
Uitleg, lesgeven, keersommen, meester, leerkracht, leerkracht legt uit, leerkracht, onderwijs geven, leraar, leraar geeft uitleg, kinderen kijken/luisteren, les, spelling, uitleg, onderwijs, infomiddag, weinig leerlingen, bijles, extra taalles, docent, Engels, les.
Symbolisch
Engels, les, ouderwets, Kleine groep, les, in groepjes, kleurig lokaal, ongezellig, werk, leeg, flitsbezoek, kinderen, groen, straf, indrukwekkend, jong en oud, donker, klein, klein lokaal, kleine groep, klein lokaal, lelijk handschrift, buitenland, leuk vak, mannelijk, kleine, klas in een kring dus extra hulp, oud bord, weinig, kinderen, oud lokaal, somber, veel allochtone leerlingen, visueel, weinig kinderen.
WAARDERING BIJ DE FOTO
!
14%
14%
19%
19%
14%
1 = Zeer zeer negatief 2 = Zeer negatief 3 = Negatief 4 = Neutraal 5 = Positief 6 = Zeer positief 7 = Zeer zeer positief
19%
!
!
! CONCLUSIE
!
Uit de resultaten van het onderzoek bij deze foto kunnen we het volgende concluderen: -
De respondenten zien een whiteboard als ouderwets
-
De respondenten vinden het klaslokaal te klein
-
De respondenten zijn grote klassen gewend
-
De respondenten vinden de ruimte armoedig
!
Uit de antwoorden is te concluderen dat leraren het belangrijk vinden dat leermateriaal en ondersteunende materialen up-to-date moeten zijn. Het is van belang dat alles netjes verzorgd en schoon moet zijn. De leraren zijn gewend om grote groepen kinderen te bedienen in een grote ruimte. Over de lesomgeving hebben zij een zeer gemengde waardering.
! ! ! ! ! !
FOTO 2
! BESCHRIJVING ! Doel!
!
!
De foto is gekozen om het frame zetten dat geld niet aan de bomen groeit.
Representatie !!
Het beeld representeert drie biljetten van tien euro die in drie terracotta potten zitten.
De potten met potgrond staan op een houten ondergrond. Er is gras en schaduw te
zien en planten op de achtergrond.
Neutrale betekenis!
De neutrale betekenis van het beeld: er zit geld in een (bloem)pot die buiten staat.
Plot!
!
Er wordt geld geplant.
Karakter!
!
Drie terracotta potten met ieder een briefje van tien.
Intentie!!
!
Geld groeit niet aan de bomen.
Thema
Geld.
!
Gewenste uitkomst!
Symboliseren hoe gemakkelijk men over geld denkt.
GEMAAKTE ASSOCIATIES MET DE FOTO DOOR DE DOELGROEP
!
Naar aanleiding van de antwoorden zijn de onderzoeksresultaten onderverdeeld in fysieke, sociale en symbolische codes:
!
Codering
Associatie
Fysiek
Geld, 10 euro, 3x, bloempot, 3 geldpotjes, geldbomen, drie geldplantjes, drie tien euro biljetten in bloempotten, geldboom, geld dat groeit, 30 euro, potjes aarde, geld groeit, geld in een potje, 30 euro, een geldboom laten groeien, geld op potten, geld, natuur, potjes, aarde, plant, potjes waar geld in zit, drie potten, drie briefjes van tien.
Sociaal
-
Symbolisch
Groeien, actie, milieubewust, omgaan met groen, verjaardagscadeau voor tuinliefhebber, financiën, droom, kleurig, geluk, blij, zomer, kleding kopen, groeiend geld, beleggen, uitgeven, nieuw tientje, hoopvol, lente, lekker weer, nieuwe zomerkleren kopen, rijk willen worden, geld laten groeien in de achtertuin, sparen, utopisch, vooruitstrevend, recalcitrant, beleggen, verspilling, symmetrie, bestaat dat echt?, economie, bezuinigingen, politiek creatief, kleurrijk, economie, salaris, groeiende economie, buiten, groeit er nog meer aan dan 10 euro, leuke potjes, 3x dezelfde, ludiek tuintje, groene omgeving hoop, geldboom, humor, zonnig, tien, blij, euro’s, rekenen, laten groeien, terras, gras, licht, mooi weer, gras, mooie verdeling, rijk worden,investeren, mooi weer.
! ! ! ! ! ! ! !
WAARDERING BIJ DE FOTO
! ! ! ! ! ! !
17%
9% 4% 9%
22%
1 2 3 4 5 6 7
= = = = = = =
Zeer zeer negatief Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief Zeer zeer positief
39%
CONCLUSIE
!
Uit de resultaten van het onderzoek bij deze foto kunnen we het volgende concluderen:
! !
-
De respondenten bekijken de foto heel feitelijk
-
De respondenten hebben een zeer positieve waardering jegens geld
-
De respondenten zien geld als iets wat alleen groeit en meer wordt
-
De respondenten hebben oog voor een prettig klimaat
Uit de antwoorden is te concluderen dat leraren dat leraren vrij feitelijk denken, ze zijn feitelijk in hun omschrijving. Schulden en het gebrek aan geld wordt hier niet genoemd, wat kan indiceren dat men geld niet direct associeert met armoede. Geld is in hun ogen dus vooral iets positiefs. De respondenten zien de vorm van de foto voornamelijk als een gezellige sfeervolle uiting en hebben minder oog voor de symbolische laag van de foto. Gezelligheid en de omgeving worden als belangrijk beschouwd, de achterliggende betekenis is van minder belang.
!
! ! ! ! ! !
FOTO 3
! ! ! ! ! ! ! ! !
BESCHRIJVING
!
Doel!
!
!
De foto is gekozen om de invloed van de consumptiemaatschappij op kinderen van
jonge leeftijd te laten zien.
Representatie !!
Het beeld representeert een jongetje met telefoon in zijn hand en een jas aan voor
een rode deur.
Neutrale betekenis!
Een bellend kind voor een rode deur.
Plot!
!
Een bellend kind.
Karakter!
!
Multicultureel.
Intentie!!
!
Een kind dat aan het bellen is.
Thema
Kind in consumptiemaatschappij.
!
Gewenste uitkomst!
Het beeld laat een jongetje zien wat op jonge leeftijd al aan het bellen is. Dit
suggereert de invloed van de consumptiemaatschappij op de jonge kinderen. De
uitkomst is het beeld neerzetten van de aanwezige consumptiemaatschappij en de
invloed hiervan op kinderen.
!
GEMAAKTE ASSOCIATIES MET DE FOTO DOOR DE DOELGROEP
!
Naar aanleiding van de antwoorden zijn de onderzoeksresultaten onderverdeeld in fysieke, sociale en symbolische codes:
!
Codering
Associatie
Fysiek
Bellen, capuchon op, mobiel, school? Bellend kind, capuchon op, staat voor een deur, buiten, buitendeur, regen, bellen, deur op een kier, jas aan, jongen, telefoon, jas, capuchon op, jeugd, smartphone, jongen met mobiel belt, kind, kind met mobiele telefoon, kind met telefoon, mobieltje jongetje met telefoon, school.
Sociaal
Kinderen + technologie, bereikbaarheid van kinderen, naar huis bellen, sleutel vergeten, mag ik ergens gaan spelen? Vergeten, ouders bellen, communicatie, hulp vragen, nog niet opgehaald? Op kamp, belt naar huis om te vertellen hoe het gaat.
Symbolisch
Klein kind, criminaliteit, anonimiteit, verborgen, onzeker, next generation jeugd van tegenwoordig, kinderen gaan steeds op jongere leeftijd met de techniek/social media om jong, regen, ouderwetse kleding, modern, verlegen, ouders, ziek, school zo jong en al een telefoon, alleen, jezelf redden, stralingen. Alleen capuchon binnen op, hoeft toch niet, nog niet opgehaald? Wie helpt hem? Controleren van kinderen, verantwoordelijkheid? Crimineel, bellen, kinderen hoeven geen mobieltje, zelf betalen? Stiekem digitaal. Kind is ziek of iets vergeten, multimedia, hoort niet bij kind van die leeftijd, kind zou moeten spelen, overblijven, slecht weer, smartphones op jonge leeftijd (te jong), verantwoordelijkheid geven, abonnement of belminuten? Stiekem, modern, onnodig? Te jong? Waarom niet binnen bellen?
! ! ! ! ! ! !
WAARDERING BIJ DE FOTO!
!
9%
9%
13%
17%
22%
1 2 3 4 5 6 7
= = = = = = =
Zeer zeer negatief Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief Zeer zeer positief
30%
!
! CONCLUSIE
!
Uit de resultaten van het onderzoek bij deze foto kunnen we het volgende concluderen:
!
-
De respondenten vinden dat kinderen te jong zijn voor grote verantwoordelijkheden als mobiele telefoons en social media
!
-
De respondenten voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van het kind
-
De respondenten associëren criminaliteit met het kind
-
De respondenten vinden dat het kind hulp nodig heeft
Uit de antwoorden is te concluderen dat leraren zich heel verantwoordelijk voelen voor de ontwikkeling van een kind. Volgens hen zijn de kinderen te jong om grote verantwoordelijkheden te dragen. Smartphones en social media zijn volgens hen nog niet geschikt voor kinderen op jonge leeftijd, het is onnodig en ze vinden dat kinderen horen te spelen. Het gebruik van smartphones en social media gaat vaak in het geheim en volgens de leraren gebruiken ouders het ook vooral om controle uit te oefenen op de kinderen. Ze hebben dan ook een overwegend negatieve associatie met het beeld geschetst op de foto.
! ! ! ! ! !
FOTO 4
! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
! BESCHRIJVING
!
Doel!
!
De foto is gekozen om om financiële educatie te verbinden in het beeld met school.
Representatie !!
Het beeld representeert een wit papier met zwarte letters. Een meisje met sieraden
en een pen en boekjes in de achtergrond.
!
Neutrale betekenis!
Een meisje dat een toets maakt.
Plot!
!
Het maken van een toets.
Karakter!
!
Multicultureel.
Intentie!!
!
Een meisje dat een toets maakt.
Thema
Onderwijs
!
Gewenste uitkomst!
De gewenste uitkomst van de foto betreft een meisje dat een toets maakt waar
geldvragen in voorkomen. De foto is uitgekozen met als doel een schoolsituatie
insinueren waarbij kinderen met geld bezig zijn door middel van toetsing.
! !
GEMAAKTE ASSOCIATIES DOOR DE DOELGROEP
!
Naar aanleiding van de antwoorden zijn de onderzoeksresultaten onderverdeeld in fysieke, sociale en symbolische codes:
!
Codering
Associatie
Fysiek
Citotoets, Cito, Cito, Cito toetsen, Cito, Cito, rekenen, Cito, toets, Cito, toetsen. Invullen, tafel, 1 persoon, maken van een toets, toetsmoment, proefwerk/toets, rekentoets maken, rekentoets maken, school, toets, rekenen, toets, toets maken van, rekenen, toets, rekenen/wiskunde, wis en rekentoets, verhaalsommen, toetsmomenten, school, rekenen, wiskunde, toets, school, examen, maten thuis, waarschijnlijk huiskamer.
Sociaal
-
Symbolisch
Lastig, werk beoordelen, misbruik van toetsen, nuttig, kennis, kinderen, macht, oneigenlijk gebruik, afschaffen, schoolresultaten, potlood ingevuld, antwoorden kun je uitgummen, administratie, gegevens, waardering, drukke periode, hoger onderwijs, hoog score, moeilijke vraag, druk, hoge eisen aan kinderen, er wordt te weinig gekeken naar het kind zelf, leerlingen volgen, investeren in leerlingen om groei te kunnen laten zien, officiële papieren invullen, handtekening zetten, waarvoor? Trouwen? Mooie dames arm met mooie armband, zenuwachtig, moeilijk, inzicht, druk, afwijkende vraagstukken, lat ligt hoog, kans tot verdiepen, geld, euro, januari/juni, politiek, kinderen veel toetsen, waarom? Lijn in de gaten houden of kijken waar je extra hulp kan bieden? Stress, opbrengstgericht, te groot.
! ! ! ! ! ! ! ! ! !
WAARDERING VAN DE FOTO
!
9%
4%
4%
22% 35%
1 2 3 4 5 6 7
= = = = = = =
Zeer zeer negatief Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief Zeer zeer positief
26%
!
! ! CONCLUSIE
!
Uit de resultaten van het onderzoek bij deze foto kunnen we het volgende concluderen:
! !
-
De respondenten verbinden een toets direct aan de CITO toets
-
De respondenten zien het afleggen van toetsen en examens als noodzakelijk kwaad
-
De respondenten vinden dat het kinderen erg moeilijk gemaakt wordt
-
De respondenten denken bij toetsen ook aan fraude
Uit de antwoorden is te concluderen dat leraren toetsen associëren met druk en verantwoordelijkheid bij het kind, er wordt te weinig naar kinderen zelf gekeken en te veel nadruk gekegd op het behalen van resultaten voor andere partijen dan het kind zelf. Ondanks deze associaties waarderen zij het beeld overwegend positief, wat opmerkelijk is door de negatieve associaties.
! ! ! ! ! !
! FOTO 5
!
BESCHRIJVING
!
Doel!
!
!
Het beeld is gekozen om de associaties met een schoolsituatie weer te geven.
Representatie !!
Het beeld representeert een Vrouw voor een krijtbord in een ruimte waar meerdere
donkerharige kinderen zitten.
Neutrale betekenis!
Een schoolse situatie. Een vrouw staat voor een krijtbord en in de ruimte zitten de
kinderen naast elkaar. Zij steken bijna allemaal hun hand op.
Plot!
!
!
De lerares vraagt iets aan de klas.
Karakter!
!
Een vrouw voor een klas kinderen.
Intentie!!
!
Vraagstelling.
Thema
Onderwijs
Gewenste uitkomst!
De gewenste uitkomst ligt een positief beeld van lesgeven. De vrouw evenals de
kinderen zijn multicultureel. De schoolsituatie ziet er niet armoedig uit en alle kinderen
doen actief mee.
!
GEMAAKTE ASSOCIATIES DOOR DE DOELGROEP
!
Naar aanleiding van de antwoorden zijn de onderzoeksresultaten onderverdeeld in fysieke, sociale en symbolische codes:
!
Codering
Associatie
Fysiek
Lach, juf in de klas, klas, gewoon, schoolbord, klas, groep, leerkracht, onderwijs. School, school, vrolijke juf, krijtbord, lerares, leerlingen, versierd lokaal. Lokaal, school, onderwijs
Sociaal
Engelse woorden, jonge juf, vol lokaal, lesgeven, kinderen doen graag mee, vrolijke juf, klas die goed meedoet, betrokken leerlingen, grote groep, juf die vraag stelt, in andere landen, kinderen doen goed mee, kinderen willen graag een beurt, les, grote groep.
Symbolisch
Leergierige kinderen, plezier in school, betrokkenheid van leerkracht, leerkracht. Stevige uitstraling, betrokkenheid, fijne sfeer in de klas, blij, enthousiast, trots, betrokken, een school klas in Indonesië, Engels, buitenland, enthousiasme, blij, gewaardeerd, betrokken, glimlachen enthousiaste kinderen enthousiaste reactie van veel kinderen op vraag of uitleg leerkracht, gezellige klas, plezier in onderwijs, sfeer, presentatie, vrolijk, gezellige klas, leergierig, zeer betrokken, prettige sfeer, betrokkenheid, plezier, leren, is leuk, enthousiast enthousiaste kinderen, goede sfeer, gezellige juf, ouderwetse materialen, bovenbouw, politiek, gezellig, positieve sfeer, positieve omgeving, vrolijk, betrokken, kleurrijk, 5 voor 3, vrolijk, gezellig, dames, enthousiast, bijna altijd vrolijk, kleurig, leergierigheid, vrolijkheid.
! ! ! ! ! !
WAARDERING VAN DE FOTO
!
4% 13%
52% 30%
1 2 3 4 5 6 7
= = = = = = =
Zeer zeer negatief Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief Zeer zeer positief
!
! CONCLUSIE
!
Uit de resultaten van het onderzoek bij deze foto kunnen we het volgende concluderen:
!
!
-
De respondenten vinden betrokkenheid zeer belangrijk in hun werk
-
De respondenten vinden de betrokkenheid van de leerlingen erg belangrijk
-
De respondenten vinden enthousiasme en gezelligheid zeer belangrijk
-
De respondenten vinden een goede sfeer in de klas erg belangrijk
-
De respondenten zien oude leermaterialen
Uit de antwoorden is te concluderen dat leraren het zeer belangrijk vinden dat het in de klas gezellig is en er een goede sfeer hangt. Leerlingen moeten vooral meedoen en zij zien zichzelf ook als een zeer betrokken leerkracht bij hun leerlingen. Het multiculturele karakter van de foto wordt vooral geassocieerd met een klas in het buitenland en Engelse les. De leermaterialen worden als overwegend ouderwets gezien. De foto wordt als zeer positief beschouwd.
! ! ! !
FOTO 6
!
BESCHRIJVING
!
Doel!
!
!
Het beeld is gekozen om een schoolse situatie te laten zien waarbij kinderen
leermaterialen gebruiken, met als doel de verbinding naar externe lespakketten te
maken.
Representatie !!
Het beeld representeert twee jonge dames zitten aan een tafel met een wit vierkant
bord voor zich. Op dat bord liggen kleurige figuren. Ook ligt er een zwarte en een
oranje stift.
Neutrale betekenis!
Twee meiden zijn spelend aan het leren door middel van knutselen.
Plot!
!
Spelend leren.
Karakter!
!
Twee meiden aan het leren.
Intentie!!
!
Twee jonge meiden zijn spelend aan het leren.
Thema
Onderwijs!
!
Gewenste uitkomst!
Deze foto is uitgekozen met als doel een schoolsituatie te simuleren waarbij de
leerlingen gebruik maken van materialen buiten het reguliere lesprogramma om zodat
hierdoor de verbinding wordt gelegd met lespakket!
!
! GEMAAKTE ASSOCIATIES DOOR DE DOELGROEP ! Naar aanleiding van de antwoorden zijn de onderzoeksresultaten onderverdeeld in fysieke, sociale en symbolische codes:
!
Codering
Associatie
Fysiek
Twee meiden, beetje rommelig achter hun, twee meisjes, kinderen (twee meisjes), kinderen op een soort plakbord, kleine dingen, leermiddelen, meisje, computer, blad, hulpmiddel, twee leerlingen, dienbladen, twee meisjes, lang haar, hulpmiddelen, troepjes om zich heen.
Sociaal
Leren, samenwerken, Leggen van vormen (wiskundige verhoudingen), onderwijs op maat, teamverband werken, rekenles, samen, werken met je handen, wiskundige opdracht met vormen maken, zelfstandig werken, iets aan het doen samenwerken, spelletje spelen, blokjes, taak voor leerkracht.
Symbolisch
Moeilijk kijkende leerlingen, moeilijke som, meisje twijfelt, moeilijkheden, problemen, hulp nodig, uitleg nodig, taak voor leerkracht, rekenen, wiskunde oefenen, vernieuwing/innovatie, uitdaging, wat zijn die meisjes aan het doen? Aparte witte tafeltjes, zijn ze blind, ze voelen, beetje ongezellig lokaal, blind, concentratie, met onduidelijke symbolen, kijken vragend, moeilijk, kleuren, techniek, lastig, opdracht is onduidelijk, lijkt me een handig bord en creatief te gebruiken en wiskundig, saai, niet betrokken, tastbaar materiaal, weinig plezier in wat ze doen, zwakke leerling, extra uitleg.
! ! ! ! ! ! ! !
!
WAARDERING
!
5%
14%
24%
38%
1 2 3 4 5 6 7
= = = = = = =
Zeer zeer negatief Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief Zeer zeer positief
19%
!
CONCLUSIE
!
Uit de resultaten van het onderzoek bij deze foto kunnen we het volgende concluderen:
! !
-
De respondenten vinden dat de meisjes op de foto hulp nodig hebben
-
De respondenten zien een samenwerking op de foto, zonder betrokken docent
-
De respondenten zien rommel en ongezelligheid
Uit de antwoorden is te concluderen dat leraren structuur, netheid en gezelligheid heel belangrijk vind. Ze zien de meisjes op de foto als hulpbehoevend of als zwakke leerlingen die extra begeleiding moeten krijgen met rekenen en/of wiskunde. Ze zien hier een taak voor de leerkracht in, die moet de meisjes ondersteunen. De respondenten waarderen de foto dan ook als overwegend positief/neutraal. Hun taak is het om te helpen en dat achten zij als belangrijk.
! ! ! !
FOTO 7
! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
BESCHRIJVING
!
Doel!
!
!
De foto is gekozen omdat het kind verantwoordelijkheid lijkt te hebben voor de
boodschappen die hij doet in een goedkopere supermarkt wat indiceert dat hij op
jonge leeftijd verantwoordelijkheid heeft voor het gezin.
Representatie !!
Het beeld representeert een jong donker jongetje loopt met een verrijdbaar mandje
door de supermarkt. Hij staat in het diepvriesschap te kijken.
Neutrale betekenis!
Een jongetje dat boodschappen doet.
Plot!
!
Boodschappen doen.
Karakter!
!
Een multicultureel jongetje in de supermarkt.
Intentie!!
!
Een klein jongetje helpt met boodschappen doen.
Thema
Geld.!
!
Gewenste uitkomst!
De gewenste uitkomst van de foto is het representeren van de cirkel van generatieve
armoede. Het jongetje lijkt al op jonge leeftijd verantwoordelijk te zijn voor de
boodschappen en daarmee voor een gedeelte van het huishouden.!
GEMAAKTE ASSOCIATIES DOOR DE DOELGROEP
!
Naar aanleiding van de antwoorden zijn de onderzoeksresultaten onderverdeeld in fysieke, sociale en symbolische codes:
! !
Codering
Associatie
Fysiek
Supermarkt, Bas, klein mens, grote mand, boodschappen, Bas, grote boodschappenmand, weinig klanten, vriesvakken, Lidl, of.. grote mand, Bas van der Heijden, diepvriesvak, vriesvak, Bas van der Heijden, grote boodschappenmand
Sociaal
1 vrouw alleen, waar zijn de andere klanten? Alleen boodschappen doen, geen hulp in de buurt, boodschappen doen in een supermarkt bij de diepvriesafdeling, kind boodschappen doen, kind moet van mamma een boodschap doen bij Bas van der Heijden, kind zorgt voor familie, klusjes doen.
Symbolisch
Kan een kind nog wel kind zijn, spelen et cetera? Boodschappen worden gedaan door kinderen, steeds meer doen in huis, eten, overleven, basis, weinig geld, lekker, humor, leuke foto!!, ook zielig, winkelen, dubbele betekenis, laagste. Klein mens in een grote wereld, veel om tegen op te kijken, te veel keuzes, grote mate van vrijheid, verder veel ruimte, eenzaam, alleen, zelfstandigheid, geen taak voor kinderen tenzij een kind het zelf wil kiezen, perspectief, koopjes jagen, op zoek naar het goedkoopste, ongezond, laagste prijs elke dag, donkere ongezellige sfeer, niet leuk, te veel, kost teveel tijd, vrouw heeft het blijkbaar koud.
! ! ! ! ! ! ! !
! WAARDERING ! 4%
4%
17%
35%
22%
17%
1 2 3 4 5 6 7
= = = = = = =
Zeer zeer negatief Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief Zeer zeer positief
!
! CONCLUSIE ! Uit de resultaten van het onderzoek bij deze foto kunnen we het volgende concluderen:
!
-
De respondenten associeren de geschetste situatie met de verantwoordelijkheid die kinderen hebben in het huishouden
!
-
De respondenten vinden dat kinderen te weinig kind kunnen zijn
-
De respondenten vinden dat kinderen te veel verantwoordelijkheden krijgen en er te veel op hen afkomt
-
De respondenten zien een hulpeloos kind dat eenzaam is
Uit de antwoorden is te concluderen dat leraren kinderen zien als mensen die hulp nodig hebben. Er komen te veel verantwoordelijkheden op kinderen af waardoor zij geen ruimte meer hebben om daadwerkelijk kind te kunnen zijn. Ook zien zij armoede en associëren ze Bas van der Heijden met goedkoop en daarmee met ongezondheid. Ze waarderen de foto dan ook als overwegend neutraal en negatief.
! ! ! ! !
!
FOTO 8
!
BESCHRIJVING
!
Doel!
!
!
De foto is gekozen om de associaties op te wekken van kinderen op jonge leeftijd die
met geld omgaan.
Representatie !!
Het beeld representeert een klein donkerharig meisje pakt geld uit een
speelgoedkassa.
Neutrale betekenis!
Een Aziatisch meisje speelt met geld uit een speelgoedkassa.
Plot!
!
Spelen met geld.
Karakter!
!
Een meisje dat speelt met geld.
Intentie!!
!
Een meisje leert omgaan met geld door een speelgoedkassa.
Thema
Spelend leren.!
!
Gewenste uitkomst!
de gewenste uitkomst is dat men de verbinding legt tussen jonge kinderen en geld en
dat zij hier op jonge leeftijd mee in aanraking komen, waardoor het noodzakelijk is om
hier vroeg op te interveniëren.
! ! ! !
GEMAAKTE ASSOCIATIES DOOR DE DOELGROEP
!!
Naar aanleiding van de antwoorden zijn de onderzoeksresultaten onderverdeeld in fysieke, sociale en symbolische codes:
! !
Codering
Associatie
Fysiek
Winkel/boodschappen doen in schoolsituatie, 1000 euro, kassa, geld rekenen, Chinees meisje, buitenlands geld, kind met kassa, kind speelt met geld, kind speelt met nepgeld en een speelgoedkassa, kleuter, meisje speelt in de klas, in de poppenhoek met geld in de kassa, poppenhoek, kleuter, met thema boodschappen, supermarkt, spelend kind, dollar biljetten, winkeltje spelen, donker haar, kind speelt winkeltje met de kassa + geld, kleuters, geld, school, winkel, nep kassa, geld.
Sociaal
Kleuters, spelen, hoeken, oefenen, net echt, tellen, spelen, ontdekken, jong oefenen, ontdekkend spelen/leren, spel, leren omgaan met geld, leren samenspelen, spelenderwijs omgaan met geld, tastbaar materiaal, spelenderwijs ontdekken, geldhoek, geld, rekenen, caissière, kind had dit weleens per ongeluk uitgedeeld aan vriendjes, lekker aan het spelen en leren!
Leren, spelend leren, rekenen met geld, spelenderwijs
leren, winkeltje spelen, dollars, winkeltje spelen, veel geld, kleuter. Symbolisch
Leuk, lief, leren, praktisch, oefenen, rekenen, voorkennis, school, leren, kleurrijk. Spelend leren, belevingswereld spreekt aan, vroeg leren omgaan met geld, vroeg voorbereiden op de toekomst (kleuters), eigen belevingswereld, fantasie vergroten, leuke kleuteractiviteiten, geld maakt slechts deels gelukkig, leuk, lief, Azië, waarde van geld, zelf ontdekken.
! ! ! !
! WAARDERING
!
14% 32% 14%
1 2 3 4 5 6 7
= = = = = = =
Zeer zeer negatief Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief Zeer zeer positief
41%
!
! CONCLUSIE
!
Uit de resultaten van het onderzoek bij deze foto kunnen we het volgende concluderen:
! !
-
De respondenten zien de foto vrij feitelijk en objectief
-
De respondenten reageren zeer positief reageren spelend leren
-
De respondenten vinden het belangrijk dat leren ook leuk is
-
De respondenten zien het belang van leren omgaan met geld in
Uit de antwoorden is te concluderen dat leerkrachten spelend leren erg belangrijk is en dat leren vooral leuk moet zijn. Ze reageren overwegend positief op de kleuterleeftijd van kinderen in vergelijking met de foto’s met oudere kinderen. In het spelend leren wordt fantasie een belangrijk onderdeel gezien en dat kinderen om deze manier vooral zelf dingen moeten ontdekken. De leraren waarderen deze foto dan ook als zeer positief en hebben prettige associaties bij de foto.
! ! ! ! !
FOTO 9
!
BESCHRIJVING
!
Doel!
!
!
De foto is gekozen om aan te duiden dat kinderen in armoede leven en om de
associaties met schuldpreventie en armoede te bepalen.
Representatie !!
Het beeld representeert een blonde jongen die buiten voor zit voor een bouwwerk
van rode planken in een ineengedoken houding. Boven hem hangt een schaduw.
Neutrale betekenis!
Een jongen zit voor de schuur in de tuin in een verdrietige of angstige houding boven
hem hangt een dreigende schaduw. Zijn blote voeten zijn een indicatie van armoede.
Plot!
!
!
Een jongen wordt toegesproken door een ouder, de jongen is hier bang of verdrietig
van.
Karakter!
!
Dreigend.
Intentie!!
!
Een jongen die wordt toegesproken en bestraft wordt door een volwassene.
Thema
Armoede.!
Gewenste uitkomst!
Het uitbeelden van armoede en de invloed van ouders op kinderen. Het jongetje zit in
een ineengekrompen houding tegen een schuur aan, een schaduw hangt dreigend
boven hem, wat insinueert dat armoede erfelijk kan zijn wanneer hier niet op
ingegrepen wordt waardoor men de generatieve cirkel niet doorbreekt.
GEMAAKTE ASSOCIATIES DOOR DE DOELGROEP
!!
Naar aanleiding van de antwoorden zijn de onderzoeksresultaten onderverdeeld in fysieke, sociale en symbolische codes:
! !
Codering
Associatie
Fysiek
Jongetje voor armoedig schuurtje, grote schaduw, klein ventje, 1 kind op de grond, groter kind staat, schaduw, kind, alleen, bloed, zitten, verdriet, alleen bloed, bloed, blote voeten, jongen zit op de grond, zonder schoenen en vies, schaduw, 2 personen, gewond.
Sociaal
Een kind dat gecorrigeerd wordt door, kind heeft ruzie gemaakt (gevochten) en krijgt straf van een volwassene, kind stout geweest, wijzende vinger, leerlingen toespreken op negatieve manier (vinger wijzend) bijvoorbeeld n.a.v. gedrag/fout, raar, kind gewond, man met pistoolbeweging, verdriet, streng, wijzen, hand gevormd als een geweer die schiet op het zittende kind, handen als een pistool, wijzende vinger, verdriet, één jongen.
Symbolisch
Oorlog naspelen, pijn, verdriet, hulp, eenzaam kind (ander kind), kind wordt misschien gepest? Kind meer aandacht geven of kind hoofdpijn? geweld, straf, boos. in de put, blauwe plekken, geweld, zorgen, ander land, verdriet. ongeluk, vechtpartij, hoofdpijn. oorlog, verdriet, ruzie. straf, boosheid, alleen, droevige situatie. Straf, slachtoffer/dader? straf, verdriet, kleineren, in de schaduw (stappen), verdriet, pijn, schuld? straf? ongeluk? Alleen ongelukkig. Waar zijn de warme armen van moeder, kinderen moeten zich steeds zelfstandiger opvoeden, arme buurt, hoeft niet, te weinig te zien voor “oordeel”, lekker weer, kind schuldbewust/moedeloos, doet misschien nooit iets goed, nogal eenzaam/verdrietig.
! ! !
! WAARDERING
! 1 2 3 4 5 6 7
= = = = = = =
Zeer zeer negatief Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief Zeer zeer positief
! ! ! ! ! ! ! !
! CONCLUSIE
!
Uit de resultaten van het onderzoek bij deze foto kunnen we het volgende concluderen:
! !
-
Respondenten zien de foto als armoedig, vies en eenzaam;
-
Respondenten vragen zich af waar de verantwoordelijke ouder is;
-
Respondenten zien voornamelijk een strafhouding;
-
Respondenten zien een verdrietige en pijnlijke houding bij het kind.
Uit de antwoorden is te concluderen dat leraren het kind als hulpbehoevend zien en als een zeer negatieve situatie waarbij het kind gestraft wordt door een ouder. Ze associëren er woorden bij als schuld, straf, pijn, verdriet en eenzaamheid. Het gedrag van het kind wordt op een negatieve wijze benaderd door de schaduw. Ze missen hierin de liefhebbende ouder die zorgt voor het kind. De foto wordt dominant als zeer negatief gezien.
! ! ! !
FOTO 10
! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
! BESCHRIJVING ! Doel!
!
!
!
De foto is gekozen om het frame van onderwijs te laten zien.
Representatie !!
Het beeld representeert een jongen heeft een pen in zijn hand en werkt hiermee in
een map met witte bladen met tekst erop.
Neutrale betekenis!
De neutrale betekenis betreft een jongetje dat opdrachten maakt op school uit zijn
multomap met werkbladen.
Plot!
!
!
Een jongen is bezig met een taalles op school.
Karakter!
!
Multicultureel.
Intentie!!
!
Een jongen leert door onderwijs te volgen.
Thema
Onderwijs.!
Gewenste uitkomst!
De gewenste uitkomst van het beeld is het benadrukken van de diversiteit van
multiculturele klassen wat vaak gerelateerd is aan de sociaal economische status van
een leerling en/of gezin. Daarbij is de gewenste uitkomst van het beeld het insinueren
dat men jong leert.
! !
GEMAAKTE ASSOCIATIES DOOR DE DOELGROEP
!!
Naar aanleiding van de antwoorden zijn de onderzoeksresultaten onderverdeeld in fysieke, sociale en symbolische codes:
! !
Codering
Associatie
Fysiek
School, werk, jongen die schrijft, kleurpotloden, school, situatie in de klas/spelling, eigen bakje, heeft etui op tafel, kopieerbladen, school, jongen.
Sociaal
Blokboek, kopiëren, weektaak, groep 3, leren, lezen, groep 3, lezen, leren, kind doet oefeningen, kind in een klas maakt een rekenopdracht in zijn map, kind maakt rekensommen, kleuteronderwijs, toetsing, leerling werkt in zijn map, leren, onderwijs op maat, rekenen, les, taalles, middenbouw, veilig leren lezen, groep 3, door zelf aan de opdracht te werken, leren rekenen, netjes aan het werk, groep 3, oefenen, lezen.
Symbolisch
Fijn dat wij leerlingen deze kansen kunnen bieden, goede schrijfhouding en pengreep, kleurig, methode toets maken, zelfstandigheid aanleren, zelfstandigheid, structuur, werkhouding, leuk, geconcentreerd, graag willen oefenen, oefenen, methode, werkjes, zelfstandig, politiek, onderwijs, school, belangrijk onderdeel school, thuis ook oefenen, zelfstandig werken, zelfstandigheid, kinderen ontwikkelen zich snel, zijn trots op zichzelf.
! ! ! ! ! ! ! !
!
WAARDERING
!
17%
17%
22%
1 2 3 4 5 6 7
= = = = = = =
Zeer zeer negatief Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief Zeer zeer positief
43%
!
! CONCLUSIE
!
Uit de resultaten van het onderzoek bij deze foto kunnen we het volgende concluderen:
! !
-
De respondenten beschouwen deze foto als neutraal
-
De respondenten zien een kind voornamelijk oefenen
-
De respondenten zien voornamelijk structuur en doel
Uit de antwoorden is te concluderen dat leraren veel waarde hechten aan orde en structuur in de klas. Ze zien een correcte werkhouding en merken zelfs de juiste penhouding op. Ze zijn daarbij ook blij dat ze kinderen de gelegenheid kunnen bieden om te leren en vinden school zeer belangrijk voor de eigenwaarde en ontwikkeling van de leerlingen. Ze beschouwen de foto dan ook als zeer positief.
! !