Onderzoeksrapport
Voeding en dementie
Compass Group en Alzheimer’s Disease International bundelen hun krachten om de levenskwaliteit van mensen met dementie te verhogen Compass Group en Alzheimer’s Disease International (ADI) lieten samen een studie uitvoeren naar de positieve invloed van een juist voedingspatroon op de levenskwaliteit van mensen met dementie. Dit wordt ook weerspiegeld in de missie en visie van ADI: ‘een verhoogde levenskwaliteit voor mensen met dementie en hun verzorgers’. In dit eerste, samenvattende rapport (geschreven door Martin Prince en Matthew Prina van het Institute of Psychiatry Global Observatory for Ageing and Dementia Care van King’s College London) worden een aantal domeinen voorgesteld waarin onderzoek verricht wordt naar de relevantie van nutritionele factoren voor de primaire en secundaire preventie van dementie, ondervoeding bij dementie en interventies om het voedingspatroon van mensen met dementie te verbeteren. ADI en Compass Group zijn ervan overtuigd dat de nadruk op dieet, voeding en welzijn een positieve bijdrage kan leveren aan de ondersteuning van mensen met dementie en hun verzorgers in hun omgang met deze vreselijke ziekte. Het gaat niet enkel om een goede samenwerking, maar om wat deze mensen nodig hebben.
Marc Wortmann Executive Director Alzheimer’s Disease International Mike Iddon Development Director Healthcare & Senior Living Compass Group PLC
Voeding en dementie Onderzoeksrapport Wereldwijd voeren ongeveer 36 miljoen mensen een strijd tegen dementie. Om de twintig jaar verdubbelt dit aantal wat betekent dat tegen 2050 om en bij de 115 miljoen mensen met de ziekte geconfronteerd zullen worden.1 De Wereldgezondheidsorganisatie spreekt dan ook terecht over een Alzheimerepidemie en omschrijft dementie als een absolute prioriteit in de gezondheidszorg. De kosten voor de samenleving die met deze epidemie gepaard gaan, zijn dan ook enorm en liepen in het jaar 2010 op tot een astronomisch bedrag van 604 miljard dollar.2 Ondervoeding is een belangrijk probleem bij ouderen en leidt onder meer tot algemene zwakheid, en een verminderde mobiliteit. Door een te eenzijdig dieet waarin bijvoorbeeld vlees, melkproducten, of bepaalde groenten ontbreken, zijn ouderen bovendien ook vatbaar voor een tekort aan bepaalde vitamines of mineralen.
Uit vele studies blijkt dat voeding ook een rol speelt bij de ontwikkeling van dementie en bovendien de levenskwaliteit van Alzheimerpatiënten significant beïnvloedt. Zo blijkt dat een goede voeding bijdraagt aan een gezonde hersenontwikkeling, wat mogelijk het risico op de ontwikkeling van dementie op latere leeftijd verkleint. Verdere studies tonen aan dat overgewicht en een dieet dat rijk is aan verzadigde vetten geassocieerd zijn met een verhoogd dementierisico. Met het vorderen van het dementieproces treden slik- en voedingsproblemen bovendien steeds meer op de voorgrond, waardoor het handhaven van een gezond, evenwichtig dieet steeds moeilijker wordt en ondervoeding een nog prangender probleem wordt.
Voeding in de preventie van dementie De genadeloze opmars van dementie onderlijnt het belang van dementiepreventie en zet onderzoekers wereldwijd ertoe aan om te zoeken
naar risicofactoren die een invloed hebben op de ontwikkeling van deze aandoening. Het feit dat voeding, hersenontwikkeling en hersengezondheid sterk met elkaar verbonden zijn, suggereert dat het voedingspatroon mogelijkheden biedt in de preventie van dementie. Een goede voeding in de baarmoeder en tijdens de eerste levensjaren zijn erg belangrijk voor de motorische en cognitieve ontwikkeling van een kind. Bovendien tonen verschillende studies aan dat een betere voeding tijdens de kinderjaren ook gunstige effecten heeft op het verstandelijk vermogen op latere leeftijd.3 Deze gegevens voeden de hypothese dat een goed gevoed, en bijgevolg goed ontwikkeld brein een soort ‘cognitieve reserve’ opbouwt, waardoor de impact van neurodegeneratie (het geleidelijk afsterven van bepaalde gebieden of celgroepen in de hersenen) op alledaagse bezigheden minder uitgesproken is en bijgevolg de aanvang van dementie vertraagd wordt. Uit een analyse die de gegevens bundelt van verschillende grote studies blijkt dat obesitas tijdens de
middelbare leeftijd geassocieerd is met het vroeger optreden van dementie op latere leeftijd.4 Dit verband tussen dementie en overgewicht wint nog aan belang in het licht van de huidige obesitasepidemie in de Westerse wereld. De relatie tussen het cholesterolmetabolisme en het risico op de ontwikkeling van dementie is minder duidelijk. Zo blijkt enerzijds dat het totale gehalte cholesterol op middelbare leeftijd consistent geassocieerd is met een hoger risico op dementie, terwijl deze associatie niet langer gezien wordt op latere leeftijd.5 Daarnaast blijkt dat geneesmiddelen die het cholesterolniveau verlagen, weliswaar het risico op hart- en vaataandoeningen vermindert, maar geen invloed heeft op het dementierisico.6 Een regelmatige inname van vis, fruit en groenten en wat men aanduidt als een Mediterraan dieet, waarbij veel ongeraffineerde graanproducten, fruit, groenten en olijfolie gegeten worden, blijken geassocieerd te zijn met een verminderd risico op de ontwikkeling van dementie.7 Bepaalde studies suggereren dat een regelmatige consumptie van omega 3-rijke oliën geassocieerd is met een lagere incidentie van dementie.
Uit andere studies blijkt echter dat het aanvullen van de voeding met vitamine B12, folaat, omega 3-vetzuren, of antioxidanten zoals vitamine C en E geen effect heeft op het cognitief functioneren van personen met of zonder dementie.8 Vanuit kritisch oogpunt kan echter gesteld worden dat in deze studies slechts een beperkt aantal personen opgenomen werd en dat men zich bovendien niet concentreerde op personen met een tekort voor het onderzochte voedingssupplement. Bovendien is het mogelijk dat het voedingssupplement niet lang genoeg werd toegediend om een effect op de cognitie te zien. Er bestaat namelijk een stevige theoretische basis voor een betrokkenheid van deze voedingsstoffen in de gekende mechanismes van neurodegeneratie. Daarnaast werd gesuggereerd dat een simultane toediening van voedingssupplementen nodig is om een effect te hebben op de hersenactiviteit. Resultaten van studies met dergelijke combinaties zijn echter weinig eenduidig. Zo werd vooruitgang aangetoond op bepaalde cognitieve vlakken, maar zag men geen verbeteringen in de algemene cognitie, de klinische status of in het algemeen functioneren van de patiënten.9
Voeding en dementie Een progressief gewichtsverlies is typisch voor ouderen en ondervoeding vormt dan ook een groter probleem dan obesitas in deze populatie. Zo is ondervoeding onder meer geassocieerd met een zwakke gezondheid, een verminderde mobiliteit, het verlies van onafhankelijkheid en een verhoogde mortaliteit. Uit observatiestudies blijkt dat het gewichtsverlies, voorafgaand aan de diagnose van dementie, een aanvang neemt van 3 tot 6 jaar voordat de eerste klinische symptomen zichtbaar worden en zich voortzet tijdens de verdere ziekteontwikkeling. Ondervoeding manifesteert zich dan ook meer bij patiënten met dan zonder dementie en is frequenter bij patiënten met dementie in een meer gevorderd stadium dan bij patiënten met een milde vorm van dementie.
problemen zoals geheugenverlies, apathisch gedrag en een achteruitgang in het uitvoerend functioneren tot steeds grotere problemen bij het aankopen van voedsel, en het (veilig) bereiden van maaltijden. In latere stadia van de ziekte kan afkerig eetgedrag het voedingspatroon bovendien ernstig verstoren waardoor een intensieve opvolging en veel vakkundigheid nodig is om de voeding en de toediening ervan adequaat af te stemmen op de mogelijkheden van de patiënt.
Afkerig eetgedrag bij personen met dementie Dyspraxie/agnosie De patiënt is niet langer in staat om bestek te gebruiken, kan voedsel niet langer onderscheiden van andere zaken, loopt weg van tafel. Weerstand De patiënt draait het hoofd, houdt de handen voor de mond, bijt de assistent, spuwt het eten uit of gooit het weg.
De prevalentie van ondervoeding in een Latijns-Amerikaanse dementiestudie (studie 10/66).10
Naast de algemene risicofactoren voor ondervoeding zoals de sociaaleconomische status, problemen met de mond of de tanden, chronische fysieke problemen en langetermijneffecten van bepaalde medicatie, spelen bij personen met dementie nog een aantal andere factoren. Het betreft hier factoren die gerelateerd zijn aan de effecten van neurodegeneratie op de cognitie, op het motorisch functioneren en op de zintuigen van de patiënt. Zo kan het verlies van geur en smaak reeds vroeg in het dementieproces optreden. Daarnaast leiden cognitieve
Orale neuromusculaire incoördinatie Patiënt opent de mond niet, beweegt constant met de tong of de mond waardoor hij niet kan slikken, knabbelt zonder slikken. Selectief gedrag De patiënt eet enkel bepaalde types voedsel, met een bepaalde smaak of consistentie, soms enkel vloeistoffen.
Mogelijkheden om de voeding bij personen met dementie te verbeteren Wanneer men geconfronteerd wordt met een geval van ondervoeding, dient allereerst een duidelijk beeld van het probleem gevormd te worden. Dit omvat onder meer een analyse van de mate van ondervoeding, het nagaan van voedingsgewoontes, en een evaluatie van eventuele risicofactoren en van het afkerig voedingsgedrag. In een tweede stap kan overgegaan worden naar voedingsondersteuning. Eenvoudig dieetadvies gekoppeld aan een evaluatie van de risicofactoren, waarbij aandacht besteed wordt aan de nood voor voedingsassistentie, volstaat hierbij dikwijls om het probleem op te lossen. De huidige internationale voedingsrichtlijnen voor geriatrische patiënten onderlijnen het belang van spieropbouw (met nadruk op de inname van vlees, vis, of eieren twee tot drie maal per dag, drie tot vier maal per dag inname van melkproducten en tenminste vijf porties fruit of groenten per dag). In eerste instantie moet getracht worden om tegemoet te komen aan de nutritionele behoeften door middel van voedsel. Zo kan men bijvoorbeeld eiwitten of calorieën toevoegen aan het favoriete voedsel van de patiënt. Wanneer deze aanpak echter faalt, of wanneer men geconfronteerd wordt met ernstige ondervoeding kunnen voedingssupplementen met een hoge energetische waarde en/of een hoog eiwitgehalte (ONS) overwogen worden. Deze producten worden veelal in een vloeibare vorm aangeboden en vormen een snelle en in het algemeen een goed getolereerde manier om de nutritionele status te verbeteren. Bij patiënten met dementie bestaat er minder ervaring met ONS voedingssupplementen, maar algemeen wordt aangenomen dat deze producten kunnen gebruikt worden. Er bestaat echter geen bewijs dat dergelijke supplementen het algemeen functioneren van de Alzheimerpatiënt verbeteren. Laat staan levensverlengend werken.
Sondevoeding bij patiënten met gevorderde dementie is veel controversiëler en de voordelen hiervan zijn minder duidelijk. Dergelijke beslissingen zijn complex en moeilijk en dienen genomen te worden met het oog op de levenskwaliteit, de prognose en de wensen van de patiënt. Het is dan ook duidelijk dat familieleden, verzorgenden en artsen betrokken moeten worden bij het nemen van deze beslissing. Uit studies blijkt dat opleiding en trainingsprogramma’s de voedingsproblemen kunnen verminderen. Deze programma’s concentreerden zich hoofdzakelijk op professionele verzorgenden, maar kunnen ook nuttig zijn voor familiale verzorgenden. Hierbij is de relatie tussen de verzorgende en de patiënt van groot belang. Verder blijkt uit dergelijke programma’s dat afkerig eetgedrag zich makkelijker manifesteert wanneer de verzorgende gespannen is. Een goede interactie tussen de persoon die de patiënt assisteert en de patiënt zelf blijkt dan weer geassocieerd met een betere voedselinname.11 Tenslotte leveren experimenten waarbij de eetomgeving of de routine rond de maaltijd worden aangepast veelbelovende resultaten op. In deze experimenten ging men onder meer het effect van muziek tijdens het eten na en maakte men gebruik van veelkleurig vaatwerk om de aandacht van de patiënt op het eten te houden. Daarnaast blijkt dat een informele, familiale omgeving, zonder veel afleiding resulteert in een opvallende toename in het lichaamsgewicht en in de levenskwaliteit van demente personen die opgenomen zijn in een verzorgingstehuis.12
Conclusies Uit vele studies blijkt dat voeding een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling en klinische vooruitgang van dementie. Bovendien beïnvloedt het dieet ook in grote mate de levenskwaliteit van patiënten. Dit onderzoeksveld is echter nog relatief nieuw en er bestaat een grote nood aan verder onderzoek naar de associaties tussen voeding en het risico op dementie. De verbreding van dit kennisveld zal ongetwijfeld gepaard gaan met een beter inzicht in mogelijke preventieve strategieën met betrekking tot dementie.
Referenties 1.
2.
3.
4.
Prince M, Bryce R, Albanese E, Wimo A, Ribeiro W, Ferri CP. The global prevalence of dementia: a systematic review and metaanalysis. Alzheimers Dement. Jan 2013;9(1):63-75 e62. Wimo A, Prince M. World Alzheimer Report 2010: the global economic impact of dementia. London: Alzheimer’s Disease International (ADI), September 2010. McGurn B, Deary IJ, Starr JM. Childhood cognitive ability and riskof late-onset Alzheimer and vascular dementia. Neurology. Sep 30 2008;71(14):1051-1056. Anstey KJ, Cherbuin N, Budge M, Young J. Body mass index in midlife and late-life as a risk factor for dementia: a meta-analysis of prospective studies. Obes Rev. May 2011;12(5):e426-437.
5.
Anstey KJ, Lipnicki DM, Low LF. Cholesterol as a risk factor for dementia and cognitive decline: a systematic review of prospective studies with meta-analysis. Am J Geriatr Psychiatry. May 2008;16(5):343-354.
6.
McGuinness B, O’Hare J, Craig D, Bullock R, Malouf R, Passmore P. Statins for the treatment of dementia. Cochrane Database Syst Rev. 2010(8):CD007514. Solfrizzi V, Frisardi V, Seripa D, et al. Mediterranean diet in predementia and dementia syndromes. Curr Alzheimer Res. Aug 2011;8(5):520-542.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
Prince M, Ferri CP. World Alzheimer Report 2011: the benefits of early diagnosis and intervention. London: Alzheimer’s Disease International (ADI), September 2011. Thaipisuttikul P, Galvin JE. Use of medical foods and nutritional approaches in the treatment of Alzheimer’s disease. Clin Pract (Lond). Mar 2012;9(2):199-209. Taylor CL, Albanese E, Stewart R. The association of dementia with upper arm and waist circumference in seven low- and middle-income countries: the 10/66 cross-sectional surveys. J Gerontol A Biol Sci Med Sci. Aug 2012;67(8):897-904. Riviere S, Gillette-Guyonnet S, Andrieu S, et al. Cognitive function and caregiver burden: predictive factors for eating behaviour disorders in Alzheimer’s disease. Int J Geriatr Psychiatry. Oct 2002;17(10):950-955. Nijs KA, de Graaf C, Kok FJ, van Staveren WA. Effect of family style mealtimes on quality of life, physical performance, and body weight of nursing home residents: cluster randomised controlled trial. BMJ. May 20 2006;332(7551):1180-1184.
Voor of suggesties suggesties kunt contactleggen leggenvia
[email protected] info@compassVoor vragen vragen of kunt uu contact of op het of telefoonnummer 020-5659348. group.nl op het telefoonnummer 020-5659348.
Alzheimer’s Disease International Alzheimer’s Disease International (ADI) is de overkoepelende organisatie van Alzheimerverenigingen wereldwijd. Wij stellen ons ten doel om over de hele wereld Alzheimer-verenigingen op te richten en deze te ondersteunen om zo het algemene bewustzijn van de ziekte van Alzheimer en alle andere oorzaken van dementie te doen groeien. Alzheimer’s Disease International: The International Federation of Alzheimer’s Disease and Related Disorders Societies, Inc. is gezeteld in Illinois, VS, en is een non-profitorganisatie. www.alz.co.uk
Compass Group PLC Compass Group PLC is wereldwijd marktleider in food en support services. Wereldwijd heeft Compass Group PLC circa 508.000 medewerkers in 50 landen. Jaarlijks worden er meer dan 4 miljard maaltijden bereid. Compass Group PLC is wereldwijd actief bij ca. 45.000 opdrachtgevers. www.compass-group.com
Compass Group Nederland Compass Group Nederland
Compass Group Nederlandisisspecialist specialistop ophet hetgebied gebiedvan van food en support services voor diverse Compass Group Nederland foodservices voor diverse organisaorganisaties. Zij biedt haar diensten aan in de volgende markten: ties. Zij biedt haar diensten aan in de volgende markten: • Bedrijven en overheid
• bedrijven en overheid (Eurest) • Horeca en evenementen • horeca & evenementen (Eurest Leisure)
• Hoger onderwijs
• hoger onderwijs (Eurest Campus Services) • Zorg & Welzijn •Per zorg & welzijn markt heeft(Medirest) Compass passende formules ontwikkeld. Per markt hebben wij passende formules ontwikkeld.
Compass Group Nederland is onderdeel van het Britse Compass Group PLC. In Nederland heeft Compass Group Nederland onderdeel van het Britse Compass Group PLC. In Nederland heeft Compass Group Nederlandis5.200 medewerkers op circa 1.000 locaties. Compass Group Nederland ruim 5.000 medewerkers op circa 1.000 locaties.
Compass Group Nederland Laarderhoogtweg 11, 1102 DZ AMSTERDAM 020 – 5643700 |
[email protected] www.compass-group.nl