Onderzoeksrapport naar de communicatieve vaardigheden van cursisten op het MSTC
Begeleider: C. Meijvogel
2014
Ferdy Houtstra, Erik Jensma en Thom Meter
Onderzoeksrapport Communicatie
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ..................................................................................................................................... 1-1 Inleiding ................................................................................................................................................ 1-3 1
Probleemanalyse en vraagstelling ................................................................................................ 1-4 1.1
Probleemanalyse .................................................................................................................. 1-4
1.2
Probleemstelling................................................................................................................... 1-5
1.3
Onderzoeksvraag en deelvragen .......................................................................................... 1-5
2
Hypothese .................................................................................................................................... 2-6
3
Onderzoek opzet .......................................................................................................................... 3-6 3.1
Benadering ........................................................................................................................... 3-6
3.2
Enquêtering .......................................................................................................................... 3-7
3.3
Vragenlijst Cursist ................................................................................................................. 3-7
3.4
Beoordelingsformulier Instructeur ....................................................................................... 3-8
4
Samenvatting................................................................................................................................ 4-9
5
Wat is goede communicatie en waarom is dit belangrijk? ........................................................ 5-11
6
Hoe wordt een cursist voorbereid op de communicatie tijdens de oefening?.......................... 6-15 6.1
Marcom theorie lessen....................................................................................................... 6-15
6.1.1
Onderdelen................................................................................................................. 6-15
6.1.2 Welke van deze onderdelen hebben direct aanleiding tot het verbeteren van radiocommunicatie tijdens de MSTC simulatoroefeningen? ..................................................... 6-16 6.1.3
7
Marcom praktijk lessen .............................................................................................. 6-17
6.2
SMCP .................................................................................................................................. 6-18
6.3
Praktijkervaring .................................................................................................................. 6-18
6.4
Reisvoorbereiding............................................................................................................... 6-19
Resultaten................................................................................................................................... 7-21 7.1
Respons .............................................................................................................................. 7-21
7.2
Uitkomsten onderzoek ....................................................................................................... 7-21
7.2.1
‘Was de cursist in staat om een complete reisvoorbereiding te maken?’ ................. 7-22
7.2.2
‘Hoe was de toepassing van het SMCP te merken in de communicatie van de cursist?’ 7-22
7.2.3
‘Was de cursist duidelijk in wat hij bedoelde en begreep?’ ....................................... 7-23
7.2.4
‘Beschikt de cursist over een resolute houding?’....................................................... 7-23
7.2.5 ‘Hoe was de algemene handigheid van de cursist betreft de communicatieapparatuur?’ ........................................................................................................ 7-24
1-1
7.2.6 ‘Als u een rapportcijfer zou moeten geven over de communicatieve vaardigheden van de cursist, wat zou dat dan zijn?’ ............................................................................................... 7-24
1-2
8
Conclusie .................................................................................................................................... 8-25
9
Aanbevelingen ............................................................................................................................ 9-26
10
Afkortingenlijst ..................................................................................................................... 10-27
11
Bijlage 1, Vragenlijst Cursist ................................................................................................. 11-28
12
Bijlage 2, Beoordelingsformulier Instructeur ....................................................................... 12-30
13
Bijlage 3, Data Enquêtering .................................................................................................. 13-31
14
Bijlage 4, Literatuurlijst.............................................................................................................. 33
15
Bijlage 5, Logboek ...................................................................................................................... 34
Inleiding Voor het vak ‘Maritime Research’ doen wij een onderzoek naar de communicatieve vaardigheden van cursisten aan het Maritiem Simulator Training Centrum (MSTC). Deze cursisten doen veelal in hun tweede leerjaar van de opleiding tot nautisch officier (MBO/HBO) een cursus van één week. Door deze cursus kunnen zij 30 dagen reductie voor hun stageperiode behalen. Tijdens deze cursus wordt er in een groepje van drie tot vier studenten oefeningen gevaren op de 360° brug simulator op het MSTC. Tijdens de oefening wordt de gehele situatie op de brug van een zeeschip gesimuleerd. De studenten moeten het schip navigeren, uitkijk houden, communiceren en anticiperen conform de procedures geleerd in de voorgaande jaren van hun opleiding. Tijdens de latere oefeningen in deze week wordt er een rollenverdeling toegepast. Op dit moment is er één student officier van de wacht en deze persoon gaat over alle communicatie tijdens de oefening. Het onderzoek gaat over de kwaliteit van de communicatie tijdens deze oefeningen met rolverdeling. Gesteld wordt dat de communicatie beneden de maat is en de oorzaken hiervan zullen in dit onderzoek naar voren komen.
1-3
1 Probleemanalyse en vraagstelling 1.1 Probleemanalyse Op de simulator wordt zo realistisch mogelijk de situatie nagebootst die op een echt zeeschip zich zou voordoen. Dit houdt in dat voor elke cursist de omstandigheden nagenoeg gelijk zullen zijn tijdens dezelfde oefeningen. Dit zorgt ervoor dat wij vrij nauwkeurig het verschil tussen de kwaliteiten per cursist bekeken kunnen worden wanneer het aankomt op de communicatie. • • •
•
• •
Wat is het probleem? De communicatie tijdens de oefeningen op de simulator is onvoldoende of slecht. Wie heeft het probleem? De cursisten op het MSTC; de uiteindelijke professionals die in het beroepenveld aan het werk zullen gaan . Wanneer is het een probleem? Wanneer de communicatie niet effectief verloopt en dit gevolgen voor de veiligheid van de zeevarenden en zijn omgeving (het milieu) veroorzaakt. Waarom is het een probleem? Goede communicatievaardigheden zijn vereist voor een wacht-officier. Wanneer hier niet aan voldaan wordt kan dit grote gevolgen hebben voor de veiligheid van zeevarenden en zijn omgeving (het milieu). Waar doet het probleem zich voor? Op de brug simulator (360°); bij de uiteindelijke professionals die in het beroepenveld aan het werk zullen gaan. Hoe is het probleem ontstaan? Onvoldoende kennis van communicatie bij de cursisten die deelnemen aan de cursus op het MSTC.
Zoals hierboven duidelijk wordt is het probleem niet alleen van effect op de oefeningen van de simulator. Het doel van de simulator is om de toekomstig nautisch officieren voor te bereiden op hun werk. Het is daarom belangrijk dat de communicatie die aan boord gevoerd wordt geoefend kan worden tijdens deze cursus week. Het probleem van onvoldoende of slechte communicatie kan zich uiteindelijk uiten in slechte communicatieve vaardigheden wanneer deze personen aan het werk gaan bij een rederij. Het probleem wat op de simulator oefeningen heerst kan dus een direct gevolg hebben op de veiligheid van mens en milieu.
1-4
1.2 Probleemstelling Voor het volgen van de cursus aan het MSTC wordt van de cursist verwacht dat (bij aanvang van de oefening) deze beschikt over voldoende communicatieve vaardigheden. Zonder deze vaardigheden kan geen realistische communicatie gesimuleerd worden. Toch is de communicatie niet altijd voldoende tijdens de oefeningen.
1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen Het doel van dit onderzoek is meer inzicht verkrijgen in de verschillende oorzaken van gebrekkige communicatie tijdens de oefeningen op de brug-simulator zodat we aanbevelingen kunnen doen om de cursisten beter voor te bereiden op de minimaal vereiste communicatie tijdens de oefeningen en later in het beroepenveld. De onderzoeksvraag luidt:
Welke verbanden zijn er tussen de kennis betreffende communicatie van een cursist en zijn prestaties tijdens de simulator-oefeningen op het MSTC? Ter ondersteuning van ons onderzoek zullen we eerst twee deelvragen beantwoorden. Deze zijn: 1. Wat is goede communicatie en waarom is dit belangrijk? 2. Hoe wordt de cursist voorbereid op de communicatie tijdens de oefening?
1-5
2 Hypothese Het niet voldoen aan de eisen van de STCW-code betreffende de radiocommunicatie onder de cursisten aan het MSTC is een direct gevolg van een gebrek aan kennis en/of praktijkervaring.
3 Onderzoek opzet 3.1 Benadering Voordat we een oordeel kunnen vellen moet er bepaald worden wanneer iemand over voldoende of onvoldoende communicatieve vaardigheden beschikt. Dit doen we door aan de hand van de regelgeving de vereiste kwaliteiten van een nautisch officier op te zoeken. In het onderzoek willen wij onderscheid kunnen maken tussen verschillende oorzaken. Hier krijgen wij pas voldoende zicht op wanneer we ons verdiept hebben in hoe een officier geschoold wordt. Daarnaast kunnen nog andere factoren een rol spelen in de vaardigheid van een officier in opleiding; hoe zelfverzekerd of resoluut hij/zij is. Dit beperken wij echter tot de eventuele praktijkervaring van de persoon in kwestie omdat de eigenschappen van een persoon moeilijk te peilen zijn met behulp van enquêtering en dit daarnaast verder van ons vakgebied staat. Door middel van enquêtering willen wij het verband tussen de genoemde (eventuele) oorzaken en het presteren van de cursisten op de simulator aantonen. Omdat voor elke cursist de omstandigheden gelijk zijn zien we goed de verschillen in communicatieve vaardigheden van de cursisten. De wijze waarop er op de simulator gecommuniceerd wordt is te spiegelen aan de werkelijke situatie. Alles wat een cursist tot nu toe in zijn opleiding heeft geleerd wordt hier tegelijkertijd toegepast. Op deze manier leggen we een verband met het toekomstig presteren van de nautisch officier. We willen twee verschillende groepen cursisten ondervragen. Dit zal gebeuren over een tijdspanne van twee weken. Er zal een vragenlijst aan het begin van de cursus moeten worden ingevuld en een beoordeling door de instructeur betreft het verloop van de communicatie. Op de eerste vragenlijst zal worden gevraagd naar de opleiding van de cursist en dit willen wij achteraf kunnen vergelijken met de beoordeling van de instructeur. Hieruit moet de relatie tussen deze twee kunnen worden afgeleid in de laatste deelvraag. Het onderzoek zal bestaan uit een analyse van de data, een conclusie en uiteindelijk aanbevelingen aan de hand van de resultaten.
3-6
3.2 Enquêtering Voor de enquêtering hebben wij een vragenlijst en een beoordelingsformulier. De vragenlijst dient te worden ingevuld door de cursist voor aanvang van de oefening. Na de oefening is er voor de instructeur het beoordelingsformulier. Aangezien de lijsten toch al niet erg lang waren hebben we besloten om hier extra punten aan toe te voegen. Wij willen de cursist vragen of hij/zij het BVA heeft behaald en de instructeur naar zijn mening over de algemene handigheid van de cursist. Dit heeft niet meteen een duidelijk verband met ons onderzoek maar het zou achteraf wel een factor kunnen zijn die meetelt; wanneer een cursist niet voldoende kennis heeft over wat de uitwijkregels zijn wanneer hij met een schip in contact komt kan hij verkeerde conclusies trekken uit het gesprek met het andere schip. De algemene handigheid van de cursist met de communicatie apparatuur kan ook tot uiting komen in de communicatie. Wanneer de cursist niet in staat is om de marifoon goed te bedienen kan dit een afleiding zijn tijdens de communicatie of een reden om de apparatuur zo min mogelijk te gebruiken voor communicatie.
3.3 Vragenlijst Cursist Van de cursist willen wij de kwalificaties weten. Aan de hand van de prestaties op school en eventuele praktijkervaring kunnen wij conclusies trekken over de oorzaken van gebrekkige communicatie. Ten eerste vragen wij naar praktijkervaring. Wanneer een cursist al eens op een echt schip gebruikt heeft gemaakt van de communicatie mogelijkheden kan zich dat uiten in de oefening. Deze persoon zou niet per se goede resultaten moeten hebben behaald op school om een goede beoordeling van de instructeur te krijgen. Het is dus belangrijk om te weten of de cursist hierover beschikt. De overige vier vragen gaan over de scholing. We vragen naar het aantal gevolgde radiocommunicatie praktijklessen. Omdat dit per student nog wel uiteen kan lopen vonden wij dit ook een belangrijk punt voor ons onderzoek. Tijdens deze praktijklessen worden alle vaardigheden getest en aangescherpt. Het MARCOM A certificaat kan alleen behaald worden als er een vast aantal uren gevolgd zijn en een schriftelijke toets is behaald. Het behalen van het certificaat duidt erop dat de cursist enige kennis heeft over de werking van de communicatie apparatuur. Hetzelfde geldt voor de toetsen betreft het SMCP.
3-7
3.4 Beoordelingsformulier Instructeur Bij het maken van de beoordelingen is het voor het onderzoek van belang dat de beoordelingen niet te ver uiteen lopen vanwege de verschillende personen die deze invullen. De ene instructeur zal wat ‘softer’ zijn als de andere en dit kan leiden tot betere beoordelingen dan de cursist eigenlijk verdiend had. Om deze reden hebben we gekozen voor een vrij simpel punten systeem. We stellen elke keer een vraag aan de instructeur en daarop kan hij antwoorden met een cijfer van één tot vijf; hierin is een één ‘zeer slecht’ en een vijf ‘zeer goed’. Deze werkwijze hebben wij direct uit het boek ‘Onderzoek doen!’ van Tom Fischer en Mark Julsing overgenomen. Deze manier van werken wordt beschreven als één van de betrouwbaarste methodes om een gelijkwaardig resultaat te verkrijgen uit beoordelingen. Wij willen weten hoe de student in staat was om de reisvoorbereiding te maken. Een slechte reisvoorbereiding heeft als gevolg dat de informatie die nodig is wanneer bijvoorbeeld opgeroepen moet worden naar een walstation niet beschikbaar kan zijn. Daarnaast vragen wij de instructeur om het gebruik van het SMCP van de cursist te beoordelen. Met de vraag ‘Was de cursist duidelijk in wat hij bedoelde en begreep?’ willen we erachter komen of de cursist duidelijke communicatie voert. Dit kan wijzen op een gebrek aan kennis van het SMCP of het BVA. Na het volgen van voldoende radiocommunicatie praktijklessen verwachten we een resolute houding bij de cursist terug te zien. Dit is een houding die wordt aangeleerd tijdens deze lessen en die geboden is voor een nautisch officier. De algemene handigheid van een cursist betreffende de communicatieapparatuur heeft betrekking op het behalen van het MARCOM A certificaat (kennistoets). Bij vraag zes vragen we de instructeur om een rapportcijfer te geven voor de prestaties betreffende de communicatie van de cursist tijdens de oefening. Dit met als doel om eventuele variatie in de beoordelingen te kunnen uitvlakken. Als voorbeeld: wanneer een cursist een slechte beoordeling krijgt bij de eerste vijf vragen maar toch een voldoende (zes) scoort kunnen we de beoordelingen van de eerste vijf vragen iets omhoog halen en vice versa. Helemaal onderaan het formulier hebben we ruimte voor eventuele opmerkingen over de oefening.
3-8
4 Samenvatting Communicatie is een belangrijk deel van ons leven. Wanneer goede communicatie een groot positief effect kan hebben op verschillende taken uitgevoerd door meerdere personen geldt voor slechte communicatie dat deze ongewenste gevolgen kan hebben. Mensen kunnen elkaar verkeerd begrijpen wanneer er te nonchalant wordt gecommuniceerd of niet vakkundig. Dit kan leiden tot ernstige ongelukken of gevaarlijke situaties. In het Seafarers’ Training, Certifications and Watchkeeping (STCW) staat letterlijk dat de nautische officier moet beschikken over de vaardigheid om effectieve communicatie te voeren (IMO, 2010, STCW, p.35). Effectieve communicatie vindt plaats wanneer er geen onduidelijkheid is over wat er gecommuniceerd wordt, er geen onnodige zaken aangekaart worden en iedereen die met de operatie te maken heeft kan volgen wat er gezegd wordt. Om de taalbarrière te overbruggen wordt de Engelse taal gebruikt aan boord van schepen. Hiervoor wordt het Standard Marine Communication Phrases (SMCP) gehanteerd. Het SMCP beschikt over veel woorden en zinnen die standaard gebruikt dienen te worden wanneer er gecommuniceerd wordt tussen schepen onderling en tussen schepen en walstations. Op deze manier is er minder vaak onduidelijkheid over wat er bedoeld wordt tijdens de communicatie. Kennis van het SMCP is verplicht voor een nautisch officier die wacht loopt op de brug. Elke cursist aan het MSTC is op een bepaalde manier voorbereid op de communicatie aan boord. Tijdens de lessen betreffende MARCOM A zijn er verschillende onderdelen die de student wegwijs maken in het gebruik van de communicatieapparatuur. MARCOM A bestaat uit theorie en praktijk ervaring. In de theorie lessen worden de verschillende specificaties en eigenschappen van de apparatuur behandeld. Tijdens de praktijk lessen wordt er een daadwerkelijke situatie nagebootst. Op deze manier moet de student al zijn kennis toepassen om de procedures juist uit te voeren. Daarnaast wordt er les gegeven in het gebruik van het SMCP. Dit is een vereiste voor een nautisch officier en dus een belangrijk punt tijdens de oefeningen. Een student leert ook om een reisvoorbereiding te maken. Het maken van een reisvoorbereiding is een vereiste voor elke reis. Zonder een goedgekeurde reisvoorbereiding mag een schip in de praktijk zelfs niet uitvaren. In de reisvoorbereiding staat wanneer er gecommuniceerd moet worden en op welke kanalen dit moet gebeuren. Een slechte reisvoorbereiding kan onvoldoende communicatie tot gevolg hebben. Via de enquêtering zijn van 31 verschillende cursisten een vragenlijst en beoordelingsformulier ontvangen. Onder de respondenten is een redelijke variatie te zien. Vanwege het lage aantal respondenten kunnen we echter niet een betrouwbare conclusie trekken. Per vraag in combinatie met de bijbehorende kwalificatie(s) is het resultaat niet betrouwbaar vanwege het lage aantal respondenten per deelvraag. Het totaal van 31 respondenten geeft een betrouwbaarder resultaat. Uit de totale beoordeling tegen het aantal kwalificaties is een betrouwbaarder antwoord gekomen. Alle resultaten staan vanaf pagina 15 tot en met pagina 18. De belangrijkste is beoordelingsvraag zes; dit is de totale beoordeling tegen het aantal kwalificaties.
4-9
Minder dan 3
4.75
3
5.46
Meer dan 3
6.14 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Staafdiagram a Totale beoordeling / Kwalificaties
Dit resultaat is overkoepelend voor het gehele onderzoek. Hieruit blijkt dat de cursisten die beter gekwalificeerd waren ook beter zijn beoordeeld door de instructeurs. Hieruit volgt de directe conclusie dat een hoger aantal kwalificaties gelijk staat aan een betere score tijdens de oefening en dus het voeren van een betere communicatie. Alle kwalificaties maken deel uit van de eisen gesteld door het STCW aan een nautisch officier en daarmee wordt onze onderzoeksvraag beantwoord: Het beter gekwalificeerd zijn voor communicatie volgens het STCW heeft een direct verband met het presteren van een cursist betreft communicatie tijdens de MSTC oefeningen. Op een aantal punten kunnen we aanbevelingen doen. Het blijkt dat cursisten die gebreken in de algemene handigheid betreft de communicatieapparatuur vertonen, geen MARCOM A hebben gehaald en vaak ook geen praktijkervaring hebben. Het opdoen van praktijkervaring zou door scholen meer moeten worden aangemoedigd en er moet meer nadruk komen op het behalen van het MARCOM A certificaat zo vroeg mogelijk in de opleiding.
4-10
5 Wat is goede communicatie en waarom is dit belangrijk? Communicatie is een belangrijk deel van ons leven. Wanneer goede communicatie een groot positief effect kan hebben op verschillende taken uitgevoerd door meerdere personen geldt voor slechte communicatie dat deze ongewenste gevolgen kan hebben. Mensen kunnen elkaar verkeerd begrijpen wanneer er te nonchalant wordt gecommuniceerd of juist niet vakkundig. Dit kan leiden tot ernstige ongelukken of gevaarlijke situaties. In de wereld van de zeevaart geldt dit des te meer. Er wordt gevaren met grote hoeveelheden gevaarlijke ladingen die een enorme schade kunnen hebben op het milieu wanneer deze daarin terecht komt. Daarnaast brengt de zee zelf ook gevaren met zich mee. Wanneer er een aanvaring plaatsvindt en dit gebeurd midden op zee dan kunnen hulpdiensten lang op zich laten wachten. Het is dus erg belangrijk om dit te allen tijde te voorkomen. Uit de praktijk leert men dat bij ernstige ongelukken op zee vaak het probleem ligt bij de personen die de schepen bestuurden. Het aantal ongelukken dat gevolg is van een ontwerpfout of mechanisch falen ligt veel lager. Op het gebied van communicatie valt dus nog veel te behalen. Het gebrek aan communicatie kan bijvoorbeeld op de brug zelf plaatsvinden. Vaak wordt er onderling tussen de kapitein en zijn bemanning niet goed gecommuniceerd. Dit ligt aan de culturele verschillen tussen deze mensen. De taalbarrière speelt vaak ook een rol. Aan boord kan er bijvoorbeeld onderling in de moedertaal gesproken worden. Zo wordt vergeten om een ander persoon in te lichten die wel degelijk aandeel in de operatie heeft. Dit geldt net zo voor de verhouding tussen kapitein en loods. Wanneer de communicatie tussen deze twee personen gebrekkig verloopt kunnen er bijvoorbeeld verschillende ideeën tegelijkertijd uitgevoerd worden betreffende het aanmeren van een schip. Het volgende incident is hier een goed voorbeeld van: ‘Tanker mooring accident’ ‘A 56,000 GT Bahamian flag tanker was berthing at an oil terminal in the UK when a mooring line parted and struck the crew of a mooring boat causing serious injuries. The pilot had intended to run the breast line ashore but not to make it fast until the ship was alongside and had believed that the master had understood his intention. The master thought however that the line should be heaved tight and instructed the mate on the forecastle accordingly. Because all verbal communications between the master and crew were in Korean, a language he did not understand, the pilot did not know that his intentions had been mistaken until the accident occurred. The accident was caused because of the breakdown of communications between the pilot and the ship’s master.’ (Istanbul Technical University, 2002, p. 2). Als de loods de kapitein door de portofoon heen had horen zeggen wat hij van plan was met het schip, dan had hij kunnen waarschuwen dat er anders gehandeld moest worden of had hij zelf zich kunnen aanpassen op de manier van werken door de bemanning. Door Engels te spreken tijdens het aanmeren hadden ernstige ongelukken voorkomen kunnen worden.
5-11
Naast onduidelijke communicatie kan gebrekkige communicatie eveneens dezelfde effecten hebben. In Engeland werd de zin ‘Careless talk cost lives’ vaak gescandeerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit is in zekere zin ook toepasbaar in de maritieme wereld. Wanneer er uit gemakzucht slecht of niet gecommuniceerd wordt kunnen eveneens verschillende personen verschillende opdrachten uitvoeren. Het is uiterst belangrijk om tijdens het communiceren van opdrachten elkaar goed te begrijpen door elkaar bijvoorbeeld te herhalen en zeker te weten dat je iemand anders goed verstaan en begrepen hebt. In het volgende incident komt dit goed naar voren: ‘Bulk carrier grounding’ ‘A 36,000 gt Panama flag bulk carrier was leaving port under pilotage when it ran aground. The pilot was conning the vessel and giving instructions to the helmsman but his attention was distracted and he failed to properly monitor the actions of the helmsman. The result was that he failed to hear the helmsman’s replies and the ship swung out of the channel and aground. The accident was caused because of the poor communications between the helmsman and pilot.’ (Istanbul Technical University, 2002, p. 2). Deze incidenten worden in de International Convention on Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers (STCW) beschreven als Bridge Resource Management. Onderstaande tekst uit het STCW laat zien wat de eisen zijn die gesteld worden aan een nautisch officier die wacht loopt op de brug.
Afbeelding 1 IMO, 2010, STCW, p.35
Hierin staat letterlijk dat de nautische officier moet beschikken over de vaardigheid om effectieve communicatie te voeren. Effectieve communicatie vindt plaats wanneer er geen onduidelijkheid is over wat er gecommuniceerd wordt, er geen onnodige zaken aangekaart worden en iedereen die met de operatie te maken heeft kan volgen wat er gezegd wordt. Communicatieve kwaliteiten
5-12
bestaan ook uit het goed ontvangen van informatie. Dit zal deels liggen aan de persoon die communiceert maar er ligt ook een deel bij de persoon die de informatie ontvangt. Hij zal goed op de hoogte moeten zijn van wat er mogelijk is en wat er bedoeld kan worden. Bijvoorbeeld wanneer schip-schip communicatie plaatsvindt over een gevaar voor aanvaring wat tussen beide schepen heerst, moet de persoon die de marifoon uitluistert ook op de hoogte zijn van het BVA. Op deze manier kan hij een idee hebben van wat er voorgesteld zal worden om de aanvaring te voorkomen. Een andere vaardigheid die geboden is betreffende communicatie aan boord van schepen is wat er beschreven staat in de laatste column. Effectief leiderschap kan als effect hebben dat iemand resoluut communiceert. Beslissingen moeten op tijd genomen worden en helder zijn. Beschikken over goede communicatieve vaardigheden is een kenmerk van goed leiderschap. Eerder besproken was het belang van de Engelse taal bij het communiceren met personen die niet dezelfde taal spreken. Het SMCP is geschreven door de IMO om de communicatie te verbeteren tussen zeelui onderling en zeelui met de wal. Toen op veel schepen de bemanning niet meer enkel uit mensen van één land bestonden maar van meerdere landen wereldwijd kon er niet meer enkel de nationale taal aan boord worden gesproken. Hierdoor is er gekozen voor een taal die iedereen moest kennen, namelijk Engels. Maar nog steeds is dat niet voldoende. Omdat binnen de Engelse taal veel woorden voor verschillende dingen gebruikt worden en ook veel mensen zaken anders zullen verwoorden werd er gekozen om het SMCP op te stellen. Het SMCP beschikt over veel woorden en zinnen die standaard gebruikt dienen te worden wanneer er gecommuniceerd wordt tussen schepen en tussen schepen en een walstation. Op deze manier is er minder vaak onduidelijkheid over wat er bedoeld wordt tijdens de communicatie. Kennis van het SMCP is verplicht voor een nautisch officier die wacht loopt op de brug. Dit staat beschreven in het STCW.
Afbeelding 2 IMO, 2010, STCW, p.40
5-13
Goede communicatie is dus noodzakelijk aan boord van schepen. Communicatie gebeurt op vele manieren maar de voornaamste is overduidelijk door spraak. Het is belangrijk dat er effectief wordt gecommuniceerd tijdens situaties als het navigeren van het schip maar ook tijdens operaties aan boord. Om er zeker van te zijn dat communicatie aan boord goed verloopt, moet iedereen beschikken over minimum competenties wanneer zij aan boord stappen. Wanneer dit niet zo is kan het grote gevolgen hebben.
5-14
6 Hoe wordt een cursist voorbereid op de communicatie tijdens de oefening? De cursisten die tijdens de MSTC week de simulator oefeningen uitvoeren zijn allen studenten van zeevaartscholen. Ze volgen MBO of HBO niveau. Het volbrengen van deze week levert 30 vaardagen op die in het monsterboekje worden geschreven. Hoe wordt een cursist voorbereid op deze week? Er zijn verschillende factoren die hierbij aan kunnen bijdragen: • • • • •
Marcom theorie lessen Marcom praktijk lessen SMCP Praktijkervaring Reisvoorbereiding (specifiek voor de oefening)
6.1 Marcom theorie lessen 6.1.1
Onderdelen
De MARCOM theorie lessen worden op elke zeevaartschool in Nederland gegeven. Voor de vaarbevoegdheid is namelijk een MARCOM A certificaat nodig. De theorie lessen zijn vrij breed. Er wordt namelijk aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:
-
6-15
Wat is GMDSS Techniek VHF, MF/HF en DSC Inmersat EPIRB, SART en Navtex Documenten en boekwerken Distress Alerting, nood-, spoed en veiligheidsverkeer en SAR Kostenberekening Electrotechniek
6.1.2
Welke van deze onderdelen hebben direct aanleiding tot het verbeteren van radiocommunicatie tijdens de MSTC simulatoroefeningen?
Niet elk onderdeel zal een merkbare verbetering van de praktische radiocommunicatie opleveren maar welke onderdelen wel? Bij techniek wordt gesproken over propagatie van verbindingen. Tijdens een oefening zou het voor kunnen komen dat een ander schip of walstation ineens niet te bereiken is doordat de onderlinge afstand te groot is of de propagatie wordt beperkt. Als de student kennis heeft van de zendtechniek en propagatie kan deze besluiten op een andere manier contact te leggen met een andere gepaste installatie. Bij het onderdeel VHF, MF/HF en DSC wordt de werking, bediening en de controle van deze installaties behandeld. Hierdoor zal de student wegwijs worden in de omgang met de apparatuur en zou dus zonder problemen de VHF, MF/HF en DSC moeten kunnen bedienen tijdens de MSTC cursus. Het onderwerp documenten en boekwerken is erg nuttig tijdens de voorbereiding. Wanneer de student goed op de hoogte is in welk boek hij welke informatie kan vinden dan zal hierdoor de voorbereiding soepelere verlopen en is de juiste informatie beschikbaar tijdens de oefening. Het onderdeel ‘Distress Alerting, nood-, spoed en veiligheidsverkeer en SAR’ zorgt ervoor dat de student kennis heeft hoe hij moet reageren op een van deze berichten en hoe er gehandeld moet worden. Uiteraard gaat het hierbij ook om het zelf versturen van een van deze berichten. Dit zijn de 4 belangrijkste onderwerpen van de Marcom theorie die mogelijk de student helpen bij het gebruiken en communiceren tijdens de MSTC simulator oefeningen. De student zal op de enquête invullen of hij in bezit is van het Marcom certificaat. Wij kunnen dan later beoordelen of het wel of niet hebben van dit certificaat invloed heeft op de uitvoering van de oefening.
6-16
6.1.3
Marcom praktijk lessen
Om het Marcom A certificaat te behalen moet ook het praktische onderdeel worden voldaan. Dit betekend dat de studenten tijdens deze lessen in een gesimuleerde omgeving communicatie procedures moeten uitvoeren. Vaak wordt dit met meerdere studenten gedaan zodat elke student een schip vertegenwoordigd. Hierbij moet de student aan de volgende eigenschappen voldoen: SMCP, goed gebruik van de communicatie apparatuur, afstellen van de apparatuur voor optimaal gebruik, gebruik van de goede kanalen en het communiceren volgens de voorgeschreven procedures. De studenten worden elke keer in een situatie gebracht waarmee ze met andere schepen moeten communiceren. Dit kan bijvoorbeeld een distress alert zijn van een ander schip door middel van een DSC call en een oproep op kanaal 16. De andere studenten dienen dan volgens de voorgeschreven procedures te reageren. In dit onderdeel wordt ook examen gedaan. Dit gaat volgens dezelfde opstelling als tijdens de oefenlessen. Er wordt dan gekeken of de student de apparatuur juist gebruikt, duidelijke taal aanhoudt (SMCP) en de goede procedures volgt. Wanneer zowel dit onderdeel als het theoretische deel zijn behaald ontvangt de student zijn MARCOM A certificaat.
6-17
6.2 SMCP SMCP staat voor IMO's Standard Marine Communication Phrases. Dit is een lijst met korte, eenvoudige standaard zinnen in de versimpelde Engelse taal. Het SMCP is ontwikkeld door de IMO (International Maritime Organisation). Het SMCP is in 1978 opgenomen in sectie A-II/I van het International Convention on Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers (STCW). Het is een vereiste voor alle officieren die wachtlopen op schepen van 500 gross tonnage of meer. Het SMCP is ontwikkeld om een aantal redenen, namelijk: -
Het is een hulpmiddel om de veiligheid van een schip en de bemanning te vergroten. Het is een hulpmiddel om een taal te standaardiseren voor de communicatie voor de navigatie op zee, in havens en aan boord met internationale bemanning.
De theorie lessen voor Maritime English worden op elke zeevaartschool in Nederland gegeven en getoetst. Voor de vaarbevoegdheid (STCW) is het namelijk een vereiste om te beschikken over een goede kennis betreft SMCP. De student moet duidelijk communiceren tijdens de MSTC simulator oefeningen, en er wordt dus ook gelet op het gebruik van SMCP. De student zal op de enquête invullen of hij de SMCP-lessen op zijn school heeft behaald. Wij kunnen dan later beoordelen of het wel of niet behalen van de SMCP-lessen invloed heeft op de uitvoering van de oefening.
6.3 Praktijkervaring Het kan natuurlijk zo zijn dat een student die deel neemt aan de MSTC simulator oefeningen al praktijkervaring heeft betreft de communicatie aan boord van een schip. Deze praktijkervaring kan zijn ontstaan door bijvoorbeeld een stage of vakantiewerk aan boord van een schip te hebben gedaan. Daarnaast zijn ook sommige cursisten al MBO geschoold. In dit geval zullen zij enige praktijkervaring opgedaan hebben met betrekking tot de gang van zaken met radiocommunicatie. Wanneer iemand weet hoe er normaliter gesproken wordt kan dit ervoor zorgen die de cursist zich zekerder van zijn zaak voelt en dit tot uiting komt in het gesprek met een VTS of een ander schip. Ook is het mogelijk dat er familie/vrienden werkzaam zijn aan boord van een schip en dat er op deze manier al eens kennis is gemaakt met het gebruik van communicatiemiddelen. Tijdens de reis zullen er op verschillende momenten gebruik moeten worden gemaakt van de VHF radio. Dit kan zijn in verband met direct gevaar voor aanvaring of ter communicatie met een kuststation.
6-18
6.4 Reisvoorbereiding Voor die laatste is er enige kennis vereist over wat er verwacht wordt van het schip. De kuststations houden voorbijgaand verkeer in de gaten en doen aanbevelingen of directe bevelen om de doorstroom van al het scheepverkeer te bevorderen. Dit kan zijn in een situatie waarin er gevaar voor aanvaring dreigt maar ook met betrekking tot de logistieke planning binnen een haven of platform. Hiervoor is veelal enige informatie benodigd. Vroeger werd dit allemaal via de Very High Frequency (VHF) gedaan omdat er verder alleen een radarecho en driehoeksmeting van het VHF signaal beschikbaar was op het station. Tegenwoordig maken we gebruik van de Automatic Indentification Signal (AIS). Via de AIS is er al veel informatie beschikbaar zonder nog enig contact te hebben gehad via een VHF. Vaak is deze informatie nog niet voldoende voor een kuststation of willen ze gewoonweg andere informatie verzamelen of vaststellen dat er communicatie mogelijk is. Voor de logistieke planning om en nabij een haven is andere informatie nodig. Hierbij moet men denken aan afspraken maken voor beloodsing, het bestellen van sleepboten en het toewijzen van de verschillende aanlegplaatsen in de haven. Een Vessel Traffic Service (VTS) opereert op een specifiek VHF kanaal. Deze informatie staat vaak in de kaart en is daarnaast op te zoeken in het Admiralty List of Radio Signal (ALRS) volume 6 (Nautical Publication 286). Op de volgende afbeelding is te zien hoe deze informatie wordt weergegeven.
Afbeelding 3 ALRS, 2011, volume 6, p.217
6-19
Afbeelding 4 ALRS, 2011, volume 6, p.301
Deze informatie dient van te voren opgezocht te zijn en genoteerd in de reisvoorbereiding. Wanneer de voorbereiding slecht of niet volledig is kan dit voor problemen zorgen tijdens de reis. Dit zal zich hoogstwaarschijnlijk uiten in een slecht verloop van de communicatie omdat er tussentijds informatie opgezocht moet worden. Vaak ziet men dat wanneer de start van een gesprek als ongemakkelijk word ervaren het verdere gesprek ook lastiger zal verlopen omdat de cursist zich niet zeker van zijn zaak acht.
6-20
7 Resultaten 7.1 Respons Via de enquêtering zijn van 31 verschillende cursisten een vragenlijst en beoordelingsformulier ontvangen. De cursisten kwamen van twee verschillende opleidingen. Van opleiding nummer één hebben wij 14 enquêtes ontvangen en van opleiding nummer twee 17 enquêtes. Van de 31 enquêtes hebben we er één niet bruikbaar bevonden en deze dus niet meegenomen in het onderzoek. Dit omdat de vragenlijst ingevuld was met op alle vragen een ‘Ja’ en het aantal uren praktijklessen ‘Meer dan 16 uur’. Dit terwijl zijn klasgenoten deze uren niet haalden. Omdat daarbij de beoordeling erg negatief was leek ons het vrij onwaarschijnlijk dat de enquête naar waarheid is ingevuld. Onder de respondenten is een redelijke variatie te zien. Vanwege het lage aantal respondenten kunnen we echter niet een betrouwbare conclusie trekken. Wel is te zien dat wanneer we een totaalverband zoeken tussen het aantal kwalificaties en de behaalde resultaten er een kloppend resultaat uit lijkt te komen. Kort gezegd, per vraag in combinatie met de bijbehorende kwalificatie(s) is het resultaat niet betrouwbaar vanwege het lage aantal respondenten per deelvraag. Het totaal van 31 respondenten geeft een betrouwbaarder resultaat.
7.2 Uitkomsten onderzoek De uitkomsten zullen worden behandeld in de volgorde van de beoordelingen op het beoordelingsformulier (bijlage 2). Voor elke beoordelingsvraag zijn er bijbehorende vragen op de vragenlijst. Deze verbanden zullen voor de bijbehorende resultaten gelegd worden en daarna uitgelegd hoe de doelgroep verdeeld word over de resultaten. Per antwoord hebben we de gemiddelde score berekend en dit vertaald naar een rapportcijfer waarbij een zes als voldoende score wordt beschouwd.
7-21
7.2.1 ‘Was de cursist in staat om een complete reisvoorbereiding te maken?’ Bij het maken van een goede reisvoorbereiding betreffende communicatie is het voor een cursist een uitkomst om verstand te hebben van de verschillende radiocommunicatie boekwerken van Admiralty. Deze informatie is vaak vrij beknopt weergegeven en het is gemakkelijk om, wanneer de cursist niet over voldoende kennis beschikt, de kanalen door elkaar te halen. De vraag die een verband heeft met deze beoordelingsvraag is vraag nummer drie; ‘Heb je het MARCOM A certificaat behaald?’. We hebben tegen elkaar uitgezet de respondenten die op vraag nummer drie ‘Ja’ of ‘Nee’ geantwoord hebben.
Nee
5.58
Ja
5.34 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Staafdiagram 2 Reisvoorbereiding / MARCOM
Het verschil bedraagt (-)0,24 punten. Deze eerste vraag geeft dus een raar beeld. De resultaten scheppen een beeld dat wanneer iemand geen MARCOM A certificaat heeft hij beter in staat is om een reisvoorbereiding te maken.
7.2.2
‘Hoe was de toepassing van het SMCP te merken in de communicatie van de cursist?’ Het in staat zijn om zinnen en woorden uit het SMCP te gebruiken tijdens de communicatie heeft een direct verband met het behalen van het SMCP tijdens de opleiding van de cursist. De tweede beoordelingsvraag heeft dus een verband met de vierde vraag op de vragenlijst; ‘Heb je je toetsen betreft het SMCP (Maritime English) behaald?’. Deze resultaten zijn wederom uitgezet met de respondenten die ‘Ja’ of ‘Nee’ hebben geantwoord.
Nee
5.5
Ja
5.62 1
2
3
Staafdiagram 3 SMCP / SMCP
Het verschil bedraagt 0,12 punten.
7-22
4
5
6
7
8
9
10
7.2.3 ‘Was de cursist duidelijk in wat hij bedoelde en begreep?’ Effectieve communicatie kenmerkt zich door precies genoeg te zeggen om een ander te laten begrijpen wat er bedoeld wordt. Het SMCP is hiervoor ontwikkeld. Veel begrippen en zinnen beschreven in het SMCP zijn specifiek voor de zeevaart bedoeld. Wanneer iemand dus geen verstand van het gebruik van het SMCP heeft wordt het moeilijk om effectieve communicatie te voeren. Dit geldt ook voor het BVA. Vanuit het BVA zijn er begrippen die ook specifiek voor de zeevaart gebruikt worden en een directe betrekking hebben op de uitwijkregels beschreven in het BVA. Sommige manieren van uitwijken kunnen raar over komen op iemand die geen kennis van het BVA heeft en hierdoor zal diegene niet direct begrijpen wat er bedoeld wordt. Dit is van toepassing op beide uiteinden van de communicatie. De derde beoordelingsvraag heeft dus betrekking op de vierde en vijfde vraag op de vragenlijst; ‘Heb je je toetsen betreft het SMCP (Maritime English) behaald?’, ‘Heb je je toetsen betreft het BVA behaald?’. Voor een goede verdeling van het aantal respondenten hebben we de resultaten verdeeld tussen de cursisten die op beide vragen ‘Ja’ hebben geantwoord en de cursisten die dit slechts eenmaal hebben gedaan.
1x Ja
5.5
2x Ja
5.78 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Staafdiagram 4 Bedoelen en begrijpen / SMCP en BVA
Het verschil bedraagt 0,28 punten. 7.2.4 ‘Beschikt de cursist over een resolute houding?’ Een resolute houding komt voort uit het oefenen van radiocommunicatie. Tijdens de praktijklessen bij MARCOM hoort het aanleren hiervan. Het verband tussen deze beoordelingsvraag wordt gelegd met de tweede vraag op de vragenlijst; ‘Heb je op jouw opleiding radiocommunicatie praktijklessen gevolgd en zo ja, hoeveel uren heb je dit (ongeveer) gedaan?’. Voor een goede verdeling van de respondenten hebben we een verdeling gemaakt tussen de cursisten die meer dan vijf uur praktijklessen hebben gevolgd en de cursisten die minder dan vijf uur hebben gevolgd.
Minder dan 5 uur
6.34
Meer dan 5 uur
5.68 1
2
3
4
Staafdiagram 5 Resolute houding / MARCOM praktijklessen
Het verschil bedraagt (-)0,66 punten.
7-23
5
6
7
8
9
10
Bij deze beoordelingsvraag is er wederom een negatief verschil. Dit kan duiden op een foutief verband of op de onbetrouwbaarheid van deze resultaten door het lage respondenten aantal. 7.2.5
‘Hoe was de algemene handigheid van de cursist betreft de communicatieapparatuur?’ Onder algemene handigheid verstaan wij het kunnen werken met de communicatieapparatuur. Het hier goed mee overweg kunnen kan de communicatie ten goede komen. Wanneer iemand handig is met de bediening houdt dit automatisch in dat hij kennis heeft van de apparatuur. Hiermee leggen we een verband tussen de algemene kennis en kunde betreffende de apparatuur. Het verband met de vragenlijst zijn hier vraag één en vraag drie; ‘Heb je wel eens praktijkervaring opgedaan op een zee/binnenvaartschip en zo ja, heb je toen gebruik gemaakt van de VHF om met een ander schip of walstation te communiceren?’, ‘Heb je het MARCOM A certificaat behaald?’. Tijdens het varen op een schip en hier gebruik maken van de apparatuur wordt men handiger door ervaring. De kennistoets en praktijklessen van het MARCOM A certificaat zijn bedoeld om de cursist handiger te maken in de omgang met deze apparatuur en heeft dus een direct verband met de beoordelingsvraag. De verdeling van de respondenten zijn gemaakt als ‘1x Nee’ en ‘2x Nee’. Dit gaf de beste verdeling van het aantal cursisten.
2x Nee
5.42
1x Nee
6.48 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Staafdiagram 6 Algemene handigheid / Praktijkervaring en MARCOM A Certificaat
Het verschil bedraagt 1,06 punten. 7.2.6
‘Als u een rapportcijfer zou moeten geven over de communicatieve vaardigheden van de cursist, wat zou dat dan zijn?’ Het vergelijken van de kwalificaties van de cursist en het uiteindelijke rapportcijfer hebben we gedaan door alle vragen ingevuld met een ‘Ja’ als één punt te beschouwen (voor vraag twee geldt ‘Meer dan vijf uur’ als één punt). De respondenten zijn onderverdeeld in de groepen ‘Minder dan 3’, ‘3’ en ‘Meer dan 3’.
Minder dan 3
4.75
3
5.46
Meer dan 3
6.14 1
2
3
Staafdiagram 7 Rapportcijfer / Alle kwalificaties
7-24
4
5
6
7
8
9
10
8 Conclusie Om een goede conclusie te kunnen trekken wordt de centrale vraag beantwoordt, de deelvragen zijn beantwoord in hoofdstuk 5 & 6 met als doel het ondersteunen van de centrale vraag. De centrale vraag luidt: Welke verbanden zijn er tussen de kennis betreffende communicatie van een cursist en zijn prestaties tijdens de simulator-oefeningen op het MSTC? Uit het onderzoek is voort gekomen dat er een direct verband is tussen de kennis betreft de communicatie van een cursist en zijn prestaties tijdens de simulator-oefening op het MSTC. Uit staafdiagram 6: rapportcijfer / alle kwalificaties valt op te maken dat de cursisten die over meer dan 3 communicatieve vaardigheden beschikken een gemiddeld hoger cijfer behalen dan de cursisten die beschikken over 3 óf minder communicatieve vaardigheden. We hebben inzicht kunnen krijgen in het ontbreken van verschillende communicatieve vaardigheden waardoor gebrekkige communicatie tijdens de oefeningen op de brug-simulator tot stand komt. De vraag: “Hoe was de algemene handigheid van de cursist betreft de communicatieapparatuur?” levert het hoogst gemiddelde cijfer op van de beoordelingsvragen. Dit komt omdat er een direct verband is tussen het behalen van de praktijklessen en theorie lessen van MARCOM-A en de algemene handigheid betreft de communicatieapparatuur. Ook de resultaten op de vragen: “Hoe was de toepassing van het SMCP te merken in de communicatie van de cursist?” & “Was de cursist duidelijk in wat hij bedoelde en begreep?” leiden tot een positieve score, daarmee is er dus een direct verband tussen de prestatie van de cursist in de simulator-oefening en zijn huidige kennis. Het is dus een pre om te voldoen aan de eisen van de STCW-code betreft de communicatie om goed te kunnen presteren tijdens de simulator-oefeningen in het MSTC. Hiermee worden onze verwachtingen ook bevestigd namelijk: “Het niet voldoen aan de eisen van de STCW-code betreffende de radiocommunicatie onder de cursisten aan het MSTC is een direct gevolg van een gebrek aan kennis en/of praktijkervaring” Hoewel er een laag aantal respondenten is, namelijk 31, kunnen we toch een juiste conclusie trekken. Deze conclusie kunnen we trekken omdat de uitkomst overeen komt met onze verwachtingen en de bijbehorende theorie.
9-25
9 Aanbevelingen Uit het onderzoek komt naar voren dat cursisten met meerdere communicatieve vaardigheden ook beter presteert tijdens de oefeningen op het MSTC. Op het MSTC wordt een ware brug situatie nagebootst zoals deze aan boord kan worden aangetroffen. Hierdoor is de uitslag dus ook te weerspiegelen op de werkelijkheid. Zeevaartschool opleidingen zouden hier op in kunnen spelen om het niveau van een afgestudeerde student op dit vlak zo hoog mogelijk te krijgen, of in ieder geval dat ze aan de normen van het STCW voldoen. Op de drie punten die de meest positieve resultaten geven in onze enquête, zie conclusie, kan het beste worden ingespeeld door de zeevaartschool opleidingen. Om deze punten te verbeteren zouden we zeevaartscholen aanbevelen meer realistische communicatie situaties te oefenen. Dit kunnen alledaagse situaties zijn waarbij de student als wachtlopend officier een ander schip of walinstantie op moet roepen. Dit kan op verschillende kanalen zijn met verschillende apparatuur. In het gesprek dient dan de benodigde informatie op de voorgeschreven manier uitgewisseld te worden. Als dit in meerdere situaties wordt geoefend dan krijgt de student meer ervaring met de apparatuur en manier van communicatie. Hierdoor zal het zelfvertrouwen stijgen en de drempel om contact op te nemen met een ander station lager zijn. Ook zouden de scholen studenten meer kunnen aanmoedigen om praktijkervaring op te doen in de vakanties. Het blijkt dat studenten die ervaring op gedaan hebben beter scoren op de algemene handigheid. Dit heeft ook een verband met de MARCOM A kennistoets. Er moet meer nadruk gelegd worden op dit examen en er zou zo vroeg mogelijk in de opleiding mee moeten worden begonnen. Eventueel zou er nog een herhaling van deze stof kunnen worden gedaan later in de opleiding. Het analyseren van opgenomen berichten zal ook meer inzicht geven in de manier van communicatie. Van de opgenomen gesprekken kan bekeken worden wie welk station oproept en waarom de betreffende apparatuur en kanalen worden gekozen. Zo krijgt de student een beter beeld van de werkelijke gang van zaken. Dit kan de algemene handigheid van de student verbeteren doordat hij voorbeelden heeft gehoord uit een werkelijke situatie. Over de andere uitkomsten van de enquête is het moeilijk om aanbevelingen te doen. De verschillen in de uitslagen zijn zo klein dat het niet mogelijk is een duidelijke oorzaak aan te geven. Zeker bij de ‘negatieve’ uitslagen is de oorzaak niet duidelijk.
9-26
10 Afkortingenlijst
10-27
AIS
Automatic Identification System
ALRS
Admiralty List of Radio Signals
BVA
Internationale Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaring op zee
DSC
Digital Selective Calling
EPIRB
Emergency Position-Indicating Radio Beacon
GMDSS
Global Maritime Distress and Safety System
GT
Gross Tonnage
IMO
International Maritime Organization
MARCOM-A
Algemeen Certificaat Maritieme Radiocommunicatie
MF/HF
Medium Frequency/High Frequency
MSTC
Maritiem Simulator Training Centrum
SART
Search And Rescue Transponder
SMCP
Standard Marine Communication Phrases
STCW
International Convention on Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers
VHF
Very High Frequency (marifoon)
VTS
Vessel Traffic Service
11 Bijlage 1, Vragenlijst Cursist
Vragenlijst Cursist Vragenlijst voor de cursist die in de volgende oefening de communicatie gaat voorzien. Gelieve de datum in te vullen:
/
/2014
1. Praktijkervaring a. Heb je wel eens praktijkervaring opgedaan op een zee/binnenvaartschip? ⃝ Ja ⃝ Nee b. Zo ja, heb je toen gebruik gemaakt van de VHF om met een ander schip of walstation te communiceren? ⃝ Ja ⃝ Nee 2. Scholing a. Heb je op jouw opleiding radiocommunicatie praktijklessen gevolgd? ⃝ Ja ⃝ Nee b. Zo ja, hoeveel uren heb je dit (ongeveer) gedaan? ⃝ 1-5 uren ⃝ 6-10 uren ⃝ 11-15 uren ⃝ 16 of meer uren 3. Heb je het MARCOM A certificaat behaald? ⃝ Ja ⃝ Nee 4. Heb je je toetsen betreft het SMCP (Maritime English) behaald? ⃝ Ja ⃝ Nee
11-28
5. Heb je je toetsen betreft het BVA behaald? ⃝ Ja ⃝ Nee Bedankt voor je deelname en succes met de oefening!
11-29
12 Bijlage 2, Beoordelingsformulier Instructeur
Beoordelingsformulier instructeur Beoordeling van de cursist die de vragenlijst heeft in gevuld en de communicatie verzorgd tijdens de simulator oefening. De beoordelingen kunnen worden gegeven aan de hand van een cijfer tussen de één en de vijf. Omcirkel telkens slechts één cijfer. De cijfers staan voor het volgende: 12345-
Zeer slecht Slecht Gemiddeld Goed Zeer goed
1. Was de cursist in staat om een complete reisvoorbereiding te maken? 1
2
3
4
5
2. Hoe was de toepassing van het SMCP te merken in de communicatie van de cursist? 1
2
3
4
5
3. Was de cursist duidelijk in wat hij bedoelde en begreep? 1
2
3
4
5
4. Beschikt de cursist over een resolute houding? 1
2
3
4
5
5. Hoe was de algemene handigheid van de cursist betreft de communicatieapparatuur? 1
2
3
4
5
6. Als u een rapportcijfer zou moeten geven over de communicatieve vaardigheden van de cursist, wat zou dat dan zijn? _____
12-30
7. Als u nog verdere opmerkingen heeft kunt u die hieronder invullen. ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Bedankt voor uw deelname!
13 Bijlage 3, Data Enquêtering Zie volgende bladzijde.
13-31
Vragenlijst Cursist 1a 1b y n n n n n y n n n n n y y y n n n y n y n y n n n y y y n n n y y n n n n n n y y n n n n y n n n n n n n y y y y y n y n
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
2a y y y y n n y y n n n n n y y y y y y y y y y y y y y y y y n
2b 1 2 2 1
2 4
4 2 1 2 2 4 4 2 2 4 4 2 4 4 4 4 1
3 y y y y y n n y y y n n y y y n y n n n n n n n n n n n n n n
4 y y y y y y y y y y y y y y y y y y n y y y y n y y y y y n y
5 y y y y y y y y y y y y y y y y y y y y n y y y y y y y y y y
Aantal 3 vier 4 3 3 2 4 4 3 3 2 2 3 4 2 5 3 2 3 3 3 3 2 3 3 3 4 4 1 2
Beoordeling Instructeur 1 2 4 3 3 4 4 4 2 3 2 3 1 2 3 4 2 3 3 3 2 2 3 2 2 2 3 2 2 2 3 4 3 3 2 3 4 2 3 3 3 3 2 3 2 3 2 2 3 1 4 4 4 3 3 2 2 2 3 3 4 3 2 4
3 3 4 3 4 4 3 4 2 3 3 2 2 2 3 3 4 2 3 4 3 2 2 2 3 4 3 2 2 2 2 4
4 3 3 3 4 3 4 4 4 4 3 3 2 2 4 3 3 3 2 4 2 1 1 2 4 4 4 1 2 3 3 4
5 4 3 4 3 3 2 4 3 4 3 3 2 3 3 4 2 3 3 3 3 2 4 2 2 4 4 2 3 4 3 3
6 6 6 7 6 6 4 7 6 6 5 4 5 5 5 6 5 5 5,5 5 5 4 5 4 4 7 7 5 5 6 5 6
14 Bijlage 4, Literatuurlijst Bron (boek/website/auteur/uitgave/etc.) Istanbul Technical University, 2002, International Seminar on Maritime English. IMO, 2000, IMO STANDARD MARINE COMMUNICATION PHRASES (SMCP)
Omschrijving (pagina/hfst/alinea’s/etc) P. 2, 3
IMO, 2010, Seafarers’ Training, Certification and Watchkeeping (STCW) Code
P. 35, 40
MARCOM-A, 2011, Schrijverscollectief Marcom docenten NML
Inhoudsopgave
IMO, 2010, Seafarers’ Training, Certification and Watchkeeping (STCW) Code
chapter IV
ALRS, 2011, volume 6
p. 217, 301
33
P. 10, 11
15 Bijlage 5, Logboek Datum 24-03-2014
Activiteit Overleg Meijvogel onderzoeksonderwerp
Deelnemers Erik, Ferdy, Thom
25-03-2014
Opstarten onderzoeksplan, besloten eerst informatie op te vragen bij het MSTC over de huidige capaciteiten van de simulatoren.
Erik, Ferdy, Thom
28-02-2014 04-03-2014
21-04-2014 23-04-2014 24-04-2014 30-04-2014 14-05-2014 15-05-2014 15-05-2014 19-05-2014 19-05-2014 20-05-2014 20-05-2014 21-05-2014 22-05-2014 22-05-2014 23-05-2014 24-05-2014 25-05-2014 26-05-2014 27-05-2014 05-06-2014 07-06-2014 10-06-2014 12-06-2014 16-06-2014
34
Literatuurlijst en logboek aangemaakt. Gesprekje met Pim Werner over ons onderzoek en of we dit in samenwerking met het MSTC kunnen doen. We worden uitgenodigd eens mee te kijken tijdens een DP cursus Morgen gaan we meekijken tijdens een DP cursus om een beter beeld te krijgen bij de DP simulator, wat de mogelijkheden zijn en hoe realistisch dit is. Vanavond hebben we overlegd wat we graag willen zien morgen en wat we eventueel aan de cursisten kunnen vragen. De zes w’s, doelstelling en deelvragen opgezet. Onderzoeksplan afgemaakt en enquêtering besproken Bespreken concept PVA met Meijvogel Enquêtes gemaakt Eerste deelvraag verwerkt in PVA Eerste deelvraag verwerkt in PVA Theoretisch kader Marcom Enquêtes opgehaald en resultaten verwerkt Aanpak doorgesproken en taakverdeling gemaakt Deelvraag voorbereiding cursist Marcom theorie/praktijk Probleemanalyse aangepast en eerste deelvraag afgemaakt Inleiding toegevoegd, aanpassingen gemaakt naar de beoordeling van 1e versie PVA Tweede deelvraag gemaakt PVA afgerond en ingeleverd Opzet Analyse, Conclusie en Aanbevelingen doorgesproken + begonnen met Analyse Analyse (resultaten) toegevoegd aan het onderzoek Conclusie getrokken en toegevoegd aan het onderzoek Aanbevelingen opgezet en bijlagen toegevoegd Compleet verslag doorgelezen en fouten verbeterd/indeling geoptimaliseerd. Samenvatting toegevoegd Aanpak van de laatste aanpassingen doorgesproken en het onderzoek op kleine punten verbeterd. Probleemstelling onderzoeksopzet toegevoegd. Algemene verbeterpunten. Conclusie verbeterd en afkortingenlijst toegevoegd. Aanbevelingen verbeterd en algemene verbeterpunten Eigen beoordeling ingevuld en laatste puntjes verbeterd.
Erik, Ferdy Erik, Ferdy, Thom
Erik, Ferdy, Thom Erik, Ferdy, Thom Erik Thom Thom Thom Ferdy Thom Erik, Ferdy, Thom Ferdy Thom Ferdy en Erik Ferdy en Thom Erik, Ferdy en Thom Thom Erik Ferdy Ferdy Thom Erik, Ferdy en Thom Thom Erik Ferdy Thom, Erik en Ferdy