www.pwc.nl
Onderzoek ontwikkeling financiële positie Caparis 2008--2011 12 december 2011
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
1.1.
Achtergrond
5
1.2.
Vraagstelling
5
1.3.
Aanpak
6
1.4.
Randvoorwaarden
6
1.5.
Leeswijzer
7
2
Toelichting op de onderzoeksopzet
8
2.1.
Een onderzoek gericht op de ontwikkeling van de financiële positie, realisatie transitieplan en bedrijfsvergelijking
8
2.2.
Structuur van de onderzoeksopdracht
9
3
Samenvattend overzicht van de financiële ontwikkeling over de afgelopen jaren
11
3.1.
Algemeen
11
3.2.
Financiële ontwikkeling
11
3.2.1.
Verlies- en winstrekening Caparis NV 2008 – 2010 en de verwachting 2011
11
3.2.2.
Balans Caparis NV 2008 –2010
12
3.2.3.
Solvabiliteits- en liquiditeitsratio’s dalen
13
3.2.4.
Investeringen en desinvesteringen
14
3.3.
Transitieplan
15
3.3.1.
De beweging op de werkladder ‘van binnen naar buiten’ is vooral in 2011 te zien
15
3.3.2.
Realisatie transitieplan
15
3.4.
Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven
3.4.1.
17
Bij Caparis is het aandeel “beschut binnen” en “beschut buiten” groter dan landelijke gemiddelden. 17
4
De Gemeenschappelijke Regeling
18
4.1.
Algemeen
18
4.2.
Financiële ontwikkeling
18
4.3.
Transitieplan
19
4.4.
Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven
19
4.4.1.
In 2009 liggen de gemiddelde loonkosten van SW’ers in lijn met landelijk gemiddelde; in 2010 zijn deze gemiddelde loonkosten lager 19
4.4.2.
Het relatieve aandeel van SW’ers met een ernstige arbeidshandicap in dienst van Caparis is hoger dan landelijk gemiddelde 19
4.4.3.
Ziekteverzuim SW bij Caparis ligt in lijn met landelijke gemiddelden
20
‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
5
Beschut werken
21
5.1.
Algemeen
21
5.2.
Financiële ontwikkeling
21
5.2.1.
De loonkosten kader en inhuur derden nemen toe, de overige kosten, afschrijvingen en rentelasten nemen af 22
5.2.2.
Loonkosten kader nemen vooral toe door aantrekken van medewerkers en CAO ontwikkeling
22
5.2.3.
Overige kosten nemen per saldo af
23
5.2.4.
Inhuur derden is toegenomen door interim management en tijdelijke medewerkers voor verbetering bedrijfsvoering en bijzondere projecten 24
5.2.5.
Netto toegevoegde waarde verbeterd maar blijft in absolute zin achter door dalende omzetten
24
5.2.6.
Omzet van de top-10 klanten is in 2010 ten opzichte van 2008 gedaald met € 2 miljoen
25
5.2.7.
De omzet van deelnemende gemeenten neemt toe maar zal naar verwachting in 2011 afnemen
26
5.2.8.
NTW blijft achter bij het transitieplan als gevolg van afnemende omzetten
27
5.3.
Transitieplan
27
5.4.
Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven
28
5.4.1.
Caparis heeft in vergelijking met landelijke gemiddelden een lagere omzet van deelnemende gemeenten
28
5.4.2.
Gemiddelde loonkosten kader bij Caparis zijn hoger dan bij andere SW-bedrijven
29
5.4.3.
Uitgaven bij Caparis voor huisvesting, afschrijving en productiemiddelen zijn relatief hoger en de overige kosten zijn lager dan bij andere SW-bedrijven 29
5.4.4.
Netto omzet per persoon blijft bij Caparis achter bij landelijk gemiddelde en referentiegroep
30
5.4.5.
Aantal kaderleden bij Caparis is laag in vergelijking met andere SW bedrijven door inzet SW medewerkers in (in)directe functies
30
6
Begeleid werken
31
6.1.
Algemeen
31
6.2.
Financiële ontwikkeling
31
6.3.
Transitieplan
32
6.4.
Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven
33
6.4.1.
Aantal begeleid werken plaatsingen neemt bij Caparis af, landelijk is sprake van groei. Wel heeft Caparis meer plaatsingen gerealiseerd.
33
7
Trajecten
34
7.1.
Algemeen
34
7.2.
Financiële ontwikkeling
34
7.3.
Transitieplan
35
7.4.
Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven
35
8
Gemeentelijke bijdragen
36
8.1.
Algemeen
36
8.2.
Financiële ontwikkeling
36
Pagina 3 van 58
8.3.
Transitieplan
36
8.4.
Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven
36
9
Transitiebudget
38
9.1.
Transitiebudget ad € 3 miljoen is uit eigen middelen bekostigd
38
9.2.
De bijdrage van € 5 miljoen is gebruikt om het negatief eigen vermogen ultimo 2007 aan te zuiveren
38
10
Informatieverstrekking rondom transitieplan
39
10.1. Algemeen
39
10.2. Besproken aspecten rondom de voortgang van het transitieplan in de AVA’s
39
11
43
Samenvatting
Bijlage 1
45
A.1.
Geraadpleegde literatuur
45
A.2.
Geïnterviewde personen Caparis NV
48
A.3.
Detailoverzicht doelstellingen transitieplan
49
A.4.
Overzicht NTW per PMC 2008-2011
57
B.
Reactie Caparis op eerste en tweede concept rapport PwC
58
Pagina 4 van 58
1 1.1.
Inleiding Achtergrond
De gemeenten Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf hebben voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) de gemeenschappelijke regeling sociale werkvoorziening Fryslân opgericht (GR Sw Fryslân). Deze GR is opdrachtgever van Caparis NV in het kader van de uitvoering van de WSW. Zij voert de regie en Caparis NV is uitvoerder. De bovengenoemde gemeenten zijn tevens (enig) aandeelhouder van Caparis NV. In 2008 heeft Caparis NV het ‘Businessplan voor Transitie 2009-2012 opgesteld. Doel van het businessplan was om “aan te geven hoe Caparis NV de komende jaren zal transformeren naar een mensontwikkelbedrijf met een positief financieel bedrijfsresultaat. Om de transitieresultaten mogelijk te maken, wordt van de aandeelhouders gevraagd een éénmalige storting te doen ter grootte van het negatief eigen vermogen van € 5 miljoen en € 0,3 miljoen ter dekking van het voorziene exploitatietekort 2008. Caparis NV behoeft dan aan het einde van de transitieperiode geen beroep meer te doen op een gemeentelijke bijdrage.”1 De aandeelhouders hebben het gevraagde bedrag gestort. Caparis NV heeft blijkens de jaarrekening 2009 een positief resultaat van € 73.000 behaald. Het jaar 2010 is afgesloten met een negatief resultaat van € 2,3 miljoen en in de begroting voor 2011 wordt uitgegaan van een negatief resultaat van € 4,4 miljoen.2 In het Transitieplan werd voor 2010 uitgegaan van een negatief resultaat van € 0,1 miljoen en een positief resultaat van € 2,2 miljoen voor 2011. Recent is in opdracht van bovengenoemde gemeenten een onderzoek uitgevoerd naar de toekomst van de sociale werkvoorziening. Aanleiding is de wijziging in het rijksbeleid en de daaraan gekoppelde lagere rijksvergoeding voor de WSW. Met het oog op de effectuering van de in te zetten nieuwe koers met betrekking tot Caparis wilt u een analyse van de ontwikkeling van de financiële positie van Caparis in de afgelopen jaren laten uitvoeren. Daarom heeft PwC in opdracht van de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf een onderzoek uitgevoerd. De uitkomsten hiervan zijn in dit rapport opgenomen.
1.2. Vraagstelling Bij de analyse van de ontwikkeling van de financiële positie van Caparis wordt zowel de GR (welke de WSWsubsidie, de loonkosten van de SW’ers en de loonkosten van het ambtelijk personeel omvat) als Caparis NV betrokken. Deze doelstelling is door u vertaald in een drietal hoofdvragen: 1.
Hoe hebben de exploitatiebaten en –lasten en de balansposities van Caparis zich ontwikkeld en wat is de verklaring voor deze ontwikkeling? 2. Hoe heeft het transitieplan uitgewerkt? 3. Hoe verhoudt de financiële positie van Caparis zich tot die van andere SW-bedrijven? Het eindresultaat van de opdracht dient een compacte rapportage te zijn die op een begrijpelijke wijze voor de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten antwoord geeft op de hierboven genoemde vragen. Het draait om het duidelijk weergeven van ontwikkelingen en verklaringen van de hoofdzaken en substantiële zaken. Daarnaast kan het rapport als ‘bouwsteen’ worden gebruikt voor het bepalen van reële kaders en verwachtingen voor de toekomst van Caparis.
1 2
Uit: Businessplan voor transitie 2009-2012 Caparis NV, pag. 5, hoofdstuk 1. Bron: jaarrekening 2010, resp. begroting 2011 Caparis NV.
Pagina 5 van 58
Bovenstaande hoofdvragen zijn in uw onderzoeksopdracht van 30 september jl. en tijdens onze bespreking van 6 oktober jl. met de ambtelijke begeleidingscommissie3 uitgewerkt in deelvragen.
1.3. Aanpak Het onderzoek is gestart met een startbijeenkomst met de ambtelijke begeleidingscommissie en PwC. Hierbij is nader ingegaan op de doelstelling, reikwijdte, planning en andere aspecten van het onderzoek. Vervolgens is in een overleg met de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten alsmede in een bijeenkomst van de Colleges van Burgemeester en Wethouders in bijzijn van raadsleden van de betrokken gemeenten de doelstelling, vraagstelling, aanpak en planning van het onderzoek door PwC toegelicht. Aan de hand van door PwC bij Caparis opgevraagde documenten heeft een documentenstudie plaatsgevonden. Daarna hebben interviews plaatsgevonden met de financieel directeur, algemeen directeur en voorzitter van Raad van Commissarissen van Caparis. In bijlage A1 en A2 van dit rapport hebben wij een overzicht van geïnterviewde medewerkers en geraadpleegde documenten opgenomen. Vervolgens is de ontwikkeling van de exploitatiebaten en -lasten en balansposten geanalyseerd, inclusief de uitwerking van het transitieplan. Naar aanleiding van deze analyse zijn aanvullende gegevens opgevraagd en geanalyseerd. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van de (financiële) gegevens zoals beschikbaar waren over de periode 2008 tot en met september 2011. De in deze rapportage vermelde verwachtingen 2011 van Caparis hebben wij gevalideerd aan de hand van de maandrapportage september 2011. Op dit moment (eind november 2011) is geen vastgestelde begroting 2012 voorhanden. Om deze reden hebben wij de verwachtingen voor 2012 van Caparis niet meegenomen in onze rapportage. Daarnaast zijn de afgesloten jaarcontracten tussen de GR en Caparis NV niet in ons onderzoek betrokken. Wij hebben ons beperkt tot de realisatie van de doelstellingen uit het transitieplan conform de onderzoeksopdracht. Zie bijlage A2 voor een overzicht van geraadpleegde documenten. De resultaten van de documentenanalyse en de interviews zijn verwerkt tot een conceptrapportage die inhoudelijk is afgestemd met Caparis en hierna met de ambtelijke begeleidingscommissie.
1.4. Randvoorwaarden In overleg met de opdrachtgever hebben wij uitsluitend de volgende werkzaamheden verricht: 1.
Voorbereiden onderzoek.
2.
Bestuderen documentatie.
3.
Voorbereiden en houden van interviews met betrokken medewerkers van Caparis.
4.
Interpreteren verkregen informatie en waarnodig opvragen van aanvullende informatie.
5.
Opstellen van rapportage inclusief toelichting daarop.
De opdracht houdt in dat op de verkregen documenten en het cijfermateriaal en toelichtingen daarop geen accountantscontrole is toegepast en dat evenmin een beoordelingsopdracht is uitgevoerd. Eén en ander impliceert dat aan onze rapportage geen zekerheid kan worden ontleend omtrent de getrouwheid van deze documenten en het hierin opgenomen cijfermateriaal en toelichtingen daarop, anders dan terzake van de aspecten zoals door ons onderzocht en waarover door ons in deze rapportage feitelijk wordt gerapporteerd. Wij hebben geen financiële forecasts/prognoses en marktanalyses opgesteld. Daarnaast is het transitieplan uitgangspunt en derhalve geen object van onderzoek. Volledigheidshalve wijzen wij er nog op dat, indien wij aanvullende werkzaamheden zouden hebben verricht of een controle- of beoordelingsopdracht zouden hebben uitgevoerd, wellicht andere onderwerpen aan het licht zouden kunnen zijn gebracht die voor u mogelijk van belang zouden kunnen zijn geweest. 3
PwC wordt gedurende het onderzoek namens de Colleges van Burgemeester en Wethouders begeleid door een ambtelijke begeleidingscommissie.
Pagina 6 van 58
Ons onderzoek is uitsluitend gebaseerd op basis van de uitkomsten van de interviews met de betrokken personen en aan ons verstrekte documenten zoals opgenomen in bijlage A1 en A2 van dit rapport. Bij ons onderzoek hebben wij eveneens gebruik gemaakt van benchmarks van Cedris. Dit is de brancheorganisatie van SW-bedrijven in Nederland. Cedris verzamelt kwantitatieve gegevens van haar leden (die hier onverplicht aan kunnen meedoen). Deze gegevens worden door Cedris niet gecontroleerd of gevalideerd. Daarom is het gebruiken van deze benchmarks altijd onderhevig aan onzekerheden omtrent de juistheid van de uitgangspunten. De uitkomsten van de vergelijkingen die in dit rapport zijn opgenomen moeten dan ook met inachtneming van het vorengaande worden bezien. Aangezien benchmarkgegevens over 2011 niet voorhanden zijn, hebben wij de benchmark uitgevoerd over de jaren 2009 en 2010.
1.5. Leeswijzer De rapportage is als volgt opgebouwd: a.
In hoofdstuk 2 geven wij een nadere toelichting op de onderzoeksopzet en onderzoeksvragen.
b. In hoofdstuk 3 schetsen wij een overzicht van de financiële ontwikkeling van Caparis NV vanaf 2008 tot en met 2010 + de verwachting 2011. c.
In hoofdstuk 4 tot en met 8 gaan wij per onderdeel van Caparis in op de financiële ontwikkeling, de realisatie van het transitieplan en hoe de financiële positie van Caparis zich verhoudt tot andere SWbedrijven.
d. Hoofdstuk 9 bevat een overzicht van de bestedingen van het transitiebudget en de verwerking van de bijdrage van € 5 miljoen in 2008. e.
Hoofdstuk 10 bevat een overzicht van de informatievoorziening van Caparis NV aan de AvA ten aanzien van de voortgang van de realisatie van het transitieplan inclusief resultaatontwikkeling.
f.
Tot slot is in bijlage A een overzicht van de geraadpleegde documenten vermeld, zijn de geïnterviewde personen genoemd, is een integraal overzicht van de status van de realisatie van het transitieplan per september 2011 opgenomen en is een overzicht van de netto toegevoegde waarde van de verschillende product-markt-combinaties (PMC’s) in 2008 tot en met september 2011 opgenomen. In bijlage B is de reactie van Caparis d.d. 5 december 2011 op de eerste concept-versie van het rapport d.d. 28 november 2011 opgenomen voorzien van onze reactie daarop. Onze reactie heeft uitsluitend betrekking op het deel van de reactie van Caparis dat betrekking heeft op ‘factfinding’. Tevens is in bijlage B de reactie van Caparis op de tweede concept-versie van het rapport d.d. 8 december 2011 alsmede een errata memo van Caparis d.d. 8 december 2011 met betrekking tot de reactie van Caparis d.d. 5 december 2011 opgenomen.
Pagina 7 van 58
2
Toelichting op de onderzoeksopzet
2.1. Een onderzoek gericht op de ontwikkeling van de financiële positie, realisatie transitieplan en bedrijfsvergelijking In de onderzoeksopdracht van de Colleges van de Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten zijn de hoofdvragen zoals opgenomen in hoofdstuk 1.2 nader uitgewerkt. Hieronder geven wij deze nadere detaillering weer zoals opgenomen in de onderzoeksopdracht. 1.
Hoe hebben de exploitatiebaten en -lasten en de balans zich ontwikkeld? Hierbij zijn de volgende aspecten geanalyseerd:
Ontwikkeling directe, indirecte en overhead kosten. Ontwikkeling en verdeling omzet (gemeenten versus private markt). Ontwikkeling van de netto toegevoegde waarde4 (NTW) van de verschillende productgroepen. Ontwikkeling rijksbijdragen. Ontwikkeling liquiditeit en solvabiliteit ratio’s. Vorming en aanwending van reserves en voorzieningen. Omvang van investeringen en desinvesteringen.
Wat is de verklaring van deze ontwikkelingen. Zijn deze toe te schrijven aan:
Het transitieplan. Andere maatregelen in het beleid of de bedrijfsvoering van Caparis. Keuzes van gemeenten. Gevolgen van rijksbeleid.
2. Hoe heeft het transitieplan uitgewerkt? Hierbij zijn de volgende aspecten in acht genomen: Wat hield het transitieplan in? Wat waren (op hoofdlijnen) de doelen, de uitgangspunten en de maatregelen? Wat lag eraan ten grondslag? Hoe is het tot stand gekomen? In hoeverre is het plan gerealiseerd? Waarom wel, waarom niet? Hoe is er sinds 2008 gerapporteerd over de voortgang van het transitieplan? In hoeverre is (een deel van) het plan nog realiseerbaar? In welke mate zijn de feiten, onderzoeken, uitgangspunten en besluiten met betrekking tot het transitieplan nu nog actueel, volledig en toereikend. 3. Hoe verhoudt de financiële positie van Caparis zich tot die van andere SW-bedrijven? Het gaat hierbij om elementen zoals: -
Directe kosten per SW-medewerker. Verhouding tussen directe kosten en overhead. Inkomsten / omzet per SW-medewerker. Omzet per inwoner bij gemeenten. Rijksvergoeding per SW-medewerker en per inwoner. Ziekteverzuim.
Deze onderzoeksvragen zijn niet limitatief en uitputtend. De onderzoeksvragen zijn als uitgangspunt genomen voor een eerste analyse waarna, in overleg met de ambtelijke begeleidingscommissie, een nadere verdieping op onderdelen is aangebracht. Netto toegevoegde waarde is het verschil tussen de omzet en de directe kosten die samenhangen met de omzet zoals directe orderkosten en kosten uitbesteed werk. 4
Pagina 8 van 58
Doel van het onderzoek is om antwoord te geven op de gestelde vragen. Het rapport dient voor de deelnemende gemeenten bruikbaar te zijn om reële verwachtingen en haalbare kaders te scheppen voor de nadere uitwerking van de scenario’s uit het toekomstonderzoek van IJsselvliet. Dit onderzoek is dus geen validatie van het rapport van IJsselvliet of een onderzoek naar de toekomst, maar betreft de periode 2008 tot en met september 2011 van Caparis. Wel wordt gebruik gemaakt van de structuur van het rapport van IJsselvliet om als bouwsteen voor de toekomst te kunnen dienen zoals hieronder wordt toegelicht.
2.2. Structuur van de onderzoeksopdracht Door IJsselvliet is een onderzoek uitgevoerd naar de toekomst van de uitvoering van de WSW. Hierbij is door IJsselvliet de resultatenrekening van Caparis (inclusief de GR) gesplitst in de activiteiten zoals zij deze uitvoert. Deze onderdelen zijn hieronder opgenomen: De kosten en opbrengsten van de GR bestaan uitsluitend uit het in dienst hebben van SW’ers inclusief de rijkssubsidie. Deze activiteit is (ook in financiële zin) niet beïnvloedbaar door Caparis. Dit zijn de minimale kosten van de uitvoering van de WSW voor de deelnemende gemeenten De kosten en opbrengsten van beschut werken, dat wil zeggen het in een aangepaste omgeving (in casu Caparis) werkzaamheden verrichten bestaan uit de kosten voor staf, kader, infrastructuur en directe kosten. Hier tegenover staat externe omzet van gemeenten en bedrijven, instellingen en particulieren. Deze kosten en opbrengsten zijn beïnvloedbaar door Caparis5. De kosten en opbrengsten van begeleid werken hangen samen met het verrichten van aangepast werk bij een reguliere werkgever. De SW”er is daar in loondienst met begeleiding en een loonkostensubsidie, waarvan de hoogte is afgestemd op de mate waarin de productiecapaciteit afwijkt van een reguliere werknemer. Ook deze kosten zijn beïnvloedbaar door Caparis. De kosten en opbrengsten van trajecten betreffen een divers pallet van activiteiten zoals assessements, re-integratieactiviteiten en leerwerk trajecten. De gemeentelijke bijdrage betreft het bedrag van € 935 (2011) per SE6 per jaar.
5 Er zijn vier vormen van beschut werken: a. Individuele detachering, gedetacheerd bij een reguliere werkgever, die daar eventueel een inleenvergoeding voor betaalt; b. Groepsgewijze detachering, idem maar dan voor een groep; c. Beschut buiten, in groepsverband en onder aansturing van Caparis aangenomen werkzaamheden verrichten (bijvoorbeeld groen en post); d. Beschut binnen, het verrichten van werkzaamheden binnen „de muren van Caparis”. 6
SE of Sociale Equivalent is de binnen de sociale werkvoorziening gebruikelijk rekeneenheid. Deze is gelijk aan de rekeneenheid FTE aangevuld met een handicapfactor, te weten 1 voor ‘matig’ en 1,25 voor ‘ernstig’ conform indicatie zoals afgegeven door het UWV.
Pagina 9 van 58
Het advies van IJsselvliet is ook langs deze structuur weergegeven:
Gezamenlijk doorgaan met de uitvoering van de WSW nieuwe stijl ten aanzien van beschut werken inclusief de uitvoering ten behoeve van de SW-populatie die hun rechten behoudt. De uitvoering vindt plaats door Caparis. De uitvoering van overige activiteiten zoals die nu door Caparis wordt uitgevoerd en onder de Wet Werken naar Vermogen (WWnV) gaan vallen, wordt gescheiden georganiseerd, al dan niet in samenwerking tussen gemeenten onderling of met derden. Maak onderscheid tussen resultaat SW en beïnvloedbaar resultaat Caparis .
De door IJsselvliet voorgestelde toekomstige structuur van Caparis past bij de WWnV. Met het oog hierop hebben wij ons onderzoek conform de voorgestelde structuur van IJsselvliet ingedeeld. Wij analyseren de ontwikkeling van de financiële positie van Caparis, de uitwerking van het transitieplan en de bedrijfsvergelijking ook langs deze vijf onderdelen (GR-beschut werken-begeleid werken-trajectengemeentelijke bijdrage).
Pagina 10 van 58
3
Samenvattend overzicht van de financiële ontwikkeling over de afgelopen jaren
3.1. Algemeen Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de ontwikkeling van de financiële positie van Caparis over de jaren 2008 tot en met 2010. Specifieke ontwikkelingen in de balans worden tevens verklaard door middel van de ontwikkeling van enkele ratio’s rondom liquiditeit en solvabiliteit en door middel van de omvang van de investeringen en desinvesteringen. Daarnaast wordt ingegaan op de realisatie van enkele Caparis brede doelstellingen zoals opgenomen in het transitieplan.
3.2. Financiële ontwikkeling In onderstaande paragrafen besteden wij aandacht aan de financiële ontwikkeling van Caparis in de jaren 2008 tot en met 2010 inclusief een prognose van de exploitatie 2011. In de hoofdstukken 4 tot en met 8 wordt ingegaan op de verlies- en winstrekening van de afzonderlijke bedrijfsactiviteiten. Paragraaf 3.2.1 volstaat om deze reden met een samenvatting van de belangrijkste bevindingen. De balans wordt in paragraaf 3.2.2. toegelicht.
3.2.1. Verlies- en winstrekening Caparis NV 2008 – 2010 en de verwachting 2011 Hieronder gaan wij op hoofdlijnen in op de ontwikkeling van het resultaat van Caparis. In de navolgende hoofdstukken gaan wij hier in detail op in:
(bedragen x € 1.000) Bron: jaarrekening 2008 , 2009 en 2010, concept maandrapport september 2011
Pagina 11 van 58
Uit bovenstaande opstelling blijkt het volgende: -
In de jaren 2008 tot en met 2010 neemt de NTW af als gevolg van dalende omzet. Dit wordt ondermeer veroorzaakt door het afstoten van verliesgevende activiteiten. Daarnaast nemen de omzetten van grote klanten af door beëindiging van productieactiviteiten van deze klanten (in zijn geheel of overheveling van activiteiten buiten Friesland) of door slechte marktomstandigheden. In 2011 wordt door Caparis een toename van de NTW verwacht door groei van activiteiten op het gebied van detachering.
-
De totale bedrijfskosten nemen toe door een toename van salariskosten van kader en door kosten van inhuur derden als gevolg van CAO ontwikkeling (alleen bij de loonkosten) en door het aantrekken van medewerkers voor sales, accountmanagement, control, opbouw arbeidsontwikkelbedrijf en uitbouw detacheringbedrijf. De overige kosten, rentelasten en afschrijvingen nemen onder meer af door lagere huisvestingskosten. De afschrijvingen nemen af door desinvesteringen van vaste activa en afname van investeringen.
-
Het subsidieresultaat verslechtert in 2010 en vooral in 2011 door toename van loonkosten door CAO ontwikkeling terwijl deze toename ingaande 2010 niet meer in de Rijksbijdrage (per SE) gecompenseerd wordt. In 2011 is de Rijksbijdrage verder verlaagd.
-
Het resultaat op begeleid werken neemt af door afname van het aantal plaatsingen. Daarnaast is de bonus begeleid werken over 2011 onzeker en daarom niet in de verwachting 2011 opgenomen.
-
De ontwikkeling van de gemeentelijke bijdrage is conform begroting en de gemaakte afspraken met gemeenten.
-
De transitiekosten omvatten de kosten voor afbouw van verliesgevende product-markt-combinaties (PMC’s), kosten van arbeidsontwikkeling etc.
3.2.2. Balans Caparis NV 2008 –2010 Op hoofdlijnen laat de balans van Caparis NV de volgende ontwikkeling zien: Balans (Na resultaatbestemming) x €1000
Vaste Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
2008
2009
2010
19.731 132 19.863
19.477 126 19.603
18.926 117 19.043
2.020 12.437 974 15.431
1.823 4.775 206 6.804
692 5.287 1.102 7.081
35.294
26.407
26.124
45 141 186
45 214 259
45 -2.102 -2.057
Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
3.200 15.529 16.379
2.613 13.366 10.169
1.814 11.249 15.118
Totaal
35.294
26.407
26.124
Vlottende Activa Voorraden Vorderingen Liquide Middelen
Totaal
Eigen vermogen Geplaatst kapitaal Overige reserves
Pagina 12 van 58
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010
Het balanstotaal is ultimo 2009 ten opzichte van 2008 afgenomen met ruim € 9 miljoen. Het balanstotaal ultimo 2010 is nagenoeg ongewijzigd gebleven in vergelijking tot het balanstotaal ultimo 2009. Relevante ontwikkelingen in balansposten zijn: -
De daling van ruim € 7,5 miljoen tussen eind 2008 en eind 2009 van de post vorderingen wordt ondermeer veroorzaakt door een ontvangst van een vordering. Deze vordering betreft de eenmalige extra bijdrage van de aandeelhoudende gemeenten van € 5 miljoen ter aanzuivering van het negatief vermogen eind 2007. Het bedrag is in 2009 voldaan. In hoofdstuk 9 gaan wij hier nader op in. Daarnaast is onder de overige vorderingen ultimo 2008 een eenmalige vordering opgenomen van € 1,2 miljoen uit hoofde van verkoop van het “pand grafisch” in Heerenveen en is onder de overige vorderingen eind 2008 € 1,4 miljoen begrepen inzake nog te ontvangen subsidie. Eind 2009 is dit op basis van bevoorschotting een schuld van circa € 180.000.
-
De kortlopende schulden zijn ultimo 2009 in vergelijking tot ultimo 2008 met ruim € 6 miljoen gedaald. Dit is grotendeels het gevolg van de aanwending van de genoemde bijdrage van € 5 miljoen voor aflossing van de kortlopende schulden (schuld in rekening courant bankier).
-
De voorraden zijn ultimo 2010 in vergelijking tot ultimo 2009 met meer dan 60% gedaald. Dit als gevolg van de afbouw van de afdeling fotolijsten (en de daarbij behorende voorraad) in Drachten.
-
De afname van het eigen vermogen eind 2010 in vergelijking tot eind 2009 wordt veroorzaakt door het negatief resultaat van € 2,3 miljoen over 2010. Dit verlies is ten laste gebracht van de reserves. Overeengekomen is dat door de aandeelhoudende gemeenten dit verlies geheel in 2011 zal worden aangezuiverd. Deze aanzuivering zal via de resultaatverdeling 2011 aan het eigen vermogen ultimo 2011 worden toegevoegd.
-
De voorzieningen zijn ultimo 2010 ten opzichte van ultimo 2009 afgenomen. Deze afname wordt vooral veroorzaakt door een onttrekking van € 928.000 ten laste van de voorziening ten behoeve van groot onderhoud (dakbedekking en schilder- en straatwerk) en personeelsuitkeringen. De voorziening personeelsuitkeringen betreft een voorziening voor FPU-uitkeringen en afvloeiingskosten personeel, waaronder wachtgelduitkeringen en aanvulling op inkomsten van derden.
-
De toename van de kortlopende schulden eind 2010 ten opzichte van eind 2009 is onder andere het gevolg van een nieuwe kortlopende schuld van € 5,5 miljoen aan kredietinstellingen (schuld in rekening-courant).
3.2.3. Solvabiliteits- en liquiditeitsratio’s dalen De solvabiliteit en liquiditeit van Caparis NV zijn onderstaand in een aantal ratio’s weergegeven. Hieruit blijkt dat de liquiditeit van Caparis NV in de jaren 2008 tot en met 2010 is gedaald van 0,94% eind 2008 naar 0,47% eind 2010. De quick ratio is eveneens gedaald en wel van 0,82 % eind 2008 tot 0,42% ultimo 2010. Een ratio van 1 of meer geeft aan dat een organisatie in staat is om de kortlopende schulden geheel te voldoen uit kortlopende vorderingen vermeerderd met beschikbare liquide middelen (en voorraden). De kortlopende vorderingen (en voorraad) vermeerderd met de liquide middelen zijn ultimo de genoemde jaren derhalve niet toereikend om de kortlopende schulden geheel te voldoen. De daling van de liquiditeit wordt ondermeer veroorzaakt door het negatieve exploitatieresultaat 2010 en door de (gedeeltelijke) financiering van investeringen in vaste activa uit het werkkapitaal. Liquiditeit 2008
2009
2010
Current Ratio
0,94
0,67
0,47
Quick Ratio
0,82
0,49
0,42
Omschrijving Voorraad +kortlopende vorderingen + liquide middelen / kortlopende schulden Kortlopende vorderingen + liquide middelen / kortlopende schulden
Pagina 13 van 58
Solvabiliteit Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2
2008 0,005 1,005
2009 0,010 1,010
2010 -0,079 0,927
Omschrijving Eigen vermogen / vreemd vermogen Totale activa / vreemd vermogen
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010
3.2.4. Investeringen en desinvesteringen In de periode 2009 – 2011 zijn de volgende investeringen (groter dan € 50.000) gedaan door Caparis NV: Omschrijving Comfortkoeling (kantoren/vergaderzalen) Kantoren boven (industrieweg 2) Jagtlustweg 2 ruimte 9 (drukkerij)
boekjaar 2009 2009 2009
€ € €
debet 55.650 66.857 67.190
Scherminstallatie (kwekerij) Kantoren boven industrieweg 2 (ruimte 10) Aanpassing ruimten 1 t/m 9 (Jagtlustweg 2)
2009 2009 2009
€ € €
80.000 88.957 116.253
bedrijfsonderdeel Leeuwarden Heerenveen Heerenveen Woon en Groen Service (WGS) Heerenveen Heerenveen
Aanpassing ruimten 1 t/m 9 (Jagtlustweg 2)
2009
€
149.491
Heerenveen
€
624.398
Compas (cliëntvolgsysteem) Perceel bouwterrein (Grafietstraat, Wolvega)
2010 2010
€ €
67.507 92.160
Nieuwbouw Multihal (Sporthal Drachten)
2010
€
539.452
€
699.119
Staf Groenservice O&I
Fietsenstalling Businesspost (Ampèrelaan 2) Aanpassing terrein (Ampèrelaan 2) Aanpassing waterinstallatie (Ampèrelaan 2)
2011 2011 2011
€ € €
92.450 118.100 125.682
Concern Concern Concern
Inrichtingskosten Compas
2011
€
146.940
Concern
€
483.172
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010
Desinvesteringen De desinvesteringen in vaste activa in de jaren 2008 tot en met 2010 zijn als volgt in totalen weer te geven (afgeronde bedragen):
2008 2009 2010
€ 1.041.000 277.000 72.000
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010
De desinvestering in 2008 heeft grotendeels betrekking op de verkoop van het “pand grafisch” in Heerenveen.
Pagina 14 van 58
3.3. Transitieplan 3.3.1. De beweging op de werkladder ‘van binnen naar buiten’ is vooral in 2011 te zien Belangrijk onderdeel van het transitieplan is het realiseren van de beweging op de werkladder7. Deze beweging laten wij hieronder over de jaren 2008 tot en met 2011 (september) zien:
Werkladder Caparis 2008 - 2011
Begeleid werken Detachering Groepsdetachering Totaal BW/Deta/groepsdetachering Beschut buiten Beschut binnen Schakelafdeling Totaal
2008 7,7% 7,8% 4,5%
2009 7,6% 7,4% 7,0%
2010 6,6% 7,0% 4,5%
20,0% 27,5% 52,5%
22,0% 24,0% 54,0%
18,1% 28,5% 53,4%
100%
100%
100%
September Transitie2011 plan 6,2% 9,9% 9,4% 25,5% 23,9% 45,8% 4,8% 100%
30,0% 30,0% 40,0% 100%
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, concept maandrapport september 2011
Uit bovenstaande opstelling blijkt dat op basis van de verwachting over geheel 2011 zoals opgenomen in de maandrapportage september 2011 van Caparis de doelstelling van het transitieplan met betrekking tot de beweging van binnen naar buiten (beschut binnen 40% - beschut buiten 30% - deta/bw 30%) nog niet gerealiseerd is. Bij bovenstaande dient wel te worden opgemerkt dat de doelstellingen uit het transitieplan de beoogde situatie in 2012 betreffen. In 2011 (t/m september) is ten opzichte van voorgaande jaren een toename van het aandeel detachering/groepsdetachering gerealiseerd alsmede een afname van het aandeel beschut binnen. Op dit moment is de begoting 2012 nog in concept. Uit deze concept begroting blijken de volgende beginstanden per 1 januari 2012: BW/Deta/groepsdetachering 30,6%, beschut buiten 19,8%, beschut binnen 42,7% en schakelafdeling 6,8%.
3.3.2. Realisatie transitieplan De mate van realisatie van enkele relevante onderdelen uit het transitieplan is als volgt: Doelstelling Realiseren van verdeling van 40%-30%-30% (beschut binnen - beschut buiten - deta/bw). Oftewel in 2012: 814 SE in beschut binnen. 659 SE in beschut buiten. 858 SE in deta/bw.
Status realisatie september 20118 Uit de jaarrekening 2010 blijkt het volgende: Beschut binnen: 53% (1280 SE). Beschut buiten: 29% (696 SE). Deta/bw: 18% (442 SE).
Nadere toelichting De verdeling 40%-30%30% is tot en met 2010 nog niet gerealiseerd. Voor geheel 2011 wordt door Caparis NV het volgende resultaat verwacht: Beschut binnen: 45,8%. Beschut buiten: 23,9%. Deta / bw: 25,5%.
Bij het in kaart brengen van het ontwikkelpotentieel van SW’ers en daarmee van de doorstroommogelijkheden wordt binnen Caparis gebruik gemaakt van een werkladderscan. Deze is gebruikelijk bij SW-bedrijven en wordt ook door Cedris, de brancheorganisatie, gehanteerd. 8 Gebaseerd op jaarrekening 2010 en concept maandrapportage september 2011. 7
Pagina 15 van 58
Doelstelling
Status realisatie september 20118
Speerpunten voor het financieel gezond maken van Caparis: Verhogen van de NTW door verschuiving naar PMC’s met een hogere toegevoegde waarde. Vergroten aandeel groepsdetacheringen. Vergroten 3e geldstroom (trajecten in opdracht van gemeenten of derden). Effectievere inzet van de infrastructuur door met name de inzet in gerelateerde 3e geldstroomprojecten.
Verhoging van de absolute omvang NTW (in absolute omvang) is in de jaren 2008 tot en met september 2011 niet gerealiseerd (bron: verkregen documentatie tot en met september 2011). In procenten van de omzet is de NTW in de periode 2008 tot en met september 2011 toegenomen. De voorgenomen verschuiving van beschut binnen naar detachering (individuele detachering, begeleid werken en groepsdetachering) heeft niet plaatsgevonden (zie begroting 2011 Caparis, pagina 16). Wel is in 2011 ten opzichte van voorgaande jaren een toename van het aandeel detachering/groepsdetachering gerealiseerd alsmede een afname van het aandeel beschut binnen.
Behalen van een financieel resultaat van: 2008 € - 0,3 miljoen. 2009 € - 0,9 miljoen (incl. € 1,5 miljoen transitiekosten). 2010 € - 0,1 mln. (incl. € 1,5 miljoen transitiekosten). 2011 € 2,2 miljoen. 2012 € 1 miljoen.
Het vergroten van de 3e geldstroom / trajecten blijft achter op het transitieplan. Uit de jaarrekeningen van Caparis NV blijken de volgende resultaten: 2008: € 185.000 (excl. € 5 miljoen bijdrage gemeenten =bijzondere baten). 2009: € 73.000. 2010: € - 2,3 miljoen. 2011: € - 4,39 miljoen (prognose Caparis).
Realiseren van weerstandsvermogen (eigen vermogen) van: 2008 € - 5 miljoen. 2009 € -0,7 miljoen. 2010 € -0,7 miljoen. 2011 € 1,6 miljoen. 2012 € 2,6 miljoen.
Het weerstandsvermogen heeft zich als volgt ontwikkeld: 2008: € 186.000. 2009: € 259.000. 2010: € - 2,057 miljoen (excl. € 2,3 miljoen bijdrage gemeenten inzake aanzuivering verlies 2010). 2011: ca. € - 6 miljoen (prognose Caparis).
Bijdrage van gemeenten per deelnemer bedraagt in: 2008 € 994. 2009 € 875. 2010 € 875. 2011 € 875. 2012 € 0.
Bijdrage van gemeenten per deelnemer per jaar: 2008: € 875. 2009: € 906. 2010: € 926. 2011: € 935.
Verbetering van de concerndiensten.
Zie bijlage A.3. voor een nadere toelichting.
Verbetering van de marketing en verkoop.
Zie bijlage A.3. voor een nadere toelichting Zie bijlage A.3. voor een nadere toelichting
Verbetering van de communicatie-functie.
Nadere toelichting Schakelafdeling 4,8%. In 2011 is het aandeel groepsdetachering verbeterd (maandrapportage september 2011 Caparis).
2008/2010: de hiernaast genoemde bijdrage van gemeenten per deelnemer is exclusief de incidentele bijdrage van € 5 miljoen over 2008 respectievelijk € 2,3 miljoen over 2010.
Pagina 16 van 58
3.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 3.4.1. Bij Caparis is het aandeel “beschut binnen” en “beschut buiten” groter dan landelijke gemiddelden. In de Cedris bedrijfsvergelijkende gegevens wordt veel aandacht besteed aan de beweging op de werkladder. Ten opzichte van het landelijke gemiddelde en de referentiegroep ‘grote SW-bedrijven’ zijn de uitkomsten van Caparis ultimo 2010 als volgt: Landelijk Begeleid werken Detachering Groepsdetachering Werken op locatie9 Intern beschermd10 Test en training Totaal
5% 15% 8% 24% 47% 1% 100%
Referentiegroep ‘grote SW-bedrijven’ 6% 15% 9% 25% 43% 2% 100%
Caparis 7% 8% 3% 28% 49% 5% 100%
Bron: Cedris rapportage bedrijfsvergelijking 2010, referentiegroep ‘grote SW-bedrijven’
Hieruit blijkt dat bij Caparis ten opzichte van het landelijke gemiddelde en de referentiegroep meer medewerkers deel uitmaken van intern beschermd (beschut binnen) en van werken op locatie (beschut buiten). Bij Caparis maakt deze groep 82% van de totale populatie uit; bij de referentiegroep is dit 68% en landelijk 71%.
9
Werken op locatie is bij Caparis beschut buiten. Intern beschermd is bij Caparis beschut binnen.
10
Pagina 17 van 58
4
De Gemeenschappelijke Regeling
4.1. Algemeen In dit hoofdstuk analyseren wij de ontwikkeling van de kosten en opbrengsten die samenhangen met de uitvoering van de gemeenschappelijke regeling. Dit betreft de loonkosten van de SW’ers11 en de ontvangen rijkssubsidie. Van deze activiteiten wordt tevens de realisatie van de doelstellingen in het transitieplan verklaard en vindt een vergelijking met andere SW-bedrijven plaats. Overigens bevinden zich in de GR ook (geringe) kosten voor de secretariaatsfunctie en administratie en controle. Gezien de geringe bedragen (< € 0,1 mln.) is in dit onderzoek hier verder niet op in gegaan.
4.2. Financiële ontwikkeling In de GR zijn de kosten en opbrengsten eenduidig. Deze betreffen de loonkosten van de SW’ers en de rijkssubsidie. Deze hebben zich als volgt ontwikkeld:
GR (bedragen x € 1000)
Realisatie 2008 60.596
Realisatie 2009 62.389
Realisatie 2010 63.093
Begroting 2011 62.004
Verwachting 2011 61.777
Rijkssubsidie
59.200
61.336
61.201
56.127
57.431
Subsidieresultaat
-1.396
-1.053
-1.892
-5.877
-4.346
2.451 186
2.418 158
2.353 174
2.363 146
Loonkosten SW'ers
Aantallen (Standaard Eenheden SE) SW'ers (SE) 2.442 Begeleid werken (SE) 189 Netto SW'ers in loondienst 2.253 Rijkssubsidie per SE Loonkosten per SE %-ontwikkeling loonkosten
26.276 26.896
2.265
2.260
2.179
2.217
27.080 27.545 2,41%
27.080 27.917 1,35%
25.758 28.455 1,93%
25.905 27.865 -0,19%
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, begroting 2011, concept maandrapport september 2011.
Bovenstaand overzicht geeft de ontwikkeling van het subsidieresultaat over de jaren 2008 tot en met 2010 en de verwachting voor 201112 weer. Het subsidieresultaat bestaat uit de rijkssubsidie (exclusief de gemeentelijke bijdrage) onder aftrek van de loonkosten13 van de SW’ers. Uit bovenstaande tabel blijkt dat het subsidieresultaat in 2008 negatief is en dat deze vanaf 2010 verslechterd. Het negatieve subsidieresultaat wordt vooral veroorzaakt door de afname van de Rijkssubsidie per SE14 zoals blijkt uit bovenstaande tabel. Dit komt overeen met de gegevens uit de jaarrekeningen 2008 tot en met 2010 van de GR en de subsidiebeschikkingen voor 2011. De Rijkssubsidie zal in de jaren na 2012 verder dalen zoals blijkt uit berichtgeving van het ministerie van SZW en Cedris. De loonkosten van de SW’ers nemen in 2009 en 2010 met gemiddeld 2% per jaar toe door CAO (loon)verhogingen, door periodieken en door een eenmalige uitkering in 2010. Deze eenmalige uitkering wordt In de GR zijn tevens de loonkosten van ambtenaren opgenomen welke zijn overgegaan naar Caparis doch hun oude rechtspostitie behouden. Deze loonkosten zijn meegenomen bij de beoordeling van de loonkosten van het kader bij beschut werken. 12 Daar waar in dit rapport wordt gesproken over de verwachting 2011 wordt hierbij de ‘latest estimate’ van Caparis bedoeld zoals opgenomen in de maand rapportage van september 2011. 13 Loonkosten SW omvat brutolonen, sociale lasten, vervoerskosten SW en overige personele kosten SW. 14 SE of Sociale Equivalent is de binnen de sociale werkvoorziening gebruikelijk rekeneenheid. Deze is gelijk aan de rekeneenheid FTE aangevuld met een handicapfactor, te weten 1 voor ‘matig’ en 1,25 voor ‘ernstig’ conform indicatie zoals afgegeven door het UWV. 11
Pagina 18 van 58
in 2011 niet verwacht waardoor de loonkosten per SE in 2011 naar verwachting, ondanks periodieken en CAOverhogingen, per saldo vrijwel gelijk blijven ten opzichte van 2010.
4.3. Transitieplan Ten aanzien van de GR zijn in het transitieplan geen specifieke doelstellingen opgenomen. In het transitieplan is als uitgangspunt genomen dat de ontwikkeling van de Rijkssubsidie ongeveer gelijk zou zijn aan de loonontwikkeling. Dit was tot en met 2009 het geval. Hierna zijn CAO ontwikkelingen niet meer gecompenseerd en zijn Rijkssubsidies gekort. Vanaf 2010 is derhalve dit uitgangspunt van het transitieplan niet meer valide.
4.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 4.4.1. In 2009 liggen de gemiddelde loonkosten van SW’ers in lijn met landelijk gemiddelde; in 2010 zijn deze gemiddelde loonkosten lager De gemiddelde loonkosten van SW’ers bedragen bij Caparis in 2009 op jaarbasis € 27.239. Dit ligt in lijn met de gemiddelde loonkosten van de referentie groep (€27.228) en de landelijk gemiddelde loonkosten (€ 27.115), zoals blijkt uit de Cedris rapportages over 2009 (referentiegroep groot). In 2010 bedragen de gemiddelde loonkosten van SW’ers bij Caparis op jaarbasis € 26.921. Deze zijn lager dan de gemiddelde loonkosten van de referentie groep (€27.349) en de landelijk gemiddelde loonkosten(€ 27.587), zoals blijkt uit de Cedris rapportages over 2010 (referentiegroep groot). De gemiddelde loonkosten van SW‘ers met € 318 zijn afgenomen ten opzichte van 2009. De bovengenoemde gemiddelde loonkosten per SW’er wijken af van de genoemde loonkosten per SE in hoofdstuk 4.2. Deze afwijking wordt veroorzaakt doordat in de loonkosten volgens hoofdstuk 4.2 enkele kosten zoals vervoerskosten zijn meegenomen die niet zijn begrepen in de loonkosten van de benchmark. Reden hiervoor is dat deze kosten afhankelijk zijn van de plaats van uitvoering van het werk en niet sec loongerelateerd.
4.4.2. Het relatieve aandeel van SW’ers met een ernstige arbeidshandicap in dienst van Caparis is hoger dan landelijk gemiddelde Hieronder zijn twee tabellen opgenomen die inzicht geven in de samenstelling van het SW-bestand landelijk en bij Caparis: Geslacht Man Vrouw Leeftijd < 27 27-44 45-65 Gemiddelde leeftijd Arbeidshandicap Matig Ernstig Totaal
Landelijk (2010)
Caparis (2010)
71% 29%
76% 24%
6% 32% 62% 46,4 jr
8% 31% 61% 46,7 jr
87% 13% 100%
77% 23% 100%
Bron: Cedris jaarstatistiek en Caparis
Pagina 19 van 58
Arbeidshandicap Matig Ernstig
Landelijk 87% 13%
Provincie Fryslân 80% 20%
Caparis 77% 23%
Bron: publiek overzicht resultaten WGR 2100 (caparis) over 2010. www.resultaten-wsw.szw.nl
Hieruit blijkt dat ten aanzien van de gehele populatie het relatieve aandeel van medewerkers met de indicatie ‘ernstige handicap’ bij Caparis hoger is dan het landelijk gemiddelde. In 2010 bedraagt dit aandeel 23% tegenover 21% in 2008 en 22% in 2009. Aannemelijk is dat deze medewerkers per persoon een lagere omzet genereren dan medewerkers met de indicatie “matig” en daardoor van invloed is op de omvang van de te genereren omzet per SW’er.
4.4.3. Ziekteverzuim SW bij Caparis ligt in lijn met landelijke gemiddelden De vergelijking van het ziekteverzuim van Caparis ten opzichte van de landelijke gemiddelden is als volgt:
Caparis Landelijk gemiddelde (bron: Cedris) Landelijk gemiddelde, referentiegroep “grote SW-bedrijven” (bron: Cedris)
2009
2010
13,1% 13%
14% 13,6%
14,7%
15,1%
Uit bovenstaande vergelijking blijkt dat het ziekteverzuim van Caparis in lijn ligt met het landelijk gemiddelde en enigszins lager is dan het landelijk gemiddelde volgens de referentiegroep “grote SW-bedrijven”.
Pagina 20 van 58
5
Beschut werken
5.1. Algemeen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de activiteiten uit hoofde van beschut werken. Dat wil zeggen: het in een aangepaste omgeving (in casu Caparis) werkzaamheden verrichten. De kosten van beschut werken bestaan uit de kosten voor staf, kader, infrastructuur en directe kosten. Hier tegenover staat externe omzet van gemeenten en bedrijven, instellingen en particulieren. Er zijn vier vormen van beschut werken bij Caparis conform de indeling van IJsselvliet: a.
Individuele detachering, gedetacheerd bij een reguliere werkgever, die daar eventueel een inleenvergoeding voor betaalt; b. Groepsgewijze detachering, idem maar dan voor een groep; c. Beschut buiten, in groepsverband en onder aansturing van Caparis aangenomen werkzaamheden verrichten (bijvoorbeeld groen en post); d. Beschut binnen, het verrichten van werkzaamheden binnen „de muren van Caparis‟.
5.2. Financiële ontwikkeling BESCHUT WERKEN (bedragen x € 1000)
Realisatie 2008 20.566
Realisatie 2009 19.805
Realisatie 2010 20.295
Begroting 2011 20.682
Verwachting 2011 20.462
Netto toegevoegde waarde
17.792
16.711
16.568
17.481
17.237
Resultaat beschut werken
-2.774
-3.094
-3.727
-3.201
-3.225
Kosten Caparis
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, begroting 2011, concept maandrapport september 2011
De kosten van Caparis, bestaande uit loonkosten kader, overige kosten, afschrijvingen en rente bewegen zich over de jaren in een bandbreedte van 3%. Binnen deze kosten is wel een aantal belangrijke ontwikkelingen te onderscheiden. In paragraaf 5.2.1 en verder gaan wij hier nader op in. In de paragrafen 5.2.5 gaan wij in op de ontwikkeling van de netto toegevoegde waarde bij Caparis. De bedrijfskosten over de jaren 2008 tot en met (verwachting) 2011 in vergelijking tot de geprognosticeerde bedrijfskosten volgens het transitieplan zijn als volgt weer te geven (* € 1.000):
2008 2009 2010 2011
B egroot volgens transitieplan
Werkelijk/ prognose 2011
€ 21.000 21.050 21.100 21.150
€ 20.566 19.805 20.295 20.462
Pagina 21 van 58
5.2.1. De loonkosten kader en inhuur derden nemen toe, de overige kosten, afschrijvingen en rentelasten nemen af Hieronder geven wij de ontwikkeling van de kosten van Caparis over de jaren 2008 tot en met 2011 weer. Hieruit blijkt een toename van de loonkosten kader en dienstverlening derden. De overige kosten, afschrijvingen en rentelasten nemen in de betreffende jaren af. (bedragen x € 1000)
Realisatie 2008 Kosten 20.566 Loonkosten kader 8.348 Dienstverlening derden 541 Overige kosten 8.420 Afschrijvingen 2.295 Rentelasten 1.162 Af: begeleid werk -200
Realisatie 2009 19.805 8.872 490 7.774 2.097 872 -300
Realisatie 2010 20.295 9.455 1.230 7.381 1.958 671 -400
Verwachting 2011 20.462 9.800 1.492 7.090 1.850 630 -400
Bron: jaarrekening 2008 , 2009 en 2010, concept maandrapport september 2011
In onze analyse hebben wij een bedrag aan kosten toegewezen aan de activiteit begeleid werken; zie hoofdstuk 6 voor een nadere toelichting.
5.2.2. Loonkosten kader nemen vooral toe door aantrekken van medewerkers en CAO ontwikkeling De loonkosten van het kader zijn in 2011 ten opzichte van 2008 toegenomen met € 1,5 miljoen. Hieronder is een nadere specificatie opgenomen: (bedragen x € 1000)
Loonkosten kader FTE Effect door CAO ontwikkeling Overige effecten (meer/minder personeel, hogere/lagere loonkosten per wn) Toe-/afname loonkosten ten opzichte van vorig jaar
Realisatie 2008 8.348 160
Realisatie 2009 8.872 158
Realisatie 2010 9.455 167
205
283
43
-376
241
540
-171
524
583
Begroting 2011 10.099 171 geen gegevens
Verwachting 2011 9800 175 geen gegevens
644
345
Bron: jaarrekening 2008, 2009, 2010 Caparis, specificatie ontwikkeling salaris opgesteld door de afdeling financiën van Caparis
Gebaseerd op specificaties ontleend aan de financiële administratie en salarisadministratie van Caparis alsmede op basis van gevoerde gesprekken met de directie blijkt dat de toename van de loonkosten kader wordt veroorzaakt door: -
Loonontwikkeling door CAO gerelateerde posten zoals periodieken, cao verhogingen en eenmalige uitkering in 2010.
-
Aantrekken van medewerkers voor sales, accountmanagement, control (concerncontroller/controllers) zoals blijkt uit de overzichten “instroom 2008-2011” van de afdeling P&O.
-
Tijdelijke aanname van medewerkers met het oog op de kanteling van de organisatie15 (bron: 3e kwartaalrapportage 2010). Dit blijkt tevens uit de verkregen overzichten “instroom 2008-2011” van afdeling P&O.
-
In 2010 en 2011 zijn medewerkers aangenomen in het kader van de opbouw van het arbeidsontwikkelbedrijf en de uitbouw van het detacheringbedrijf. Dit aannemingsbeleid is stopgezet in het najaar van 2010 maar heeft nog wel zijn uitwerking in 2011 (door de looptijd van tijdelijke contracten) (bron: 2e kwartaalrapportage 2011).
Ingaande 2010 is de organisatie van Caparis gekanteld en overgegaan van een (geografische) structuur van bedrijven Drachten, Leeuwarden, Heerenveen en Woon en Groen Service (WGS) naar afdelingen O&I, Deta/BW/Businesspost, Groenservice en Industrie. 15
Pagina 22 van 58
Uit de jaarrekeningen van Caparis NV blijkt dat het kader ultimo 2008 uit 160 fte bestond en eind 2010 uit 167 fte. De begroting 2011 gaat uit van 171 fte; uit de maandrapportage september 2011 blijkt een realisatie van 175 fte. Het transitieplan gaat uit van 166 fte voor 2011. Onder de loonkosten kader is tevens de managementfee van de algemeen directeur begrepen. Deze wordt in de jaarrekening 2009 en 2010 toegelicht. Volgens deze toelichting bedragen over 2009 de kosten van deze managementfee € 120.000 en over 2010 € 187.000. Uit de van Caparis verkregen specificatie van de managementfee blijkt dat de in de jaarrekening toegelichte fee over 2010 inclusief een opslag voor autokosten, onkostenvergoeding en werkgeverslasten (pensioen- en sociale lasten) is. De genoemde managementfee 2009 is zonder de opslag voor autokosten, onkostenvergoeding en werkgeverslasten. In 2010 is, ten opzichte van 2009, de maandelijkse fee met € 2.000 verhoogd. Deze verhoging is goedgekeurd door de RvC. De gemiddelde loonkosten van het kader zijn gestegen van € 52.175 in 2008 tot € 56.617 in 2010 per fte. In het transitieplan is uitgegaan van een gemiddelde loonsom van € 51.875 per fte (geen indexatie vanaf 2008). De loonkosten per fte zijn in 2010 circa 9% hoger dan begroot volgens het transitieplan door CAO-ontwikkelingen (circa 4%) en door aanname van duurdere medewerkers dan was begroot.
5.2.3. Overige kosten nemen per saldo af De overige kosten betreffen kosten voor huisvesting, afschrijvingen, rente, inhuur derden en overige bedrijfskosten. Deze zijn hieronder gespecificeerd: (bedragen x € 1000)
Realisatie 2008 Kosten 12.218 Dienstverlening derden 541 Overige kosten 8.420 Afschrijvingen 2.295 Rentelasten 1.162 Af: begeleid werk -200
Realisatie 2009 10.933 490 7.774 2.097 872 -300
Realisatie 2010 10.840 1.230 7.381 1.958 671 -400
Verwachting 2011 10.662 1.492 7.090 1.850 630 -400
Bron: jaarrekening 2008 , 2009 en 2010, concept maandrapport september 2011
De totale kosten zijn vooral in 2009 afgenomen ten opzichte van 2008 (per saldo meer dan € 1 miljoen). In 2010 zijn de kosten per saldo gelijk gebleven en in 2011 wordt een verdere daling met per saldo circa € 0,2 miljoen verwacht. Dienstverlening derden De kosten van inhuur derden zijn in de afgelopen jaren toegenomen. In de volgende paragraaf gaan wij hier nader op in. Huisvestingskosten De huisvestingskosten nemen in de periode 2008 tot en met 2011 af. Deze afname is o.a. het gevolg van het niet verlengen van huurcontracten en het goedkoper inkopen van energie. Afschrijvingen De afschrijvingen nemen onder andere af door desinvesteringen (met name “pand grafisch”) en door een afname van investeringen in met name machines en installaties mede verband houdend met de veranderende taak van Caparis. Rentelasten De rentelasten nemen af door aflossing van langlopende leningen, de aflossing in 2009 van de schuld in rekening courant bankier door middel van de eenmalige extra bijdrage door de aandeelhoudende gemeenten van € 5 miljoen (zie tevens hoofdstuk 3.2.2) alsmede door lagere rentetarieven. In 2010 neemt de kortlopende schuld aan kredietinstellingen toe tot € 5,5 miljoen ultimo 2010 (ultimo 2009: € nihil) mede als gevolg van de negatieve kasstroom in 2010. Ten opzichte van de uitgangspunten van het transitieplan zijn de overige kosten, afschrijvingen en rente in 2010 circa € 1,4 miljoen lager dan de raming volgens het transitieplan voor het boekjaar 2010.
Pagina 23 van 58
5.2.4. Inhuur derden is toegenomen door interim management en tijdelijke medewerkers voor verbetering bedrijfsvoering en bijzondere projecten In 2008 bedragen de kosten van inhuur derden € 541.000, in 2009 € 490.000 en in 2010 € 1.230.000. Tot en met september 2011 zijn de kosten voor inhuur derden € 1.132.000. De verwachting voor geheel 2011 bedraagt € 1.492.000. De kosten van inhuur derden hebben betrekking op de inhuur van interim management voor bestaande functies, werkleiders, control/administratie en bijzondere projecten (bijvoorbeeld het project Verzuim). De kosten van inhuur derden zijn voor de periode 2008 tot en met september 2011 als volgt te specificeren (bedragen in €) :
functiegroep
2008
Interim management bestaande functies
2009
2010
2011 (t/m sept)
110.000
464.000
321.000
Werkleiders
475.000
274.000
523.000
533.000
Control/administratie
49.000
6.000
133.000
126.000
Bijzondere projecten
17.000
101.000
110.000
152.000
Totaal
541.000
491.000
1.230.000
1.132.000
Bron: specificatie grootboekrekening opgesteld door Caparis welke aansluit met jaarrekening 2008-2010 en concept maandrapportage september 2011
Hieronder is ten aanzien van inhuur derden de onderverdeling van functie per functiegroep weergegeven zoals in de begroting 2011 van Caparis is opgenomen: Functie Directeur Groenservice Manager schoonmaak/groepsdetacheringen Manager Sales Concerncontroller Integratiebegeleider Werkleider Traject-Personeelsbegeleider Begeleiding software Meewerkend voormannen Postbezorgers Monteur Administratief medewerker Administratief medewerker bedrijfsbureau Diverse administratieve werkzaamheden Casemanager verzuim Projectleider Verzuim Projectleider Caparis in Beweging + overig projecten Bron: besprekingsverslag ambtelijke commissie oktober 2011
5.2.5. Netto toegevoegde waarde verbeterd maar blijft in absolute zin achter door dalende omzetten De ontwikkeling van de omzet en de netto toegevoegde waarde is als volgt:
Pagina 24 van 58
(bedragen x € 1000)
Omzet Inkoopwaarde omzet Netto toegevoegde waarde NTW in % vd omzet
Realisatie 2008 23.850
Realisatie 2009 21.876
Realisatie 2010 20.580
Begroting 2011 21.404
Verwachting 2011 20.839
6.058
5.165
4.012
3.923
3.602
17.792
16.711
16.568
17.481
17.237
75%
76%
81%
82%
83%
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, begroting 2011, concept maandrapport september 2011
De netto toegevoegde waarde is in 2009 ten opzichte van 2008 afgenomen door ‘de afname van de orders als gevolg van de economische crisis in 2009’ (jaarrekening 2009; zie tevens hoofdstuk 5.2.6). In 2011 neemt de toegevoegde waarde naar verwachting van Caparis weer toe. Hieronder gaan wij hier nader op in. In procenten van de omzet is de netto toegevoegde waarde vanaf 2008 tot en met september 2011 verbeterd. Op basis van de begroting en prognose van 2011, zoals opgenomen in de maandrapportage september 2011, wordt ten opzichte van 2010 een verbetering van de netto toegevoegde waarde verwacht. Dit wordt veroorzaakt door in 2009 gestarte maatregelen, te weten het stoppen van verliesgevende activiteiten (fotolijsten, metaal, woonservice), het verbeteren van de NTW van bestaande activiteiten (groen, grafisch) en opstarten van nieuwe activiteiten (post, schoonmaak). In bijlage A.4 is een nadere uitsplitsing van de netto toegevoegde waarde naar product-markt-combinatie (PMC) opgenomen van de jaren 2008 tot en met september 2011 (bron: financiële maandrapportages). Om de netto toegevoegde waarde nader te kunnen analyseren moet een ‘knip’ gemaakt worden voor de jaren 2008/2009 en 2010/2011. Detailinformatie is namelijk tussen deze jaren niet te vergelijken aangezien in 2010 in financiële zin de kanteling van de organisatie heeft plaatsgevonden. Hierdoor zijn in 2008 en 2009 de rapportages ingedeeld naar de onderdelen Drachten, Leeuwarden, Heerenveen en Woon en Groen Service (WGS). Vanaf 2010 wordt gebruik gemaakt van de indeling O&I, Deta/BW/Businesspost, Groenservice en Industrie. Op basis van de decemberrapportages van 2008 en 2009 blijkt voor ieder bedrijfsonderdeel een afname van de omzet. Hierdoor neemt ook de absolute omvang van de netto toegevoegde waarde af. In Drachten is de omzetdaling groter dan bij andere bedrijfsonderdelen. Wel verbetert de netto toegevoegde waarde als percentage van de omzet van de afdelingen Drachten, Leeuwarden en Heerenveen. Alleen bij WGS is sprake van een daling door uitbesteding van werkzaamheden en inhuur van externe medewerkers. In 2010 is de omzet en de absolute omvang van de netto toegevoegde waarde lager dan begroot en lager ten opzichte van 2009. De omzet daalt in 2010 in vergelijking tot 2009 met circa € 1,3 miljoen. De afname van de netto toegevoegde waarde bedraagt € 0,1 miljoen. De netto toegevoegde waarde in procenten van de omzet verbeterd. Uit de prognose van Caparis zoals opgenomen in rapportage van september 2011 blijkt, ten opzichte van 2010, een stijging van de omzet uit deta/BW/post ( € 1,1 miljoen) terwijl de omzet van groenservice en industrie naar verwachting vermindert (€ 0,5 miljoen respectievelijk € 1 miljoen). Vooral bij industrie wordt dit gecombineerd met een verbetering van de NTW (zie tevens bijlage A.4). Daarnaast is de (beperkte) afname van het aantal SW ‘ers mogelijk van invloed op de omzetontwikkeling. Uit bovenstaande blijkt dat de netto toegevoegde waarde als percentage van de omzet vanaf 2008 verbetert maar de absolute omvang van de netto toegevoegde waarde neemt af door afnemende omzetten. Hier gaan wij in de volgende paragraaf nader op in.
5.2.6. Omzet van de top-10 klanten is in 2010 ten opzichte van 2008 gedaald met € 2 miljoen Zoals uit de vorige paragraaf blijkt, laat de omzet een dalende trend zien. De omzet van de top-10 klanten van 2008 tot en met 2011 (tot en met oktober) laat de volgende ontwikkeling zien:
Pagina 25 van 58
Jaar 2008 2009 2010 2011 (t/m oktober)
Omzet top-10 (x € 1.000) 6.727 6.470 5.798 4.553
Procentueel verschil n.v.t. - 4% - 10% n.v.t .(t/m okt.)
Bron: specificatie financiële administratie Caparis
Uit een van Caparis verkregen analyse van de omzetontwikkeling van de 10 grootste klanten vanaf 2008 blijkt het volgende: De afname van de omzet in de periode 2008 tot en met 2010 ad € 2 miljoen is voor € 1,3 miljoen te verklaren door het afbouwen van de werksoort fotolijsten. Daarnaast blijken omzetten van grote klanten af te nemen door beëindiging van productieactiviteiten van deze klanten (in zijn geheel of overheveling van activiteiten buiten Friesland) of door slechte marktomstandigheden.
5.2.7. De omzet van deelnemende gemeenten neemt toe maar zal naar verwachting in 2011 afnemen De verdeling van de omzet van Caparis naar privaat en de omzet van de acht deelnemende gemeenten heeft zich in 2008 tot en met 2011 (september 2011) als volgt ontwikkeld:
(bedragen x € 1000)
Private omzet Omzet deelnemende gemeenten Maximale inspanning op basis van sideletter 26 mei 2011 Totale omzet Aandeel omzet gemeenten in totale omzet
Realisatie 2008 18.032
Realisatie 2009 16.111
Realisatie 2010 13.992
Begroting 2011 werkelijk t/m sept 2011 14.840 14.000
5.818
5.765
6.588
6.064
4.817
23.850
21.876
20.580
500 21.404
18.817
24%
26%
32%
28%
26%
Bron: jaarrekening 2008 , 2009 en 2010, begroting 2011, specificatie omzet gemeenten 2008- t/m 2010 van Caparis, 3 e kwartaalrapportage 2011 Caparis
Hieruit blijkt dat de private omzet sinds 2008 is afgenomen. Deze afname betreft vooral commerciële partijen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de vorige paragraaf. Met betrekking tot de omzet van deelnemende gemeenten bestaat er voor de gemeenten geen ‘afnameverplichting’. Naast de genoemde prognose is in 2011 een inspanningsverplichting tussen gemeenten en Caparis afgesproken voor een additioneel bedrag van € 500.000. Door Caparis wordt verwacht dat de gemeentelijke omzet over 2011 circa € 5,7 miljoen zal bedragen zoals blijkt uit gesprekken met directie. Dit zal in de maandrapportage van november 2011 in de verwachting voor 2011 worden aangepast. In de begroting 2011 is een bedrag van € 6,5 miljoen opgenomen (inclusief een inspanningsverplichting van € 0,5 miljoen conform de side-letter van 26 mei 2011) Marge-overzichten per order/per gemeente zijn niet voorhanden. Evenmin zijn nacalculaties per order voorhanden. Uit de tarievenlijst 2011 van Caparis Groenservice blijkt dat de tarieven voor regiewerkzaamheden bij gemeenten circa 40% lager zijn dan de tarieven die door Caparis volgens de tarievenlijst worden gehanteerd voor bedrijven, particulieren en Staatsbosbeheer. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de uiteindelijke prijsstelling ondermeer afhankelijk is van het soort bestek en omvang van het pakket inclusief specifieke afspraken.
Pagina 26 van 58
5.2.8. NTW blijft achter bij het transitieplan als gevolg van afnemende omzetten De netto toegevoegde waarde over de jaren 2008 tot en met 2010 en de verwachting over 2011 versus de inschattingen van het transitieplan over deze jaren is als volgt: (bedragen x € 1000)
2008
2009
2010
Begroting 2011
Verwachting 2011
Netto toegevoegde waarde
17.792
16.711
16.568
17.481
17.237
NTW op basis van transitieplan
17.500
17.975
18.450
18.925
18.925
2%
-7%
-10%
-8%
-9%
Verschil in %
Bron : jaarrekening 2008, 2009 en 2010, begroting 2011, concept maandrapport september 2011, transitieplan
Uit bovenstaande blijkt dat de netto toegevoegde waarde tussen de 7% en 10% per jaar achterblijft bij de raming volgens het transitieplan. Een lagere omvang van de omzet ten opzichte van de raming volgens het transitieplan is hiervan de oorzaak. Bij de raming van de netto toegevoegde waarde volgens het transitieplan is rekening gehouden met het verwachte effect van de beoogde verschuiving van minder PMC’s naar meer rendabele PMC’s.
5.3. Transitieplan De mate van realisatie van enkele relevante onderdelen uit het transitieplan is als volgt: Doelstelling Het bedrijfsonderdeel verwezenlijkt in de komende vier jaar de volgende doelstellingen: Creëren 50 SE-werkplekken detachering vanuit beschut. Creëren 10 SE-werkplekken begeleid werken vanuit beschut. Creëren 30 SE-werkplekken detachering nieuwe instroom. Creëren 20 SE-werkplekken begeleid werken nieuwe instroom. Dit resulteert in 228 SE-werkplekken deta en 222 BW-werkplekken ultimo 2012 en een NTW van € 4,866 miljoen.
Status realisatie september 201116 Realisatie 2010 deta: 168 SEwerkplekken. Realisatie 2010 BW: 158 SE werkplekken. Verwachting 2011 deta: 235 SEwerkplekken. Verwachting 2011 BW: 148 SEwerkplekken. Bron: concept maandrapportage september 2011. Het begrote aantal plaatsingen begeleid werken is volgens de verwachting 2011 nog niet gerealiseerd. Eveneens geldt dit voor de NTW.
Nadere toelichting Sturing op de beweging is vanaf 2010 centraal belegd bij O&I in plaats van (tot 2010) de (uitvoerende) afdelingen zoals industrie of groen.
Het begrote aantal SE-werkplekken deta zal volgens de verwachting 2011 ultimo dit jaar zijn gerealiseerd. Het bedrijfsonderdeel verwezenlijkt in de komende vier jaar de volgende doelstellingen: Uitbreiding 50 SE-werkplekken groepsdetachering ten behoeve van doorstroming van werkplekken binnen naar groepsdetacheringen. Creëren 25 SE-werkplekken ten behoeve van nieuwe instroom in groepsdetachering. Afstemmen palet aan PMC’s op basis van benodigde werksoorten voor mensontwikkeling (competentie-eisen vanuit mensontwikkelbedrijf; MOB) en marktmogelijkheden. Beperken diversiteit aan PMC’s waarbij het
16
Realisatie 2010: beschut buiten 687 SEwerkplekken. Verwachting 2011: beschut buiten 569 SE-werkplekken. Bron: concept maandrapportage september 2011. Groepsdetachering: de doelstelling uit transitieplan bedraagt 156 SE + 252 SE (zie hieronder) = 408 SE. Ultimo 2010 zijn 107 SE-werkplekken groepsdeta gerealiseerd.
Sturing op de beweging is vanaf 2010 centraal belegd bij O&I in plaats van (tot 2010) de uitvoerende afdelingen zoals industrie of groen.
Gebaseerd op jaarrekening 2010 en concept maandrapportage september 2011.
Pagina 27 van 58
Doelstelling uitgangspunt is maximaliseren NTW per PMC.
Status realisatie september 201116 Voor 2011 worden 224 SE-werkplekken aan groepsdetachering verwacht.
Dit resulteert in 659 SE-werkplekken buiten en 156 SE-groepsdeta werkplekken ultimo 2012 en een NTW van € 8,575 miljoen.
Bron: maandrapportage september 2011.
Nadere toelichting
De begrote afname volgens het transitieplan van het aantal plaatsingen beschut buiten is volgens de verwachting 2011 nog niet gerealiseerd. Eveneens geldt dit voor de NTW. Het begrote aantal SE-groepsdeta werkplekken zal volgens de verwachting 2011 ultimo dit jaar zijn gerealiseerd.
Het bedrijfsonderdeel verwezenlijkt in de komende vier jaar de volgende doelstellingen: Inkrimpen aantal werkplekken binnen de muren van Caparis in verband met uitstroom van 150 SW-medewerkers met een ondergrensindicatie en 190 plekken in verband met doorstroom naar groepsdetachering, beschut buiten, etc.. Creëren van 150 extra SE-werkplekken groepsdetachering ter vervanging van werkplekken binnen. Creëren 25 SE-werkplekken groepsdetachering ten behoeve van nieuwe instroom. Afstemmen PMC’s op basis van benodigde werksoorten voor mensontwikkeling (competentie-eisen vanuit MOB) en marktmogelijkheden. Beperken diversiteit aan PMC’s waarbij het uitgangspunt is maximaliseren NTW per PMC. Dit resulteert in 814 SE-werkplekken binnen en 252 SE-groepdeta werkplekken ultimo 2012 en een NTW van € 8,164 miljoen.
Caparis heeft bij SW’ers een assessment afgenomen waarbij competenties in kaart zijn gebracht en zijn vastgelegd in een clientvolgsysteem. Doelstelling van Caparis hiervan is het verkrijgen van inzicht en grip op het proces van mensontwikkeling. De afdeling O&I is hiervoor opgericht.
Sturing op de beweging is vanaf 2010 centraal belegd bij O&I in plaats van de (uitvoerende) afdelingen zoals industrie of groen.
Ten aanzien van de PMC’s wordt gewerkt met nieuwe PMC’s zoals post en schoonmaak met het oog op de beweging van binnen naar buiten. Andere PMC’s (beschut binnen/industrie zoals fotolijsten) zijn afgebouwd. Realisatie beschut binnen 2010: 1285 SE. Verwacht aantal plaatsingen in beschut binnen over 2011 bedraagt 1090 SE Groepsdetachering: de doelstelling uit transitieplan bedraagt 156SE + 252 SE (zie hieronder) = 408 SE. Ultimo 2010 zijn 107 SE-werkplekken groepsdeta gerealiseerd. Voor 2011 wordt 224 SE aan groepsdetachering verwacht. De begrote afname volgens het transitieplan van het aantal plaatsingen beschut buiten is volgens de verwachting 2011 nog niet gerealiseerd.Eveneens geldt dit voor de NTW.
5.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 5.4.1. Caparis heeft in vergelijking met landelijke gemiddelden een lagere omzet van deelnemende gemeenten Het aandeel van de omzet van deelnemende gemeenten in de totale omzet is bij Caparis lager in vergelijking tot landelijke gemiddelden (bron: Cedris rapportages 2009 en 2010). Het aandeel van de omzet deelnemende gemeenten in de totale omzet bedraagt bij Caparis in 2009 26% en in 2010 27%. Landelijk bedraagt dit aandeel 39% (2009) en 40% (2010). In de referentie groep ‘grote SW-bedrijven’ is dit 36% (2009) en 40% (2010).
Pagina 28 van 58
5.4.2. Gemiddelde loonkosten kader bij Caparis zijn hoger dan bij andere SW-bedrijven Uit de Cedris rapportage (bedrijfsvergelijking 2009) blijkt dat de gemiddelde loonkosten voor professionals17 (niet zijnde SW’ers) in dienst bij een SW-bedrijf € 54.162 bedragen. Bij de referentiegroep ‘grote SW-bedrijven’ zijn deze € 52.519. De gemiddelde loonkosten bij Caparis voor professionals (in dit geval het kader) bedragen over 2009 € 56.152. Dit is 4% respectievelijk 7% hoger. Voor wat betreft 2010 bedragen de gemiddelde loonkosten voor professionals (niet zijnde SW’ers) in dienst bij een SW-bedrijf volgens de Cedris rapportage (bedrijfsvergelijking 2010) € 54.713. Bij de referentiegroep ‘grote SW-bedrijven’ bedragen de gemiddelde loonkosten € 53.474. De gemiddelde loonkosten bij Caparis voor professionals (in dit geval het kader) bedraagt over 2010 € 56.617. Dit is 3% respectievelijk 6% hoger. Overigens wordt in de Cedris rapportage 2010 een bedrag van € 57.449 vermeld; onduidelijk is waar de verschillen tussen de gemiddelde loonkosten volgens de Cedris rapportage en volgens Caparis door ontstaan. Hierbij dient te worden opgemerkt dat in de benchmark geen rekening is gehouden met de invloed van de samenstelling van het kader op de omvang van de gemiddelde loonkosten.
5.4.3. Uitgaven bij Caparis voor huisvesting, afschrijving en productiemiddelen zijn relatief hoger en de overige kosten zijn lager dan bij andere SW-bedrijven De huisvestingskosten, de afschrijvingslasten, de kosten voor productiemiddelen en overige kosten van Caparis in vergelijking tot de landelijke gemiddelden aan de hand van de Cedris bedrijfsvergelijking 2009 en 2010 zijn als volgt weer te geven: 2009 Bedrijfskosten in %
Referentiegroep 'grote SW-bedrijven'
Landelijk
Huisvesting Afschrijving Productiemiddelen Overige
21% 18% 14% 47% 100%
Caparis
18% 19% 11% 52% 100%
23% 23% 23% 31% 100%
2010 Bedrijfskosten in % Huisvesting Afschrijving Productiemiddelen Overige
Referentiegroep 'grote SW-bedrijven'
Landelijk 23% 18% 15% 44% 100%
22% 18% 15% 45% 100%
Caparis 24% 24% 24% 28% 100%
Bron: Cedris bedrijfsvergelijking 2009, 2010
Hieruit blijkt dat Caparis ten opzichte van de landelijke gemiddelden en ten opzichte van haar referentiegroep hogere kosten voor huisvesting, afschrijving en productiemiddelen heeft. Een relatief grote industrietak bij Caparis (welke overigens afneemt) en relatief veel panden ( locaties Heerenveen, Drachten en Leeuwarden) houden hiermee verband.
17
Deze term wordt door Cedris gehanteerd voor medewerkers in dienst bij een SW-bedrijf niet zijnde SW’ers. Inhuur derden valt hier niet onder.
Pagina 29 van 58
5.4.4. Netto omzet per persoon blijft bij Caparis achter bij landelijk gemiddelde en referentiegroep De gemiddelde omzet per WSW geïndiceerde van Caparis in vergelijking met de landelijke gemiddelden aan de hand van de Cedris bedrijfsvergelijking over de jaren 2009 en 2010 is als volgt weer te geven:. 2009 €
2010 €
Caparis
5.846
6.238
Landelijk gemiddelde (bron: Cedris)
8.499
8.489
Landelijk gemiddelde, referentiegroep “grote SW-bedrijven” (bron: Cedris)
8.803
8.792
Bron: Cedris bedrijfsvergelijking 2009, 2010
Ondanks dat bovenstaande vergelijking wordt bemoeilijkt door mogelijk een niet eenduidige definiëring, is de netto-omzet per persoon bij Caparis lager dan de landelijke gemiddelden. Uit berekeningen van Caparis blijkt een omzet per SW'er van € 8.054. Onduidelijk is waar de verschillen in de gemiddelde netto omzet per persoon tussen de Cedris rapportage en Caparis is ontstaan. Wel is in 2010 een verbetering van de netto omzet per SW’er te onderkennen zoals blijkt uit bovenstaande tabel.
5.4.5. Aantal kaderleden bij Caparis is laag in vergelijking met andere SW bedrijven door inzet SW medewerkers in (in)directe functies Hieronder wordt in een verhoudingsgetal weergegeven hoeveel SW’ers er ten opzichte van één kaderlid werkzaam zijn bij een SW-bedrijf. Cedris branche-informatie Aantal SE SW’ers in Nederland Aantal medewerkers werkzaam in kader + inhuur Verhouding SW’ers ten opzichte van kader
2009 91.600 11.200 8,2 SW’ers per kaderlid
2010 91.400 11.400 8,0 SW’ers per kaderlid
Caparis Aantal SE SW’ers Aantal medewerkers werkzaam in kader + inhuur Verhouding SW’ers ten opzichte van kader
2.451 198* 12,4 SW’ers per kaderlid
2.418 207* 11,7 SW’ers per kaderlid
Bron: Cedris branchinformatie, jaarrekening 2009 en 2010 Caparis
*) Het aantal medewerkers werkzaam in kader inclusief inhuur is globaal en grof bepaald om aan te sluiten bij de definitie zoals gehanteerd bij de benchmark: -
2009: 158 fte kader, 20 fte inhuur derden en 20 fte SW’ers welke tot kader gerekend kunnen worden.
-
2010: 167 fte kader, 20 fte inhuur derden en 20 fte SW’ers welke tot kader gerekend kunnen worden.
Hieruit blijkt dat Caparis naar verhouding minder kader (inclusief inhuur derden) in dienst heeft ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit wordt veroorzaakt doordat een relatief groot aantal SW’ers werkzaam is op directe en indirecte functies.
Pagina 30 van 58
6
Begeleid werken
6.1. Algemeen In dit hoofdstuk gaan wij nader in op begeleid werken (hierna BW). Deze activiteiten betreffen het verrichten van aangepast werk bij een reguliere werkgever. De SW’er is bij de werkgever in loondienst met begeleiding en een loonkostensubsidie, waarvan de hoogte is afgestemd op de mate waarin de productiecapaciteit afwijkt van een reguliere werknemer. Dit is afwijkend van de activiteit detachering. Hierbij is de SW’er in dienst bij Caparis (formeel de GR) en wordt de SW’er uitgeleend aan een derde.
6.2. Financiële ontwikkeling Het resultaat begeleid werken is over de jaren 2008 tot en met 2010 en de verwachting 2011 is als volgt:
Begeleid Werken Realisatie 2008 3.583
Realisatie 2009 3.683
Realisatie 2010 3.235
Begroting 2011 3.111
Verwachting 2011 2.796
Subsidie Begeleid Werken
5.466
5.599
4.832
4.482
3.761
Resultaat begeleid werken
1.883
1.916
1.597
1.371
965
Resultaat BW in % van de Rijksubsidie
34%
34%
33%
31%
26%
189 26.276
186 27.080
158 27.080
174 25.758
146 25.758
(bedragen x € 1000)
Kosten begeleid werk
nadere toelichting: Subsidies Begeleid werken (SE) Subsidie per SE
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, begroting 2011, concept maandrapport september 2011
Het resultaat van de activiteit BW is de afgelopen jaren positief geweest. Het resultaat neemt in 2008 en 2009 toe door een toenemend aantal SW’ers dat werkzaam is in BW-trajecten. In 2010 neemt het resultaat van de activiteit BW af. In 2011 wordt door Caparis een verdere daling verwacht. In 2010 neemt het aantal SE’ers af van 186 in 2009 tot 158 in 2010. In de 2e helft van 2010 is het uitbesteden van BW-contracten aan de externe partijen Reax, Stam en BaanPlus beëindigd. Volgens een toelichting in de jaarrekening 2010 van Caparis NV is de reden hiervoor het onvoldoende presteren door deze partijen op het gebied van het genereren van nieuwe opdrachten en coaching van betrokken medewerkers. Door de directie van Caparis wordt aangegeven dat het genereren van nieuwe opdrachten BW moeizaam blijft en dat ook voor 2011 lagere aantallen plaatsingen zullen worden gerealiseerd. Hier staat tegenover de toename van (groeps)detacheringen zoals blijkt uit de maandrapportage tot en met september 2011. Caparis stelt dat door de verslechterende economische situatie werkgevers de voorkeur hebben voor (groeps)detachering boven het (tijdelijk) in dienst nemen van een medewerker (ondanks een terugkeer garantie). De afname van het aantal BW-plaatsingen wordt gecompenseerd door de toename van het aantal (groeps)detacheringen. Het aantal groepsdetacheringen bedraagt ultimo 2010 274 SE en neemt toe in 2011 tot naar verwachting 452 SE (t/m september 2011). Het resultaat (Rijkssubsidie minus kosten) ten opzichte van de ontvangen subsidie bedraagt in de jaren 2008 tot en met 2010 gemiddeld 32%.
Pagina 31 van 58
In 2011 wordt naast het lagere aantal plaatsingen ook een verslechtering van het resultaat voorzien door Caparis (daling tot 26%). Het resultaat begeleid werken 2010 is inclusief een bonus begeleid werken van circa € 0,5 miljoen. Deze bonus is niet in de begroting 2011 is opgenomen. Voor een bonus BW is landelijk een macrobudget vastgesteld. Het budget biedt ruimte voor een bonusuitkering tot een bepaald volume SE BW. Bij overschrijding van het landelijke quotum daalt de uitkering conform. De bonus voor 2010 is ultimo 2010 in de balans van de jaarrekening 2010 als vordering opgenomen en wordt, zoals blijkt uit informatie van Cedris en Ministerie van SZW, in 2012 uitbetaald. Voorzichtigheidshalve is de bonus 2011, gelet op de onzekerheid rondom de uitkering van het macrobudget, niet in de begroting 2011 opgenomen. De kosten voor BW bestaan uit doorbetaalde subsidies aan werkgevers en uit een bedrag aan kosten voor begeleiding(personeel in dienst van Caparis dan wel inhuur). Dit bedrag wordt door Caparis geschat op € 200.000 in 2008, € 300.000 in 2009 en € 400.000 in 2010. De Rijkssubsidie daalt door de afname van de Rijkssubsidie per SE zoals ook blijkt uit de jaarrekeningen 2008 tot en met 2010 en de subsidiebeschikkingen voor 2011..
6.3. Transitieplan In het transitieplan wordt uitgegaan van een groeiend aantal SE begeleid werken. In 2008 192 SE, oplopend naar 207 SE in 2010, 214,5 SE in 2011 en 222 SE in 2012. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat dit tot en met 2011 niet gerealiseerd is. Daarnaast wordt uitgegaan van een resultaat begeleid werken van circa 32% ten opzichte van de Rijkssubsidie. Dit is in de jaren 2008 tot en met 2010 wel gerealiseerd. Voor 2011 wordt, zoals aangegeven, een lager resultaat begroot. De mate van realisatie van enkele relevante onderdelen uit het transitieplan is als volgt: Doelstelling Het bedrijfsonderdeel verwezenlijkt in de komende vier jaar de volgende doelstellingen: Creëren 50 SE-werkplekken detachering vanuit beschut. Creëren 10 SE-werkplekken begeleid werken vanuit beschut. Creëren 30 SE-werkplekken detachering nieuwe instroom. Creëren 20 SE-werkplekken begeleid werken nieuwe instroom. Dit resulteert in 228 SE-werkplekken deta en 222 BW-werkplekken ultimo 2012 en een NTW van € 4,866 miljoen.
Status realisatie september 201118 Realisatie 2010 deta: 168 SEwerkplekken. Realisatie 2010 BW: 158 SEwerkplekken. Verwachting 2011 deta: 235 SEwerkplekken. Verwachting 2011 BW: 148 SEwerkplekken. Bron: concept maandrapportage september 2011.
Nadere toelichting Sturing op de beweging is vanaf 2010 centraal belegd bij O&I in plaats van (tot 2010) de (uitvoerende) afdelingen zoals industrie of groen.
Het begrote aantal plaatsingen begeleid werken is volgens de verwachting 2011 nog niet gerealiseerd. Eveneens geldt dit voor de NTW. Het begrote aantal SE-werkplekken deta zal volgens de verwachting 2011 ultimo dit jaar zijn gerealiseerd.
18
Gebaseerd op jaarrekening 2010 en concept maandrapportage september 2011.
Pagina 32 van 58
6.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven 6.4.1. Aantal begeleid werken plaatsingen neemt bij Caparis af, landelijk is sprake van groei. Wel heeft Caparis meer plaatsingen gerealiseerd. Het aantal begeleid werken plaatsen in Nederland groeit sinds 2008. Eind 2008 waren er landelijk 4.742 plaatsen, eind 2009 5.297 plaatsen (+12%) en eind 2010 5.740 (+ 8%) plaatsen. Bij Caparis nemen de aantallen begeleid werken af zoals blijkt uit paragraaf 6.2. (bron: WSW statistiek 2010 van Research voor Beleid (hierna ROB) in opdracht van ministerie van SZW). Ten opzichte van het totale landelijke werknemersbestand is eind 2009 5,2% en in 2010 5,6% van de SWwerknemers in Nederland werkzaam in een begeleid werken plaats. (bron: WSW statistiek 2010 van ROB). Bij Caparis is dit 8,2% ultimo 2009 en 7,0% ultimo 2010. Naar verhouding heeft Caparis meer begeleid werken plaatsen gerealiseerd dan het landelijk gemiddelde.
Pagina 33 van 58
7
Trajecten
7.1. Algemeen Onder deze activiteit valt het aanbieden van re-integratietrajecten. Deze kunnen ontwikkeltrajecten zijn die de afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam verkleinen voor de groep SW-medewerkers met ontwikkelpotentieel. Ook vallen hieronder trajectopdrachten voor andere doelgroepen (bijvoorbeeld Wet Werk en Bijstand) waarbij gebruik gemaakt wordt van de SW-infrastructuur.
7.2. Financiële ontwikkeling De opbrengsten van trajecten voor de jaren 2008 tot en met 2010 en de verwachting voor 2011 zijn hieronder samengevat:
TRAJECTEN (bedragen x € 1000)
Omzet trajecten Kosten
Realisatie 2008 360
Realisatie 2009
Realisatie 2010 753
702
Begroting 2011 Verwachting 2011 557 502
onbekend, wordt niet geadministreerd op een wijze zodat dit te bepalen is
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, begroting 2011, concept maandrapport september 2011
De afdeling O&I is ingaande 2010 verantwoordelijk voor de trajecten welke voorheen bij de verschillende bedrijven waren ondergebracht. Uit de jaarrekening 2010 en uit gesprekken met de directie komt naar voren dat er diverse raamcontracten afgesloten zijn, maar dat de aantallen toewijzingen van renderende trajecten achterblijven bij de verwachtingen. De aangekondigde bezuinigingen op het WWB Werkdeel / Participatiebudget is hier volgens de directie debet aan. Gemeenten hebben de uitgaven voor uitvoering van reintegratie werkzaamheden door derden (waaronder Caparis) verlaagd. Dit is conform onze ervaringen bij gemeenten. In het transitieplan zijn de volgende uitgangspunten opgenomen waarbij tevens in onderstaand overzicht de realisatie ten opzichte van het transitieplan is weergegeven:
(bedragen x € 1000)
Omzet trajecten Realisatie% t.o.v. transitieplan
2008 300
120%
doelstelling uit transitieplan 2009 2010 650
116%
2011 1000
1350
70%
37%
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, begroting 2011, concept maandrapport september 2011, transitieplan
Hieruit blijkt dat in 2008 en 2009 de doelstellingen volgens het transitieplan qua omzet trajecten gerealiseerd zijn, maar dat in 2010 en 2011 de opbrengsten achterblijven ten opzichte van de begrote omzet volgens het transitieplan.
Pagina 34 van 58
7.3. Transitieplan De mate van realisatie van enkele relevante onderdelen van het transitieplan is als volgt weer te geven: Doelstelling Commitment voor de komende 4 jaar (doelstellingsperiode). Definiëren van de benodigde werksoorten bij de werkbedrijven op basis competenties. Verhogen score op de werkladder. Planmatige sturing op in-, door- en uitstroom op basis van de individuele ontwikkelplannen en realistische invulling bij werkbedrijven. Nieuwe instroom. Plaatsing van boven naar beneden (werkladder). Uitstroom 150 ondergrenzers. Realiseren van 480 trajecten met een gemiddelde omzet van € 3.500 per traject in 2012 (in totaal € 1,6 miljoen).
Status realisatie september 201119 Competentiemanagement wordt ondersteund door ondermeer vastleggingen in cliëntvolgsysteem Compas.
Nadere toelichting
In de maand-, kwartaalrapportages en jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de ontwikkeling van de werkladder. De betreffende scores verbeteren, maar de doelstelling van 40%-30%-30% is in 2011 nog niet gerealiseerd. Wel is in 2011 ten opzichte van voorgaande jaren een toename van het aandeel detachering/groepsdetachering gerealiseerd alsmede een afname van het aandeel beschut binnen. De uitstroom van 150 ondergrenzers is niet gerealiseerd volgens de directie. Een registratie van de uitstroom van deze werknemers is niet voorhanden. Een omzet van € 1,6 miljoen is medio 2011 niet gerealiseerd. Omzet prognose 2011 volgens Caparis: € 0,5 miljoen.
7.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven Er zijn geen betrouwbare vergelijkingscijfers voorhanden. De aard van de activiteiten onder trajecten is zeer divers (diagnoses, werken met behoud van uitkering, subsidieerde arbeid en sociale activering) en onderling daardoor niet vergelijkbaar.
19
Gebaseerd op jaarrekening 2010 en concept maandrapportage september 2011.
Pagina 35 van 58
8
Gemeentelijke bijdragen
8.1. Algemeen Om de resultaten van de diverse activiteiten van Caparis en de gemeentelijke bijdrage af te zonderen, wordt in dit hoofdstuk de gemeentelijke bijdrage afzonderlijk toegelicht.
8.2. Financiële ontwikkeling De incidentele en structurele gemeentelijke bijdragen over de jaren 2008 tot en met 2011 zijn als volgt:
GEMEENTELIJKE BIJDRAGE (bedragen x € 1000)
Realisatie 2008
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Structurele gemeentelijke bijdragen
2.047
Incidentele gemeentelijke bijdragen
5.000
toelichting Aantal SW per SE deelnemende gemeenten
2.339
2.355
875
906
Structureel bedrag per deelnemer (x € 1)
2.134
Verwachting 2011
Begroting 2011
2.152
2.200
2.209
2.324
2.353
2.363
926
935
935
2.300
Bron: jaarrekening 2008, 2009 en 2010, begroting 2011, concept maandrapport september 2011
In 2008 en 2010 hebben incidentele bijdragen plaatsgevonden. In 2008 in verband met aanzuivering van het negatief eigen vermogen van Caparis per eind 2007 en in 2010 in verband met aanzuivering van het negatieve resultaat over 2010.
8.3. Transitieplan Doelstelling Bijdrage van gemeenten per deelnemer bedraagt in: 2008 € 994. 2009 € 875. 2010 € 875. 2011 € 875. 2012 € 0.
Status realisatie september 201120 Bijdrage van gemeenten per deelnemer per jaar: 2008: € 875. 2009: € 906. 2010: € 926. 2011: € 935.
Nadere toelichting 2008/2010: de hiernaast genoemde bijdrage van gemeenten per deelnemer is exclusief de incidentele bijdrage van € 5 miljoen over 2008 respectievelijk € 2,3 miljoen over 2010.
8.4. Hoe verhoudt dit zich tot andere SW-bedrijven Uit de Cedris bedrijfsvergelijkend onderzoek uit 2009 blijkt dat landelijk de gemeentelijke bijdrage per SW’er per jaar € 952 bedraagt. Bij de referentiegroep ‘grote SW-bedrijven’ is de gemeentelijke bijdrage per SW’er € 934. De gemeentelijke bijdrage bij Caparis bedraagt in 2009 € 906. Uit de Cedris bedrijfsvergelijkend onderzoek uit 2010 blijkt dat landelijk de gemeentelijke bijdrage per SW’er € 905 bedraagt. Bij de referentiegroep ‘grote SW-bedrijven’ is de gemeentelijke bijdrage per SW’er € 800. Bij Caparis bedraagt de gemeentelijke bijdrage in 2010 € 867.
20
Gebaseerd op jaarrekening 2010 en concept maandrapportage september 2011.
Pagina 36 van 58
In bovenstaande benchmark is de incidentele bijdrage 2010 niet opgenomen. Onduidelijk is in hoeverre incidentele bijdragen van gemeenten bij andere SW-bedrijven worden meegenomen in de benchmark. Landelijk is sprake van oplopende verliezen bij SW-bedrijven. Het verschil met de bijdrage 2010 ad € 926 zoals vermeld in de vorige paragrafen wordt veroorzaakt doordat Caparis voor de werknemers welke van buiten de deelnemende gemeenten komen, een lagere gemeentelijke bijdrage ontvangt.
Pagina 37 van 58
9
Transitiebudget
9.1. Transitiebudget ad € 3 miljoen is uit eigen middelen bekostigd Om te komen tot een breakeven resultaat, zoals opgenomen in het Transitieplan 2008, is door Caparis een transitiebudget gevormd. In de begroting en jaarrekening 2009 en 2010 van Caparis NV wordt hierop ingegaan. Dit budget van € 3 miljoen is door Caparis vanuit de reguliere begroting 2009 en 2010 (elk jaar € 1,5 miljoen) bekostigd. Caparis heeft de transitiekosten van 2009 en 2010 vervolgens ten laste van dit budget gebracht. De bestedingen van het transitiebudget zijn als volgt te specificeren:
Bron: jaarrekening 2010, concept maandrapportage september 2011
9.2. De bijdrage van € 5 miljoen is gebruikt om het negatief eigen vermogen ultimo 2007 aan te zuiveren De extra eenmalige bijdrage 2008 van € 5 miljoen ter aanzuivering van het negatief eigen vermogen ultimo 2007 is in de jaarrekening 2008 opgenomen als een buitengewone bate. Via de resultaatverdeling 2008 is dit bedrag toegevoegd aan het eigen vermogen ultimo 2008. Het eigen vermogen bedraagt per eind 2008 € 186.000 positief. Het bedrag van de aanzuivering is in 2009 ontvangen van de deelnemende gemeenten. Het bedrag is aangewend voor aflossing van de schuld in rekening-courant bij de bank (zie tevens hoofdstuk 3).
Pagina 38 van 58
10 Informatieverstrekking rondom transitieplan 10.1. Algemeen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de informatieverstrekking door de directie van Caparis NV aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) met betrekking tot de voortgang van de realisatie van het transitieplan, met inbegrip van de resultaatontwikkeling. Dit gebeurt aan de hand van een chronologische volgorde van de gehouden AvA’s vanaf 12 augustus 2008. Vanaf deze datum wordt in de AvA’s het transitieplan behandeld. In dit hoofdstuk gaan wij niet nader in op de informatieverstrekking door de directie van Caparis aan de RvC over de voortgang van het realisatieplan. Hierbij merken wij op dat de RvC ondermeer periodiek door de directie wordt geïnformeerd door middel van financiële rapportages en transitiespoorboekjes en dasboardrapportages waarin wordt ingegaan op de voortgang van het transitieplan.
10.2. Besproken aspecten rondom de voortgang van het transitieplan in de AVA’s 12-8-2008: Door de directie van Caparis NV wordt ingegaan op de stand van zaken rondom het transitieplan. De opzet van het transitieplan wordt hierbij toegelicht. Tevens wordt door de directie ingegaan op de aanleiding voor het opstellen van het transitieplan. De aanleiding is:
Negatief resultaat.
NTW/Rendement te laag.
Niet één bedrijf zijn.
Meer focus op commercie.
Tevens wordt de AvA door de directie geïnformeerd over wat de speerpunten zijn van het transitieplan, te weten:
Organiseren op opdracht van gemeenten.
Organisatie van een mensontwikkelbedrijf.
Van locatiegerichte productieomgeving naar een vraag-/klantgestuurde omgeving, waarbij de volgende 4 resultaatgebieden worden benoemd:
o
Mensontwikkelbedijf.
o
Detachering/Begeleid Werken.
o
Beschut Binnen.
o
Beschut Buiten.
Het opzetten van een concernunit met het oog op een centrale aansturing van de organisatie.
Pagina 39 van 58
18-12-2008: Het transitieplan wordt behandeld in combinatie met de begroting 2009. De aandeelhouders stellen unaniem het transitieplan en de begroting 2009 vast, inclusief de aanzuivering door de aandeelhouders van het negatief eigen vermogen ad € 5 miljoen. 17-6-2009: Door de directie van Caparis wordt een toelichting gegeven op de rapportage over het eerste kwartaal 2009. Door de aandeelhouders wordt aangedrongen op het tijdig beschikbaar stellen van de kwartaalrapportages aan de AvA en op het opnemen in de kwartaalrapportages van informatie omtrent de (tussentijdse) realisatie van het transitieplan. 17-12-2009: De rapportage over het derde kwartaal 2009 wordt door de directie toegelicht. Deze wordt besproken in combinatie met de begroting 2010, die is gebaseerd op het transitieplan. De begroting 2010 wordt ongewijzigd door de AvA vastgesteld. 17-6-2010: Door de directie van Caparis wordt een presentatie gehouden waarin wordt ingegaan op de ontwikkelingen in de sociale werkvoorziening en waar deze mogelijk naar toegaat. Hierbij worden de voornemens van de Rijksoverheid met betrekking tot de vervanging van het WSW-regime door een systeem van loondispensatie, de verlaging van de Rijksbijdrage per SE, de verlaging van het aantal SW-plekken door herindicatie van voor 1998 en de verlaging van het aantal SW-plekken tot het EU-gemiddelde toegelicht alsmede de financiële consequenties van deze voornemens voor Caparis. Tevens wordt in de presentatie stil gestaan bij de ontwikkeling van een aantal onderdelen van het transitieplan (omzet trajecten en loonkostenontwikkeling). Aangegeven wordt dat deze achterblijven bij de ramingen volgens het transitieplan danwel dat enkele loonkostenstijgingen (naar verwachting) niet worden gecompenseerd in de Rijksbijdrage. Het financiële effect hiervan op het resultaat 2010 van Caparis wordt in de presentatie uitgewerkt. In de vergadering wordt aangegeven dat “In het transitieplan is opgenomen dat er vanaf 2012 geen gemeentelijke bijdrage meer zal worden gevraagd. Gegeven de geschetste ontwikkelingen en onzekerheden in de Rijksbijdrage ook tot andere inzichten/gezichtspunten ten aanzien van de gemeentelijke bijdrage. Met alles wat nu op de SW/Caparis afkomt, zijn we inderdaad bang dat we het niet helemaal zullen gaan halen. Er wordt op gewezen dat dat dan een punt is waar vrij snel open en helder over moet worden gecommuniceerd met de GR”. Tevens wordt het volgende in de vergadering aangegeven: “Indien een en ander niet kan worden gerealiseerd zal Caparis extra bezuinigingsmaatregelen moeten nemen van € 3 miljoen tot € 4 miljoen. De heer de Vreeze merkt op dat indien geschetste ontwikkelingen doorgaan er zal moeten worden gesaneerd. Daarom in augustus/september met gemeenten in gesprek over kansen/mogelijkheden”. In deze vergadering wordt eveneens de rapportage over het eerste kwartaal 2010 en de cijfers tot en met mei 2010 behandeld. Uit de rapportage over het eerste kwartaal blijkt dat Caparis zowel “sociaal als ook financieel achterblijft op de begroting”. De voorzitter van de vergadering geeft aan “dat de prognose is het jaar positief te kunnen afsluiten”. Blijkens de notulen is over april 2010 de begroting gerealiseerd maar over de maand mei wordt de begroting niet gehaald. Tijdens de vergadering wordt opgemerkt dat er bij het verschijnen van de rapportage over het tweede kwartaal ook behoefte is aan een Latest Estimate (LE). Door de directie wordt aangegeven dat de LE niet wordt afgegeven na het eerste kwartaal, maar na het tweede kwartaal. Afgesproken wordt dat, zodra de cijfers over het eerste halfjaar 2010 en er een adequate LE ligt, de aandeelhouders “hierover zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd”. 8-9-2010: Betreft een besloten extra AvA. Door de voorzitter van de vergadering wordt aangegeven dat “er een afspraak ligt met de aandeelhouders dat indien de RvC merkt dat het bij Caparis niet de goede kant opgaat de aandeelhouders zo spoedig mogelijk bijeen worden geroepen. Plm. 1,5 week terug hebben we als RvC de cijfers en voorlopige LE gekregen en deze lieten ontwikkelingen zien, die de RvC zo spoedig mogelijk met u (noot PwC: aandeelhouders) wilde delen”.
Pagina 40 van 58
In deze vergadering worden de aandeelhouders door de directie van Caparis geïnformeerd over de stand van zaken bij Caparis en over de ontwikkelingen op korte en langere termijn. Aangegeven wordt dat het “mis gaat in de laatste 3 maanden”. De aandeelhouders worden door de directie geïnformeerd over de jaareindeverwachting van het resultaat 2010. Deze bedraagt € 2,3 miljoen negatief. Het eigen vermogen zal ultimo 2010 naar verwachting € 2 miljoen negatief bedragen. In de vergadering wordt tevens ingegaan op de verwachte risico’s in 2011 (voornemens van Rijksoverheid inzake sociale werkvoorziening). Daarnaast worden door de directie de genomen maatregelen gericht op verbetering van het resultaat toegelicht. 4-10-2010: In deze vergadering worden de standpunten van de afzonderlijke gemeenten gedeeld ten aanzien van de financiële stand van zaken van Caparis gebaseerd op de LE en de verstrekte informatie in de AvA van 8 september 2010. Door de aanwezigen wordt bekeken wat op korte en lange termijn door de gemeenten bij Caparis wordt ondergebracht. Tijdens de vergadering wordt opgemerkt dat er behoefte bestaat aan “ een transparante doorkijk aan de hand van de LE, het transitieplan, begroting en werkelijke cijfers”. Daarnaast wordt opgemerkt dat er behoefte bestaat om de transitiedoelstellingen op te nemen in de begroting/meerjarenbegroting, waarbij aandacht is voor het resultaat van het transitieplan ten opzichte van de begroting. 15-10-2010: Betreft een gezamenlijke vergadering van het bestuur van de GR, aandeelhouders en RvC. In deze vergadering worden de volgende onderwerpen behandeld:
Huidige situatie van Caparis en komende ontwikkelingen (wordt toegelicht door directie van Caparis).
Governancestructuur GR/NV.
Maatregelen naar aanleiding van bezuinigingen WSW.
Jaarovereenkomst 2011.
15-12-2010: Door de directie wordt een toelichting gegeven op de uitwerking van een tweetal toekomstscenario’s voor 2012 e.v. Eén scenario betreft de uitvoering van één nieuwe regeling aan de onderkant van de arbeidsmarkt (scenario 1). Het andere scenario betreft de uitvoering van de SW-taken alleen (scenario 2). Daarnaast wordt de stand van zaken 2010 toegelicht, waaronder de LE voor 2010. Deze blijft ongewijzigd ten opzichte van de LE zoals deze in vergadering van 8 september 2010 is afgegeven, namelijk een verlies van € 2,3 miljoen. Tevens wordt in deze vergadering door de directie een toelichting gegeven op de genomen maatregelen gericht op resultaatverbetering alsmede wordt de begroting 2011 en de meerjarenbegroting 2012-2015 behandeld. 24-1-2011: Door de directie van Caparis wordt aangegeven dat de op 8 september 2010 en 15 december 2010 afgegeven LE 2010 ongewijzigd blijft. In een afzonderlijke afsprakenlijst zijn de tijdens deze vergadering gemaakte afspraken vastgelegd. Ten aanzien van de in de vergadering van 15 december 2010 behandelde scenario’s wordt door de AvA nog geen besluit genomen. Reden hiervoor is dat nog onduidelijk is welke besluitvorming “in Den Haag gaat plaatsvinden met betrekking tot de sociale agenda met de daarbij behorende Rijksvergoedingen”. Dit betekent dat de begroting 2011 nog niet wordt vastgesteld aangezien deze is gebaseerd op scenario 1.
Pagina 41 van 58
Daarnaast blijkt uit de afsprakenlijst het volgende: “Aandeelhouders zijn het eens dat RvC hun tijdig, regelmatig en voldoende hebben geïnformeerd over de financiële ontwikkelingen bij Caparis en de maatregelen, met alle negatieve gevolgen vandien, die op Caparis afkomen. De AvA geeft ook aan dat Caparis en RvC in die zin ook in control zijn. RvC heeft voldoende controles uitgevoerd en zullen evenals de directie, tenzij anders wordt bewezen, door de aandeelhouders niet worden afgerekend op de ontstane negatieve financiële ontwikkelingen”. 14-3-2011: De directie van Caparis geeft een toelichting op de stand van zaken. Hierbij wordt aangegeven dat het eigen vermogen van Caparis ultimo 2011 naar verwachting € 6 miljoen negatief zal zijn en dat in 2012 dit tot liquiditeitsproblemen gaan leiden. Tevens wordt door de directie ingegaan op de (mogelijk) te ondernemen stappen. 29-4-2011: De begroting 2011 inclusief side-letter wordt door de vergadering vastgesteld. Afgesproken wordt dat er maandelijks aan de aandeelhouders zal worden gerapporteerd. 26-5-2011: De vergadering stemt unaniem in met de aanzuivering door de aandeelhouders van het negatief eigen vermogen ultimo 2010. Tevens wordt de rapportage over het eerste kwartaal 2011 besproken alsmede de cijfers over april 2011.
Pagina 42 van 58
11 Samenvatting Hieronder geven wij onze bevindingen van het onderzoek naar de ontwikkeling van de financiële positie van Caparis over de jaren 2008 tot en met 2011 samengevat weer, uitgesplitst naar de drie hoofdvragen van de onderzoeksopdracht. Ontwikkeling van de exploitatiebaten en –lasten en van de balansposities
Het afnemende exploitatieresultaat over de jaren 2008 tot en met 2010 en het geprognosticeerde negatieve exploitatieresultaat over 2011 wordt veroorzaakt door: o
Een verslechtering van het subsidieresultaat vanaf 2010 door het niet compenseren in de Rijksbijdrage van toegenomen loonkosten als gevolg van CAO ontwikkelingen en een verlaging van de Rijksbijdrage in 2011.
o
Een afname van de omvang van de netto toegevoegde waarde (omzet minus de directe kosten die samenhangen met de omzet) in de jaren 2008 tot en met 2010 als gevolg van een dalende omzet. Deze omzetdaling wordt veroorzaakt door het afstoten van verliesgevende activiteiten en door een afname van de omzet van grote klanten door beëindiging van productieactiviteiten van deze klanten of door slechte marktomstandigheden. Voor 2011 wordt een toename van de netto toegevoegde waarde verwacht als gevolg van een toename van de omzet detachering.
o
Een toename van loonkosten kader en inhuur derden door CAO ontwikkelingen, aantrekken van medewerkers voor sales, accountmanagement, control alsmede het aannemen van medewerkers in het kader van de opbouw van het arbeidsontwikkelbedrijf en uitbouw van het detacheringsbedrijf. Daarentegen nemen de overige kosten, afschrijvingslasten en rentelasten af door onder andere lagere huisvestingskosten als gevolg van het niet verlengen van huurcontracten alsmede door desinvesteringen materiële vaste activa.
In de jaren 2008 tot en met 2010 neemt de omzet van de deelnemende gemeenten in Caparis toe, maar zal naar verwachting in 2011 afnemen.
Van het transitiebudget ad € 3 miljoen is in 2009 tot en met 2011 circa € 2, 2 miljoen besteed.
In de jaren 2008 tot en met 2010 dalen de solvabiliteits- en liquiditeitsratio’s. De daling van de liquiditeitsratio in 2010 wordt veroorzaakt door het negatieve exploitatieresultaat 2010 en door de (gedeeltelijke) financiering van investeringen in vaste activa uit het werkkapitaal.
De bijdrage 2008 van de deelnemende gemeenten bijdrage ad € 5 miljoen is gebruikt om het negatief eigen vermogen van Caparis ultimo 2007 aan te zuiveren. Het negatief resultaat 2010 ad € 2,3 miljoen is eveneens door de aandeelhouders aangezuiverd. Deze aanzuivering zal via de resultaatverdeling 2011 aan het eigen vermogen ultimo 2011 worden toegevoegd.
Realisatie transitieplan Uit de door ons uitgevoerde (tussentijdse) analyse van de mate van realisatie van het transitieplan (die loopt tot en met 2012) blijkt het volgende:
De financiële doelstellingen van het transitieplan (verbetering van het resultaat en weerstandsvermogen) zijn in de jaren 2008 tot en met (verwachting) 2011 niet gerealiseerd. Oorzaken hiervan zijn:
Pagina 43 van 58
o
Verslechtering van het subsidieresultaat.
o
Achterblijven van de netto toegevoegde waarde door een dalende omzet.
o
Afname van het resultaat uit BW en van omzet trajecten.
De bedrijfskosten bewegen zich in de jaren 2008 tot en met (verwachting) 2011 binnen en bandbreedte van 3% en zijn per saldo lager dan de geprognosticeerde bedrijfskosten volgens het transitieplan. Eveneens is de besteding van het transitiebudget lager dan het begrote bedrag aan transitiekosten.
De beweging op de werkladder, zoals opgenomen in het transitieplan, naar het realiseren van een verdeling van 40%-30%-30% (beschut binnen - beschut buiten - detachering/begeleid werken) ultimo 2012 is op dit moment (nog) niet gerealiseerd. In 2011 is echter een beweging naar deze doelstelling in het transitieplan te zien.
De beoogde kanteling van de organisatie heeft plaatsgevonden De (geografische) structuur van bedrijven Drachten, Leeuwarden, Heerenveen en Woon en Groen Service (WGS) is gekanteld naar afdelingen O&I, Deta/BW/Businesspost, Groenservice en Industrie.
De beoogde centrale organisatie van ondersteunende diensten (financiën, control en sales/marketing) is gerealiseerd.
De directie en de RvC van Caparis NV hebben de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) periodiek geïnformeerd over de voortgang van de realisatie van het transitieplan, inclusief de resultaatontwikkeling.
Bedrijfsvergelijking
Uit de uitgevoerde vergelijking met andere SW-bedrijven blijkt het volgende: bij Caparis is het aantal SW’ers dat werkt in beschut binnen en buiten groter dan het landelijke gemiddelde. Caparis heeft minder mensen in detachering/begeleid werken geplaatst.
In 2009 liggen de gemiddelde loonkosten van SW’ers in lijn met het landelijk gemiddelde; in 2010 zijn deze gemiddelde loonkosten lager. Het relatieve aandeel van SW’ers met een ernstige arbeidshandicap in dienst van Caparis is hoger dan landelijk gemiddelde. Aannemelijk is dat dit een effect heeft op de omvang van de te genereren gemiddelde omzet per SW’er. De omzet per SW’er is bij Caparis lager dan het landelijke gemiddelde.
Het ziekteverzuim van SW’ers bij Caparis ligt in lijn met landelijke gemiddelden.
Het aandeel van de omzet van deelnemende gemeenten in de totale omzet is bij Caparis lager dan landelijke gemiddelden.
De gemiddelde loonkosten van het kader bij Caparis zijn hoger dan bij andere SW-bedrijven. Hier staat tegenover dat het aantal kaderleden bij Caparis naar verhouding laag is in vergelijking tot andere SWbedrijven.
Het aantal begeleid werken plaatsingen neemt bij Caparis af, landelijk is er sprake van groei. Wel heeft Caparis meer plaatsingen gerealiseerd in 2009 en 2010 dan het landelijk gemiddelde.
Uit de Cedris bedrijfsvergelijkend onderzoek uit 2010 blijkt dat landelijk de gemeentelijke bijdrage per SW’er € 905 bedraagt. Bij de referentiegroep ‘grote SW-bedrijven’ is de gemeentelijke bijdrage per SW’er € 800. Bij Caparis bedraagt de gemeentelijke bijdrage in 2010 € 867.
Pagina 44 van 58
Bijlage 1 A.1. Geraadpleegde literatuur
Jaarrekening 2008, 2009 en 2010 van Caparis NV.
Begroting 2008, 2009, 2010 en 2011 van Caparis NV.
Jaarrekening 2008, 2009 en 2010 van de Gemeenschappelijke Regeling SW 'Fryslân'.
Begroting 2008, 2009, 2010 en 2011 van de Gemeenschappelijke Regeling SW 'Fryslân’.
Kwartaalrapportages Caparis NV:
o
1e kwartaal 2008.
o
2e kwartaal 2008.
o
3e kwartaal 2008.
o
1e kwartaal 2009.
o
2e kwartaal 2009.
o
3e kwartaal 2009.
o
1e kwartaal 2010.
o
2e kwartaal 2010.
o
3e kwartaal 2010.
o
4e kwartaal 2010.
o
1e kwartaal 2011.
o
2e kwartaal 2011.
o
3e
Maandrapportage Caparis NV december 2008.
Maandrapportage Caparis NV december 2009.
Maandrapportage Caparis NV december 2010.
Maandrapportage Caparis NV juli 2011.
Maandrapportage Caparis NV augustus 2011.
Concept maandrapportage Caparis NV september 2011.
Businessplan voor transitie 2009-2012, versie 3.0 d.d. 25-9-2008.
kwartaal 2011.
Pagina 45 van 58
Memo governance structuur Caparis door Dirk Langedijk (niet gedateerd).
Review Transitieplan door Dirk Langedijk d.d . 19-9-2008.
Transitieplan Caparis 2008 d.d. 25-9-2008.
Transitiespoorboekje voor RvC en COR d.d. 29-10-2009, 31-12-2009, 20-1-2010, 17-2-2010, 17-3-2010, 26-5-2010, 23-6-2010, 8-9-2010.
Dashboard spoorboekje transitie d.d. 19-4-2010, 25-5-2010, 20-8-2010, 26-8-2010, 21-10-2010.
Cedris benchmarkrapport, individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek, referentiegroep Noord 2009.
Cedris benchmarkrapport, individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek, referentiegroep Noord halfjaarcijfers 2010.
Cedris benchmarkrapport, individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek, referentiegroep Noord 2010.
Cedris benchmarkrapport, individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek, referentiegroep grote swbedrijven 2009.
Cedris benchmarkrapport, individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek, referentiegroep grote swbedrijven halfjaarcijfers 2010.
Cedris benchmarkrapport, individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek, referentiegroep grote swbedrijven 2010.
Verslag bijeenkomst ambtelijke commissie ten aanzien van begroting 2011 d.d. 12-4-2011.
Specificatie transitieuitgaven d.d. 8-11-2011.
Beschikkingen van ministerie van SZW inzake de toekenning van de wsw-budgetten 2011 d.d. 15-10-2010 van de deelnemende gemeenten.
Sideletter behorende bij/in aanvulling op de begroting 2011 van Caparis NV d.d. 26-5-2011.
Memo van Caparis NV aan PwC inzake verschil personeelskosten 2010 en maandrapportage 2010.
WSW-statistiek 2010, jaarrapport van ROB d.d. 14-7-2011.
Publicatie Branche informatie 2010, branche informatie sociale werkgelegenheid en arbeidsintegratie van Cedris.
Interne analyse ontwikkeling resultaat Caparis 2008-2011 versus transitieplan d.d. 1-11-2011.
Interne analyse ontwikkeling resultaat Caparis 2008-2011 versus begroting d.d. 1-11-2011.
Verloopoverzicht vaste activa 2008 tot en met 2010 van Caparis NV.
Overzicht investeringen 2008 tot en met oktober 2011 van Caparis NV.
Overzicht investeringen 2008 tot en met oktober 2011 > € 50.000 van Caparis NV.
Specificatie omzet gemeenten 2008 tot en met 2010 (werkelijk), specificatie omzet per gemeenten zoals opgenomen in begroting 2011.
Pagina 46 van 58
Tarievenlijst 2011 Caparis Groenservice.
Specificatie grootboekrekening inhuur derden 2008, 2009, 2010 en 2011 (t/m september 2011).
Specificatie omzet top-10 klanten 2008, 2009, 2010 en 2011 (t/m september 2011).
Analyse omzet/NTW vergelijking gemeente en private afnemers van Caparis NV.
Analyse loonontwikkeling sw en kader 2007, 2008, 2009, 2010 van Caparis NV.
Specificatie managementfee algemeen directeur Caparis NV 2010 en 2011 d.d. 25-11-2011 .
Overzicht indiensttredingen Caparis NV 2008 tot en met 2011.
Overzicht uitdiensttredingen Caparis NV 2008 tot en met 2011.
Managementletter en accountantsverslag van Deloitte over het boekjaar 2009.
Concept begroting 2012 Caparis NV.
Notulen Algemene Vergadering van Aandeelhouders Caparis NV
o
17 april 2008.
o
12 augustus 2008.
o
18 december 2009.
o
17 juni 2009.
o
17 december 2009.
o
17 juni 2010.
o
8 september 2010.
o
4 oktober 2010.
o
15 oktober 2010 (samen met het bestuur van de GR SW Fryslân).
o
15 december 2010.
o
24 januari 2011.
o
14 maart 2011.
o
29 april 2011.
Pagina 47 van 58
A.2. Geïnterviewde personen Caparis NV In het kader van het onderzoek zijn de volgende personen van Caparis NV geïnterviewd:
De heer R. Veenstra, voorzitter RvC Caparis NV.
De heer W. de Vreeze, algemeen directeur Caparis NV.
De heer H. van Gelder, financieel directeur Caparis NV.
Pagina 48 van 58
A.3.
Detailoverzicht doelstellingen transitieplan
Doelstelling Realiseren van verdeling van 40%-30%-30% (beschut binnen - beschut buiten - deta/bw). Oftewel in 2012: - 814 SE in beschut binnen. - 659 SE in beschut buiten. - 858 SE in deta/bw.
Speerpunten voor het financieel gezond maken van Caparis: - Verhogen van de NTW door verschuiving naar PMC’s met een hogere toegevoegde waarde. - Vergroten aandeel groepsdetacheringen. - Vergroten 3e geldstroom (trajecten in opdracht van gemeenten of derden). - Effectievere inzet van de infrastructuur door met name de inzet in gerelateerde 3e geldstroomprojecten.
21
Vindplaats in transitieplan Paragraaf 6.1, beweging van binnennaar-buiten. Paragraaf 7.2, ontwikkeling NTW.
Paragraaf 6.2, beweging naar breakeven-point. Paragraaf 7.2, ontwikkeling NTW.
Status realisatie september 201121 Uit de jaarrekening 2010 blijkt het volgende: Beschut binnen: 53% (1280 SE). Beschut buiten: 29% (696 SE). Deta/bw: 18% (442 SE).
Nadere toelichting
Verhoging van de absolute omvang NTW (in absolute omvang) is in de jaren 2008 tot en met september 2011 niet gerealiseerd (bron: verkregen documentatie tot en met september 2011). In procenten van de omzet is de NTW in de periode 2008 tot en met september 2011 toegenomen.
Tot en met september 2011 is het aandeel groepsdetachering verbeterd (maandrapportage september 2011 Caparis).
De verdeling 40%-30%-30% is tot en met 2010 nog niet gerealiseerd. Voor geheel 2011 wordt door Caparis NV het volgende resultaat verwacht: - Beschut binnen: 45,8%. - Beschut buiten: 23,9%. - Deta / bw: 25,5%. - Schakelafdeling 4,8%
De voorgenomen verschuiving van beschut binnen naar detachering (individuele detachering, begeleid werken en groepsdetachering) heeft niet plaatsgevonden (zie begroting 2011 Caparis, pagina 16). Wel is in 2011 ten opzichte van voorgaande jaren
Gebaseerd op jaarrekening 2010 en concept maandrapportage september 2011.
‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Doelstelling
Vindplaats in transitieplan
Behalen van een financieel resultaat van: - 2008 € - 0,3 miljoen. - 2009 € - 0,9 miljoen (incl. € 1,5 miljoen transitiekosten). - 2010 € - 0,1 mln. (incl. € 1,5 miljoen transitiekosten). - 2011 € 2,2 miljoen. - 2012 € 1 miljoen. Realiseren van weerstandsvermogen (eigen vermogen) van: - 2008 € - 5 miljoen. - 2009 € -0,7 miljoen. - 2010 € -0,7 miljoen. - 2011 € 1,6 miljoen. - 2012 € 2,6 miljoen. Bijdrage van gemeenten per deelnemer bedraagt in: - 2008 € 994. - 2009 € 875. - 2010 € 875. - 2011 € 875. - 2012 € 0.
Paragraaf 6.3, ontwikkeling van het resultaat / eigen bijdrage gemeente.
Commitment voor de komende 4 jaar (doelstellingsperiode).
Hoofdstuk 8, mensontwikkelbedrijf.
Paragraaf 7.3, ontwikkeling resultaat en 7.4, ontwikkeling balans.
Status realisatie september 201121 een toename van het aandeel detachering/groepsdetachering gerealiseerd alsmede een afname van het aandeel beschut binnen.
Nadere toelichting
Het vergroten van de 3e geldstroom / trajecten blijft achter op het transitieplan. Uit de jaarrekeningen van Caparis NV blijken de volgende resultaten: 2008: € 185.000 (excl. € 5 miljoen bijdrage gemeenten =bijzondere baten). 2009: € 73.000. 2010: € - 2,3 miljoen. 2011: € - 4,39 miljoen (prognose Caparis). Het weerstandsvermogen heeft zich als volgt ontwikkeld: 2008: € 186.000. 2009: € 259.000. 2010: € - 2,057 miljoen (excl. € 2,3 miljoen bijdrage gemeenten inzake aanzuivering verlies 2010). 2011: ca. € - 6 miljoen (prognose Caparis). Bijdrage van gemeenten per deelnemer per jaar: 2008: € 875. 2009: € 906. 2010: € 926. 2011: € 935.
2008/2010: de hiernaast genoemde bijdrage van gemeenten per deelnemer is exclusief de incidentele bijdrage van € 5 miljoen over 2008 respectievelijk € 2,3 miljoen over 2010.
Competentiemanagement wordt ondersteund door ondermeer Pagina 50 van 58
Doelstelling -
-
Vindplaats in transitieplan
Definiëren van de benodigde werksoorten bij de werkbedrijven op basis competenties. Verhogen score op de werkladder. Planmatige sturing op in-, door- en uitstroom op basis van de individuele ontwikkelplannen en realistische invulling bij werkbedrijven. Nieuwe instroom. Plaatsing van boven naar beneden (werkladder). Uitstroom 150 ondergrenzers.
Status realisatie september 201121 vastleggingen in cliëntvolgsysteem Compas.
Nadere toelichting
In de maand-, kwartaalrapportages en jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de ontwikkeling van de werkladder. De betreffende scores verbeteren, maar de doelstelling van 40%-30%-30% is in 2011 nog niet gerealiseerd. Wel is in 2011 ten opzichte van voorgaande jaren een toename van het aandeel detachering/groepsdetachering gerealiseerd alsmede een afname van het aandeel beschut binnen.
Realiseren van 480 trajecten met een gemiddelde omzet van € 3.500 per traject in 2012 (in totaal € 1,6 miljoen).
De uitstroom van 150 ondergrenzers is niet gerealiseerd volgens de directie. Een registratie van de uitstroom van deze werknemers is niet voorhanden.
Het bedrijfsonderdeel verwezenlijkt in de komende vier jaar de volgende doelstellingen: - Creëren 50 SE-werkplekken detachering vanuit beschut. Creëren 10 SE-werkplekken begeleid werken vanuit beschut. - Creëren 30 SE-werkplekken detachering nieuwe instroom. - Creëren 20 SE-werkplekken begeleid werken nieuwe instroom. Dit resulteert in 228 SE-werkplekken deta en
Hoofdstuk 9, detachering en begeleid werken.
Een omzet van € 1,6 miljoen is medio 2011 niet gerealiseerd. Omzet prognose 2011 volgens Caparis: € 0,5 miljoen. Realisatie 2010 deta: 168 SEwerkplekken. Realisatie 2010 BW: 158 SE werkplekken. Verwachting 2011 deta: 235 SEwerkplekken. Verwachting 2011 BW: 148 SEwerkplekken. Bron: concept maandrapportage september 2011. Het begrote aantal plaatsingen
Sturing op de beweging is vanaf 2010 centraal belegd bij O&I in plaats van (tot 2010) de (uitvoerende) afdelingen zoals industrie of groen.
Pagina 51 van 58
Doelstelling
Vindplaats in transitieplan
222 BW-werkplekken ultimo 2012 en een NTW van € 4,866 miljoen.
Status realisatie september 201121 begeleid werken is volgens de verwachting 2011 nog niet gerealiseerd. Eveneens geldt dit voor de NTW.
Nadere toelichting
Het begrote aantal SE-werkplekken deta zal volgens de verwachting 2011 ultimo dit jaar zijn gerealiseerd. Het bedrijfsonderdeel verwezenlijkt in de komende vier jaar de volgende doelstellingen: - Uitbreiding 50 SE-werkplekken groepsdetachering ten behoeve van doorstroming van werkplekken binnen naar groepsdetacheringen. - Creëren 25 SE-werkplekken ten behoeve van nieuwe instroom in groepsdetachering. - Afstemmen palet aan PMC’s op basis van benodigde werksoorten voor mensontwikkeling (competentie-eisen vanuit mensontwikkelbedrijf; MOB) en marktmogelijkheden. - Beperken diversiteit aan PMC’s waarbij het uitgangspunt is maximaliseren NTW per PMC. Dit resulteert in 659 SE-werkplekken buiten en 156 SE-groepsdeta werkplekken ultimo 2012 en een NTW van € 8,575 miljoen.
Hoofdstuk 10, beschut buiten.
Realisatie 2010: beschut buiten 687 SE- werkplekken. Verwachting 2011: beschut buiten 569 SE-werkplekken. Bron: concept maandrapportage september 2011.
Sturing op de beweging is vanaf 2010 centraal belegd bij O&I in plaats van (tot 2010) de uitvoerende afdelingen zoals industrie of groen.
Groepsdetachering: de doelstelling uit transitieplan bedraagt 156 SE + 252 SE (zie hieronder) = 408 SE. Ultimo 2010 zijn 107 SEwerkplekken groepsdeta gerealiseerd. Voor 2011 worden 224 SEwerkplekken aan groepsdetachering verwacht. Bron: concept maandrapportage september 2011. De begrote afname volgens het transitieplan van het aantal plaatsingen beschut buiten is volgens de verwachting 2011 nog niet gerealiseerd. Eveneens geldt dit voor de NTW.
Pagina 52 van 58
Doelstelling
Vindplaats in transitieplan
Status realisatie september 201121 Het begrote aantal SE-groepsdeta werkplekken zal volgens de verwachting 2011 ultimo dit jaar zijn gerealiseerd.
Het bedrijfsonderdeel verwezenlijkt in de komende vier jaar de volgende doelstellingen: - Inkrimpen aantal werkplekken binnen de muren van Caparis in verband met uitstroom van 150 SW-medewerkers met een ondergrensindicatie en 190 plekken in verband met doorstroom naar groepsdetachering, beschut buiten, etc.. - Creëren van 150 extra SE-werkplekken groepsdetachering ter vervanging van werkplekken binnen. - Creëren 25 SE-werkplekken groepsdetachering ten behoeve van nieuwe instroom. - Afstemmen PMC’s op basis van benodigde werksoorten voor mensontwikkeling (competentie-eisen vanuit MOB) en marktmogelijkheden. - Beperken diversiteit aan PMC’s waarbij het uitgangspunt is maximaliseren NTW per PMC.
Hoofdstuk 11, beschut binnen.
Caparis heeft bij SW’ers een assessment afgenomen waarbij competenties in kaart zijn gebracht en zijn vastgelegd in een clientvolgsysteem. Doelstelling van Caparis hiervan is het verkrijgen van inzicht en grip op het proces van mensontwikkeling. De afdeling O&I is hiervoor opgericht.
Dit resulteert in 814 SE-werkplekken binnen en 252 SE-groepdeta werkplekken ultimo 2012 en een NTW van € 8,164 miljoen.
Nadere toelichting
Sturing op de beweging is vanaf 2010 centraal belegd bij O&I in plaats van de (uitvoerende) afdelingen zoals industrie of groen.
Ten aanzien van de PMC’s wordt gewerkt met nieuwe PMC’s zoals post en schoonmaak met het oog op de beweging van binnen naar buiten. Andere PMC’s (beschut binnen/industrie zoals fotolijsten) zijn afgebouwd. Realisatie beschut binnen 2010: 1285 SE. Verwacht aantal plaatsingen in beschut binnen over 2011 bedraagt 1090 SE Groepsdetachering: de doelstelling uit transitieplan bedraagt 156SE + 252 SE (zie hieronder) = 408 SE. Ultimo 2010 zijn 107 SEwerkplekken groepsdeta gerealiseerd. Voor 2011 wordt 224 SE aan groepsdetachering verwacht. Pagina 53 van 58
Doelstelling
Vindplaats in transitieplan
Status realisatie september 201121
Nadere toelichting
De begrote afname volgens het transitieplan van het aantal plaatsingen beschut buiten is volgens de verwachting 2011 nog niet gerealiseerd. Eveneens geldt dit voor de NTW. -
-
-
-
P&C-cyclus: De afdeling Concerndiensten zorgt voor de planning van en control op beleidsprocessen, begroting/jaarrekening en activiteiten. Ontwikkelen van informatiemanagement waarin wordt vastgesteld hoe Caparis nu en in de toekomst op effectieve en efficiënte wijze in de informatiebehoefte kan voorzien. Ontwikkelen van een efficiënt huisvestingsbeleid dat bijdraagt aan het kunnen realiseren van de organisatiedoelen. Control op bedrijfseconomisch, in-, dooren uitstroom, werkladderplaatsing versus potentie. Aansturing decentrale financiën en P&O. Vanaf 2009 is de organisatie financieel in control. Dit moet in de managementletter van de accountant voor 2009 bevestigd worden.
Hoofdstuk 12, Concerndiensten.
De ondersteunende diensten zijn centraal georganiseerd. De concerncontroller en twee controllers dragen zorg voor planning en control op de beleidsprocessen, begroting/jaarrekening en andere activiteiten. Er is sprake van een P&C-cyclus en informatievoorziening met onder andere maand- en kwartaal cijfers voorzien van begrote en gerealiseerde financiële en nietfinanciële stuurinformatie, waaronder prognoses van het jaarresultaat. De P&C-cyclus is ingedeeld conform de gekantelde organisatie. Vastgoedbeheer is centraal belegd. Huurpanden zijn en worden afgestoten door het niet verlengen van huurcontracten. Eigen panden en huurpanden (met doorlopend huurcontracten) die leegstaan door afstoting van werksoorten in de industrie zijn door middel van compartimentering gereed gemaakt Pagina 54 van 58
Doelstelling
Vindplaats in transitieplan
Status realisatie september 201121 voor (onder)verhuur.
Nadere toelichting
Het systeem Dariuz wordt gebruikt voor assessments en Compas als cliëntvolgsysteem. In-, door- en uitstroomgegevens en de ontwikkeling op de werkladder zijn opgenomen in de P&C rapportages. Deze worden periodiek besproken met controllers, directeuren, algemeen directeur en RvC. Centrale aansturing van financiën en P&O. Nieuwe medewerkers van afdeling financiën zijn aangetrokken danwel controllers worden ingehuurd. De managementletter en verslag van bevindingen van de accountant over 2009 vermeldt dat Caparis grote stappen heeft gemaakt in de verbetering van haar interne beheersing en tussentijdse informatievoorzieningen. Enkele aandachtspunten dienen volgens deze rapportages nog opgepakt te worden. Een expliciete bevestiging dat de organisatie ‘in control’ is niet aangetroffen. -
Versterking van de beleidsmatige kant door aantrekken van een commercieel medewerker. De herpositionering en professionalisering van de verkooporganisatie door medewerkers die belast zijn met commerciële taken. Zij zullen een begeleidingstraject volgen,
Hoofdstuk 13, marketing en verkoop.
In 2009 is gestart met het opzetten van een centraal aangestuurde commerciële functie inclusief specifieke begeleiding. De algemeen directeur is verantwoordelijk voor sales. In 2010 is een (nieuwe) centrale afdeling Sales gestart. Pagina 55 van 58
Doelstelling
-
-
-
-
-
Vindplaats in transitieplan
gericht op verkoop- en vraaggestuurd werken. Verdere ontwikkeling van Caparis tot een meer klantgerichte organisatie. Focus is gericht op het beheersen van de klantrelatie. Dienstverlening aan klanten, in het bijzonder de unitsoverstijgende accounts zoals de provincie en grote bedrijven die op meerdere locaties werkzaam zijn, is gericht op cross-selling. Aangaan van maatwerkcontracten tussen de gemeenten en Caparis waarin op jaarbasis afspraken worden gemaakt over gewenste afname van diensten en/of producten. Periodiek overleg met directeuren c.q. afdelingshoofden van de GR-gemeenten over de afstemming van vraag en aanbod.
De uit te bouwen communicatiefunctie valt onder directe verantwoordelijkheid van de algemeen directeur. Versterking van met name corporate communicatie zal plaatsvinden door formatie-uitbreiding. Iedereen, intern en extern, is bekend met het beleid en de doelen van Caparis. Vanuit de verschillende rollen en verantwoordelijkheden communiceert Caparis en wordt er met Caparis gecommuniceerd. Dat vraagt om een goed communicatiebeleid, een consistente boodschap en een heldere aanpak.
Status realisatie september 201121
Nadere toelichting
Cross-selling is langs een aantal lijnen uitgewerkt. De kanteling naar industrie, groen, O&I en deta/BW heeft plaatsgevonden. Een salesteam van 4 mensen is opgericht die, op basis accountantmanagement, klanten beheert/benadert. Maatwerkcontracten zijn niet afgesloten. Wel zijn in de begrotingen omzetten van gemeenten opgenomen. Voor 2011 is voor een bedrag van € 500.000 een inspanningsverplichting overeengekomen. Er vindt op diverse niveaus (raad, colleges, directeuren, beleidsmedewerkers) overleg plaats over diverse onderwerpen, waaronder vraag en aanbod. Hoofdstuk 14, Communicatie.
Algemeen directeur is verantwoordelijk voor sales/marketing en communicatie. Communicatiebeleid is geactualiseerd en er is een centrale uniforme corporate uiting.
Pagina 56 van 58
A.4. Overzicht NTW per PMC 2008-2011
Omzet NTW ntw in % omzet
Omzet NTW ntw in % omzet
Omzet NTW ntw in % omzet
Omzet NTW ntw in % omzet
2008 Drachten Leeuwarden Heerenveen WGS Totaal begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk 5880 6064 3137 3290 5543 6117 9233 9205 23793 24676 2786 2838 2459 2671 4618 4785 7906 7543 17769 17837 47%
47%
78%
81%
83%
78%
86%
82%
75%
72%
2009 Drachten Leeuwarden Heerenveen WGS Totaal begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk 5596 4537 3393 3037 5605 5442 9272 9109 23866 22125 2790 2499 2748 2575 4769 4531 7718 7143 18025 16748 50%
55%
81%
85%
85%
83%
83%
78%
76%
76%
2010 O&I Deta/bw/post Groenservice Industrie Totaal begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk 20 3 2863 2675 9739 8717 10811 9810 23433 21205 0 0 2431 2245 8211 7197 7991 7268 18633 16710 0%
0%
85%
84%
84%
83%
74%
74%
80%
79%
2011 O&I Deta/bw/post Groenservice Industrie Totaal begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk begroot werkelijk 15 2 4031 3828 7994 8194 9316 8815 21356 20839 9 0 3444 3148 6581 6760 7445 7328 17479 17236 60%
0%
85%
82%
82%
82%
80%
83%
82%
83%
Bron: maandrapportages 2008, 2009, 2010, concept maandrapportage september 2011. Deze cijfers sluiten niet exact aan met omzet en NTW gegevens in de jaarrekening aangezien hier bijvoorbeeld interne verrekeningen ook zijn opgenomen welke in de jaarrekening geëlimineerd worden.
‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
B. Reactie Caparis op eerste en tweede concept rapport PwC De volgende reacties van Caparis op de concept-rapporten van PwC zijn bijgevoegd: -
Reactie Caparis d.d. 5 december 2011 op eerste concept rapport van PwC d.d. 28 november 2011, inclusief reactie van PwC daarop.
-
Errata memo Caparis op reactie Caparis d.d. 8 december 2011 op eerste concept rapport van PwC d.d. 28 november 2011.
-
Memo reactie Caparis d.d. 9 december 2011 op tweede concept rapport van PwC d.d. 8 december 2011.
-
Reactie van Caparis d.d. 9 december 2011 op tweede concept rapport van PwC 8 december 2011, hoofdstuk 10.
PwC
Pagina 58 van 58