Pfizer... de facto
Informatie- en opinienieuwsbrief voor onze partners in de gezondheidszorg - Nr 3
Speciale editie!
Onderzoek & Ontwikkeling blijft topprioriteit Onderzoek & Ontwikkeling (O&O) is in de farmaceutische sector meer dan ooit een topprioriteit. Enkel via blijvende investeringen in nieuwe kennis, en de toepassing ervan, kunnen vernieuwende geneesmiddelen ontdekt worden. Om dergelijke investeringen ook tot een succes te maken dienen heel wat hindernissen overwonnen te worden. Wij laten u op de volgende pagina’s dan ook graag kennis maken met een aantal randvoorwaarden en succesfactoren die het op de markt komen van een nieuw geneesmiddel beïnvloeden. Pfizer neemt het voortouw in O&O... Alle inspanningen binnen het domein van O&O zijn gericht op het zo snel mogelijk bij de patiënt brengen van vernieuwende geneesmiddelen. Om het innovatieproces te versnellen rekenen wij niet enkel op onze eigen O&O-inspanningen, maar worden ook licenties aangekocht op moleculen die elders werden ontwikkeld en (onderzoeks)bedrijven uit de sector overgenomen. Gigantische investeringen Bij Pfizer namen de investeringen in O&O de laatste jaren een enorme vlucht: van 4,776 miljard $ in 2001 naar 8,089 miljard $
in 2007. Volgens het scorebord van de Europese Commissie staan wij daarmee aan de top van de rangschikking, wereldwijd en over alle sectoren heen. Deze gigantische investeringen hoeven niet te verwonderen, maar zijn eigen aan de farmaceutische sector. Alleen al de ontwikkeling van een nieuwe molecule tot een volwaardig geneesmiddel vraagt niet alleen veel tijd – 10 tot 12 jaar -, maar vooral ook veel middelen. De kost voor de ontwikkeling van één nieuwe molecule bedraagt bijna 1 miljard euro. Europa hinkt achterop Ook in Europa worden zware inspanningen geleverd. Meer dan 85.000
Europese wetenschappers in de farmaindustrie zoeken vandaag naar nieuwe geneeswijzen en innovatieve therapieën voor de behandeling van kanker, hartziekten, Alzheimer, artritis, osteoporose, HIV/AIDS en tal van andere ziekten. En hoewel Europa de bakermat is geweest van heel wat
Ondersteuning van lokale O&O in Europa heeft een positieve invloed op economie, gezondheid en welvaart
belangrijke geneesmiddelen, zien we dat de Europese innovatieve positie op het vlak van O&O achteruit gaat ten opzichte van de Verenigde Staten. Daar wordt het onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen actief door de overheid
gestimuleerd. Sinds 1998 is dan ook 70 procent van de nieuwe geneesmiddelen afkomstig uit de Verenigde Staten. Europa scoort hier met 19 procent zeer zwak. Dat is een spijtige zaak, want een sterke lokale inplanting van een
farmaceutische O&O-eenheid heeft heel wat voordelen. Zo kunnen patiënten, dankzij lokale O&O-inspanningen, sneller toegang krijgen tot innovatieve geneesmiddelen (bv. via de klinische onderzoeksprogramma’s). En ook de
Uitgaven in O&O van de farmaceutische industrie in percentage van het BBP en van het BERD*, 2004 (%)
Percentage van het BBP
Percentage van het BERD*
(%)
0,6
30
0,5
25
0,4
20
0,3
15
0,2
10
0,1
5
0
0 n ole
P
k lie
b 20 pu ë( Re e s ch Au chis e j s T e
orw
No
) 03
n ge
li tra
K
a ore
I
ië tal
d lan
Fin
Sp
a
nje
Ca
n
a ad
Ier
r
de
Ne
d lan
d lan
de
ig ren
S
en tat
(20
) 03
Du
its
d lan
Ve
Verenigde Staten OESO (2005) Verenigd Koninkrijk (2005) IJsland (2005) Australië Canada Noorwegen Spanje (2005) Italië Finland Korea Frankrijk (2005) Portugal Denemarken EU27 (2005) Hongarije (2005) Tsjechische Republiek Nieuw Zeeland (1999) Duitsland Nederland Oostenrijk Japan Griekenland Ierland Mexico Zwitserland (2004) België (2005) Russische Federatie (2001) Zweden Slowaakse Republiek Polen (2005)
Gemiddelde jaarlijkse groei, 2000-2006
0.2%
Fra
n
jk kri
(20
nig
o dK
re Ve
nin
jk kri
Be
ë lgi
n rke
) 03
a 20 em en ( d e Zw
n De
* Business enterprise expenditure on R&D Bron: OECD Science, Technology and Industry: Scoreboard 2007 – OECD 2007
Uitgaven van de overheid in O&O rond gezondheid in percentage van het BBP en gemiddelde jaarlijkse groei 5.3 7.3 3.8 5.2 20.7 9.3 6.8 18.9 7.7 1.8 10.4 3.8 7.4 3.5 5.6 n.a. 6.1 n.a. 3.7 11.6 13.0 3.0 5.5 17.4 14.6 23.2 6.6 n.a. 3.6 -8.2 n.a. 0.3%
20
n(
a Jap
) 03
) 03
0.1%
0%
Bron: OECD Science, Technology and Industry: Scoreboard 2007 – OECD 2007
nationale/Europese economie deelt mee in de meerwaardecreatie aan jobs, knowhow en innovatieve producten. Met andere woorden: ondersteuning van lokale O&O in Europa heeft een positieve invloed op economie, gezondheid en welvaart.
De farmaceutische ‘pipeline’: van molecule tot geneesmiddel De zoektocht naar een nieuwe molecule is lang. Pas na heel wat onderzoek, studies en tal van administratieve procedures komt een nieuw geneesmiddel ter beschikking van artsen en patiënten. Alles begint met de aanmaak van nieuwe moleculen, bijvoorbeeld via chemische synthese of door zuivering van een natuurlijke stof. Daarna volgen een screening en tal van onderzoeken in vitro en bij dieren. Ondertussen zoeken ingenieurs, samen met de wetenschappers, naar de beste methode voor het bereiden van het geneesmiddel op grote schaal.
Klinische studies Of een geneesmiddel ook veilig is voor de patiënten wordt nagegaan tijdens de klinische studies. Pfizer voert in België talrijke klinische studies uit. Om te garanderen dat dergelijke studies op een ethische manier gebeuren, wordt er
Traject van molecule tot geneesmiddel Octrooi ingediend Acute toxiciteit Farmacologie Chronische toxiciteit Klinische proeven - Fase I Fase II Fase III Vergunning voor het in de handel brengen Prijs Terugbetaling
Screening van duizenden moleculen
1 geneesmiddel
0
Resterende octrooiperiode
5
10
jaar 10 jaar onderzoek
Pre-klinisch onderzoek
15
jaar
jaar
2-3 jaar administratieve procedures
Klinisch onderzoek
Periode waarin de ontwikkeling van een genessmiddel geld kost aan de onderneming
minutieus aandacht besteed aan het ontwerp van de studie, aan controle, monitoring en een accurate voorstelling van de risico’s. Bij een klinische studie wordt iedere deelnemende vrijwilliger op voorhand ingelicht over het geneesmiddel en het doel van de studie. Zodra de overheid en een ethisch comité groen licht geven kan het testen beginnen: dat gebeurt in vier fasen. In fase 1 onderzoekt men voor het eerst bij personen of een geneesmiddel veilig is en goed wordt verdragen. Meestal vraagt men hiervoor een klein aantal gezonde vrijwilligers. Die krijgen lage dosissen van een experimenteel geneesmiddel toegediend. Ondertussen screent hoogtechnologische apparatuur continu de effecten van het medicijn. De dosis van het nieuwe geneesmiddel wordt geleidelijk verhoogd om de onderzoekers toe te laten de klinische respons op het geneesmiddel te meten. Bijvoorbeeld of het geneesmiddel voldoende wordt opgenomen, hoe lang het in de bloedsomloop blijft en welke doseringsniveaus veilig zijn. Tijdens de fase 2-studies wordt het middel voor het eerst aan patiënten toegediend. In dit stadium zijn meestal een honderdtal patiënten betrokken. De vrijwilligers lijden aan de ziekte die het
20
Octrooi vervallen
Periode waarin de O&O-investeringen kunnen worden terugverdiend
Fase 3 is een uitvergroting van fase 2. We zoeken daarbij op grote schaal naar een bevestiging van de fase 2-resultaten. Meestal hanteren we hier ‘gerandomiseerd dubbelblinde’ studies, waarbij noch de onderzoeker, noch de patiënt weten wie het nieuwe geneesmiddel toegediend krijgt en wie een placebo of een vergelijkend geneesmiddel. Aan deze studies nemen gewoonlijk verschillende honderden tot duizenden patiënten deel. Ze resulteren in een goed kwalitatief en kwantitatief overzicht van de voordelen en de risico’s verbonden aan het nieuwe geneesmiddel.
... en bij de patiënt In een volgende stap, de registratie, dient men een aanvraag in bij de nationale geneesmiddelenregulator om het nieuwe geneesmiddel op de markt
ABC (aanvullend beschermingscertificaat) max. +5 jaar
Komst generische concurrentie. Verkoop buiten octrooi met verlaagde prijs
Intensieve geneesmiddelenbewaking
experimentele geneesmiddel moet behandelen. Ze kunnen door artsen worden gerekruteerd in onderzoekscentra, ziekenhuizen en hospitalen in de hele wereld. Tijdens deze fase wordt opnieuw gekeken naar mogelijke nevenwerkingen, naar de potentiële risico’s van het geneesmiddel en naar de doeltreffendheid. En er wordt gezocht naar de meest geschikte dosering en toedieningswijze (tablet, injectie, …).
...
jaar
Bron: pharma.be
te mogen brengen. In de VS wordt er een New Drug Application (NDA) ingediend bij de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA). In Europa wordt er een Market Authorization Application (MAA) aangevraagd bij het Europees geneesmiddelenbureau. Pas als het nieuwe geneesmiddel wordt goedgekeurd kan het in de handel worden gebracht. Maar ook dan stopt het onderzoek niet, want de fase 4-studies gaan pas van start nadat het geneesmiddel op de markt is gekomen. Men noemt ze daarom ook ‘postmarketingstudies’. Ze laten toe de voor- en nadelen van het medicijn verder te evalueren op grote schaal, op lange termijn of bij specifieke patiëntengroepen. Want de zoektocht naar een steeds grondiger kennis en het optimale gebruik van een nieuwe molecule stopt nu eenmaal niet bij de goedkeuring. Ook nadien kunnen nog nieuwe fase 1, 2 en 3 studies met hetzelfde geneesmiddel worden opgezet om na te gaan of het geneesmiddel ook voor andere indicaties of in nieuwe toedieningsvormen nuttig kan zijn. Bij positief resultaat, kan het bedrijf hiervoor een aanvullende registratie ontvangen en kan het zo het geneesmiddel voor meer patiënten ter beschikking stellen.
Klinisch onderzoek in België De klinische onderzoekseenheid van Pfizer in Anderlecht: in volle expansie De klinische fase 1 onderzoekseenheid die verbonden is aan het Universitair Ziekenhuis Erasme in Anderlecht is wat men noemt een ‘Early Development Unit’. Toekomstige geneesmiddelen worden er voor het eerst op gezonde vrijwilligers getest. Men onderzoekt of het geneesmiddel goed wordt verdragen en welke dosissen aangewezen zijn. Pfizer telt drie centra van dit type, namelijk één in de VS, één in Singapore en één in Europa: de fase 1 eenheid in Anderlecht. Bovendien is de eenheid in Brussel de grootste van de drie. Een multicultureel team van artsen, apothekers en verpleegkundigen leidt de onderzoeken in goede banen. Het centrum telt zo’n 80 medewerkers met meer dan tien verschillende nationaliteiten. Gewoonlijk worden nieuwe moleculen pas tijdens fase 2 op patiënten getest, maar voor ingrijpende aandoeningen of zware medicatie, zoals voor oncologie bijvoorbeeld, worden patiënten al in fase 1 ingelijfd. Gemiddeld lopen in Anderlecht zo’n 10 studies tegelijkertijd en dat binnen verschillende therapeutische domeinen. Het belang van deze onderzoekseenheid blijft toenemen en de expansie ervan wordt aangetoond door een verdubbeling van mensen en capaciteit over de laatste 10 jaar. Pfizer werkt volop samen met academici en ziekenhuizen, onder andere voor het uittesten en valideren van nieuwe onderzoekstechnieken. Maar ook op ethisch vlak zijn samenwerkingsverbanden van groot belang: voor een product mag getest worden, dienen zowel het Ethisch Comité van de ULB (Université Libre de Bruxelles) als het geneesmiddelenagentschap groen licht te geven voor de studie.”
Fase 2 en 3-onderzoek: doorgedreven controle in het belang van de patiënt Bij Pfizer, worden fase 2 en 3 studies steeds opgestart in een internationaal kader. Voor elkeen wordt bekeken welke landen in aanmerking komen om deze uit te voeren. Pfizer neemt daarna contact op met artsen, die binnen het onderzochte domein actief zijn, om hun medewerking te vragen. Jaarlijks lopen er gemiddeld een veertigtal studies in België, waarbij meer dan 250 artsen en 2.000 patiënten betrokken zijn. Artsen zijn vaak zelf vragende partij om deel te nemen aan een studie. Onderzoek wees uit dat artsen in de eerste plaats deelnemen omwille van het wetenschappelijke karakter van de studies én om nieuwe therapieën aan hun patiënten te kunnen aanbieden. Die betrokkenheid van de Belgische artsen straalt ook af op het aantal onderzoeken die we in België mogen voeren. Ons land heeft een zéér goede reputatie op het vlak van klinisch onderzoek en onze artsen worden geprezen omwille
van hun nauwkeurigheid waarmee ze aan de studies meewerken. Maar ook de snelheid waarmee een studie kan opgestart worden is zeer belangrijk. De wet bepaalt dat de ethische comités van ziekenhuizen én de autoriteiten binnen de 28 dagen na een aanvraag moeten beslissen of het onderzoek kan starten. Dat is aanzienlijk sneller dan in de ons omringende landen waardoor wij verhoudingsgewijs meer aanvragen krijgen in vergelijking met veel andere landen, maar ook dat we aan de top staan voor geneesmiddelenonderzoek. We kunnen het belang van al de ingebouwde controlemechanismen niet voldoende benadrukken: de goedkeuringen door de ethische comités, autoriteiten én de continue controle van het onderzoek door Pfizer garanderen dat studies in prefect gecontroleerde omstandigheden verlopen. De veiligheid van de patiënt staat immers steeds voorop.
Op zoek naar een eerlijke prijs voor innovatieve geneesmiddelen De ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen is een complexe, dure, risicovolle en vooral tijdrovende aangelegenheid. Hoe meer budget er voor kan vrijgemaakt worden, hoe groter de kans dat betere innoverende geneesmiddelen op de markt en naar de patiënten kunnen worden gebracht. Maar soms lijkt het of de farmaceutische sector hier alléén van bewust is en er alléén voor staat... Eén miljard euro. Dat is de gemiddelde investeringskost om een nieuw geneesmiddel op de markt te brengen. Bovendien brengt slechts één op drie geneesmiddelen genoeg geld op om de oorspronkelijke investeringskost terug te betalen. Met de opbrengst van dat ene geneesmiddel moeten dus ook de ontwikkelingskosten van twee andere, verlieslatende geneesmiddelen betaald worden evenals de kosten gemaakt voor O&O op moleculen die het niet tot geneesmiddel hebben gebracht.
van nieuwe geneesmiddelen zal stoppen. En dat zou geen goede zaak zijn voor de vele patiënten die lijden aan vandaag nog moeilijk of niet te genezen aandoeningen. Ook op korte termijn zou deze situatie nadelig zijn voor vele patiënten. Jaarlijks voeren farmaceutische bedrijven immers heel wat klinische studies uit in België, waaraan tal van patiënten kunnen deelnemen. Zo profiteren ze meteen van bepaalde farmaceutische innovaties. Vraag is of dit kan blijven duren?
De toekomst van O&O in de farmaceutische sector staat of valt bijgevolg met de mogelijkheid om gemaakte investeringen terug te verdienen. Geneesmiddelen verdienen dan ook een eerlijke prijs en een rechtvaardige toegang tot de markt, die rekening houden met de hoge O&Okosten, met de enorme investeringsrisico’s en met de meerwaarde van het nieuwe middel. Maar het moet tegelijkertijd betaalbaar blijven voor de patiënten.
In België houdt de overheid onvoldoende rekening met de bijdrage van nieuwe geneesmiddelen tot de verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg op korte en op lange termijn. Dit betekent dat zij slechts bereid is om een (zeer) lage prijs te betalen voor nieuwe geneesmiddelen, of dat zij deze slechts terugbetaalt voor een (zeer) beperkte patiëntenpopulatie.
De dag waarop een farmaceutisch bedrijf er niet meer in slaagt om winst te maken, is de dag waarop de ontwikkeling
Overheid speelt cruciale rol
Vanuit deze optiek, die betalen voor gezondheidszorg eerder als een pure kost dan als een investering in de toekomst beschouwt, evolueren we naar een sys-
teem waarbij de toegankelijkheid van nieuwe geneesmiddelen voor de patiënten sterk beperkt wordt.
De toekomst van O&O in de farmaceutische sector staat of valt bijgevolg met de mogelijkheid om gemaakte investeringen terug te verdienen.
Zoeken naar een win-win situatie, zowel voor het farmaceutisch bedrijf als voor de patiënten is dus de boodschap. Alleen dan krijgt de samenleving een ‘return on investment’, die zich vertaalt in een toenemende levenskwaliteit, een groeiende levensverwachting, vermeden hospitalisatiekosten en een grotere economische productiviteit. En zo kunnen de geneesmiddelenbedrijven ook blijven investeren in nieuwe geneesmiddelen en in de gezondheid van de toekomstige generaties.
Pfizer… de facto is een periodieke uitgave van Pfizer België, waarin een onderwerp met betrekking tot gezondheids- en/ of geneesmiddelenbeleid behandeld wordt. Pfizer… de facto heeft als betrachting concrete en recente informatie betreffende dergelijke onderwerpen met u te delen en geeft u daarnaast een beeld van de mening en benadering van ons gezondheidsbedrijf ten aanzien van deze topics. Voor reacties of meer informatie kan u terecht bij Peter Menu, op 02/554.67.03 of
[email protected]