Onderzoek naar de kwaliteit van de crisisopvang in de provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg Utrecht, augustus 2007
Inspectie jeugdzorg
2
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
Samenvatting Op verzoek van de provincie Groningen onderzocht de Inspectie jeugdzorg in juni 2007 de kwaliteit van de crisisopvang in de provincie Groningen bij de crisisopvang voorzieningen van de Base Groep en van het Centrum voor Wonen, Zorg en Welzijn Noord (CWZW Noord) van het Leger des Heils, en het Bureau Jeugdzorg Groningen (BJZ). De inspectie heeft in dit toezicht het handelen van zowel Bureau Jeugdzorg als de aanbieders van crisisopvang betrokken, omdat het handelen van beide partijen van invloed is op de kwaliteit van de hulpverlening. In het onderzoek onderzocht de inspectie de volgende drie kwaliteitsaspecten: de benodigde hulp bieden, veiligheid bieden en de verblijfsduur van de crisisopvang.
De inspectie is van oordeel dat het handelen van BJZ Groningen, de Base Groep en het CWZW Noord er toe leidt dat de crisisopvang in de provincie Groningen van een redelijk goede kwaliteit is. De kinderen krijgen goede hulp in de crisisopvang en er zijn goede waarborgen voor hun veiligheid. Verbeterpunten liggen op het gebied van: samenwerking en afstemming tussen BJZ Groningen en de zorgaanbieders, het regisseren van de hulp in geval van vrijwillige hulpverlening (als er gedurende de crisisopvang meerdere instanties betrokken zijn), en een meer systematische aanpak (eenduidig en planmatig werken, expliciete veiligheidsinschattingen maken en uitwisselen).
Positief is dat Bureau Jeugdzorg, de Base Groep en het CWZW Noord erin slagen de crisis in korte tijd te bezweren en dat jongeren zo kort mogelijk in de crisisopvang verblijven. Een groot knelpunt in de provincie Groningen is het gebrek aan voldoende vervolgplaatsen.
De inspectie komt tot de volgende aanbevelingen aan de instellingen en de provincie Groningen teneinde de kwaliteit van de crisisopvang te verbeteren:
Aanbevelingen aan de instellingen benodigde hulp bieden BJZ Groningen, Base Groep, CWZW Noord -
Stel gezamenlijk een Cliëntroute crisisopvang op en leg daarin taken en verantwoordelijkheden van elke instelling vast.
BJZ Groningen -
Zorg dat bij crisisplaatsingen in een vrijwillig kader wordt vastgelegd wie de doelen bewaakt en wie de zorg coördineert. Communiceer dit altijd met de zorgaanbieders.
-
Informeer de zorgaanbieders over inhoudelijke verschillen in werkprocessen tussen de afdelingen jeugdbescherming en vrijwillige hulpverlening.
Base Groep -
Zorg voor een meer systematische vastlegging van informatie in de dossiers en bewaak dat dit in de praktijk gebeurt.
rapport crisisopvang provincie Groningen
3
Inspectie jeugdzorg
veiligheid bieden BJZ Groningen, Base Groep, CWZW Noord -
Zorg voor expliciete veiligheidsinschattingen op grond van vastgestelde en gedeelde criteria, leg de afwegingen vast en wissel de veiligheidsinschattingen vervolgens consequent uit.
Base Groep en CWZW Noord -
Maak een inschatting van de populatie van de crisisgroep en neem maatregelen wanneer wordt ingeschat dat de jongeren ’s nachts risico’s lopen, die door een slaapdienst, al dan niet in combinatie met een alarm op de buitendeur niet kunnen worden opgevangen.
CWZW Noord -
Vraag, zoals is voorgenomen, standaard van alle medewerkers een verklaring omtrent het gedrag.
Aanbevelingen aan de provincie Groningen -
Zorg voor voldoende vervolgopvang in de provincie Groningen.
-
Zie erop toe dat de instellingen bovengenoemde aanbevelingen binnen een afgesproken termijn opvolgen.
-
Bewaak dat aanbevelingen die de instellingen gezamenlijk dienen op te volgen ook daadwerkelijk gezamenlijk worden opgepakt.
4
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding...................................................................................................................................7 1.2 Onderzoeksvragen............................................................................................................................7 1.3 Onderzoeksopzet ..............................................................................................................................8 1.4 Crisisopvang in de provincie Groningen ...........................................................................................9 1.5 Leeswijzer .........................................................................................................................................9 Hoofdstuk 2 Oordeel en onderbouwing ....................................................................................................11 2.1 De benodigde hulp ..........................................................................................................................11 2.2 De veiligheid van het kind ...............................................................................................................16 2.3 De duur van de crisisopvang...........................................................................................................18
Hoofdstuk 3 Eindoordeel en aanbevelingen .............................................................................................21 3.1 Eindoordeel .....................................................................................................................................21 3.2 Aanbevelingen aan de instellingen .................................................................................................21 3.3 Aanbevelingen aan de provincie Groningen ...................................................................................22 Bijlage 1: Toetsingskader ............................................................................................................................23 Bijlage 2: Onderzoeksopzet.........................................................................................................................29
rapport crisisopvang provincie Groningen
5
Inspectie jeugdzorg
6
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
Hoofdstuk 1
Inleiding
Dit rapport bevat de resultaten van het toezicht dat de Inspectie jeugdzorg uitvoerde in juni 2007 in de provincie Groningen bij het Bureau Jeugdzorg (BJZ) en de zorgaanbieders Base Groep en het Centrum voor Wonen, Zorg en Welzijn Noord (CWZW Noord) van het Leger des Heils. De samenwerking tussen bureau jeugdzorg en de aanbieders van de crisisopvang is hierbij een expliciet onderwerp. In 2005 heeft de Inspectie jeugdzorg landelijk toezicht verricht naar de kwaliteit van de crisisinterventie door alle Bureaus Jeugdzorg. Dit toezicht richtte zich op de vraag hoe de bureaus jeugdzorg onmiddellijke zorg regelen voor cliënten in acute crisis. Hierbij is gekeken naar hoe Bureau Jeugdzorg komt tot belangrijke beslissingen als: is er sprake van een acute crisis, is er onmiddellijke jeugdzorg nodig, en zo ja welke jeugdzorg is nodig? Het toezicht richtte zich niet op de rol van de zorgaanbieders gedurende de crisis. Daarom heeft de inspectie, als logisch vervolg hierop nu dit toezicht uitgevoerd. Het toezicht is uitgevoerd in drie provincies/ grootstedelijke regio die hier specifiek om hebben gevraagd: 1
de provincies Noord-Brabant en Groningen en de Stadsregio Amsterdam. Deze drie provincies/ grootstedelijke regio hebben alle drie recente acties ondernomen om de kwaliteit van de crisisopvang te ver2
beteren. De ingezette acties zijn niet identiek, maar zijn alle gericht op een verbetering van de samenwerking tussen de primair bij de crisisopvang betrokken partijen, te weten de Bureaus Jjeugdzorg en de aanbieders van crisisopvang. Ter voorbereiding op dit toezicht heeft de inspectie zich verdiept in de stand van zaken met betrekking tot de crisisopvang en dan met name in de gesignaleerde problemen hierbinnen (via literatuur, gesprekken en een werkbezoek aan een crisisopvang). Hieruit kwam naar voren dat de samenwerking tussen de ketenpartners bij de crisisopvang (Bureau Jeugdzorg, zorgaanbieders van crisishulp) cruciaal is bij het komen tot kwalitatief goede crisisopvang. Tevens werd duidelijk dat jongeren geregeld langer in de crisisopvang verblijven dan de wettelijk toegestane termijn (4 weken, met een mogelijke verlenging van nogmaals 4 weken), bijvoorbeeld door een gebrek aan vervolgplekken.
1.2 Onderzoeksvragen Dit toezicht richt zich op de kwaliteit van de crisisopvang in de provincie Groningen. De inspectie betrekt in dit toezicht het handelen van zowel Bureau Jeugdzorg als de aanbieders van crisisopvang, omdat het
1
In voorgaande jaren voerde de inspectie het toezicht bijna per definitie in alle provincies uit. Inmiddels is de werkwijze van de inspectie echter ingegeven door het uitgangspunt van selectief toezicht zoals geformuleerd in ‘De kaderstellende visie’ van het kabinet. Dit betekent ondermeer dat de inspectie het toezicht vraaggericht uitvoert: wanneer een beperkt aantal provincies om een bepaalde vorm van toezicht heeft gevraagd, wordt zo’n project alleen bij hen uitgevoerd. 2 Opstellen van: convenant, samenwerkingsprotocol, methodiek voor crisisopvang, beschrijving van cliëntroute crisisopvang.
rapport crisisopvang provincie Groningen
7
Inspectie jeugdzorg
handelen van beide partijen van invloed is op deze kwaliteit. De inspectie focust op de volgende drie kwaliteitsaspecten van crisisopvang: -
benodigde hulp bieden
-
veiligheid bieden
-
verblijfsduur in de crisisopvang
Hierbij heeft zij de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: Hoe zorgen Bureau Jeugdzorg en de aanbieders crisisopvang voor: 3
1. de benodigde hulp voor de cliënt ? -
krijgen cliënten gedurende de crisisopvang de benodigde hulp?
-
wordt de benodigde vervolghulp na de crisis op gang gebracht?
2. de veiligheid van de jongere? -
zijn jongeren gedurende de crisisopvang veilig?
-
wordt de veiligheid van jongeren (m.b.t. de thuissituatie) ingeschat?
3. een zo kort mogelijk verblijf van de jongere in de crisisopvang? -
verblijven jongeren niet langer dan noodzakelijk en in ieder geval niet langer dan de wettelijke termijn (4 weken, met een mogelijke verlenging van nogmaals 4 weken) in de crisisopvang?
1.3 Onderzoeksopzet Ter voorbereiding op het toezicht heeft de inspectie de onderzoeksvragen uitgewerkt in een toetsingskader, waarin de inspectie aangeeft wat zij verwacht aan te treffen wat betreft het handelen van Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieder crisisopvang (zie bijlage 1). In bijlage 2 staat beschreven hoe het onderzoek is opgezet en uitgevoerd. Het toezicht in Groningen vond plaats bij Bureau Jeugdzorg Groningen en bij de twee zorgaanbieders van crisisopvang in de provincie Groningen: de Base Groep en B6T, crisisopvang van het Centrum voor Wonen, Zorg en Welzijn Noord (CWZW Noord) onderdeel van het Leger des Heils. Bij Bureau Jeugdzorg vond het toezicht plaats bij drie verschillende afdelingen die regelmatig te maken hebben met crisis, namelijk de bereikbaarheidsdienst (die crisissen afhandelt buiten kantoortijden), de jeugdbescherming en de afdeling vrijwillige hulpverlening. Het onderzoek bestond uit de volgende onderdelen: beleidsanalyse (bij Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders), dossieranalyse (alleen bij de zorgaanbieders), interviews met leidinggevenden en uitvoerend 3
8
Onder cliënten worden zowel jongeren als hun ouders/ verzorgers verstaan.
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
medewerkers (van Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders) en interviews met jongeren (12+) in de crisisopvang.
1.4 Crisisopvang in de provincie Groningen
In de provincie Groningen bieden twee zorgaanbieders crisisopvang aan jongeren: de Base Groep en CWZW Noord van het Leger des Heils.
De Base Groep biedt zowel residentiële crisiszorg als crisispleegzorg. De residentiële opvang beschikt over twee groepen met ieder acht plaatsen. Daarnaast zijn er achttien plaatsen voor crisispleegzorg beschikbaar. In het toezicht heeft de inspectie alleen de residentiële zorg betrokken.
Het Centrum voor Wonen, Zorg en Welzijn Noord (CWZW Noord) biedt residentiële crisiszorg voor jongeren. Dit wordt vorm gegeven via de recent door CWZW Noord ontwikkelde methodiek B6T (binnen 6 weken thuis). Jongeren worden hier voor 6 weken geplaatst, met als doel dat zij daarna weer terug gaan naar huis. Er zijn acht plaatsen van 24 uurs opvang beschikbaar. Jongeren worden hier maandag tot en met vrijdag residentieel opgevangen. Vrijdag tot en met zondag verblijven zij thuis, met ambulante ondersteuning voor hen en hun ouders/ verzorgers. Medewerkers van B6T bieden zowel begeleiding op de groep als ambulante begeleiding. Bureau Jeugdzorg Groningen beschikt over een bereikbaarheidsdienst. Medewerkers van deze dienst leveren de meest noodzakelijke hulp buiten kantoortijden, ook bij crisis. Dit betekent dat zij de jongeren zo nodig plaatsen voor 1 nacht. Daarna wordt de zaak intern overgedragen naar de afdeling vrijwillige hulpverlening, of de afdeling jeugdbescherming, indien er reeds sprake is van een ondertoezichtstelling. Gedurende het onderzoek bleek dat Bureau Jeugdzorg Groningen volop in ontwikkeling is om interne werkprocessen op elkaar af te stemmen. Bureau Jeugdzorg Groningen is samen met ketenpartners de ketensamenwerking, ook ten aanzien van crisisopvang, aan het wijzigen.
1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 geeft de inspectie haar oordeel (met onderbouwing) over de wijze waarop de zorgaanbieders Base Groep en CWZW Noord crisisopvang bieden aan jongeren, en over het handelen van Bureau Jeugdzorg Groningen met betrekking tot de crisisopvang. In hoofdstuk 3 staan de aanbevelingen aan de instellingen en de provincie Groningen.
rapport crisisopvang provincie Groningen
9
Inspectie jeugdzorg
10
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
Hoofdstuk 2
Oordeel en onderbouwing
In dit hoofdstuk geeft de Inspectie jeugdzorg een oordeel over de wijze waarop de zorgaanbieders de Base Groep en CWZW Noord van het Leger des Heils crisisopvang bieden aan kinderen, en hoe de samenwerking met Bureau Jeugdzorg Groningen (BJZ) is met betrekking tot deze crisisopvang. Hierbij komen de drie kwaliteitsaspecten aan bod waarop het onderzoek zich richt. Het hoofdstuk is als volgt opgebouwd: allereerst komt het kwaliteitsaspect ‘benodigde hulp bieden’ aan de orde, zowel wat betreft het aandeel van Bureau Jeugdzorg als van de zorgaanbieders. Hierna komt het kwaliteitsaspect ‘veiligheid van het kind’ aan de orde en als laatste het kwaliteitsaspect ‘verblijfsduur in de crisisopvang’. Per kwaliteitsaspect is in een schema aangegeven wat de inspectie verwacht (criteria) van bureau jeugdzorg (BJZ) en de zorgaanbieders (ZA). Ook is aangegeven aan welke indicatoren de inspectie elk criterium heeft getoetst. In het schema is aangegeven in hoeverre de inspectie van mening is dat aan de indicatoren wordt voldaan: + (goed), + tot ± (redelijk), ± (enigszins), ± tot – (matig), of – (niet). Na ieder schema onderbouwt de inspectie de beoordelingen en geeft vervolgens een oordeel over het kwaliteitsaspect. De beoordeling van de twee zorgaanbieders Base Groep en CWZW Noord is zoveel mogelijk samengevoegd, omdat voor hen dezelfde indicatoren gelden. Bureau Jeugdzorg heeft meestal een apart schema, omdat voor Bureau Jeugdzorg andere criteria en indicatoren gelden. Bij Bureau Jeugdzorg zijn drie verschillende afdelingen in het onderzoek betrokken: de bereikbaarheidsdienst, de afdeling jeugdbescherming en de afdeling vrijwillige hulpverlening (casemanagement). Daar waar er verschillen zijn tussen de drie afdelingen is dit vermeld in de rapportage. De beschrijving van ieder kwaliteitsaspect eindigt met een oordeel. Aan het eind van dit hoofdstuk wordt een eindoordeel gegeven. Het toetsingskader waarop de oordelen zijn gebaseerd is in bijlage 1 opgenomen.
2.1 De benodigde hulp Deze paragraaf behandelt de volgende onderwerpen: A. benodigde hulp bieden gedurende de crisisopvang B. benodigde hulp bieden door vervolghulp op gang te brengen
rapport crisisopvang provincie Groningen
11
Inspectie jeugdzorg
A. Benodigde hulp bieden gedurende de crisis Tabel 1. De benodigde hulp bieden gedurende de crisis (aandeel bureau jeugdzorg) De inspectie verwacht van bureau jeugdzorg (BJZ) Criteria
Indicatoren
BJZ plaatst het kind op zorgvuldige wijze bij ZA
1. BJZ levert de ZA binnen 24 uur basis aanmeldingsgegevens over het kind: personalia, wettelijke kader, acuut relevante (medische) gegevens.
BJZ
+
2. BJZ levert de ZA binnen een week gegevens over de crisis, het kind en het gezinssysteem
+
3. BJZ weegt contra-indicaties af bij plaatsing kind 4.BJZ stelt doelen op voor cliënt gedurende verblijf in de crisisopvang
+
en BJZ bewaakt vervolgens deze doelen BJZ voorziet in de coördinatie van de hulp door de betrokken instanties
beoordeling
1. BJZ zorgt dat duidelijk is wie de hulp door de verschillende instanties coördineert. 2. Coördinator coördineert de hulp door: -informatie vergaren/uitwisselen -afspraken tussen instanties vastleggen -deze afspraken bewaken
+/± + JB ± vrijw. hulp + JB ± vrijw. hulp + JB ± vrijw. hulp
Onderbouwing Bureau Jeugdzorg Groningen levert de zorgaanbieders tijdig de gegevens over het kind en de crisis. Bureau Jeugdzorg bepaalt in samenspraak met de zorgaanbieders welke gegevens worden aangeleverd. De zorgaanbieders hebben vastgelegd welke gegevens zij standaard aangeleverd willen krijgen en geven dit per casus aan Bureau Jeugdzorg door. Bureau Jeugdzorg houdt bij de plaatsing rekening met de contra-indicaties die de zorgaanbieders aangeven. Wegens het gebrek aan voldoende crisisplaatsen in de provincie Groningen, is het vinden van een plek echter leidend boven de afweging van contra-indicaties. De informatie over aanmeldingsgegevens en contra-indicaties van de zorgaanbieders zit in de hoofden van de Bureau Jeugdzorg-medewerkers en staat niet bij Bureau Jeugdzorg geregistreerd.
De bereikbaarheidsdienst van Bureau Jeugdzorg zorgt buiten kantooruren desgewenst voor een crisisplaatsing voor één nacht. Zij stellen geen specifieke doelen, maar hebben als algemeen doel: veiligheid bieden. De bereikbaarheidsdienst draagt de beschikbare informatie direct en op systematische wijze over binnen Bureau Jeugdzorg.
12
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
De afdeling vrijwillige hulpverlening van Bureau Jeugdzorg levert standaarddoelen aan voor de crisisplaatsing, zoals ‘vervangende opvoedingssituatie bieden’, die de zorgaanbieders vervolgens specificeren. De afdeling jeugdbescherming van Bureau Jeugdzorg, die de onder toezicht gestelde jongere al kent, geeft aan naast standaarddoelen, zoals veiligheid en rust bieden, ook individuele, op de jongere afgestemde doelen op te stellen. De doelen komen aan de orde in het plaatsingsgesprek bij de plaatsing van de jongere, waar zowel Bureau Jeugdzorg als de zorgaanbieder bij aanwezig is en worden daar zo nodig gespecificeerd. Medewerkers van de Base Groep vinden dat de doelen van Bureau Jeugdzorg niet specifiek genoeg zijn en onvoldoende houvast bieden. Bureau Jeugdzorg-jeugdbescherming volgt actiever dan Bureau Jeugdzorg-vrijwillige hulpverlening in hoeverre de zorgaanbieders gedurende de crisisopvang aan de doelen werken. De wijze waarop de coördinatie van de hulp is georganiseerd, ingeval er meerdere instanties betrokken zijn bij de cliënt, is niet altijd voor iedereen helder. Bureau Jeugdzorg geeft aan dat de regie van de hulp bij hen ligt. Er is echter een verschil in de wijze waarop de jeugdbescherming en de vrijwillige hulpverlening dit invullen. Jeugdbescherming coördineert de zorg vooral zelf. In geval van vrijwillige hulpverlening laat de casemanager coördinatie meer over aan de zorgaanbieders en coördineert alleen wanneer er sprake is van één zorgmodule. Indien er meerdere zorgmodules zijn, dan coördineert de zorgaanbieder van de dominante module de zorg. De zorgaanbieders weten niet altijd wie de coördinatie van zorg op zich neemt, dit is verwarrend. Wel is duidelijk dat Bureau Jeugdzorg eindverantwoordelijk is. Het CWZW Noord (dat voornamelijk te maken heeft met vrijwillige plaatsingen) geeft aan zelf de coördinatie van de zorg op zich te nemen. Bureau Jeugdzorg stelt dit volgens het CWZW Noord op prijs. De Base Groep neemt soms de zorgcoördinatie op zich. Medewerkers van de Base Groep vinden het verwarrend dat de verschillende afdelingen van Bureau Jeugdzorg anders met de regiefunctie omgaan.
Oordeel De inspectie is van mening dat Bureau Jeugdzorg de kinderen op zorgvuldige wijze in de crisisopvang plaatst, zodat de zorgaanbieder kan starten met de benodigde hulp, maar verbetering is nodig op de volgende punten: -
Bureau Jeugdzorg kan winst maken op het gebied van eenduidigheid en efficiëntie. Het is niet efficiënt dat Bureau Jeugdzorg medewerkers niet beschikken over een standaardlijst waarop is vermeld welke aanvangsgegevens zorgaanbieders nodig hebben bij plaatsing, en welke contraindicaties de zorgaanbieders hanteren. Deze kennis hebben medewerkers in hun hoofd en niet op papier. Dit belemmert snel werken, terwijl bij crisissen snelheid een noodzakelijke factor is.
-
Het gegeven dat de verschillende afdelingen van Bureau Jeugdzorg (jeugdbescherming en vrijwillige hulpverlening) verschillend werken bij de coördinatie van de hulp en het stellen en volgen van doelen is voor de zorgaanbieders verwarrend.
rapport crisisopvang provincie Groningen
13
Inspectie jeugdzorg
Tabel 2. De benodigde hulp bieden gedurende de crisis (aandeel zorgaanbieders) De inspectie verwacht van de zorgaanbieders (ZA)
Base Groep
CWZW Noord
voldoende personeel
+
+
benodigde opleiding
+
+
+
+
+/±
+
Criteria
Indicatoren
ZA biedt kinderen de benodigde hulp
1. 2.
3.
beoordeling
Werken volgens vastgestelde methodiek crisis + observering methodiek is vastgelegd werkers geïnstrueerd werken volgens methodiek
(planmatig werken) Plannen met: - doelen voor de cliënt - dagbesteding kind - afspraken specifiek v.h. kind afspraken - verantwoordelijkheidsverdeling BJZ en ZA - betrokkenheid kind/ouders bij plan
4.
ZA handelt conform de opgestelde plannen
+
+
5.
ZA werkt aan door BJZ geformuleerde doelen.
+
+
Onderbouwing Bij beide zorgaanbieders is er voldoende personeel, maar in de praktijk is er altijd druk op de inzet van het personeel. Dit is inherent aan het werken met crisissituaties. Medewerkers van beide zorgaanbieders geven aan dat de invalpool beter geregeld zou kunnen worden. Het opleidingsniveau van de groepsleiders bij de beide zorgaanbieders is minimaal HBO. De groepsleiding ontvangt bijscholing. Zowel de Base Groep als het CWZW Noord werken volgens een vaste methodiek voor de crisisopvang. Deze is vastgelegd, medewerkers zijn getraind in de methodiek en passen deze in de praktijk toe. Bij de Base Groep wordt er planmatig gewerkt volgens de gebruikte methodiek. Er is een standaard format ‘Afspraakformulier’, dat bij aanvang van de hulp dient te worden opgesteld in aanwezigheid van de jongeren, ouders, Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieder. In het formulier kunnen de noodzakelijke afspraken voor de hulp aan de jongere worden genoteerd. Dit formulier heeft de inspectie niet altijd in de dossiers aangetroffen en de informatie was regelmatig erg summier.
14
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
De medewerkers van de Base Groep geven aan het jammer te vinden dat er vanuit Bureau Jeugdzorg niet altijd een verzoek komt om hun methodiek in te zetten, die is gericht op de begeleiding van de jongere en zijn/haar ouders/verzorgers. De vraag beperkt zich tot het leveren van ‘bed, bad en brood’. De Base Groep kan en wil graag meer dan dat bieden. Bureau Jeugdzorg maakt hier echter weinig gebruik van, noch door deze hulp specifiek te indiceren (via ambulante hulp) noch door hierover doelen te formuleren. Bij het CWZW Noord wordt sterk planmatig gewerkt volgens de methodiek van B6T, waarin de crisis standaard binnen 6 weken wordt aangepakt. Er wordt bij aanvang van de hulpverlening een hulpverleningsplan opgesteld, in aanwezigheid van jongeren, ouders, Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieder, met daarin een weekplanning. De doelen en in te zetten middelen worden duidelijk omschreven in dit hulpverleningsplan. Uit de dossiers is zichtbaar dat er volgens het plan wordt gewerkt. De dossiers van het CWZW Noord zijn goed op orde.
Oordeel De inspectie is van mening dat beide zorgaanbieders er in slagen om de kinderen op een systematische wijze de benodigde hulp te bieden. De dossiervoering van de Base Groep is niet voldoende op orde.
B. Benodigde hulp bieden door vervolghulp op gang te brengen
Tabel 3. De vervolghulp op gang brengen De inspectie verwacht van bureau jeugdzorg (BJZ) en de zorgaanbieders (ZA)
Criteria
Indicatoren
beoordeling Base Groep
CWZW Noord
BJZ
ZA voorziet BJZ van informatie om vervolghulp vast te kunnen stellen
ZA voorziet BJZ van relevante gegevens (observatie)
+/±
+
nvt
BJZ betrekt de gegevens van ZA bij vaststellen vervolghulp
BJZ betrekt relevante gegevens van ZA bij vaststellen vervolghulp
nvt
nvt
+
Onderbouwing Gedurende de plaatsing van een jongere binnen de crisisopvang van de twee zorgaanbieders is er geregeld contact tussen Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieders. Dit contact is doorgaans telefonisch of via e-mail. In deze contacten dragen de zorgaanbieders informatie over die voor Bureau Jeugdzorg van belang is om de vervolghulp te kunnen bepalen.
rapport crisisopvang provincie Groningen
15
Inspectie jeugdzorg
Beide zorgaanbieders voorzien in een schriftelijke rapportage. Het CWZW Noord levert na 3 weken een schriftelijke tussenrapportage en na 6 weken een schriftelijke eindrapportage. Deze rapportages zijn informatief. De Base Groep levert eveneens een eindrapportage aan, maar deze is vaak summier en weinig informatief. Bureau Jeugdzorg bevestigt dat ze gebruik maakt van de informatie die ze van de zorgaanbieders ontvangt.
Oordeel De inspectie is van mening dat de zorgaanbieders Bureau Jeugdzorg van de noodzakelijke informatie voorzien, zodat Bureau Jeugdzorg de vervolghulp kan vaststellen. Bureau Jeugdzorg maakt gebruik van deze informatie.
2.2 De veiligheid van het kind Deze paragraaf behandelt de volgende onderwerpen A. De veiligheid van het kind gedurende crisisopvang B. De inschatting van de veiligheid van het kind in de thuissituatie A. De veiligheid van het kind gedurende de crisisopvang Tabel 4. De veiligheid van het kind gedurende de crisisopvang De inspectie verwacht van de zorgaanbieders (ZA) Criteria
Indicatoren
ZA houdt voldoende toezicht op de kinderen
1. 24 uur per dag toezicht op de groep
ZA handelt incidenten zorgvuldig af
beoordeling Base Groep
CWZW Noord
+/±
+
2. toezicht op de groep volgens vastgestelde werkinstructies 3. verklaring over gedrag van alle medewerkers 1. ZA handelt incidenten af via vastgesteld incidenten protocol
+
+
+
±
+
+
2. ZA registreert en evalueert alle incidenten
+
+
3. ZA legt zware incidenten vast in dossier van de betrokken kinderen
+
+
Onderbouwing Beide zorgaanbieders van crisisopvang hebben 24 uur per dag toezicht op de jongeren. Er zijn overdag pedagogisch medewerkers aanwezig die toezien op de veiligheid. Bij beide instellingen is er ’s nacht een pedagogisch medewerker aanwezig, die slaapdienst heeft. Het CWZW Noord heeft ’s nachts bovendien
16
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
een alarm op de buitendeur ingeschakeld. De medewerkers van het CWZW Noord geven aan dat de veiligheid hierdoor voldoende gewaarborgd is en dat er geen incidenten plaatsvinden. De medewerkers van de Base Groep geven aan dat er wel eens misbruik wordt gemaakt van het feit dat de medewerker slaapt, zoals zelf naar buiten gaan of mensen binnenlaten die niet op de crisisgroep wonen. Beide zorgaanbieders hebben instructies rond het directe toezicht op de jongeren in de crisisopvang. Het CWZW Noord vraagt niet standaard een verklaring omtrent het gedrag van medewerkers, maar geeft aan dat het landelijk beleid op dit gebied wordt aangepast. Wel is de leidinggevende van B6T van het CWZW Noord in de werving en selectie erg gericht op de achtergrond van nieuwe medewerkers wat betreft het veilig werken met kinderen. De Base Groep vraagt wel standaard een verklaring omtrent het gedrag. Incidenten worden bij beide zorgaanbieders via een vast protocol afgehandeld, vastgelegd en geëvalueerd.
Oordeel De inspectie is van mening dat de Base Groep en het CWZW Noord de veiligheid van de jongeren gedurende de crisisopvang voldoende waarborgen. Er zijn wel aandachtspunten. Een slaapdienst in het kader van toezicht op jongeren houdt een risico in. Een alarm op de buitendeur neemt het risico van jongeren onderling niet weg. De inspectie is van mening dat een instelling dient in te schatten wat voor soort jongeren op de crisisopvang verblijven en welk risico zij vormen voor elkaar. Indien dit risico groot is, dient de instelling maatregelen te nemen en het niet over te laten aan de individuele medewerker die slaapdienst heeft. Het is belangrijk dat het CWZW Noord er werk van maakt dat er standaard een verklaring omtrent het gedrag wordt gevraagd. De inspectie vindt dat een verklaring omtrent gedrag noodzakelijk is, ook al sluit zo’n verklaring niet alles uit en blijft daarnaast een verdere check noodzakelijk.
B. De inschatting van de veiligheid van het kind in de thuissituatie
Tabel 5. De inschatting van de veiligheid van het kind in de thuissituatie De inspectie verwacht van bureau jeugdzorg (BJZ) en de zorgaanbieders (ZA) Criteria Indicatoren Base groep
CWZW Noord
BJZ
1. BJZ en ZA maken veiligheidsinschattingen adhv. vastgestelde criteria m.b.t. het gezinssysteem.
±
±
±
2. BJZ en ZA leggen per casus afwegingen bij veiligheidsinschatting vast.
±
±
±
3. BJZ en ZA wisselen veiligheidsinschattingen uit.
±
±
±
B: veiligheid inschatten
ZA en BJZ maken goede veiligheids inschatting voor de jongere m.b.t. de thuissituatie
beoordeling
rapport crisisopvang provincie Groningen
17
Inspectie jeugdzorg
Onderbouwing Zowel Bureau Jeugdzorg als de twee zorgaanbieders van crisisopvang beoordelen de veiligheid van de jongere in de thuissituatie. Dit gebeurt niet op expliciete wijze, maar komt zijdelings aan bod binnen thema’s die besproken worden binnen en tussen de instellingen. Er worden geen expliciete risicoinschattingen met betrekking tot de veiligheid van de jongeren gemaakt. De inschattingen worden gemaakt op basis van werkervaring en gevoel, zonder gebruik te maken van eenduidige criteria. Expliciete afwegingen omtrent de veiligheid heeft de inspectie niet in de dossiers van de zorgaanbieders aangetroffen. In de uitwisseling van de informatie tussen Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieders komt het onderwerp veiligheid alleen impliciet aan de orde.
Oordeel De inspectie is van mening dat Bureau Jeugdzorg, de Base Groep en het CWZW Noord weliswaar de veiligheid van de jongere inschatten, maar dat dit voor verbetering vatbaar is. De instellingen dienen hun veiligheidsinschattingen op meer methodische wijze te maken, de afwegingen meer expliciet vast te leggen en de inschattingen systematischer uit te wisselen.
2.3 De duur van de crisisopvang Tabel 6. De duur van de crisisopvang De inspectie verwacht van bureau jeugdzorg (BJZ) en de zorgaanbieders (ZA) Criteria Indicatoren BJZ zorgt dat de wettelijke termijn (max. 2 x 4 weken) niet stelselmatig wordt overschreden ZA draagt eraan bij dat de wettelijke termijn voor crisisopvang (max. 2 x 4 weken) niet stelselmatig wordt overschreden
BJZ heeft vastgelegde procedure om z.s.m. het vervolgtraject te starten ZA heeft vastgelegde procedure om z.s.m. tot een advies voor het vervolg te komen en dit aan BJZ aan te leveren
Het lukt BJZ en ZA om te zorgen voor zo kort mogelijke crisisopvang
beoordeling Base Groep nvt
CWZW Noord nvt
BJZ
+
+
nvt
+
+
+
+
Onderbouwing Zowel Bureau Jeugdzorg als de twee zorgaanbieders van crisisopvang hebben hun werkprocessen er op ingericht om de crisisopvang zo kort mogelijk te laten duren en binnen vier tot zes weken af te ronden. Dit lukt in de praktijk ook.
18
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
De methodiek van het CWZW Noord, B6T, kent een looptijd van zes weken en sluit in theorie niet aan bij de wettelijke termijn van vier weken. Dit wordt opgevangen door standaard een verlenging van de crisisopvang bij Bureau Jeugdzorg aan te vragen bij de start van de module B6T.
De Base Groep geeft aan dat sinds zij zich houdt aan de verblijfsduur van vier weken voor crisisopvang, er minder jongeren in de crisisopvang worden geplaatst. Bureau Jeugdzorg plaatst jongeren vooral voor ‘bed, bad en brood’ in de crisisopvang van de Base Groep. Bureau Jeugdzorg-medewerkers hebben er in het dagelijks werk last van dat er een tekort is aan vervolgplaatsen. Hierdoor besteden de Bureau Jeugdzorg medewerkers relatief veel tijd aan het zoeken naar beschikbare plaatsen. Het werkproces is bij Bureau Jeugdzorg verschillend geregeld bij de afdeling vrijwillige hulpverlening en de afdeling jeugdbescherming. De afdeling vrijwillige hulpverlening onderscheidt aparte indicatiestellers en casemanagers, die op afstand van het hulpverleningsproces zitten. Binnen de afdeling jeugdbescherming stellen alle jeugdbeschermers indicatiebesluiten op en zitten zij dicht op het hulpverleningsproces.
Oordeel De inspectie vindt het positief dat Bureau Jeugdzorg, de Base Groep en het CWZW Noord er in slagen om de crisis binnen korte tijd op te lossen en dat jongeren zo kort mogelijk in de crisisopvang verblijven. Het gebrek aan vervolgplekken na de crisisopvang is een knelpunt in de provincie Groningen.
rapport crisisopvang provincie Groningen
19
Inspectie jeugdzorg
20
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
Hoofdstuk 3
Eindoordeel en aanbevelingen
3.1 Eindoordeel De inspectie is van oordeel dat het handelen van Bureau Jeugdzorg, de Base Groep en het CWZW Noord er toe leidt dat de crisisopvang in de provincie Groningen van een redelijk goede kwaliteit is. De kinderen krijgen goede hulp in de crisisopvang en er zijn goede waarborgen voor hun veiligheid.
Op het gebied van samenwerking en afstemming tussen Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieders is verbetering nodig. De verwarring die er bij zorgaanbieders is over de verschillende aanpak van de vrijwillige en gedwongen tak van Bureau Jeugdzorg dient hierbij in elk geval onderwerp van overleg te zijn. Het is positief dat de instellingen hier, op verzoek van de provincie, een traject voor zijn gestart. Bij crisisplaatsingen in geval van een vrijwillig kader zijn bij Bureau Jeugdzorg verbeteringen nodig in de regievoering van de hulp (indien meerdere instanties betrokken zijn) en op het gebied van het volgen van het werken aan de doelen. Wat betreft de systematische aanpak (eenduidig en planmatig werken, expliciete veiligheidsinschattingen maken, vastleggen en uitwisselen) zijn verbeteringen nodig bij zowel Bureau Jeugdzorg als de twee zorgaanbieders. De Base Groep dient haar dossiervoering te verbeteren.
Positief is dat Bureau Jeugdzorg, de Base Groep en het CWZW Noord erin slagen de crisis in korte tijd te bezweren en dat jongeren zo kort mogelijk in de crisisopvang verblijven. Een groot knelpunt in de provincie Groningen is het gebrek aan voldoende vervolgplaatsen. Dit is zorgelijk voor de jongeren, waarvoor de benodigde vervolghulp niet altijd beschikbaar is. Bovendien is dit onwenselijk voor Bureau Jeugdzorg, aangezien medewerkers hier last van ondervinden bij het uitoefenen van hun taak. De inspectie vindt dat de Base Groep een opmerkelijk signaal afgeeft, wanneer zij aangeeft dat Bureau Jeugdzorg nauwelijks gebruik maakt van haar methodiek, die is gericht op de begeleiding van zowel de jongeren als hun ouders, maar met name vraagt om ‘bed, bad en brood’ te leveren.
3.2 Aanbevelingen aan de instellingen 1.
Benodigde hulp bieden
BJZ Groningen, Base Groep, CWZW Noord -
Stel gezamenlijk een Cliëntroute crisisopvang op en leg daarin taken en verantwoordelijkheden van elke instelling vast.
rapport crisisopvang provincie Groningen
21
Inspectie jeugdzorg
BJZ Groningen -
Zorg dat bij crisisplaatsingen in een vrijwillig kader wordt vastgelegd wie de doelen bewaakt en wie de zorg coördineert. Communiceer dit altijd met de zorgaanbieders.
-
Informeer de zorgaanbieders over inhoudelijke verschillen in werkprocessen tussen de afdelingen jeugdbescherming en vrijwillige hulpverlening.
Base Groep -
Zorg voor een meer systematische vastlegging van informatie in de dossiers en bewaak dat dit in de praktijk gebeurt.
2.
Veiligheid bieden
BJZ Groningen, Base Groep, CWZW Noord -
Zorg voor expliciete veiligheidsinschattingen op grond van vastgestelde en gedeelde criteria, leg de afwegingen vast en wissel de veiligheidsinschattingen vervolgens consequent uit.
Base Groep en CWZW Noord -
Maak een inschatting van de populatie van de crisisgroep en neem maatregelen wanneer wordt ingeschat dat de jongeren ’s nachts risico’s lopen, die door een slaapdienst, al dan niet in combinatie met een alarm op de buitendeur niet kunnen worden opgevangen.
CWZW Noord -
Vraag, zoals is voorgenomen, standaard van alle medewerkers een verklaring omtrent het gedrag.
3.3 Aanbevelingen aan de provincie Groningen -
Zorg voor voldoende vervolgopvang in de provincie Groningen.
-
Zie erop toe dat de instellingen bovengenoemde aanbevelingen binnen een afgesproken termijn opvolgen.
-
Bewaak dat aanbevelingen die de instellingen gezamenlijk dienen op te volgen ook daadwerkelijk gezamenlijk worden opgepakt.
22
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
Bijlage 1: Toetsingskader
Toetsingskader van de Inspectie jeugdzorg voor het toezicht naar de kwaliteit van de crisisopvang in de provincies Noord-Brabant en Groningen en de Stadsregio Amsterdam 4
Dit toezicht van de Inspectie jeugdzorg richt zich op de kwaliteit van de crisisopvang. De inspectie betrekt in dit toezicht het handelen van zowel bureau jeugdzorg (BJZ) als de zorgaanbieders van crisisopvang (ZA), omdat het handelen van beide partijen van invloed is op deze kwaliteit. De inspectie focust op de volgende drie kwaliteitsaspecten van crisisopvang: -
de benodigde hulp bieden
-
veiligheid bieden
-
de verblijfsduur in de crisisopvang
De inspectie heeft hierbij de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Hoe zorgen bureau jeugdzorg en de zorgaanbieders van crisisopvang voor: 5
-
de benodigde hulp voor de cliënt ? (zowel hulp bieden gedurende de crisis als vervolghulp op gang brengen na de crisis)
-
de veiligheid van de jongere? (zowel veiligheid bieden gedurende de crisisopvang als veiligheid inschatten m.b.t. het gezinssysteem/ netwerk)
-
een zo kort mogelijk verblijf van de jongere in de crisisopvang?
De inspectie heeft deze vraagstelling vertaald in een toetsingskader, waarin staat beschreven wat zij verwacht aan te treffen in de praktijk. Op basis van het toetsingskader komt de inspectie tot haar oordeel over de kwaliteit van de crisisopvang door bureau jeugdzorg en de aanbieders van crisisopvang. Het toetsingskader is opgesteld vanuit de intenties van de Wet op de jeugdzorg en het Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind.
4
Onder crisisopvang wordt zowel residentiële crisisopvang als crisispleegzorg verstaan. Sommige onderdelen van het toetsingskader zijn alleen van toepassing voor de residentiële crisisopvang en niet voor de crisispleegzorg. 5 Onder cliënten worden zowel kinderen als hun ouders/ verzorgers verstaan. rapport crisisopvang provincie Groningen
23
Inspectie jeugdzorg
Hieronder staat schematisch weergegeven wat de Inspectie jeugdzorg verwacht van bureau jeugdzorg en de zorgaanbieders van crisisopvang. De drie thema’s van het onderzoek staan in de eerste kolom van het toetsingskader benoemd. In de tweede kolom staan de criteria geformuleerd waaraan de inspectie het handelen van bureau jeugdzorg en de aanbieders van crisisopvang beoordeelt. In de derde kolom zijn de indicatoren benoemd aan de hand waarvan de inspectie nagaat in hoeverre aan de criteria wordt voldaan. In de laatste kolom staat beschreven van welke onderzoeksbronnen de inspectie gebruik maakt, om vast te stellen of en zo ja in hoeverre de indicatoren aanwezig zijn. Thema’s
Criteria (Wanneer is het goed?)
Benodigde hulp bieden:
BJZ plaatst het kind op zorgvuldige 1. BJZ levert de ZA binnen 24 uur de volgende basis aanwijze bij ZA meldingsgegevens over het kind aan: - personalia - wettelijk kader - acuut relevante (bv medische) gegevens
a. gedurende de crisis
BJZ voorziet in de coördinatie van de hulp door de betrokken instanties
Indicatoren (Waaraan kun je dat zien?)
2. BJZ levert de ZA binnen max. een week aanmeldingsgegevens aan waarin is beschreven wat bekend is over: - de crisis, het kind en het gezinssysteem
beleid BJZ samenwerkingsafspraken aanmeldingsgegevens van BJZ in dossiers ZA interviews BJZ + ZA
3. BJZ weegt eventuele contra-indicaties af bij plaatsing van het kind in de crisisopvang
beleid BJZ interviews BJZ
4. BJZ stelt doelen op voor cliënt gedurende verblijf in de crisisopvang en bewaakt deze doelen
interviews BJZ + ZA dossiers ZA
1. BJZ zorgt dat duidelijk is wie de hulp door de verschillen- beleid BJZ de instanties coördineert interviews BJZ + ZA
2. De coördinator coördineert de hulp door: - informatie te vergaren bij en uit te wisselen met betrokken instanties - afspraken tussen instanties vast te leggen - afspraken tussen instanties te bewaken
24
rapport crisisopvang provincie Groningen
Bronnen (Waar kun je de info vinden?) beleid BJZ samenwerkingsafspraken aanmeldingsgegevens van BJZ in dossiers ZA interviews BJZ + ZA
beleid BJZ interviews BJZ + ZA dossiers ZA
Inspectie jeugdzorg
ZA biedt kinderen in de crisisopvang benodigde hulp
indien crisispleegzorg: ZA heeft afspraken vastgelegd over specifieke eisen t.a.v. crisispleegouders.
rapport crisisopvang provincie Groningen
1. ZA beschikt over: - voldoende personeel - personeel met de benodigde opleiding
beleid ZA interviews ZA
2. ZA werkt volgens een vastgelegde methodiek crisisopvang, inclusief het onderdeel observering: - methodiek is vastgelegd - werkers zijn geïnstrueerd in methodiek - werkers werken volgens de methodiek
methodiek ZA interviews ZA
3. ZA stelt plannen op waarin eenduidig staat: - doelen voor cliënt - dagbesteding kind - afspraken specifiek voor het kind - afspraken en verantwoordelijkheidsverdeling tussen BJZ en ZA(‘s) - betrokkenheid kind (ouder dan 12) en ouders/ verzorgers bij het plan
beleid ZA interviews ZA dossiers ZA interviews kinderen
4. ZA handelt conform de opgestelde plannen
interviews ZA dossiers ZA interviews kinderen
5. ZA werkt aan het bereiken van door BJZ geformuleerde doelen
interviews ZA dossiers ZA
ZA zorgt voor de volgende documenten m.b.t. crisispleeginterviews ZA ouders: beleid ZA dossiers ZA - er is een screeningsverslag, waarin wordt geoordeeld dat de crisispleegouders geschikt zijn om als crisispleegouders te functioneren - in het screeningsverslag is opgenomen of en welke aandachtspunten er zijn voor begeleiding van de crisispleegouders - er is een pleegouderbegeleidingsplan, waarin aandachtspunten uit het screeningsverslag zijn opgenomen
25
Inspectie jeugdzorg
Benodigde hulp bieden:
ZA voorziet BJZ van voldoende informatie om benodigde vervolghulp te kunnen vaststellen
ZA voorziet BJZ van relevante gegevens (zoals observatiegegevens)
b. vervolghulp op gang brengen
Veiligheid bieden:
BJZ betrekt de gegevens van ZA BJZ betrekt relevante gegevens van ZA (zoals observatiebij het vaststellen benodigde vergegevens) bij vaststellen benodigde vervolghulp volghulp ZA houdt voldoende toezicht op de 1. ZA zorgt dat er 24 uur per dag toezicht is op de kinderen kinderen
beleid ZA samenwerkingsafspraken interviews BJZ + ZA dossiers ZA interviews BJZ + ZA
interviews ZA interviews kinderen
a. gedurende crisisopvang 2. ZA houdt toezicht op de kinderen volgens vastgestelde werkinstructies
ZA handelt incidenten zorgvuldig af
3. ZA heeft van alle medewerkers een verklaring omtrent het gedrag
werkinstructies ZA interviews ZA interviews kinderen beleid ZA interviews ZA
indien crisispleegzorg: 4. ZA vraagt van alle inwonenden boven de 12 jaar in het crisispleeggezin een verklaring van geen bezwaar aan
beleid ZA interviews ZA
1. ZA handelt incidenten af via een vastgesteld incidentenprotocol
beleid ZA interviews ZA
2. ZA registreert en evalueert alle incidenten
incidentenregistratie ZA interviews ZA dossier ZA, waarbij sprake is geweest van een incident beleid BJZ + ZA interviews BJZ + ZA
3. ZA legt zware incidenten vast in het dossier van de betrokken kinderen Veiligheid bieden: b: veiligheid inschatten
ZA en BJZ maken goede veiligheidsinschattingen voor het kind m.b.t. het gezinssysteem/ netwerk
1. BJZ en ZA maken veiligheidsinschattingen, waarbij zij gebruik maken van vastgestelde criteria om veiligheid van kinderen in te schatten m.b.t. het gezinssysteem 2. BJZ en ZA leggen per casus afwegingen bij veiligheidsinschattingen vast
26
rapport crisisopvang provincie Groningen
beleid BJZ interviews BJZ dossiers ZA
Inspectie jeugdzorg
Verblijfsduur in de BJZ zorgt ervoor dat de wettelijke crisisopvang termijn voor crisisopvang (max. 2x4 weken) niet stelselmatig wordt overschreden ZA draagt eraan bij dat de wettelijke termijn voor crisisopvang (max. 2x4 weken) niet stelselmatig wordt overschreden
rapport crisisopvang provincie Groningen
3. BJZ en ZA wisselen veiligheidsinschattingen uit
interviews BJZ + ZA samenwerkingsafspraken
BJZ heeft een vastgelegde procedure om zo spoedig mogelijk het vervolgtraject na de crisisopvang te starten
cijfermateriaal ZA beleid BJZ samenwerkingsafspraken interviews BJZ + ZA
ZA heeft een vastgelegde procedure om zo spoedig mogelijk tot een advies voor het vervolg na de crisisopvang te komen, en dit aan BJZ aan te leveren
beleid ZA samenwerkingsafspraken interviews BJZ + ZA
27
Inspectie jeugdzorg
28
rapport crisisopvang provincie Groningen
Inspectie jeugdzorg
Bijlage 2: Onderzoeksopzet
Het toezicht vond in elke provincie/ grootstedelijke regio plaats bij één vestiging van bureau jeugdzorg en bij twee zorgaanbieders crisisopvang. Deze vestigingen en instellingen zijn gekozen door de provincie/ grootstedelijke regio. Bij bureau jeugdzorg vond het toezicht plaats bij drie verschillende afdelingen: crisisteam/ bereikbaarheidsdienst, afdeling jeugdbescherming en afdeling vrijwillige hulpverlening. Via een vragenlijst is bij de instellingen nagevraagd wat het beleid van de instellingen was met betrekking tot de crisisopvang. Hiertoe zijn vragenlijsten verstuurd naar: bureau jeugdzorg (crisisteam/ bereikbaarheidsdienst, afdeling jeugdbescherming en afdeling vrijwillige hulpverlening) en de zorgaanbieders. De geretourneerde vragenlijsten (inclusief bijlagen met beleidsdocumenten) zijn gebruikt als input voor de interviews met de leidinggevenden. Het toezicht bestond uit de volgende onderdelen: bij bureau jeugdzorg - drie groepsinterviews met: -
een leidinggevende en een uitvoerend medewerker van de bereikbaarheidsdienst
-
een leidinggevende en een uitvoerend medewerker van de afdeling jeugdbescherming
-
een leidinggevende en een uitvoerend medewerker van de afdeling vrijwillige hulpverlening
bij de twee zorgaanbieders crisisopvang - drie (groeps) interviews met: -
een of meerdere leidinggevende(n) van de crisisopvang
-
meerdere uitvoerend medewerkers van de crisisopvang
-
twee jongeren die in de crisisopvang verbleven
- dossieranalyse van tenminste vijf recent afgesloten dossiers De interviews en dossieranalyse vonden plaats aan de hand van speciaal daartoe ontwikkelde vragenlijsten. De gesprekverslagen van de interviews zijn (in de vorm van ingevulde vragenlijsten) voorgelegd aan de geïnterviewde medewerkers en leidinggevenden ter correctie op feitelijke onjuistheden. Het conceptrapport is aan de onderzochte instellingen voorgelegd ter correcties van eventuele feitelijke onjuistheden.
concept rapport crisisopvang provincie Groningen
29