Onderzoek gemeentebestuur en dienstverlening in de Parkstadgemeenten en Nuth
Rapportage burgeronderzoek Parkstad Limburg en Nuth 2009 door bureau Onderzoek en Statistiek van de gemeente Heerlen Telefoon: 045 5604747/5604740 E-mail:
[email protected] Internet: www.parkstadmonitor.nl Gegevens mogen worden overgenomen, mits met bronvermelding. Verveelvoudiging voor eigen of intern gebruik is toegestaan.
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
1
LEESWIJZER
2
1.
GEMEENTE 1.1 Waardering gemeente 1.2 Probleembeleving gemeente
5 6 7
2.
GEMEENTELIJKE DIENSTVERLENING 2.1 Waardering gemeentelijke dienstverlening 2.2 Contacten met gemeente 2.3 Gemeentelijke informatievoorziening
9 10 11 13
3.
GEMEENTEBESTUUR EN LOKALE POLITIEK 3.1 Tevredenheid over gemeentebestuur 3.2 Politieke interesse 3.3 Transparantie gemeentelijke besluiten
15 16 18 19
4.
PARKSTAD LIMBURG 4.1 Waardering Parkstad Limburg 4.2 Betrokkenheid bij Parkstad Limburg 4.3 Samenwerking en beleid Parkstad Limburg
21 22 23 24
5.
MAATSCHAPPELIJKE INDICATOREN (SAMENVATTING)
27
Bijlagen: 1.
ONDERZOEKSVERANTWOORDING
2.
VRAGENLIJST PARKSTAD
3.
VRAGENLIJST NUTH
INLEIDING De gemeenten van Parkstad Limburg hebben voor de komende jaren gezamenlijk een breed opgezet beleid voor de regio geformuleerd, zowel op economisch, fysiek als sociaal gebied. Bij het verder ontwikkelen van dit beleid in Parkstad Limburg is het belangrijk om een vinger aan de pols te kunnen houden. Beleidsmakers moeten gevoed worden met informatie uit de samenleving. Deze informatie is niet alleen vooraf, maar ook tijdens en na de uitvoering van beleid nodig: welke problemen leven in de samenleving? Waarop wordt het beleid gebaseerd? Moet het beleid worden bijgesteld? Hoe worden beleidsmaatregelen gewaardeerd? Wat zijn de maatschappelijke effecten van beleid? De beantwoording van dit soort vragen is zo belangrijk dat niet volstaan mag worden met subjectieve indrukken. Er is een instrument nodig waarmee maatschappelijke ontwikkelingen in Parkstad Limburg op een systematische en objectieve manier in beeld worden gebracht. Hiervoor wordt Parkstadbreed tweejaarlijks een burgeronderzoek uitgevoerd. De rapportage hiervan gebeurt in drie delen: Monitor Parkstad Limburg, gemeentemonitoren per gemeenten en deze rapportage over gemeentebestuur en dienstverlening. Ten tijde van het onderzoek bestond Parkstad Limburg uit zeven gemeenten namelijk Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. De inwoners van deze gemeenten hebben de vragenlijst ‘Burgeronderzoek 2009, gemeentebestuur, dienstverlening, mobiliteit en Parkstad Limburg’ ingevuld. De gemeente Nuth is pas sinds februari 2010 toegetreden tot Parkstad Limburg. De inwoners van deze gemeente hebben de vragenlijst ‘Burgeronderzoek 2009, gemeentebestuur en dienstverlening’ ingevuld. Zij hebben dus geen vragen over mobiliteit en Parkstad Limburg gehad. Omdat het onderzoek in 2009 heeft plaatsgevonden en Nuth toen niet tot Parkstad Limburg behoorde, zijn de resultaten van Nuth niet meegenomen in de Parkstadgemiddelden. De uitkomsten van Nuth worden daarom iedere keer apart genoemd. Het onderzoek ‘gemeentebestuur en dienstverlening Parkstadgemeenten en Nuth’ is een gezamenlijk initiatief en is in de vorm van een schriftelijke enquête afgenomen onder ca. 6.400 volwassen inwoners in Parkstad Limburg en 750 in de gemeente Nuth. Ruim 2.419 mensen uit Parkstad Limburg en 318 uit Nuth hebben zich de moeite genomen de uitgebreide vragenlijst (zie bijlage 2 en 3) in te vullen en te retourneren: een respons van 38% respectievelijk 42%. Het is niet mogelijk om resultaten te vergelijken met voorgaande jaren omdat de opzet van het onderzoek nu gewijzigd is. Dit heeft als gevolg dat er in dit rapport alleen uitspraken over 2009 gedaan worden. In de vragenlijst zijn de volgende thema’s aan de mensen voorgelegd: gemeente, gemeentelijke dienstverlening, gemeentebestuur en lokale politiek en, met uitzondering van de gemeente Nuth, mobiliteit en Parkstad Limburg. Deze onderwerpen, met uitzondering van mobiliteit, komen in deze rapportage aan de orde. De onderzoeksresultaten worden weergegeven voor enerzijds Parkstad Limburg als geheel en anderzijds de afzonderlijke gemeenten in deze regio. Op die manier ontstaat dus een beeld van opvattingen, meningen en gedragingen van zowel de ‘inwoner van Parkstad Limburg’ als de ‘inwoner van gemeente x, y of z’. Voor vragen of meer informatie over het onderzoek gemeentebestuur en dienstverlening kunt u contact opnemen met mevr. G. Cools-Tummers of dhr. F. Schurer, beiden werkzaam bij het bureau Onderzoek en Statistiek van de gemeente Heerlen.
1
LEESWIJZER Hieronder worden enkele punten toegelicht die van belang zijn bij het lezen en interpreteren van de in dit rapport gepresenteerde onderzoeksuitkomsten. Voor onderzoekstechnische (achtergrond-) informatie wordt verwezen naar de onderzoeksverantwoording die als bijlage 1 in dit rapport is opgenomen.
Algemeen De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op enquête-onderzoek, waarin inwoners van de Parkstad Limburg-gemeenten en Nuth over allerlei onderwerpen zijn bevraagd. Dit betekent dat niet per se de feitelijke situatie, maar de beleving/perceptie ervan door de burger in beeld is gebracht. Het gaat dus om opvattingen, meningen en gerapporteerd gedrag, of anders gezegd: de werkelijkheid gezien door de ogen van de burger. Om een compleet beeld van de maatschappelijke realiteit te krijgen is het wenselijk naast deze ‘subjectieve’ informatie ook ‘objectieve’ informatie uit gegevensbronnen van bijvoorbeeld overheidsorganisaties en maatschappelijke instellingen te verzamelen. Op die manier kan getoetst worden in hoeverre de maatschappelijke realiteit zoals vastgelegd in registraties overeenkomt met de beleving ervan door de burger. Deze matching van subjectieve en objectieve informatie valt echter buiten het kader van dit papieren rapport. In de digitale Parkstadmonitor (www.Parkstadmonitor.nl) is deze mix van subjectieve en objectieve gegevens wél opgenomen.
Opbouw rapport Aan dit rapport ligt de volgende structuur ten grondslag: -
Hoofdstuk 1 t/m 3 (gemeente, gemeentelijke dienstverlening, gemeentebestuur en lokale politiek) Deze hoofdstukken hebben betrekking op de beleving van de gehele gemeente waarin men woont.
-
Hoofdstuk 4 (Parkstad Limburg) Dit hoofdstuk heeft betrekking op de beleving van de gehele Parkstadregio; het referentiekader is dus een niveau hoger dan bij de hoofdstukken 1 t/m 3.
-
Hoofdstuk 5 (maatschappelijke indicatoren) Een deel van de gepresenteerde gegevens wordt in het laatste hoofdstuk vertaald in ‘maatschappelijke indicatoren’. Het gaat dan in feite om kerngegevens, toegespitst op bestuur en dienstverlening, die een indicatie geven van de beleving van de burger. In dit rapport is de beleving. Op basis hiervan kunnen de gemeenten op een compacte manier met elkaar vergeleken worden. De indicatorenvergelijking is weergegeven in de vorm van een mozaïekoverzicht.
Als bijlagen treft u de onderzoeksverantwoording (bijlage 1) en de vragenlijsten voor de Parkstad Limburg-gemeenten (bijlage 2) en de gemeente Nuth (bijlage 3) aan.
2
Weergave onderzoeksuitkomsten De onderzoeksuitkomsten zijn gepresenteerd in de vorm van grafieken, tabellen en aanvullende commentaren. Daarbij worden de gegevens op de volgende drie manieren weergegeven: - percentages - schaalscores - rapportcijfers. Voor een goede interpretatie van de onderzoeksuitkomsten moeten over het gebruik van deze percentages, schaalscores en rapportcijfers vooraf de volgende technische opmerkingen worden gemaakt. Percentages De berekening van percentages is gebaseerd op alle respondenten (onderzoeksdeelnemers) die een antwoord op de vraag gegeven hebben, inclusief ‘weet niet/geen mening’. Voor zover het tevredenheidspercentages betreft is ervoor gekozen alleen het percentage ‘tevredenen’ weer te geven. Dit betekent echter niet dat het ‘ontbrekende’ restpercentage alleen betrekking heeft op personen die óntevreden zijn; aangezien bij de antwoordmogelijkheden ook de neutrale antwoordcategorie ‘niet tevreden/niet ontevreden’ is opgenomen, bestaat de genoemde restcategorie zowel uit ontevreden respondenten als uit respondenten die tevreden noch ontevreden zijn. In een aantal gevallen is in de vragenlijst gewerkt met een zgn. vijfpuntsschaal. Dit betekent dat de respondenten bij het invullen van de vragenlijst behalve voor een ‘neutraal’ antwoord (bijv. ‘niet tevreden/niet ontevreden’) ook hebben kunnen kiezen voor de genuanceerde antwoordmogelijkheden ‘tevreden’ en ‘zeer tevreden’, of ‘ontevreden’ en ‘zeer ontevreden’. Bij het weergeven van de antwoordpercentages in dit rapport zijn in die gevallen de twee categorieën ‘tevreden’ en ‘zeer tevreden’ samengevoegd tot één categorie, namelijk ‘(zeer) tevreden’. Op dezelfde manier zijn ook de andere in het onderzoek voorkomende antwoordmogelijkheden ‘eens’ en ‘helemaal eens’ samengevoegd tot ‘(helemaal) eens’, ‘prettig’ en ‘zeer prettig’ tot ‘(zeer) prettig’, en ‘gehecht’ en ‘zeer gehecht’ tot ‘(zeer) gehecht’. Schaalscores Bij de berekening van schaalscores zijn de in de vragenlijst gegeven valide antwoorden omgerekend naar een schaal van 0 t/m 10, waarbij deze schaal een indicatie geeft van bijv. de mate van tevredenheid over een onderwerp of de frequentie waarin een verschijnsel voorkomt. De schaalscore voor tevredenheid komt bijvoorbeeld als volgt tot stand: alle respondenten die tevreden zijn over een bepaald onderwerp krijgen 10 punten, de respondenten die tevreden noch ontevreden zijn 5 punten, en de respondenten die ontevreden zijn 0 punten. Door op die manier de punten van alle respondenten te middelen wordt één schaalscore voor tevredenheid berekend die ligt tussen 0 (= zeer ontevreden) en 10 (= zeer tevreden). Deze schaalscore voor tevredenheid is daarmee vergelijkbaar met de van school bekende rapportcijfers. Rapportcijfers Incidenteel is in deze rapportage ook gebruik gemaakt van rapportcijfers. In die gevallen is de respondent gevraagd een waarde-oordeel over een onderwerp te geven in de vorm van een cijfer dat loopt van 1 (= zeer slecht) t/m 10 (= zeer goed). Door de toegekende rapportcijfers van alle respondenten te middelen komt er een gemiddeld rapportcijfer tot stand dat een indicatie geeft van de waardering die de burger heeft voor een bepaald onderwerp.
3
Gemeente-indeling De volgende tabel geeft een overzicht van de in deze monitor onderscheiden gemeenten van Parkstad, inclusief de inwoneraantallen per 1-1-2009 (bron CBS). Overzicht gemeenten, per 1-1-2009, Gemeenten
Inwoners
PARKSTAD LIMBURG (EXC. NUTH)
237.663
Brunssum
29.532
Heerlen
89.356
Kerkrade
48.076
Landgraaf
38.713
Nuth
15.720
Onderbanken
8.147
Simpelveld
11.090
Voerendaal
12.749
4
1. GEMEENTE
Gemiddeld wordt de gemeente als woon- en leefomgeving in 2009 in Parkstad Limburg en Nuth met een 6,9 gewaardeerd. Deze waardering loopt uiteen van een 6,7 in Simpelveld tot een 7,2 in Voerendaal.
In 2009 zegt 62% van de inwoners van Parkstad Limburg (excl. Nuth) en 66% in Nuth dat er WEL belangrijke problemen in de eigen gemeente zijn, waarbij de percentages variëren van 56% in Landgraaf tot 68% in Kerkrade en Voerendaal.
In 2009 worden ‘verloedering van de omgeving’ (45%), ‘criminaliteit’ (43%), ‘parkeerproblematiek’ (38%) en ‘doorstroming van het verkeer’ (33%) het meest door de inwoners van Parkstad Limburg als belangrijke maatschappelijke problemen in de gemeente ervaren. De inwoners van de gemeente Nuth ervaren eveneens ‘parkeerproblematiek’ (32%) en ‘doorstroming van het verkeer’ (29%) als grootste problemen binnen hun gemeente, gevolgd door verkeersonveiligheid (21%).
5
In dit onderzoek zijn vragen gesteld die betrekking hebben op de gehele gemeente waar men woont. Deze vragen gaan over de waardering voor de eigen gemeente (1.1) en de beleving van (maatschappelijke) problemen in de gemeente (1.2). In dit hoofdstuk wordt weergegeven hoe de inwoners van de Parkstad-gemeenten en Nuth op deze vragen gereageerd hebben.
1.1 Waardering gemeente Hoe waardeert men de eigen gemeente? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is de mensen in het onderzoek gevraagd om de eigen gemeente als woonplaats een rapportcijfer van 1 t/m 10 te geven. Tabel 1 geeft de gemiddelde rapportcijfers voor de gemeente in 2009 weer. Grafiek 1: Rapportcijfer gemeente als woon- en leefomgeving
PARKSTAD (EXCL. NUTH)
6,9
Brussum
6,8
Heerlen
6,9
Kerkrade
6,8
Landgraaf
7,0
Nuth
6,9
Onderbanken
6,8
Simpelveld
6,7
Voerendaal
7,2
0,0
2,0
4,0
6,0
8,0
Rapportcijfer
In 2009 waarderen de inwoners van Parkstad Limburg (excl. Nuth) en Nuth hun eigen gemeente als woon- en leefomgeving met het gemiddelde rapportcijfer 6,9; een ruim voldoende dus. De rapportcijfers variëren van een 6,7 in Simpelveld tot een 7,2 in Voerendaal. Tussen de landelijke gemeenten en stedelijke gemeenten bestaat geen wezenlijk verschil in waardering.
6
1.2
Probleembeleving gemeente
Aan de inwoners is in het onderzoek gevraagd wat volgens hen op dit moment de belangrijkste problemen in hun gemeente zijn. Daarbij kon men aankruisen dat er géén belangrijke problemen in de gemeente zijn, óf een keuze maken uit één of meer van de volgende potentiële problemen die op gemeentelijk niveau kunnen spelen: -
criminaliteit verkeersonveiligheid doorstroming van het verkeer parkeerproblematiek slecht openbaar vervoer woningnood werkloosheid milieuverontreiniging verloedering van de omgeving gebrek aan groenvoorzieningen aantal daklozen drugsgebruik gokverslaving straatprostitutie andere problemen (door inwoners zelf in te vullen).
In 2009 zegt 38% van de inwoners van Parkstad Limburg (excl. Nuth) en 34% in Nuth dat er GEEN belangrijke problemen in de eigen gemeente zijn, waarbij de percentages variëren van 32% in Kerkrade en Voerendaal tot 44% in Landgraaf. Dit betekent dat de meeste mensen vinden dat er WEL belangrijke problemen in de gemeente bestaan. Tabel 1 geeft voor elk van de hierboven opgesomde problemen weer hoeveel procent van de inwoners dit als een belangrijk probleem in de eigen gemeente ziet.
Criminaliteit
Verkeersonveiligheid
Doorstroming verkeer
Parkeerproblematiek
Slecht openbaar vervoer
Woningaanbod
Werkloosheid
Milieuverontreiniging
Verloedering omgeving
Gebrek aan groenvoorz.
Aantal daklozen
Drugsgebruik
Gokverslaving
Straatprostitutie
Andere problemen
Tabel 1: Probleembeleving gemeente verbijzonderd, in procenten
43%
27%
33%
38%
16%
10%
30%
17%
45%
13%
6%
28%
3%
1%
23%
Brunssum
51%
17%
41%
28%
16%
11%
24%
16%
37%
8%
3%
12%
3%
1%
17%
Heerlen
53%
23%
43%
46%
16%
9%
37%
18%
48%
15%
14%
36%
3%
3%
25%
Kerkrade
42%
27%
16%
41%
15%
12%
45%
12%
51%
8%
2%
40%
3%
1%
22%
Landgraaf
29%
42%
41%
27%
15%
7%
14%
20%
41%
22%
1%
18%
1%
0%
24%
Nuth
19%
21%
29%
32%
14%
7%
1%
6%
20%
13%
1%
6%
1%
0%
14%
Onderbanken
37%
33%
21%
31%
31%
12%
12%
27%
27%
12%
2%
18%
3%
0%
27%
Simpelveld
24%
27%
11%
38%
24%
10%
8%
9%
48%
14%
0%
9%
0%
0%
25%
Voerendaal
27%
44%
27%
22%
12%
15%
2%
14%
34%
5%
0%
4%
0%
0%
24%
PARKSTAD (EXCL. NUTH)
7
In 2009 worden ‘verloedering van de omgeving’ (45%), ‘criminaliteit’ (43%), ‘parkeerproblematiek’ (38%) en doorstroming verkeer (33%) het meest door de inwoners van Parkstad Limburg als belangrijke maatschappelijke problemen in de gemeente ervaren. Deze hoge gemiddelde scores worden echter vooral bepaald door de sterke probleembeleving in de stedelijke gemeenten en (voor wat betreft criminaliteit, doorstroming verkeer en parkeerproblematiek) met name in Heerlen. In de gemiddelden van Parkstad Limburg zijn niet de resultaten van de gemeente Nuth meegenomen. In deze gemeente worden ‘parkeerproblematiek’ (32%) en ‘doorstroming van het verkeer’ (29%) eveneens als grootste problemen ervaren maar deze percentages liggen duidelijk lager dan de Parkstad Limburg-gemiddelden. Als derde grootste probleem wordt verkeersonveiligheid genoemd (21%). Verkeersonveiligheid wordt door de inwoners van Landgraaf en Voerendaal het meest genoemd als probleem binnen hun gemeente. Aangezien een aantal van de onderzochte problemen typisch (groot-)stedelijk van aard is ligt het voor de hand dat deze in de stedelijke gemeenten in het algemeen en centrumgemeente Heerlen in het bijzonder sterker beleefd worden dan in de landelijke gemeenten. Sprekende voorbeelden hiervan zijn de grote verschillen tussen gemeenten op het gebied ‘criminaliteit’ (53% in Heerlen tegenover 19% in Nuth) en ‘drugsgebruik’ (40% in Kerkrade tegenover 4% in Voerendaal).
8
2. GEMEENTELIJKE DIENSTVERLENING
Gemiddeld bedraagt de waardering voor de gemeentelijke dienstverlening in 2009 een 6,7. Het rapportcijfer dat inwoners aan de gemeentelijke dienstverlening geven is het laagst in Nuth (6,4) en het hoogst in Kerkrade (6,9).
In 2009 is de gemiddelde tevredenheidsscore voor het contact met de gemeente een 7,6. De scores variëren van een 7,1 in Heerlen tot een 8,1 in Brunssum en Kerkrade. Nuth behaalt een score van 7,7.
Burgers gebruiken in 2009 de gemeentelijke publicatie in huis aan huisbladen gemiddeld genomen het meest frequent (Parkstad 74%, Nuth 81%) als informatiekanaal om zich op de hoogte te houden over besluiten van het gemeentebestuur.
9
In dit hoofdstuk staat de gemeentelijke dienstverlening centraal. Achtereenvolgens komen aan de orde de waardering voor de gemeentelijke dienstverlening (2.1), de contacten met de gemeente (2.2) en de gemeentelijke informatievoorziening (2.3)
2.1 Waardering gemeentelijke dienstverlening Wat vinden de burgers in het algemeen van de gemeentelijke dienstverlening in de plaats waar zij wonen? Voor het beantwoorden van deze vraag is aan de inwoners gevraagd om een rapportcijfer te geven voor de gemeentelijke dienstverlening. Grafiek 2 geeft weer hoe de inwoners de gemeentelijke dienstverlening in 2009 waarderen. Grafiek 2: Rapportcijfer gemeentelijke dienstverlening
PARKSTAD (EXCL. NUTH)
6,7
Brussum
6,7
Heerlen
6,7
Kerkrade
6,9
Landgraaf
6,8
Nuth
6,4
Onderbanken
6,7
Simpelveld
6,6
Voerendaal
6,8
0,0
2,0
4,0
6,0
Rapportcijfer (0=zeer slecht; 10=zeer goed)
In 2009 bedraagt de waardering voor de gemeentelijke dienstverlening in Parkstad Limburg een 6,7; een voldoende dus. Het rapportcijfer van Nuth is met een 6,4 het laagste cijfer. De cijfers verschillen weinig van elkaar hetgeen te zien is aan het rapportcijfer van de gemeente Kerkrade dat met een half punt hoger (6,9) het hoogste cijfer is.
10
Naast dit rapportcijfer dat een algemeen beeld geeft, is ook de waardering voor specifieke aspecten van dienstverlening onderzocht. Daarvoor is de inwoners een aantal uitspraken voorgelegd met de vraag om aan te geven in hoeverre zij het hiermee eens zijn. Het betreft de volgende uitspraken: - De gemeente werkt snel. - De gemeente komt afspraken na. - De gemeente handelt klachten goed af. - De gemeente heeft goed bereikbare kantoren. - De gemeente heeft goede openingstijden. In tabel 2 is weergegeven hoe de inwoners van de verschillende gemeenten de specifieke aspecten van de dienstverlening beoordelen. Tabel 2: Specifieke aspecten dienstverlening 2009 Snel werken
Afspraken
Goede
Goed bereikbare
Goede
nakomen
klachtenafhande-
kantoren
openingstijden
ling PARKSTAD (EXCL. NUTH)
20%
31%
20%
68%
54%
Brunssum
20%
30%
18%
70%
46%
Heerlen
16%
27%
17%
60%
49%
Kerkrade
29%
38%
27%
78%
71%
Landgraaf
21%
33%
20%
67%
52%
Nuth
18%
27%
15%
67%
47%
Onderbanken
22%
26%
21%
64%
46%
Simpelveld
17%
31%
20%
69%
49%
Voerendaal
17%
29%
20%
77%
63%
Uit de resultaten blijkt dat in 2009 de dienstverleningsaspecten ‘bereikbaarheid’ en ‘openingstijden’ met respectievelijk 68% en 54% verreweg het hoogst door de burgers gewaardeerd worden. Over de aspecten ‘snel werken’, ‘afspraken nakomen’ en ‘goede klachtafhandeling’ is men beduidend minder te spreken; slechts 20% tot 31% van de inwoners is hierover tevreden.
2.2
Contacten met de gemeente
Burgers komen op veel verschillende manieren en om diverse redenen in contact met de gemeente. Naast vragen over de gemeentelijke dienstverlening in algemene zin zijn in het onderzoek daarom vragen opgenomen die concreet ingaan op contacten die burgers hebben met de gemeente. Aan de inwoners is op de eerste plaats gevraagd of ze in de afgelopen 12 maanden contact hebben gehad met de gemeente en, zo ja, met wie (ambtenaar of bestuurder), waarvoor (welk product) en hoe (wat voor soort contact). De uitkomsten op deze vraag worden hier niet in detail weergegeven. In algemene zin kan gesteld worden dat in 2009 in Parkstad Limburg 58% van de inwoners recentelijk contact heeft gehad met de gemeente. In Nuth bedraagt dit percentage 65%. Van deze contacten heeft in Parkstad het merendeel (93%) met ambtenaren plaatsgevonden, de rest met bestuurders (collegeleden of raadsleden). Dit geldt ook voor Nuth waar het percentage ‘contact met ambtenaren’ 88% bedraagt.
11
Verreweg de meeste contacten hadden zowel in Parkstad Limburg als in Nuth betrekking op producten als paspoorten, identiteitskaarten en rijbewijzen en andere producten van burgerzaken (zoals adreswijzigingen en aangifte geboorte, huwelijk, sterfte), alsmede gemeentelijke belastingen. Van de contacten was in 2009 in Parkstad gemiddeld 60% mondeling, 29% telefonisch, 7% schriftelijk en het minste contact vond plaats via internet/e-mail (5%). De percentages van Nuth zijn met 64% (mondeling), 24% (telefonisch), 7% (schriftelijk) en 4% (internet/email) te vergelijken. Aan de inwoners die in de afgelopen 12 maanden contact met de gemeente hebben gehad is vervolgens ook gevraagd of zij over het laatste contact met de gemeente tevreden of ontevreden zijn. De antwoorden zijn omgerekend naar één tevredenheidsscore die loopt van 0 (= zeer ontevreden) t/m 10 (= zeer tevreden). Grafiek 3 geeft weer hoe tevreden de burgers zijn over hun laatste contact met de gemeente. Grafiek 3: Tevredenheid over contact met gemeente
PARKSTAD (EXCL. NUTH)
7,6
Brussum
8,1
Heerlen
7,1
Kerkrade
8,1
Landgraaf
7,8
Nuth
7,7
Onderbanken
7,3
Simpelveld
7,5
Voerendaal
7,7
0,0
2,0
4,0
6,0
8,0
10,0
Schaalscore (0=zeer laag; 10=zeer hoog)
In 2009 bedraagt de gemiddelde tevredenheidsscore van Parkstad Limburg voor het contact met de gemeente een 7,6; een ruime voldoende dus. De gemeente Nuth heeft met een score van 7,7 eveneens een ruime voldoende. De scores variëren van een 7,1 in Heerlen tot een 8,1 in Brunssum en Kerkrade. Daarmee scoort de tevredenheid over het contact met de gemeente hoger dan de waardering voor de gemeentelijke dienstverlening in algemene zin (zie grafiek 2). Kennelijk is de feitelijke ervaring van de burger met de gemeente positiever dan het imago van de gemeente bij diezelfde burger.
12
2.3
Gemeentelijke informatievoorziening
Het onderzoek bevat ook een aantal vragen die betrekking hebben over de gemeentelijke informatievoorziening. Welke media gebruiken burgers om zich op de hoogte te houden over besluiten van het gemeentebestuur? Daarvoor is de burger een aantal informatiekanalen voorgelegd met de vraag om aan te geven of ze hiervan gebruik maken. Ook de antwoordcategorie ‘ik hou me niet op de hoogte van besluiten van het gemeentebestuur’ kon aangekruist worden. Tabel 3 laat voor elk informatiekanaal zien hoeveel procent van de burgers hiervan gebruik maakt. Tabel 3: Gebruik informatiekanalen, in procenten Gemeentelijke
Informatiekrant
Gemeentelijke
Houdt zich niet
publicatie in huis aan
gemeente
website
op hoogte
huisbladen PARKSTAD LIMBURG (excl. Nuth)
74%
32%
19%
16%
Brunssum
77%
22%
15%
19%
Heerlen
66%
54%
25%
16%
Kerkrade
78%
18%
16%
14%
Landgraaf
78%
19%
14%
19%
Nuth
81%
10%
13%
14%
Onderbanken
79%
16%
12%
16%
Simpelveld
85%
18%
10%
10%
Voerendaal
82%
31%
19%
13%
In 2009 wordt de gemeentelijke publicatie in huis aan huisbladen (74% in Parkstad Limburg en 81% in Nuth) het meest door de burger gebruikt om zich op de hoogte te houden over besluiten van de gemeente. Ongeveer een derde de burgers van Parkstad Limburg houdt zich via de informatiekrant van de gemeente op de hoogte van gemeentelijke besluiten. Hier zijn grote verschillen tussen de gemeenten te zien: zo variëren de percentages van 10% in Nuth tot 54% in Heerlen. Slechts 16% van de inwoners van Parkstad Limburg houdt zich niet op de hoogte van besluiten van het gemeentebestuur, waarbij opvalt dat deze percentages in de stedelijke gemeenten (iets) hoger zijn dan in de landelijke gemeenten. In Nuth houden met 14% zich meer inwoners niet op de hoogte dan dat ze gebruik maken van de informatiekrant of de gemeentelijke website.
13
14
3. GEMEENTEBESTUUR EN LOKALE POLITIEK
Gemiddeld wordt het gemeentebestuur in 2009 met een 5,8 beoordeeld. De tevredenheid verschilt naar gemeente en is het hoogst in Heerlen en Landgraaf (6,1) en het laagst in Voerendaal (4,2).
De gemiddelde score die de inwoners van Parkstad Limburg (excl. Nuth) geven voor de inzet van hun gemeentebestuur is een 4,9; Nuth scoort een 4,0. De gemeente Voerendaal scoort met een 3,2 het laagst en de gemeente Landgraaf heeft met een 5,2 de hoogste score .
Eén op de vijf inwoners van Parkstad Limburg (excl. Nuth) is in 2009 (zeer) geïnteresseerd in de lokale politiek, ongeveer de helft een beetje (54%) en een vijfde is niet geïnteresseerd (20%). Voor Nuth zijn deze percentages als volgt 14% (zeer) geïnteresseerd in politiek, 62% een beetje en 17% niet.
In 2009 vindt gemiddeld bijna één op de vier Parkstedelingen (excl. de inwoners van Nuth) en één op de vijf inwoners van de gemeente Nuth dat de besluitvorming van de gemeente voldoende transparant is.
15
De relatie tussen overheden en burgers staat steeds centraal in discussies over bestuurlijke vernieuwing, verkiezingen etc. Aan de burgers van de Parkstadgemeenten zijn vragen gesteld over drie onderwerpen die te maken hebben met deze relatie: de waardering die burgers hebben voor hun afgevaardigden in het gemeentebestuur (3.1), de interesse van burgers in lokale politiek (3.2) en de transparantie van de gemeentelijke besluiten (3.3).
3.1 Tevredenheid over gemeentebestuur Bent u over het gemeentebestuur in uw woonplaats tevreden of ontevreden? Grafiek 4 laat zien hoe de burger op deze vraag geantwoord heeft. De antwoordpercentages zijn daarvoor omgerekend naar een tevredenheidsscore voor het gemeentebestuur die loopt van 0 (= zeer ontevreden) t/m 10 (= zeer tevreden). Grafiek 4: Tevredenheid over gemeentebestuur, 2009
PARKSTAD (EXCL. NUTH)
5,8
Brussum
5,2
Heerlen
6,1
Kerkrade
5,9
Landgraaf
6,1
Nuth
4,9
Onderbanken
5,6
Simpelveld
5,8
Voerendaal
4,2
0,0
2,0
4,0
6,0
Schaalscore (0=zeer laag;10=zeer hoog)
In 2009 is de gemiddelde tevredenheidsscore in Parkstad Limburg (excl. Nuth) voor het gemeentebestuur een 5,8; de score voor de gemeente Nuth bedraagt een 4,9. De scores van de gemeenten variëren van een 4,2 in Voerendaal tot een 6,1 in Heerlen en Landgraaf.
16
Ter detaillering van deze algemene waardering is de inwoners ook een aantal specifieke uitspraken over het functioneren van het gemeentebestuur voorgelegd met het verzoek om aan te geven in hoeverre men het hiermee eens is. Het gaat om de volgende uitspraken: - Het gemeentebestuur is er tot nu toe behoorlijk in geslaagd enkele belangrijke problemen in de gemeente op te lossen. - Het gemeentebestuur doet veel om de mensen bij het bestuur van de gemeente te betrekken. - Het belastinggeld wordt in mijn gemeente over het algemeen goed besteed. - Leden van de gemeenteraad bekommeren zich om de mening van mensen zoals ik. - Gemeenteraadsleden weten over het algemeen wat er speelt onder de mensen. - Wanneer ik alles op een rijtje zet vind ik dat de gemeente waar ik woon goed bestuurd wordt. Ongeveer tweederde van de inwoners het eens is met de stelling: ‘Het gemeentebestuur moet zich op wijkbijeenkomsten presenteren om in direct contact met de burger te komen’. De antwoorden van de overige 6 stellingen zijn omgerekend naar een tevredenheidscore over de inzet van het gemeentebestuur volgens de inwoners. Deze score loopt van 0 (=zeer ontevreden) t/m 10 (zeer tevreden). Grafiek 5 laat zien hoe de burger op deze vraag geantwoord heeft. Grafiek 5 : Tevredenheid over inzet gemeentebestuur, 2009
PARKSTAD (EXCL. NUTH)
4,9
Brussum
4,6
Heerlen
4,9
Kerkrade
4,9
Landgraaf
5,2
Nuth
4,0
Onderbanken
4,8
Simpelveld
4,9
Voerendaal
3,2
0,0
1,0
2,0
3,0
Schaalscores (0=zeer laag;10=zeer hoog)
17
4,0
5,0
6,0
De gemiddelde score van de inwoners van Parkstad Limburg bedraagt een 4,9, de gemeente Nuth behaalt een lagere score van 4,0. De gemeente Voerendaal scoort met een 3,2 het laagst en de gemeente Landgraaf behaalt met een 5,2 net geen voldoende. Nadere analyse van de tevredenheidscore laat zien dat ongeveer 30% is het eens met de stellingen; ‘ Wanneer ik alles op een rijtje zet vind ik dat de gemeente waarin ik woon goed bestuurd wordt’ en ‘Het gemeentebestuur is er tot nu toe behoorlijk in geslaagd enkele belangrijke problemen in de gemeente op te lossen’. Met de stellingen ‘de leden van de gemeenteraad bekommeren zich om de mening van mensen zoals ik’ en ‘het belastinggeld wordt over het algemeen goed besteed’ is het kleinste percentage inwoners eens, namelijk 15%. Er dient wel de nuancerende opmerking geplaatst worden dat een relatief groot deel van de respondenten met ‘weet niet/geen mening’ geantwoord heeft (gemiddeld ruim 20%).
3.2 Politieke interesse Om de politieke belangstelling te indiceren is in het onderzoek gevraagd in welke mate men interesse heeft in lokale politiek. Daarbij konden de inwoners kiezen uit de antwoordmogelijkheden: ‘(zeer) geïnteresseerd’, ‘een beetje geïnteresseerd’, ‘niet geïnteresseerd’ en ‘weet niet/geen mening’. Tabel 4 laat de verdeling van deze percentages zien. Aangezien ook ‘weet niet/geen mening’ geantwoord kon worden bedragen de totalen geen 100%. Tabel 4: Interesse burger in lokale politiek, in procenten, 2009
(Zeer) geïnteresseerd
Een beetje geïnteresseerd
Niet geïnteresseerd
PARKSTAD LIMBURG (excl. Nuth)
20%
54%
20%
Brunssum
18%
51%
24%
Heerlen
24%
55%
17%
Kerkrade
17%
52%
21%
Landgraaf
16%
57%
22%
Nuth
14%
62%
17%
Onderbanken
21%
48%
25%
Simpelveld
19%
57%
18%
Voerendaal
20%
56%
19%
In 2009 is ongeveer 1 op de 5 inwoners van Parkstad Limburg (excl. Nuth) (zeer) geïnteresseerd in de lokale politiek, in ongeveer de helft is een beetje geïnteresseerd (54%) en een vijfde is niet geïnteresseerd (20%). De verschillen tussen gemeenten zijn relatief klein.
18
3.3 Transparantie gemeentelijke besluiten In het onderzoek is een vraag opgenomen over de transparantie van gemeentelijke besluiten. Concreet gaat het dan om de volgende stellingen: - De informatie naar de burger over besluiten van de gemeente (bijv. via gemeentelijke krantjes en publicaties, pers, bijeenkomsten, brieven) is voldoende. - De gemeente maakt naar de burger voldoende duidelijk welke belangen er spelen bij het nemen van besluiten. - De gemeente maakt naar de burger voldoende duidelijk welke afwegingen ze maakt bij het nemen van beslissingen. - Wanneer ik alles op een rijtje zet vind ik dat de besluitvorming van de gemeente voldoende transparant is. Tabel 5 geeft weer hoeveel procent van de inwoners het eens met voornoemde stellingen. Tabel 5: Transparantie gemeentelijke besluiten, in %, 2009
Informatie naar burger over besluiten is voldoende
Gemeente maakt
Gemeente maakt
belangen bij
afwegingen bij
besluiten voldoende
nemen beslissingen
duidelijk
voldoende duidelijk
Samenvattend: besluitvorming gemeente is voldoende transparant
PARKSTAD LIMBURG (excl. Nuth)
60%
25%
18%
24%
Brunssum
60%
27%
18%
26%
Heerlen
56%
24%
15%
21%
Kerkrade
64%
27%
22%
29%
Landgraaf
64%
28%
19%
23%
Nuth
52%
20%
15%
19%
Onderbanken
62%
23%
19%
23%
Simpelveld
60%
27%
17%
25%
Voerendaal
50%
17%
10%
16%
In 2009 is gemiddeld meer dan de helft van de Parkstedelingen (excl. Nuth) (60%) en de inwoners van Nuth (52%) van mening dat de informatie naar de burger over besluiten van de gemeente voldoende is. Eén op de vier inwoners in Parkstad en vindt gemiddeld dat de gemeente de burger voldoende duidelijk maakt welke belangen er spelen bij het nemen van besluiten (25%) en heeft als samenvattend oordeel dat de besluitvorming van de gemeente transparant is (24%). In de gemeente Nuth liggen deze percentages iets lager, met respectievelijk 20% en respectievelijk 19%. Nog geen één op de vijf Parkstedelingen (excl. de inwoners van Nuth) (18%) is van mening dat de gemeente de burger voldoende duidelijk maakt welke afwegingen ze maakt bij het nemen van beslissingen. Voor Nuth ligt dit percentage nog iets lager (15%). Kijken we naar de afzonderlijke gemeenten dan valt op dat de inwoners van Kerkrade relatief hoger scoren op de vier stellingen, Voerendaal scoort gemiddeld het laagste op alle stellingen.
19
20
4. PARKSTAD LIMBURG
Bijna 90% van de Parkstedelingen vindt Parkstad Limburg (zeer) prettig als woon- en leefomgeving, waarbij de percentages variëren van 80% in de gemeente Onderbanken tot 89% in Heerlen.
Meer dan een kwart van de inwoners van Parkstad Limburg voelt zich ‘veel’ betrokken bij Parkstad Limburg, waarbij opvalt dat de inwoners van de stedelijke gemeenten zich meer betrokken voelen dan de inwoners van de landelijke gemeenten.
Op de vraag in hoeverre inwoners vinden of samenwerking in Parkstad Limburg een goed of slecht initiatief is, antwoordt bijna twee derde (65%) dat dit een goed initiatief is. Ook hier zien we dat de inwoners van de stedelijke gemeenten positiever tegenover de Parkstad(-samenwerking) staan dan de inwoners van de landelijke gemeenten.
21
In het onderzoek zijn de mensen niet alleen vragen gesteld over de eigen gemeente, maar ook over de hele Parkstad-regio. Deze vragen gaan over de waardering voor Parkstad Limburg, de betrokkenheid bij deze regio en de wensen die de Parkstedelingen hebben voor de toekomstige ontwikkeling van hun streek. Hieronder kunt u lezen hoe de inwoners van Parkstad Limburg deze vragen beantwoord hebben. Aangezien de gemeente Nuth ten tijde van het onderzoek niet tot de Parkstadgemeenten behoorden, zijn deze vragen niet aan de inwoners van Nuth gesteld.
4.1 Waardering Parkstad Limburg Om een indruk te krijgen van de waardering die de inwoners hebben voor Parkstad Limburg is in het onderzoek gevraagd hoe prettig men Parkstad Limburg als woon- en leefomgeving vindt. Grafiek 6 geeft weer hoeveel procent van de inwoners Parkstad Limburg een (zeer) prettige woon- en leefomgeving vindt. Grafiek 6: Waardering Parkstad Limburg als woonomgeving
PARKSTAD (EXCL. NUTH)
88
Brunssum
88
Heerlen
89
Kerkrade
88
Landgraaf
86
Onderbanken
80
Simpelveld
87
Voerendaal
88
0
20
40
60
80
100
Percentage inwoners
In 2009 vindt maar liefst 88% van de inwoners van Parkstad Limburg (excl. Nuth) deze regio (zeer) prettig als woon- en leefomgeving. Heerlen heeft het hoogste percentage (89%) en Onderbanken de laagste met 80%. Er is weinig verschil in de beoordelingen van de inwoners van de stedelijke gemeenten ten opzichte van de inwoners van de landelijke gemeenten.
22
Om de algemene waardering voor Parkstad Limburg beter te kunnen duiden is de inwoners een aantal uitspraken over Parkstad Limburg voorgelegd met het verzoek om aan te geven in hoeverre men het hiermee eens is. Het gaat om de volgende, afwisselend positief en negatief geformuleerde, uitspraken: - Parkstad Limburg is een gebied met veel groen. - Parkstad Limburg biedt aantrekkelijke uitgaansmogelijkheden. - In Parkstad Limburg zijn maar weinig mogelijkheden voor sport en recreatie. - Parkstad Limburg heeft op cultureel gebied weinig te bieden. - In Parkstad Limburg kun je prettig winkelen. - Parkstad Limburg is een gebied met slechte onderwijsvoorzieningen. - Er zijn voldoende medische voorzieningen in Parkstad Limburg. - Parkstad Limburg heeft een goed wegennet. - Het openbaar vervoer in Parkstad Limburg functioneert slecht. - Er is in Parkstad Limburg veel criminaliteit. Bij analyse van de resultaten valt op dat de positieve uitspraken over Parkstad Limburg in het algemeen meer bijval krijgen dan de negatieve uitspraken. Kijken we naar de reacties op de positief geformuleerde uitspraken in 2009 dan zien we dat gemiddeld genomen in Parkstad Limburg een meerderheid van de inwoners tevreden is over de kwaliteit van het ‘groen’ (71%), ‘medische voorzieningen’ (63%), ‘winkelen’ (54%). Over ‘uitgaansmogelijkheden’ is men met 48% minder te spreken. Tussen de gemeenten worden soms grote verschillen gemeten, met name bij de waardering voor het medische voorzieningenaanbod en waardering voor het wegennet. Zo vindt 73% van de inwoners van Voerendaal dat er voldoende medische voorzieningen zijn in Parkstad tegenover 47% van de inwoners van Kerkrade. In Simpelveld is tweederde (65%) van de inwoners het eens dat Parkstad Limburg over een goed wegennet beschikt , terwijl in Landgraaf dit percentage duidelijk lager ligt (40%). Een blik op de negatief geformuleerde stellingen laat zien dat in 2009 slechts een duidelijke minderheid (tussen 7% en 21%) van de Parkstedelingen het hiermee eens is. Dit geldt niet voor de stelling over criminaliteit, 45% van de Parkstedelingen is het ermee eens dat er veel criminaliteit is in Parktstad.
4.2 Betrokkenheid bij Parkstad Limburg Voor de regio Parkstad Limburg is de betrokkenheid van de burger onderzocht. Daarvoor is gevraagd in welke mate men zich betrokken voelt bij Parkstad Limburg, waarbij gekozen kon worden uit de antwoordmogelijkheden ‘veel’, ‘niet veel/niet weinig’, ‘weinig’ en ‘weet niet/geen mening’. Tabel 6 op de volgende pagina laat de betrokkenheid van de inwoners bij Parkstad Limburg aan de hand van deze antwoordmogelijkheden voor het jaar 2009 zien; hierbij is de categorie ‘weet niet/geen mening’ buiten beschouwing gelaten, vandaar dat de totalen geen 100% bedragen.
23
Tabel 6: Betrokkenheid bij Parkstad Limburg, in procenten, 2009 Niet veel/niet weinig
Veel betrokkenheid
betrokkenheid
Weinig betrokkenheid
PARKSTAD LIMBURG
27%
49%
18%
Brunssum
26%
51%
18%
Heerlen
35%
49%
12%
Kerkrade
26%
45%
22%
Landgraaf
21%
55%
18%
Onderbanken
14%
45%
32%
Simpelveld
22%
50%
23%
Voerendaal
16%
51%
27%
In 2009 voelt slechts 27% van de inwoners zich ‘veel’ betrokken bij Parkstad Limburg; 18% voelt zich ‘weinig’ betrokken. Verder is het zo dat de helft (49%) een min of meer neutrale betrokkenheid (‘niet veel/niet weinig’) heeft; daarmee is in potentie een omvangrijk reservoir van inwoners beschikbaar waarvan de betrokkenheid bij Parkstad Limburg verhoogd kan worden. Kijken we naar de uitkomsten van de afzonderlijke gemeenten in 2009 dan zien we dat inwoners van de stedelijke gemeenten zich iets meer bij Parkstad Limburg betrokken voelen dan de inwoners van de landelijke gemeenten. In Onderbanken is de betrokkenheid bij Parkstad Limburg het laagst: hier is het percentage inwoners met weinig betrokkenheid (32%) duidelijk groter dan het percentage met ‘veel betrokkenheid’ (14%). Deze relatief lage betrokkenheid in Onderbanken past in het beeld van paragraaf 4.1 (grafiek 6) waar gebleken is dat de waardering van de inwoners van Onderbanken voor Parkstad Limburg als woonomgeving relatief laag is.
4.3 Samenwerking en beleid Parkstad Limburg De gemeenten Heerlen, Brunssum, Kerkrade, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal werken in Parkstad Limburg-verband op allerlei gebieden samen. Om een indruk te krijgen van wat de burger hiervan vindt is in het onderzoek gevraagd in hoeverre men de samenwerking in Parkstad Limburg een goed of slecht initiatief vindt. Tabel 7 laat zien hoe de inwoners op deze vraag geantwoord hebben. Weergegeven zijn de percentages inwoners die over de Parkstadsamenwerking een positief, neutraal, of negatief oordeel hebben. Tabel 7: Oordeel samenwerking in Parkstad Limburg, in procenten, 2009 Niet goed/niet slecht
Goed initiatief
initiatief
Slecht initiatief
PARKSTAD LIMBURG
65%
18%
6%
Brunssum
61%
23%
5%
Heerlen
75%
13%
4%
Kerkrade
59%
20%
7%
Landgraaf
65%
20%
5%
Onderbanken
54%
20%
9%
Simpelveld
54%
24%
10%
Voerendaal
54%
23%
6%
24
In het algemeen is in potentie zeker een draagvlak voor de samenwerking tussen de gemeenten in Parkstad Limburg aanwezig. In 2009 vindt gemiddeld 65% van de inwoners dat deze samenwerking een goed initiatief is, 18% heeft geen uitgesproken mening, en slechts 6% is negatief. Evenals bij de betrokkenheid bij Parkstad Limburg in de vorige paragraaf zien we ook hier dat de inwoners van de stedelijke gemeenten positiever tegenover Parkstad(-samenwerking) staan dan de inwoners van de landelijke gemeenten. In de stedelijke gemeenten wordt de Parkstadsamenwerking door een bijna twee derder van de inwoners (ca. 65%) als een goed initiatief ervaren, terwijl in de landelijke gemeenten circa de helft hier zo over denkt. Voor de beleidsontwikkeling in Parkstad Limburg is het van belang dat de beleidsmakers en beleidsbeslissers geobjectiveerde informatie hebben over wat de burger van belang vindt voor de toekomst van deze regio. Daarvoor is de inwoners van Parkstad Limburg in het onderzoek een aantal mogelijke speerpunten van beleid voorgelegd, met het verzoek om per punt aan te geven of ze deze zeer belangrijk, minder belangrijk of niet belangrijk vinden voor de toekomstige ontwikkeling van de Parkstadregio. De volgende beleidsspeerpunten zijn aan de inwoners voorgelegd: - economische ontwikkeling (bedrijven) en bevordering werkgelegenheid - instandhouden natuur en milieu - uitbreiden voorzieningen voor recreatie en vrijtijdsbesteding - bouwen van nieuwe woningen - verbeteren milieuvriendelijke vervoervoorzieningen (openbaar vervoer, fiets) - verbeteren voorzieningen voor autogebruik - extra aandacht voor openbare orde en veiligheid. Tabel 8 laat zien welke prioriteit deze punten in de ogen van de burger hebben. Weergegeven zijn de percentages inwoners die aangeven de onderscheiden punten zeer belangrijk te vinden voor de toekomst van de regio. Tabel 8: Prioriteit burger m.b.t. ontwikkeling Parkstad Limburg, in procenten, 2009 Bevorderen economie en werkgelegenheid
In stand houden natuur en milieu
Uitbreiden voorzieningen recreatie/vrije tijd
Bouwen nieuwe woningen
PARKSTAD LIMBURG (excl. Nuth)
89%
88%
61%
23%
Brunssum
87%
93%
66%
16%
Heerlen
91%
87%
62%
23%
Kerkrade
90%
86%
61%
28%
Landgraaf
87%
90%
63%
19%
Onderbanken
86%
85%
59%
29%
Simpelveld
88%
89%
50%
30%
Voerendaal
89%
90%
50%
28%
25
Vervolg tabel 8: Prioriteit burger m.b.t. ontwikkeling Parkstad Limburg, in procenten Verbeteren milieuvriendelijke vervoervoorzieningen
Verbeteren voorzieningen
Extra aandacht openbare
autogebruik
orde en veiligheid
PARKSTAD LIMBURG
70%
39%
88%
Brunssum
67%
38%
88%
Heerlen
70%
37%
89%
Kerkrade
68%
38%
86%
Landgraaf
74%
47%
89%
Onderbanken
75%
35%
86%
Simpelveld
71%
39%
86%
Voerendaal
68%
33%
86%
Voor de toekomstige ontwikkeling van de regio hechten de inwoners van Parkstad Limburg gemiddeld genomen in 2009 het grootste belang aan ‘bevorderen economie en werkgelegenheid’ (89%), ‘in stand houden natuur en milieu’ (88%)‘ en ‘extra aandacht voor openbare orde en veiligheid’ (88%). Daarna volgen ‘verbeteren milieuvriendelijke vervoervoorzieningen’ en ‘uitbreiden voorzieningen recreatie/vrije tijd’ met 70% resp. 61%. Duidelijk minder belangrijk in de prioriteitenafweging van de burger zijn het ‘verbeteren van voorzieningen voor autogebruik’ (39%) en ‘bouwen van nieuwe woningen’ (23%). De verschillen tussen de afzonderlijke gemeenten zijn relatief klein. Bij deze uitkomsten moet de nuancerende opmerking worden gemaakt dat beleidsmakers en beleidsbeslissers – rekening houdend met de maatschappelijke realiteit en het algemene belang – natuurlijk in meerdere of mindere mate aandacht moeten besteden aan álle genoemde speerpunten en zich niet uitsluitend kunnen laten leiden door prioriteiten van individuele burgers. Bovenstaande uitkomsten hebben dan ook uitdrukkelijk níet de bedoeling om speerpunten van beleid ‘af te schrijven’, maar beogen uitsluitend om de beleidsmakers en -beslissers bij het maken van hun beleidsafwegingen te ondersteunen met informatie uit de maatschappelijke omgeving.
26
5. MAATSCHAPPELIJKE INDICATOREN (SAMENVATTING) In dit afsluitende hoofdstuk worden samenvattend een aantal maatschappelijke indicatoren gepresenteerd. In feite zijn dit kerngegevens uit de voorgaande hoofdstukken die een indicatie geven van vooral de wijze waarop de inwoners hun gemeentebestuur en dienstverlening (gemeente, Parkstad Limburg) beleven. Thematisch geordend gaat het om de volgende maatschappelijke indicatoren: Gemeente - waardering gemeente Gemeentelijke dienstverlening - gemeentelijke dienstverlening - tevredenheid contact met Gemeente Gemeentebestuur en lokale politiek - tevredenheid over gemeentebestuur - tevredenheid functioneren gemeente m.b.t. informatie - interesse in lokale politiek Parkstad Limburg - waardering Parkstad Limburg - betrokkenheid bij Parkstad Limburg - oordeel samenwerking in Parkstad Limburg
De scores op deze maatschappelijke indicatoren worden op de volgende pagina in een ‘mozaïekoverzicht’ samengevat. Het geeft de stand van zaken in de Parkstadgemeenten (excl. Nuth) in 2009 weer. Door middel van de kleuren “groen”, “geel”, “rood” geeft het overzicht voor de afzonderlijke Parkstadgemeenten weer of ze in 2009 op de betreffende indicatoren relatief gunstig, neutraal of ongunstig scoren. Referentiepunt daarbij is het Parkstadgemiddelde in 2009. Indien een score minder dan 10% afwijkt van dit Parkstadgemiddelde dan is de typering ‘neutraal’; is de afwijking naar boven of beneden toe 10% of meer dan is de typering ‘gunstig’ resp. ’ongunstig’. Op deze manier wordt een indicatie gegeven van waar de afzonderlijke gemeenten in 2009 ten opzichte van het Parkstadgemiddelde staan. Bij het lezen c.q. interpreteren van de uitkomsten in het mozaïekoverzicht is het van belang om te beseffen dat het gaat om relatieve scores, namelijk om de afwijking van de gemeente in 2009 ten opzichte van het Parkstadgemiddelde. De uniform gehanteerde 10%-marge is daartoe een handig instrument, maar geen harde statistische maat. Een beeld van het absolute niveau van de beleving van de woonomgeving valt uit de mozaïek niet af te lezen. Daarvoor moet men de grafieken en tabellen in de voorgaande hoofdstukken van dit rapport raadplegen.
27
= neutraal in 2009 t.o.v. Parkstadgemiddelde (excl. Nuth) = ongunstig in 2009 t.o.v. Parkstadgemiddelde (excl. Nuth)
Gemeente Waardering gemeente als woon- en leefomgeving Gemeentelijke dienstverlening Gemeentelijke dienstverlening Tevredenheid over contact met gemeente Gemeentebestuur en lokale politiek Tevredenheid over gemeentebestuur Tevredenheid inzet gemeentebestuur Interesse burger in lokale politiek Transparante besluitvorming Parkstad Limburg Waardering Parkstad Limburg als woonomgeving
*
Betrokkenheid bij Parkstad Limburg
*
Samenwerking in Parkstad Limburg
*
* deze vragen zijn niet gesteld aan de inwoners van de gemeente Nuth
28
Voerendaal
Simpelveld
= gunstig in 2009 t.o.v. Parkstadgemiddelde (excl. Nuth)
Onderbanken
Nuth
Landgraaf
Kerkrade
Heerlen
Brunssum
Maatschappelijke indicatoren Parkstad
BIJLAGEN
BIJLAGE 1: ONDERZOEKSVERANTWOORDING Hieronder wordt de opzet van het onderzoek ‘gemeentebestuur en dienstverlening 2009’ en de verantwoording van de uitvoering beschreven. Aan de orde komen achtereenvolgens de onderzoeksmethode, steekproeftrekking, responsverantwoording, representativiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.
Onderzoeksmethode Gelet op het grote aantal onderzoeksvragen is ervoor gekozen het onderzoek uit te voeren in de vorm van een schriftelijke enquête. Deze enquête is gehouden onder een steekproef van de bevolking van 18 jaar en ouder. De personen die voor het onderzoek zijn geselecteerd hebben per post een schriftelijke vragenlijst en begeleidende brief van hun gemeente ontvangen, met het verzoek de vragenlijst in te vullen en binnen 10 dagen in een portvrije antwoordenveloppe te retourneren. Om de privacy te kunnen waarborgen zijn aan de respondenten geen naam- en adresgegevens gevraagd, behalve de postcode (nodig om de uitkomsten te kunnen herleiden naar gemeenten). Om de respons te verhogen is er na 10 dagen schriftelijk gerappelleerd. Het veldwerk is uitgevoerd in de periode maart 2009.
Steekproeftrekking Er is uit de Gemeentelijke Bevolkingsadministraties van de zeven Parkstadgemeenten en Nuth een aselecte steekproef getrokken van in totaal 7150 inwoners van 18 jaar en ouder. Gelet op de omvang en moeilijkheidsgraad van de vragenlijst is er – mede op basis van eerdere ervaringen met eerdere onderzoeken – voor gekozen bewoners van verzorgings- of verpleegtehuizen buiten de steekproeftrekking te laten. De totale onderzoekspopulatie van 18-plussers waaruit de steekproef is getrokken omvatte 204.323 inwoners.
Responsverantwoording In 2009 hebben in de Parkstad Limburg-gemeenten plus Nuth uiteindelijk 2737 personen de vragenlijst ingevuld en geretourneerd, hetgeen een onderzoeksrespons van 38% betekent. Tabel 1 geeft naast een overzicht van de respons voor Parkstad Limburg in totaal plus Nuth, ook het totaal aantal verzonden vragenlijsten en het aantal geretourneerde vragenlijst uitgesplitst per gemeente weer.
I
Tabel 1: Responsverantwoording onderzoek 2009 Onderzoekspopul
Vragenlijsten
atie
verzonden
Vragenlijsten retour (netto steekproef)
Respons-percentage
(18+)
(bruto steekproef)
PARKSTAD LIMBURG (EXCL. NUTH)
192.570
6.400
2.419
38%
Brunssum
23.896
1.000
264
26%
Heerlen
71.476
1.000
319
32%
Kerkrade
39.898
1.000
404
40%
Landgraaf
31.437
1.000
389
39%
Nuth
11.753
750
318
42%
Onderbanken
6.587
750
342
46%
Simpelveld
8.970
900
308
34%
Voerendaal
10.306
750
338
45%
--
--
55
--
Niet ingedeeld
De onderzoeksrespons per gemeente loopt in 2009 uiteen van 26% in Brunssum tot 46% in Onderbanken. Representativiteit Bij enquêteonderzoek bestaat het risico dat bepaalde bevolkingsgroepen oververtegenwoordigd dan wel ondervertegenwoordigd zijn in de responsgroep. In dat geval zijn de respondenten geen goede afspiegeling van de totale bevolking en is het onderzoek daarmee niet representatief. In de tabellen 2a en 2b wordt de groep respondenten van het onderzoek Parkstad Limburg 2009 afgezet tegen de bevolking van Parkstad Limburg, getoetst op de kenmerken geslacht en leeftijd. Daarmee wordt voor deze kenmerken inzichtelijk gemaakt in hoeverre de personen die aan het onderzoek hebben deelgenomen een goede afspiegeling vormen van de totale (volwassen) bevolking. Tabel 2a: Representativiteit Parkstad Limburg naar geslacht en leeftijd, in procenten Responsgroep onderzoek
Totale bevolking (18+)
Parkstad Limburg
Parkstad Limburg
- mannen
52%
48%
- vrouwen
47%
52%
Geslacht
Leeftijd - 18 t/m 34 jaar
11%
22%
- 35 t/m 54 jaar
38%
38%
- 55 t/m 74 jaar
42%
30%
- 75 jaar en ouder
8%
10%
Uit tabel 2a valt af te lezen dat de deelnemers aan het onderzoek qua geslacht en leeftijd een redelijke afspiegeling vormen van de bevolking van Parkstad Limburg. Kijken we naar het geslacht dan zien we dat er sprake is van een oververtegenwoordiging van mannen en een ondervertegenwoordiging van vrouwen in de responsgroep. Een blik op de leeftijd laat zien dat de ‘jongeren’ (18-34 jaar) ondervertegenwoordigd zijn en de ’5574-jarigen’ oververtegenwoordigd zijn in de respons.
II
Tabel 2b: Representativiteit Nuth naar geslacht en leeftijd, in procenten Responsgroep
Totale bevolking
onderzoek in Nuth
Nuth (18+)
- mannen
51%
49%
- vrouwen
49%
51%
- 18 t/m 34 jaar
14%
20%
- 35 t/m 54 jaar
34%
39%
- 55 t/m 74 jaar
44%
36%
- 75 jaar en ouder
7%
9%
Geslacht
Leeftijd
Uit tabel 2b valt af te lezen dat de deelnemers aan het onderzoek uit Nuth wat leeftijd en geslacht betreft, eveneens een redelijke afspiegeling vormen van de bevolking van de gemeente Nuth. Ook in Nuth is er sprake is van een oververtegenwoordiging van mannen (weliswaar heel licht) en een zeer lichte ondervertegenwoordiging van vrouwen in de responsgroep. Tevens zijn in de gemeente Nuth de ‘jongeren’ (18-34 jaar) ondervertegenwoordigd en de ’55-74-jarigen’ oververtegenwoordigd in de respons. In Nuth is verder de leeftijdsgroep 35 t/m 54 jaar ook ondervertegenwoordigd. Om deze kleine afwijkingen naar geslacht en leeftijd te corrigeren heeft weging plaatsgevonden. Dit is een bij steekproefonderzoek gebruikelijke statistische techniek waarbij de onderzoeksgegevens (door middel van een vermenigvuldigingsfactor) zodanig worden herberekend dat de samenstelling van de responsgroep vrijwel exact gelijk is aan de feitelijke bevolkingssamenstelling. Behalve op geslacht en leeftijd zijn de onderzoeksresultaten verder ook nog gewogen naar gemeente. Op die manier is ervoor gezorgd dat de personen die aan het onderzoek hebben meegedaan representatief zijn voor de totale bevolking van de gemeente waarin ze wonen.
Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid De essentie van steekproefonderzoek is, dat door het ondervragen van een beperkt deel (steekproef) van de bevolking niet alleen uitspraken worden gedaan over degenen die geënquêteerd zijn maar ook over de totale populatie waaruit die steekproef is getrokken, in dit geval de (volwassen) bevolking van Parkstad Limburg en de gemeente Nuth. Daarbij dient men wel steeds te beseffen dat dit steekproefonderzoek een benádering van de werkelijkheid vormt: geen enkele steekproef is een exacte afspiegeling van de totale bevolking. Dit hoeft op zich geen bezwaar te zijn zolang de marges waarbinnen de steekproefonnauwkeurigheid valt bekend (en acceptabel) zijn. Daartoe kunnen de zgn. nauwkeurigheidsmarges van de steekproef worden berekend; binnen deze marges vallen de ‘werkelijke’ uitkomsten voor de totale bevolking. Normaliter wordt bij het berekenen van de nauwkeurigheidsmarges uitgegaan van 95% betrouwbaarheid. Dit betekent dat wanneer het onderzoek 100 maal herhaald wordt, 95 keer een waarde gevonden wordt die binnen de berekende nauwkeurigheidsmarges ligt. Tabel 3 laat - uitgaande van een betrouwbaarheid van 95% - voor verschillende steekproefgroottes en voor verschillende mogelijke antwoordpercentages zien hoe groot de nauwkeurigheidsmarges zijn.
III
Tabel 3: Nauwkeurigheidsmarges steekproefgroottes, op basis van 95% betrouwbaarheid Antwoordpercentages in onderzoek
Netto steekproefgrootte (= aantal respondenten)
10% of 90%
20% of 80%
30% of 70%
40% of 60%
50%
100
6,4%
7,8%
9,0%
9,6%
9,8%
200
4,2%
5,5%
6,4%
6,8%
6,9%
300
3,4%
4,5%
5,2%
5,5%
5,7%
400
2,9%
3,9%
4,5%
4,8%
4,9%
500
2,6%
3,5%
4,0%
4,3%
4,4%
1.000
1,9%
2,5%
2,8%
3,0%
3,1%
2.000
1,3%
1,8%
2,0%
2,1%
2,2%
3.000
1,1%
1,4%
1,6%
1,8%
1,8%
4.000 0,9% 1,2% 1,4% 1,5% 1,5% Een voorbeeld: bij een steekproefgrootte van 500 respondenten en een antwoordpercentage van bijv. 20% is de nauwkeurigheidsmarge plus of min 3,5%, dat wil zeggen dat het werkelijke percentage in de onderzoekspopulatie tussen 16,5% en 23,5% ligt.
Door de netto steekproefgrootte van Parkstad Limburg en de afzonderlijke gemeenten (zie tabel 1, derde kolom) te projecteren op bovenstaande tabel kunnen de nauwkeurigheidsmarges van de in dit onderzoek gepresenteerde uitkomsten worden ingeschat. Voor Parkstad Limburg als geheel (met een netto steekproefgrootte van ruim 2000) betekent dit dat de nauwkeurigheidsmarges van de gepresenteerde uitkomsten kunnen worden afgelezen op de derde regel van onder in de tabel; deze bedragen afhankelijk van de antwoordpercentages 2,2% en minder; een kleine onnauwkeurigheid dus. Voor de afzonderlijke gemeenten (met netto steekproefgroottes variërend van ca. 260-400) zijn de nauwkeurigheidsmarges - die impliciet ‘afleesbaar’ zijn in derde en vierde regel van de tabel - met percentages in de orde van ca. 3% á 6% weliswaar groter, maar nog altijd voldoende om betrouwbare indicaties op gemeenteniveau te geven. Voor de volledigheid moet nog vermeld worden dat bovenstaande nauwkeurigheidsmarges uitsluitend betrekking hebben op uitkomstpercentages die een proportie uitdrukken, b.v. het aandeel tevredenen. Indien de uitkomsten níet gebaseerd zijn op proporties maar op gemiddelden, zoals bij schaalscores of rapportcijfers, zijn andere nauwkeurigheidsmarges van toepassing. Deze marges zijn kleiner dan die in bovenstaande tabel, d.w.z. de nauwkeurigheid van deze gemiddelde uitkomsten is (nog) groter. Zelfs op het laagste analyseniveau, namelijk dat van gemeente, zijn de nauwkeurigheidsmarges van gemiddelden nog alleszins acceptabel; uitgaande van bijvoorbeeld 150 respondenten (het nagestreefde minimum-aantal geslaagde enquêtes per gemeente) wijkt de werkelijke waarde van een gemiddeld rapportcijfer met 95% zekerheid niet meer dan 0,2 á 0,3 punt af. Bij grotere steekproeven, zoals op het niveau van de gemeenten, zijn de afwijkingen te verwaarlozen.
IV
BIJLAGE 1
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
XII
XIII
XIV
XV
XVI
BIJLAGE 3
XVII
XVIII
XIX
XX
XXI
XXII
XXIII
XXIV