Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010 Rapport
Publicatienummer: Datum: oktober 2011
1668
SSC Onderzoek en Informatie
In opdracht van: IMW Breda, MEE West-Brabant en WIJ Uitgave: Gemeente Breda Afdeling SSC Onderzoek en Informatie NEN-ISO 20252 gecertificeerd Projectnummer: 1367 Claudius Prinsenlaan 10 4811 DJ Breda Telefoon 076-5293513 E-mail:
[email protected] Bronvermelding verplicht
1.
Samenvatting ........................................................................................................... 5
1.1. Kwetsbare Bredanaars ............................................................................................ 5 1.2. Dienstverlening IMW ................................................................................................ 6 1.3. Dienstverlening MEE West-Brabant ........................................................................ 8 1.4. Dienstverlening WIJ ............................................................................................... 10 2.
Inleiding .................................................................................................................. 13
3.
Doel en opzet studie .............................................................................................. 15
4.
Kwetsbare Bredanaars .......................................................................................... 19
4.1. Kwetsbare groepen ................................................................................................ 19 4.2. Cumulatie van risico’s ............................................................................................ 25 5.
Dienstverlening IMW .............................................................................................. 29
5.1. Diensten IMW......................................................................................................... 29 5.1.1.
Algemeen Maatschappelijk Werk ................................................................... 29
5.1.2.
Bureau Sociaal Raadslieden .......................................................................... 31
5.1.3.
School Maatschappelijk Werk ........................................................................ 32
5.1.4.
Project Voorlichting, Informatie en Advies ...................................................... 33
5.2. Totaal gebruik diensten IMW ................................................................................. 34 6.
Dienstverlening MEE West-Brabant ...................................................................... 37
6.1. Producten MEE ...................................................................................................... 37 6.1.1.
Informatievoorziening ..................................................................................... 38
6.1.2.
Aanmelding/intake .......................................................................................... 38
6.1.3.
Vraagverduidelijking ....................................................................................... 38
6.1.4.
Toeleiding naar zorg ....................................................................................... 39
6.1.5.
Diagnostiek ..................................................................................................... 39
6.1.6.
Opvoedingsondersteuning/praktische dienstverlening ................................... 39
6.2. Totaal gebruik producten MEE .............................................................................. 39 6.3. Aard van handicap en hulpvraag ........................................................................... 43 7.
Dienstverlening WIJ ............................................................................................... 45
7.1. Diensten WIJ .......................................................................................................... 45 7.1.1.
Ontmoetingsactiviteiten .................................................................................. 45
7.1.2.
Meer Bewegen voor Ouderen ........................................................................ 46
7.1.3.
Maaltijdendienst .............................................................................................. 46
7.1.4.
Administratieve diensten................................................................................. 47
7.1.5.
Ouderenadvies ............................................................................................... 47
7.1.6.
Cursuswerk ..................................................................................................... 47
7.1.7.
Wijkrestaurants ............................................................................................... 48
7.1.8.
Hand- en spandiensten................................................................................... 48
7.1.9.
Alarmering....................................................................................................... 48
7.2. Totaal gebruik diensten WIJ .................................................................................. 48 Bijlage. .............................................................................................................................. 53
4
Gemeente Breda
1.
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Samenvatting Zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie zijn in grote mate afhankelijk van het sociaal netwerk, inkomen, gezondheid en etnische afkomst van bewoners. Naar mate bewoners een combinatie van bepaalde kenmerken hebben, lopen zij een groter risico dat hun zelfredzaamheid afneemt. Voor IMW, MEE en WIJ zijn de mate van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van de bewoners bepalend voor hun inzet. Zij richten hun diensten op kwetsbare Bredanaars. Daarbij hebben zij behoefte aan inzicht in de groep kwetsbare bewoners in Breda en in de mate waarin zij deze groep bereiken. Zij hebben de afdeling Onderzoek en Informatie opdracht gegeven hiernaar onderzoek te doen. De vraagstelling van deze studie is: - wat is de omvang van de kwetsbare groepen in buurten en woongebieden van Breda? - in welke mate komt cumulatie van kwetsbaarheid bij burgers voor? - in welke mate worden (kwetsbare) burgers door IMW, MEE en WIJ bereikt?
1.1.
Kwetsbare Bredanaars Op basis van risicoprofielen van Nicis Institute zijn alle kwetsbare burgers in Breda in beeld gebracht. Tabel: Kwetsbare groepen in Breda in 2010 Risicoprofielen - huisvesting - welbevinden / gezondheid - opleidingsniveau - huishoudenssamenstelling - etniciteit1 - sociaaleconomische status - hoogbejaard
Totaal 1,6% 8,5% 6,8% 11,6% 11,0% 13,2% 4,6%
In woningen 0,0% 7,8% 7,6% 11,0% 11,0% 13,1% 3,9%
In instellingen 100,0% 50,0% 9,8% 48,8% 10,7% 21,5% 45,9%
In principe zijn alle mensen die niet zelfstandig wonen kwetsbaar. Bij de zelfstandig wonende bewoners vertoont een klein deel kenmerken die duiden op kwetsbaarheid. Burgers hebben mogelijk meer ondersteuning nodig als zij meer risicofactoren hebben. Tabel: Bewoners in Breda naar mate van kwetsbaarheid Totaal Bewoners in Cumulatie risicofactoren bewoners woningen Geen risicofactor 65,4% 66,5% 1 risicofactor 18,6% 18,7% 2 risicofactoren 7,7% 7,5% 3 risicofactoren 5,0% 4,6% 4 en meer risicofactoren 3,3% 2,7%
Bewoners in instellingen 0,0% 12,9% 22,1% 28,1% 36,9%
1
Niet-westerse allochtonen volgens de definitie van het CBS. Hierbij wordt de etniciteit bepaald aan de hand van het geboorteland van de persoon zelf of, als de persoon in Nederland is geboren, door het geboorteland van de moeder of de vader. Tot de categorie ‘niet-westers’ behoren allochtonen uit: Turkije, Afrika, LatijnsAmerika en Azië (met uitzondering van Indonesië en Japan).
5
Tweederde van alle mensen die zelfstandig wonen, behoort tot geen enkele risicogroep. Van de anderen heeft de helft één risicofactor en de rest twee of meer. De cumulatie van risicofactoren is groter bij mensen die in een instelling wonen. Van de jongste leeftijdsgroep (0 tot 5 jaar) behoort ruim een kwart tot de groep kwetsbare burgers, terwijl bij de 75-plussers vier op de vijf tot deze groep behoren. Boven de 75 jaar heeft ruim eenderde van de zelfstandig wonende ouderen minimaal 3 risicofactoren.
Figuur 1 Ontwikkeling van mate van kwetsbaarheid bij zelfstandig wonende bewoners naar leeftijd
De ontwikkeling van kwetsbaarheid laat een zelfde beeld zien voor de verschillende definities van kwetsbaarheid: een toename van de kwetsbaarheid bij de jeugd en een toename vanaf 75 jaar. In negen buurten van Breda behoort (bijna) meer dan de helft van de zelfstandig wonende bewoners tot (minimaal één van) de risicogroepen. Het gaat om Fellenoord, Doornbos-Linie, Biesdonk, Geeren-Zuid, Wisselaar, Geeren-Noord, Haagpoort, Heuvel en Kesteren.
1.2.
Dienstverlening IMW Het IMW is een eerstelijnsorganisatie die zich richt op het helpen van mensen met persoonlijke, psychosociale of maatschappelijke problemen. In onderstaande tabel staat het totaal aantal Bredanaars vermeld dat in 2010 van vier hoofdproducten van het IMW gebruik maakte. Naast deze vier hoofdproducten kent het IMW ook nog groepswerk, crisisdienst, maatschappelijk werk voor oorlogs- en geweldsgetroffenen, budgetconsulenten en stedelijk bemoeizorg. Tabel: Aantal Bredanaars dat gebruik maakt van vier IMW-hoofdproducten in 2010 Aantal Percentage Hoofdproducten IMW - Algemeen maatschappelijk werk (AMW) 2421 1,3% - Bureau Sociaal Raadslieden (BSR) 1554 0,8% - School maatschappelijk werk (SMW) 794 0,4% - Project Voorlichting, Informatie en Advies (VIA) 306 0,2%
6
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Algemeen Maatschappelijk Werk Het AMW is het bekendste product van het IMW: 1,3% Bredanaars maakt daarvan gebruik. Van het AMW wordt het meest gebruik gemaakt door Bredanaars in de leeftijd van 25 tot 55 jaar. In absolute aantallen zijn de meeste cliënten tussen de 35-44 jaar. Gemiddelde leeftijd van de amw-cliënten is 38 jaar. Van het AMW maken relatief veel onvolledige gezinnen (5,6%) en vluchtelingen (6,9%) gebruik. Dat geldt ook voor etnische minderheden: Marokkanen (3,7%), Turken (3,5%), Surinamers (3,5%) en Antillianen / Arubanen (6,2%). Onder autochtonen ligt dit percentage veel lager (0,9%). Het AMW biedt hulp op een drietal terreinen. Bijna tweederde is de hulpverlening gericht op (het oplossen van) materieel sociale problematieken. De andere hulpverlening is gericht op relationele en psychosociale problematieken. Bureau Sociaal Raadslieden BSR is een voorziening voor sociaal juridische dienstverlening. In totaal maakt 0,8% van de Bredanaars gebruik van BSR. Van BSR wordt het meest gebruik gemaakt door Bredanaars in de leeftijd van 35 tot 55 jaar. In absolute aantallen zijn de meeste cliënten tussen de 45 en 55 jaar. De gemiddelde leeftijd van de BSR-cliënten is 47 jaar. Voornamelijk in het woongebied Hoge Vucht wordt veel van deze dienst gebruik gemaakt. In de woonbuurten Geeren-Zuid, Haagpoort en Geeren-Noord is het gebruik het grootst. Van het BSR maken relatief veel onvolledige gezinnen en vluchtelingen gebruik. Dat geldt ook voor niet-westerse allochtonen. Onder autochtonen ligt dit veel lager. School Maatschappelijk Werk Het SMW biedt korte begeleiding en ondersteuning aan kinderen op het primair en voorgezet onderwijs en/of aan ouders. De grootste groep bestaat uit kinderen en jeugd en een kleiner deel uit ouders. De gemiddelde leeftijd van de cliënten van het SMW is 16 jaar. Het SMW biedt hulp op een drietal terreinen. Ruim de helft van de hulpverlening is gericht op (het oplossen van) relationele problematieken, eenderde op psychosociale problematieken en 1:9 op materieel sociale problematieken. Project Voorlichting, Informatie en Advies Bredanaars kunnen een beroep doen op het project VIA wanneer zij zelf de weg niet weten te vinden naar bestaande voorzieningen en vergoedingen. Het gebruik is relatief het grootst bij 45-plussers. In absolute aantallen zijn de meeste mensen die contact opnemen met het project VIA tussen de 55 en 65 jaar. De gemiddelde leeftijd van deze cliënten is 55 jaar. Totaal gebruik diensten IMW Mensen kunnen van meer diensten van IMW tegelijk gebruik maken. In totaal bereikt het IMW 4.638 Bredanaars, waarvan 4.553 zelfstandig wonen. Tabel: Mate van gebruik van IMW-diensten door Bredanaars die zelfstandig wonen Aantal Percentage Gebruik diensten IMW Geen 176.151 97,5% 1 dienst 4.128 2,3% 2 of meer diensten 425 0,2% 7
In totaal maakt 2,5% van de zelfstandig wonende Bredanaars gebruik van de hulp van het IMW. Vanaf 55 jaar neemt het gebruik af. Het IMW is in staat om in grotere mate die Bredanaars te bereiken die daar qua risicoprofiel behoefte aan hebben en die ook in grotere mate haar diensten aan te bieden. Tabel: Bereik IMW naar mate van risicofactor bij zelfstandig wonende personen Een dienst Twee en meer Totaal bereik diensten Mensen zonder risicofactor 0,7% 0,0% 0,7% Mensen met 1 risicofactor 3,0% 0,2% 3,2% Mensen met 2 risicofactoren 6,0% 0,8% 6,8% Mensen met 3 risicofactoren 8,8% 1,1% 9,9% Mensen met 4 of meer risicofactoren 15,8% 2,5% 18,3% Het overgrote deel (82%) van de cliënten van het IMW heeft één of meer risicofactoren, 38% heeft 3 of meer risicofactoren. Het aandeel risico-Bredanaars dat van de verschillende IMW-hoofdproducten gebruik maakt, is in alle gevallen vele malen groter dan het aandeel Bredanaars zonder risicofactor. Tabel: Gebruik vier IMW-hoofdproducten verdeeld naar wel/niet risicofactor Hoofdproducten IMW Aantal Percentage van Aantal Percentage van zonder niet-risico-groep met risicogroep risico (N = 120.155) risico(‘s) (N = 63.481) - AMW 476 0,40% 1945 3,06% - BSR 147 0,12% 1407 2,22% - SMW 211 0,18% 583 0,92% - VIA 40 0,03% 266 0,42% - Totaal 833 0,69% 3805 5,99% Naast het IMW bieden nog veel andere organisaties hun welzijnsdiensten en -producten aan aan Bredanaars. In deze studie gaat het om dienstverlening van 2 andere organisaties. Het IMW heeft weinig cliënten (7%) die ook cliënt zijn bij deze organisaties. Onvolledige gezinnen, vluchtelingen en niet-westerse allochtonen maken relatief veel gebruik van de hulpverlening van het IMW. Autochtonen maken relatief minder gebruik van de hulpverlening van het IMW. In Fellenoord, Station, Haagpoort, Heuvel, Tuinzigt, Kesteren, Muizenberg, DoornbosLinie en de 4 woonbuurten van Hoge Vucht maken bewoners meer gebruik van het IMW dan elders.
1.3.
8
Dienstverlening MEE West-Brabant MEE West-Brabant biedt ondersteuning aan mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, autisme, niet-aangeboren hersenletsel of een chronische ziekte. MEE ondersteunt hen op alle terreinen van het dagelijks leven zodat zij volwaardig in de samenleving mee kunnen doen. Hierbij gaat MEE uit van de kracht van mensen en is het houden van regie over eigen leven essentieel.
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
MEE heeft specifieke expertise op het gebied van het herkennen van beperkingen en de sociale en emotionele gevolgen daarvan. Medewerkers van MEE weten waar mensen met een beperking en mensen uit hun directe netwerk op verschillende levensterreinen en in verschillende fasen van hun leven mee te maken kunnen krijgen. Vragen van cliënten van MEE kunnen betrekking hebben op alle levensterreinen. In dat kader onderscheidt MEE er 6: Jeugd & Gezin, Leren & Werken, Regelgeving & Geldzaken, Vrienden & Vrije tijd, Wonen & Samenleven en Ziekte & Handicap. Tabel: Aantal Bredanaars dat gebruik maakt van zes MEE-hoofdproducten in 2010 Aantal Percentage Hoofdproducten MEE - Informatievoorziening 400 0,22 - Aanmelding/intake 552 0,30 - Vraagverduidelijking 665 0,36 - Toeleiding naar zorg 616 0,34 - Diagnostiek 173 0,09 - Opvoedingsondersteuning/praktische dienstverlening 145 0,08 Het meest wordt gebruik gemaakt van de producten Vraagverduidelijking en Toeleiding naar zorg. Van diagnostiek en Opvoedingsondersteuning/praktische dienstverlening wordt minder gebruik gemaakt. Mensen kunnen verschillende diensten van MEE na elkaar afnemen. De gebruikers van de diensten uit bovenstaande tabel kunnen dan ook niet bij elkaar opgeteld worden om het bereik van het MEE te bepalen. In totaal bereikt MEE met deze 6 diensten 1.209 Bredanaars. Tabel: Mate van gebruik van MEE-diensten door Bredanaars die zelfstandig wonen Aantal Percentage Gebruik diensten MEE Geen 179.544 99,36% 1 dienst 363 0,20% 2 of meer diensten 797 0,44% Van alle Bredanaars die zelfstandig wonen, maakten in 2010 er 1.160 (ofwel 0,64%) gebruik van MEE-diensten. Tabel: Bereik MEE naar mate van risicofactor bij zelfstandig wonende personen Een dienst Twee en meer Totaal bereik diensten Mensen zonder risicofactor 0,07% 0,12% 0,20% Mensen met 1 risicofactor 0,26% 0,57% 0,83% Mensen met 2 risicofactoren 0,46% 1,06% 1,52% Mensen met 3 risicofactoren 0,65% 1,74% 2,39% Mensen met 4 of meer risicofactoren 1,41% 3,41% 4,83% MEE is in staat om in grotere mate die Bredanaars te bereiken die daar qua risicoprofiel behoefte aan hebben en die ook in grotere mate haar diensten aan te bieden. Het overgrote deel (81%) van de cliënten van het MEE heeft één of meer risicofactoren, 39% heeft 3 of meer risicofactoren. 9
Tabel: Gebruik zes MEE-hoofdproducten verdeeld naar wel/niet risicofactor Aantal Percentage van Aantal Percentage van Hoofdproducten MEE zonder niet-risico-groep met risicogroep risico (N = 120.155) risico(‘s) (N = 63.481) Informatievoorziening 82 0,07% 318 0,50% Aanmelding/intake 109 0,09% 443 0,70% Vraagverduidelijking 123 0,10% 542 0,85% Toeleiding naar zorg 106 0,09% 510 0,80% Diagnostiek 35 0,03% 138 0,22% Praktische dienstverlening 37 0,03% 108 0,17% Het aandeel risico-Bredanaars dat van de verschillende MEE-hoofdproducten gebruik maakt, is in alle gevallen groter dan het aandeel Bredanaars zonder risicofactor. MEE speelt een belangrijke rol in het herstellen, bevorderen of ondersteunen van de zelfredzaamheid van de burgers binnen haar werkgebied. MEE doet dit, als dit een meerwaarde oplevert, in samenwerking met andere organisaties. Naast MEE bieden nog veel andere organisaties hun welzijnsdiensten en -producten aan Bredanaars aan. In deze studie gaat het om dienstverlening van 2 andere organisaties. MEE heeft weinig cliënten (6%) die ook cliënt zijn bij deze organisaties.
1.4.
Dienstverlening WIJ WIJ helpt ouderen in Breda om volwaardig deel te nemen aan de samenleving en om zo lang mogelijk hun zelfstandigheid te behouden. Naast kwetsbare ouderen verleent Wij ook hulp aan kwetsbare Bredanaars die jonger zijn dan 55 jaar. In 2010 waren dat 127 Bredanaars, waarvan er 35 in een instelling of tehuis woonden. WIJ levert tal van welzijnsdiensten en let daarbij speciaal op ouderen die extra kwetsbaar zijn. WIJ biedt de diensten, zowel bij ouderen thuis als in specifieke accommodaties, aan. Tabel: Aantal Bredanaars dat gebruik maakt van WIJ-diensten Aantal Diensten WIJ - Ontmoetingsactiviteiten 3041 - Meer Bewegen voor Ouderen 2081 - Maaltijdendienst 781 - Administratieve dienst 968 - Hulpverlening ouderenadviseur 851 - Cursuswerk 256 - Wijkrestaurants 629 - Hand- en spandiensten 420 - Alarmering 108
Percentage 1,66% 1,13% 0,43% 0,53% 0,46% 0,14% 0,34% 0,23% 0,06%
Het meest wordt deelgenomen aan ontmoetings- en bewegingsactiviteiten. Verder wordt vaak gebruik gemaakt van de maaltijdendienst en wordt regelmatig een beroep gedaan op de administratieve dienst en op de ouderenadviseur. Bredase ouderen kunnen van meerdere diensten van WIJ tegelijk gebruik maken. De gebruikers van de diensten kunnen dan ook niet bij elkaar opgeteld worden om het bereik van ouderen door WIJ te bepalen. In totaal bereikt WIJ 6.815 Bredanaars, waarvan er 6.449 zelfstandig wonen. 10
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Tabel: Mate van gebruik van WIJ-diensten door Bredanaars die zelfstandig wonen Aantal Bredanaars Percentage Geen 174.255 96,4% 1 dienst 4.777 2,6% 2 diensten 1.243 0,7% 3 of meer diensten 429 0,2% Naarmate men ouder is, maken ouderen meer gebruik van de diverse diensten van WIJ en maken zij ook van meer diensten tegelijk gebruik. Vanaf 85 jaar neemt het gebruik af. Het doel van WIJ is om zoveel mogelijk zelfstandig wonende ouderen in de risicogroepen te bereiken. WIJ is in staat om in grotere mate die ouderen te bereiken die daar qua risicoprofiel behoefte aan hebben en die ook in grotere mate haar diensten aan te bieden. Dat laatste geldt niet voor de groep ouderen met 4 of meer risicofactoren. Tabel: Bereik WIJ naar mate van risicofactor bij zelfstandig wonende Bredanaars Bereik WIJ bij risicogroepen Een dienst Twee Drie em Totaal diensten diensten bereik Mensen zonder risicofactor 1,3% 0,2% 0,0% 1,5% Mensen met 1 risicofactor 3,2% 0,6% 0,1% 3,9% Mensen met 2 risicofactoren 6,8% 2,1% 0,8% 9,7% Mensen met 3 risicofactoren 11,4% 4,8% 2,1% 18,3% Mensen met 4 of meer risicofactoren 5,6% 2,9% 1,3% 9,8% Driekwart van de cliënten van WIJ heeft één of meer risicofactoren, eenderde heeft 3 of meer risicofactoren. Het aandeel risico-ouderen dat van de verschillende WIJ-diensten gebruik maakt, is in bijna alle gevallen groter dan het aandeel ouderen zonder risicofactor. Alleen bij overige cursussen is de deelname van de niet-risicogroep (relatief) bijna even groot. Van bepaalde diensten wordt nagenoeg alleen door de risicogroep gebruik gemaakt, zoals bij alarmering. Tabel: Gebruik WIJ-diensten verdeeld naar wel/niet risicofactor Aantal Percentage van Aantal Diensten WIJ zonder de niet-risicomet Risico(‘s) risico groep (N = 120.155) - Ontmoetingsactiviteiten 787 0,65% 2254 - Meer Bewegen voor Ouderen 807 0,67% 1274 - Maaltijdendienst 61 0,05% 720 - Administratieve dienst 62 0,05% 906 - Hulpverlening ouderenadviseur 68 0,06% 783 - Cursuswerk 154 0,13% 102 - Wijkrestaurants 43 0,04% 586 - Hand- en spandiensten 38 0,03% 382 - Alarmering 2 0,00% 106
Percentage van de risicogroep (N = 63.481) 3,55% 2,01% 1,13% 1,43% 1,23% 0,16% 0,92% 0,60% 0,17%
Naast WIJ bieden nog veel andere organisaties hun welzijnsdiensten en -producten aan aan Bredanaars. In deze studie gaat het om dienstverlening van 2 andere organisaties. WIJ heeft heel weinig klanten die ook klant zijn bij deze organisaties, slechts 3%. 11
Het bereik van WIJ onder ouderen is ongelijkmatig over de gemeente Breda gespreid. In de woonbuurten Geeren-Zuid, Heksenwiel, Heusdenhout, Ruitersbos, Ypelaar en Overakker is het gebruik van diensten van WIJ door ouderen groter dan elders.
12
Gemeente Breda
2.
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Inleiding Voor IMW, MEE en WIJ zijn de mate van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van de bewoners bepalend voor hun inzet. De zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie zijn in grote mate afhankelijk van het sociaal netwerk, inkomen, gezondheid en etnische afkomst van bewoners. Naar mate bewoners een combinatie van bepaalde kenmerken hebben, lopen zij een groter risico dat hun zelfredzaamheid afneemt. Uitgangpunten voor de diensten en producten van IMW, MEE en WIJ zijn de vragen en behoeften van Bredanaars zelf. Deze drie instellingen ontwikkelen zich van aanbodgerichte naar vraaggerichte organisaties. Zij richten hun diensten op kwetsbare Bredanaars. De drie genoemde instellingen willen meer gaan samenwerken, waar dat mogelijk is. Daarbij hebben zij behoefte aan inzicht in de groep kwetsbare bewoners in Breda en in de mate waarin zij deze groep bereiken. Zij hebben de afdeling Onderzoek en Informatie opdracht gegeven hiernaar onderzoek te doen.
13
14
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
3.
Doel en opzet studie
In opdracht van WIJ analyseert de afdeling Onderzoek en Informatie van de gemeente Breda al enige jaren de klantprofielen en dienstverlening. Deze studies beginnen met een totaalbeeld van risico-ouderen in Breda, gebaseerd op een inventarisatie van risicofactoren voor ouderen door de VNG. Bredase gegevens worden vervolgens gekoppeld aan data over het gebruik van en de deelname aan producten van WIJ. Door deze methode is WIJ in staat te beoordelen in welke mate zij haar doelgroep bereikt en in welke mate haar aanbod voldoet. Thans willen WIJ, IMW en MEE deze methodiek doortrekken naar de gehele Bredase bevolking. Zij willen een instrument ontwikkelen om hun dienstverlening aan kwetsbare burgers te kunnen monitoren. Voor het maken van dit instrument is inzicht in de risicofactoren onder bewoners van belang. Er bestaat geen eenduidige, algemene lijst met risicoprofielen, zoals de VNG voor ouderen heeft gemaakt. Wel zijn er talloze studies, rapportages en instrumenten voorhanden die inzicht geven in factoren die bijdragen aan kwetsbaarheid, sociale uitsluiting en maatschappelijke uitval. De afdeling Onderzoek en Informatie van de gemeente Breda heeft aan Nicis Institute gevraagd een quick-scan te maken van deze publicaties en op basis daarvan te komen tot een beredeneerde lijst van risicofactoren als onderlegger voor verdere analyse. Beschikbaarheid van gegevens en meetbaarheid van variabelen staat daarbij voorop. Op basis van deze criteria en de resultaten van de literatuurstudie naar kwetsbaarheid en risicofactoren, is een overzichtelijke lijst opgesteld. Deze geldt voor de gehele Bredase bevolking, waarbij wel onderscheid gemaakt wordt naar leeftijdsgroepen. Enkele cruciale risicofactoren verschillen namelijk sterk naar levensfase en door deze weg te laten zou het instrument te eng worden. In principe sluiten de indicatoren elkaar niet geheel uit en vertonen ze enige overlap. Dit hangt samen met de aard van kwetsbaarheid als meervoudige probleemsituatie. Het schema op de volgende bladzijde geeft een overzicht van de gebruikte indicatoren. De vraagstelling van deze studie is: - wat is de omvang van de kwetsbare groepen in de buurten en woongebieden van Breda? - in welke mate komt cumulatie van kwetsbaarheid bij burgers voor? - in welke mate worden burgers, waaronder kwetsbare burgers, door IMW, MEE en WIJ bereikt? - in welke mate worden burgers, waaronder kwetsbare burgers, door IMW, MEE en WIJ gezamenlijk bereikt? Dit rapport geeft allereerst inzicht in de omvang van de groep kwetsbare Bredanaars. De afdeling Onderzoek en Informatie heeft daartoe bestanden opgevraagd bij gemeentelijke afdelingen Burgerzaken, Belastingen, Sociale Zaken, Leerlingenadministratie en Subsidiebureau. Alleen bestanden die jaarlijks beschikbaar zijn, koppelbaar zijn en die gegevens op individueel niveau bevatten, zijn in dit onderzoek betrokken. Niet-gemeentelijke bestanden zijn niet verkregen en zijn derhalve niet in deze studie betrokken. 15
Schema 1: Lijst met risicofactoren Leeftijdscategorie
Domein
Kinderen:
Welbevinden / gezondheid
0 - 12 jaar
Risicofactor - Gebruik individuele WMO-voorziening - Gebruik leerlingenvervoer
Opleiding
- Volgen speciaal onderwijs - Weegfactor - Ongeoorloofd schoolverzuim
Huishoudenssamenstelling
- Kind in eenoudergezin
Etniciteit
- Niet-westers allochtoon
Sociaaleconomische status
- Laag huishoudensinkomen - Werkloosheid ouders - Financiële problemen ouders
Jongeren:
Huisvesting
- Woonachtig in tehuis of instelling
Welbevinden / gezondheid
- Gebruik individuele WMO-voorziening
13 - 24 jaar
- Gebruik leerlingenvervoer Opleidingsniveau
- Volgen speciaal onderwijs - Volgen VMBO in lage echelons - Weegfactor - Ongeoorloofd schoolverzuim - Vroegtijdig schoolverlaten - Geen startkwalificatie - VMBO als hoogste opleiding
Huishoudenssamenstelling
- Kind in eenoudergezin
Etniciteit
- Niet-westers allochtoon
Sociaaleconomische status
- Laag huishoudensinkomen - Werkloosheid, zelf / ouders - Financiële problemen, zelf / ouders
Huisvesting
- Woonachtig in tehuis of instelling - Dak- of thuisloosheid
Volwassenen:
Welbevinden / gezondheid
- Gebruik individuele WMO-voorziening
25 - 64 jaar
Opleiding
- VMBO als hoogste opleiding
Huishoudenssamenstelling
- Eenoudergezin
Etniciteit
- Niet-westers allochtoon
Sociaaleconomische status
- Laag huishoudensinkomen - Werkloosheid - Financiële problemen
Huisvesting
- Woonachtig in tehuis of instelling - Dak- of thuisloosheid
Ouderen: 65 jaar of ouder
Leeftijd
- Hoogbejaard, 80+
Welbevinden / gezondheid
- Gebruik individuele WMO-voorziening
Opleiding
- VMBO als hoogste opleiding
Huishoudenssamenstelling
- Alleenstaand, 75+
Etniciteit
- Niet-westers allochtoon
Sociaaleconomische status
- Laag huishoudensinkomen - Financiële problemen
Huisvesting
- Woonachtig in tehuis of instelling - Dak- of thuisloosheid
16
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Koppeling van bestanden maakt het mogelijk om een totaalbeeld te schetsen van de mate waarin de Bredase bevolking risico loopt en maakt het mogelijk de mate van kwetsbaarheid c.q. cumulatie van risico’s bij inwoners vast te stellen. Doordat alleen gebruik is gemaakt van beschikbare gemeentelijke bestanden, zijn naar verwachting de domeinen Welbevinden / gezondheid en Huisvesting in beperkte mate onderbelicht. Dat betekent dat het aantal kwetsbare Bredanaars in werkelijkheid iets hoger ligt.
De resultaten over kwetsbaarheid van de Bredase bevolking worden in hoofdstuk 4 besproken. Vervolgens zijn gegevens van gebruikersgroepen van de diverse producten / diensten van IMW, MEE en WIJ gekoppeld aan risicogroepen. De instellingen hebben deze bestanden met informatie over hun dienstverlening aan cliënten beschikbaar gesteld. Die gegevens van IMW, MEE en WIJ zijn gekoppeld aan bevolkingsgegevens op drie peildata, te weten 1 januari 2010, augustus 2010 en 1 januari 2011. De dienstverlening van de instellingen wordt gerelateerd aan 183.636 Bredanaars, te weten alle mensen die in 2010 in Breda woonden of hebben gewoond. De dienstverlening van deze instellingen aan Bredase burgers wordt in de drie volgende hoofdstukken besproken. De cijfers betreffende de dienstverlening liggen in werkelijkheid hoger, omdat bij de statistische verwerking van de gegevens een aantal klanten (cliënten) niet zijn meegenomen. Deze zijn niet meegenomen, omdat hun gegevens niet koppelden met bewonersgegevens. De afdeling Onderzoek en Informatie heeft hiervan een apart bestand gemaakt en aan de opdrachtgevers ter beschikking gesteld ten behoeve van kwaliteitsverbetering van hun administratieve bestanden. Het percentage niet-gekoppelde klanten (cliënten) varieert van enkele procenten bij WIJ, tot 10% bij MEE, 15% bij cliënten van Bureau Sociaal Raadslieden van het IMW en 20% voor de andere producten van het IMW. De dienstverlening van deze organisaties ligt in werkelijkheid dus eenzelfde percentage hoger dan verderop in het rapport gepresenteerd wordt. In elk hoofdstuk wordt ook ingegaan op de mate waarin de 3 organisaties gezamenlijk bij Bredanaars hun diensten en producten aanbieden. Hierbij kan worden opgemerkt dat andere organisaties ook diensten en producten leveren aan Bredanaars. In welke mate die organisaties kwetsbare Bredanaars bereiken en in welke mate zij Bredanaars bedienen die ook gebruik maken van IMW, MEE en WIJ, is geen onderwerp van deze studie.
17
18
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
4.
Kwetsbare Bredanaars
Begin 2010 telde de gemeente Breda 173.304 inwoners en op het einde van dat jaar was dat gestegen naar 175.573 inwoners. Het overgrote deel van hen woonde zelfstandig in een woning. In deze studie gaan wij uit van alle mensen die in 2010 in Breda hebben gewoond, namelijk 183.636 personen. 4.1. Kwetsbare groepen Op basis van de risicoprofielen die Nicis Institute heeft opgesteld, zijn alle groepen kwetsbare burgers in beeld gebracht. de kwetsbare groepen en hun aandeel in de Bredase bevolking worden in onderstaande tabel getoond. Tabel 1: Kwetsbare groepen in Breda in 2010 Totaal Risicoprofielen - huisvesting 1,6% - welbevinden / gezondheid 8,5% - opleidingsniveau 6,8% - huishoudenssamenstelling 11,6% - etniciteit2 11,0% - sociaal economische status 13,2% - hoogbejaard 4,6%
In woningen 0,0% 7,8% 7,6% 11,0% 11,0% 13,1% 3,9%
In instellingen 100,0% 50,0% 9,8% 48,8% 10,7% 21,5% 45,9%
In principe zijn alle mensen die niet zelfstandig wonen kwetsbaar. Hiervan heeft (bijna ) de helft problemen met zijn gezondheid, heeft geen partner (meer) en is hoogbejaard. Bij de zelfstandig wonende bewoners vertoont een klein deel kenmerken die kunnen duiden op kwetsbaarheid. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de mate van cumulatie van risicofactoren bij bewoners. Kwetsbare groep 1: niet zelfstandig wonende Bredanaars Het gaat om 2717 mensen die in een instelling of tehuis wonen en 215 personen die dakof thuisloos zijn.
2
Niet-westerse allochtonen volgens de definitie van het CBS. Hierbij wordt de etniciteit bepaald aan de hand van het geboorteland van de persoon zelf of, als de persoon in Nederland is geboren, door het geboorteland van de moeder of de vader. Tot de categorie ‘niet-westers’ behoren allochtonen uit: Turkije, Afrika, LatijnsAmerika en Azië (met uitzondering van Indonesië en Japan).
19
Figuur 2 Woonvorm/huisvesting van Bredanaars per leeftijdsgroep
Het verblijf in een instelling hangt sterk samen met de leeftijd; het varieert van 0,5 tot 1,5 procent. Alleen van de oudste groep Bredanaars (75-plussers) woont 11% in een instelling of tehuis. Het wonen in een instelling neemt met name toe boven de 80 jaar. Ongeveer 1.800 ouderen wonen, veelal vanwege hun lichamelijke en/of geestelijke gesteldheid en de daarmee samenhangende zorgbehoefte, niet langer zelfstandig in een gewone woning, maar verblijven in een bijzonder woongebouw (instelling of tehuis). Kwetsbare groep 2: welbevinden Tot deze groep behoren mensen die vanwege gezondheidsredenen gebruik maken van individuele Wmo-voorzieningen of van het leerlingenvervoer. In Breda woonden in 2010 bijna 3.000 mensen (tijdelijk) in een instelling of tehuis vanwege hun lichamelijke en/of geestelijke gezondheidsproblemen. De helft van hen heeft ook gebruik gemaakt van aanvullende Wmo-voorzieningen. Daarnaast heeft 7,8% van de zelfstandig wonende burgers problemen met zijn of haar gezondheid. Zij maken gebruik van Wmo-voorzieningen en/of leerlingenvervoer.
20
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Figuur 3 Gezondheidssituatie van zelfstandig wonende Bredanaars per leeftijdsgroep
Naar mate mensen ouder worden nemen de gezondheidsproblemen toe. Boven de 75 jaar kampt de helft van de zelfstandig wonende ouderen met gezondheidsproblemen. Er zijn met betrekking tot het welbevinden van bewoners verschillen tussen de districten. In Noord-West heeft 5,5% van de zelfstandig wonende burgers problemen met de gezondheid. In Noord-Oost ligt dit op 9,7%. Tussen buurten zijn de verschillen nog groter. In zeven Bredase buurten kampt meer dan 10 procent van de zelfstandig wonende bewoners met gezondheidsproblemen. Het gaat om Biesdonk (12,0%), Geeren-Zuid (11,5%), Geeren-Noord (10,7%), Heusdenhout (13,2%), Ypelaar (14,3%), Overakker (14,3%) en Ruitersbos (13,9%. Kwetsbare groep 3: opleidingsniveau In principe gaat het bij kwetsbare mensen om mensen die ten hoogste een VMBOdiploma (basis en kader) hebben gehaald. Kinderen en jongeren hebben veelal hun opleiding nog niet afgerond. Daarvoor in de plaats komen een aantal andere risicofactoren die duiden op een deviante schoolcarrière, zoals het volgen van speciaal onderwijs, ongeoorloofd schoolverzuim en vroegtijdig schoolverlaten. Van de kinderen van 5 tot 15 jaar is één op de vijf kwetsbaar vanwege die risicofactoren. Van de jeugd van 15 tot 25 jaar is dat één op de acht.
21
Figuur 4 Opleidingsniveau van zelfstandig wonende Bredanaars per leeftijdsgroep
In de districten varieert het aandeel kwetsbare personen met een laag opleidingsniveau van 5,5% in het Centrum tot 12,7 in Noord-Oost. Met name Geeren-Zuid kent relatief veel mensen met een laag opleidingsniveau (21,6%). In nog 9 andere buurten is dat tussen de 12% en 18%, te weten Fellenoord, Doornbos-Linie, Biesdonk, Wisselaar, Geeren-Noord, Haagpoort, Heuvel, Tuinzigt en Kesteren. Kwetsbare groep 4: huishoudenssamenstelling Tot deze kwetsbare groep behoren de ouder en de kinderen van eenoudergezinnen (de ouder tot 65 jaar) en alleenstaanden (vanaf 75 jaar). Deze volwassenen hebben geen partner die, indien nodig, mantelzorg kan verlenen. Figuur 5 Huishoudenssamenstelling van zelfstandig wonende Bredanaars per leeftijdsgroep
22
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Van de mensen die zelfstandig wonen, behoort 11% tot deze groep. Bij 3 leeftijdsgroepen is dat hoger dan gemiddeld: 5-14 jarigen, 15-24 jarigen en 75-plussers. In de districten varieert het percentage kwetsbare mensen als gevolg van het ontbreken van een partner van 7% in Centrum tot 13% in Noord-Oost. Met name Geeren-Zuid kent relatief veel mensen met kinderen die geen partner (meer) hebben en alleenstaande ouderen van 75 jaar en ouder. Kwetsbare groep 5: allochtonen3 In Breda wonen ruim 20.000 niet-westerse allochtonen. Weinig van hen (315 personen) verblijven in een instelling of tehuis. Van de kinderen tot 15 jaar is 17% van niet-westerse afkomst. Boven de 75 jaar daalt het percentage niet-westerse allochtonen naar 1,5%.
Figuur 6 etniciteit van zelfstandig wonende Bredanaars per leeftijdsgroep
Tussen de districten varieert het percentage zelfstandig wonende niet-westerse allochtonen van 6,1% in Zuid-Oost tot 22,4% in Noord-Oost. Er zijn zes buurten in Breda waar het percentage allochtonen die zelfstandig wonen ver boven het Bredase gemiddelde (11,0%) uitkomt. Dit zijn de buurten Geeren-Zuid (37,4%), Geeren-Noord (33,9%), Biesdonk (30,3%), Doornbos-Linie (28,7%), Wisselaar (28,7%) en Kesteren (27,4%). Kwetsbare groep 6: Lage sociaal economische status Het betreft om alle personen die tot een huishouden behoren die een laag sociaal inkomen of financiële problemen hebben of werkloos zijn. In totaal gaat het om 23.651 mensen in Breda, circa 13% van alle zelfstandig wonende Bredanaars. Dit percentage varieert per leeftijdsgroep van 11% bij de groep 25-34 jarigen
3
Niet-westerse allochtonen volgens de definitie van het CBS. Hierbij wordt de etniciteit bepaald aan de hand van het geboorteland van de persoon zelf of, als de persoon in Nederland is geboren, door het geboorteland van de moeder of de vader. Tot de categorie ‘niet-westers’ behoren allochtonen uit: Turkije, Afrika, LatijnsAmerika en Azië (met uitzondering van Indonesië en Japan).
23
tot 16% bij de kinderen van 5-14 jaar. Een op de zes kinderen woont in een huishouden met een lage sociaal economische status.
Figuur 7 Sociaal economische status van zelfstandig wonende Bredanaars per leeftijdsgroep
In de districten varieert het percentage mensen met een lage sociaal economische status van 8,8% in Zuid-Oost tot 20,6% in Noord-Oost. In veel buurten is het aandeel burgers met een lage sociaal economische status groter. In een aantal buurten komt het aandeel boven de 20% uit. Het betreft in de eerste plaats Geeren-Zuid waar 35% van de mensen een lage sociaal economische status hebben. Gevolgd door Haagpoort, Heuvel, Geeren-Noord, Wisselaar, Biesdonk en Doornbos-Linie waar ongeveer Kesteren een kwart van de burgers in een huishouden met een lage sociale economische status woont. Kwetsbare groep 7: hoogbejaarden Breda telt bijna 8.400 hoogbejaarde bewoners, dat wil zeggen van 80 jaar of ouder. Van deze groep wonen er 7.049 nog zelfstandig in een woning. In één district is het aandeel hoogbejaarden dat zelfstandig woont duidelijk lager, namelijk in Noord-West (2,1%). Het aandeel is het hoogst in Zuid-Oost (5,4%). In twee buurten is het aandeel zelfstandig wonende meer dan het dubbele van het Bredase gemiddelde, namelijk Overakker (14,2%) en Ruitersbos (14,9%). Maar ook in Ypelaar wonen relatief veel (9,9%) hoogbejaarde ouderen.
24
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
4.2. Cumulatie van risico’s Burgers hebben mogelijk meer ondersteuning nodig als zij meer risicofactoren hebben. Deze cumulatie van risicofactoren bij bewoners is in tabel 2 te zien. Tabel 2: Bewoners in Breda naar mate van kwetsbaarheid Totaal Bewoners in Cumulatie risicofactoren bewoners woningen Geen risicofactor 65,4% 66,5% 1 risicofactor 18,6% 18,7% 2 risicofactoren 7,7% 7,5% 3 risicofactoren 5,0% 4,6% 4 en meer risicofactoren 3,3% 2,7%
Bewoners in instellingen 0,0% 12,9% 22,1% 28,1% 36,9%
Tweederde van alle mensen die zelfstandig wonen, behoort tot geen enkele risicogroep. Van de anderen heeft de helft één risicofactor en de rest twee of meer. De cumulatie van risicofactoren is groter bij mensen die in een instelling wonen: tweederde van de mensen in instellingen heeft drie of meer risicofactoren. In de instellingen is de grootste groep met drie of meer risico’s de groep van de hoogbejaarde alleenstaande vrouwen van 80 jaar en ouder.
Figuur 8 Cumulatie van risico’s bij zelfstandig wonende bewoners naar leeftijdsgroep
Van de jongste leeftijdsgroep (0 tot 5 jaar) behoort ruim een kwart tot de groep kwetsbare burgers, terwijl bij de 75-plussers vier op de vijf tot deze groep behoren. Boven de 75 jaar heeft ruim eenderde van de zelfstandig wonende ouderen minimaal 3 risicofactoren.
25
Figuur 9 Ontwikkeling mate van kwetsbaarheid bij zelfstandig wonende bewoners naar leeftijd
De ontwikkeling van kwetsbaarheid laat een zelfde beeld zien voor de verschillende definities van kwetsbaarheid: een toename van de kwetsbaarheid bij de jeugd en een toename vanaf 75 jaar. In de woongebieden Prinsenbeek, Teteringen, Ulvenhout en Zandberg/Sportpark wonen relatief weinig kwetsbare burgers, zo tussen de 21% en 24%. In Hoge Vucht wonen relatief de meeste kwetsbare bewoners: 60% van de bewoners daar heeft één of meer risico’s. De situatie per buurt is als volgt. In negen buurten van Breda behoort (bijna) meer dan de helft van de zelfstandig wonende bewoners tot (minimaal één) van de risicogroepen. Het gaat om Fellenoord, Doornbos-Linie, Biesdonk, Geeren-Zuid, Wisselaar, Geeren-Noord, Haagpoort, Heuvel en Kesteren.
26
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Figuur 10 Kwetsbare burgers per buurt (zelfstandig wonend)
Kwetsbare Bredanaars Zeer weinig Weinig Gemiddeld Veel Zeer veel Onderzoek en Inform atie; juni 2011
27
28
Gemeente Breda
5.
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Dienstverlening IMW Het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn (IMW) verleent in Breda en omgeving hulp aan individuen, gezinnen en groepen, die problemen hebben, of dreigen te krijgen, met hun sociaal functioneren. Meestal betreft dit (groepen van) mensen die aan de zijlijn van de samenleving staan of daar dreigen te komen.
5.1.
Diensten IMW Het IMW is een eerstelijnsorganisatie voor psychosociale en sociaaljuridische dienstverlening die zich richt op het helpen van mensen met persoonlijke, psychosociale of maatschappelijke problemen. Het voorkomen van problemen is net zo belangrijk als het (helpen) oplossen of helpen ermee leren omgaan. Om dit te realiseren heeft het IMW een breed aanbod van diensten. In de onderstaande tabel staat het totaal aantal Bredanaars vermeld dat in 2010 van één van de vier hoofdproducten van het IMW gebruik maakte. Opgemerkt kan worden dat circa 1000 informatievragen aan Bureau Sociaal Raadslieden buiten beschouwing zijn gebleven, omdat de afhandeling per vraag korter dan een uur duurde. Naast deze vier hoofdproducten kent het IMW ook nog groepswerk, crisisdienst, maatschappelijk werk voor oorlogs- en geweldsgetroffenen, budgetconsulenten en stedelijk bemoeizorg. Deze producten zijn ook niet in deze studie betrokken. Het IMW probeert zoveel mogelijk Bredanaars in de risicogroepen te bereiken. In paragraaf 5.2 worden deze cijfers onderverdeeld naar wel/niet risicobewoners. Tabel 3: Aantal Bredanaars dat gebruik maakt van vier IMW-hoofdproducten in 2010 Aantal Percentage Hoofdproducten IMW - Algemeen maatschappelijk werk (AMW) 2421 1,3 - Bureau Sociaal Raadslieden (BSR) 1554 0,8 - School maatschappelijk werk (SMW) 794 0,4 - Project Voorlichting, Informatie en Advies (VIA) 306 0,2 Het meest wordt gebruik gemaakt van het AMW. Verder maken veel Bredanaars gebruik het BSR. Van de twee nadere hoofdproducten van het IMW wordt minder gebruik gemaakt. De verschillende hoofdproducten die worden aangeboden en het gebruik daarvan worden hieronder toegelicht.
5.1.1. Algemeen Maatschappelijk Werk Het AMW is het bekendste product van het IMW: 1,3% van de mensen in Breda maken daarvan gebruik. Van het algemeen maatschappelijk werk wordt het meest gebruik gemaakt door Bredanaars in de leeftijd van 25 tot 55 jaar. In absolute aantallen zijn de meeste cliënten tussen de 35-44 jaar. Gemiddelde leeftijd van de amw-cliënten is 38 jaar.
29
Figuur 11 Gebruik AMW naar leeftijdsgroep
Voornamelijk in het woongebied Hoge Vucht wordt veel van het AMW gebruik gemaakt. Maar ook de woongebieden Princenhage/Heuvel en Tuinzigt/Westerpark scoren relatief hoog. In de buurten Heuvel (3,7%), Haagpoort (3,1%) en Fellenoord (3,0%) is het gebruik het grootst. Van het AMW maken relatief veel onvolledige gezinnen (5,6%) en vluchtelingen (6,9%) gebruik. Dat geldt ook voor etnische minderheden: Marokkanen (3,7%), Turken (3,5%), Surinamers (3,5%) en Antillianen / Arubanen (6,2%). Onder autochtonen ligt dit percentage veel lager (0,9%). Het AMW biedt hulp op een drietal terreinen. Bijna tweederde van de hulpverlening is gericht op (het oplossen van) materieel sociale problematieken. De andere hulpverlening is gericht op relationele en psychosociale problematieken.
30
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Figuur 12 Onderverdeling AMW
5.1.2. Bureau Sociaal Raadslieden BSR is een voorziening voor sociaal juridische dienstverlening. In totaal maakt 0,8% van de Bredanaars gebruik van BSR. Van BSR wordt het meest gebruik gemaakt door Bredanaars in de leeftijd van 35 tot 55 jaar. In absolute aantallen zijn de meeste cliënten tussen de 45-54 jaar. De gemiddelde leeftijd van de BSR-cliënten is 47 jaar.
Figuur 13 Gebruik BSR naar leeftijdsgroep
Voornamelijk in het woongebied Hoge Vucht wordt veel van deze dienst gebruik gemaakt. In de buurten Geeren-Zuid (2,9%), Haagpoort (2,8%) en Geeren-Noord (2,7%) is het gebruik het grootst.
31
Van het BSR maken relatief veel onvolledige gezinnen (3,5%) en vluchtelingen (16,0%) gebruik. Dat geldt ook voor etnische minderheden: Marokkanen (5,2%), Turken (2,6%), Antillianen / Arubanen (2,5%) en Surinamers (2,1%). Onder autochtonen ligt dit veel lager (0,4%). 5.1.3. School Maatschappelijk Werk Het SMW biedt korte begeleiding en ondersteuning aan kinderen op het primair en voorgezet onderwijs en/of aan ouders. In figuur 13 is dan ook te zien dat de zorg verleend wordt aan de jongste leeftijdsgroepen. De grootste groep bestaat uit kinderen en jeugd en een kleiner deel uit ouders. De gemiddelde leeftijd van de cliënten van het SMW is 16 jaar.
Figuur 14 Gebruik SMW naar leeftijdsgroep
In de woongebieden Haagse Beemden, Hoge Vucht en Princenhage/Heuvel wordt relatief veel gebruik gemaakt van het SMW. In de buurten Geeren-Noord (1,1%), Kievitsloop (0,9%), Kesteren (0,9%), Geeren-Zuid (0,8%) en Wisselaar (0,8%) is het gebruik het grootst.
32
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Figuur 15 Onderverdeling SMW
Het SMW biedt hulp op een drietal terreinen. Ruim de helft van de hulpverlening is gericht op (het oplossen van) relationele problematieken, eenderde op psychosociale problematieken en 1:9 op materieel sociale problematieken.
5.1.4. Project Voorlichting, Informatie en Advies Bredanaars kunnen een beroep doen op het project VIA wanneer zij zelf de weg niet weten te vinden naar bestaande voorzieningen en vergoedingen. Het gebruik is relatief het grootst bij 45-plussers. In absolute aantallen zijn de meeste mensen die contact opnemen met het project VIA tussen de 55 en 65 jaar. De gemiddelde leeftijd bedraagt 55 jaar.
Figuur 16 Gebruik VIA naar leeftijdsgroep
33
In de buurten Fellenoord (0,8%), Geeren-Zuid (0,5%) en Geeren-Noord (0,5%) is het gebruik het grootst. 5.2.
Totaal gebruik diensten IMW Mensen kunnen van meer diensten van IMW tegelijk gebruik maken. De gebruikers van de diensten uit de vorige paragraaf kunnen dan ook niet bij elkaar opgeteld worden om het bereik van het IMW te bepalen. In totaal bereikt IMW 4.638 Bredanaars, waarvan 4.553 zelfstandig wonend. In onderstaande tabel wordt het gebruik van IMW-diensten door zelfstandig wonende Bredanaars weergegeven. Tabel 4: Mate van gebruik van IMW-diensten door Bredanaars die zelfstandig wonen Aantal Percentage Gebruik diensten IMW Geen 176.151 97,5% 1 dienst 4.128 2,3% 2 of meer diensten 425 0,2% In totaal maakt 2,5% van de Bredanaars, die niet in een instelling verlijven of dakloos zijn, gebruik van de hulpverlening van het IMW. Vanaf 55 jaar neemt het gebruik af.
Figuur 17 Gebruik totaal IMW naar leeftijdsgroep
In de navolgende tabel wordt weergegeven hoe groot het bereik van IMW is naar het aantal risicofactor(en) dat men heeft. Tabel 5: Bereik IMW naar mate van risicofactor bij zelfstandig wonende personen Een dienst Twee en meer Totaal bereik diensten Mensen zonder risicofactor 0,7% 0,0% 0,7% Mensen met 1 risicofactor 3,0% 0,2% 3,2% Mensen met 2 risicofactoren 6,0% 0,8% 6,8% Mensen met 3 risicofactoren 8,8% 1,1% 9,9% Mensen met 4 of meer risicofactoren 15,8% 2,5% 18,3% 34
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Het IMW is in staat om in grotere mate die Bredanaars te bereiken die daar qua risicoprofiel behoefte aan hebben en die ook in grotere mate haar diensten aan te bieden. Het overgrote deel (82%) van de cliënten van het IMW heeft één of meer risicofactoren, 38% heeft 3 of meer risicofactoren.
Figuur 18Gebruik totaal IMW naar leeftijdsgroep en aantal risico’s
Onvolledige gezinnen (8,6%), vluchtelingen (21,9%) en etnische minderheden Marokkanen (9,2%), Surinamers (9,2%), Turken (6,2%) en Antillianen/ Arubanen (6,1%) maken relatief veel gebruik van de hulpverlening van het IMW. Autochtonen maken relatief minder gebruik van de hulpverlening van het IMW. Het aandeel risico-Bredanaars dat van de verschillende IMW-hoofdproducten gebruik maakt, is in alle gevallen groter dan het aandeel Bredanaars zonder risicofactor. Tabel 6: Gebruik vier IMW-hoofdproducten verdeeld naar wel/niet risicofactor Aantal Percentage van Aantal Percentage van Hoofdproducten IMW zonder niet-risico-groep met risicogroep risico (N = 120.155) risico(‘s) (N = 63.481) - AMW 476 0,40% 1945 3,06% - BSR 147 0,12% 1407 2,22% - SMW 211 0,18% 583 0,92% - VIA 40 0,03% 266 0,42% - Totaal 833 0,69% 3805 5,99% Het IMW speelt een belangrijke rol in het herstellen, bevorderen of ondersteunen van de zelfredzaamheid van de burgers binnen haar werkgebied. Het IMW doet dit, als dit een meerwaarde oplevert, in samenwerking met andere organisaties. Naast het IMW bieden nog veel andere organisaties hun welzijnsdiensten en -producten aan aan Bredanaars. In deze studie gaat het om dienstverlening van 2 andere organisaties. Het IMW heeft weinig cliënten (7%) die ook cliënt zijn bij deze organisaties.
35
Figuur 19 Dienstverlening IMW en andere organisaties
De hulpverlening door het IMW is ongelijkmatig over de districten van de gemeente Breda gespreid. Het bereik is in district Zuid-Oost het laagst en in district Noord-Oost het hoogst. Het gebruik van de hulpverlening is relatief het grootst in de woongebieden Hoge Vucht en Princenhage/Heuvel. In Fellenoord, Station, Haagpoort, Heuvel, Tuinzigt, Kesteren, Muizenberg, DoornbosLinie en de 4 woonbuurten van Hoge Vucht is het gebruik van het IMW groter dan elders.
Figuur 20 Bereik IMW per buurt onder zelfstandig wonende Bredanaars
Gebruik diensten IMW Zeer weinig Weinig Gemiddeld Veel Zeer veel Onderzoek en Inform atie; juni 2011
36
Gemeente Breda
6.
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Dienstverlening MEE West-Brabant MEE West-Brabant biedt ondersteuning aan mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, autisme, niet-aangeboren hersenletsel of een chronische ziekte. MEE ondersteunt hen op alle terreinen van het dagelijks leven zodat zij volwaardig in de samenleving mee kunnen doen. Hierbij gaat MEE uit van de kracht van mensen en is het houden van regie over eigen leven essentieel. Uit een nadere analyse blijkt dat de cliënten van MEE West-Brabant (relatief) meer dan andere Bredanaars speciaal onderwijs volgen, gebruik maken van het leerlingenvervoer, gezondheidsproblemen kennen, verzuimen op school, uit eenoudergezinnen komen, in een huishouden leven met een laag inkomen en van niet-westerse afkomst zijn.
6.1. Producten MEE MEE heeft expertise op het gebied van het herkennen van beperkingen en de sociale en emotionele gevolgen daarvan. Medewerkers van MEE weten waar mensen met een beperking en mensen uit hun directe netwerk op verschillende levensterreinen en in verschillende fasen van hun leven mee te maken kunnen krijgen. MEE onderscheidt 6 hoofdproducten, waarin expertise beschikbaar wordt gesteld: - Informatievoorziening is het beantwoorden van een concrete vraag van een cliënt. De vraag kan betrekking hebben op elk levensgebied en/of levensfase; - Aanmelding/intake het betreft hier de eerste contacten met (nieuwe) cliënten van MEE. Dit eerste contact wordt altijd opgevolgd door één van de andere producten, met name Toeleiding naar zorg of Opvoedingsondersteuning/ praktische dienstverlening. - Vraagverduidelijking heeft betrekking op het samen met de cliënt verhelderen van zijn vraag en het in kaart brengen van de verschillende oplossingen en oplossingsrichtingen binnen het eigen netwerk; - Toeleiding naar zorg gebeurt wanneer is gebleken en vastgesteld dat de cliënt en zijn netwerk zelf onvoldoende mogelijkheden hebben om de vraag te beantwoorden. MEE helpt bij het aanvragen van de juiste indicatie en bij het “verzilveren” van die indicatie; - Diagnostiek wordt ingezet indien het nodig is om de mate van zelfredzaamheid op een professionele en deskundige manier vast te stellen; - Opvoedingsondersteuning/praktische dienstverlening biedt cliënten kortdurende, praktische ondersteuning in de thuissituatie. De ondersteuning is gericht op het oplossen van een concreet probleem (bijv. opvoedingsvraagstukken of financiën/administratie) en op herstel van de zelfredzaamheid van de cliënt. Naast bovenstaande hoofdproducten biedt MEE nog enkele andere producten aan, zoals Crisisinterventie en Ondersteuning bij beroep en bezwaar. Deze zijn in onderhavige studie buiten beschouwing gelaten, evenals Trainingen/cursussen, die groepsgewijs worden aangeboden en niet tot individuele cliënten zijn te herleiden. MEE West-Brabant heeft in 2010 informatie, advies en ondersteuning gegeven aan 1.209 mensen in Breda. Een deel van hen (4%) woont in een instelling of tehuis. 37
In totaal maakt 0,66% van de Bredanaars gebruik van de diensten van MEE WestBrabant. In de leeftijdsgroep van 5 tot 24 jaar is het gebruik twee keer zo groot als gemiddeld. De gemiddelde leeftijd van de cliënten van MEE West-Brabant is 27 jaar. In de onderstaande tabel staat het totaal aantal Bredanaars vermeld dat in 2010 van één van de hoofdproducten van MEE gebruik maakte. MEE probeert zoveel mogelijk Bredanaars in de risicogroepen te bereiken. In paragraaf 5.2 worden deze cijfers onderverdeeld naar wel/niet risicobewoners. Tabel: Aantal Bredanaars dat gebruik maakt van zes MEE-hoofdproducten in 2010 Aantal Percentage Hoofdproducten MEE - Informatievoorziening 400 0,22 - Aanmelding/intake 552 0,30 - Vraagverduidelijking 665 0,36 - Toeleiding naar zorg 616 0,34 - Diagnostiek 173 0,09 - Opvoedingsondersteuning/praktische dienstverlening 145 0,08 Het meest wordt gebruik gemaakt van het producten Vraagverduidelijking en Toeleiding naar zorg. Van diagnostiek en Opvoedingsondersteuning / praktische dienstverlening wordt in mindere mate gebruik gemaakt. De verschillende hoofdproducten die worden aangeboden en het gebruik daarvan worden hieronder toegelicht. 6.1.1. Informatievoorziening 0,2% van de mensen in Breda maken gebruik van informatievoorziening. Van dit product wordt het meest gebruik gemaakt door Bredanaars in de leeftijd van 5 tot 24 jaar. In absolute aantallen zijn de meeste cliënten tussen de 15 en 24 jaar. In veel gevallen gaat het ook om ouders van kinderen met een beperking. In het woongebied Princenhage/Heuvel is relatief de meeste informatievoorzieningen geleverd. Met name in de buurten Geeren-Zuid (0,5%), Kievitsloop (0,4%) en Heuvel (0,4%) zijn de meeste informatievoorzieningen afgenomen. 6.1.2. Aanmelding/intake 0,3% van de mensen in Breda maken gebruik van het product aanmelding/intake. Van dit product wordt het meest gebruik gemaakt door Bredanaars in de leeftijd van 5 tot 14 jaar. In absolute aantallen zijn de meeste cliënten tussen de 5 en 24 jaar. Ook bij dit product gaat het in veel gevallen om ouders van kinderen met een beperking. In de woongebieden Hoge Vucht, Princenhage/Heuvel en Tuinzigt/Westerpark zijn relatief de meeste aanmeldingen/intake afgenomen. Met name in de buurten Haagpoort (0,8%) en Kesteren (0,7%) maakt men gebruik van deze dienst. 6.1.3. Vraagverduidelijking 0,4% van de mensen in Breda maken gebruik van vraagverduidelijking. Van dit product wordt het meest gebruik gemaakt door Bredanaars in de leeftijd van 5 tot 24 jaar. In absolute aantallen zijn de meeste cliënten ook tussen de 5 en 24 jaar en ook hier gaat het natuurlijk in veel gevallen om ouders van kinderen met een beperking. In de woongebieden Hoge Vucht en Tuinzigt/Westerpark zijn de meeste vraagverduidelijkingen geleverd. In de buurten Haagpoort (1,1%) en Geeren-Zuid (0,9%) maakt men relatief gezien het meest gebruik van deze dienst. 38
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
6.1.4. Toeleiding naar zorg 0,3% van de mensen in Breda maken gebruik van toeleiding naar zorg. Van dit product wordt het meest gebruik gemaakt door Bredanaars in de leeftijd van 5 tot 24 jaar. In absolute aantallen zijn de meeste cliënten tussen de 15 en 24 jaar. In de woongebieden Hoge Vucht en Tuinzicht/Westerpark maakt men relatief gezien het meest gebruik van dit product. Met name in de buurten Haagpoort (1,0%) en GeerenZuid (0,8%) maakt men hier gebruik van. 6.1.5. Diagnostiek 0,1% van de mensen in Breda maken gebruik van diagnostiek. Van dit product wordt het meest gebruik gemaakt door Bredanaars in de leeftijd van 15 tot 24 jaar. In absolute aantallen zijn de meeste cliënten tussen de 15 en 24 jaar. In de woongebieden Princenhage en Teteringen maakt men relatief veel gebruik van deze producten. Met name in de buurten Princenhage (0,2%) en Blauwe Kei (0,2%) maakt men gebruik van dit product. 6.1.6. Opvoedingsondersteuning/praktische dienstverlening 0,1% van de mensen in Breda maken gebruik van Opvoedingsondersteuning/praktische dienstverlening. Van dit product wordt het meest gebruik gemaakt door Bredanaars in de leeftijd van 5 tot 14 jaar. Bij diensten in die leeftijdscategorie gaat het hoofdzakelijk om opvoedingsondersteuning bij ouders van één of meer kinderen met een beperking. In absolute aantallen zijn de meeste cliënten tussen de 5 en 34 jaar. In Belcrum/Doornbos-Linie maakt men het meest gebruik van dit product. Met name in de buurten Schorsmolen en Overkroeten (beide 0,5%) maakt men veel gebruik. 6.2. Totaal gebruik producten MEE Mensen kunnen verschillende diensten van MEE na elkaar afnemen. De gebruikers van de diensten uit de vorige paragraaf kunnen dan ook niet bij elkaar opgeteld worden om het bereik van het MEE te bepalen. In totaal bereikt MEE met deze 6 diensten 1.209 Bredanaars, waarvan 1.160 zelfstandig wonend. In onderstaande tabel wordt het gebruik van MEE-diensten door zelfstandig wonende Bredanaars weergegeven. Tabel 4: Mate van gebruik van MEE-diensten door Bredanaars die zelfstandig wonen Aantal Percentage Gebruik diensten MEE Geen 179.544 99,36% 1 dienst 363 0,20% 2 of meer diensten 797 0,44% In totaal maakt 0,63% van de Bredanaars, die niet in een instelling verblijven of dakloos zijn, gebruik van de hulpverlening van het MEE. Vanaf 55 jaar neemt het gebruik af.
39
Figuur 21 Gebruik totaal MEE naar leeftijdsgroep
In de navolgende tabel wordt weergegeven hoe groot het bereik van MEE is naar het aantal risicofactor(en) dat men heeft. Tabel 5: Bereik MEE naar mate van risicofactor bij zelfstandig wonende personen Een dienst Twee en meer Totaal bereik diensten Mensen zonder risicofactor 0,07% 0,12% 0,20% Mensen met 1 risicofactor 0,26% 0,57% 0,83% Mensen met 2 risicofactoren 0,46% 1,06% 1,52% Mensen met 3 risicofactoren 0,65% 1,74% 2,39% Mensen met 4 of meer risicofactoren 1,41% 3,41% 4,83% MEE is in staat om in grotere mate die Bredanaars te bereiken die daar qua risicoprofiel behoefte aan hebben en die ook in grotere mate haar diensten aan te bieden. Het overgrote deel (81%) van de cliënten van het MEE heeft één of meer risicofactoren, 39% heeft 3 of meer risicofactoren.
40
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Figuur 22Gebruik totaal MEE naar leeftijdsgroep en aantal risico’s
Onvolledige gezinnen (2,0%), niet-westerse allochtonen (1,2%), grote gezinnen (1,5%), mensen met een laag opleidingsniveau (2,1%), met een laag inkomen (2,7%) en met gezondheidproblemen (2,7%) maken relatief veel gebruik van de hulpverlening van MEE. Het aandeel risico-Bredanaars dat van de verschillende MEE-hoofdproducten gebruik maakt, is in alle gevallen groter dan het aandeel Bredanaars zonder risicofactor. Tabel 6: Gebruik zes MEE-hoofdproducten verdeeld naar wel/niet risicofactor Aantal Percentage van Aantal Percentage van Hoofdproducten MEE zonder niet-risico-groep met risicogroep risico (N = 120.155) risico(‘s) (N = 63.481) - Informatievoorziening 82 0,07% 318 0,50% - Aanmelding/intake 109 0,09% 443 0,70% - Vraagverduidelijking 123 0,10% 542 0,85% - Toeleiding naar zorg 106 0,09% 510 0,80% - Diagnostiek 35 0,03% 138 0,22% - Opvoedingsondersteuning 37 0,03% 108 0,17% / praktische dienstverlening MEE speelt een belangrijke rol in het herstellen, bevorderen of ondersteunen van de zelfredzaamheid van de burgers binnen haar werkgebied. MEE doet dit, als dit een meerwaarde oplevert, in samenwerking met andere organisaties. Naast MEE bieden nog veel andere organisaties hun welzijnsdiensten en -producten aan Bredanaars aan. In deze studie gaat het om dienstverlening van 2 andere organisaties. MEE heeft weinig cliënten (6%) die ook cliënt zijn bij deze organisaties.
41
Figuur 23 Dienstverlening MEE en andere organisaties
De hulpverlening door MEE West-Brabant is behoorlijk gelijkmatig over de districten van de gemeente Breda gespreid. Vanuit de districten Zuid-Oost en Centrum wordt relatief minder vaak een beroep gedaan op de diensten van MEE West-Brabant. Het gebruik van het hulpaanbod is relatief het grootst in de woongebieden Hoge Vucht, Tuinzigt/Westerpark, Princenhage/Heuvel en Haagse Beemden Noord-West. In Fellenoord, Haagpoort, Heuvel, Tuinzigt, Kesteren, Muizenberg, Doornbos-Linie en de 4 woonbuurten van Hoge Vucht maken meer mensen gebruik van de diensten van MEE West-Brabant dan elders in Breda.
Figuur 24 Bereik MEE bij zelfstandig wonende Bredanaars per buurt
Gebruik diensten MEE Zeer weinig Weinig Gemiddeld Veel Zeer veel Onderzoek en Informatie; juni 2011
42
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
6.3. Aard van handicap en hulpvraag Bijna de helft van de cliënten van MEE West-Brabant heeft een verstandelijke beperking en eenvijfde deel een lichamelijke beperking. Daarnaast heeft 1 op de 6 cliënten een beperking van psychiatrische aard. Van de anderen is de beperking nog onbekend (dat is vaak het geval bij jonge kinderen) of hebben de mensen aan wie MEE zijn diensten verleent zelf géén beperking (dat is vaak het geval bij ouders/verzorges van een kind met een beperking en/of familieden of andere personen uit het netwerk van de cliënt). In de leeftijdsgroep 5 tot 24 jaar doen relatief meer mensen met psychiatrische problemen en mensen met een verstandelijke beperking een beroep op medewerkers van MEE West-Brabant. Figuur 25 Aard van handicap naar leeftijdsgroep
MEE West-Brabant helpt met advies, persoonlijke ondersteuning en onafhankelijke informatie. De dienstverlening is laagdrempelig. Dat betekent dat burgers er geen indicatie voor hoeven aan te vragen en dat er van hen ook geen financiële bijdrage wordt gevraagd. Mensen kunnen terecht voor vragen in alle fasen van het leven over alle levensterreinen. MEE West-Brabant onderscheidt er 6: Jeugd & Gezin, Leren & Werken, Regelgeving & Geldzaken, Vrienden & Vrije tijd, Wonen & Samenleven en Ziekte & Handicap. De meeste vragen gaan over Jeugd & Gezin, Leren & Werken, Regelgeving & Geldzaken, Wonen & Samenleven en Ziekte & Handicap. Van eenvijfde van de cliënten is de hulpvraag bij het eerste contact (nog) niet duidelijk.
43
Figuur 26 Onderverdeling hulpvraag
Mensen met een verstandelijke beperking hebben relatief vaker een hulpvraag op het terrein van Wonen & Samenleven. Mensen met een lichamelijke beperking stellen relatief meer vragen op het terrein van Regelgeving & Geldzaken. Van de cliënten waarvan debeperking onbekend is of die zelf geen beperking hebben, stellen relatief meer vragen op het terrein van Jeugd & Gezin.
Figuur 27 Hulpvraag per aard handicap
44
Gemeente Breda
7.
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Dienstverlening WIJ WIJ helpt ouderen in Breda om volwaardig deel te nemen aan de samenleving en om zo lang mogelijk hun zelfstandigheid te behouden. De stichting levert producten en diensten die bijdragen aan de zelfredzaamheid van ouderen en stimuleert ouderen om te blijven participeren in de Bredase gemeenschap. De kernactiviteiten van de stichting zijn dan ook gericht op: • behoud en herstel van zelfredzaamheid van ouderen; • sociale participatie c.q. het voorkomen van sociaal isolement van ouderen; • concrete hulp aan ouderen. Naast kwetsbare ouderen verleent Wij ook hulp aan kwetsbare Bredanaars die jonger zijn dan 55 jaar. In 2010 waren dat 127 Bredanaars, waarvan er 35 in een instelling of tehuis woonden. 7.1. Diensten WIJ WIJ levert tal van welzijnsdiensten en let daarbij speciaal op ouderen die extra kwetsbaar zijn. WIJ biedt de diensten, zowel bij ouderen thuis als in specifieke accommodaties,aan . In de onderstaande tabel staat het totaal aantal personen vermeld dat in 2010 van één of meer diensten van WIJ gebruik maakte. In paragraaf 7.2 worden deze cijfers onderverdeeld naar wel/niet risico-ouderen. Tabel 7: Aantal Bredanaars dat gebruik maakt van WIJ-diensten Aantal Percentage Diensten WIJ - Ontmoetingsactiviteiten 3041 1,66% - Meer Bewegen voor Ouderen 2081 1,13% - Maaltijdendienst 781 0,43% - Administratieve dienst 968 0,53% - Hulpverlening ouderenadviseur 851 0,46% - Cursuswerk 256 0,14% - Wijkrestaurants 629 0,34% - Hand- en spandiensten 420 0,23% - Alarmering 108 0,06% Het meest wordt deelgenomen aan ontmoetings- en bewegingsactiviteiten. Verder wordt vaak gebruik gemaakt van de maaltijdendienst, wordt regelmatig een beroep gedaan op de administratieve dienst en op de ouderenadviseur. Van de overige diensten van WIJ wordt minder gebruik gemaakt. WIJ probeert zoveel mogelijk zelfstandig wonende Bredanaars in de risicogroepen te bereiken. De verschillende diensten die worden aangeboden en het gebruik daarvan wordt hieronder toegelicht.
7.1.1. Ontmoetingsactiviteiten De ontmoetingsactiviteiten, waarbij er mogelijkheden zijn om andere mensen te ontmoeten en om samen allerlei activiteiten te ondernemen, is de grootste activiteit van WIJ: 1,7% van de mensen in Breda neemt hieraan deel. 45
In figuur 27 is te zien dat de deelname aan deze activiteiten relatief het grootst is in de leeftijdsgroep van 75 tot 95 jaar. In absolute aantallen zijn de meeste mensen tussen de 75-84 jaar. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 77 jaar. In de buurten Doornbos-Linie, Westerpark, Geeren-Zuid en Heksenwiel neemt meer dan 10 procent van de ouderen deel aan de ontmoetingsactiviteiten. De woongebieden waar de deelname relatief het grootst is, zijn Haagse Beemden NW (8,0%), Belcrum/ Doornbos-Linie (8,9%), Princenhage/Heuvel (8,1%) en Brabantpark/ Heusdenhout (9,6%).
Figuur 28 Percentage ouderen dat gebruik maakt van de ontmoetingsactiviteiten per leeftijdsgroep
7.1.2. Meer Bewegen voor Ouderen Meer Bewegen voor Ouderen wordt druk bezocht: 4,1% procent van de ouderen in Breda is regelmatig via Meer Bewegen voor Ouderen sportief bezig. De interesse is relatief het grootst bij ouderen in de leeftijd van 75 tot 94 jaar. De nadruk ligt hierbij op de leeftijdsgroep 75-84. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 75 jaar. De deelname aan Meer Bewegen voor Ouderen is het grootst in het woongebied Ulvenhout en het geringst in Haagse Beemden ZO. De deelname per buurt varieert van 0,7% in Kesteren tot 7,7% in Geeren-Zuid.
7.1.3. Maaltijdendienst Ongeveer 750 ouderen in Breda betrekken hun warme maaltijd van de maaltijdendienst. Naarmate men ouder is, maakt men meer gebruik van de maaltijddienst (vooral alleenstaanden), zie hiervoor figuur 28 op de volgende bladzijde. De deelname aan de maaltijdendienst is relatief het grootst bij de ouderen in de leeftijd 80-94 jaar. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 80 jaar. De meeste maaltijden worden verstrekt in de woongebieden Prinsenbeek en Boeimeer/Ruitersbos. Relatief gezien is de deelname aan de maaltijdendienst het grootst in de buurt Schorsmolen.
46
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Figuur 29 Percentage ouderen dat gebruik maakt van de maaltijddienst per leeftijdsgroep
7.1.4. Administratieve diensten De administratieve dienst helpt ouderen hun persoonlijke administratie op orde te krijgen. Ongeveer 950 mensen hebben gebruik gemaakt van deze dienst. In de groep ouderen van 80 jaar en ouder is het gebruik van deze dienst relatief het grootst. Absoluut gezien zijn de meeste mensen tussen de 75 en de 84 jaar. De gemiddelde leeftijd is 78 jaar. Voornamelijk in het woongebied Hoge Vucht wordt veel van deze dienst gebruik gemaakt. Maar ook Haagse Beemden Noord West en Belcrum/ Doornbos-Linie scoren relatief hoog. In de buurten Geeren-Zuid (8,7%), Heksenwiel (6,8%), Geeren-Noord (5,6%) en Westerpark (5,6%) is het gebruik het grootst.
7.1.5. Ouderenadvies In 2010 hebben bijna 850 Bredanaars hulp en begeleiding gehad van de ouderenadviseurs van WIJ. Met name ouderen tussen de 80 en 89 doen een beroep op (de deskundigheid van) de ouderenadviseurs. De gemiddelde leeftijd van de ouderen die gebruik maken van deze dienst is 78 jaar. In het district Noord-West zijn relatief minder ouderen die gebruik maken van de ouderenadviseur. Buurten waar relatief veel gebruik wordt gemaakt van de diensten van de ouderenadviseur zijn Geeren-Zuid en Schorsmolen .
7.1.6. Cursuswerk Er worden korte en langlopende cursussen aan ouderen aangeboden, bijvoorbeeld het leren van een vreemde taal, tekenen of schilderen. Ruim 250 Bredanaars namen deel aan deze cursussen en activiteiten en is relatief het grootst bij ouderen in de leeftijd van 65 t/m 84 jaar. Gemiddeld is de leeftijd van de deelnemers 71½ jaar. De belangstelling voor cursussen is absoluut gezien het grootst in Ginneken/Ypelaar/Blauwe Kei en het geringst in Teteringen. De deelname per buurt varieert van 0% in de Stationsbuurt, Belcrum, Schorsmolen, Fellenoord, Haagpoort en Overkroeten tot 1,8% in NieuwWolfslaar. 47
7.1.7. Wijkrestaurants WIJ biedt de mogelijkheid aan ouderen om met andere ouderen samen te eten. Het aantal mensen dat hier gebruik van maakt is ruim 600 mensen. In zes buurten maakt meer dan twee procent van de ouderen gebruik van deze mogelijkheid. Het gaat met om Doornbos-Linie (2,1%), Princenhage (2,5%), Geeren-Zuid (2,1%), Ruitersbos (3,4%), Westerpark (5,7%) en Heksenwiel (4,9%). De belangstelling voor deze voorziening is relatief het grootst bij 80-94 jaar. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 80,5 jaar.
7.1.8. Hand- en spandiensten WIJ levert ook diverse hand- en spandiensten. Het aantal mensen dat hier gebruik van heeft gemaakt is ongeveer 400. Deze vorm van dienstverlening is relatief het meest verleend aan de groep 80 jaar en ouder. De gemiddelde leeftijd van de ouderen die hier gebruik van maakten is 80 jaar. In de woongebieden Haagse Beemden NW, Brabantpark/Heusdenhout, Boeimeer/Ruiterbos en Ginneken/Ypelaar/Blauwe Kei zijn relatief de meeste hand- en spandiensten geleverd. Met name in de buurten Overakker (2,9%), Ruitersbos (2,1%) en Heksenwiel (2,3%) maken ouderen gebruik van deze dienst.
7.1.9. Alarmering In drie voormalige randgemeenten, Teteringen, Bavel en Ulvenhout, maakt een aantal ouderen gebruik van de alarmering van WIJ. In de andere buurten van Breda kunnen ouderen deze dienstverlening aanvragen bij Thuiszorg Breda. Het betreft voornamelijk alleenstaande ouderen die gebruik maken van deze dienstverlening van WIJ. In de leeftijdsgroep van 85 jaar en ouder wordt relatief het meest gebruikt gemaakt van deze dienst. De gemiddelde leeftijd van ouderen die hier gebruik van maken is 83 jaar. 7.2. Totaal gebruik diensten WIJ Bredanaars kunnen gebruik maken van meerdere diensten van WIJ tegelijk. De gebruikers van de diensten uit de vorige paragraaf kunnen dan ook niet bij elkaar opgeteld worden om het bereik van ouderen door WIJ te bepalen. In onderstaande tabel wordt het gebruik van WIJ-diensten door zelfstandig wonende Bredanaars weergegeven. In totaal bereikt WIJ 6.815 Bredanaars, waarvan er 6.449 zelfstandig wonen. Tabel 8: Mate van gebruik van WIJ-diensten door Bredanaars die zelfstandig wonen Aantal Bredanaars Percentage Geen 174.255 96,4% 1 dienst 4.777 2,6% 2 diensten 1.243 0,7% 3 of meer diensten 429 0,2% Naarmate men ouder is, maken ouderen meer gebruik van de diverse diensten van WIJ en maken zij ook van meer diensten tegelijk gebruik. Vanaf 85 jaar neemt het gebruik af.
48
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Figuur 30 Percentage ouderen dat gebruik maakt van WIJ-diensten per leeftijdsgroep
Het doel van WIJ is om zoveel mogelijk zelfstandig wonende ouderen in de risicogroepen te bereiken, vooral de groepen die tot één of meer risicogroepen behoren. In de navolgende tabel wordt weergegeven hoe groot het bereik van WIJ is naar het aantal risicofactor(en) dat ouderen hebben. Tabel 9: Bereik WIJ naar mate van risicofactor bij zelfstandig wonende Bredanaars Bereik WIJ bij risicogroepen Een dienst Twee Drie em Totaal diensten diensten bereik Mensen zonder risicofactor 1,3% 0,2% 0,0% 1,5% Mensen met 1 risicofactor 3,2% 0,6% 0,1% 3,9% Mensen met 2 risicofactoren 6,8% 2,1% 0,8% 9,7% Mensen met 3 risicofactoren 11,4% 4,8% 2,1% 18,3% Mensen met 4 of meer risicofactoren 5,6% 2,9% 1,3% 9,8% WIJ is in staat om in grotere mate die ouderen te bereiken die daar qua risicoprofiel behoefte aan hebben en die ook in grotere mate haar diensten aan te bieden. Dat laatste geldt niet voor de groep ouderen met 4 of meer risicofactoren. Driekwart van de cliënten van WIJ heeft één of meer risicofactoren, eenderde heeft 3 of meer risicofactoren.
49
Figuur 31Gebruik totaal WIJ naar leeftijdsgroep en aantal risico’s
Een kwart tot eenderde van de ouderen met gezondheidsproblemen, van de ouderen met een laag inkomen, van alleenstaande mannen van 75 plus en van hoogbejaarden maakt gebruik van diensten van WIJ. Onder alleenstaande vrouwen van 75 plus ligt dit hoger, namelijk 40%. En onder allochtonen ligt dit veel lager, namelijk nog geen 5%. Marokkanen en Turken maken nauwelijks gebruik van de diensten van WIJ. Onder Antillianen / Arubanen en Surinamers ligt het gebruik ongeveer twee maal zo hoog dan het gemiddelde van allochtonen, maar het aantal personen is relatief klein. Het aandeel risico-ouderen dat van de verschillende WIJ-diensten gebruik maakt, is in bijna alle gevallen groter dan het aandeel ouderen zonder risicofactor. Alleen bij overige cursussen is de deelname van de niet-risicogroep (relatief) bijna even groot. Van bepaalde diensten wordt nagenoeg alleen door de risicogroep gebruik gemaakt, zoals bij alarmering. Tabel 10: Gebruik WIJ-diensten verdeeld naar wel/niet risicofactor Aantal Percentage van Aantal Diensten WIJ zonder de niet-risicomet Risico(‘s) risico groep (N = 120.155) - Ontmoetingsactiviteiten 787 0,65% 2254 - Meer Bewegen voor Ouderen 807 0,67% 1274 - Maaltijdendienst 61 0,05% 720 - Administratieve dienst 62 0,05% 906 - Hulpverlening ouderenadviseur 68 0,06% 783 - Cursuswerk 154 0,13% 102 - Wijkrestaurants 43 0,04% 586 - Hand- en spandiensten 38 0,03% 382 - Alarmering 2 0,00% 106
50
Percentage van de risicogroep (N = 63.481) 3,55% 2,01% 1,13% 1,43% 1,23% 0,16% 0,92% 0,60% 0,17%
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Naast WIJ bieden nog veel andere organisaties hun welzijnsdiensten en -producten aan aan Bredanaars. In deze studie gaat het om dienstverlening van 2 andere organisaties. WIJ heeft heel weinig klanten die ook klant zijn bij deze organisaties, slechts 3%.
Figuur 32 Dienstverlening WIJ en andere organisaties
Het bereik van WIJ onder ouderen is ongelijkmatig over de districten van de gemeente Breda gespreid. Het bereik, ook van risico-ouderen, is in district Noord-West het laagst en in district Zuid-Oost het hoogst. Het gebruik van diensten door risico-ouderen is relatief het grootst in de woongebieden Boeimeer/Ruitersbos, Hoge Vucht en Brabantpark/Heusdenhout. In de woonbuurten Geeren-Zuid, Heksenwiel, Heusdenhout, Ruitersbos, Ypelaar en Overakker is het gebruik van diensten van WIJ door ouderen groter dan elders.
51
Figuur 33 Bereik WIJ bij zelfstandig wonende Bredanaars per buurt
Gebruik diensten WIJ Zeer weinig Weinig Gemiddeld Veel Zeer veel Onderzoek en Inform atie; juni 2011
52
Gemeente Breda
Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
Bijlage.
Buurt- en districtsindeling gemeente Breda
0609
0605 0604
1008
0606 0603 0909
0104
0601
0106
0105
0107
0602
0102
1009 1000
0103
0600 0607
0101
0100
0507
0900
0005 0001 0505
0504
0502
0200
0004 0000 0003
0500
0203
0002 0201
0509 0400 0503
0202 0300
0501
0301 0401
0709
0303 0701
0700
0302
0508
0800 0309
0809
0506
Afdeling Onderzoek en Informatie; maart 2009
53
Districten
54
1
Centrum
2
Noord-Oost
3
Zuid-Oost
4
Zuid-West
5
Noord-West
Buurtcode
Buurt
Buurtcode
Buurt
0000
City
District 1
0500
Haagpoort
District 4
0001
Valkenberg
1
0501
Heuvel
4
0002
Chassé
1
0502
Tuinzigt
4
0003
Fellenoord
1
0503
Princenhage
4
0004
Schorsmolen
1
0504
Westerpark
4
0005
Station
1
0505
Heilaar
4
0506
Hazeldonk
4
0100
Belcrum
2
0507
Steenakker
5
0101
Doornbos-Linie
2
0508
Effen-Rith
4
0102
Biesdonk
2
0509
Liesbos
4
0103
Geeren-Zuid
2
0104
Wisselaar
2
0600
Gageldonk
5
0105
Krogten
2
0601
Kievitsloop
5
0106
Geeren-Noord
2
0602
Kesteren
5
0107
Waterdonken
2
0603
Muizenberg
5
0604
Heksenwiel
5
0200
Brabantpark
3
0605
Overkroeten
5
0201
Sportpark
3
0606
Kroeten
5
0202
Zandberg
3
0607
Emer
5
0203
Heusdenhout
3
0609
Hagebeemd
5
0300
Blauwe Kei
3
0700
Bavel
3
0301
Ypelaar
3
0701
Nieuw Wolfslaar
0302
Overakker
3
0709
Buitengebied Bavel
3
0303
Ginneken
3
0309
Mastbos
3
0800
Ulvenhout
3
0809
Buitengeb. Ulvenhout
3
0900
Prinsenbeek
5
0909
Buitengeb. Prinsenbeek
5
1000
Teteringen
2
1008
Vuchtpolder
2
1009
Buitengeb. Teteringen
2
0400
Boeimeer
4
0401
Ruitersbos
4
Afdeling Onderzoek en Informatie; maart 2009
0900
Prinsenbeek
0602
0603
0504
0501
Princenhage/Heuvel
0503
0000
0400
0401
0102
0101
0103
0107
0201
0200
0303
0202
0301
Ulvenhout
0800
0302
Ginneken/Ypelaar/ Blauwe Kei
0300
1000
0203
Teteringen
0701
Bavel
0700
Brabantpark/Heusdenhout
Zandberg/Sportpark
0002
0001
0005
Centrum 0003
0004
0106
Hoge Vucht
0104
Belcrum/Doornbos-Linie 0100
Boeimeer/ Ruitersbos
0500
0502
Tuinzigt/Westerpark
0505
0601
0604
Haagse Beemden ZO 0600
Haagse Beemden 0606 NW
0605
Woongebieden
Gemeente Breda Kwetsbare Bredanaars en dienstverlening IMW, MEE en WIJ in 2010
55