Gemeente Breda
Vrijwilligerswerk 2012 Enquête maatschappelijke participatie en vrijwilligerswerk in Breda
Publicatienummer: Datum: juli 2012
1698
SSC Onderzoek en Informatie
In opdracht van: Gemeente Breda, directie Ontwikkeling Afdeling Wonen en Samenleven Uitgave: Gemeente Breda Afdeling SSC Onderzoek en Informatie NEN-ISO 20252 gecertificeerd Projectnummer: 1394 Claudius Prinsenlaan 10 4811 DJ Breda Telefoon 076-5293513 E-mail:
[email protected] Bronvermelding verplicht
1.
Samenvatting ........................................................................................................... 5
1.
Inleiding en onderzoeksopzet .................................................................................. 9 1.1. Achtergrond.............................................................................................................. 9
2.
Profiel inwoners Breda ........................................................................................... 13 2.1. Sekse, leeftijd en etniciteit ..................................................................................... 13 2.2. Gezinssituatie, opleidingsniveau en huishoudinkomen ......................................... 14
3.
Maatschappelijke participatie ................................................................................. 15 3.1. Maatschappelijke participatie ................................................................................. 15 3.2. Maatschappelijke participatie naar doelgroepen ................................................... 16
4.
Vrijwilligerswerk...................................................................................................... 19 4.1. Huidig aantal vrijwilligers ........................................................................................ 19 4.2. Soorten vrijwilligerswerk ........................................................................................ 21 4.3. Hoe zijn vrijwilligers aan hun vrijwilligerswerk gekomen?...................................... 23 4.4. Redenen om vrijwilligerswerk te doen ................................................................... 23 4.5. Tips voor vrijwilligersorganisaties .......................................................................... 25
5.
De niet-vrijwilligers ................................................................................................. 27 5.1. Redenen om geen vrijwilligerswerk te doen .......................................................... 27 5.2. Reden stoppen met vrijwilligerswerk...................................................................... 28
6.
Potentiële vrijwilligers ............................................................................................. 29 6.1. Potentieel aanbod aan extra vrijwilligers(werk) ..................................................... 29 6.2. Wensen van extra potentieel aan vrijwilligers ........................................................ 31
7.
Ambitie gemeente vrijwilligerswerk 2015 ............................................................... 33 7.1. Totaal aantal vrijwilligers in Breda ......................................................................... 33 7.2. Jongere vrijwilligers ................................................................................................ 33 7.3. Allochtone vrijwilligers ............................................................................................ 34 7.4. Zorgvrijwilligers ...................................................................................................... 34
Bijlage ............................................................................................................................... 35
4
Gemeente Breda
1.
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Samenvatting Vrijwilligerswerk is tegenwoordig minder vanzelfsprekend geworden door de toenemende individualisering. Daarnaast moet vrijwilligerswerk nu ook meer concurreren met andere aantrekkelijke vormen van vrijetijdsbesteding. De gemeenteraad van Breda heeft het beleidskader Meedoen@Breda vastgesteld en het beleidskader Vrijwilliger@Breda is de uitwerking daarvan op het gebied van vrijwilligers en vrijwilligerswerk. De ambitie van het gemeente is dat minimaal één op de drie Bredanaars de komende vier jaar vrijwilligerswerk blijft doen, met 10% meer jongeren, allochtonen en vrijwilligers in de zorg. Het vrijwilligersbeleid van de gemeente Breda wordt gemonitord middels onderzoek. Het doel van het onderzoek is het in beeld brengen van de maatschappelijke participatie en het vrijwilligerswerk van Bredanaars. In mei 2012 hebben 1332 Bredanaars van 15 jaar en ouder schriftelijk of online een vragenlijst ingevuld over participatie en vrijwilligerswerk. Het onderzoek is zodanig opgezet dat behalve betrouwbare resultaten voor de hele gemeente Breda ook uitkomsten voor vier leeftijdsgroepen, waaronder jongeren (15 – 29 jaar), en voor nietwesterse allochtonen zijn verkregen. Omdat in 2007 en 2010 ook al enquêtes over vrijwilligers en vrijwilligerswerk in Breda zijn gehouden, worden de resultaten van 2012 vergeleken met voorgaande jaren. Zo komen trends en ontwikkelingen aan het licht.
H3 Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie gaat over het hebben van betaald werk, studeren, het deelnemen aan het verenigingsleven en het culturele leven, politieke betrokkenheid en de betrokkenheid bij de eigen leefomgeving. Het begrip maatschappelijke participatie wordt op verschillende manieren geoperationaliseerd. Volgens de in dit rapport gebruikte definitie is 95% van de Bredanaars van 15 jaar en ouder op een of andere wijze maatschappelijk actief. Zeven op de tien heeft een baan van minimaal 12 uur per week of volgt een studie, bijna negen op de tien is actief in de vrije tijd en de helft levert een maatschappelijke bijdrage. Tabel S3: Maatschappelijke participatie Bredanaars 15 jaar en ouder Werk/opleiding - wv. heeft betaald werk > 12 uur per week - wv. volgt opleiding/studie
69%
Actief in vrije tijd - wv. bezoek voorstelling, museum, theater, film - wv. lid sport-/cultuur- of belangenorganisatie
86%
Maatschappelijke bijdrage - wv. vrijwilligerswerk (structureel + incidenteel) - wv. mantelzorg aan eigen familie - wv. mantelzorg aan anderen
49%
Doet geen enkele van bovenstaande activiteiten
59% 13%
82% 48%
37% 20% 7% 5%
5
Vrouwen en mannen participeren in vergelijkbare mate in de maatschappij. Lager opgeleiden en de lagere inkomens zijn minder maatschappelijk actief op alle drie de onderscheiden terreinen. De maatschappelijke bijdragen (vrijwilligerswerk + mantelzorg) nemen langzaam toe tot ongeveer 65 jaar, daarna neemt het licht af. 75-plussers zijn op alle drie de terreinen relatief minder actief. Niet-westerse allochtonen zijn relatief minder actief dan autochtonen en Westerse allochtonen. Dit geldt met name voor het actief zijn in de vrije tijd.
H4. Huidig aantal vrijwilligers Ruim een derde (37%) van de Bredanaars van 15 jaar en ouder doet wel eens aan vrijwilligerswerk, bijna de helft van hen doet dit wekelijks of vaker. Oudere vrijwilligers doen het vrijwilligerswerk vaker minimaal wekelijks. Als gevraagd wordt naar het gemiddeld aantal uur dat vrijwilligers aan hun vrijwilligerswerk besteden, blijkt, net als voorgaande jaren dat in Breda 21% van de 15+ bevolking gemiddeld twee uur per week of meer vrijwilligerswerk doet. 45-plussers en Bredanaars van Nederlandse afkomst zijn vaker vrijwilliger en doen dit ook vaker structureel. Jongeren van 15-29 jaar doen minder vaak vrijwilligerswerk en als ze dit doen is dit relatief vaker incidenteel. Tabel S4a: Vrijwilligerswerk 2007
2010
2012
15-29
Structureel vrijwilligerswerk (gem. minimaal 2 uur per week) Incidenteel vrijwilligerswerk (minder dan 2 uur per week)
21% 10%
21% 14%
21% 16%
13% 14%
Niet Westers 18% 11%
Totaal
31%
35%
37%
27%
29%
Van de Bredanaars die vrijwilligerswerk doen, zijn de meesten werkzaam bij een sportvereniging, op afstand gevolgd door het onderwijs, jongeren/kinderen organisaties, culturele organisaties, zorginstellingen, kerkelijke/levensbeschouwelijke organisaties en bewonerscommissies/buurtverenigingen. Tabel S4b Top 7 sectoren waar vrijwilligers actief zijn (in % Bredanaars 15+) 2010 1. Sportvereniging 2. School/ onderwijs 3. Jongeren/ kinderen organisatie 4. Culturele organisatie (incl. muziekvereniging, koor e.d.) 5. Organisatie voor zorg en dienstverlening 6. Kerkelijke of levensbeschouwelijke organisatie 7. Bewonerscommissie/ buurtvereniging
12% 5% 5% 4% 4% 5% 4%
2012 14% 5% 5% 5% 4% 4% 4%
Het meeste vrijwilligerswerk is praktisch en uitvoerend, op afstand gevolgd door organiserend/ coördinerend en bestuurlijk werk. Evenals eerdere jaren doet negen op de tien vrijwilligers (ook) vrijwilligerswerk in de eigen gemeente. De meeste vrijwilligers zijn gevraagd door de organisatie of vereniging of kwamen daar al. 17% is hier zelf naar op zoek gegaan, o.a. via Breda Actief en websites van organisaties.
6
Gemeente Breda
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Redenen om vrijwilligerswerk te doen De vrijwilligers is zowel spontaan als via een lijst met mogelijke redenen gevraagd waarom ze vrijwilligerswerk doen. Vrijwilligerswerk wordt met name gedaan omdat het leuk is om te doen en een goed gevoel geeft, op afstand gevolgd door het graag iets voor anderen doen en dat ze iets met de organisatie hebben. Jongeren en niet westerse allochtonen noemen vaker als redenen om vrijwilligerswerk te doen dat ze zichzelf willen ontwikkelen/nieuwe dingen leren of werkervaring willen opdoen. Tabel S4c: Top 5 Waarom vrijwilligerswerk (spontaan)
Tabel S4d: Top 5 Waarom vrijw.werk (geholpen)
1. Blije, tevreden gezichten, warmte
22%
1. Leuk om te doen, goed gevoel
68%
2. Inzetten voor anderen
18%
2. Doe graag iets voor andere mensen
38%
3. Sociale contacten, gezelligheid
14%
3. Heb iets met de organisatie
31%
4. Mensen helpen
10%
4. Wil mijn kennis en ervaring delen
15%
5. Iemand iets geleerd, doel bereikt
8%
5. iets doen voor de samenleving
13%
Tips voor vrijwilligersorganisaties Als vrijwilligers gevraagd wat er volgens hen beter kan voor de vrijwilligers bij de organisaties waar zij vrijwilligerswerk doen, noemen ze het vaakst dat de communicatie beter kan, ze waardering/erkenning missen en dat er meer vrijwilligers nodig zijn.
H5 Niet-vrijwilligers Bijna tweederde van de Bredanaars doet momenteel geen vrijwilligerswerk. Zij geven hiervoor met name als reden dat ze er geen tijd voor hebben door hun werk, studie, gezin of hobby’s. Daarnaast geeft een deel aan dat er nooit voor zijn gevraagd, ze zich niet willen vastleggen of er geen zin in hebben. Jongeren noemen vaker de drukte met werk en studie als reden, Bredanaars van niet-westerse afkomst vaker hun gezin. Tabel S5a: Waarom geen vrijwilligerswerk (in % doet nu geen vrijwilligerswerk) Breda 15+
15-29
Niet Westers
Geen tijd door werk/studie, gezin, hobby’s, zorg voor gezin/ familie/ buren
68%
76%
65%
Wel tijd maar nooit voor gevraagd, onbekendheid, onzekerheid
21%
27%
32%
Wil me niet vastleggen
18%
10%
8%
Geen zin/ interesse
16%
19%
10%
Anders
13%
8%
15%
Van de mensen die nu geen vrijwilligerswerk doen, heeft 31% dit in het verleden wel gedaan. De mensen die ooit vrijwilligerswerk hebben gedaan, maar nu niet meer zijn hier destijds met name mee gestopt omdat ze het druk hadden/kregen met werk/studie, door redenen binnen het vrijwilligerswerk zelf of vanwege hun leeftijd/gezondheid.
7
H6. Potentiële vrijwilligers Bijna een derde van de Bredanaars van 15 jaar en ouder geeft aan mogelijk in de toekomst wel (extra) vrijwilligerswerk te willen doen. Dit percentage loopt in de afgelopen jaren iets op. Jongeren en niet-westerse allochtonen doen weliswaar minder vaak aan vrijwilligerswerk, maar hun potentiële interesse is groter dan die van de gemiddelde Bredanaar. Tabel S6: % Bredanaars dat mogelijk wel (extra) vrijwilligerswerk wil doen 2007
2010
2012
15-29
Niet Westers
Ja
28%
30%
32%
38%
34%
Nee
72%
70%
68%
62%
66%
100%
100%
100%
100%
100%
De potentiële vrijwilligers denken met name aan uitvoerende/praktische taken voor enkele uren in de week. Jongeren denken relatief vaker aan uitvoerende/organiserende taken en relatief vaker voor minder dan 2 uur per week. Jongeren en niet-westerse allochtonen denken relatief minder vaak aan bestuurlijke taken.
H7. Ambitie vrijwilligerswerk 2015 In 2012 doet 37% van de Bredanaars van 15 jaar en ouder vrijwilligerswerk. Omgerekend gaat het hier om circa 51.000 vrijwilligers, waarvan zo’n 29.000 min of meer structureel vrijwilligerswerk uitvoeren en circa 22.000 meer incidenteel vrijwilligerswerk. De groei van het aantal vrijwilligers ten opzichte van 2010 is te verklaren uit een toename van de kleinere/meer incidentele vrijwilligersbaantjes. Evenals in 2007 en 2010 doet 21% minimaal 2 uur per week vrijwilligerswerk, wat redelijk overeenkomt met het landelijk CBS-cijfer. Jongeren doen relatief minder vaak vrijwilligerswerk en vaker meer incidenteel. Ook niet-westerse allochtonen doen minder aan vrijwilligerswerk, hier staat overigens tegenover dat deze groep Bredanaars relatief meer aan mantelzorg doet. Tabel S7a: Kengetallen mbt ambitie gemeente 2015
2007
2010
2012
2007
2010
2012
Niet Westers 2012
Structureel vrijwilligerswerk Incidenteel vrijwilligerswerk
21% 10%
21% 14%
21% 16%
16% 15%
12% 10%
13% 15%
18% 11%
Totaal
31%
35%
37%
31%
22%
28%
29%
Breda Totaal
15-29
De derde gemeentelijke doelstelling is het vergroten van het aantal zorgvrijwilligers. De gemeente kijkt hierbij in eerste instantie naar het vrijwilligerswerk bij zorg- en ouderenorganisaties. Bij andere organisaties verlenen vrijwilligers soms ook zorg. De zorgverleners bij die andere organisaties zijn hier buiten beschouwing gelaten. In 2010 is 8% van de Bredanaars als zorgvrijwilliger in ouderenorganisaties of zorgorganisaties actief, in 2012 wordt 7% gemeten. Tabel S7b: Zorgvrijwilligers ( in % Bredanaars) 2010 Totaal aantal zorgvrijwilligers - wv bij zorgorganisatie - wv bij ouderenorganisatie
8
8% 4% 5%
2012 7% 4% 3%
Gemeente Breda
Vrijwilligerswerk 2012 concept
1.
Inleiding en onderzoeksopzet
1.1.
Achtergrond De gemeenteraad van Breda heeft het beleidskader Meedoen@Breda vastgesteld. In dit beleidskader wordt van alle Bredanaars, vanuit de eigen verantwoordelijkheid, gevraagd een bijdrage te leveren om zo voor zichzelf en voor elkaar te zorgen. Het belang van vrijwillige inzet wordt hiermee steeds groter. Vrijwilligers vormen dan ook een ‘topdossier’ voor het gemeentebestuur. Het beleidskader Vrijwilliger@Breda is een uitwerking van ‘meedoen’ op het gebied van vrijwilligers en vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk wordt omschreven als “werk dat in enig georganiseerd verband onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving”. Vrijwilligerswerk is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Het is onbetaald maar niet zonder kosten. Gemeente Breda hanteert het begrip ‘vrijwilligerswerk’ niet star. Ook vormen van vrijwilligerswerk die minder georganiseerd gebeuren (bijvoorbeeld een eenmalig straatfeest waarvoor buurtbewoners zich inzetten), vrijwilligerswerk dat soms een verplichtend karakter heeft (maatschappelijke stages van leerlingen en werkzaamheden in het kader van re-integratie) en vrijwilligerswerk waarvoor een onkostenvergoeding wordt betaald, worden allemaal tot ‘vrijwilligerswerk’ gerekend.
1
Landelijke ontwikkelingen/trends Vrijwilligerswerk is minder vanzelfsprekend geworden. Door de toenemende individualisering is er minder vaste binding aan institutionele organisaties. Door de ontzuiling is er geen natuurlijke binding meer met een bepaalde (geloofs-)groepering. Vrijwilligerswerk moet een aantrekkelijke keuzemogelijkheid vormen en meer op maat toegesneden en aansluiten bij de competenties en interesses. Daarnaast zijn er steeds meer (commerciële) aanbieders op de vrijetijdsmarkt, met meer aantrekkelijke vormen van tijdsbesteding. Dit trekt mogelijke vrijwilligers weg. Daartegenover is de verwachting dat de vraag naar vrijwilligers toe zal nemen. Dat komt door de dubbele vergrijzing. Enerzijds neemt het aantal ouderen toe, anderzijds zullen minder ouderen beschikbaar zijn voor vrijwilligerswerk omdat zij mantelzorg verrichten. Op korte termijn neemt het potentieel aan vrijwilligers toe (de generatie babyboomers). Vijftigplussers blijven oververtegenwoordigd in het vrijwilligerswerk. Er dient zich een nieuw potentieel van mondige, goed opgeleide kritische (jonge) ouderen aan. Ze denken actief mee over de organisatie en nemen meer verantwoordelijkheid en initiatief.
1
Vrijwilligerswerk verandert. Dat komt niet doordat er minder vrijwilligers zijn, in vergelijking met dertig jaar geleden zijn het er waarschijnlijk méér. Maar de manier waarop vrijwilligers zich willen inzetten is anders. De nieuwe vrijwilliger zoekt kortdurend en projectmatig vrijwilligerswerk en is minder gebonden aan één organisatie (trendrapport Movisie 2011: “Vrijwillige inzet 2.0”). Ook het Sociaal Cultureel Planbureau komt op basis van verschillende cijfers tot de verwachting dat het aantal vrijwilligers in de komende jaren weinig zal veranderen, maar wel het inhoudelijk werk dat vrijwilligers gaan doen (Toekomstverkenning vrijwilliger inzet 2015).
9
Situatie in Breda Trends geven aan dat het aantal vrijwilligers in de toekomst mogelijk zal teruglopen. Wel geven drie op de tien Bredanaars aan (meer) vrijwilligerswerk te willen doen. Daarnaast kunnen meer vrijwilligers geworven worden bij jongeren en bij mensen met een nietwesterse achtergrond. In Breda doen zich momenteel geen grote tekorten aan vrijwilligers voor. Wel zijn er in de zorg en bij bestuurswerk knelpunten. In de zorg dreigen tekorten te ontstaan doordat, mede door bezuinigingen, steeds meer een beroep gedaan wordt op vrijwilligers. Bij ‘bestuurswerk’ wordt geconstateerd dat er te weinig bestuursleden zijn, dat besturen steeds ouder worden en geen opvolgers hebben of problemen hebben om hun werkzaamheden over te dragen. ‘Witte’ kaders die blijven zitten, terwijl de omgeving ‘verkleurt’. Hier ligt een opgave bij de vrijwilligersorganisaties om rekening met deze knelpunten te houden en daarop extra in te zetten. In het beleidskader vrijwilliger@Breda staan visie en ambitie van Breda en de doelen voor vrijwilligers en vrijwilligerswerk. Als gemeentelijke ambitie voor Vrijwilligerswerk staat geformuleerd: de komende vier jaren zal minimaal één op de drie volwassen Bredanaars vrijwilligerswerk doen. Gestreefd wordt daarbij onder andere naar de volgende (sub)doelen: meer jonge vrijwilligers meer allochtone vrijwilligers meer vrijwilligers in de zorg. Tevens is aangegeven dat het vrijwilligersbeleid gemonitord gaat worden. Aan Onderzoek en informatie is de opdracht gegeven om de omvang en aard van het vrijwilligerswerk te meten in 2012 en 2014. Aangezien in 2007 en 2010 ook al enquêtes over vrijwilligers en vrijwilligerswerk in Breda zijn gehouden, bestaat de mogelijkheid om veranderingen door de jaren heen te meten. Dit geldt alleen voor onderzoeksvragen die in eerdere enquêtes zijn gesteld.
1.2 Onderzoeksopzet Het onderzoek, door middel van een enquête, heeft als doel om de voortgang in het bereiken van de ambitie van het vrijwilligersbeleid te volgen. Om te bezien of er werkelijk sprake is van verschuiving in groepen die vrijwilligerswerk verrichten, is afgelopen mei 2012 een ‘nulmeting’ gehouden en deze zal tweejaarlijks worden herhaald om vast te stellen of Breda nog op koers ligt met het aantal vrijwilligers in de stad. In mei 2012 is een bewonersenquête over participatie en vrijwilligerswerk gehouden. De enquête is een schriftelijke enquête onder een representatieve steekproef van Bredanaars van 15 jaar of ouder. Het onderzoek is zodanig opgezet dat behalve betrouwbare resultaten voor de hele gemeente Breda ook uitkomsten voor vier leeftijdsgroepen, waaronder jongeren (15 – 29 jaar), en voor niet-westerse allochtonen zijn verkregen. Per groepering is een aselecte steekproef uit het bevolkingsbestand getrokken. Aan de geselecteerde inwoners is medio mei 2012 een vragenlijst gezonden met een brief waarin om hun medewerking is gevraagd. Tevens kregen zij de mogelijkheid om de vragenlijst digitaal in te vullen. 10
Gemeente Breda
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Uitgaande van een verwachte respons van 15% tot 20% zijn 5118 vragenlijsten verstuurd. Twee weken later is een herinneringsbrief gestuurd aan jongeren en aan nietwesterse allochtonen uit de steekproef. In totaal hebben 1332 inwoners de vragenlijst ingevuld, waarvan eenderde digitaal. De respons is daarmee op 26% uitgekomen. Doordat ruim 1300 inwoners hebben deelgenomen zijn de uitkomsten van de enquête voor de gemeente Breda zeer nauwkeurig. De diverse bevolkingsgroepen van Breda zijn qua omvang niet gelijk. Om uitspraken voor de hele gemeente te kunnen doen, heeft een weging naar het aantal bewoners per geslacht, leeftijdsgroep en etniciteit plaatsgevonden. In dit rapport zijn uitsluitend de resultaten na weging opgenomen.
11
12
Gemeente Breda
2.
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Profiel inwoners Breda
In dit hoofdstuk wordt een profiel van de inwoners van de gemeente Breda gegeven, gebaseerd op kerncijfers van de gemeente en de voorjaarsmeting 2012. In de eerste paragraaf worden sekse, leeftijd en etniciteit besproken. Vervolgens worden voor de gemiddelde Bredanaar en de twee doelgroepen die in dit rapport nader worden belicht (jongeren van 15-29 jaar en Bredanaars van niet-westerse afkomst) de gezinssituatie, het opleidingsniveau en het huishoudinkomen besproken.
2.1.
Sekse, leeftijd en etniciteit De gemeente Breda telt op 1 januari 2012 138.513 inwoners van 15 jaar en ouder. Van hen is bijna de helft man en ruim de helft vrouw. Ruim de helft is 15-44 jaar en bijna de helft is 45 jaar en ouder. Bijna acht op de tien Bredanaars is van Nederlandse afkomst, 12% is van westerse allochtone afkomst en 10% is van niet-westerse (allochtone) afkomst. Tabel 2.1a: Bredanaars 15+ naar sekse, naar leeftijd en naar etniciteit Man
68.036
49%
15-29
35.771
26%
Nederlands
108.383
78%
Vrouw
70.477
51%
30-44
36.464
26%
Westers
15.874
11,5%
138.513
100%
45-64
45.649
33%
Niet-westers
65+
20.629
15%
138.513
100%
14.256
10%
138.513
100%
Bron: GBA
Niet-westerse allochtonen zijn relatief vaker 45-minners. Grafiek 2.1b: Etniciteit van 15 jaar en ouder naar leeftijd (bron: GBA)
15-29
73%
30-44
12%
76%
45-64
12%
81%
65+
15%
12%
87% 0%
20%
40%
Nederlands
13%
7%
10% 3% 60% Westers
80%
100%
Niet westers
13
2.2.
Gezinssituatie, opleidingsniveau en huishoudinkomen Van de Bredanaars van 15 jaar en ouder woont twee op de tien alleen en ruim vier op de tien heeft een gezin met kinderen of woont nog thuis. Bijna de helft van de ondervraagde Bredanaars is hoger opgeleid en ruim een derde van de gezinnen heeft per maand netto meer dan € 3.100,- te besteden. In de beleidsnota ‘Vrijwilliger@Breda 2011-2014’ en daarom ook in dit rapport wordt speciaal aandacht besteed aan de mate waarin jongeren van 15-29 jaar en niet-westerse allochtonen maatschappelijk actief zijn. Daarom zijn de profielvragen in onderstaande tabel gepresenteerd naar leeftijd en etniciteit. Te zien is dat zowel de jongeren van 15-29 jaar als de niet-westerse allochtonen relatief vaker deel uitmaken van een gezin met kinderen en vaker een lager inkomen hebben. Daarnaast zijn niet-westerse allochtonen relatief lager opgeleid.
Breda 15+
15-29
30-44
45-64
65+
Nederlands
Westers
Niet-westers
Tabel 2.2: Profiel Bredanaars 15+: gezinssituatie, opleiding en inkomen
Alleen
21%
26%
16%
16%
25%
19%
26%
24%
Twee personen zonder kinderen
36%
21%
21%
44%
72%
39%
32%
15%
Gezinssituatie
44%
53%
62%
39%
3%
42%
42%
61%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Laag
23%
15%
15%
26%
51%
22%
20%
40%
Middelbaar
31%
39%
26%
34%
19%
31%
31%
31%
Gezin met kinderen
Opleiding
45%
46%
59%
39%
30%
46%
49%
29%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
< €1800
35%
59%
18%
31%
42%
30%
39%
66%
€1801-3100
29%
21%
30%
31%
35%
31%
24%
21%
> €3100
35%
20%
52%
36%
22%
39%
37%
12%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Hoger
Huishoudinkomen (netto, p. mnd)
Bron: Enquête mei 2012
14
Gemeente Breda
3.
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Maatschappelijke participatie
Maatschappelijke participatie gaat over het hebben van betaald werk, het deelnemen aan het verenigingsleven en het culturele leven, politieke betrokkenheid en de betrokkenheid met de eigen leefomgeving. Het begrip maatschappelijke participatie wordt op verschillende manieren gemeten. In dit rapport behandelen we maatschappelijke participatie aan de hand van de volgende activiteiten: - verrichten van werk / volgen van een opleiding - actief zijn in de vrije tijd (bezoek voorstellingen/exposities/lid organisaties) - en het leveren van maatschappelijke bijdragen aan de maatschappij (vrijwilligerswerk en/of mantelzorg).
3.1.
Maatschappelijke participatie Volgens de gebruikte definitie is 95% van de Bredanaars van 15 jaar en ouder maatschappelijk actief. Zeven op de tien heeft een baan van minimaal 12 uur per week of volgt een studie. Bijna negen op de tien is actief in de vrije tijd: zij bezoeken culturele voorstellingen/exposities of zijn lid van een sport-/cultuur- of belangenorganisatie. Tot slot levert de helft een maatschappelijke bijdrage. Meestal door vrijwilligerswerk of mantelzorg aan de eigen familie. Tabel 3.1a: Maatschappelijke participatie Bredanaars 15 jaar en ouder Werk/opleiding - wv. heeft betaald werk > 12 uur per week - wv. volgt opleiding/studie
69%
Actief in vrije tijd - wv. bezoek voorstelling, museum, theater, film - wv. lid sport-/cultuur- of belangenorganisatie
86%
Maatschappelijke bijdrage - wv. vrijwilligerswerk (structureel + incidenteel) - wv. mantelzorg aan eigen familie - wv. mantelzorg aan anderen
49%
Doet geen enkele van bovenstaande activiteiten
59% 13%
82% 48%
37% 20% 7% 5%
15
Volgens de indeling van Hortulanus (zie bijlage 3) kan 87% van de Bredanaars van 15 jaar en ouder tot de actieve Bredanaars worden gerekend en 13% tot de passieve Bredanaars. Vooral onder ouderen en lager opgeleiden blijkt de maatschappelijke participatie lager te liggen. Onder 45-minners, hoger opgeleiden en gezinnen met kinderen is het percentage zeer actieven het hoogst. Tabel 3.1b: Maatschappelijke participatie, indeling van Hortulanus 2006 (18+)
2007 (18+)
2010 (18+)
(Zeer) actieven
81%
84%
Passieven
11%
9%
Zeer passieven
8% 100%
Totaal
3.2.
2012 Totaal (15+)
15-29
30-44
45-64
65+
84%
87%
94%
95%
89%
59%
9%
8%
5%
4%
6%
23%
7%
7%
5%
1%
1%
5%
18%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Maatschappelijke participatie naar doelgroepen Vrouwen en mannen participeren in vergelijkbare mate in de maatschappij. Mannen werken relatief meer, vrouwen zijn meer actief als vrijwilliger of mantelzorger. Lager opgeleiden en de lagere inkomens zijn minder maatschappelijk actief op alle drie de onderscheiden terreinen. Onderstaande grafiek laat zien dat werk/studie, actief in de vrije tijd en maatschappelijke bijdragen deels afhankelijk zijn van de levensfase. Jongeren zijn vrijwel allemaal bezig met werk en/of opleiding en actief in de vrije tijd. Dit neemt vanaf ongeveer 30 jaar licht af met de leeftijd. Vanaf 60 jaar neemt het aandeel werkenden sterk af. De maatschappelijke bijdragen (vrijwilligerswerk en mantelzorg) nemen langzaam toe tot ongeveer 65 jaar, daarna licht af. 75-plussers zijn op alle drie de terreinen relatief minder actief. Grafiek 3.2a: Maatschappelijke participatie naar leeftijd 100 90 80
70 60 50
40 30 20 10 0 15-19
20-24
25-29
Werk/opleiding
16
30-34
35-39
40-44
Actief in vrije tijd
45-49
50-54
55-59
60-64
Bijdrage aan maatschappij
65-69
70-74
75-89
geen van alle
Gemeente Breda
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Niet-westerse allochtonen zijn relatief minder actief dan autochtonen en Westerse allochtonen. Dit geldt met name voor het actief zijn in de vrije tijd, oftewel de mate waarin voorstellingen/exposities worden bezocht en men lid is van een sport-/cultuur- en/of belangenorganisatie.
68%
3%
Niet-westers
87%
Westers
45-64
91%
Nederlands
30-44
69%
65+
15-29
Werk/opleiding
Breda 15+
Tabel 3.2b: Maatschappelijke participatie naar leeftijd en etniciteit
70%
68%
66%
- wv. heeft betaald werk > 12 uur per week
59%
54%
86%
67%
3%
61%
52%
50%
- wv. volgt opleiding/studie
13%
47%
2%
0%
0%
11%
20%
21%
Actief in vrije tijd
86%
93%
93%
79%
75%
88%
82%
73%
- wv. bezoek voorstelling, museum, theater, film
82%
90%
87%
76%
68%
84%
78%
67%
- wv. lid sport-/cultuur- of belangenorganisatie
48%
49%
50%
47%
45%
50%
44%
32%
Maatschappelijke bijdragen aan maatschappij
49%
35%
45%
60%
55%
50%
42%
45%
- wv. vrijwilligerswerk (structureel + incidenteel)
37%
27%
40%
42%
37%
39%
29%
29%
- wv. mantelzorg aan eigen familie
20%
8%
12%
33%
26%
19%
22%
22%
7%
4%
5%
10%
11%
6%
9%
12%
- wv. mantelzorg aan anderen
Doet geen enkele van bovenstaande activiteiten
5%
1%
1%
5%
17%
4%
3%
11%
In bijlagen 1 en 2 wordt uitgebreider aandacht besteed aan maatschappelijke participatie naar doelgroepen en maatschappelijke participatie onder niet-westerse allochtonen naar verschillende leeftijdsgroepen.
17
18
Gemeente Breda
4.
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk is werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het aantal vrijwilligers dat in Breda werkzaam is, de sectoren waarin ze werkzaam zijn en de functies die ze uitoefenen. Ook wordt gekeken waarom mensen vrijwilligerswerk doen en geven vrijwilligers tips hoe het werk eventueel verbeterd kan worden.
4.1.
Huidig aantal vrijwilligers Ruim een derde van de Bredanaars van 15 jaar en ouder doet wel eens vrijwilligerswerk, bijna de helft van hen doet dit wekelijks of vaker. Oudere vrijwilligers doen het vrijwilligerswerk vaker wekelijks of meer. Tabel 4.1a: Doet u vrijwilligerswerk en zo ja hoe vaak? Ja, vrijwilliger
37%
-
Meer dan 1 keer per week
10%
-
Ongeveer 1 keer per week
7%
-
Enkele keren per maand
6%
-
1 keer per maand
4%
-
Minder dan 1 keer per maand
5%
-
Een bepaalde periode in het jaar
Doet geen vrijwilligerswerk
6% 63% 100%
Gevraagd naar het gemiddeld aantal uur dat vrijwilligers aan hun vrijwilligerswerk besteden, blijkt dat in Breda 21% van de 15+ bevolking gemiddeld twee uur per week of meer vrijwilligerswerk doet. Tabel 4.1b: Hoeveel tijd doet u vrijwilligerswerk? Ja, vrijwilliger
37%
-
21 uur of meer per week
-
11-20 uur per week
<0,5%
-
6-10 uur per week
4%
-
2-5 uur per week
15%
-
0-2 uur per week
2%
16%
Doet geen vrijwilligerswerk
63%
Totaal
100%
19
Het aantal vrijwilligers dat twee uur per week of meer dit werk doet, blijft de afgelopen jaren constant, het meer incidentele, kleinschaliger/flexibeler vrijwilligerswerk lijkt iets toe te nemen. Grafiek 4.1c: Huidig vrijwilligerswerk naar aantal uren per week (% Bredanaars 18+ (2007,2010), 15+ (2012 ))
2007
6%
15%
2010
7%
14%
2012
6%
15%
0%
10%
69%
14%
65%
16%
63%
20%
40%
>= 6 u pw
60%
2-5 u pw
80% 0-2 u pw
100% niet
Een andere manier om vrijwilligerswerk te ordenen is naar structureel en incidenteel vrijwilligerswerk, waarbij de definitie als volgt gebaseerd is: -
Vrijwilligerswerk wordt structureel genoemd als hier, gemiddeld over een jaar, 2 uur of meer per week aan wordt besteed Vrijwilligerswerk wordt incidenteel genoemd als hier, gemiddeld over een jaar, minder dan 2 uur per week aan wordt besteed.
Onderstaande grafiek presenteert de mate van vrijwilligerswerk naar structureel en incidenteel naar leeftijd en etniciteit. Te zien is dat 45-plussers en Nederlanders vaker vrijwilliger zijn en ook dit ook vaker structureel doen. Jongeren van 15-29 jaar doen minder vaak vrijwilligerswerk en als ze dit doen is dit relatief vaker incidenteel. In bijlage 4 wordt uitgebreider aandacht besteedt aan uitsplitsing van vrijwilligerswerk naar doelgroepen. Grafiek 4.1d: Huidig vrijwilligerswerk in aantal uren per week, naar leeftijd en etniciteit 2007
21%
2010
21%
14%
65%
2012
21%
16%
63%
15-29
13%
30-44
10%
14%
18%
73% 22%
45-64
27%
65+
28%
Nederland
69%
15%
57%
9%
22%
62%
17%
61%
Westers
19%
10%
71%
Niet westers
18%
11%
71%
0%
20%
Structureel (>= 2 u pw)
20
60%
40%
60%
80%
Incidenteel (< 2 u pw)
100% niet
Gemeente Breda
4.2.
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Soorten vrijwilligerswerk Van de Bredanaars die vrijwilligerswerk doen, zijn de meesten werkzaam bij een sportvereniging, op afstand gevolgd door het onderwijs, jongeren/kinderen organisaties, culturele organisaties, zorginstellingen, kerkelijke/levensbeschouwelijke organisaties en bewonerscommissies/buurtverenigingen. Tabel 4.2a: Meest genoemde sectoren huidig vrijwilligerswerk (in % vrijwilligers) 2012 2010 Sportvereniging School/ onderwijs Jongeren/ kinderen organisatie Culturele organisatie (incl. muziekvereniging, koor e.d.) Organisatie voor zorg en dienstverlening Kerkelijke of levensbeschouwelijke organisatie Bewonerscommissie/ buurtvereniging Ouderenorganisatie Actiegroep/ belangenorganisatie Club- en buurthuiswerk Kinderopvang/ peuterwerk Hobbyclub Vakvereniging Politieke en/of campagneorganisatie Vrouwenorganisatie Migrantenorganisatie Zelfhulporganisatie Anders
34% 15% 14% 12% 12% 14% 12% 14% 7% 4% 5% 4% 2% 4% 3% 1% 1% 22%
39% 14% 14% 13% 12% 12% 12% 8% 5% 5% 4% 4% 4% 3% 3% 2% 1% 18%2
in % Bredanaars 15+ 2012 2010 12% 5% 5% 4% 4% 5% 4% 5% 2% 1% 2% 1% 1% 1% 1% 0% 0% 8%
14% 5% 5% 5% 4% 4% 4% 3% 2% 2% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 0% 7%
Vrijwilligerswerk naar functie In dit rapport worden vier soorten vrijwilligersfuncties onderscheiden, te weten … - Uitvoerende, praktische taken (bv. bardienst bij een sportclub, collectes aan huis, gastvrouw bij activiteiten, kleine klussen uitvoeren, boodschappen doen, administratie doen, helpen bij vervoer) - Organiserende of coördinerende taken (bijvoorbeeld organiseren van buurtfeest, coördineren van huisbezoeken, wedstrijdleider voetbalclub) - Bestuurlijke taken (bijvoorbeeld voorzitter van een wijkraad of penningmeester van een sportvereniging) - Andere taken. De meeste vrijwilligers kruisen 1 of 2 mogelijke antwoorden aan. Sommige vrijwilligers werken in twee sectoren, anderen hebben een breder takenpakket dat zich niet in een type “laat vangen”. Tabel 4.2b geeft een overzicht. Het meeste vrijwilligerswerk is praktisch en uitvoerend, gevolgd door organiserend/ coördinerend. Een kwart van de vrijwilligers zegt dat ze (ook) bestuurlijk werk doen. In club- en buurthuiswerk en culturele organisaties komt bestuurlijk werk vaker voor. In zorgen ouderenorganisaties is het vrijwilligerswerk relatief vaker uitvoerend/praktisch. Jongeren, vrouwen en niet-westerse allochtonen doen relatief minder bestuurlijk werk.
2
O.a. werk voor goede doelen (5%), meehelpen bij specifiek project/evenement (2%), mantelzorg (2%), werken met/voor gehandicapten (2%)
21
Tabel 4.2b: Type functie vrijwilligerswerk (meerder antwoorden mogelijk) Uitvoerende, praktische taken
70%
Organiserende of coördinerende taken
39%
Bestuurlijke taken
24%
Anders
16%
Waar vrijwilligerswerk? Evenals in 2010 doet negen op de tien vrijwilligers (ook) vrijwilligerswerk in de eigen gemeente. Het percentage Bredanaars dat (ook) buiten de gemeente vrijwilligerswerk 3 doet lijkt toe te nemen . Tabel 4.2c: Waar vrijwilligerswerk (meerdere antwoorden mogelijk) 2010 In de gemeente Breda Buiten de gemeente Breda
92% 21%
2012 91% 25%
Bijlage 5 gaat indicatief in op het profiel van de vrijwilligers die werkzaam zijn in de acht meest genoemde sectoren van vrijwilligerswerk. Gekeken wordt in hoeverre deze sectoren verschillen naar aantal uur dat men er vrijwilligerswerk doet, type functies, binnen/buiten Breda en verschillen naar geslacht, leeftijd en etniciteit. Zo is te zien dat vrijwilligers bij jongeren/kinderorganisaties vaker 45-min zijn en bijvoorbeeld vrijwilligers bij ouderenorganisaties vaker 65+. Vrouwen zijn vaker vrijwilliger op school of bij jongeren/kinderenorganisaties, mannen relatief vaker bij sportverenigingen en culturele organisaties. Niet-westerse allochtonen zijn relatief vaker actief bij de kerk/levensbeschouwelijke organisaties. Vrijwilligers bij zorg- en ouderenorganisaties voeren relatief vaker uitvoerend/praktische taken doen en vrijwilligers bij culturele organisaties relatief vaker bestuurlijke taken en bij bewoners/buurtorganisaties vaker organiserende/coördinerende taken.
3
Van alle Bredanaars doet 25% buiten Breda vrijwilligerswerk, waarvan 9% buiten Breda en 16% zowel in als buiten Breda. Dat betekent dat 51.000 minus 9% (is circa 4.600) oftewel 46.400 Bredanaars (van 15 jaar en ouder) in Breda vrijwilligerswerk doen. Hoeveel mensen van buiten Breda in Breda vrijwilligerswerk verrichten is in dit onderzoek niet gemeten.
22
Gemeente Breda
4.3.
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Hoe zijn vrijwilligers aan hun vrijwilligerswerk gekomen? De meeste vrijwilligers zijn gevraagd door de organisatie of vereniging of kwamen daar al. 17% is hier zelf naar op zoek gegaan, o.a. via Breda Actief en websites van organisaties. Grafiek 4.3: Hoe bent u aan uw vrijwilligerswerk gekomen?4 Via website van organisatie 2%
Anders 12%
Via Breda Actief 3%
Ik kwam al bij deze organisatie/ vereniging 33%
Zelf op zoek gegaan 13%
Gevraagd door organisatie/ vereniging 37%
4.4.
Redenen om vrijwilligerswerk te doen De vrijwilligers is op twee manieren gevraagd waarom ze vrijwilligerswerk doen. In een open vraag is hen gevraagd aan te geven waar ze blij van worden als ze vrijwilligerswerk doen, wat hen voldoening geeft. Het meest genoemd worden de blije, tevreden gezichten van de mensen voor wie ze het doen en om iets te doen voor een ander zonder financiële tegenprestatie. Daarnaast worden sociale contacten en het helpen van mensen ook regelmatig genoemd. Tabel 4.4a: Waarom vrijwilligerswerk (spontaan) 1.
Blije, tevreden gezichten, warmte
22%
2.
Iets doen zonder er iets voor terug te hoeven/krijgen, inzetten voor anderen
18%
3.
Sociale contacten, gezelligheid
14%
4.
Mensen helpen
10%
5.
Iets bereikt: activiteit, iemand iets geleerd, meer leden, doel bereikt
8%
6.
Waardering, compliment
7%
7.
Samen ergens aan werken
5%
8.
Contact met kinderen
4%
9.
Doel: cultuur, de club, vereniging
3%
10. Nuttig zijn
2%
11. Leuk werk
2%
12. Organiseren/bestuur
2%
4
Anders categorie, met name: via familie/vrienden/kennissen, via werk, advertentie in blad, verplicht/school
23
Daarnaast is een lijst voorgelegd met mogelijke redenen om vrijwilligerswerk te doen. Vrijwilligerswerk wordt met name gedaan omdat het leuk is om te doen en een goed gevoel geeft, op afstand gevolgd door het graag iets voor anderen doen en dat ze iets met de organisatie hebben. Jongeren en niet-westerse allochtonen noemen vaker als redenen om vrijwilligerswerk te doen dat ze zichzelf willen ontwikkelen/nieuwe dingen leren of werkervaring willen opdoen.
24
Breda 15+
15-29
30-44
45-64
65+
Nederlands
Westers
Niet-westers
Tabel 4.4b: Waarom vrijwilligerswerk (geholpen, 2 redenen waarom mensen vrijwilligerswerk doen)
Leuk om te doen, goed gevoel
68%
65%
63%
73%
73%
69%
68%
63%
Doe graag iets voor andere mensen
38%
33%
41%
39%
33%
38%
45%
30%
Heb iets met de organisatie
31%
33%
41%
26%
24%
32%
30%
23%
Wil mijn kennis en ervaring delen
15%
13%
13%
15%
18%
14%
17%
14%
Iets doen voor de samenleving
13%
6%
9%
17%
22%
14%
6%
13%
Nieuwe dingen leren/ mijzelf ontwikkelen
11%
20%
14%
9%
1%
9%
18%
25%
Wil mijzelf nuttig maken
6%
6%
6%
5%
12%
7%
0%
2%
Graag nieuwe mensen ontmoeten
5%
8%
7%
3%
5%
5%
8%
8%
Wil dingen doen waar ik goed in ben
5%
3%
3%
8%
5%
4%
9%
11%
Ben er lid van
4%
4%
3%
7%
3%
4%
4%
5%
Wil werkervaring opdoen
3%
6%
5%
0%
0%
2%
0%
10%
Omdat het verplicht is (uitkering, stage)
2%
7%
0%
2%
0%
2%
4%
6%
Gemeente Breda
4.5.
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Tips voor vrijwilligersorganisaties Tot slot is aan de vrijwilligers gevraagd wat er volgens hen beter kan voor de vrijwilligers bij de organisaties waar zij vrijwilligerswerk doen. Zij noemen het vaakst dat de communicatie beter kan, ze waardering/erkenning missen en dat er meer vrijwilligers nodig zijn. Een aantal mensen geeft tips hoe de gemeente beter met vrijwilligers(organisaties) om kan gaan. Zij zien verbeteringsmogelijkheden in haar communicatie, contact en regels. Tabel 4.5: Tips voor organisatie wat beter kan met vrijwilligers Communicatie
21x
Waardering, erkenning
20x
Meer vrijwilligers
17x
Bezuinigingen, budget, bestaanszekerheid
11x
Vergoeding voor vrijwilligers
10x
Organisatie
8x
Door gemeente serieus worden genomen, contact met gemeente
7x
Begeleiding, coördinatie
6x
Te veel bureaucratie
5x
Duidelijk regels gemeente/overheid
5x
Betere voorzieningen
4x
Opleiding, nieuwe dingen leren
3x
Motivatie
3x
Regels/afspraken
3x
Bekendheid
3x
Deskundigheid vrijwilligers beter gebruiken
1x
Juridische ondersteuning
1x
Meer sponsoring
1x
Meer samenwerking tussen organisaties
1x
Professionele hulp
1x
Meer leden
1x
25
26
Gemeente Breda
5.
Vrijwilligerswerk 2012 concept
De niet-vrijwilligers
Hoofdstuk 5 behandelt twee vragen aan niet-vrijwilligers. In de eerste paragraaf komt aan de orde waarom niet-vrijwilligers nu geen vrijwilligerswerk doen. De tweede paragraaf geeft een beeld waarom de mensen die ooit wel vrijwilligerswerk hebben verricht, zijn gestopt met vrijwilligerswerk.
Redenen om geen vrijwilligerswerk te doen Bijna tweederde van de Bredanaars doet momenteel geen vrijwilligerswerk. Zij geven hiervoor met name als reden dat ze er geen tijd voor hebben door hun werk, studie, gezin of hobby’s. Daarnaast geeft een deel aan dat ze zich niet willen vastleggen, er nooit voor zijn gevraagd of er geen zin in hebben. Jongeren noemen vaker de drukte met werk en studie als reden, Bredanaars van nietwesterse afkomst vaker hun gezin. Voor beide groepen geldt dat zij hier vaker niet voor worden gevraagd en ze vaker onbekend zijn met de mogelijkheden.
Geen tijd door:
76%
81%
67%
31%
Niet-westers
Westers
Nederlands
65+
45-64
15-29
68%
30-44
Tabel 5.1: Waarom geen vrijwilligerswerk (in % doet nu geen vrijwilligerswerk) Breda 15+
5.1.
69%
69%
65%
-
Werk/studie
51%
68%
59%
49%
7%
51%
57%
44%
-
Gezin
21%
12%
43%
19%
4%
20%
22%
27%
-
Intensieve vrijetijdsbesteding
18%
24%
22%
14%
10%
20%
8%
14%
-
Zorg voor gezin/ familie/ buren
7%
2%
5%
11%
14%
7%
8%
7%
Wel tijd maar:
21%
27%
23%
17%
11%
18%
27%
32%
16%
22%
16%
15%
6%
15%
21%
21%
Weet mogelijkheden niet
5%
9%
7%
2%
2%
4%
7%
11%
Onzeker over capaciteiten
2%
1%
2%
2%
4%
2%
1%
5%
-
Nooit voor gevraagd
-
Wil me niet vastleggen
18%
10%
18%
19%
31%
19%
21%
8%
Geen zin/ interesse
16%
19%
17%
16%
9%
18%
7%
10%
Anders*)
13%
8%
6%
14%
36%
13%
13%
15%
*) vaak zelf te oud, zwakke gezondheid/handicap
27
5.2.
Reden stoppen met vrijwilligerswerk Van de mensen die nu geen vrijwilligerswerk doen, heeft 31% dit in het verleden wel gedaan. Dit geldt voor de vier leeftijdsgroepen in een redelijk vergelijkbare mate. Nietwesterse allochtonen doen niet alleen nu relatief minder aan vrijwilligerswerk, maar hebben dit ook in het verleden relatief minder vaak gedaan.
Breda 15+
15-29
30-44
45-64
65+
Nederlands
Westers
Niet-westers
Tabel 5.2a: Ooit wel vrijwilligerswerk gedaan (in % doet nu geen vrijwilligerswerk)
31%
30%
28%
32%
37%
32%
37%
19%
Nee
69%
70%
72%
68%
63%
68%
63%
81%
Totaal
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Ja
De mensen die ooit vrijwilligerswerk hebben gedaan, maar nu niet meer zijn hier destijds met name mee gestopt omdat ze het druk hadden/kregen met werk/studie, door redenen binnen het vrijwilligerswerk zelf of vanwege hun leeftijd/gezondheid. Jongeren noemen vaker als reden dat ze het druk hebben met hun studie, niet-westerse allochtonen relatief vaker dat ze het druk hebben met hun gezin.
5
Breda 15+
15-29
30-44
45-64
65+
Nederlands
Westers
Niet-westers
Tabel 5.2b: Waarom gestopt met vrijwilligerswerk (in % doet nu geen vrijwilligerswerk, maar vroeger wel)
Geen tijd door werk/studie
29%
39%
34%
30%
6%
28%
43%
29%
Toe aan iets anders
10%
6%
8%
18%
3%
11%
0%
5%
Ik was er te veel tijd mee kwijt
9%
9%
14%
8%
1%
10%
0%
4%
Gezondheidsklachten
9%
0%
2%
9%
32%
9%
8%
7%
Verhuisd
7%
7%
14%
4%
6%
7%
9%
4%
Geen tijd door gezin
6%
2%
13%
8%
0%
4%
15%
18%
Leeftijd
5%
2%
0%
0%
25%
6%
3%
1%
Sfeer in organisatie stond mij niet aan
2%
2%
2%
2%
3%
2%
4%
2%
Vrijwilligerswerk niet goed georganiseerd Anders5
2%
4%
1%
0%
3%
2%
0%
3%
21%
30%
11%
21%
19%
21%
18%
27%
Onder andere: project afgelopen/organisatie hield op te bestaan (9%), kinderen niet meer op die vereniging/school (2%), nu zorg voor kleinkinderen/familie (1%), vrijwilligerswerk was voor studie/maatschappelijke stage (1%)
28
Gemeente Breda
6.
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Potentiële vrijwilligers Hoofdstuk 6 geeft inzicht in de extra potentie aan vrijwilligers. Allereerst wordt gekeken naar het potentieel aanbod. Daarna wordt gekeken naar de doelgroepen leeftijd en etniciteit. Ook wordt kort stilgestaan bij de wensen van de potentiële extra vrijwilligers.
6.1.
Potentieel aanbod aan extra vrijwilligers(werk) Bijna een derde van de Bredanaars van 15 jaar en ouder geeft aan mogelijk in de 6 toekomst wel (extra) vrijwilligerswerk te willen doen . Dit percentage loopt in de afgelopen jaren iets op. Tabel 6.1a: % Bredanaars dat mogelijk wel (extra) vrijwilligerswerk wil doen 2007
2010
2012
Ja
28%
30%
32%
Nee
72%
70%
68%
100%
100%
100%
Potentieel aanbod vrijwilligers naar structureel en incidenteel vrijwilligerswerk Van de 32% Bredanaars die mogelijk (nog) meer vrijwilligerswerk wil doen, denkt 21% aan vrijwilligerswerk op meer structurele basis en 11% denkt eerder aan incidenteel vrijwilligerswerk. De huidige vrijwilligers willen vaker (meer) vrijwilligerswerk doen dan de niet-vrijwilligers en de huidige structurele vrijwilligers die nog meer willen, willen dit vaker structureel doen en de huidige incidentele vrijwilligers die nog meer willen, willen dit vaker incidenteel. Tabel 6.1b: Potentieel aanbod vrijwilligers naar huidig vrijwilligersstatus en aantal uur per week Totaal Nu vrijwilliger, Nu vrijwilliger, Nu geen Breda 15+ structureel incidenteel vrijwilliger Ja, wil wel (meer) vrijwilligerswerk doen
32%
34%
41%
28%
-
structureel (>=2 uur pw)
21%
30%
14%
19%
-
incidenteel (<2 uur pw)
11%
4%
27%
9%
Wil niet meer vrijwilligerswerk doen
68%
65%
59%
72%
100%
100%
100%
100%
6
Er is jaren studie gedaan naar de betrouwbaarheid van onderzoeksresultaten met betrekking tot de verhouding van de mensen die zeggen iets te zullen doen en die het ook daadwerkelijk zullen doen. Percentages in onderzoeken worden nog al eens overschat omdat mensen soms antwoord geven uit sociaal wenselijkheid of onwetendheid. Yankelovich International, een gerenommeerd Amerikaans onderzoekbureau heeft in 1993 alle onderzoeken die ze in de afgelopen 25 jaar hebben uitgevoerd naast elkaar gelegd en waar mogelijk vergeleken met de werkelijke gedragingen nadien. Dit resulteerde in: - Als alle mensen zeggen iets te doen, mag worden geschat dat + 80% dit daadwerkelijk gaat doen. - Als 80% van de mensen zegt iets te doen, mag worden geschat dat + 45-50% dit daadwerkelijk gaat doen. - Als de helft van de mensen zegt iets te doen, mag worden geschat dat + 20-25% dit daadwerkelijk gaat doen. - Als een kwart van de mensen zegt iets te doen, mag worden geschat dat + 5-10% dit daadwerkelijk gaat doen. - Als één op de tien mensen zegt iets te doen, mag worden geschat dat + 2% dit daadwerkelijk gaat doen.
29
Een andere manier van presenteren is het maken van groepen burgers op basis van huidig vrijwilligerswerk en potentiële wensen. Hiermee is te berekenen dat het potentieel aanbod aan structurele en incidentele vrijwilligers 55% is. Zoals in hoofdstuk 4 was te zien doet 37% van de Bredanaars momenteel aan vrijwilligerswerk, waarvan een deel mogelijk wel meer zou willen doen. Daarnaast geeft 18% van de Bredanaars aan nu nog geen vrijwilligerswerk te doen, maar dit in de nabije toekomst wel te willen. Tabel 6.1c: Potentieel aanbod aan vrijwilligers Huidig potentieel aan vrijwilligers
2007
2010
2012
49%
53%
55%
-
Doet vrijwilligerswerk en wil nog wel meer doen
10%
12%
14%
-
Doet vrijwilligerswerk en wil niet meer doen
21%
23%
23%
-
Doet geen vrijwilligerswerk, wil wel doen
18%
Doet geen vrijwilligerswerk en wil ook niet
18%
18%
51%
47%
45%
100%
100%
100%
Onderstaande grafiek geeft de potentie aan vrijwilligers naar leeftijd. Te zien is dat jongeren van 20-24 jaar en 75-plussers het minst aan vrijwilligerswerk doen en dit ook het minst vaak (meer) zouden willen doen. Bij de groepen 15-19 jaar en 20-64 jaar zit de grootste potentie in toename van het aantal vrijwilligers en de hoeveelheid vrijwilligerswerk. Naar etniciteit valt op dat niet-westerse allochtonen weliswaar minder vaak aan vrijwilligerswerk doen dan autochtonen, maar hun potentiële interesse is iets(je) groter dan die van de autochtonen. Grafiek 6.1d: Potentieel aanbod vrijwilligers naar leeftijd en etniciteit 100%
75%
50%
17%
23%
26% 18% 31%
25%
23%
16% 9%
15%
19% 11% 19%
12%
15% 13% 12%
13%
12% 18%
19% 14%
geen vrijwilliger, wil wel
14% 24%
6%
2% 10%
19% 20% 3%
12%
vrijwilliger, wil wel meer
18% 15% 8%
30% 33% 33% 28% 24% 20% 26% 24% 27% 24%
24% 21%
14% 15%
30
Niet westers
Westers
Nederland
75-89
70-74
65-69
60-64
55-59
50-54
45-49
40-44
35-39
30-34
25-29
20-24
15-19
0%
vrijwilliger, wil niet meer doen
Gemeente Breda
Wensen van extra potentieel aan vrijwilligers Zoals reeds is vermeld, geeft een derde van de Bredanaars aan dat zij (meer) vrijwilligerswerk zouden willen doen. Zij denken hierbij met name aan uitvoerende/praktische taken voor maximaal 5 uur per week (extra). Jongeren denken relatief vaker aan uitvoerende/organiserende taken en relatief vaker voor minder dan 2 uur per week. Jongeren en niet-westerse allochtonen denken relatief minder vaak aan bestuurlijke taken.
15-29
30-44
45-64
65+
Nederlands
Westers
Niet-westers
Tabel 6.2 Type potentieel vrijwilligerswerk en tijd die men hieraan wil besteden (in % potentiële vrijwilligers) Breda 15+
6.2.
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Uitvoerende, praktische taken
63%
71%
59%
60%
62%
62%
79%
64%
Organiserende of coördinerende taken
39%
47%
44%
31%
19%
40%
37%
34%
Bestuurlijke taken
25%
19%
29%
28%
24%
28%
14%
12%
Anders
15%
12%
13%
20%
17%
15%
22%
17%
minder dan 2 uur
34%
40%
41%
24%
19%
34%
32%
31%
2-5 uur
51%
51%
49%
52%
66%
53%
32%
50%
6 -10 uur
12%
9%
7%
20%
13%
11%
31%
12%
11 -20 uur
2%
1%
1%
4%
3%
1%
5%
6%
21 uur of meer
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
1%
Type vrijw. werk (meer antw. mogelijk)
Hoeveelheid tijd per week
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
31
32
Gemeente Breda
7.
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Ambitie gemeente vrijwilligerswerk 2015
De ambitie van het gemeentebestuur is dat minimaal één op de drie Bredanaars de komende vier jaar vrijwilligerswerk blijft doen, met 10% meer jongeren, 10% meer allochtonen en 10% meer vrijwilligers in de zorg.
7.1.
Totaal aantal vrijwilligers in Breda In 2012 doet 37% van de Bredanaars van 15 jaar en ouder vrijwilligerswerk. Omgerekend gaat het hier om circa 51.000 vrijwilligers, waarvan er zo’n 29.000 min of meer structureel vrijwilligerswerk uitvoeren en circa 22.000 meer incidenteel vrijwilligerswerk. De gemeente heeft als doelstelling dat minimaal één op de drie Bredanaars de komende vier jaar vrijwilligerswerk blijft doen. Uit de meting van 2012 komt dat 37% van de Bredanaars van 15 jaar en ouder aan vrijwilligerswerk. De groei van het aantal vrijwilligers ten opzichte van 2010 is te verklaren uit een toename van de kleinere/meer incidentele vrijwilligersbaantjes. Evenals in 2007 7 en 2010 doet 21% minimaal 2 uur per week vrijwilligerswerk . Tabel 7.1: Vrijwilligerswerk, 15 jaar en ouder* Totaal vrijwilligers Breda
wv structureel (>= 2 u pw)
wv incidenteel (< 2 u pw)
2007
31%
21%
10%
2010
35%
21%
14%
2012
37%
21%
16%
* t/m 2010: 18+
7.2.
Jongere vrijwilligers Jongeren van 15-29 jaar doen minder vaak vrijwilligerswerk dan de gemiddelde Bredanaar. In eerdere hoofdstukken was te zien dat jongeren het vaak druk hebben met studie en werk. Tabel 7.2 laat zien dat jongeren met name minder vaak structureel vrijwilligerswerk doen. In 2007 deed 16%, in 2010 12% en dit jaar 13% van de jongere 8 Bredanaars van 18-29 jaar structureel vrijwilligerswerk . Het percentage jongeren dat incidenteel vrijwilligerswerk doet, lag in 2010 wat lager, maar ligt over het algemeen op een vergelijkbaar niveau als de gemiddelde Bredanaar. De gemeentelijke beleidsdoelstelling is in de komende jaren het percentage jongere vrijwilligers te vergroten. Tabel 7.2: Vrijwilligerswerk jongeren Totaal vrijwilligers 15-29 jaar
wv structureel (>= 2 u pw)
wv incidenteel (< 2 u pw)
2007
31%
16%
15%
2010
22%
12%
10%
2012
28%
13%
15%
* t/m 2010: 18+ 7
Ter vergelijking: het percentage vrijwilligers in Nederland van 18 jaar en ouder volgens het CBS is in de periode 2007-2009 21% à 22%. Dit is vrijwel gelijk aan het percentage structurele vrijwilligers in Breda 8
Ter vergelijking: Landelijke cijfers voor het CBS zitten rond de 14-16% vrijwilligerswerk voor jongeren.
33
7.3.
Allochtone vrijwilligers Dit jaar is voor het eerst ook het percentage vrijwilligers onder niet-westerse allochtonen gemeten. Relatief gezien doen niet-westerse allochtonen minder aan vrijwilligerswerk. Hier staat tegenover dat deze groep Bredanaars relatief meer aan mantelzorg doet (zie 9 hoofdstuk 3). Van de niet-westerse allochtonen doet 18% structureel vrijwilligerswerk en 11% incidenteel vrijwilligerswerk. Tabel 7.3: Vrijwilligerswerk niet-westerse allochtonen* Totaal vrijwilligers niet-westers 2012
29%
wv structureel (>= 2 u pw)
wv incidenteel (< 2 u pw)
18%
11%
* t/m 2010: 18+
7.4.
Zorgvrijwilligers Om de uitgaven voor de zorg beheersbaar te houden, zal in de toekomst een grotere afhankelijkheid ontstaan van vrijwillige inzet en mantelzorg. Daarom is een derde gemeentelijke doelstelling het vergroten van het aantal zorgvrijwilligers. De gemeente kijkt hierbij in eerste instantie naar het vrijwilligerswerk bij zorg- en ouderenorganisaties. Bij andere organisaties verlenen vrijwilligers soms ook zorg. De zorgverleners bij die andere organisaties zijn hier buiten beschouwing gelaten. In 2010 is 8% van de Bredanaars als zorgvrijwilliger in ouderenorganisaties of zorgorganisaties actief, in 2012 is 7% gemeten. Tabel 7.4a: % Zorgvrijwilligers
In % Bredanaars 2010 2012 In % vrijwilligers 2010 2012 * t/m 2010: 18+
Totaal zorgvrijwilligers
wv bij zorgorganisatie
wv bij ouderenorganisatie
8% 7%
4% 4%
5% 3%
23% 19%
12% 12%
14% 8%
Onderstaande tabel laat zien dat in vergelijking met de gemiddelde vrijwilliger de zorgvrijwilligers relatief vaker dan gemiddeld uitvoerende/praktische taken verrichten en relatief minder vaak organiserende/ coördinerende taken. Tabel 7.4b: Totaal vrijwilligers en zorgvrijwilligers naar type functie Vrijwilliger Totaal bij zorgvrijwilligers organisaties Uitvoerende, praktische taken
70%
84%
80%
Organiserende of coördinerende taken
39%
25%
30%
Bestuurlijke taken
24%
15%
23%
Anders
16%
7%
11%
9
34
Vrijwilliger bij ouderenorganisaties
Ter vergelijking: het CBS komt voor het landelijk percentage niet westerse vrijwilligers op 10% à 11%.
Gemeente Breda
Vrijwilligerswerk 2012 concept
Bijlage BIJLAGE 1: Maatschappelijke participatie naar doelgroepen
Mantelzorg aan anderen -
49
37
20
7
5
Man
77
67
12
84
78
49
43
34
14
4
4
Vrouw
62
51
13
87
85
47
54
40
26
10
5
15-29
91
54
47
93
90
49
35
27
8
4
1
30-44
87
86
2
93
87
50
45
40
12
5
1
45-64
68
67
0
79
76
47
60
43
33
10
5
65+
3
3
75
68
45
55
38
26
11
17
Laag
45
37
8
69
64
30
40
25
21
6
13
Midden
73
58
17
88
84
51
51
38
20
7
1
Hoog
82
73
13
95
92
56
52
44
19
7
1
< 1800
53
44
12
73
67
34
43
32
18
7
13
1801-3100
67
65
2
90
84
52
57
43
24
9
2
> 3100
84
84
1
94
92
58
49
41
18
5
0
Nederlands
70
61
11
88
84
50
50
39
19
6
4
Westers
68
52
20
82
78
44
42
29
22
9
3
Niet-westers
66
50
21
73
67
32
45
29
22
12
11
Geen van alle
Mantelzorg aan eigen familie
48
Vrijwilliger
82
Bijdrage aan de maatschappij
-
Actief lid v. sport-, cultuur- of belangenorganisatie -
-
Bezoek voorstellingen, museum, theater of bioscoop
86
Actief in vrije tijd
13
Volgt opleiding/studeert -
59
Totaal
Betaald werk (> 12 uur)
69
Werk/opleiding
-
-
Tabel B1: Deelname aan werk/studie, vrijetijdsbezigheden en maatschappij bijdragen
Sekse
Leeftijd
Opleidingsniveau
Huishoudinkomen (netto p mnd)
Etniciteit
35
BIJLAGE 2: Maatschappelijke participatie en vrijwilligerswerk naar etniciteit/leeftijd
30-44 Niet westers
45-64 Westers
65+ Westers
65+ Niet westers
Vrijwilliger Structureel (>= 2 uur pw) Incidenteel (<2 uur pw) Niet Potentiële vrijwilligers Doet het nu, wil wel meer doen Doet het nu, maar wil niet meer doen Nu niet, wil wel wat doen Nu niet, maar wil niet meer doen
36
45-64 Niet westers
30-44 Westers
Maatschappelijke participatie Heeft betaald werk (> 12 uur) Volgt opleiding/studie Bezoek voorstelling, museum, theater, film Lid v. sport-, cultuur- of belangenorganisatie Vrijwilliger Mantelzorg aan eigen familie Mantelzorg aan anderen Geen van alle
58 44 92 55 30 6 3
40 50 79 30 23 15 8 7
89 1 90 52 40 10 3 0
67 4 73 39 40 24 16 5
68 0 80 48 45 33 9 3
47
4
5
47 30 27 33 14 17
69 45 38 25 11 16
26 14 12 23 11 47
21 16 63 100
14 17 70 100
12 11 77 100
17 24 60 100
25 14 61 100
29 16 55 100
20 7 73 100
28 9 63 100
6 4 90 100
14 23 18 45 100
16 15 24 46 100
13 10 27 50 100
17 23 21 39 100
19 20 17 43 100
17 28 16 39 100
11 17 16 57 100
6 31 6 56 100
1 11 10 78 100
15-29 Westers
59 13 82 48 37 20 7 5
Totaal
15-29 Niet westers
Tabel B2: Maatschappelijke participatie en vrijwilligerswerk naar etniciteit en leeftijd
Gemeente Breda
Vrijwilligerswerk 2012 concept
BIJLAGE 3: Maatschappelijke participatie dmv Hortulanus
Maatschappelijke participatie gaat over het hebben van betaald werk, het deelnemen aan het verenigingsleven en het culturele leven, politieke betrokkenheid en de betrokkenheid op de eigen leefomgeving. Het begrip maatschappelijke participatie wordt op verschillende manieren geoperationaliseerd. Hier is gekozen voor een meting van 10 maatschappelijke participatie op basis van de zes activiteiten die in dit rapport besproken zijn. Op onderstaande manier worden groepen geconstrueerd, te weten: Maatschappelijk zeer passieven zijn mensen die: geen betaald werk hebben, geen studie volgen, niet deelnemen aan organisaties en verenigingen, geen enkele vorm van mantelzorg verlenen, geen vrijwilligerswerk verrichten en ook geen gebruik maken van uitgaansgelegenheden en vrijetijdsvoorzieningen. Maatschappelijk passieven zijn mensen die: Geen betaald werk hebben, geen studie volgen, geen lid zijn van een vereniging of organisatie, verrichten geen vrijwilligerswerk en verlenen geen mantelzorg buiten de eigen familiekring. Zij verlenen ofwel mantelzorg aan eigen familieleden óf gaan uit in hun vrije tijd. Maatschappelijk actieven zijn mensen die: Een betaalde baan hebben of een studie volgen óf verrichten vrijwilligerswerk óf verlenen mantelzorg aan niet-familieleden of nemen deel aan activiteiten van organisaties of verenigingen.
Van de Bredanaars kan 87% tot de actieven worden gerekend, bijna een op de tien is passief en 5% zeer passief. Vooral onder ouderen en lager opgeleiden blijkt de maatschappelijke participatie lager te liggen. Onder 45-minners, hoger opgeleiden en gezinnen met kinderen is het percentage zeer actieven het hoogst. Tabel B3: Maatschappelijke participatie, indeling van Hortulanus Totaal
15-29
2012 30-44
45-64
65+
84%
87%
94%
95%
89%
59%
9%
9%
8%
5%
4%
6%
23%
7%
7%
5%
1%
1%
5%
18%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
2006
2007
2010
(Zeer) actieven
81%
84%
Passieven
11%
Zeer passieven
8% 100%
Totaal
10
Sociaal isolement. Een studie over sociale contacten en sociaal isolement in Nederland. R. Hortulanus, A. Machielse, L. Meeuwesen. ISBN 90 5901 846 X, blz. 207 – 213. Volgens deze studie uit 2003 is in steden circa 27% maatschappelijk (zeer) passief en 73% maatschappelijk (zeer) actief, blz. 291.
37
BIJLAGE 4: Vrijwilligers en potentieel vrijwilligers naar doelgroepen
Tabel B4: Vrijwilligerswerk, huidig en potentieel, naar doelgroepen Vrijwilligers totaal
Wv structureel (>= 2 u pw)
Wv incidenteel (< 2 u pw)
Potentieel vrijwilligers
37%
21%
16%
32%
Man
34%
20%
14%
30%
Vrouw
40%
23%
17%
34%
15-29
27%
13%
14%
38%
30-44
40%
18%
22%
37%
45-64
43%
28%
15%
33%
65+
38%
29%
9%
12%
Laag
25%
19%
6%
17%
Midden
38%
21%
17%
33%
Hoog
44%
23%
21%
39%
< 1800
32%
22%
10%
27%
1801-3100
43%
27%
16%
33%
> 3101
41%
20%
21%
36%
Werkt > 12 uur
35%
17%
18%
35%
Werkt 1-12 uur
40%
23%
17%
35%
Werkt niet
40%
29%
11%
26%
Nederlands
39%
22%
17%
33%
Westers
29%
19%
10%
27%
Niet-westers
29%
18%
11%
34%
Totaal
Sekse
Leeftijd
Opleidingsniveau
Huishoudinkomen (netto p mnd)
Betaald werk
Etniciteit
38
Gemeente Breda
Vrijwilligerswerk 2012 concept
BIJLAGE 5: Vrijwilligersprofiel voor meest genoemde sectoren vrijwilligerswerk
Onderstaande tabel geeft van de acht meest genoemde sectoren van vrijwilligerswerk, het type functie, aantal uur per week en waar dit plaatsvindt. Zo is te zien dat vrijwilligers bij zorg- en ouderenorganisaties relatief vaker uitvoerend/praktische taken doen en vrijwilligers bij culturele organisaties relatief vaker bestuurlijke taken en bij bewoners/buurtorganisaties vaker organiserende/coördinerende taken. Let wel, onderstaande tabel geeft een globale indicatie. Mensen zijn vaak bij meerdere sectoren vrijwilliger en er kan niet gesplitst worden welke soort vrijwilligerswerk wat voor soort taken omvat. Tabel B5a: Vragen over vrijwilligerswerk naar meest genoemde sectoren van vrijwilligerswerk
Totaal vrijwilligers
Sportvereniging
School onderwijs
Jongeren/kinderenorg.
Culturele organisatie
Zorgorganisaties
Kerk/levensbeschouwing
Bewoners/buurt
Ouderenorganisatie
Sectoren van vrijwilligerswerk
Uitvoerende, praktische taken
70
77
69
78
54
84
63
56
80
Organiserende of coördinerende taken
39
48
43
38
43
25
33
61
30
Bestuurlijke taken
24
21
20
22
50
15
25
31
23
Anders
16
11
13
15
11
7
24
14
11
Structureel (>= 2 uur pw)
57
48
28
53
78
72
59
58
81
Incidenteel (<2 uur pw)
43
52
72
47
22
28
41
42
19
100
100
100
100
100
100
100
100
100
Binnen de gemeente Breda
91
92
100
92
84
96
98
98
94
Buiten de gemeente Breda
25
23
10
21
29
30
24
20
22
100
100
100
100
100
100
100
100
100
Soort vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk naar aantal uur per week
Waar vrijwilligerswerk
39
Demografisch profiel vrijwilligers acht meest genoemde sectoren Onderstaande tabel laat zien dat vrijwilligers bij jongeren/kinderorganisaties vaker 45-min zijn en bijvoorbeeld vrijwilligers bij ouderenorganisaties vaker 65+. Vrouwen zijn vaker vrijwilliger op school of bij jongeren/kinderenorganisaties, mannen relatief vaker bij sportverenigingen en culturele organisaties. Niet-westerse allochtonen zijn relatief vaker actief bij de kerk/levensbeschouwelijke organisatie. Tabel B5b: Leeftijd, sekse en etniciteit naar sector van vrijwilligerswerk
Kerk/levensbeschouwing
Bewoners/buurt
Ouderenorganisatie
9
32
6
55
38
48
41
20
13
37
20
51
100
100
100
100
100
100
27
27
61
26
35
53
32
40
73
73
39
74
65
47
68
100
100
100
100
100
100
100
100
100
81
86
89
79
79
86
81
82
91
88
8
6
5
11
7
10
6
1
6
5
11
8
6
10
14
4
13
17
3
7
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
Lagere opleiding
24
16
11
5
13
14
23
33
16
28
Middelbare opleiding
31
32
30
27
34
31
36
41
28
36
45
53
59
68
53
55
42
27
55
36
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
Culturele organisatie
11
Jongeren/kinderenorg.
2
School onderwijs
0
Sportvereniging
16
Alle vrijwilligers
21
Alle Bredanaars15+
Zorgorganisaties
Sectoren van vrijwilligerswerk
26
19
16
23
40
20
30-44
26
28
34
47
38
15
45-64
33
38
38
24
19
44
65+
15
15
11
5
3
100
100
100
100
Man
49
45
60
Vrouw
51
55
100
Leeftijd 15-29
Sekse
Etniciteit Nederlands Westers Niet Westers
Opleiding
Hogere opleiding
40