Onderwijs Achterstanden Beleid Steenwijkerland
Activiteiten Jaarplan VVE/OAB 2009-2010.
Pagina
INHOUDSOPGAVE.
2
Voorwoord.
3
1. Inleiding.
4
2. Resultaatverwachtingen 2009-2010 2.1 Resultaatverwachting Voor- en Vroegschoolse periode (Educatie). 2.2 Resultaatverwachting Beheersing Nederlandse Taal. 2.3 Resultaatverwachting Ontwikkelingsgerichte projecten/programma’s voor ouder en kind. 2.4 Resultaatverwachting Extra steun leerlingen basisonderwijs. 2.5 Resultaatverwachting Brede School.
5 5 7 8
3. Activiteiten Onderwijs Achterstanden Beleid en VVE
11
3.1 Voor- en 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7
Vroegschoolse periode Voor- en Vroegschoolse (taal)programma’s. Doelgroepbepaling peuters invoeren. Toeleiding naar Voorschoolse voorzieningen. Plan van aanpak ‘Signaleren in de voorschoolse periode’. Consultatieve werkwijze. Peuter- kleuteroverleggen. Steenwijkerlandmiddag.
9 9
11 11 14 14 15 16 17 18
3.2
Beheersen Nederlands taal 3.2.1 Taalmonitor. 3.2.2 Taalresultaten verhogen.
3.3
Projecten en programma’s voor ouder en kind. 3.3.1 Opstap. 3.3.2 Uitbreiding Boekenpret 0-2 jaar. 3.3.3 Lezen Op Kop: relatie (voor)lezen peuterspeelzaal/kinderdagverblijf en thuis.
3.4
Extra steun leerlingen basisonderwijs. 3.4.1 SOVA-trainingen voor kinderen 3.4.2 Eerste hulp bij nieuwkomers (EHBN) 3.4.3 Verrijkingsklas
26 26 27 28
3.5 Brede School 3.5.1 Steenwijk-West 3.5.2 Vollenhove en St. Jansklooster 3.5.3 Giethoorn en Oldemarkt 3.5.4 Organisatiestructuur en coördinatiefunctie
29
4.
33 33 33
Financiën 4.1 Inleiding 4.2 Voorzieningen voor het OAB
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
19 19 20 21 22 24 25
29 30 31 32
2
4.3
Inzet middelen Begroting VVE/OAB Activiteiten Jaarplan 2008-2009
33 34
Voorwoord Steenwijkerland wil alle kinderen de mogelijkheid bieden hun talenten te ontwikkelen. Bij de meeste kinderen is daar geen extra stimulans voor nodig: de omgeving waarbinnen kinderen leven geeft hen genoeg mogelijkheden. Maar in sommige gevallen worden kinderen onvoldoende voorbereid op het leren op school. Kinderen kunnen hierdoor een (onderwijs)achterstand oplopen, soms nog voor ze aan school beginnen. Scholen die relatief veel van deze leerlingen hebben, ontvangen voor deze kinderen extra geld. Hierdoor kunnen scholen compensatie bieden voor ongunstige omgevingsfactoren, waardoor de kinderen zich alsnog naar vermogen kunnen ontplooien. Naast de scholen draagt ook de gemeente een verantwoordelijkheid in het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. De Gemeente Steenwijkerland draagt zorg voor de voorschoolse educatie en de daarbij behorende doorlopende leerlijn naar vroegschoolse educatie op scholen, het bestrijden van segregatie in het onderwijs en de opzet van schakelklassen voor extra intensief taalonderwijs. Een belangrijke taak van de gemeente is het aanbrengen van samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen op gemeentelijk niveau. Het onderwijsachterstandenbeleid staat immers niet los van andere beleidsterreinen integratie, jeugdzorg en veiligheid. In Steenwijkerland stimuleren wij de afstemming tussen consultatiebureaus (om al vroeg achterstanden te signaleren), voorschoolse voorzieningen voor de uitvoering van het voorschoolse deel van het VVE-programma en basisscholen voor het vroegschoolse deel. Het jeugdbeleid van de Gemeente Steenwijkerland is vastgelegd in de Jeugdagenda Steenwijkerland 2008-2011. In de Jeugdagenda is het thema ‘onderwijsachterstanden en VVE’ opgenomen onder de ontwikkellijn: Alle kinderen ontwikkelen hun talenten en hebben plezier. Hierbij geldt het speerpunt ‘Het onderwijs, ouders en omgeving werken gezamenlijk aan een optimale ontwikkeling van kinderen’. De Jeugdagenda is tot stand gekomen in samenwerking met diverse partners. Dit Activiteiten Jaarplan beschrijft de activiteiten die in het schooljaar 2009-2010 gerealiseerd worden. Het is een palet van activiteiten die op basis van samenwerking tussen veel organisaties tot stand komt. Ze delen een prachtige ambitie: kinderen die ‘niet vanzelf groot worden’ een extra kans bieden. Met deze gebundelde inzet is succes waarschijnlijk. Luc F. Greven Wethouder onderwijs Steenwijkerland
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
3
1.
Inleiding
In het Strategisch Overleg Jeugd worden de voorgenomen VVE/OAB-resultaatverwachtingen en de VVE/OAB-activiteiten jaarlijks op hoofdlijnen geëvalueerd en vastgesteld. Het Onderwijs Achterstanden Beleid en het Voor- en vroegschoolse beleid vallen onder het beleidsterrein Onderwijs en Jeugd. De gemeente heeft de structuur beleidssturing Jeugdagenda Steenwijkerland opgezet om het beleid te ontwikkelen en vast te stellen. Het uitvoeringsprogramma Brede School, Onderwijsachterstand en VVE Steenwijkerland 2008/2009 bevat het beleid op hoofdlijnen. Het Activiteiten Jaarplan formuleert de activiteiten op de volgende beleidsterreinen: • Voor- en Vroegschoolse periode (Educatie) • Beheersing Nederlandse Taal • Projecten en programma’s voor ouder en kind • Extra steun leerlingen basisonderwijs • Brede School In verband met de looptijd van het Onderwijs Achterstanden Beleid vanaf augustus 2006 tot augustus 2010 zal er eind schooljaar 2010 een eindevaluatie worden opgesteld. Gemeentelijke structuur gemeente Steenwijkerland: - Strategisch Overleg Jeugd - Werkgroep Leerplicht/voortijdig schoolverlaten/aansluiting arbeidsmarkt - Werkgroep Centrum voor Jeugd en Gezin - Werkgroep Brede School, Onderwijsachterstanden en VVE - Voorschools Overleg In de Werkgroepen wordt het beleid, op de betreffende onderdelen, ontwikkeld op basis van evaluaties en in het Strategisch Overleg Jeugd worden alle plannen vastgesteld. Daarna worden alle plannen aangeboden aan het gemeentebestuur van de gemeente. N.b. In het Voorschoolse overleg is afgesproken: - de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven voortaan ‘de voorschoolse voorzieningen’ te noemen. - de leidsters van de peuterspeelzalen - in navolging van de kinderdagverblijven- voortaan ook pedagogische medewerkers te noemen.
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
4
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
5
Projectorganisatie Jeugd en Onderwijs Gemeente Steenwijkerland
Gemeentebestuur College van B&W OGOO (Huisvesting) Strategisch Overleg Jeugd Portefeuilehouders Schoolbesturen Zorgroep ONL GGD
Kinderopvang/psz Team Jeugd en Onderwijs
Werkgroep VVE/OAB/Brede Scholen -
voorschools overleg bao-overleg
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
Stuurgroep BuurtOnderwijs Sport
Werkgroep leerplicht/VSV/ aansluiting arbeidsmarkt
Werkgroep Centrum voor Jeugd en Gezin - Kind in de Kern 6
2.
Resultaatverwachtingen tot augustus 2010.
In dit hoofdstuk staan alle resultaatverwachtingen, zoals die aan het begin van de OAB/VVE-periode zijn geformuleerd, beschreven. Onder iedere resultaatverwachting wordt de stand van zaken per 1-06-2009 kort vermeld. (Zie ook Stand van zaken Activiteiten Jaarplan VVE OAB 2008-2009).
2.1
Resultaatverwachting Voor- en Vroegschoolse periode (Educatie)
Het beleid van de gemeente Steenwijkerland is erop gericht om VVE-programma’s in te zetten voor kinderen in de leeftijd van 0 - 6 jaar, die in hun ontwikkeling een stimulans nodig hebben en/of in hun ontwikkeling bedreigd worden. Om te zorgen dat deze programma’s aangeboden worden aan de kinderen uit deze doelgroep hebben de gemeente, voorschoolse voorzieningen – hieronder vallen de peuterspeelzaalleidsters en pedagogische medewerkers van de kinderdagverblijven - en de jeugdgezondheidszorg gezamenlijk een signaleringswijze afgesproken in combinatie met doelgroepen en verwijsstructuur om te kunnen zorgen dat de kinderen die deze VVE-programma’s nodig hebben ook daadwerkelijk aangeboden krijgen. De meeste jonge kinderen ontwikkelen zich gelukkig goed. De doelgroepbepaling is bewust breed geformuleerd om zo snel mogelijk en zo preventief mogelijk achterstanden te voorkomen. Wel is er een kleine groep kinderen (en ouders) die meer problemen heeft; daarvoor is een nadere indicering noodzakelijk. Daarom is deze doelgroepbepaling opgesteld. Aan de afstemming met ‘Kind in de Kern’ en WSNS wordt gewerkt. Een erkend VVE-programma is een programma dat voldoet aan de criteria (zie hoofdstuk 3.1.1): o Een gestructureerde didactische aanpak o Intensieve begeleiding peuters (doelgroep) o Inzet van twee gekwalificeerde leidsters per VVE-groep o Deelname 4 dagdelen per week Na afloop van de GOA-periode is er in 2006 éénmalig een poging gedaan om alle peuters te tellen die deelnemen aan de voorschoolse instellingen. Toen bleek dat de meeste peuters naar de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf gaan. Er zijn nu signalen die erop wijzen dat er in Vollenhove en St. Jansklooster een deel van de peuters toch niet wordt bereikt en dat daardoor ook de doelgroep niet volledig in beeld is. Om meer zicht te krijgen op de aantallen is het belangrijk dat er bij de gemeente een registratiepunt wordt ingesteld, aansluitend bij de teldatum van het basisonderwijs. In de afgelopen twee jaren is er een project “signalering in de voorschoolse periode” geweest in het kader van Leader+. De hoofddoelstelling van het project was gericht op de professionalisering van de leidsters. Het ging hierbij om een aanpak om leidsters van de peuterspeelzalen zelf vaardiger te maken in het beoordelen van de ontwikkeling van kinderen en het uitvoeren en genereren van passende maatregelen. Er is zodoende een preventieve aanpak ontwikkeld om doelgroepkinderen zo snel mogelijk goed te kunnen begeleiden. De beleidsaanbevelingen zijn uitgewerkt in een plan van aanpak. De peuter-kleuteroverleggen in de gemeente zijn het contactpunt voor de doorgaande lijn van voorschool naar vroegschool (van voorschoolse voorzieningen naar het basisonderwijs). De acties en activiteiten die nodig zijn om de resultaten in het schooljaar 2009-2010 te behalen staan in hoofdstuk 3 vermeld. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
5
Resultaatverwachting 1: Het aantal doelgroepkinderen dat in de voorschoolse periode extra tutoring krijgt in het kader van een erkend VVE-programma is toegenomen van 21% (meting 2006) naar 30% (einde schooljaar 2008-2009). Wordt nog aan gewerkt: ja (ook aan het centrale registratiepunt). Resultaatverwachting 2: A. De pedagogische medewerkers van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in Vollenhove en St. Jansklooster zijn geschoold in het werken met een erkend VVE-programma. B. De doorgaande lijn naar het basisonderwijs is gerealiseerd door middel van thematiseren vanuit leerlijnen/ontwikkelingslijnen van kinderen en speciaal van doelgroepkinderen. De basis hiervoor zijn de ontwikkelingslijnen en leerlijnen uit het activiteitenaanbod (beredeneerd aanbod). A. Wordt nog aan gewerkt: ja tot voorjaar 2010. B. Wordt nog aan gewerkt: ja (ook aan de bijstelling van de resultaatverwachting). Resultaatverwachting 3: De schoolbesturen van de vier basisscholen in de VVE-wijken Steenwijk-West en de Gagels dragen er zorg voor dat hun scholen blijven werken met de twee erkende VVE-programma’s die in het kader van het gemeentelijk VVE-beleid zijn geïmplementeerd of hebben de doorgaande lijn aangebracht door middel van thematiseren vanuit leerlijnen/ontwikkelingslijnen van kinderen en speciaal van doelgroepkinderen. De basis hiervoor zijn de ontwikkelingslijnen en leerlijnen uit het activiteitenaanbod (beredeneerd aanbod). Is bereikt: ja, maar er is wel jaarlijks ‘onderhoud’ nodig. Wordt nog aan gewerkt: ja w.b. de doorgaande lijn in Steenwijk-West. Resultaatverwachting 4: Alle betrokken instellingen die werken met kinderen van 0 - 4 jaar hanteren de nieuwe doelgroepbepaling om alle peuters te bereiken die iets extra’s nodig hebben. Wordt nog aan gewerkt: ja (de doelgroepbepaling is opgesteld). Resultaatverwachting 5: Er nemen meer kinderen deel aan de voorschoolse voorzieningen in St. Jansklooster en Vollenhove. Er is een gemeentelijk voorschools registratiepunt georganiseerd. Wordt nog aan gewerkt: ja. Resultaatverwachting 6: A. Voortgang en borging van de consultatieve werkwijze peuterspeelzalen d.m.v. verdieping van het observeren, verbetering van de overdracht, werken met signalering- en stimuleringslijsten. B. Onderzoek naar de mogelijkheid invoering werkwijze kinderdagverblijven. C. Aanbevelingen ‘Plan van aanpak signaleren in de voorschoolse periode’ borgen/uitwerken. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
6
A. Is bereikt: ja (voortgang). B. Wordt nog aan gewerkt: ja. C. Wordt nog aan gewerkt: ja.
Resultaatverwachting 7: De peuter-kleuteroverleggen voeren alle activiteiten in doorgaande lijn uit met extra aandacht voor Vollenhove en St. Jansklooster. Wordt nog aan gewerkt: ja.
2.2
Resultaatverwachting Beheersing Nederlandse Taal
Taalonderwijs is de spil voor het basisonderwijs. De Taalmonitor is het instrument waarin de taal- en leesresultaten jaarlijks worden gepubliceerd. De gewichtenregeling bepaalt de (potentiële) doelgroep in het basisonderwijs. De monitorgegevens geven meer duidelijkheid over de richting aan een aanpak van het taalonderwijs op school- en leerling-niveau. De taalmonitor is een hulpmiddel op basis waarvan de gegevens geanalyseerd, geïnterpreteerd en omgezet kunnen worden in didactisch handelen. Een analyse van leerlingenresultaten geeft ook houvast voor onderwijsverbeteringen. Ook levert het meer algemene gegevens op over de sterke en zwakke kanten van alle scholen in de gemeente Steenwijkerland zodat er gezamenlijk gewerkt kan worden aan het verhogen van de taalresultaten. Tot nu toe (vanaf 2001/2002) komt het belang naar voren van gemeenschappelijke aandacht voor de taalvaardigheden: begrijpend lezen, technisch lezen en woordenschat. In de loop der jaren vallen de resultaten op het gebied van woordenschat, technisch lezen en begrijpend lezen tegen. Er blijken hier gemeentebreed relevante achterstanden te zijn. Bij alle peilingen is geconstateerd dat er achterstanden zijn in groep 7 en 8. De oorzaken zijn niet bekend. Mogelijke verklaringen zijn: - een te verwachten trend omdat het verschil in intelligentie vooral in hogere groepen aan het licht komt. - De verwachtingen van leerkrachten zijn te laag m.b.t. een bepaalde groep leerlingen (milieufactoren). De Taalmonitor 2007 bevestigde opnieuw dat er meer aandacht moet komen voor de taalontwikkeling in de bovenbouw (vaardigheden woordenschat en begrijpend lezen zijn veel lager dan op grond van de prestaties in de onder- en middenbouw kunnen worden verwacht). Aandachtspunten n.a.v. Taalmonitor 2007: 1. de ontwikkeling van de prestaties bij begrijpend lezen 2. de negatieve prestatiecurve in het zevende en achtste leerjaar. 3. de CITO kleutertoetsen in de huidige monitor opnemen. Sinds enige jaren wordt er gewerkt aan de ontwikkeling en invoering van de Taalmonitor. De deelnemende scholen kunnen snel de gegevens/toetsen aanleveren. De eerste monitor is opgezet met medewerking van de voormalige GOA-scholen, aangevuld met enkele niet GOA-scholen. De tabellen en grafieken zijn volgens de percentielscores van CITO opgebouwd, waardoor de gemeente Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
7
Steenwijkerland kan worden afgezet tegen het landelijke beeld. Na een periode van voorbereiding wordt in 2009 de uitbreiding van de monitor gerealiseerd. Een mondelinge presentatie van de resultaten zal begin schooljaar 2009-2010 plaats vinden voor de gemeente en de scholen/ schoolbesturen. De vijfde Taalmonitor 2008 levert op basis van alle resultaten een aantal heldere uitkomsten: • De taalvaardigheden A hebben zich in de afgelopen vijf jaar op de voormalige GOA-scholen gunstig ontwikkeld. • De eerdere terugval van de vaardigheden begrijpend lezen is weer hersteld en het technisch lezen is opnieuw verbeterd. De resultaten van woordenschat zijn iets gedaald, maar nog steeds op normniveau. • De taalprestaties van (het weliswaar kleine aantal) allochtone achterstandsleerlingen is verbeterd, alleen de uitvalsdreiging op woordenschat is nog aan de hoge kant. • Bevindingen uit voorgaande taalmonitor lijken te hebben geleid tot verbetering van de toenmalige zorgpunten. Hierbij moet wel worden aangetekend dat een doorgevoerde verbetering hier en daar beter moet worden geborgd. • De prestaties in de kleutergroepen zijn erg hoog. Deze scores zouden vertrouwen mogen wekken voor de toekomst. Wel zouden de scores vertekend kunnen zijn, als de leerkracht veel hulp heeft geboden tijdens de toets. Dit zou nader kunnen worden onderzocht. • De prestaties op de voormalige GOA-scholen in de gemeente voor alle basisvaardigheden wijken niet belangrijk af van de landelijke norm. De voormalige GOA-scholen in Steenwijkerland zijn blijkbaar in staat om alle leerlingen naar landelijke norm te laten presteren. Het is wenselijk om scholen vaardig te maken om zelf de verbeteringen vast te houden en zorgpunten vroegtijdig te signaleren. • Het verschil tussen scholen ten aanzien van prestatieniveau en uitvalsdreiging is nog erg groot. • Met name in groep 8 is opnieuw een duidelijke prestatieval te zien. Vooral de prestaties voor woordenschat en begrijpend lezen zijn veel lager dan op grond van de prestaties in de middenbouw kan worden verwacht. Uitbreiding Prestatiemonitor afname juni 2009: Taalmonitor wordt Prestatiemonitor. alle CITO kleutertoetsen, alle scholen in de gemeente Steenwijkerland, De resultaten van de vier GOA-scholen met de andere scholen blijft in de monitor zichtbaar. Evaluatie vormgeving en inzet van de Prestatiemonitor gedurende 2 jaar. Resultaatverwachting 8: Het aantal deelnemende scholen aan de Taalmonitor is uitgebreid van 15 naar alle basisscholen van de gemeente Steenwijkerland. De CITO kleutertoetsen zijn onderdeel van de Taalmonitor. A. Is bereikt: ja. Resultaatverwachting 9: De taalresultaten van alle basisscholen in de gemeente Steenwijkerland verhogen. Wordt nog aan gewerkt: ja, in juni 2009.
2.3
Resultaatverwachting Projecten en programma’s voor ouder en kind.
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
8
Een gezonde opvoedingssituatie thuis is de basis voor elk kind om zich evenwichtig te kunnen ontplooien op weg naar de volwassenheid. Het onderwijs kan niet alleen alle problemen oplossen. Ouders hebben van tijd tot tijd steun nodig om de opvoedingstaak goed te kunnen doen. Een kwalitatief goed en gevarieerd laagdrempelig aanbod van voorzieningen voor ouders en hun kinderen is een aandachtspunt. In plannen m.b.t. de toekomstige Centra voor Jeugd en Gezin wordt de opvoedingsondersteuning meegenomen. Resultaatverwachting 10: Laagdrempelig aanbod van projecten en programma’s voor kinderen en ouders in relatie met het onderwijs. De inbedding van Opstap binnen de zorgteams van de basisscholen is gerealiseerd. Wordt nog aan gewerkt: ja.
2.4
Resultaatverwachting extra steun leerlingen basisonderwijs.
In aansluiting op de “leerlingenzorg” voorzieningen creëren waar kinderen gebruik van kunnen maken om hun functioneren te verbeteren. Het kan zijn dat het nodig is om de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling extra te stimuleren en ouders handvatten te geven om hun kind te begeleiden. Scholen en voorschoolse instellingen kunnen hulp vragen bij problemen met nieuwkomers. Een andere groep die problemen ondervindt in het basisonderwijs zijn de hoogbegaafde kinderen. Deze leerlingen krijgen in het reguliere onderwijs te weinig uitdaging omdat de lesstof meestal niet past bij hun ontwikkelingsniveau. Ze ervaren problemen in contact met leeftijd- of groepsgenoten. Het gevolg is dat er gedrags- en motivatieproblemen ontstaan, er sprake kan zijn van onderpresteren en zelfs dat deze leerlingen faalangstig kunnen worden. Vaak wordt ervan uitgegaan dat hoogbegaafden zich wel kunnen redden, maar dat juist daardoor zich problemen voordoen. Het leeraanbod voor deze kinderen dient aangepast te worden. Uitgangspunt is dat alle kinderen recht hebben op ‘onderwijs op maat’ ook hoogbegaafde kinderen. In de gemeente is in 2008 een zogenoemde Verrijkingsklas gestart. Het gaat om een samenwerkingsmodel van het openbaar en het bijzonder onderwijs. Aandachtspunt is deze doelgroep in het voortgezet onderwijs. Resultaatverwachting 11: A. Het aanbod voor SOVA-trainingen en B. Eerste hulp Bij Nieuwkomers in stand houden en C. passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen voortzetten. A. Is bereikt: ja en wordt nog aan gewerkt m.b.t. de uitbreiding van (doel)groepen. B. Wordt nog aan gewerkt: ja m.b.t. uitbreiding met een centraal ‘plaatsingspunt’. C. Wordt nog aan gewerkt: ja. m.b.t. integraal onderdeel van het beleid van het SWV in het kader van passend onderwijs. Een aandachtspunt is: het overleg en overdracht in doorgaande lijn van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs moet uitgekristalliseerd worden.
2.5
Resultaatverwachting Brede School
Sinds 1998 is er een Brede School in Steenwijk-West. Het doel van de Brede School is de ontwikkelingskansen van kinderen in de wijk te vergroten door middel van samenwerking van Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
9
verschillende instellingen, waarbij aandacht is voor competentiedoelen, (vak)inhoudelijke doelen en participatiedoelen. Eén van de speerpunten van beleid zijn de sportactiviteiten. Deze krijgen de komende jaren een behoorlijke impuls door de toekenning van een extra subsidie in het kader van de BOS-impuls (Buurt Onderwijs Sport). De activiteiten richten zich op de basisschool, de buurt- en de sportverenigingen. Uit de evaluatie van de Brede School Steenwijk-West 2008-2009 blijkt dat de activiteiten in het kader van de projectweek een 100% bereik hebben gehad omdat de activiteiten onder schooltijd plaats hebben gevonden. Wat betreft de activiteiten buiten schooltijd komt het percentage gemiddeld uit op 24%. In de gemeente Steenwijkerland is in januari 2007 een basis visiedocument Brede School opgesteld. In dit document wordt aangegeven welke visie de gemeente heeft op de Brede School en hoe zij de Brede Schoolontwikkeling ‘bottom up’ wil laten plaatsvinden. Dit moet leiden tot een dynamisch proces, waarbij ontwikkelingen en ervaringen in de praktijk kunnen leiden tot bijstellingen in doelen, uitgangspunten en criteria, zoals verwoord in het basis visiedocument en vice versa. In de Jeugdagenda 2008-2011 Steenwijkerland wordt als concrete activiteit binnen de ontwikkellijn genoemd: ”alle kinderen ontwikkelen hun talenten en hebben plezier”; de start van twee Brede Scholen in Vollenhove en St. Jansklooster. Ook wordt als activiteit aangegeven dat er een diepteonderzoek naar de behoefte van de Brede School moet plaatsvinden in Giethoorn en Oldemarkt. Dit kwam voort uit een knelpuntenonderzoek, waaruit bleek dat de kernen Vollenhove en St. Jansklooster en –in wat mindere mate- Giethoorn en Oldemarkt met veel problemen te maken hebben. De ontwikkeling van de Brede Scholen in Vollenhove en St. Jansklooster kent een nauwe verwantschap met de ontwikkeling van het pilot project “Kind in de Kern”. In het beleids- en activiteitenplan 2008-2009 wordt gesteld dat de Brede Schoolontwikkeling de instellingen en scholen de kans geeft om problemen gezamenlijk aan te pakken voor kinderen/ jongeren in de leeftijd van 0 – 18 jaar. Naast de hierboven genoemde activiteiten wordt het ontwikkelen en vastleggen van een gemeentelijke organisatiestructuur en de coördinatiefunctie op basis van de ervaringen in SteenwijkWest genoemd als activiteit. Resultaatverwachting 12: De Brede School Steenwijk-West bereikt meer kinderen in de 1-meting april 2009 ten opzichte van de 0-meting van oktober 2007 met betrekking tot BOS-activiteiten. Wordt nog aan gewerkt: ja. Resultaatverwachting 13: Start van de Brede School Vollenhove en St. Jansklooster in het schooljaar 2008-2009. Wordt nog aan gewerkt: ja. Start in schooljaar 2009-2010. Resultaatverwachting 14: De resultaten van het verdiepende onderzoek in Giethoorn en Oldemarkt zijn gepresenteerd. Wordt nog aan gewerkt: ja met de voorbereidingen. Resultaatverwachting 15: Voor- en Vroegschoolse Educatie is onderdeel van alle Brede Schoolplannen. Wordt nog aan gewerkt: ja.
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
10
Resultaatverwachting 16: De organisatiestructuur en de coördinatiefunctie van Brede Scholen in de gemeente is vastgelegd. Wordt nog aan gewerkt: ja.
3.
Activiteiten Onderwijs Achterstanden Beleid 2009-2010.
3.1
Voor - en Vroegschoolse Periode.
Er zijn vier resultaatverwachtingen geformuleerd in hoofdstuk 2.1 voor het schooljaar 2008-2009. In dit hoofdstuk staan de activiteiten beschreven die naar verwachting bij zullen dragen aan de resultaten. Vanaf 2001/2002 is het VVE-budget vooral ingezet voor de wijken Steenwijk-West en De Gagels omdat in deze wijken de scholen met de meeste gewichtenleerlingen gehuisvest zijn. Momenteel is er een Brede School Steenwijk-West. Na een voorbereidend onderzoek bleek dat in Vollenhove en St. Jansklooster veel problemen gesignaleerd werden op het gebied van onderwijs/ taal, gedrag van kinderen/jongeren en in de gezinnen. Met de instellingen in de betreffende kernen wordt een plan van aanpak opgesteld. De VVE-activiteiten worden een onderdeel van dit plan. In Giethoorn en Oldemarkt gaat een verdiepend onderzoek plaatsvinden naar de noodzaak en kansen van de Brede School. N.b. In het Voorschoolse overleg is afgesproken om de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven voortaan ‘de voorschoolse voorzieningen’ te noemen.
3.1.1
Voor- en Vroegschoolse (taal)programma’s.
Omschrijving De invoering op basis van de criteria van de effectieve VVE-programma's is gestart in 2001 en is bedoeld voor de zgn. 'zware' GOA-scholen in de wijken: Steenwijk-West met Startblokken/Basisontwikkeling gecombineerd met Schatkist en in De Gagels het Piramideprogramma. De groepen 1 en 2 van de basisscholen in Steenwijk–West werken met een beredeneerd aanbod vanuit Startblokken en aangevuld met Schatkist. De twee peuterspeelzalen in de wijken hebben een uitbreiding gekregen met 2 dagdelen (totaal 4 dagdelen) en inzet van tutoruren. De inzet van de tutor is een effectieve aanpak voor doelgroepkinderen. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
11
Het VVE-beleid is in het schooljaar 2008-2009 uitgebreid naar de locaties Vollenhove en St. Jansklooster. Peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in de gemeente nemen fasegewijs deel aan de scholing in het VVE-programma Piramide. De inzet van een tutor voor doelgroeppeuters en de uitbreiding van het peuterspeelzaalbezoek met twee dagdelen (totaal 4 dagdelen) voor doelgroeppeuters heeft prioriteit. In samenwerking met het consultatiebureau wordt bepaald - op basis v an screening met behulp van de doelgroepomschrijving - of een kind VVE-doelgroepkind is. De invoering van een erkend VVE-programma in de Voorschoolse voorzieningen met de volgende criteria: o Een gestructureerde didactische aanpak o Intensieve begeleiding peuters (doelgroep) o Inzet van twee gekwalificeerde leidsters per VVE-groep. o Deelname 4 dagdelen per week De leidsters van de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven worden getraind in het werken met een erkend VVE-programma dat voldoet aan de criteria. Veel basisscholen hebben het vroegschoolse programma Schatkist ingevoerd (zie ook Inventarisatie VVE-programma’s). De doorgaande lijn naar het basisonderwijs is daardoor een knelpunt. De voorgenomen thematische aansluiting komt moeilijk van de grond, de plannen worden daardoor aangepast. De doorgaande lijn zal meer gezocht worden in doorgaande ontwikkelingslijnen met name in de VVE locaties, de manier van werken in de voorschoolse en de vroegschoolse periode en kennisnemen van elkaar’s werkwijze.
Actie: Een tijdelijke werkgroep instellen, die o.a. visie en de leerlijnen/ontwikkelingslijnen van groep 1 en de ontwikkelingslijnen in de peuterspeelzalen in kaart brengt met doel eerst kennis te nemen van elkaar’s werkwijze. Ook landelijke ervaringen en projecten in doorgaande lijn inventariseren en beoordelen op bruikbaarheid. In de VVE-locaties bekijken hoe een goede aansluiting van voor- naar vroegschools gelegd kan worden. Ter informatie: in de toekomst wordt gewerkt met drie varianten van een VVE-programma nl.: Intensief: Driejarige peuters gaan 4 dagdelen naar de peuterspeelzaal. Een erkend VVE-programma wordt volledige geïmplementeerd en er is een tutor beschikbaar voor individuele begeleiding van kinderen. Deze intensieve variant vindt plaats in de diepteprojecten in Steenwijk-West en Gagels. Regulier: Driejarige peuters gaan 3 dagdelen naar de peuterspeelzaal. Er is in ieder geval een assistent en een peuterleidster beschikbaar en beiden moeten deelkwalificaties van een erkend VVE-programma hebben. Er is een programmatische aansluiting met de basisschool door middel van thema’s. Light: Driejarige peuters gaan 2 dagdelen naar de peuterspeelzaal. Binnen de locaties die een light variant aanbieden kunnen risicokinderen zo nodig een extra dagdeel ontwikkelingsstimulering ontvangen van een tutor. In augustus 2009 wordt in Vollenhove (uitbreiding met 2 VVE-groepen voor 3-jarigen) en St. Jansklooster (uitbreiding met 1 VVE-groep voor 3-jarigen) gestart met de intensieve variant van het Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
12
Piramideprogramma. De invoering van de intensieve variant in Giethoorn en Oldemarkt gaat met ingang van 1-01-2010 van start. De gemeentelijke visie m.b.t. peuterspeelzalen en kinderdagverblijven is in de maak. Om alle toekomstige ontwikkelingen goed op elkaar aan te laten sluiten is het belangrijk maatwerk te leveren. Zie resultaatverwachting 1, 2 en 3. Werkwijze: Intensief: Driejarige peuters gaan 4 dagdelen naar de peuterspeelzaal. Een erkend VVE-programma wordt volledige geïmplementeerd en er is een tutor beschikbaar voor individuele begeleiding van kinderen. Aansluiten bij de visie peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Doel: Kwaliteitsimpuls geven d.m.v. voortgang/start VVE-programma’s (intensieve variant) in doorgaande lijn van voor- naar vroegschools. Voortgang en afronding Piramidescholing met een certificaat met betrekking tot St. Jansklooster en Vollenhove voor de medewerkers van het kinderdagverblijf, de peuterspeelzalen. Start/invoeren Piramidemethode in St. Jansklooster en Vollenhove per augustus 2009. 30% doelgroep kinderen ontvangen extra steun door middel van tutoring. Doelgroep: - VVE-doelgroepkinderen zijn kinderen in de leeftijd van 2 - 4 jaar, die in hun ontwikkeling een stimulans nodig hebben en/of in hun ontwikkeling worden bedreigd. - Professionalisering/scholing pedagogische medewerkers voorschoolse voorzieningen in het werken met een erkend VVE-programma dat voldoet aan de criteria.
Deelnemers voortgang: De wijk Steenwijk-West/Startblokken: Peuterspeelzaal De Bezige Bijtjes. Obs De Kleine Kamp Pcbs Willem Alexander De wijk De Gagels/Piramide: Peuterspeelzaal Ieniemienie Obs Emmaschool Pcbs Johan Friso Deelnemers startfase invoeren Piramidemethode: Vollenhove: Peuterspeelzaal De Grutterij Kinderdagverblijf Ukkie Aansluiting ontwikkelingslijnen van de kinderen en speciaal van de risicokinderen: Basisscholen St. Martinus, Voorpoort en het Kompas. St. Jansklooster: Peuterspeelzaal De Mannegies Aansluiting ontwikkelingslijnen van de kinderen en speciaal van de risico- kinderen: Basisscholen Eben Haëzer, Opstap en De Wiedekieker. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
13
Planning: Voortgang Steenwijk-West: Startblokken – Basisontwikkeling/Schatkist. • Uitwerking van de 2 thema’s: extra aandacht voor de Oudercomponent (zie ook LOK). • Afspraken/bijstelling doorgaande lijn VVE borgen en aansluiten bij de Brede School. Zie ook ‘Taalresultaten verhogen’ 3.2.2. en resultaatverwachting 9. De Gagels: Piramide. • Twee terugkombijeenkomsten van twee tot vier uur in overleg met de deelnemers. Bij één bijeenkomst is begeleiding aanwezig van een Piramidetrainer van de IJsselgroep en één bijeenkomst is zonder begeleiding. Pedagogische medewerkers kunnen advies vragen (consultatie) aan de trainer. Start Vollenhove en St. Jansklooster. • Invoering van het erkend VVE-programma (intensieve variant) Piramide bij de peuterspeelzalen en het kinderdagverblijf. • De doorgaande lijn naar het basisonderwijs op basis van de leerlijnen en het activiteitenaanbod aanbrengen. Start Giethoorn en Oldemarkt. • Giethoorn: scholing Piramide is geregeld voor peuterspeelzaal en kinderdagverblijf. Invoering van de Piramidemethode. • Oldemarkt: scholing Piramide is geregeld voor peuterspeelzaal. Invoering van de Piramidemethode. Uitvoering: Voorschoolse voorzieningen en IJsselgroep.
3.1.2
Doelgroepbepaling peuters invoeren.
Omschrijving: Indicering van jonge kinderen in praktijk brengen m.b.v. de doelgroepomschrijving in samenhang met de nieuwe zorgstructuur ‘Kind in de Kern’. Het gemeentelijke Voorschools overleg heeft de doelgroepbepaling vastgesteld voor deelname 2 – 4-jarigen aan VVE-programma’s met 2 extra dagdelen en tutoring. Zorggroep ONL voert het uit i.s.m. de voorschoolse instellingen. Zie resultaatverwachting 4. Werkwijze Hanteren/invoeren van de doelgroepbepaling door Zorggroep ONL i.s.m. de voorschoolse voorzieningen in verband met verwijzing deelname aan het VVE-programma Piramide. Doel: Zo snel mogelijk doelgroeppeuters bereiken door ouders met doelgroeppeuters het VVE-programma Piramide aan te bieden (tutoring). Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
14
Doelgroep: Alle peuters (gemeentebreed). Deelnemers: Jeugdgezondheidszorg in samenwerking met de leidsters van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en in doorgaande lijn leerkrachten onderbouw van basisscholen. Planning: Invoering eerste fase Vollenhove en St. Jansklooster. Uitvoering: Zorggroep Oude en Nieuwe Land in samenwerking met voorschoolse voorzieningen.
3.1.3
Toeleiding naar Voorschoolse voorzieningen.
Omschrijving: Vanuit preventieoogpunt is het van belang peuters met een dreigende ontwikkelingsachterstand zo vroeg mogelijk te bereiken. Deelname aan een VVE-programma aangeboden door de voorschoolse instellingen is een middel om de doelgroep te bereiken. Niet alle kinderen gaan echter naar de peuterspeelzaal en het kinderdagverblijf. Het bereik van de instellingen is niet bekend; hoeveel peuters blijven er momenteel thuis? De aantallen peuters worden verzameld en gebundeld door de leerplichtadministratie, die voor dit doel wordt uitgebreid met een registratiepunt van peuters op basis van de gewichtenregeling. Zorggroep ONL gaat gegevens aanleveren met terugwerkende kracht per 1-10-2008. De voorschoolse instellingen geven de aantallen peuters door, die hun instelling bezoeken. Privacy en gegevensuitwisseling wordt in acht genomen. In de huidige wetgeving kan er veel, als er maar goed gedocumenteerd en gemotiveerd wordt! Het ‘matchen’ van gegevens (Zorggroep ONL en voorschoolse instellingen) is dan ook mogelijk ook voor gemeentelijk gebruik. De voorbereidingen zijn in volle gang. Zie resultaatverwachting 5. N.b. De gemeente heeft sinds kort een financiële regeling (100% vergoeding) voor de ouders met een minimum inkomen die een kind op peuterspeelzalen hebben.
Werkwijze Deze screening en toeleiding naar VVE-programma’s door het consultatiebureau is een onderdeel van de zorgstructuur. De leerplichtadministratie van de gemeente wordt uitgebreid met de registratie van peuters die de peuterspeelzaal of de kinderdagverblijven bezoeken te beginnen bij Vollenhove en St. Jansklooster. Zorggroep ONL en de voorschoolse voorzieningen leveren alle gegevens aan, deze gegevens worden gekoppeld. Alle ouders, die het consultatiebureau bezoeken worden – is standaardprocedure - op de voorschoolse mogelijkheden gewezen. Peuters, die niet worden bereikt ontvangen een informatieve brief van Zorggroep ONL. Doel: - Ouders stimuleren om hun kind deel te laten nemen aan de voorschoolse voorzieningen om door middel van (eventuele) (taal-)ontwikkelingsstimulering de achterstand weg te werken. - Een registratiepunt inrichten op teldatum 1 oktober aansluitend bij het basisonderwijs. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
15
Doelgroep: Ouders van peuters te beginnen in Vollenhove en St. Jansklooster. Deelnemers: Zorggroep ONL/consultatiebureau en gemeente in samenwerking met voorschoolse voorzieningen. Planning: Eerst het registratiepunt goed opzetten (voortgang). Toeleidingsplan verder ontwikkelen. Per 1 oktober 2008 registreren te beginnen bij Vollenhove en St. Jansklooster. Uitvoering: Gemeente en Zorggroep ONL.
3.1.4
Aanbevelingen Plan van aanpak ‘Signaleren in de Voorschoolse periode”.
Omschrijving: In 2005 is het project ‘Signaleren in de Voorschoolse periode’ gestart. Dit project is een gesubsidieerd project van de gemeente Steenwijkerland in het kader van het Voor- en Vroegschoolse beleid. In de zomer van 2005 is een subsidiebedrag aangevraagd en toegekend in het kader van de programma’s EPD Oost Nederland 2000-2006 en LEADER+ 2000-2006. Hoofddoelstelling van het project was gericht op de professionalisering van de leidsters. Het ging hierbij om een aanpak om leidsters zelf vaardiger te maken in het beoordelen van de ontwikkeling van kinderen en het uitvoeren en genereren van passende maatregelen. Om deze doelstelling te bereiken zijn de leidsters met succes getraind in het werken met het Ontluikings Volgsysteem Peuters (OVP). Dit signaleringssysteem is de basis voor het vervolgtraject ‘Signaleren in de voorschoolse periode’. Het plan van aanpak bevat de volgende beleidsaanbevelingen: 1. Voortgang en implementatie consultatieve werkwijze in de peuterspeelzalen Steenwijkerland m.b.v. interne begeleider en orthopedagoog. 2. Kennismaken, implementeren consultatieve werkwijze in de kinderdagverblijven Steenwijkerland m.b.v. interne begeleider en orthopedagoog. 3. De leidsters peuterspeelzalen Steenwijkerland leren nog beter te plannen en hun tijd in te delen i.v.m. systematisch observeren en signaleren van peuters m.b.v. Interne begeleider. 4. Aanpassen van de overdracht op basis van het OVP: o formulier bijstellen uitgaande van de werkwijze van de peuterspeelzaal o Ouders vooraf toestemming vragen om (een kopie) van het rapport naar het basisonderwijs te sturen o Het overdrachtsformulier of een kopie ervan ook naar het basisonderwijs sturen o De leerkrachten informeren over de mogelijkheden en werkwijze van de peuterspeelzaal 5. Zorg: verbeterplan/protocol opstellen voor overdracht naar het basisonderwijs: o warme overdracht bij risicokinderen (het is niet de bedoeling dat leerkrachten pas achteraf de overdrachtgegevens bekijken). o mogelijk het observatierapport doorsturen met inachtneming van privacy. o mogelijkheden bekijken om te komen tot het opstellen van een handelingsplan. o rekening houden met het feit dat leidsters de peuters slechts 2 keer per week hebben. 6. De communicatie met ouders op het gebied van zorg optimaliseren. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
16
7. Invoeren OVP voor kinderdagverblijven in het kader van Overdracht. Deelname Kinderdagverblijven aan de overdracht van kind gegevens naar het basisonderwijs. 8. Voortgang en uitbreiding van de ondersteuning door de logopedist en een logopedie- spreekuur voor alle peuters in navolging van de Brede School Steenwijk-West. 9. De Jeugd Gezondheids Zorg bij voortzetting van het project betrekken. 10. Nagaan hoe het met de peuters gaat die extra begeleiding hebben gekregen. 11. Beschrijven van de werkwijze ‘Signaleren in de Voorschoolse periode’ en doelgroepomschrijving in een handzame tekst die vervolgens door de gemeente uitgegeven kan worden in de vorm van een folder/flyer. Aanbevelingen, die al uitgevoerd zijn of waar aan wordt gewerkt zijn de punten: 1-3-4-5-7-9-11. Aanbevelingen, die zijn blijven liggen: 1-6-8-10. Van deze punten een voorstel opstellen. Zie resultaatverwachting 6. Werkwijze Aanbevelingen Plan van aanpak ‘Signaleren in de Voorschoolse periode” verder uitwerken. Doel: Versterken voorschoolse periode. Doelgroep Peuters en ouders. Deelname: Voorschoolse voorzieningen. Planning: Voortgang aanbevelingen en nog niet uitgevoerde aanbevelingen uitwerken. Uitvoering: IJsselgroep/gemeente.
3.1.5
Consultatieve werkwijze.
Omschrijving: De ontwikkeling van de peuters wordt gevolgd en in kaart gebracht. De peuterspeelzalen gebruiken hiervoor onder meer het Ontluikings Volgsysteem voor Peuters (OVP). In de dagelijkse omgang met de peuters en door het gebruik van het OVP signaleert de leidster gedrags- en ontwikkelingsproblemen. Het is de bedoeling dat er oplossingen gezocht worden voor deze problemen. Deze oplossingen worden in eerste instantie gezocht in het aanbod aan de peuters. Het OVP dient als basis voor de overdracht naar alle basisscholen (zie ook peuter- kleuteroverleggen 3.1.6). De kinderdagverblijven kunnen eveneens een beroep doen – in het kader van een pilot - op een orthopedagoog voor consultatie. De hulpvragen worden geregistreerd en in juni geëvalueerd. Zie resultaatverwachting 6. Werkwijze Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
17
Consultatieve peuterbegeleiding. De primaire werkwijze in de begeleiding is de volgende: De leidster signaleert een probleemsituatie. Een eerste stap in het vinden van een oplossing is het inschakelen van de pedagogische regiomanager van de Stichting Peuterspeelzalen Steenwijkerland. Daarna kan de orthopedagoog/psycholoog ingeschakeld worden. Het overleg met de betreffende leidster is erop gericht de zorg rond het kind te verhelderen. Vervolgens worden afspraken gemaakt over de aanpak in de dagelijkse praktijk op de peuterspeelzaal. De orthopedagoog/psycholoog van de IJsselgroep draagt zorg voor een heldere analyse van de problemen en doet suggesties voor de aanpak in de praktijk. Alle plannen en voorstellen komen aan bod in de “werkgroep ‘Voorschools Overleg’ onder leiding van de gemeente Steenwijkerland. Eén van de orthopedagogen/psychologen neemt op ad hoc basis (afhankelijk van relevante agendapunten) aan deze werkgroep deel. De tekst voor de brochure is gereed, maar moet nog gedrukt worden. Doel: Voortgang afstemming bij de begeleiding van peuters waar zorgen over zijn. Samen met de leidster worden oplossingen gezocht. Deze worden door de leidster uitgevoerd en regelmatig geëvalueerd. Waar nodig ondersteuning bij het doorverwijzen naar externe hulpverleners. Borgen van de procedure OVP voor de peuterspeelzalen en de overdracht naar de basisscholen. Doelgroep Peuterspeelzalen en basisscholen (overdracht). Deelname: Alle peuterspeelzalen van de Stichting Peuterspeelzalen Steenwijkerland. Planning: In overleg met de pedagogisch regiomanager van de Stichting Peuterspeelzalen Steenwijkerland. Daarnaast kan er met vaste momenten worden gewerkt waarop de orthopedagoog/psycholoog voor consultaties aanwezig is. Voor concrete zorgbesprekingen met een leidster worden ad hoc afspraken gemaakt. Uitvoering: IJsselgroep/orthopedagoog i.s.m. de Stichting Peuterspeelzalen Steenwijkerland.
3.1.6
Peuter-kleuteroverleggen
Omschrijving: Het peuter-kleuteroverleg is het instrument om de doorgaande lijn kwalitatief te versterken. Het is in het belang van de ontwikkelingslijn van het kind dat basisscholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven structureel met elkaar in contact komen. Het opzetten/borgen van een doorgaande lijn voor het jonge kind en speciaal het jonge risicokind (en hun ouders) met de volgende functies: 1. De ontmoeting bevorderen tussen verschillende instellingen: peuterspeelzaal/kinderdagverblijf en onderbouw van de basisscholen. 2. De procedure voor warme overdracht van gegevens (OVP) concretiseren en standaardiseren (aansluiten bij zorgstructuur Kind in de Kern). Het overdrachtsformulier is aangepast na evaluatie. Het streven is om alle doelgroeppeuters te bereiken. 3. Deskundigheid van leidsters en leerkrachten vergroten, uitwisselingsbehoeften in kaart brengen en realiseren. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
18
4. Inhoudelijke aansluiting voorschoolse voorzieningen met het basisonderwijs in de VVE- locaties d.m.v. ontwikkelingslijnen/manier van werken/vaardigheden e.d. Eerst kennisnemen van elkaar’s werkwijze. Zie resultaatverwachting 7. Werkwijze Inventarisatie visie en de ontwikkelingslijnen/leerlijnen van groep 1 en de ontwikkelingslijnen/ leerlijnen in de peuterspeelzalen met name in de VVE-locaties. De doorgaande lijn zal meer gezocht worden in doorgaande ontwikkelingslijnen, de manier van werken in de voorschoolse en de vroegschoolse periode en kennisnemen van elkaar’s werkwijze. En wat betekent dit voor het kind en speciaal voor het doelgroepkind in het kader van de doorgaande lijn in aanbod en aanpak. Op welke wijze kunnen beide instellingen naar elkaar toe groeien. Uitwisseling van de werkwijze voor aanpak doelgroeppeuter en -kleuter en borgen van de afspraken. Een tijdelijke werkgroep komt met een voorstel om het probleem van de doorgaande lijn VVEprogramma’s in VVE-locaties aan te pakken. Doel: Het opzetten/borgen van een doorgaande ontwikkelingslijn voor het jonge kind en speciaal het jonge risicokind (warme overdracht) en hun ouders in aansluiting bij de zorgstructuur van kind In de Kern (KIK). Doelgroep Peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en onderbouw basisscholen. Deelnemers: 10 deelnemende koppels: Belt Schutsloot, Blokzijl, Giethoorn, Kuinre, Oldemarkt, Scheerwolde, Steenwijk centraal en 4 koppels , St. Jansklooster, Vollenhove, Wanneperveen. Planning: Twee bijeenkomsten per schooljaar. Een ad hoc werkgroep instellen i.v.m. doorgaande ontwikkelingslijn VVE-programma’s in VVE- locaties. Data in overleg. Uitvoering: Schoolbesturen, voorschoolse instellingen en de IJsselgroep/A. Drubers.
3.1.7
Steenwijkerlandmiddag.
Omschrijving Om de twee jaar wordt er een deskundigheidsbevorderende middag speciaal voor pedagogische medewerkers en vrijwilligsters van voorschoolse voorzieningen georganiseerd. Begin 2010 staat de eerstvolgende middag weer gepland. Na een inleidende activiteit is er een aanbod van diverse workshops waaruit men een keuze kan maken.
Doel Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
19
Deskundigheidsbevordering van pedagogische medewerkers en vrijwilligsters voorschoolse voorzieningen. Kennisnemen van actuele ontwikkelingen op het voorschoolse terrein met het doel optimaliseren van vaardigheden. Doelgroep: Voorschools e pedagogische medewerkers en vrijwilligers werkzaam in de voorschoolse voorzieningen t.b.v. peuters. Deelname: Voorschools e pedagogische medewerkers en vrijwilligers. Planning Voorjaar 2010. Het programma zal in overleg met de betrokkenen ingevuld worden. Er is kinderopvang aanwezig. Uitvoering IJsselgroep/A. Drubers i.s.m. de voorschoolse voorzieningen.
3.2
Beheersen Nederlandse taal.
Dit beleidsterrein is vanaf augustus 2006 de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen en schooldirecties. De Taalmonitor is het instrument waarin de resultaten jaarlijks worden gepubliceerd om meer inzicht te verkrijgen omtrent taalprestaties van leerlingen en scholen. In 2007 bleek dat de taalprestaties in de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs achterbleven in vergelijking met het landelijke gemiddelde. De schoolbesturen hebben landelijke subsidie ontvangen voor een Taalpilot met betrekking tot planontwikkeling Taal/leesverbetertraject. Het begeleiden van scholen bij het (beter) leren omgaan met toetsgegevens met als doel deze te analyseren, te interpreteren en om te zetten in didactisch handelen d.w.z. ondersteuning bij de monitoring van de taal/leesresultaten (Onderdeel van het project: Taal verbetertraject Steenwijkerland). Het bedrag voor schoolbegeleiding gaat met ingang van 1 augustus 2008 naar de schoolbesturen. De verdeling is als volgt: 60% wordt ingezet voor leerlingbegeleiding en 40% wordt ingezet na overleg tussen gemeente en schoolbesturen. De gemeente heeft afspraken gemaakt met de schoolbesturen om 40% van de begeleidingsmiddelen als volgt in te zetten: o Het verder vormgeven en inzetten van de taalmonitor gedurende 2 jaar en vervolgens evalueren. o Het begeleiden van scholen bij het (beter) leren omgaan met toetsgegevens met als doel deze te analyseren, te interpreteren en om te zetten in didactisch handelen. De gezamenlijke focus is het verhogen van taalresultaten.
3.2.1
Prestatiemonitor.
Omschrijving: Sinds enige jaren wordt er gewerkt aan de ontwikkeling en invoering van de Taalmonitor. De deelnemende scholen kunnen snel de gegevens/toetsen aanleveren. De eerste monitor is opgezet met medewerking van de voormalige GOA-scholen, aangevuld met enkele niet GOA-scholen. De tabellen en Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
20
grafieken zijn volgens de percentielscores van CITO opgebouwd, waardoor de gemeente Steenwijkerland kan worden afgezet tegen het landelijke beeld. Na een periode van voorbereiding wordt in 2009 de uitbreiding van de monitor gerealiseerd. Een mondelinge presentatie van de resultaten zal begin schooljaar 2009-2010 plaats vinden voor de gemeente en de scholen/ schoolbesturen. Uitbreiding Prestatiemonitor afname juni 2009: alle CITO kleutertoetsen, alle scholen in de gemeente Steenwijkerland, Taalmonitor wordt prestatiemonitor. De resultaten van de vier GOA-scholen met de andere scholen blijft in de monitor zichtbaar. Naast het (anonieme) gebiedsrapport ontvangen de scholen ook een eigen schoolspecifieke analyse van de uitkomsten. Deze analyse wordt met de scholen besproken. De gemeente financiert de taalmonitor. Bureau De Loos en de IJsselgroep stellen het rapport op, inclusief de schoolrapporten. Evaluatie vormgeving en inzet van de Prestatiemonitor gedurende 2 jaar. Zie resultaatverwachting 8. Werkwijze Afname Prestatiemonitor alle scholen juni 2009. Opstellen rapport met conclusies/aanbevelingen. Doel: Doelgroepleerlingen verlaten de basisschool met een hogere score wat betreft taalvaardigheden A, waardoor ze met meer succes hun schoolloopbaan kunnen voortzetten. Alle scholen nemen deel aan de taalmonitor 2009. Doelgroep: Leerlingen Primair Onderwijs. Deelnemers: Alle 40 basisscholen in Steenwijkerland. Planning: Taalmonitor 2009 afname juni 2009. Rapportage september 2009. Uitvoering: Basisscholen in samenwerking met Bureau De Loos en de IJsselgroep.
3.2.2
Taalresultaten verhogen
Omschrijving: 1. Op basis van de Taalmonitor de basisscholen begeleiden bij het (beter) leren omgaan met toetsgegevens met als doel deze te analyseren, te interpreteren en om te zetten in didactisch handelen. De scholen binnen de gemeente Steenwijkerland gebruiken de CITO toetsen om de ontwikkelingen van kinderen bij te houden. De CITO scores worden o.a. gebruikt voor het bijhouden van vorderingen op individueel kindniveau. De gegevens kunnen ook ingezet worden om te sturen op groeps- en schoolniveau. Door middel van de training Trendanalyses CITO voor directeuren en ib’ers kunnen scholen een doelgericht gebruik maken van resultaten uit de taalmonitor en van de Cito toetsgegevens van de reguliere toetsen. 2. Voor alle basisscholen wordt een traject uitgezet, die start met de quickscan uit de Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
21
Taleon-aanpak (Analyse van het taal-/leesonderwijs). Vervolgens vindt op alle scholen een terugkoppeling van de resultaten plaats. Verder worden alle scholen 2 x per jaar ondersteund bij de monitoring: analyse van de Cito-LVS groepsresultaten en de daaropvolgende groepsplanning. 3. Voor de scholen met zwakke taal-/leesresultaten, of met een neergaande lijn in de resultaten een schoolverbeteringstraject starten. 4. Invulling ’ extra VVE bedrag van €7500,- per school’: Pcbs Willem Alexander en obs Kleine Kamp “Taalverbeterproject” voor de groepen 1 en 2. Een kwaliteitsdocument voor het verbeteren van het taalaanbod voor de onderbouw. Uitgaande van de bestaande situatie met daarbinnen: Het aanbod: o.a. de methode Schatkist volgens het door de scholen opgestelde stappenplan voor de invoering. Streefdoelen vanuit de leerlijnen: mondelinge taal, woordenschatontwikkeling. Leerkrachtrol m.n. de instructie met daarbij de proactieve aanpak voor het opdoen van succeservaringen voor de risicokinderen bij woordenschat en mondelinge taal. Klassenmanagement. Toetsing en observatie. Al deze activiteiten zijn overwegend goed verlopen. De Quickscan heeft goed inzicht gegeven. De inzet van de ib’ers was zeer goed. Het beleidsmatig werken blijkt toch moeilijk te zijn. Aandachtspunten: - Informatie omzetten naar beleid is lastig. - Vertaalslag maken: wat leeft bij schoolbesturen naar het primaire proces. - Werken met groepsplannen: van trendanalyse (door ib’er) naar groepsplannen. - Het plan is om een gemeentebreed netwerk op te richten. - Groep 1 en 2 is de basis, daar moet de nadruk op liggen. Nieuwe activiteiten zijn nog in voorbereiding. Doorgaande lijn vanuit peuterspeelzaal “Bezige Bijtjes” en groep 3 van de basisscholen. Pcbs Willem Alexander en obs Kleine Kamp “Taalverbeterproject” voor de groepen 1 en 2. Een kwaliteitsdocument voor het verbeteren van het taalaanbod voor de onderbouw. Uitgaande van de bestaande situatie met daarbinnen: Het aanbod: o.a. de methode Schatkist volgens het door de scholen opgestelde stappenplan voor de invoering. Streefdoelen vanuit de leerlijnen: mondelinge taal, woordenschatontwikkeling. Leerkrachtrol m.n. de instructie met daarbij de proactieve aanpak voor het opdoen van succeservaringen voor de risicokinderen bij woordenschat en mondelinge taal. Klassenmanagement. Toetsing en observatie. Doorgaande lijn vanuit peuterspeelzaal “Bezige Bijtjes” en groep 3 van de basisscholen. Valt ook onder: 3.1.1 Voor- en Vroegschoolse (taal)programma’s en resultaatverwachting 3. Zie resultaatverwachting 9. Werkwijze Werken aan de doorgaande lijn vanuit peuterspeelzaal “Bezige Bijtjes” en groep 3 van de basisscholen. Op basis van de ervaringen en de resultaten van de activiteiten van schooljaar 2008-2009 wordt nu bekeken door de scholen/bestuurders welke vervolgstappen er gezet kunnen worden. Doel: Het verhogen van de taalresultaten. Doelgroep: Directeuren en ib’ers van het Primair Onderwijs. Deelnemers: Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
22
De schoolbesturen P.O. Planning: In overleg. Uitvoering: Schoolbesturen.
3.3
Projecten en programma’s voor ouder en kind.
Het gaat om laagdrempelige projecten en programma’s voor ouders die een relatie hebben met het onderwijs 4 - 12 jaar) of voorschoolse instellingen (0 - 4 jaar).
3.3.1
Opstap
Omschrijving: Opstap is een educatief spelprogramma waarbij ouders thuis worden begeleid om hun kind spelenderwijs te laten leren. De interventie is bedoeld voor kinderen van 4 tot 6 jaar in achterstandssituaties en hun ouders. Het betreft zowel allochtone als Nederlandse kinderen uit groep 1 en 2 van het basisonderwijs met een achterstand, maar die wel normaal het basisonderwijs kunnen volgen. Bij de start van het programma moet het kind in groep 1 of 2 zitten of er zeer binnenkort naar toe gaan. Er geldt geen maximaal opleidingsniveau voor de ouders in Steenwijkerland. Opstap is niet alleen bedoeld voor jeugdigen of gezinnen met een allochtone achtergrond; het Opstap materiaal is in meerdere talen beschikbaar. In Steenwijkerland wordt voornamelijk gebruik gemaakt van het Nederlandstalig materiaal en af en toe Turks. De activiteiten van het Opstapprogramma zijn opgebouwd rond oriëntaties op zes ontwikkelingsgebieden, te weten: objecten, rekenen, taal, lezen, ruimte en tijd. Om een actieve leerhouding bij de kinderen te bewerkstelligen wordt met Opstap gewerkt aan de response van opvoeders. Daarbij onderscheidt men vijf gedragsdimensies: positief reageren, achter je kind staan, tijd nemen voor samendoen, structureren, grenzen stellen. Opstap is een bewezen effectieve interventie. Diverse wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat Opstap op de korte en de lange termijn (deels) effectief is (bron: NJI, Databank effectieve jeugdinterventies). Onderzoek door de Universiteit Utrecht (C. van Tuijl, 2004) toont aan dat de positieve effecten van Opstap tot het einde van de basisschool behouden blijven. Voor Opstapleerlingen ligt het percentage doublures op 47% tegenover 62% voor de kinderen zonder Opstap. Ook zijn er aanwijzingen dat een deel van de Turkse Opstapkinderen een hoger schooladvies krijgt: dus minder vaak een advies op het laagste niveau. Deze resultaten zijn opvallend omdat ze zes jaar nadat de kinderen Opstap gevolgd hebben, zijn vastgesteld. Opstap is dus op de lange termijn ook effectief. De voorsprong die de Opstapkinderen hebben in groep 3 blijft bestaan tot het einde van de basisschool. Uit eerder (observatie-)onderzoek (C. van Tuijl, 2001) werd aangetoond dat Opstap een positief effect heeft op de kwaliteit en de inhoud van moeder-kind interactie. Ook onderzoek van de Universiteit van Tilburg (Laarhoven, 2002) laat zien dat deelname aan het programma Opstap in Waalwijk waardevol is geweest. Vooral de toename van sociale contacten, de verandering in de omgang met het kind en het feit dat het kind veel schoolse vaardigheden leert worden zeer op prijs gesteld. Tevens komt een 'heel positief beeld' van de maatschappelijke positie Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
23
van de deelnemers naar voren, vooral wat betreft de interesse in het onderwijs van het kind en de omgang met het kind. Opstapje en Opstap hebben niet alleen een positief effect op de ontwikkeling van kinderen, maar ook op de moeders. Zij kunnen hun betrokkenheid bij de ontwikkeling en opvoeding van hun kind(eren) daadwerkelijk vormgeven. Ze gaan actief participeren in de samenleving, bijvoorbeeld door het volgen van Nederlandse taalles. Het zelfvertrouwen van moeders wordt groter, vaders gaan meer aandacht besteden aan hun kind en de sfeer in huis wordt beter. In Steenwijkerland wordt voorafgaand en na afloop van het Opstapprogramma niet getoetst op de resultaten van de leerling. Het analyseren van dergelijke gegevens en conclusies daaruit trekken, vergt veel meer onderzoek. Zo moeten de gegevens worden vergeleken met een controlegroep die het programma niet heeft gevolgd. Dergelijke wetenschappelijke onderzoeken zijn elders wel verricht. Voor de effecten wordt hier dan ook naar verwezen. De kwaliteit wordt gewaarborgd door het gebruik maken van de landelijke Opstapmaterialen. Daarnaast zijn de twee Opstapmedewerkers speciaal getraind in het geven van dit programma. Verder vindt tussentijdse afstemming plaats tussen de leerkracht van de leerling en de Opstapmedewerker. Na evaluatie in 2008 is de conclusie getrokken dat Opstap goed ingebed moet zijn in de zorgteams van het basisonderwijs. De groepsbijeenkomsten van Opstap worden onderdeel van het aanbod opvoedingsondersteuning van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Vanaf het schooljaar 2007/2008 wordt het programma ook uitgevoerd in de dorpen Steenwijkerwold, Sint Jansklooster en Vollenhove. Tevens is er contact gelegd met scholen in Scheerwolde voor de periode na de zomervakantie 2009. Resultaatverwachting 10: Werkwijze Er kunnen gemiddeld 40 gezinnen per schooljaar worden begeleid. De aanmelding gebeurt door de basisscholen. Basisscholen selecteren de kinderen op een achterstand, meestal op het gebied van de taalontwikkeling. De reden van aanmelding wordt door de school toegelicht aan de Opstapmedewerker van Timpaan. Na ontvangst van aanmelding, legt de Opstapmedewerker een introductiebezoek af bij de ouders, waarbij de methode en de verwachting met betrekking tot de inzet van de ouders wordt uitgelegd. Hierna beslissen ouders of ze mee gaan doen met het programma. Gedurende één of twee jaar voeren ouders per week 10 activiteiten uit met hun kind. Zij doen dat aan de hand van speciaal ontwikkelde materialen zoals weekboeken, voorleesboeken, materialendozen en Cd’s. Meestal krijgen de gezinnen één keer per 2 weken thuis bezoek van een van de twee speciaal getrainde Opstapmedewerkers van Timpaan Welzijn Overijssel. Deze medewerker instrueert de ouders over de uit te voeren activiteiten en zij bespreekt met hen de voortgang. Tevens wordt waar nodig ondersteuning gegeven bij de opvoeding. Doordat er nu 1 x per 2 weken een huisbezoek wordt afgelegd moet er soms een keuze worden gemaakt wat er in het huisbezoek wordt gedaan (aandacht voor de weekboekjes of aandacht voor opvoedings-ondersteuning). Verder worden er groepsbijeenkomsten georganiseerd. In het schooljaar 2008/2009 zijn er 3 groepsbijeenkomsten georganiseerd. Dit schooljaar is er voor gekozen de groepsbijeenkomsten op de avond te organiseren vanwege het feit dat ouders werken; ook dit geeft problemen voor de alleenstaande ouders i.v.m. oppas. De deelname van Opstap ouders ligt tussen de 15 en 20%. De inbedding Opstap binnen de zorgteams van de basisscholen wordt dit schooljaar gerealiseerd. De jeugdverpleegkundige bepaalt samen met leerkracht en ib’er in de zorgteams van de basisscholen of een kind behoort tot de groep risicokinderen en of Opstap de juiste interventie is. In het zorgteam kan ook de ontwikkeling van een kind gevolgd worden. Doel: Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
24
De algemene doelstelling van Opstap is het vergroten van de onderwijskansen van kinderen in achterstandssituaties. Meer specifiek wil het programma kleuters beter voorbereiden op het formele onderwijs, zowel qua kennis en vaardigheden, als qua werkhouding. Programmadoelen zijn: • het stimuleren van de cognitieve en taalontwikkeling van de kinderen; • het bevorderen van een actieve leerhouding bij het kind; • het bevorderen van de interactie tussen ouder en kind. Inbedding Opstap binnen de zorgteams van de basisscholen en het Centrum voor Jeugd en Gezin. De groepsbijeenkomsten van Opstap worden onderdeel van het aanbod opvoedingsondersteuning van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Doelgroep Kinderen van 4 tot 6 jaar in achterstandssituaties en hun ouders. Het betreft zowel allochtone als Nederlandse kinderen uit groep 1 en 2 van het basisonderwijs met een achterstand, die wel normaal het basisonderwijs kunnen volgen. Deelnemers: 40 gezinnen
Planning: Schooljaar 2009-2010. Uitvoering: Stichting Timpaan
3.3.2
Uitbreiding Boekenpret 0 - 2 jaar.
Omschrijving: Een leesbevorderingsproject in combinatie met het project Moeders Informeren Moeders (MIM). Het project wordt gemeentebreed aangeboden voor de zogenaamde doelgroepgezinnen en met ingang van augustus 2008 regulier aangeboden door Zorggroep Oude en Nieuwe Land. De gecombineerde aanpak van MIM en Boekenpret is een waardevol en succesvol instrument gebleken om ouders al heel vroeg in de begeleiding van de ontwikkeling van hun kind te ondersteunen. Op basis van de ervaringen is een opzet voor St. Jansklooster en Vollenhove ontwikkeld omdat de deelname uit deze beide kernen minimaal bleek te zijn. In 2007 deed geen enkel gezin uit St. Jansklooster mee, in Vollenhove 3 gezinnen. De mogelijke oorzaak is waarschijnlijk de sociale controle en niet willen afwijken van de ander. Momenteel wordt Boekenpret alleen aangeboden als er geen leescultuur in het gezin aanwezig is en dit kan stigmatiserend werken. Ter informatie: in 2007 zijn in St. Jansklooster 30 baby’s en in Vollenhove 62 baby’s geboren. Resultaatverwachting 10: Werkwijze Alle ouders (circa 80 - 100 op jaarbasis) van pasgeboren kinderen in St. Jansklooster en Vollenhove wordt Boekenpret aangeboden als de baby’s tussen 2 - 8 weken oud zijn, tijdens het huisbezoek of consultatiebureaubezoek. Er worden dus geen doelgroepgezinnen geselecteerd door de verpleegkundigen Jeugdgezondheidszorg omdat dit stigmatiserend werkt in kleine kernen. De consultatiebureauarts vraagt/adviseert (op basis van de inschatting van de leescultuur) op de leeftijd van 3 maanden aan de ouders of zij deelnemen aan Boekenpret.
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
25
Zo ja, dan geeft de betrokken JGZ-verpleegkundige de naam door aan de Boekenpretcoördinator, die het intakegesprek bij de ouder thuis afneemt. Zo nee, dan informeert een JGZ-medewerker de ouder nogmaals telefonisch over het belang van taalontwikkeling en de meerwaarde voor het kind om mee te doen. Na aanmelding en intake begeleidt een vrijwilliger de ouder, en krijgt de ouder elke 2 maanden een boekje dat past bij de ontwikkelingsfase van het kind. Zo mogelijk wordt een combinatie gemaakt met MIM. Boekenpret heeft als doel de leescultuur die kinderen omgeeft te bevorderen, waardoor uiteindelijk de taalontwikkeling en het leesgedrag van jonge kinderen gestimuleerd worden. • Het verbeteren van de materiële leesomgeving van het kind. • Opvoeders bewust maken van het belang van lezen. • Het stimuleren van de interacties (communicatie, kijken/lezen, spelen) tussen opvoeder en kind. • Het positief beïnvloeden van het leesgedrag van de opvoeders. Aandachtspunten: de overdracht naar voorschoolse voorzieningen en de lijn naar Stevig Ouderschap. Naast de brede aanpak ook aandacht houden voor doelgroepgezinnen door Zorggroep ONL en KIK. Doelgroep Boekenpret is van oorsprong gericht op allochtone en autochtone (laaggeschoolde) gezinnen met een kind van 3 maanden tot 2 jaar waar weinig aandacht is voor (voor)lezen. In dit project gaat het om uitbreiding van Boekenpret t.b.v. alle ouders in St. Jansklooster en Vollenhove.
Deelnemers: Wijkverpleegkundigen Zorggroep Oude en Nieuwe Land en vrijwilligers (MIM). Planning: Nu wordt er een start gemaakt met de voorbereidingen voor een pilot van 1 jaar vanaf juni 2009 t/m juni 2010. Uitvoering: Zorggroep met ondersteuning van de IJsselgroep.
3.3.3
Lezen Op Kop: relatie voorlezen peuterspeelzaal/kinderdagverblijf en thuis.
Omschrijving: Peuterspeelzalen en basisscholen werken veelal met een thema als het om jonge kinderen gaat. Nu zijn er diverse methoden/VVE-programma’s die thematisch zijn opgezet. Voorbeelden: Piramide, Startblokken, Puk en Ko, BAS en Speeltaal. De relatie met thuis verdient meer aandacht. Wel zijn er Spel- en Boekenplannen, Opstap en Overstap waar ouders betrokken worden bij het (voor)lezen. Om nu de lijn van voorschools naar thuis een impuls te geven mede als vervolg op Lezen Op Kop is een pilot uitgevoerd in Giethoorn rondom het thema WONEN. De ouders lenen voorleesboeken over het thema van de bibliotheek om thuis voor te lezen aan hun kind tijdens de themaperiode. Het project is in samenwerking met de Bibliotheek opgezet en uitgevoerd. De betrokkenheid van ouders wordt verhoogd doordat er een inhoudelijke koppeling is van datgene wat het kind doet/meemaakt in de groep met de ouders thuis. Dit komt ten goede aan de uitbreiding van de woordenschat van de kinderen en het bewustzijn van ouders m.b.t. het belang van voorlezen (woordenschat). Aanbevelingen m.b.t. voortzetting van het project: Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
26
1. In Steenwijk-West is het project naar volle tevredenheid uitgevoerd begin januari 2009 in samenwerking met de bibliotheek. Evaluatie wees uit dat men jaarlijks een dergelijk project koppeling van het werken met een thema in de groepen met de uitleen van prentenboeken voor peuters – wil herhalen en aansluiten bij het thema van de voorleesdagen/peutermaand. Mogelijke andere locaties zijn: De Gagels, Oldemarkt. 2. In het verleden is er op grote schaal geïnvesteerd in de aanschaf en invoering van Spel- en Boekenplannen. Het Spel- en Boekenplan is een collectie prentenboeken met een bijbehorend speeltje voorzien van een handleiding voor ouders. Op dit moment hebben nog 10 peuterspeelzalen het Spel- en Boekenplan in gebruik. De meeste zalen lenen 1 x 2 weken uit in de periode van september tot april. Het onderhoud van het plan wordt zelf bekostigd door de peuterspeelzalen. Voor de aanschaf van nieuwe boeken is dit niet voldoende. In het kader van LOK ontvangen alle 10 peuterspeelzalen 3 nieuwe boekjes met het doel om de uitleen te stimuleren en de leidsters en vrijwilligers die hier moeite en energie in stoppen enthousiast te houden. De bibliotheek maakt een handleiding voor ouders m.b.t. de prentenboeken die geselecteerd zijn. 3. Pilot Eesveen. In het kader van de samenwerking tussen de peuter- en de kleutergroep gaan enthousiaste ouders het Spel- en boekenplan uitbreiden naar de kleutergroep. Daar zijn tassen en nieuwe sets boeken en speelgoed nodig. Doel: Ouders zo vroeg mogelijk ondersteuning bieden met betrekking tot voorlezen thuis in combinatie met spelen thuis. Zodoende kan voorkomen worden dat hun kinderen taalachterstanden oplopen of bestaande achterstanden kunnen ingelopen worden.
Werkwijze: Inhoudelijke koppeling van datgene wat het kind doet/meemaakt in de groep met de ouders thuis door middel van het thematische werken. In samenwerking met de Openbare Bibliotheek Steenwijk. De activiteiten zijn bedoeld voor de peuters en hun ouders. De Bibliotheek organiseert diverse activiteiten in de groepen en in de Bibliotheek. Aansluiten bij het thema van de voorleesdagen/ peutermaand in januari is een goed voorbeeld. De Bibliotheek stelt een lijst van actuele prentenboeken op en voorziet ze van handleidingen voor gebruik thuis (ouders). Resultaatverwachting 10: Doel: Toevoegen oudercomponent i.v.m. woordenschatuitbreiding/taalstimulering door de relatie te versterken tussen de voorschoolse periode en de thuissituatie met het uitgangspunt themagericht werken. Doelgroep Peuters en hun ouders. Deelnemers: Peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Planning: De voorleesdagen/peutermaand in januari 2010 w.b. Steenwijk-West en voor andere instellingen in overleg. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
27
September Spel- en Boekenplan uitbreiden voor 10 peuterspeelzalen. Materiaal pilot Eesveen z.s.m. regelen. Uitvoering: Voorschoolse voorzieningen i.s.m. de Openbare Bibliotheek.
3.4
Extra steun leerlingen basisonderwijs.
Er zijn twee activiteiten die hier worden beschreven nl. steun bij de sociale ontwikkeling van kinderen en passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen. De SOVA-trainingen uitgevoerd door Zorggroep Oude en Nieuwe Land zijn een succes en kennen helaas een wachtlijst. Uitbreiding van het aantal groepen voor 10+ kinderen, maar ook voor 10- kinderen is zeer gewenst. Kinderen van gescheiden ouders kunnen ook in een problematische situatie terecht komen. 3.4.1 SOVA-trainingen voor kinderen. Omschrijving: De sociale vaardigheidstrainingen (SOVA) worden uitgevoerd door Zorggroep Oude en Nieuwe Land. Het is een training voor kinderen die zijn aangemeld door scholen of direct door ouders (overstijgend). Er komt ook een aanbod voor kinderen onder de 10 jaar. Tevens is er behoefte aan uitbreiding van het aantal groepen. De GGD signaleert problemen met kinderen van gescheiden ouders; voorbereidingen gaan van start om een groep voor deze kinderen te organiseren in het kader van KIK. Resultaatverwachting 11 Doel: Kinderen vaardiger maken in sociaal-emotioneel opzicht. Doelgroep Leerlingen basisscholen met zwakke sociale vaardigheden en steun voor kinderen van gescheiden ouders. Deelnemers: Basisschoolleerlingen. Planning: In overleg. Uitvoering: Zorggroep Oude en Nieuwe Land.
3.4.2
Eerste hulp bij nieuwkomers (EHBN)
Omschrijving: Scholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven die worden geconfronteerd met neveninstromende allochtone kinderen, m.n. de nieuwkomers, kunnen bij de IJsselgroep ondersteuning krijgen door middel van consultatiegesprekken. Ook kan er het (geactualiseerde) Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
28
materiaal voor dit doel worden geleend. Deze hulp is nog steeds erg nodig. Veel vragen komen van basisscholen uit de kernen. De interventies zijn: consultaties, materiaal uitzoeken, teambijeenkomst bijwonen e.d. Verder is er contact met leerplicht geweest i.v.m. enkele probleemgezinnen (hulpverleningscircuit en handelingsverlegenheid daar). Evaluatiepunten: - De voorschoolse voorzieningen maken nog weinig gebruik van dit aanbod. Wel wordt het probleem ook daar steeds meer gesignaleerd. Bekijken of er voor peuters een taalgroep georganiseerd kan worden naar het voorbeeld van de Taaltrein te Zwolle? Er wordt veel taalproblematiek bij anderstalige peuter gesignaleerd in Steenwijk-West. - Verder is er contact met leerplicht geweest i.v.m. enkele probleemgezinnen (hulpverleningscircuit en handelingsverlegenheid daar). Het zou goed zijn uren in te plannen voor deelname van Rob Andriol aan het steunpunt voor de integratie van nieuwkomers in Steenwijk. - Om de problemen preventiever aan te kunnen pakken, lijkt een centraal ‘plaatsingspunt’ de oplossing te zijn. Een tijdelijke werkgroep zal dit idee uitwerken. Resultaatverwachting 11 Werkwijze Een centraal ‘plaatsingspunt’ instellen en hulp op maat aanbieden. Onderzoek naar een taalgroep peuters. Doel: Het ondersteunen van de scholen, voorschoolse voorzieningen met betrekking tot problematiek nieuwkomers, niet alleen wat betreft de taal, maar in breed opzicht. Doelgroep Nieuwkomers. Deelnemers: Scholen en voorschoolse voorzieningen. Planning: De werkgroep in overleg en vragen naar behoefte. Uitvoering: IJsselgroepspecialist: R. Andriol i.s.m. de gemeente, scholen en voorschoolse instellingen.
3.4.3
Verrijkingsklas
Omschrijving: Hoogbegaafde kinderen krijgen in het reguliere onderwijs vaak te weinig uitdaging omdat de lesstof meestal niet past bij hun ontwikkelingsniveau. Deze leerlingen kunnen daardoor onderpresteren en krijgen faalangst. Het leeraanbod voor deze kinderen dient aangepast te worden. Uitgangspunt is dat alle kinderen recht hebben op ‘onderwijs op maat’ ook hoogbegaafde kinderen. In de gemeente is een zogenoemde Verrijkingsklas opgezet. Het gaat om een samenwerkingsmodel van het openbaar en het bijzonder onderwijs. De schoolbesturen/directies van basisscholen en het voortgezet onderwijs hebben een pilot voor 2 jaar uitgevoerd. Het voortgezet onderwijs heeft eveneens met het probleem te maken, maar het wordt daar vaak te laat herkend. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
29
Na evaluatie van de pilot zijn de volgende conclusies getrokken: A. Evaluatie basisonderwijs: Het geheel wordt vanaf het komende cursusjaar aangestuurd door de stuurgroep van het Samenwerkings Verband (SWV) van WSNS en moet een integraal onderdeel uitmaken van het beleid van het SWV in het kader van passend onderwijs. Naar aanleiding van het i(nterne) b(egeleiders)-netwerk en bestuursvergadering zijn de volgende lijnen uitgezet: 1. De ib-werkgroep heeft een protocol opgesteld dat voor alle scholen geldt. 2. De inhoudelijke ontwikkelingen m.b.t. hoogbegaafden worden via netwerk gecommuniceerd. De opvattingen, als in de verrijkingsklas gegroeid, vormen daarvoor o.a. de input. Aan de betrokkenen is gevraagd om de resultaten in het SWV zoveel mogelijk te verspreiden. De ondersteuning vanuit de gemeente wil men graag behouden, maar deze breder inzetten dus ook op andere modellen dan alleen een verrijkingsklas (bijvoorbeeld in Giethoorn). Het bestuur van WSNS zal dit in hun overleg met de gemeente aan de orde stellen. 3. Er start een nieuw project in combinatie met de Gereformeerde Hogeschool. Hiervoor is een innovatieaanvraag bij de rijksoverheid ingediend. B. Het voortgezet onderwijs heeft eveneens met het probleem te maken, maar het wordt daar vaak te laat herkend. Er zijn nog geen concrete plannen. Aandachtspunt is de overdracht en doorgaande lijn van het basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Resultaatverwachting 11 Doel: Het leeraanbod voor hoogbegaafde kinderen aanpassen. Doelgroep: In principe alle kinderen die voor een optimale ontwikkeling meer nodig hebben. Deelnemers: Alle schoolbesturen (WSNS) en de gemeente. Planning: Voortgang in overleg.
Uitvoering: WSNS 3.5
Brede School.
De wijk Steenwijk-West heeft al geruime tijd een Brede School. De gemeente wil deze ontwikkeling voortzetten en heeft haar visie vastgelegd in het basisdocument Brede School Steenwijkerland. Door afstemming en een integrale werkwijze tracht de Brede School een veilig leef-, speel- en schoolklimaat te bevorderen dat kinderen zorg en ondersteuning biedt bij hun ontwikkelingsproces. Ouders spelen hierbij een nadrukkelijke rol. Een knelpuntenonderzoek wees uit dat de kernen Vollenhove, St. Jansklooster en - in wat mindere mate - Giethoorn en Oldemarkt met veel problemen te maken hebben. De Brede Schoolontwikkeling geeft de instellingen en scholen de kans om de problemen gezamenlijk aan te pakken voor kinderen/ jongeren in de leeftijd van 0 - 18 jaar. De Brede Scholen evalueren jaarlijks en stellen per schooljaar een activiteitenplan op. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
30
3.5.1
Steenwijk-West.
Omschrijving: In Steenwijk-West heeft de Brede School sinds het schooljaar 2006-2007 ook een BOS-project. De activiteiten verlopen goed en in de deelname van kinderen aan BOS-activiteiten zit een stijgende lijn (zie Evaluatie Brede School 2007-2008). De deelname wordt gemeten door middel van het BOSkompas: 0-meting oktober 2007, 1-meting april 2009 en eindmeting medio 2010. De uitkomst van de 2-metingen worden momenteel uitgevoerd, waarna een vergelijking gemaakt wordt. De Brede School wil meer kinderen aan het sporten en bewegen krijgen. De Voor- en Vroegschoolse activiteiten worden dit schooljaar integraal onderdeel van de Brede School. De activiteiten in Steenwijk-West bevatten de volgende componenten: 1. school- en instellingsactiviteiten 2. leerling-/kindactiviteiten 3. ouderactiviteiten 4. preventie/zorg/overige ondersteuning 5. overleg/communicatie/onderzoek/coördinatie 6. gezondheid en bewegen/BOS impuls Op verzoek van de kernpartners heeft een informatiebijeenkomst plaatsgevonden voor betrokkenen uit de wijk: professionals en vrijwilligers. De uitkomsten van deze avond worden gebruikt voor verdere visievorming voor de nieuwe planperiode. In de projectgroep Brede School Steenwijk-West zijn de uitkomsten, voortkomend uit deze bijeenkomst, bediscussieerd, waarbij de kansen voor de Brede School helder worden. Hoe nu precies de Brede School Steenwijk-West een instrument kan zijn met betrekking tot maatschappelijke verantwoordelijkheden in deze tijd t.a.v. opvoeden en opgroeien, wordt momenteel door de projectgroep verder ingevuld en zal resulteren in een visie voor de nieuwe planperiode. De evaluatie 2009 geeft o.a. aan dat de PR nog verbeterd kan worden. Belangrijk is het om vooraf goede doelen te benoemen evenals de manier van evalueren zodat gericht gekeken kan worden of de doelen gehaald worden. In het verlengde hiervan zou gekeken kunnen worden of de Brede School in het algemeen een positief effect heeft op het opvoedingsklimaat. Resultaatverwachting 12 en 15. Werkwijze: De Brede Schoolactiviteiten worden onder leiding van de Projectgroep en de agendacommissie aangestuurd door de uitvoeringsgroepen: - Naschoolse Activiteiten/Verlengde Schooldag - Maatschappelijk Werk/Opvoedingsondersteuning. - Sport en Bewegen in de Buurt (BOS). De opdracht is het opstellen van een sport- en beweegplan. De deelname wordt gemeten door middel van het BOS-kompas: 0meting oktober 2007, 1-meting april 2009 en eindmeting medio 2010. Doel: Een optimale ontwikkeling van het kind op alle ontwikkelingsgebieden met de nadruk op sport en bewegen. Doelgroep: Kinderen en ouders, wijkbewoners. Deelnemers: Alle instellingen die te maken hebben met kinderen en ouders. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
31
Planning: In overleg met deelnemers Uitvoering: Drie uitvoeringsgroepen en interne coördinatie scholen en peuterspeelzaal. Coördinatie/Sportbuurtwerker.
3.5.2
Vollenhove en St. Jansklooster.
Omschrijving: Op basis van het eerder uitgevoerde knelpuntenonderzoek in de kernen Vollenhove en St. Jansklooster bleek dat de Brede Schoolontwikkeling een belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan een veilig leef-, speel- en schoolklimaat dat kinderen zorg en ondersteuning biedt bij hun ontwikkelingsproces. Ouders spelen hierbij een nadrukkelijke rol. Resultaatverwachting 13 en 15. Werkwijze: In Vollenhove en St. Jansklooster wordt door middel van afstemming en een integrale werkwijze de samenwerking in Brede Schoolverband gestart door met de instellingen in de betreffende kernen een projectgroep in te richten onder leiding van een coördinator. De eerste taak is om gezamenlijk een visiedocument en een plan van aanpak te ontwikkelen. In dit VVE-plan van aanpak worden de lopende activiteiten van de Voor- en Vroegschoolse Educatie en de pilot Kind in de Kern meegenomen. Vollenhove. In Vollenhove is duidelijk sprake van initiatief van onderop, gestart vanuit de drie scholen. Er zijn inmiddels een aantal bijeenkomsten geweest, waarin een start is gemaakt met visie, uitgangspunten en een activiteitenplan. Ook zijn andere partners aangeschoven vanuit de voorschoolse periode, nl. de kinderopvangorganisatie Ukkie en de peuterspeelzaal. De partners zijn nu zover dat behoefte is om een aantal randvoorwaarden te regelen, nl. de coördinatie, overlegstructuur en duidelijkheid over wel/niet gebruik van dezelfde format voor het activiteitenplan als in Steenwijk-West. Door de partners wordt het (gemeentebrede) visiedocument als uitgangspunt genomen, waarbij als maatwerk wordt beschouwd het vertrekpunt of de 0-situatie in Vollenhove (bovengemiddeld veel taalen ontwikkelingsachterstanden), en welke activiteiten en resultaten daar jaarlijks voor zullen worden geformuleerd. St. Jansklooster In St. Jansklooster is door de betrokken scholen/schoolbesturen ingestoken op de ambitie van een gezamenlijk nieuw gebouw, en om de Brede School als voertuig te gebruiken om de leefbaarheid van het dorp ook in de toekomst te kunnen blijven stimuleren. Hiervoor wordt een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Doel: Een optimale ontwikkeling van het kind op alle ontwikkelingsgebieden bevorderen. Doelgroep: Kinderen en ouders. Deelnemers: Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
32
Alle instellingen die te maken hebben met kinderen en ouders. Planning: Het plan is om m.i.v. het nieuwe schooljaar officieel te starten met de Brede School. Uitvoering: Coördinatie Brede School.
3.5.3
Giethoorn en Oldemarkt.
Omschrijving: In Giethoorn en Oldemarkt in Brede Schoolverband werken aan een veilig leef-, speel- en schoolklimaat dat kinderen zorg en ondersteuning biedt bij hun ontwikkelingsproces. Ouders spelen hierbij een nadrukkelijke rol. In Oldemarkt heeft een eerste verkennende bespreking plaatsgevonden met de drie schooldirecteuren. In Giethoorn zal binnenkort begonnen worden met verkennende gesprekken. Resultaatverwachting 14 en 15. Werkwijze: In Giethoorn en Oldemarkt zal een verdiepend onderzoek uitgevoerd worden naar noodzaak en kansen. Bestaande ontwikkelingen zullen bij het onderzoek betrokken worden. Doel: Presentatie van de resultaten van het onderzoek. Doelgroep: Kinderen en ouders. Deelnemers: Alle instellingen die te maken hebben met kinderen en ouders. Planning: In overleg met deelnemers en onderzoekers. Uitvoering: Verdiepend onderzoek.
3.5.4
Organisatiestructuur.
Omschrijving: Het ontwikkelen en vastleggen van een gemeentelijke organisatiestructuur en de coördinatiefunctie op basis van de ervaringen in Steenwijk-West. Resultaatverwachting 15 en 16. Werkwijze:
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
33
Door afstemming en een integrale werkwijze tracht de Brede School een veilig leef-, speel- en schoolklimaat te bevorderen dat kinderen zorg en ondersteuning biedt bij hun ontwikkelingsproces. Ouders spelen hierbij een nadrukkelijke rol. Doel: Een efficiënte structuur vastleggen. Doelgroep: Brede School locaties. Deelnemers: In de Werkgroep OAB/VVE/Brede School. Planning: In de Werkgroep OAB/VVE/Brede School. Uitvoering: In de Werkgroep OAB/VVE/Brede School.
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
34
4. 4.1
Financiën Inleiding
Voor komende schooljaren zijn er verschillende budgetten beschikbaar voor de bestrijding van onderwijsachterstanden. Het gaat om middelen die de gemeente, scholen en instellingen vanuit het rijk ontvangen en de middelen die de gemeente zelf inzet voor de bevordering van onderwijskansen. 4.2
Voorzieningen voor het onderwijsachterstandenbeleid
Gezien de financiering van het onderwijsachterstandenbeleid verandert er het één en ander ten opzichte van voorgaande jaren. Vanaf 1 augustus wordt de gemeente verantwoordelijk voor het voorschoolse gedeelte van VVE, de scholen voor het vroegschoolse gedeelte van VVE. De € 115.000 die de gemeente vanuit het rijk krijgt voor het onderwijsachterstandenbeleid, mag zij vanaf 1 augustus 2009 niet meer inzetten voor de vroegschoolse periode op de basisschool. Figuur 1: Financiering onderwijsachterstandenbeleid
Voorheen Ministerie OCenW Rijksbudget OAB
Vanaf 1 augustus 2006* Ministerie OCenW Rijksbudget OAB
Gemeente Gemeente voorschoolse deel Schoolbesturen, peuterspeelzalen, kinderopvang
Schoolbesturen vroegschoolse deel
*Mag geleidelijk ingevoerd worden, moet in augustus 2009 structureel zijn
Naast gelden vanuit het rijk zet de gemeente zelf ook middelen in voor het achterstandenbeleid.
4.3
Inzet middelen (inkomsten en uitgaven 2009-2010)
De Rijksinkomsten die de gemeente ontvangt om het Onderwijs Achterstanden Beleid (OAB) vanaf augustus 2006 tot 2010 uit te voeren zijn drastisch lager dan middelen in de voorgaande periode. Scholen ontvangen nu rechtstreeks een Rijksbijdrage. Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
35
Vanaf het schooljaar 2007-2008 zijn verschillende budgetten beschikbaar voor de bestrijding van onderwijsachterstanden. Het gaat om middelen die de gemeente en de scholen (Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs) vanuit het rijk ontvangen en de middelen die de gemeente zelf inzet voor de bevordering van onderwijskansen. BEGROTING VVE/OAB ACTIVITEITEN JAARPLAN 2009-2010 3.1.
Voor- en Vroegschoolse periode (VVE)
3.1.1
VVE programma's voortgang De Gagels 8 uur Steenwijk-West thematiseren/ouderbetrokkenheid 2 keer ochtend à 7 uur 1 x na schooltijd: 18 uur Tutoruren 2 peuterspeelzalen 4 dagdelen Steenwijk-West en Gagels Uitbreiding naar 4 locaties met totaal 5 groepen: Vollenhove en St. Jansklooster (3 groepen) Giethoorn en Oldemarkt (2 groepen)
€ €
€
€
960,00 2.160,00
50.000,00
119.000,00 €
172.120,00
3.1.2 3.1.3
Doelgroepbepaling peuters invoeren Toeleiding naar Voorschoolse voorzieningen
Coörd.uren Coörd.uren
3.1.4
Plan van aanpak Signaleren voorschoolse periode Onderzoek effecten p.m. Logopedie voorschools Consultatieve peuterbegeleiding: 120 uur Peuter-kleuteroverleggen 100 uur Steenwijkerlandmiddag 30 uur+ budget
Coörd.uren Coörd.uren
3.1.5. 3.1.6 3.1.7 3.2 3.2.1 3.2.2
3.3. 3.3.1 3.3.2
3.3.3
Beheersen Ned. Taal (OAB) Taalmonitor 40 scholen verwerken gegevens tot rapport Taalresultaten verbeteren / schoolbegeleidingsgelden € 155.284,00 minus € 34.510,00
Projecten/programma's ouder en kind (VVE/OAB) Opstap Uitbreiding Boekenpret 0-2 jaar: uren voor de twee coördinatoren (4 uur per week in de aanloopfase, daarna 2 uur per week per persoon): 100 uur LOK/(voor)lezen school en thuis: Pspz/KDV inzet bibliotheek en materialen
€ € € €
8.750,00 14.000,00 12.000,00 6.000,00
€
34.510,00
€
120.774,00
€
44.640,00
€
6.000,00
€
€
40.750,00
€
155.284,00
4.000,00 €
3.4
Extra steun leerlingen basisonderwijs (OAB)
3.4.1.
SOVA-trainingen leerlingen: financiering Zorggroep
3.2.2.
Eerste hulp bij nieuwkomers (EHBN) 12 uur Exclusief overleg leerplicht en centraal ‘plaatsingspunt’ Onderzoek taalgroep peuters
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
54.640,00
Bekostiging Zorggroep €
1.440,00 Coörd.uren
36
3.4.2.
Verrijkingsklas
€
11.750,00 €
3.5 3.5.1. 3.5.2. 3.5.3. 3.5.4.
VVE
Brede School (VVE/OAB) Steenwijk-West/BOS activiteiten Vollenhove, Sint Jansklooster en Steenwijk-West Giethoorn en Oldemarkt Organisatiestructuur en coördinatiefunctie Totaal 3.5.2 + 3.5.3 + 3.5.4 Beleidsadvisering/coördinatie incl. VVE: alle activiteiten van het activiteitenplan OAB/VVE, deelname diverse overleggen, evaluaties, plannen: 500 uur 6 uur extra administratie
€
€
€ €
13.190,00
54.680,00
105.000,00
€
159.680,00
45.000,00 OAB/VVE 9.000,00 OAB/VVE €
54.000,00
Onvoorzien/reserve
€
440,00
Totaal begrote kosten
€
650.104,00
inkomsten Specifieke uitkering Rijk Toevoeging gemeente aan OAB-plan
€ €
115.500,00 50.000,00
Uitbreiding Brede Scholen Invoering VVE Oldemarkt - Giethoorn Invoering VVE Vollenhove – St. Jansklooster Brede School Steenwijk-West BOS (rijkssubsidie) Schoolbegeleiding Opstap
€ € € € € € €
105.000,00 50.000,00 75.000,00 27.340,00 27.340,00 155.284,00 44.640,00
Totaal begrote inkomsten
Activiteiten Jaarplan VVE/ OAB 2009-2010
€
650.104,00
37