Begroting Steenwijkerland 2003-2006
Aan de raad, Steenwijkerland, 11 oktober 2002
Op 1 januari 2003 begint, na twee jaar van opbouw van onze nieuwe gemeente, een nieuwe periode. Een tijd waarin de nieuwe gemeente Steenwijkerland verrijst met een eigen logo, een duaal bestuur en een professionele dienstverlenende organisatie. De komende tien jaar worden er honderden miljoenen euro’s geïnvesteerd in dit gebied; niet zozeer door de overheid, als wel door het bedrijfsleven. Daaruit blijkt dat de overheid tegenwoordig veeleer een regisseur en stimulans is in de hedendaagse samenleving om leefbaarheid en vitaliteit met deze samenleving gezamenlijk voortdurend te ontwikkelen. De tijd om te oogsten breekt nu ook aan. Onze gemeente kent een aantal troeven en kansrijke ontwikkelingsmogelijkheden. Die worden de komende jaren uitgespeeld om de nieuwe gemeente op de kaart te zetten. Dat blijkt ook uit de investeringen die u in deze begroting aantreft. We staan dus voor een geweldige opgave; we: het college mèt de raad. Want in het duale bestuur zal de raad in sterkere mate de kaders voor deze opgave bepalen en zijn volksvertegenwoordigende rol hierbij vervullen. De opzet van deze duale begroting nodigt de raad daartoe ook nadrukkelijk uit, hoewel wij daar ook meteen de kanttekening willen plaatsen dat het opzetten van een duale begroting voor ons ook geheel nieuwe materie is. In de komende jaren willen wij dit document verder vervolmaken en professionaliseren. Wij hopen dat u met deze begroting in staat wordt gesteld uw sturende rol te vervullen voor de verdere ontwikkeling van de nieuwe gemeente Steenwijkerland.
Burgemeester en Wethouders van Steenwijkerla nd, de secretaris, de burgemeester, drs. A.W. van der Spek
drs. H.H. Apotheker
2
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE.........................................................................................................................................................3 1.
EEN STERKE STAD EN EEN VITAAL PLATTELAND..........................................................................4 1.1 OPZET DUALE BEGROTING....................................................................................................................................6
2.
DE PROGRAMMA’S.............................................................................................................................................8 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12
3.
TOELICHTING EXPLOITATIEBEGROTING........................................................................................ 37 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9. 3.10 3.11 3.12 3.13
4.
KERNEN EN WIJKEN ...............................................................................................................................................8 ECONOMIE EN TOERISME....................................................................................................................................10 ONDERWIJS EN JEUGDBELEID ............................................................................................................................13 W ELZIJN EN VOLKSGEZONDHEID ......................................................................................................................17 KUNST EN CULTUUR............................................................................................................................................19 SPORT ....................................................................................................................................................................21 SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID .........................................................................................................23 VERKEER...............................................................................................................................................................26 NATUUR, LANDBOUW , M ILIEU EN BEHEER.....................................................................................................28 RUIMTELIJKE ORDENING EN WONINGBOUW ...............................................................................................31 VEILIGHEID......................................................................................................................................................34 BESTUUR..........................................................................................................................................................36
INLEIDING.............................................................................................................................................................37 M ACRO-ECONOMISCH BELEID ...........................................................................................................................37 RIJKSBELEID.........................................................................................................................................................38 BUDGETTAIR BELEID STEENWIJKERLAND .......................................................................................................39 M EERJAREN BEELD BELEIDSBEGROTING..........................................................................................................47 M EERJARENBEELD BEDRIJFSBEGROTING.........................................................................................................51 UITVOERINGSPLAN BALANSSANERINGSPROGRAMMA 2003-2006 ...............................................................53 RUIMTESCHEPPENDE MAATREGELEN BELEIDSBEGROTING ...........................................................................55 REALISATIE RUIMTESCHEPPENDE MAATREGELEN BELEIDSBEGROTING.................................................56 BESTEDINGSPLAN 2003-2006 .......................................................................................................................60 GRONDEXPLOITATIE ......................................................................................................................................68 RESERVE ONTWIKKELINGSINVESTERINGEN ...............................................................................................70 BELASTINGVOORSTEL....................................................................................................................................71
SPECIFIEKE PARAGRAFEN ........................................................................................................................ 75 4.1 W EERSTANDSVERMOGEN...................................................................................................................................75 4.2 RISICOPARAGRAAF..............................................................................................................................................77
5.
PROCEDURE........................................................................................................................................................ 82
6.
BESLISPUNTEN ................................................................................................................................................. 82
3
1.
Een sterke stad en een vitaal platteland
De gemeente Steenwijkerland wordt dagelijks bestuurd door een college van vijf wethouders onder leiding van burgemeester H. Apotheker. Dit college staat onder sturing en controle van de gemeenteraad bestaande uit 27 raadsleden afkomstig uit verschillende kernen, wijken en politieke partijen. Belangrijk in onze gemeente zijn zowel de stad als het omliggende platteland. Tientallen miljoenen euro’s worden geïnvesteerd in de versterking van de Steenwijk en de leefbaarheid van de kernen. Ondanks het 33.000 hectare grote gebied wordt toch met de menselijke maat bestuurd. Veel wordt geïnvesteerd in het kernen- en wijkenbeleid. Voorlichtingsavonden, hoorzittingen, inspraak en sinds kort ook internet dragen bij aan een korte afstand tussen burger en bestuur. Het bestuur weet zich hierbij gesteund door 330 medewerkers. Ongeveer eenvijfde werkt nog maar kort bij de gemeente. Zij hadden het hart en zijn naar Steenwijkerland gekomen om een nieuwe gemeente op te bouwen en het ambtelijk apparaat te versterken. Het ambtelijk apparaat wil zich laten zien als een ambitieuze organisatie, die meedenkt, transparant werkt en betrouwbaar en flexibel is. De nieuwe organisatiestructuur per 1 januari 2003 draagt hieraan in sterkere mate bij. Ook college en raad doorlopen een professionaliseringssla g, met name in het kader van de invoering van het dualisme. In Steenwijkerland wordt dit aangegrepen om een bestuursstijl te ontwikkelen die past bij de schaalvergroting die heeft plaatsgevonden. Dit alles moet uiteindelijk bijdragen aan het profiel van de nieuwe gemeente:
De gemeente Steenwijkerland is een goed bereikbare woon- en werkgemeente met een hoge (cultuur-) toeristische waarde in een regio met veel natuur, water en stadsschoon, waar ruimte is voor een brede en veelzijdige bedrijvigheid en waar sprake is van een aantrekkelijk woon- en leefklimaat. Binnen deze profielschets fungeert de stad Steenwijk als stedelijk centrum van de gemeente met regionale voorzieningen en de binnenstad als koopcentrum. Daarnaast is zij de vestigingsplaats voor industriële en dienstverlenende bedrijvigheid. De woonfunctie wordt sterk ontwikkeld. Hierbij spelen ook Vollenhove en Oldemarkt een belangrijke rol, vanwege de verzorgende functie die deze beide kernen vervullen. Met haar cultuurhistorische elementen richt Steenwijk zich ook op het (stads)toerisme en wil hiermee een verrijking zijn op de grote toeristische en recreatieve waarde van Steenwijkerland. De grote natuurgebieden de Weerribben en de Wieden met daarbij gelegen bekende plaatsen als Vollenhove, Blokzijl, Kuinre, Oldemarkt, maar ook het wereldberoemde dorpje Giethoorn, zijn kenmerkend voor de cultuurhistorie, de natuur, water en goede recreatieve mogelijkheden. Samen vormt dit een totaalpakket, dat als geheel zal worden uitgebouwd. Bestuurlijke prioriteiten In het collegeprogramma zijn de bestuurlijke prioriteiten voor de periode 2001-2006 neergelegd. Daarbij zijn voor ons belangrijke aandachtspunten: • We willen voor onze huidige inwoners een prettige leefbare gemeente zijn en blijven en daarnaast nieuwe inwoners aantrekken door de ontwikkeling van nieuwe woongebieden. • We willen een goed bedrijfsklimaat uitstralen voor nieuwe (hoogwaardige) bedrijven door het aanbieden van gunstige vestigingsmogelijkheden.
4
•
We willen naast de huidige stroom recreanten en toeristen ook een positieve uitstraling hebben voor nieuwe en andere geïnteresseerde recreanten en toeristen door het stimuleren van verblijfsrecreatieve projecten.
Aan de hand van het collegeprogramma zijn actiepunten opgesteld. Halverwege deze periode kan worden geconstateerd dat diverse onderdelen uit het collegeprogramma al zijn gerealiseerd. Aansprekende voorbeelden daarvan zijn het opzetten van een kernenbeleid, de stimulering van de VVV, de renovatie van het zwembad ’t Tolhekke, de versterking van de binnenstad en de professionalisering van de organisatie. Van de overige actiepunten kan voor de meeste worden geconstateerd dat deze zich nu in een plan- of uitvoerende fase bevinden. Van het overgrote deel van deze actiepunten zijn de financiële consequenties reeds opgenomen in het meerjarenbestedingsplan van de begroting, waar ook nu weer projecten aan zijn toegevoegd. In verband met de invoering van het duale bestel heeft u gevraagd om een evaluatie van het collegeprogramma aan het eind 2002. Dit moet resulteren in een actualisatie van het Bestuursakkoord voor de periode 2003-2006. De resultaten daarvan worden – waar mogelijk – in de voorjaarsnota 2003 verwerkt en uiteraard in de (meerjaren-)begroting 2004-2008.
5
1.1
Opzet duale begroting
Door de dualisering van het bestuur verandert ook de opzet van de begroting. In een gedualiseerd stelsel is er een andere verdeling van bevoegdheden tussen raad en college. De veranderende positie van de raad vraagt dan ook een andere taakopvatting van raadsleden. De raad zal meer accenten op de hoofdlijnen moeten leggen, terwijl het college de nadruk zal moeten leggen op het besturen – het beheer en de uitvoering – van de gemeente en het afleggen van verantwoording over de uitkomsten van het beleid via de jaarrekening en het jaarverslag. Tevens zullen er nieuwe, gewijzigde comptabiliteitsvoorschriften gelden voor alle gemeenten voor het begrotingsjaar 2004. In een gedualiseerd stelsel worden gewerkt met een programbegroting en een daarop gebaseerde bedrijfsbegroting. Er zullen dus 2 begrotingen zijn (één voor de raad en één voor de interne organisatie). De raad geeft in haar begroting aan welke speerpunten en programma’s voor de komende jaren en het volgende jaar in het bijzonder gehanteerd zullen worden. De raad zet hiermee een lijn uit, die in het najaar door de ambtelijke organisatie verwerkt wordt in een bedrijfsbegroting. Een voorstel over de opzet en inhoudsopgave (en welke programma’s er gehanteerd zouden kunnen worden) van de programbegroting kunt u op korte termijn verwachten. Met een duale begroting wordt niet langer gestuurd op individuele producten, maar op programma’s. Programma’s zijn beleidsterreinen waaronder verschillende producten vallen. Ze geven de prioriteiten weer. Voor de opzet van de programma’s is, zoals eerder met de raad besproken, gekozen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de structuur van het collegeprogramma en de samenstelling van de begroting 2002-2005. U heeft tevens aangegeven nog niet te willen sturen op programma’s, maar dat in 2003 nog op de individuele, 104, producten te willen doen. Deze begroting voorziet daarin; deze begroting kan daarmee worden gezien als een overgangsbegroting naar het duale systeem. In elk programplan wordt ingegaan op de maatschappelijke effecten en de wijze waarop gestreefd zal worden die effecten te verwezenlijken. Dit wordt gedaan aan de hand van de 3 w-vragen: • Wat willen we? • Wat doen we daarvoor? • Wat gaat het kosten? Bij de eerste vraag worden de beoogde maatschappelijke effecten beschreven. Waar mogelijk worden deze gekwantificeerd. Bij de beschrijving van elk programma gaat het er primair om de politiek relevante onderwerpen verder uit te werken en om de prioriteiten en uiteraard ‘nieuw voor oud beleid” te beschrijven. Onder de tweede vraag gaat het om hoe getracht zal worden de maatschappelijke effecten te bereiken. De belangrijkste producten die daarbij een belangrijke rol spelen, worden toegelicht. Aangegeven wordt op welke producten op welke manier bij zullen dragen aan het gewenste maatschappelijk effect en waarom juist voor deze producten gekozen is. Het is niet de bedoeling dat alle producten behorende bij een programma worden genoemd; integendeel. Ook is het niet de bedoeling alle producten volledig weer te geven. Daar dient de productraming voor. De producten worden kernachtig weergegeven en voor meer informatie over een bepaald product kan de productraming geraadpleegd worden. De derde vraag beschrijft de baten en lasten van het programma. Het totaal van de programma’s dekt alle baten en lasten. Vanaf 2004 zal u de baten en lasten op het niveau van de onderscheiden programma’s autoriseren. Afwijkingen behoeven altijd de goedkeuring van de raad, en in de 3 voortgangsrapportages zal hierover gerapporteerd worden. Binnen een programma kan het college
6
schuiven in de middelen. Ook belangrijke ontwikkelingen hierin worden teruggekoppeld aan de raad. Omdat u ervoor heeft gekozen nog op de individuele producten te willen sturen, wordt deze vraag in deze begroting nog niet gesteld en beantwoord. De in deze begroting gehanteerde programmatische opzet is derhalve voorlopig. De programmakeuze zal aan het begin van volgend jaar door de raad kunnen worden gemaakt en zal later worden gevolgd door een programmaplan per programma. Volgtijdelijk zullen in de loop van deze collegeperiode deze programma's worden ontwikkeld, beschreven en van doelstellingen en acties worden voorzien ( programma/plannen. Een planning daartoe zal eveneens begin volgend jaar moeten worden overeengekomen. De huidige programma’s hebben (nog) het karakter van clusters, ofwel een optelsom van samenhangende producten. In de toekomst zal sprake zijn van een integrale aanpak waarin de verschillende producten worden gericht op de realisering van de in het programma overeengekomen doelstellingen (maatschappelijke effecten).
7
2.
De programma’s
In deze begroting worden 12 verschillende programma’s onderkend: kernen en wijken (2.1), economie en toerisme (2.2), onderwijs en jeugdbeleid (2.3), welzijn en volksgezondheid (2.4), kunst en cultuur (2.5), sport (2.6), sociale zaken en werkgelegenheid (2.7), verkeer (2.8), natuur, landbouw, milieu en beheer (2.9), RO en woningbouw (2.10), veiligheid (2.11) en bestuur (2.12).
2.1
Kernen en wijken
Vrijwel alle gemeentelijke activiteiten dragen bij aan de ontwikkeling en leefbaarheid van kernen en wijken. Daarover gaan in feite alle 12 paragrafen. Dit programma kernen en wijken omvat kermissen en overige evenementen, multifunctionele accommodaties en dorpshuizen, speelvoorzieningen en kernenbeleid. Wat willen we bereiken De 26 kernen en de 6 wijken van Steenwijk-stad vormen de pijlers van de gemeente Steenwijkerland. Daar moet de leefbaarheid worden gewaarborgd op het niveau van voor de herindeling. Burgers moeten merken dat daaraan actief wordt gewerkt door verenigingen van plaatselijk belang en wijkverenigingen, de gemeente en de politie. De drie voormalige gemeenten gezamenlijk, behaalden in de Omnibusenquête 2000 een rapportcijfer van 7,5 voor leefbaarheid. In 2004 moet dit op zijn minst weer zo zijn. De nota kernen- en wijkbeleid, vastgesteld in 2001, is de basis voor het actief benaderen van de burgers bij de ontwikkeling van beleid. Daarom wordt er bijzondere aandacht besteed aan de communicatie om de toegankelijkheid van het bestuur en ambtelijke organisatie te vergroten. Uit de evaluatie die begin 2003 verschijnt zal moeten blijken dat men hierover in voldoende mate tevreden is. Tot slot streven we ernaar dat burgers in kernen en wijken tevreden zijn over de dienstverlening die de gemeente biedt ten aanzien van het onderhoud en het beheer van de fysieke omgeving. De servicelijn speelt hierin een belangrijke rol. Klachten die hier binnenkomen worden binnen twee weken behandeld. In de uitvoering van onderhouds- en reconstructie -werkzaamheden worden direct omwonenden betrokken. Wat doen we daarvoor Er is 1,5 formatieplaats beschikbaar voor het ondersteunen van kernen en wijken bij de ontwikkeling van projecten die bijdragen aan de leefbaarheid, de communicatie tussen hen en de gemeente en het kritisch volgen van de realisatie van wensen met betrekking tot onderhoud en beheer. Daarvoor bezoeken de twee contactambtenaren gemiddeld twee keer per jaar zo’n 32 verenigingen van plaatselijk belang en wijkverenigingen. Verder is er tot februari 2003 via het project Leefbaarheidsplannen een leefbaarheidsmakelaar parttime in dienst van de Stichting OpMaat om kernen en wijken te ondersteunen bij het opzetten van leefbaarheidsprojecten en het zoeken naar financieringsmogelijkheden. Mede daardoor zal een 8-tal projectaanvragen vóór 1 december 2002 bij Leader+ worden ingediend. Voor begin 2003 staan nog meer projecten op stapel. Aan het project Leefbaarheidsprojecten levert de gemeente een bijdrage van ongeveer 25% (€ 17.700,-). Verder huisvesten wij tot 2006 de provinciaal coördinator Leader-plus. Leader-plus stimuleert projecten voor vernieuwing van het landelijk gebied. Het gaat daarbij om kleinschalige projecten in bestaande en nieuwe economische sectoren en bij voorkeur met een experimenteel en vernieuwend karakter. De korte lijnen en het veelvuldige overle g, stimuleert optimaal effectief gebruik van deze Europese subsidieregeling door zowel kernen en wijken als gemeente zelf. De coördinator is niet
8
alleen actief in de promotie en uitleg van de regeling, maar ook in het stimuleren van het omzetten van creatieve ideeën in concrete projectaanvragen. Wij willen bereiken dat er steeds meer projecten ingediend zullen worden. Ook financieel worden kernen en wijken gestimuleerd. Jaarlijks ontvangt elke vereniging € 1.134,- voor organisatiekosten, en daarnaast ontvangen ze jaarlijks maximaal € 1,82 per inwoner voor concrete projectvoorstellen. Die bedragen kunnen over maximaal 3 jaar worden gespaard voor grotere projecten. Voor zeer omvangrijke projecten met co-financiering van bijvoorbeeld Leaderplus is tot 2006 € 226.890,- beschikbaar. Daarbovenop is jaarlijks € 1 mln. subsidie beschikbaar voor Leader-plus projecten en PSI’s. Voor de komende 4 jaar (vanaf 2002) hebben wij € 113.445,per jaar beschikbaar gesteld voor LEADER-plus projecten. Als het budget niet benut is in 2002 zal het doorgeschoven worden naar 2003. Verwacht wordt dat bijna alle kernen en wijken actief gebruik maken van deze financiële mogelijkheden. Speelvoorzieningen zullen worden aangebracht op basis van het huidig vastgestelde beleid. De plaatsing van de voorzieningen is gepland voor 2003 en 2004. Overleg over de speelvoorzieningen heeft al plaatsgevonden met de vertegenwoordigers van de scholen en voor een deel met de verenigingen voor de wijken en dorpsbelangen. Tot slot hebben de dorpshuizen bijzondere aandacht. Op dit terrein is nog geen sprake van eenduidig beleid. Dat begint zich steeds meer te wreken. Voor kernen en wijken is het van belang hierover snel duidelijkheid te creëren. De gemeente Steenwijkerland herbergt drie grote multifunctionele accommodaties, respectievelijk De Meenthe (Steenwijk), De Burght (Vollenhove) en Dalzicht (Oldemarkt). Voorts zijn er 16 dorpshuizen, 5 wijkgebouwen en 5 kerkelijke gebouwen die onderdak bieden aan activiteiten uit een dorp. Dit grote aantal accommodaties werd door de voormalige gemeenten op verschillende wijze ondersteund. Voor 1 januari 2003 willen wij het geharmoniseerde accommodatiebeleid. In deze begroting hebben we de financiële gevolgen van harmonisatie meegenomen. Uit bovenstaande zou de indruk kunnen ontstaan dat kernen- en wijkenbeleid vooral tijd en geld van de gemeente vergt. Ten onrechte. Wij hebben de inzet van de kernen- en wijkenverenigingen hard nodig om onze doelstellingen te realiseren. Zij weten wat er leeft, waar behoefte aan is en kunnen zaken soms praktischer realiseren dan de gemeente. Bovendien past dat ook in de tijdgeest die in het voorwoord is aangegeven. De tijd van de alles-bepalende en alom-verantwoordelijke overheid is voorbij. Van eenieder wordt steeds nadrukkelijker ook zijn eigen verantwoordelijkheid en initiatief gevraagd. Beleidsspeerpunten Verbetering leefbaarheid
Goede communicatie met burgers en plaatselijk belang
Doel/activiteit 2003 • Coördinator Leader-plus • Vrijwilligers • Voorlichting • Promotie • Projecten • Organisatiegeld • Servicelijn • Plaatsing speelvoorzieningen • Contactambtenaren • Contactwethouders • Bijeenkomsten • Bezoeken
Producten • Kernenbeleid • Multifunctionele accommodaties en dorpshuizen • Kermissen en overige evenementen • Speelvoorzieningen • Bedrijfsvoering •
Kernen en wijken
9
2.2
Economie en toerisme
Wat willen we bereiken De sociaal-economische structuur van onze gemeente is vrij kwetsbaar. Door het creëren van gunstige randvoorwaarden voor bedrijfsvestiging en bedrijfsontwikkeling wil de gemeente de economische structuur versterken en de economische dynamiek vergroten. Daarboven wil de gemeente actief partij zijn bij (ruimtelijke) ontwikkelinitiatieven die bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van omgeving waarin gewerkt en geleefd wordt en het draagvlak voor voorzieningen. De gunstige vestigingsmogelijkheden moeten in de eerste plaats bestaan uit een marktgericht aanbod bedrijventerreinen. In aanvulling daarop moet gericht promotie worden gepleegd, moet het woonklimaat aantrekkelijk zijn en moet het voorzieningenniveau in Steenwijkerland kwalitatief goed zijn. Het gaat dan niet alleen om de fysieke aanwezigheid van voorzieningen, maar ook om de levendigheid in de stedelijke kernen, die kan ontstaan door positieve samenwerking tussen ondernemers en gemeente. Gemeente en ondernemers moeten steeds meer samen optrekken. Een actieve benadering door de gemeente en intensief overleg zijn daarvoor onontbeerlijk. Ons buitengebied heeft grote potenties. De kwaliteiten van natuur en landschap moeten worden gekoesterd om daarnaast, goed gedoseerd, te kunnen dienen als een van de grootste (toeristische) trekpleisters van de regio. De toeristische perspectieven van het landschap, maar ook van de historische steden, moeten verder worden uitgebuit. Het gebiedsgericht beleid is een instrument om de ontwikkeling van het landelijk gebied gestalte te geven. Dit is met name vanuit de toeristische invalshoek het geval. Ook kan een bredere economische invalshoek worden gehanteerd. Hiertoe zal een plan voor het plattelandstoerisme worden opgesteld. De werkgelegenheidsontwikkeling zal niet alleen moeten worden gezocht in het aantrekken van nieuwe bedrijven. De autonome ontwikkeling is minstens zo belangrijk. Hiertoe wil de gemeente nagaan welke rol zij kan spelen bij het stimuleren van professionalisering en kwaliteitsverbetering van het ondernemerschap, zowel bij industriële bedrijven als bij bedrijven in de perspectiefrijke toeristische sector. Intensieve contacten, het samen oppakken van diverse projecten en het vormgeven van aanvullende regelgeving zijn daarbij instrumenten. Steenwijkerland zet fors in om de positie van Steenwijk als stad met een streekfunctie waar te maken. Om te komen tot een optimale ruimtelijk-economische ontwikkeling is in steeds sterkere mate afstemming nodig met omliggende gemeenten. In het kader van een duurzaam en efficiënt gebruik van de ruimte en het bundelen van de voorzieningen ligt het voor de hand de verdere ontwikkeling van Steenwijk in een versterkte onderlinge samenhang met Meppel te laten plaatsvinden. Wat doen we daarvoor De bedrijfscontactfunctionarissen investeren fors in een goede relatie met het lokale bedrijfsleven. De intensiteit van bedrijfsbezoeken zal worden opgevoerd en er worden door de gemeente initiatieven genomen om elkaar vaker (ook binnen een inhoudelijke context) te ontmoeten. Er wordt een toeristisch platform en een economisch overlegverband georganiseerd. Het coördinatieteam binnenstedelijke ontwikkelingen Steenwijkerland krijgt in 2003 meer gestalte. Bovendien zullen er gezamenlijk met het bedrijfsleven projecten worden opgepakt en uitgevoerd (zoals het stimuleren van een starterscentrum, stimuleren van kwaliteitszorg, innovatief aanbesteden e.d.). De ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen wordt voortvarend opgepakt. De uitgifte is de laatste jaren zeer voorspoedig gegaan. In 2000 en 2001 was uitgifte resp. ruim 7 en ruim 11 ha. In
10
2002 is tot halverwege het jaar al meer dan 8,5 ha verkocht. Met name in het marktsegment regulier gemengd terrein zal bij niet actief optreden op korte termijn een tekort ontstaan. Door de ontwikkeling van het terrein Hooijdijk-zuid/NOVAC-terrein (Steenwijk), de aanleg van Boterbergzuid (Oldemarkt) en Schaarkampen II (Vollenhove) kunnen we op korte termijn voorzien in een behoefte. Voor de lange termijn wordt met het opstarten van de ontwikkeling van de Drentse Poort (ter hoogte van de A32) een terrein met een bovenlokale functie nagestreefd. Om de kwaliteit van de stedelijke kernen en het voorzieningennivo in de gemeente Steenwijkerla nd op een beter peil te krijgen en te houden worden plannen ontwikkeld. Het aanvalsplan binnenstad Steenwijk is opgesteld en wordt in 2003 verder uitgewerkt. Aandachtspunten zijn het actief acquireren op gewenste detailhandelsbranches en het versterken van de samenwerking tussen ondernemers en gemeente. De structuurvisie Vollenhove zal in 2003 een duidelijke richting geven over de meest optimale ontwikkelingsperspectieven voor de binnenstad van Vollenhove. Ook hier wordt nadrukkelijk samen opgetrokken met de lokale ondernemers. Bovendien worden diverse projecten in de fysieke omgeving opgepakt (De Poorten, herinrichting centrum Oldemarkt, Paardemarkt+) die bijdragen aan een betere kwaliteit van de verblijfsomgeving. In 2003 zal op diverse fronten een kaderplan toeristisch beleid verder worden uitgewerkt. We zullen aandacht besteden aan stedelijk toerisme, plattelandstoerisme, watertoerisme en ondernemersgerelateerde projecten. Het gebiedsgericht beleid zal in 2003 binnen een nieuwe uitvoeringsgerichte organisatiestructuur worden opgepakt. Op deze manier willen we slagvaardiger de potenties die het gebied heeft kunnen waarmaken. Het verbeteren van de toeristische infrastructuur (fietspaden, kleinschalige recreatieve voorzieningen) en het versterken van afstemming tussen natuur, landschap en toerisme zijn in 2003 specifieke aandachtspunten. Daarnaast wordt gewerkt aan productontwikkeling en promotionele samenwerking. Naast de toeristische aandachtspunten in het gebiedsgericht beleid zullen we het komende jaar ook aandacht besteden aan een aantal andere gebieden. Middels projecten wordt gewerkt aan het realiseren van duurzame en gezonde economische ontwikkelingen. Ook zijn er projecten in het kader van leefbaarheid om de sociale kwaliteit en welzijn in het gebied te verbeteren. Ook het verder uitwerken van het raamplan landinrichting en de diverse gele vlekken zullen voortvarend worden opgepakt. Zoals hierboven al gemeld zal nieuw beleid en regelgeving worden opgesteld met betrekking tot watertoerisme. Het beleid moet een kader bieden om samen met de ondernemers te komen tot een kwaliteitsverbetering van het product, zoals het stimuleren van elektrisch varen. Een nieuwe vaarverordening zal de aantrekkelijkheid van het kwetsbare gebied beter afgewogen moeten beschermen dan nu mogelijk is. Op het gebied van regionale economische samenwerking worden ook in 2003 de nodige activiteiten en initiatieven ontplooid. Steenwijkerland participeert in de Regiovisie NoordOverijssel&Zuid-Drenthe en in het Stedelijk Netwerk Zuid-Drenthe en zal zeker in toenemende mate moeten samenwerken en afstemmen met Meppel.
Beleidsspeerpunten Het versterken van de relatie met het bedrijfsleven
Doel/activiteiten • -het afleggen van bedrijfsbezoeken • -het organiseren van een toeristisch platform en een economisch café • -vanuit het cluster economie en toerisme
Producten • economische ontwikkeling • toerisme
11
Het ontwikkelen van een marktgericht aanbod bedrijventerreinen
•
• Het verbeteren van de kwaliteit • van het voorzieningenniveau en de levendigheid van de • binnensteden • •
• Het verbeteren van de • economische en toeristische ontwikkelingsperspectieven van het buitengebied • • • Het verbeteren van de kwaliteit • en de perspectieven van het toerisme • Het versterken van de regionale • positie van Steenwijk, nadruk op kern.
Gebiedsgericht beleid
• • • • •
sterker en actiever als aanspreekpunt fungeren voor het bedrijfsleven ontwikkelen van Hooijdijkzuid en Schaarkampen II en op lange termijn de Drentse Poort bedrijvenpromotiecampagne gerichte acquisitie op branches in de detailhandel versterken samenwerking ondernemers onderling, gemeente en stichting Promotie Steenwijkerland structuurvisie Vollenhove afronden en uitwerken uitvoering van Stadsbeeld Steenwijk 2020/2030 en binnenstedelijke ontwikkelingen het opstarten van project Paardemarkt+ nieuwe organisatiestructuur gebiedsgericht beleid operationeel verbeteren toeristische infrastructuur versterken afstemming tussen natuur, landschap en toerisme opstellen van een actieplan plattelandstoerisme uitwerken van deelnota’s toeristisch beleid opstellen nieuwe vaarverordening actief participeren in het stedelijk netwerk ZuidDrenthe en versterken strategische samenwerking met Meppel ontwikkelen duurzame landbouw en recreatie realiseren veerkrachtig en duurzaam watersysteem verbeteren sociale kwaliteit en welzijn in het gebied realiseren duurzame en gezonde economische ontwikkeling invullen gele gebieden
•
economische ontwikkeling
•
economische ontwikkeling
• • •
economische ontwikkeling toerisme recreatieve voorzieningen
•
toerisme
•
economische ontwikkeling
• • •
economische ontwikkeling toerisme recreatieve voorzieningen
12
2.3
Onderwijs en jeugdbeleid
Wat willen we bereiken Onze doelstelling is het handhaven en waar mogelijk versterken van een goed en breed aanbod van onderwijsinstellingen; randvoorwaarden scheppen waarbinnen een klimaat heerst dat uitnodigt tot het geven van kwalitatief goed onderwijs, dat algemeen toegankelijk is en iedereen gelijke kansen biedt. Om dat te bereiken zijn de accenten in ons beleid de volgende: - het zorgen voor een kwalitatief goed scholenbestand - het behouden van de onderwijsvoorzieningen (instandhouding van basisscholen in de vele kernen) - onderwijsaanbod verbreden c.q. versterken (herpositionering van speciale school voor basisonderwijs; onderzoek naar de haalbaarheid tot vestiging van een dependance van De Ambelt) - de verworvenheden van het onderwijsachterstandenbeleid, als opgebouwd ten tijde van het onderwijsvoorrangsbeleid, vasthouden, en naar de huidige mogelijkheden en inzichten intensiveren en verbreden naar de wijken en dorpen waar de achterstanden zich manifesteren (GOA/VVE, Brede School, peuterspeelzalen/kinderopvang mede in relatie tot de doorstroom naar het basisonderwijs) - het voeren van een actief beleid ter voorkoming van vroegtijdige school verlating en het behalen van een startkwalificatie. Wat doen we daarvoor Er wordt een meerjaren investeringsprogramma opgesteld. Dit programma bevat een raming van activiteiten en investeringen in onderwijsgebouwen (scholen en gemeentelijke gymnastiekaccommodaties) voor de komende 10 jaar. Daarin zijn tevens enkele strategische beleidskeuzes opgenomen waarover principiële beleidsuitspraken zullen worden gevraagd: verplaatsing van de speciale school voor basisonderwijs (Burg. Voetelinkschool), een lesplaats REC te Steenwijkerland (dependance De Ambelt) en ten aanzien van bouwkundige voorzieningen RSG. De gemeente heeft tegelijk met de decentralisatie van de onderwijs huisvestingsvoorzieningen de verantwoordelijkheid gekregen voor de instandhouding en de nieuwbouw/uitbreiding van voorzieningen in de onderwijshuisvesting. Deze verantwoordelijkheid zal waar gemaakt moeten worden op basis van een gesloten huishouding. Dat betekent enerzijds, dat de van het rijk hiervoor beschikbaar te stellen gelden voor de uitvoering van deze taak beschikbaar zullen worden gesteld, i.c. jaarlijks worden toegevoegd aan de voorziening onderwijshuisvesting, en anderzijds dat voor investeringen geen beroep meer gedaan zal kunnen worden op de autonome middelen van de gemeente. De rijksbijdragen voor onderwijsbegeleiding, die via de gemeente aan de onderwijsbegeleidingsdiensten worden uitbetaald zullen naar het zich laat uitzien in 2003 aan de scholen worden uitbetaald, die daarmee de vrijheid zullen krijgen tot inkoop van begeleiding. Deze beleidswijziging noopt de gemeente om tevens haar positie te bepalen ten aanzien van de subsidiëring van de begeleidingsdiensten (de gemeente verdubbelde de rijksbijdrage richting de schoolbegeleidingsdiensten). Ons beleid is gericht op de instandhouding van de schoolbegeleidingsdienst, met name het behoud van de dependance van het Onderwijs Adviescentrum in onze gemeente.
13
Openbaar onderwijs Een beslissing over het op afstand zetten van het bestuur van het openbaar basisonderwijs zal naar verwachting in 2003 worden genomen. Tegelijk met dit proces wordt ook de vraag naar de inrichting van een algeheel bovenschools management beantwoord. Nog afgezien van inspraak van medezeggenschapsraden is een zorgvuldige en uitgebreide open procedure van belang voor het verkrijgen van een breed draagvlak. Onderwijsachterstandenbeleid Het bieden van onderwijs met gelijke kansen voor iedereen, betekent extra aandacht voor achterstandssituaties. De leerprestaties en schoolloopbanen van kinderen en jongeren, die het risico lopen om in het onderwijs achterop te raken als gevolg van sociale, culturele en economische factoren mogen uiteindelijk gemiddeld niet verschillen van die van andere kinderen. In het voortgezet onderwijs behoren allochtone en autochtone risico-leerlingen tot de doelgroep. Voor dit beleid zijn in het landelijk beleidskader vier prioriteiten geformuleerd: - voor- en vroegschoolse educatie - ondersteuning schoolloopbaan - bestrijding van voortijdig schoolverlaten - beheersing van de Nederlandse taal. In het Gemeentelijk Onderwijsachterstandenplan 2002-2006 zijn de gestelde prioriteiten uitgewerkt. Het GOA-beleid staat niet op zichzelf. Het is een onderdeel van het algemeen onderwijs- en jeugdbeleid en heeft raakvlakken met andere beleidsterreinen. Het beleid wordt versterkt door de relatie met het lokaal jeugdbeleid, de brede school (er zal het komend jaar een verkennende afweging worden gemaakt op haalbaarheid tot verbreding), voortijdig schoolverlaten (een van de speerpunten in het leerplicht en RMC-beleid), Weer Samen Naar School, de jeugdgezondheidszorg en de volwasseneneducatie. Punt van aandacht is de monitoring van het beleid. Vooruitlopend op initiatieven van het rijk worden al stappen in die richting genomen. Het rijk wil de GOA-monitor, met een analyse op ambitie en investeringen VVE, in de periode 2002-2006 fasegewijs invoeren. Daarbij is ook een rol weggelegd voor de inspectie. Brede school Voor het bieden van de nodige randvoorwaarden om een succesvolle schoolcarrière mogelijk te maken is de inzet van meerdere disciplines, dan het onderwijs, noodzakelijk. Binnen de brede school zijn de meest relevante disciplines gezamenlijk verantwoordelijk voor de schoolcarrière van de leerlingen. Met de Brede School wordt een aantal jaren in de wijk Steenwijk-west ervaring opgedaan. In het komend jaar zal een begin gemaakt moeten worden met de beantwoording van de vraag op welke wijze de methode van de Brede School binnen andere delen van de gemeente ingevoerd kan worden. Het initiatief is genomen om de mogelijkheden rond deze verbreding na te gaan en hierover met voorstellen te komen. De deelnemers hebben op basis van eigen ervaringen de Brede School Steenwijkerland West geëvalueerd. De Spil zal als objectief buitenstaander deze evaluatie nog laten volgen door een kort onderzoek naar sterke en zwakke punten, alsmede de noodzakelijke randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan voor het opzetten van een brede school elders in de gemeente. Intussen zullen de aanwezige (buurt)netwerken in wijken en dorpen beter in beeld gebracht worden. Deze gegevens zullen worden gebruikt bij het maken van de keuze voor het opzetten van een tweede brede school in een andere wijk/dorp. RMC/voortijdig schoolverlaten Voor het verkrijgen van goede kansen in het arbeidsproces wordt een startkwalificatie vereist: het hebben van een diploma op HAVO/MBO niveau 2. Het is dan ook van het grootste belang dat voorkomen wordt dat leerlingen vroegtijdig uit het onderwijssysteem stappen. Een van de methoden is het project “Time-out”. Dit project dient echter in nauwe relatie met een goed
14
functionerende zorgstructuur binnen het voortgezet onderwijs te functioneren. Naast de Time-out is vanuit het voortgezet onderwijs de behoefte aangegeven om een project te starten rond de huiswerkondersteuning. Om te voorkomen dat allerlei projecten en activiteiten geïsoleerd worden gestart is het voor de samenhang van belang dat er ook voor het voortgezet onderwijs op een meer nadrukkelijker wijze een onderwijsachterstandenbeleid wordt ontwikkeld. Een dergelijk beleid kan niet anders dan integraal worden vormgegeven waarbij meerdere disciplines betrokken zijn. Bouwstenen voor een dergelijk beleid zullen dan ook vanuit PION aangeleverd moeten worden. PION/jeugdbeleid Binnen het jeugdbeleid is voor het jaar 2003 gekozen voor het thema "Investeren in contact" Dit wil niet zeggen dat er minder aandacht zal zijn voor de overige beleidsthema’s : - jeugd en veiligheid - opvoedingsondersteuning - voorkomen schooluitval en onderwijsachterstanden - zorgstructuur - positionering bureau jeugdzorg Het thema is voor PION een belangrijk aandachtspunt waarop in 2003 het accent komt te liggen. De overige beleidsthema’s worden min of meer afgeleid van het accent “Investeren in contact”. Bij de vormgeving van het thema komt de methode van CLICKS nadrukkelijk in beeld. Deze aanpak zal de uitvoering van het integraal veiligheidsplan op een niet onbelangrijke wijze moeten ondersteunen. De ambitie is om de veiligheid voor de jeugd te vergroten . Uit registratie zal moeten blijken dat de gemeente steeds veiliger wordt. Tegelijkertijd moet, door extra investeren in contact met jongeren, de onveiligheidsgevoelens aangaande rondhangende jeugd en de overlast en criminaliteit afnemen. Buurtnetwerken Een buurtnetwerk probeert door op een integrale wijze samen te werken in een vroegtijdig stadium problemen bij kinderen te onderkennen en daar waar dat mogelijk is op te lossen. De thans bestaande buurtnetwerken hebben hun meerwaarde reeds aangetoond. Uitbreiding van het aantal buurtnetwerken verdient dan ook bijzondere aandacht. Jeugdgezondheidszorg Tot voor kort was er sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid voor de jeugdgezondheidszorg. De leeftijdscategorie van 0 – 4 jarigen behoorde tot het domein van de AWBZ terwijl de leeftijdscategorie daarboven onder de verantwoordelijkheid van de lokale overheid viel. Ingaande 1 januari 2003 valt de gehele jeugdgezondheidszorg tot de verantwoordelijkheid van de gemeente. Momenteel wordt in regio verband gezocht naar een antwoord op de vraag op welke wijze de uitvoering ter hand dient te worden genomen (GGD / thuiszorg). Peuterspeelzaalwerk De positie van het peuterspeelzaalwerk in de keten van voorzieningen voor 0 – 6 jarigen is zodanig belangrijk dat een verdergaande professionalisering volop de aandacht verdient. Daarvoor worden in deze begroting extra middelen beschikbaar gesteld voor continuering en uitbreiding van de managementondersteuning. Tevens zal de samenwerking tussen alle peuterspeelzalen worden vorm gegeven, waar wij komend jaar € 10.000 voor willen beschikbaar stellen. Daarnaast is het noodzakelijk de huidige wachtlijsten te verminderen. Volgend jaar zal dan ook het aantal groepen met 5 worden uitgebreid. Kinderopvang De stichting kinderopvang Wildebras probeert op twee locaties te komen tot herhuisvesting. In Oldemarkt is sprake van een gecombineerde kinderopvang/peuterspeelzaalvoorziening. Aangezien de huidige accommodatie onvoldoende is om het aantal op grond van de stimuleringsmaatregel toegewezen kindplaatsen te realiseren zal voor het einde van het jaar 2003 een alternatieve
15
accommodatie gevonden moeten worden. Aangezien ook de huidige accommodatie voor verbetering vatbaar is wordt op korte termijn gezocht naar een tijdelijke voorziening. Vervolgens zal voor een meer permanente oplossing onder andere gekeken worden naar de mogelijkheden van het voormalige gemeentehuis in Oldemarkt. In Steenwijkerland zijn plannen in ontwikkeling om in de Woldmeenthe een kinderopvangvoorziening te realiseren. De planontwikkeling wordt momenteel vertraagd door een ingebrachte bezwaren. Beleidsspeerpunten Doel/activiteiten in 2003 Zorgdragen voor een • Uitvoering van kwalitatief goed scholenbestand meerjareninvesteringssche Versterking c.q. verbreding van ma (houtskoolschets) het onderwijsaanbod • haalbaarheidsonderzoek naar vestiging dependance De Ambelt (REC-lesplaats) • besluitvorming rondom herpositionering Burg. Voetelinkschool Inrichting bestuur openbaar • instelling schoolbestuur primair onderwijs (bestuur op afstand) • invoering van algeheel bovenschools management Het bieden van onderwijs met • uitwerking GOA-/VVE gelijke kansen voor iedereen prioriteiten/activiteiten • nagaan of Brede School verbreed moet worden • beroep op facilitaire mogelijkheden in het kader van onderwijskansenbeleid Het voorkomen van • Ontwikkelen vroegtijdige schoolverlating onderwijsachterstandenbeleid Voortgezet onderwijs Opvoedingsondersteuning • afstemming aanbod • consultatie • cursussen Jeugd en veiligheid • jongerenactiviteiten (CLICKS) • jongerenvoorziening • schoolprojecten Bieden van adequate hulp • Zorgstructuur • Uitbreiding buurtnetwerken Ontwikkeling • Realisering huisvesting kinderopvangmogelijkheden Kiekeboe in Oldemarkt • en Woldmeenthe Vroeg- en voorschoolse • Professioneel educatie peuterspeelzaalwerk
Producten • Diverse onderwijsproducten
•
Diverse onderwijsproducten
• • •
Diverse onderwijsproducten Jeugd- en jongerenwerk Achterstandsbestrijding
• •
Jeugd- en jongerenwerk Achterstandsbestrijding
•
Jeugd- en jongerenwerk
•
Jeugd- en jongerenwerk
•
Jeugd- en jongerenwerk
•
Kinderdagopvang
• •
Jeugd- en jongerenwerk Kinderdagopvang
16
2.4
Welzijn en volksgezondheid
Wat willen we bereiken De aanwezigheid van sociaal culturele voorzieningen in wijken en dorpen is van belang om de leefbaarheid en maatschappelijke participatie van mensen te bevorderen. Voor een belangrijk deel worden dergelijke voorzieningen door vrijwilligers in stand gehouden. Om de randvoorwaarden te vervullen om het werk mogelijk te maken, willen wij de komende periode aandacht geven aan: - professionele ondersteuning - financiële ondersteuning - aanwezigheid van accommodaties - advies en informatiepunt - overlegvormen Wat doen we daarvoor Ontwikkeling van : - een subsidiebeleid - ontwikkeling accommodatiebeleid - ontwikkeling zorgloket - communicatie - productafspraken volwasseneneducatie Subsidiebeleid Na de gemeentelijke herindeling is begonnen met het lastige karwei om de verschillende subsidieregelingen die op verschillende terreinen bestonden te harmoniseren. De verschillen zijn met name aanwezig op het terrein van de amateuristische kunstbeoefening en het vrijwillige sociaal cultureel werk zoals dat op wijk en dorpsniveau wordt vormgegeven (kinderclubwerk, dorpsfeesten en dergelijke). Op het terrein van het professionele aanbod zijn nagenoeg geen harmoniserende maatregelen noodzakelijk. Met waardering kan gewezen worden op de op eigen kracht uitgevoerde fusie van de drie stichtingen voor openbaar bibliotheekwerk. Naast de technische kant van de harmonisatie van subsidies is het met name voor de professionele aanbieders van belang dat er budgetafspraken worden gemaakt in relatie tot de te leveren diensten c.q. producten. Zorgloket Bij het besluit met betrekking tot de integratie van de WVG-advisering bij het RIO Zwolle is door de gemeenten geopteerd om in een lokaal zorgloket de RIO- en WVG-taken uit te voeren. Voor de gemeente Steenwijkerland ligt een kans om, anticiperend op de ontwikkelingen met betrekking tot de integratie van WVG-advisering bij het RIO, een lokaal zorgloket te realiseren, waarin de indicatiestellingen van het RIO en de indicatiestelling voor de WVG worden geïntegreerd. Op deze wijze wordt de toegang tot de indicatiestelling dicht bij de burgers van Steenwijkerland gebracht. Verder is het van belang, dat in een zorgloket niet alleen de gemeente participeert, maar dat ook andere instellingen en organisaties, hierin kunnen deelnemen. Gehandicapten Op 6 juni 2002 is de cliëntenraad gehandicapten Steenwijkerland officieel geïnstalleerd. In de cliëntenraad zijn alle disciplines van mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening vertegenwoordigd. De verhouding tot de gemeente en de afspraken tussen cliëntenraad en gemeente zijn geregeld in een verordening. Vanuit de gemeente zal de cliëntenraad voorzien moeten worden van de nodige informatie omtrent voorgenomen en te ontwikkelen (nieuw) beleid. Volwasseneneducatie Gemeenten krijgen jaarlijks ten behoeve van de volwasseneneducatie een rijksbijdrage toegekend. Wij kopen hiervan bij ROC Deltion en ROC Landstede cursussen in. ROC Drenthe voert, als
17
onderaannemer, ook een deel van het onderwijs uit. Wij hebben genoemde ROC’s gevraagd na te denken over de uitvoering van het volwassenenonderwijs in de gemeente Steenwijkerland na het jaar 2003.De rijksbijdrage educatie wordt in zijn algemeenheid ingezet om de sociale structuur binnen onze gemeente te versterken. Daartoe worden onder meer de cursussen Oriëntatie op Scholing en Beroep en Vrouwen aan de slag voor cliënten met een uitkering in het kader van de Bijstandswet ingekocht. Voor de 'oudkomers' wordt het onderwijs (NT2) gefinancierd uit de reguliere educatiemiddelen. Sinds 2001 wordt vanuit de Brede School een cursus digitale vaardigheden voor de ouders van leerlingen verzorgd. In Vollenhove is in 2002 met een soortgelijke cursus gestart. Voorts hebben wij als experiment het project Terra Aqua ingekocht, een gezamenlijk initiatief van ROC Deltion en IWA Wurkympuls. Hierbij volgen de deelnemers in plaats van één afgebakende cursus naar behoefte verschillende onderdelen uit meerdere cursussen. Ook worden er een cursus deskundigheidsbevordering vrijwilligers en alfabetiseringscursussen ingekocht. Vluchtelingenbeleid Alhoewel de gemeentelijke overheid niet verantwoordelijk is voor het vluchtelingenbeleid en de daaruit voortvloeiende gevolgen is in regio-verband wel medewerking verleend aan de tot stand koming van een voorziening. Deze voorziening is getroffen in de vorm van de uitvoering van een door het Leger des Heils en de Vrouwenopvang Overijssel, in nauw overleg met gemeenten, IOM en vrijwilligersorganisaties, opgesteld projectplan Dakloze Asielzoekers Tijdelijke Opvang (DATO). Kern van het projectplan is dat aan dakloze asielzoekers in principe geen opvang wordt aangeboden tenzij: - er sprake is van dringende medische of sociale omstandigheden en - de dakloze asielzoeker aangeeft mee te willen werken aan vrijwillige terugkeer dan wel dooremigratie en - de dakloze asielzoeker, totdat hij of zij dakloos werd, onderdak heeft genoten bij het COA of een gemeente uit de regio IJssel-Vecht of de Noord-West Veluwe.
Beleidsspeerpunten Ondersteuning van maatschappelijk belangrijk geachte activiteiten Ondersteuning van maatschappelijk belangrijk geachte activiteiten Integrale advies - en informatiefunctie Participatie gehandicapten
Doel/activiteiten Producten • Uitvoering • Diversen geharmoniseerde subsidieregelingen • Ondersteuning • Diversen huisvestingsmogelijkheden
Aanbod volwasseneneducatie
•
Opvang uitgeprocedeerde asielzoekers
•
•
Zorgloket
•
Overige gezondheidszorg
•
Implementatie werkzaamheden cliëntenraad Op basis van de vraag productafspraken met de ROC’s te maken Project Dakloze Asielzoekers Tijdelijke Opvang (DATO)
•
Gehandicaptenzorg
•
Volwasseneducatie
•
Hulpverlening
18
2.5
Kunst en cultuur
Wat willen we bereiken Onze doelstelling is het handhaven en de verdere ontwikkeling van een zo gevarieerd mogelijk kunst en cultuuraanbod. Wat doen we daarvoor In de door de commissie I behandelde cultuurnotitie zijn belangrijke aanzetten gegeven om een beleid tot ontwikkeling te laten komen. Op basis van een met de provincie afgesloten convenant en de reeds in de commissie behandelde startnotitie cultuurbeleid Steenwijkerland is aan Kunst en Cultuur Overijssel (KCO) opdracht gegeven een gemeentelijke cultuurnota te ontwikkelen. Vervolgens dient er een marketingplan te worden opgesteld. In het licht van deze cultuurnota is als pilotproject opdracht gegeven aan een werkgroep om rond een aantal belangwekkende culturele voorzieningen (zoals bijv. Rams Woerthe inclusief de Kropkamer te Steenwijk en nader te bepalen voorzieningen in Vollenhove) een marketingplan op te stellen. In 2003 zal de uitvoering van dit plan ter hand worden genomen. Rams Woerthe zal de komende periode nadrukkelijker in beeld worden gezet als culturele voorziening. Het bestuursdeel zal op de eerste etage worden gecentraliseerd en het culturele deel op de begane grond. In deze begroting wordt u voorgesteld daarvoor middelen beschikbaar te stellen. Monumentenzorg Steenwijkerland is een gemeente die rijk is aan monumenten. De gemeente telt 258 rijksmonumenten en 127 gemeentelijke monumenten. Naast de wettelijke taken die op grond van de Monumentenwet 1988 en aanverwante regelgeving aan de gemeente worden opgedragen, heeft de gemeente ook ruimte om eigen beleid te formuleren. Bekeken zal moeten worden welke ‘oude’ regelingen gehandhaafd moeten blijven, of er objecten in voormalig Brederwiede aangewezen moeten worden tot gemeentelijk monument en zal moeten worden nagedacht over de inpassing van nieuwe aandachtspunten, zoals archeologie en de Nota Belvedere, in het gemeentelijk beleid. Het behoeft geen betoog dat een eensluidend monumentenbeleid (voor de hele gemeente Steenwijkerland) van groot belang is. Een startnotitie monumentenbeleid zal u daarvoor worden aangeboden. Bibliotheek In het kader van de herstructurering van het openbaar bibliotheek werk zal het komend jaar het door de gemeenteraad vast gestelde bestedingsplan verder worden uitgevoerd. Kernpunten zijn: - organisatie - en personeelsbeleid en ondersteunende software - opleidings- en trainingstrajecten - organisatieontwikkeling en functie -innovatie - invoering zelfbedieningsbalies - verdere ontwikkeling cultureel ondernemerschap. Media De Stichting Lokale Omroep Steenwijk (SLOS) verzorgt een lokaal radio- en tekst-tv programma voor veel inwoners van de gemeente Steenwijkerland. De lokale omroep is een belangrijk medium voor de lokale politiek om besluiten aan de bevolking toe te lichten en draagvlak te creëren, kortom maatschappelijke participatie te bevorderen. In de huidige grote gemeente biedt een lokale omroep de mogelijkheid om snel en direct de burgers in de hele gemeente in te lichten. Het bereik van de omroep is nog niet optimaal (dit geldt met name voor het gebied van de voormalige gemeente Brederwiede). In overleg met de SLOS wordt aan verbetering van deze situatie gewerkt.
19
Beleidsspeerpunten Ontwikkelen cultuurbeleid Bevordering cultuurtoerisme
Doel/activiteiten in 2003 • Opstellen cultuurnota • Marketing plan culturele voorzieningen • Uitbreiden culturele voorzieningen in Rams Woerthe Vernieuwing bibliotheekwerk • Uitvoering bestedingsplan Verdere ontwikkeling van • Vervullen van lokale omroep randvoorwaarden (subsidie) Eensluidend monumentenbeleid • Herstructureren bestaand voor de hele gemeente beleid en formuleren van nieuw monumentenbeleid
Producten • Cultuur- en oudheidkunde • Cultuur- en oudheidkunde
• •
Openbaar bibliotheekwerk Media
•
Monumenten
20
2.6
Sport
Wat willen we bereiken Eind 2002 zal de sportbeleidsnota gereed zijn, waarin een samenhangende visie op hoofdlijnen zal zijn uitgewerkt. De realisering van de nota zal tot gevolg hebben , dat de harmonisatie gerealiseerd zal zijn. De daadwerkelijke financiële effecten zullen de komende jaren middels een vereveningsregeling gestalte krijgen. De sportnota zal beginnen met de zin, dat de sport een belangrijke plaats inneemt in de gemeente Steenwijkerland. De sport levert een belangrijke bijdrage aan de kwalitatieve leefomgeving. Sport is niet langer een autonome functie, maar werkt in toenemende mate samen met andere sectoren, zoals bijvoorbeeld jeugdbele id, ouderenbeleid en onderwijs. Derhalve zult u velerlei voorstellen aantreffen, die een bijdrage kunnen leveren om de doelstellingen voor het sportbeleid te kunnen effectueren. Wat doen we daarvoor De ontwikkeling en uitvoering van het sportbeleid is voor het belangrijkste deel afhankelijk van vrijwillige inzet. De inzet van de gemeente is een en ander met de vervulling van een aantal noodzakelijke randvoorwaarden te ondersteunen. Hierbij valt te denken aan: - accommodatiebeleid - sportstimulering - communicatie - subsidiebeleid Accommodatiebeleid In het accommodatiebeleid zal de nadruk in het algemeen komen te liggen op kwaliteit De zorg voor het dagelijks en periodiek onderhoud is een permanent aandachtspunt. Dit is niet alleen een verantwoordelijkheid van de gemeente, maar tevens van de sporters. Ook van hen, al naar gelang de mogelijkheden, mag een bijdrage worden verwacht. In het jaar 2002 is gebleken, dat dit verwachtingspatroon reëel is. Wij zijn van mening, dat alleen laagdrempelige voorzieningen in aanmerking moeten komen voor financiële ondersteuning. Ook is de behoefte bepalend of al dan niet zal worden geïnvesteerd De in 2002 in gang gezette inventarisatie ten aanzien van gedeeltelijke privatisering van sportaccommodaties zal in 2003 leiden tot het aanbieden van een beslisnota. In het meerjarenbeeld van de begroting was hiervoor reeds een bedrag beschikbaar gesteld. Sportstimuleringsbeleid Het beleid is primair gericht op groepen met een achterstand in de sportdeelname, zoals jeugd, allochtonen, minder draagkrachtigen en ouderen. Hierbij wordt de belangrijke rol van de verenigingen erkend en waar mogelijk wordt ondersteuning en facilitering van de gemeente ondervonden. De ondersteuning zal in overleg en in samenwerking met de sportorganisaties nader worden ingevuld. Communicatie Bij de opstelling van de sportnota is gebleken, dat de sportverenigingen behoefte hebben aan meer communicatie met de gemeente over het sportbeleid. Ook onderling wil men meer uitwisselen en van elkaars ervaring profiteren. Wij zullen dan ook een platform stimuleren waarin alle partijen elkaar regelmatig informeren en stimuleren en waarin de gemeente de verenigingen vroegtijdig betrekt in het besluitvormingsproces.
21
Subsidiebeleid In de sportnota zal o.a. worden vermeld, dat subsidiering geen doel op zich zal zijn, maar een instrument is om bepaalde beleidsdoelen te realiseren. Tevens zal meer dan voorheen de subsidie worden gekoppeld aan te leveren prestaties. Meer dan voorheen zal subsidie worden verleend in de vorm van proje ctsubsidies. Die subsidies worden gekoppeld aan projecten en activiteiten die ten doel hebben de sportkwaliteit te verhogen, een vernieuwend aanbod mogelijk te maken en sportdeelname te vergroten. De basissubsidie richt zich specifiek op drie doelgroepen, namelijk de jeugdigen, de ouderen en zij die aangepast willen sporten. Beleidsspeerpunten Ontwikkelen sportbeleid Zelfwerkzaamheid sportverenigingen Stimulering sportdeelname
Overleg sportverenigingen
Doel/activiteiten in 2003 • Opstellen sportnota • Ontwikkelen van protocollen • Buurtsportproject • Meer bewegen ouderen • Ontwikkeling van andere activiteiten • Subsidiëring • Ontwikkeling platform
Producten • Sport • Sport •
Sport
•
Sport
22
2.7
Sociale zaken en werkgelegenheid
Wat willen wij bereiken Voor dit programma onderscheiden wij de volgende speerpunten: • Zoveel mogelijk gebruik maken van de inkomensondersteunende voorzieningen en de vrijlatingsregeling; • Een actief uitstroombeleid realiseren; • Alert zijn op mogelijkheden tot initiëren en verder ontwikkelen werkgelegenheidsprojecten; • Het bieden van traject- en uitstroombegeleiding op maat; • Harmonisatie op hoog niveau uitgangspunt voor de voorzieningen in het kader van de Wet Voorzieningen Gehandicapten; • De afstand tussen het ambtelijk apparaat en inwoners zo kort mogelijk en klantvriendelijk als uitgangspunt nemen Bij de uitvoering en de vormgeving van het WVG-beleid wordt uitgegaan van een hoog voorzieningenniveau, met als uitgangspunt het verstrekken van adequate voorzieningen. Hierbij wordt rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de gehandicapte, als mede van een goede dienstverlening zo dicht mogelijk bij huis. Wat doen we daarvoor Inkomensondersteuning In de gemeente bestaan er momenteel drie inkomensondersteunende regelingen, te weten: Bijstand in de kosten voortgezet onderwijs, Bijstand in de kosten peuterspeelzaal en het Declaratiefonds. Bovendien is er de afgelopen jaren aan de minima een eenmalige uitkering verstrekt. In het jaar 2002 is ten opzichte van het jaar 2001 reeds sprake van een substantiële stijging van het aantal aanvragen voor uitkering op grond van de diverse minimaregelingen. Gesteld kan dan ook worden dat de doelgroepen meer worden bereikt. Traject- en uitstroombegeleiding In 2001 is beleidsmatig een start gemaakt met het ontwikkelen van een actief uitstroombeleid. Wij hebben de uitgangspunten hiervoor neergelegd in de Hoofdlijnennotitie activerend arbeidsmarktbeleid gemeente Steenwijk. Op basis van deze notitie is een aantal processen in werking gezet om te komen tot een verder actief uitstroombeleid. 1. Het ontwikkelen van een inkoopbeleid, dat voldoet aan de door het Rijk in de Structuurnota Uitvoering Werk en Inkomen neergelegde uitgangspunten.In het jaar 2003 wordt, in samenwerking met de gemeenten in de CWI-regio’s Hardenberg, Zwolle en Steenwijkerland een nieuw inkoopbeleid ontwikkeld. 2. Bij diverse aanbieders zijn voor 2002 reeds trajecten ingekocht om cliënten toe te leiden naar (gesubsidieerd) werk of sociale activering. Voor 2003 e.v. zullen op basis van het nieuwe bele id trajecten worden ingekocht. 3. Met de Noord-Westgroep worden jaarlijks jaarplannen afgesproken voor de uitvoering Wiw en ID-banen en de Wsw. Met betrekking tot de wijze van uitvoering zal in de komende jaren meer sprake moeten zijn van het afspreken van taakstellingen. 4. Doorontwikkelen van de sociale activering bij de gemeente Steenwijkerland. Met het opzetten van casemanagement bij de afdeling Werk, inkomen en zorg beogen wij trajecten uitstroombegeleiding op maat te realiseren. Bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is hiervoor subsidie aangevraagd en ontvangen.
23
De volgende taakstellingen hebben wij ons voor deze periode opgelegd: Jaar 2002 2003 2004 2005 2006
Aantal trajecten 159 245 245
Aantal uitstroom 16 53 85 72 35
Bedrijfsverzamelgebouw In 2002 wordt een extern onderzoek afgerond naar de haalbaarheid van het ontwikkelen van een SUWI-Bedrijfsverzamelgebouw (BVG). Het blijkt dat het realiseren van het BVG op dit moment nog geen zekerheid is. Dit wordt veroorzaakt door de ontwikkelingen in de sociale zekerheid en het feit dat nog geen zekerheid verkregen kan worden over het aantal definitieve deelnemers. Via een vast te stellen bestuursopdracht wordt de ontwikkeling van het BVG nader onderzocht. Hierbij wordt tevens bezien op welke locaties een BVG kan worden gepositioneerd. De verwachting is dat medio 2003 duidelijk wordt of en zo ja waar een BVG kan worden gerealiseerd. WVG Ter realisatie van het WVG-beleid zal de uitvoering van het geharmoniseerde ervan meer vraagsturing gericht worden en de toegankelijkheid van de voorzieningen voor de gehandicapten zo groot mogelijk worden gemaakt. Daarnaast zal door de integratie van de WVG-advisering en indicatiestelling zorg door het RIO Zwolle op de hiervoor gestelde wijze, de dienstverlening worden vergroot door een integrale benadering van de hulpvraag van de cliënt, terwijl door de oprichting van een zorgloket (zie eerder) de laagdrempeligheid van zorgvoorzieningen in de gemeente zal toenemen. Met betrekking tot de realisatie van de doelstellingen bij het ingevoerde declaratiesysteem lijkt in 2002 het primair beoogde effect te worden bereikt (besparing 30%), hoewel daarbij een forse toename van het aantal aanvragen en gebruik van WVG-voorzieningen leidt tot een aanmerkelijke verhoging van de totale uitgaven. Mede door de vergrijzing in Nederland en specifiek in onze gemeente en het gegeven dat mensen steeds langer zelfstandig blijven wonen verwachten wij dat bij deze openeind regeling de lasten nog verder zullen toenemen. Deze situatie baart ons zorgen. In hoofdstuk 3 van deze begroting gaan wij hier nader op in. Algemeen maatschappelijk werk en schuldhulpverlening Het gemeentelijk maatschappelijk werk dat door de gemeente Steenwijkerland wordt aangeboden heeft in grote lijnen dezelfde trekken als het particuliere algemeen maatschappelijk werk. Daarnaast valt op dat de meeste tijd in beslag wordt genomen door schuldhulpverlening. Bovendien werken de gemeentelijke maatschappelijk werkers in principe alleen voor inwoners van de voormalige gemeente Steenwijkerland en worden de hulpvragers uit de andere voormalige gemeenten verwezen naar het maatschappelijk werk van Thuiszorg. Om het maatschappelijk werk ook aan de burgers van de andere voormalige gemeenten te kunnen aanbieden is er personeelsuitbreiding nodig. Een goede optie om het algemeen maatschappelijk werk voor alle burgers van de gemeente toegankelijker te maken is om de gemeentelijke maatschappelijk werkers te detacheren bij de Thuiszorgorganisatie, zodat het algemeen maatschappelijk werk van uit één organisatie wordt aangeboden Door alle drie voormalige gemeenten werd in het kader van de schuldhulpverlening gebruik gemaakt van de diensten van de GKB Drenthe. De drie verschillende overeenkomsten met de GKB gelden nu nog steeds. De voormalige gemeente Steenwijkerland heeft echter het budgetbeheer in eigen beheer gehouden. Dit houdt in dat de burgers met financiële problemen uit de voormalige gemeenten Brederwiede en IJsselham voor budgetbeheer verwezen worden naar de GKB Drenthe,
24
terwijl de inwoners van de voormalige gemeente Steenwijkerland bij de afdeling WIZ terecht komen. Aangezien inwoners van de gemeente zich ook voor schuldhulpverlening kunnen wenden tot het algemeen maatschappelijk werk van Thuiszorg schept dit in de praktijk de nodige onduidelijkheid. Aangezien de GKB Drenthe speciaal geëquipeerd is voor het uitvoeren het financieel technische deel van de schuldhulpverlening, zal de dienstverlening in het kader van de schuldhulpverlening voor de inwoners van de gehele gemeenten sterk verbeteren en duidelijker worden als het budgetbeheer, dat nu nog bij de afdeling WIZ wordt uitgevoerd voor de inwoners van de voormalige gemeente Steenwijk, eveneens wordt uitbesteed aan de GKB Drenthe. De psychosociale hulpverlening blijft, zoals ook nu het geval is, bij het maatschappelijk werk. Het streven is de schuldhulpverlening voor alle inwoners van de gemeente te harmoniseren, te verbeteren en te verduidelijken. Klantgerichtheid Om de afstand tussen het ambtelijk apparaat en inwoners zo kort mogelijk te houden en klantgericht te operen, zijn de volgende activiteiten opgestart: • Contacten met het gehandicaptenplatform; • Contacten met het cliëntenplatform Abw; • Onderzoek door Deloitte & Touche naar de uitvoering door de afdeling Wiz van sociale activering; • Het verrichten van huisbezoeken in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten; • Een pro-actieve houding van consulenten binnen het casemanagement. Daarnaast worden uiteraard via de publieke balie de gebruikelijke producten geleverd. Beleidsspeerpunten Zoveel mogelijk gebruik van de inkomensondersteunende voorzieningen en de vrijlatingsregeling Beperking aantal bijstandscliënten en een actief uitstroombeleid realiseren
Doelen/activiteiten • Verstrekking eenmalige uitkering
Producten • Minimabeleid • Ínkomensvoorzieningen
•
Ontwikkelen en uitvoeren inkoopbeleid Afspreken van taakstellingen met de Noordwestgroep Realiseren van de taakstelling van 53 uitstromers (casemanagement) Harmonisatie op hoog niveau voor de WVGvoorzieningen Realisatie zorgloket Onderhouden contacten met diverse platforms Verrichten van huisbezoeken (WVG)
• •
Werkgelegenheid Bijstandsverlening
•
Wet voorziening gehandicapten
• • • •
Detachering medewerkers bij de thuiszorg Harmoniseren schuldhulpverlening
•
Minimabeleid Inkomensvoorzieningen Bijstandsverlening Wet voorziening gehandicapten Hulpverlening
• •
Goede voorzieningen voor gehandicapten
• • •
De afstand tussen het ambtelijk apparaat en inwoners zo kort mogelijk en klantgerichtheid als • uitgangspunt nemen Integraal aanbieden maatschappelijk werk en schuldhulpverlening
• •
25
2.8
Verkeer
Wat willen we bereiken Steenwijkerland is in beweging. Integraal opereren in het stedelijk netwerk en weten wat er speelt op straat is de opgave waar de gemeente voor staat. De gemeente bezit drie kernkwaliteiten: aantrekkelijk wonen, werken en recreëren. Veiligheid en bereikbaarheid zijn belangrijke voorwaarden voor een aantrekkelijk leefmilieu en ze hebben alles met elkaar te maken. Wij investeren daarom in verkeer en vervoer en hebben ruim aandacht voor de verkeersveiligheid (KOVO en RUP's-project), infrastructuur afgestemd op ruimtelijke plannen (diverse projecten), fietsverbindingen (Fietsberaad, Landinrichtingsplan en Fietspadenplan) en het openbaar vervoer (Regiotaxi Noordwest Overijssel). Specifieke aandacht in 2003 zal daarnaast gegeven worden aan de verkeerssituatie ter hoogte van de Beatrix- en Claussschool. Wat doen we daarvoor Een nieuwe gemeente vraagt om nieuw beleid, een helder beleidskader op basis waarvan de raad kan toetsen en het college kan sturen. Dit jaar wordt gestart met het maken van een gemeentelijk verkeer en vervoerplan (GVVP). Op basis van ambities en een onderbouwde analyse wordt een visie geformuleerd en een beleidsprogramma neergezet waarmee projecten kunnen worden uitgewerkt. In de communicatie van het planproces zal de raad worden betrokken; bij het formuleren van de ambities (wat willen we), en na het ontwikkelen van de visie (waar willen we naartoe) bij het programma (wat gaan we doen). Het meerjarenprogramma is zowel een integraal beleid- als investeringskader. Integraal De inrichting van de leefomgeving en het wegennet worden op elkaar afgestemd; op structuurniveau in beleid en structuurnota’s (GVVP, plan centrum Oldemarkt), projectmatig (ISVprojecten, Gebiedsgericht Beleid) en in het ontwerpproces van ontwikkellocaties en bestemmingsplannen. Op deze wijze ontstaat een efficiënt, effectief en veilig netwerk van verkeeren vervoersvoorzieningen in brede zin waarbij de kwaliteit van het verblijfsmilieu en de veiligheid van de zwakke verkeersdeelnemer voorop staat. Investeren in veiligheid = investeren in bereikbaarheid Investeren in gebiedsontsluitingswegen betekent een verhoging van de veiligheid èn de bereikbaarheid. De provinciale doorrekening Duurzaam Veilig voor het NVVP maakte zichtbaar dat investeren in gebiedsontsluitingswegen verhoudingsgewijs het meeste rendement oplevert om ongevallen terug te dringen. Door kruisingen van langzaam en snelverkeer te beperken en waar mogelijk goed te faciliteren neemt tevens de ba rrière werking af en de bereikbaarheid toe. Dit komt ten goede aan de kwaliteit van het woon en recreatie milieu maar ook aan de bereikbaarheid van toekomstige ruimtelijke en recreatieve ontwikkelingen en huidige openbare voorzieningen en bedrijventerreinen. Voordeel Goede fietsvoorzieningen bijvoorbeeld dienen een aantrekkelijk woonklimaat maar maken ook ontwikkelingen op het gebied van recreatie en toerisme mogelijk en aantrekkelijk. De integratie van verkeersveiligheid en fietsvoorzieningen in de ruimtelijke planvorming wordt eveneens doorgezet in de planuitwerking en het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De afstemming van milieu- en verkeer en vervoerbeleid biedt planmatig voordelen, maakt geld met geld - investeringen afstemmen op geluid, stof en trillingshinder – en biedt eveneens efficiencyvoordelen op het gebied van onderzoek en monitoring door gezamenlijk gebruik te maken van een telprogramma en het verkeersmodel.
26
Communicatie Verkeer en vervoersbeleid begint met het investeren in mensen en pas daarna kunnen verkeersmaatregelen oplossingen worden. Een goede afstemming tussen handhaving, voorlichting en communicatie is van belang. Het KOVO-project kent een pilot met een verkeersplatform. Een interactief podium voor belangengroeperingen om met de gemeente over de verkeersveiligheid op straat te praten. In vervolg op de evaluatie van deze pilot en het communicatietraject van het GVVP - wordt medio 2003 onder leiding van 3VO een platform Verkeer opgezet. In het Actieplan Verkeersveiligheid 2003 staan diverse activiteiten vermeld van 3VO, het politiedistrict Noord en de gemeente Steenwijkerland die samenwerken om door educatie en voorlichting het verkeersgedrag van weggebruikers positief te beïnvloeden. Actueel en Duaal De burger vraagt niet alleen om strategisch verkeer en vervoerbeleid maar wil ook een antwoord op actuele verkeersknelpunten zoals een onveilige schoolomgeving, snelrijdend verkeer, oversteekvoorzieningen, een extra parkeerplaats etc. Voor 'kleine' verkeersvoorzieningen is een jaarlijks een klein krediet beschikbaar. Beleidsspeerpunten Doelen/activiteiten Het versterken van de integratie • integraal beleid in het tussen ruimtelijke plannen en GVVP verkeersaspecten • advies van het Verkeersoverleg over bestemmingspla nnen • participatie van verkeer in het ontwerpproces • verkeersparagraaf in structuurvisies Goede communicatie en • Gemeentelijk verkeer en structuur op het verkeersgebied vervoerplan (GVVP) • Open plan proces • Uitvoersprogramma Duurzaam Veilig • RUP’s project KOVO • Fietspadenplan Het positief beïnvloeden van het gedrag van weggebruikers
• •
•
Inspelen op actuele verkeersknelpunten en vragen
• • • •
Producten • Verkeer • Ruimtelijke ordening
• •
KOVO-project • Evalueren van ernstige ongevallen in het Ambtelijk verkeersveiligheidsoverleg van KOVO acties en evenementen voor voorlichting, educatie en handhaving (Actieplan Verkeersveiligheid) Verkeersveiligheidsdag Aanpak kruispunt • Claus/Beatrixschool • Verkeersouderproject ism met 3VO, etc. Opstellen lijst kleine verkeersvoorzieningen.
Verkeer Verkeersmaatregelen
Verkeer
Kernenbeleid Verkeersmaatregelen
27
2.9
Natuur, Landbouw, Milieu en Beheer
Wat willen we bereiken Natuur, landbouw en milieu Onze visie op onze rol in de onderhoud van het landschap in het buitengebied zullen wij u in 2003 aanbieden met een Landshapsontwikkelingsplan. Wij willen in dit onderhoud een actieve rol spelen en het aan laten sluiten bij het gebiedsgericht beleid en de landinrichting. Op het gebied van de landinrichting willen wij onze bijdrage leveren in de doelstelling om landbouwgrond om te zetten in natuurgebied. Daarnaast pogen wij een rol te spelen ten aanzien van de verbetering van het milieu door een milieu-communicatiebeleid te ontwikkelen. Het baggerplan is geen wettelijke taak, doch doen wij hier niets aan da n zal de gemeente vroeg of laat problemen kunnen krijgen met de diepgang van de vaarwegen. Gepoogd wordt voor dit plan in aanmerking te komen voor subsidie. Beheer Onderhoud en instandhouding van de infrastructuur, groen, wegen, riolering,bruggen, waterkeringen, havens, gebouwen e.a is een noodzaak om de huidige leefbaarheid te behouden en zomogelijk te verbeteren. Inzicht is nodig wat er onderhouden moet worden en als basis dient voor besluitvorming. Hiervoor zijn beheerplannen nodig waarna kwaliteit en kosten afgewogen dienen te worden. In 2002 en 2003 zal het merendeel van de beheerplannen opgesteld zijn en ter besluitvorming worden aangeboden. De servicelijn is een goed functionerend onderdeel van de dienstverlening. De toename van de klachten verhoogt de druk op de uitvoerende diensten en kan tot verschuiving van werkzaamheden leiden. De servicelijn zal onderdeel worden van de nieuwe afdeling publiekszaken waarbij de binding met de uitvoerende dienst blijft bestaan. De verwachting is dat het geheel aan geconcentreerde publieksvoorzieningen tot een betere dienstverlening voor de klant zal leiden. In de voormalige gemeente Steenwijkerland was een start gemaakt met de uitvoering van het aanbrengen van voorzieningen voor het uitlaten van honden gebaseerd op een notitie hondenpoep. Deze notitie zal worden betrokken in het opstelling van een beleidsplan om te komen tot voorzieningen voor honden en hondenbezitters in de gehele gemeente. Dit plan zal in het 4 de kwartaal 2002 worden opgesteld en ter besluitvorming worden voorgelegd. In de wijk Oostermeenthe (Steenwijk) is een pilot project gestart om inzicht te krijgen in de manier waarop het tekort aan parkeerplaatsen in relatie tot het openbaar groen kan worden opgelost. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de sociale veiligheid in de wijk. Rikking en Oostercluft zijn de deelgebieden waarbinnen de pilot wordt uitgevoerd Een goede openbare verlichting verbetert de sociale veiligheid en is veiliger voor de mens. Daarnaast kan door gebruik te maken van de nieuwste technologie energiezuiniger lampen en betere armaturen worden toegepast. Een forse besparing in energiekosten lijkt daarbij mogelijk. Wat doen we daarvoor Zoals al aangegeven hierboven, zult u in 2003 het Landschapsontwikkelingsplan ontvangen. Met dit plan en het daaruit voortvloeiende onderhoud verwachten wij aanvullende subsidies te kunnen ontvangen van de provincie en het Landschap Overijssel. In het kader van de Landinrichting is op
28
dit moment sprake van een concept-raamplan met diverse activiteiten. In de loop van volgend jaar zullen de diverse onderwerpen nader benoemd worden. Aan het opstellen van een milieucommunicatie beleid is de afgelopen tijd geen of in zeer geringe mate aandacht geschonken vanwege het feit dat wettelijke taken voorrang genieten. In 2002 en 2003 worden bodemgegevens in een digitaal systeem (BIS4ALL) ingevoerd om enig voorwerk te verrichten om t.z.t. te komen tot beleid omtrent actief bodembeheer. In 2003 zal beleid worden ontwikkeld op het gebied van geluidbeleid. Met de wettelijke Modernisering Instrumentarium Geluidbeleid (MIG) hopen wij dit beleid te kunnen verbeteren. Doelstelling is voor september 2003 een baggerplan gereed te hebben. Beheer Verschillende beheer- en beleidsplannen zullen begin 2003 gereed zijn. Eind dit jaar zullen de beheerplannen van riolering en wegen alsmede groen klaar zijn. Begin 2003 zullen de beleidsnotities van wegen en groen klaar zijn. Dat geldt ook voor het nieuwe rioleringsplan (GRP) van de gemeente. Daarnaast zullen de beleidsnotit ies en beheerplannen van het gebouwenbeheer en de kunstwerken in het eerste half jaar van 2003 verschijnen. De servicelijn en de verwerking van de klachten krijgt voorkeur in de verwerking boven reguliere werkzaamheden. Dit omdat wij de klant zo belangrijk vinden en daarvoor erkenning terug krijgen. Het gevaar hiervan is echter wel dat de eigen werkzaamheden onvoldoende uitgevoerd kunnen worden. Het beleidsplan voor het tegengaan van de overlast van hondenpoep zal dit jaar nog worden opgesteld. Vele gemeenten hebben al veel ervaring met deze materie zodat wij vooral visie en kennis zullen vergaren uit die beschikbare ervaring en uit een eigen evaluatie van de voormalige gemeente Steenwijk. Voor de pilot in de Oostermeenthe is een werkgroep samengesteld van bewoners en gemeente waarbij gewerkt wordt volgens een vast patroon van probleemoplossing. Eind 2002 zal er een concreet plan zijn dat kan dienen voor andere wijken. Als laatste willen wij nog melden dat intern gewerkt wordt aan een opdracht om tot verbetering te komen voor de openbare verlichting. De uitwerking hiervan zal in fasen gezien moeten worden, gelet op de grote kosten die hiermee zijn gemoeid.
29
Beleidsspeerpunten Verbetering en instandhouding landschappelijke omgeving Het ontwikkelen van milieucommunicatiebeleid
Het ontwikkelen van beleid om te komen tot “actief bodembeheer”
Het ontwikkelen van gemeentelijk geluidbeleid
Het creëren en instandhouden van schone waterwegen
Een kwalitatief goede, veilige en leefbare fysieke infrastructuur
Minimalisering van de hondenpoepoverlast
Doelen/activiteiten • Landschapsontwikkelingplan • Uitvoering concept-raamplan landinrichting • Het verbreden van het algemene draagvlak • Het bijdragen aan het milieubewustzijn van de bevolking en bedrijven • Milieuvriendelijk en preventief handelen en gedragsverandering • Het verkrijgen van een dekkend beeld in de gemeente Steenwijkerland van bodemverontreinigingen • Efficiënter omgaan met hergebruik van verontreinigde grond • Vaststellen van een geluidniveaukaart • Efficiëntere ontwikkeling van bestemmingsplannen. • In beeld brengen van knelpunten • Het ontwikkelen van een baggerplan • Saneren verontreinigde waterwegen • Landinrichting • Verkrijgen van inzicht in de omvang van de infrastructuur • Inzicht in het gewenste niveau van onderhoud • Uitvoeren van pilot in de Oostermeenthe • Vaststellen en uitvoeren beleidsnotitie • Goede controle en eenvoudige oplossingen
Produkten • Natuurbescherming •
Milieubeheer
•
Milieubeheer
•
Milieubeheer
•
Binnenhaven en waterwegen
• •
•
Openbaar groen Riolering en waterzuivering Wegen, straten en pleinen Bruggen
• •
Afval Openbaar groen
•
30
2.10 Ruimtelijke ordening en woningbouw Dit programma omvat: • stedenbouwkundige advisering • ontwikkeling van de verschillende kernen • ontwikkelen van volkshuisvestingsbeleid • realisatie van bouw locaties voor zowel woningbouw, als bedrijvigheid • monumentenbeleid. Wat willen we bereiken Steenwijkerland beslaat het grootste deel van de zogenoemde Kop van Overijssel. Naast de stad Steenwijk kent het gebied nog vele andere kernen en buurtschappen gele gen in een krans om de centrale natuurgebieden Wieden en Weerribben. Deze gevarieerde en waardevolle natuurgebieden omvatten ca 8500 hectare van het grondgebied van de gemeente. Natuur en landschap zijn samen het cultureel erfgoed, met onder meer de oude Zuiderzeestadjes, van grote internationale zeldzaamheid en betekenis. Naast landbouw spelen recreatie en toerisme een belangrijke rol. Beleidsmatig zijn drie beleidsstukken voor Steenwijkerland van belang. Dat is het Streekplan 2000+, het Perspectief voor Noordwest-Overijssel (1997) en het Convenant met de Provincie Overijssel. In het Streekplan is aan Steenwijk een regionale positie toegekend en zijn Vollenhove en Oldemarkt als “prioritaire kernen” aangemerkt. De overige kernen hebben een beperkte lokaal verzorgende functie. Het gebiedsgericht beleid omvat een samenhangend pakket beleidsvoorstellen op het gebied van duurzame natuur, landbouw, recreatie, waterwinning (overigens geen item meer) en leefbaarheid. In het convenant met de provincie Overijssel worden intenties uitgesproken om de potenties waar te maken en de bedreigingen af te wenden. De provincie zal waar mogelijk de gemeente ondersteunen en voorwaarden scheppen. Voor deze gemeente geldt de complexe opgave om de kwaliteit van de kernen, natuur en landschap te handhaven en tegelijk ruimte te bieden voor het wonen en werken van de inwoners. De ontwikkeling van werkgelegenheid en nieuwe woningbouwlocaties, alsmede het behoud en versterken van het voorzieningenniveau hebben een hoge prioriteit. Het accent voor wonen, werken en voorzieningen ligt daarbij primair op Steenwijk (het behoud en de versterking van de streekfunctie) en in mindere mate op de prioritaire kernen Vollenhove en Oldemarkt. Wat doen we ervoor Herziening bestemmingsplannen Er is een plan van aanpak vastgesteld om de komende periode de achterstand op het gebied van verouderde bestemmingsplannen in te halen. Hierbij wordt ook ingestoken op het op termijn volledig digitaal beschikbaar hebben van alle bestemmingsplannen. Beide onderdelen zijn opgenomen in het nieuwe bestedingsplan. Structuurplan Een levende gemeente bouwt aan zijn toekomst. Om die toekomst goed in beeld te brengen en de ambities voor de toekomst helder te vertalen is een structuurplan een onmisbaar document. Voor een structuurplan zijn bouwstenen nodig. De eerste en misschien wel belangrijkste bouwsteen is de Woonvisie. Daarin zal de vertaalslag omtrent onze woonwensen moeten worden gemaakt. Een goed onderbouwde Woonvisie vraagt om een Woningmarktonderzoek. Middels een verkenning van de lokale en regionale marktsituatie zal inzicht moeten worden verkregen in een groot aantal zaken als bevolkingsontwikkelingen, de kwantitatieve en de kwalitatieve woningbehoefte, de
31
gewenste kernwoningvoorraad sociale huurwoningen, de effecten van nieuwbouw op de bestaande woningvoorrraad etc. Op al die aspecten zal waar mogelijk onderscheid moeten worden gemaakt in de "trits" Steenwijk, Vollenhove en Oldemarkt, en tenslotte de overige kernen. Dit jaar zal een voorstel Plan van Aanpak aan de raadscommissie worden voorgelegd en voorts is het de bedoeling om ook nog dit jaar opdracht te verlenen aan een extern bureau voor het uitvoeren van een Woningmarktonderzoek en het opstellen van een Woonvisie. Deze Woonvisie zal vervolgens moeten worden vertaald in meer concrete plannen. Het structuurplan is daartoe het geëigende plan. Op grond van strategische overwegingen komen wij echter tot de conclusie dat het aanbeveling verdient om eerst het Stadsbeeld Steenwijk te actualiseren. Een reden hiertoe is onder andere gelegen in de reactie van de provincie op het Stadsbeeld. Tevens zijn wij van opvatting dat het aanbeveling verdient om voor Oldemarkt en Vollenhove een structuurvisie op te stellen, alvorens een structuurplan voor de gehele gemeente wordt opgesteld. Voor Vollenhove is dit reeds in gang gezet, voor Oldemarkt kunt u binnenkort een voorstel verwachten. Met deze beleidsvisies zullen wij beschikken over een aantal voor een "overal-structuurplan" benodigde en wezenlijke bouwstenen. In de periode tot het definitief opstellen van een structuurplan voor de gehele gemeente (wij schatten dat dit in 2004 en 2005 zijn beslag zal krijgen), zal een afstemmingsdocument moeten worden gehanteerd om (de naam zegt het al) de afstemming van de vele beleidsvelden te bevorderen. In de raadsvergadering van december a.s. zal een discussienotitie over dit onderwerp aan de orde komen. Structuurvisie Eesveense Hooilanden, “Sprong over de Snelweg” Deze visie (geplande vaststelling door gemeenteraad 10-9-2002) geeft de contouren aan voor de ontwikkeling van een gebied voor wonen, werken en recreatie. Deze visie moet worden gevolgd door een bestemmingsplan waarin de contouren van de structuurvisie in juridisch plan worden gegoten. Investeringsbudget Stedelijke Vernieuw ing (ISV) Nog voor de gemeentelijke herindeling is het ontwikkelingsprogramma ISV tot stand gekomen. Op basis van dit programma is aan de gemeente ISV-budget toegekend. Dit budget is opgebouwd uit rijksgeld, 'oude' stads- en dorpsvernieuwingsgelden, provinciaal geld en twee specifieke budgetten voor bodem en geluid. In mei 2002 bent u akkoord gegaan met de wijze van de besteding van het ISV-budget voor de periode 2000-2005. Het ISV-budget moet uiterlijk eind 2004 besteed zijn. Toegekend budget aan ISV-projecten die al gereed zijn, is terecht gekomen in een ISV-fonds. Dit betreft onder meer de projecten Woonzorgcomplex Blokzijl, Stationsomgeving 1e fase, MFA Dalzicht. Projecten die (volgens het overzicht bij het raadsbesluit) in 2003 en 2004 nog gerealiseerd worden (mede) met ISV-budget zijn: wijkplan De Gagels, wijkplan Steenwijk-west, Steenwijkerdiep, stationsomgeving c.a. 2e fase, restauratie Rams Woerthe, supermarkt Sint Jansklooster en een aantal bodemonderzoeken. Aanvalsplan Woningbouw en Nota Ruimte voor Ontwikkelen van de Ruimte Deze beide plannen zijn een Plan van Aanpak om er voor te zorgen dat ambtelijk en bestuurlijk een goed fundament wordt gelegd voor het realiseren van de verschillende taakstellingen op bijvoorbeeld het gebied van woningbouw in de verschillende kernen en overige (omvangrijke) projecten uit bijvoorbeeld het gebiedsgericht beleid.
32
Beleidsspeerpunten Ontwikkelen van nieuwe locaties voor woningbouw, bedrijfsterreinen en recreatie
Beschikken over adequate, handhaafbare bestemmingsplannen Stedelijke verbetering en vernieuwing
Inzicht in de woningmarkt en de kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte
Doel/activiteiten • Structuurvisie Vollenhove • Centrumplan Oldemarkt • Bestemmingsplannen voor woningbouwterreinen • Bestemmingsplannen voor bedrijfsterreinen • Actualisering visie Stadsbeeld 2020-2030 • Opzetten van ca. 35 nieuwe bestemmingsplannen •
• •
Producten • Ruimtelijke ordening • Woonbeleid • Grondzaken • Exploitatie overeenkomsten • Bouwgrondexploitatie •
Ruimtelijke ordening
Uitvoering ISV-programma • (Wijkplannen, supermarkt St. Jansklooster, stationsomgeving etc.) Woningmarktonderzoek • Woonvisie • • •
Ruimtelijke ordening
•
Ruimtelijke ordening Woonbeleid Grondzaken Exploitatie overeenkomsten Bouwgrondexploitatie
33
2.11 Veiligheid Het programma veiligheid omvat de naleving van vergunningen, politiezaken, brandweer, regionale brandweer, handhaving, rampenbestrijding en overige beschermende maatregelen. Wat willen we bereiken Doelstelling is dat iedereen zich in de gemeente Steenwijkerland veilig voelt. Uit het Integraal Veiligheidplan (IVP) blijkt dat dit wordt bepaald door een complex samenstel van factoren, subjectief (beleving) en objectief (o.a. aangiftecijfers). Het kan dan ook niet anders dan dat dit een terrein is waarop voortdurend wordt gezocht naar verbeteringsmogelijkheden door gemeente, politie, brandweer, maatschappelijke organisaties en burgers. Dit terrein kenmerkt zich dan ook door veelvuldig overleg tussen gemeente en betrokken veiligheidspartners, wat uiteindelijk zal resulteren in een meetbare verbetering van de integrale veiligheid met name wat betreft: − Drugsoverlast; − Jeugdoverlast; − Overlast in de detailhandel; − Geweld op straat; − Diefstal en inbraak Toezicht en handhaving zijn een speerpunt, landelijk en ook in de gemeente Steenwijkerland. Evaluaties van recente rampen hebben bijgedragen aan een sterker gevoel van urgentie op dit punt. Ook de burger roept steeds sterker om strenger toezicht en een actiever handhavingsbeleid. Het nieuwe kabinet zet deze lijn door. Zo heeft de minister van Justitie aangegeven ernst te gaan maken met vooral de bestuursrechtelijke handhaving; hij wil het gedoogbeleid terugdringen. Op het gebied van handhaving willen we de komende periode bereiken dat onze burgers meer vertrouwen hebben in de handhavende rol van de gemeente. Dit zal moeten blijken uit het eerste handhavingsverslag dat begin 2004 zal verschijnen en de Omnibusenquête die in 2004 wordt herhaald. Wat doen we daarvoor De gemeente heeft een full-time AOV-er (ambtenaar openbare orde en veiligheid) in dienst die het integraal veiligheidsbeleid coördineert. Daarnaast heeft de gemeente een professionele brandweer met zeven fulltime mensen in dienst en 115 vrijwilligers. Op het gebied van pro-actie en preventie zal in 2003 o.a. meer aandacht besteed gaan worden aan de veiligheidseffecten in ruimtelijke planontwikkeling en zal er een verdere voortgang van het ingezette traject inhaalslag gebruiksvergunningen plaatsvinden. Doelstelling voor deze inhaalslag in 2003 is minimaal 150 gebruiksvergunningen. Een verbetering van het opleiding- en oefenbeleid, als voorbereiding op het bestrijden van zowel groot- als kleinschalige incidenten, staat in 2003 centraal bij het taakveld preparatie. De regionale brandweer IJssel-Vecht heeft voor 2003 o.a. de volgende speerpunten: − intensievere samenwerking bij grootschalig optreden − het implementeren van de regionale regeling operationele leiding; de huidige regeling van Steenwijkerland zal hierin worden opgenomen − het (naar verwachting) operationeel worden van het landelijk project C2000: betere communicatiemogelijkheden voor alle operationele diensten − het auditen van de binnen de regio IJssel-Vecht gelegen gemeenten op het gebied van fysieke veiligheid. Gelet op de actuele politiek-maatschappelijke aandacht voor rampenbestrijding, wordt ernst gemaakt met het actueel houden van het rampenplan en het oefenen, trainen en opleiden van de betrokken mensen. In totaal worden er ca. 25 personen, bestuurders en ambtenaren, verder opgeleid
34
voor hun specifieke taak in de rampenbestrijding. Voor 2003 is er een bestuurlijke oefening gepland. De eerder genoemde audit fysieke veiligheid wordt sinds 2001 jaarlijks uitgevoerd. De trekker van dit proces is de afdeling brandweer. Hierbij wordt getoetst of de taken op het gebied van fysie ke veiligheid conform de beschreven normen op voldoende niveau worden uitgevoerd. Het resultaat van de audit wordt vervolgens aan de raad gerapporteerd. Handhaving Al ruim een jaar wordt met externe hulp gewerkt aan een handhavingsprogramma. Vóór 2003 is dit gereed evenals het daarbij behorende monitoringsysteem. Dan zijn ook de achterstanden in oude handhavingszaken ingelopen dan wel scherp in beeld en minimaal. Verder zal 2003 het eerste jaar zijn waarin wordt gehandhaafd op basis van het Handhavingsprogramma. Verder draagt de gemeente financieel bij aan het Halt-bureau in Zwolle, de stads- en dorpswachten en voorbeeldprojecten op het terrein van integrale veiligheid. Politie Het beleid van de politieteam in deze regio is vertaald in het werkplan 2003-2006. De speerpunten van beleid waaraan het team Steenwijkerland prioriteit zal geven binnen haar uitvoering zijn in alfabetische volgorde: * drugs * jeugdzorg * veiligheid op straat * verkeersveiligheid * woninginbraken * waterplan Het toedelen van mensen en middelen en het realiseren van producten en beoogde effecten zal telkens recht moeten doen aan de vastgestelde speerpunten. Naast het benoemen van deze punten verdient de invulling van gebiedsgebonden politiezorg in brede zin de centrale uitgangsgedachte te zijn. Beleidsspeerpunten Gevoel van veiligheid
Toezicht en handhaving
Doel/activiteit 2003 • Uitvoering en coördinatie integraal veiligheidsplan • Rampenplan • Brandweer • Oefeningen rampenbestrijding • Inhaalslag van minimaal 150 gebruiksvergunningen • Audit • Inzet stads- en dorpswachten • Programmatische aanpak
Producten • Politiezaken • Rampenbestrijding • Vergunningen (APV en andere regelingen)
•
Diversen
35
2.12 Bestuur Dit programma omvat raad en commissies, burgemeester en wethouders, bestuurlijke samenwerkin g, representatie, kabinet, voorlichting en communicatie, burgerzaken, verkiezingen, nutsbedrijven, management en bestuur en bezwaar en beroepschriften. Wat willen we De invoering van het duale bestuur brengt een ander spel tussen college en raad met zich mee. Uiteindelijk doel daarvan is de burger nog beter tegemoet te komen in de dienstverlening en de ontwikkeling van de gemeente. Meer transparantie en meer controlemogelijkheden door de raad, door bijvoorbeeld de instelling van een rekenkamerfunctie in 2003, moeten leiden tot een heldere en goede uitvoering hiervan. De in 2002 verschenen nota’s over bestuurlijke vernieuwing, internet, het dienstverleningsconcept en externe communicatie vormen daartoe de leidraad. Uit de Omnibusenquête 2000 blijkt dat bijna de helft van de inwoners beschikt over internet. Mede door de campagne Steenwijkerland Digitaal die in het najaar van 2002 van start is gegaan verwachten wij dat het internetgebruik in de gemeente in 2004 op het landelijk gemiddelde zit van ruim 60%. Uit de Omnibusenquête bleek tevens dat mensen het liefste via huis-aan-huis publicaties geïnformeerd willen worden over de gemeente. Dat is de reden dat in 2003 de gemeente zo’n zes specials zal uitbrengen over de gemeentelijke ontwikkelingen. De belangstelling voor informatie en inspraakavonden blijkt ook groot, zowel uit de Omnibusenquête als de animo voor deze gelegenheden tot nu toe. In 2003 krijgt dit nog meer aandacht door onder andere een onderzoek en een beleidsnotitie over interactieve beleidsvorming. Driekwart van onze inwoners heeft als klant jaarlijks contact met de gemeente. Uit een recente benchmark naar gemeentelijke dienstverlening 1 blijkt dat burgers vooral belangrijk vinden: • de opstelling en deskundigheid van de medewerkers; • de totale doorlooptijd van het dienstverleningsproces; • de informatievoorziening. Met de openstelling van het publiekscentrum in de eerste helft van 2003 en de verdere realisatie van het dienstverleningsconcept verwachten wij een beter service en dienstverlening te bieden. Wat doen we daarvoor In 2003 leidt dit tot onder andere de volgende activiteiten: • verschijning burgerjaarverslag in het begin van 2003 (naast het jaarverslag bij de jaarrekening in juni 2003); • de instelling van een rekenkamerfunctie; • opening van het publiekscentrum medio april 2003; • introductie van de mogelijkheid elektronisch zaken te doen met de gemeente. Beleidsspeerpunten Invoering dualisering
Doel/activiteit 2003 • rekenkamerfunctie • burgerjaarverslag
Dienstverleningsconcept
• • • •
Internet Afdeling Publiekszaken Voorlichting Inspraak
Producten • Burgemeester en wethouders • Raad en commissies • Bezwaar- en beroepszaken • Voorlichting en communicatie • Burgerzaken • Verkiezingen
1
MDW-werkgroep benchmark gemeentelijke dienstverlening, Lokaal loket, Tweede Kamer (2001-2002), 24 036, nr. 260 (2002): 17 e.v.
36
3.
Toelichting exploitatiebegroting
3.1
Inleiding
In de toelichting op deze begroting wordt vanuit een macro-economisch perspectief, via de gevolgen hiervan voor het rijksbeleid, ingezoomd op de meerbegroting 2003 e.v. Uiteraard wordt daarbij uitgegaan van de kaders geformuleerd in de Opmaat Kadernota waarmee Uw raad op 25 juni 2002 zich in pr incipe akkoord heeft verklaard. Vooruitlopend op deze toelichting geeft onderstaande tabel een samenvattend inzicht in het financieel meerjarenbeeld:
Stand Voorjaarsnota 2002 Saldo reguliere herijkingen Saldo specifieke herijkingen Nieuwe taakstellingen Saldo realisatieplan (par. 3.9.7) Beschikbare ruimte Bestedingsplan Saldo
3.2
2003 0 € 1.174.178,=N € 1.185.326,=V € 500.000,=V € 839.464,=V €1.350.612,=V € 1.354.800,=N € 4.188,=N
2004 € 6.481,=V € 1.594.129,=N € 1.795.375,=V € 605.000,=V € 603.269,=V €1.415.996,=V € 1.401.200,=N € 14.796,=V
2005 € 542.426,=V € 2.271.516,=N € 1.795.375,=V € 1.235.000,=V --€1.301.285,=V € 1.457.000,=N € 155.715,=N
2006 € 542.426,=V € 1.999.952,=N € 1.795.375,=V € 1.560.000,=V --€1.897.849,=V € 1.662.800,=N € 235.049,=V
Macro-economisch beleid
Vorig jaar - vlak voor de 11e september - werd nog verwacht dat het economisch dieptepunt nabij was. Blijkens de macro-economische verkenningen van het Centraal Planbureau (MEV 2003) moet thans geconcludeerd worden dat het economisch dieptepunt nog steeds niet voorbij is. Integendeel, op dit moment - medio september 2002 - is sprake van een versnelde en verhevigde terugval van de groei. De consumptieve groei werd vorig jaar voor 2002 geraamd op 2 %. In de jongste ramingen is dit groeipercentage teruggeschroefd tot 0,5%. De voorspelde groei van 2,5% voor 2003 is tijdens de zomermaanden afgeraamd tot 1,5%. Het meest verontrustende is nog dat de Nederlandse economie achterblijft bij het EU-gemiddelde. In de periode 1997 -2003 is de concurrentiekracht op basis van arbeidskosten per eenheid product met 10% verslechterd ten opzichte van de euroconcurrenten. De inflatie neemt weliswaar af maar is met ca. 3 % nog steeds bijna 1% hoger dan het europees gemiddelde. Het consumentenvertrouwen is volgens de jongste berichten van het Centraal planbureau (CPB) gedaald tot op het laagste niveau sinds twintig jaar. De werkloosheid loopt op en zal volgens het CPB in 2003 met zo’n 7 à 7.500 uitkeringsgerechtigden per maand toenemen. Door de sterk gedaalde aandelenkoersen hebben de pensioenfondsen hun vermogens in sterke mate zien verdampen, terwijl de verplichtingen door de relatief sterk gestegen arbeidskosten aanmerkelijk zijn toegekomen. Beide factoren zorgen er in hun onderlinge samenhang voor dat de pensioenpremies onvermijdelijk verhoogd zullen moeten worden. Hetgeen op zich weer een nadelige invloed zal hebben op de Nederlandse concurrentiepositie. Nederland verkeert gemeten naar het inkomen per hoofd van de bevolking en het werkloosheidspercentage nog in een relatief gunstige positie. De fundamentele indicatoren geven echter aan dat Nederland economisch gezien in de gevarenzone is terechtgekomen.
37
3.3
Rijksbeleid
Ombuigingen Het kabinet Balkenende concludeert in haar eerste Miljoenennota dat Nederland al geruime tijd op te grote voet heeft geleefd, omdat de omvangrijke lastenverlichtingen van de afgelopen jaren niet gepaard zijn gegaan met loonmatiging. Het kabinet heeft er voor gekozen het noodzakelijke aanpassingsproces direct bij haar aantreden in te zetten, omdat de urgentie van de economische situatie geen uitstel duldt. Het kabinet heeft besparingen aangekondigd tot een bedrag van ca. € 8 miljard in combinatie met lastenverzwaringen tot een bedrag van ca. 4,4 miljard. Een belangrijk deel van de bezuinigen op het openbaar bestuur (ca 1,07 miljard) komt rechtstreeks op het bordje van de gemeente terecht. Verder delen gemeenten in de bezuinigingen mee volgens het principe van de Financiële Verhoudingenwet: samen de trap op, samen de trap af . Strategie In het kader van het strategisch akkoord streeft het kabinet Balkenende naar a. een doelmatiger overheid b. een betere werking van de arbeidsmarkt en c een restrictiever asielbeleid Sturen op doelmatigheid In het kader van een doelmatiger overheid wil het kabinet het aantal ambtenaren met 5% reduceren en de groei van de lonen van rijksambtenaren beperken tot het niveau van de inflatie. Met een aantal maatregelen in de fiscale sfeer wil het kabinet de werking van de arbeidsmarkt verbeteren. Verder wil het kabinet de omvang van de gesubsidieerde arbeid (Melkertbanen) terugdringen en gemeenten een zwaardere verantwoordelijkheid geven bij de reïntegratie van arbeidsgehandicapten. Tenslotte speelt de invoering van het BTW-compensatiefonds dat gericht is op een aanscherping van de concurrentie tussen markt en overheid. Schuldreductie Het kabinet Balkenende continueert met enkele aanpassingen het budgettair beleid van het kabinet Kok. Centraal in dit beleid staat de Zalmnorm, inhoudende dat inkomsten en uitgaven gescheiden worden. Inkomsten mee- en tegenvallers hebben in principe geen gevolgen voor de uitgavenplafonds, indien het EMU-saldo binnen de 0 en -/- 2,5 % van het Bruto Binnenlands Product (BBP) blijft. Inkomstenmeevallers worden geheel bestemd voor de aflossing van de staatsschuld 2 . De noodzaak om de staatsschuld in globaal 25 jaar af te lossen vloeit voort uit de noodzaak middelen vrij te spelen ten einde de toenemende vergrijzingsproblematiek het hoofd te kunnen bieden. BTW-compensatiefonds Zoals aangekondigd in de Opmaat Kadernota voert het rijk per 1 januari 2003 het BTWcompensatiefonds in. In de praktijk betekent dit dat gemeenten ook een BTW-administratie moeten gaan voeren voor taken die zij als overheid uitvoert (m.u.v. onderwijs en inkomensoverdrachten). De betreffende BTW wordt gecompenseerd ten laste van het BTW-compensatiefonds. De mogelijkheid om BTW-gecompenseerd te krijgen leidt in 2004 tot een vermindering van de Algemene Uitkering met ca € 2,86 miljoen. Omdat de BTW op de bedoelde overheidstaken al in 2003 compensabel wordt zullen wij U in januari 2003 een begrotingswijziging voorleggen die uitgaat van a. budgetten die geschoond zijn van compensabele en verrekenbare BTW en b. een korting op de Algemene Uitkering met € 2,86 miljoen.
2
stijgen de inkomstenmeevallers boven de 1% van het BBP dan mogen deze voor 25% en tot een maximum van 1miljard aangewend worden voor lastenverzwaring
38
Conform de Opmaat Kadernota zal de eenmalige meevaller - die ontstaat doordat in 2003 de bedoelde BTW-lasten al voor compensatie in aanmerking mogen worden gebracht is en de Algemene Uitkering pas in 2004 wordt gekort - conform bedoeling van de fondsbeheerder worden aangewend ter dekking van de BTW-component in de afschrijvingslasten van oude investeringen.
3.4
Budgettair beleid Steenwijkerland
Steenwijkerland heeft van aanvang af ingezet op een doelmatiger en effectiever beleid. De heldere scheiding tussen beleidsbegroting en bedrijfsvoering in combinatie met het Deltaplanakkoord is daar een uitwerking van. Deze lijn is doorgezet in de Opmaat Kadernota waarin de hoofdlijnen van het budgettair beleid zijn geschetst. De rode draad is te kenschetsen als het streven naar een bedrijfseconomisch verantwoorde bedrijfsvoering. In dat perspectief zijn de beleidslijnen uitgezet met betrekking tot a. het budgetbeheer b. het (marktconforme) rentetoerekeningsbeleid c. het afschrijvings- en waarderingsbeleid d. het loon- en prijsbeleid e. het investeringsbeleid f. het financieringsbeleid g. de onderhoudstoestand van kapitaalgoederen h. het grondbeleid i. het belastingbeleid j. het risicomanagement k. het beleid inzake reserves en voorzieningen en l. het weerstandsvermogen Uit de analyses bleek onder meer dat Steenwijkerland te hoge boekwaarden (lees te veel onrendabele schulden) heeft in combinatie met een gemiddelde reservepositie. In dat perspectief heeft U raad in principe besloten tot een ingrijpende balanssanering voor een periode van 10 jaar. Vergelijkbaar met het streven van het rijk om de staatsschuld in 25 jaar geheel af te bouwen. Het verslechterende economische tij geeft aan dat het op orde brengen van de gemeentelijke financiën niets te vroeg is ingezet. Wij stellen U voor met kracht vast te houden aan de beleidskaders die in de Opmaat Kadernota zijn uitgezet en absolute prioriteit te geven aan het instandhouden van de reeds gerealiseerde kapitaalgoederen (gebouwen, wegen, bruggen, beschoeiingen, groenvoorzieningen, openbare verlichting, rioleringen, installaties, meubilair, speelwerktuigen, etc) die deel uitmaken van de basisvoorzieningen voor de burger om te voorkomen dat deze basisvoorzieningen het komend decennium verloren zullen gaan c.q. ernstig zullen verpauperen. Tot voor kort was het gebruik om realisatie en onderhoud van kapitaalgoederen te bekostigen met incidentele middelen. Gelet op het geformuleerde investerings- en afschrijvingsbeleid is het noodzakelijk het roer op dit punt drastisch om te gooien. Het bedrijfseconomisch georiënteerde investerings- en afschrijvingsbeleid vergt structurele budgetruimte die vrijgespeeld kan worden door het komend decennium serieus en vasthoudend werk te maken van het ingezette balanssaneringsprogramma.
3.4.1 Uitgangspunten Ter realisering van een bedrijfseconomisch verantwoorde huishouding stellen wij U concreet voor om met in achtneming van het collegeprogramma prioriteit te geven aan: • een bedrijfseconomische verantwoorde bekostiging van het onderhoud en de vervan-ging van kapitaalgoederen (structurele meerlasten: meer dan € 1miljoen);
39
• •
de uitvoering van het balanssaneringsprogramma (structurele meerlasten: ca. € 3,7 miljoen) en een substantiële verbetering van de productiviteit van de gemeentelijke organisatie door een professionalisering van de bedrijfsvoering (Hartnota).
In het perspectief van de geformuleerde prioriteiten stellen wij U verder voor a. in principe geen middelen vrij te maken om de gevolgen van het door het kabinet Balkenende aangekondigde bezuinigingen op bij voorbeeld het schrappen van de Zalmsnip, het beperken van gesubsidieerde arbeid, etc te compenseren; b. het verstrekken van subsidies aan derden waar mogelijk te beperken onder het motto gelijke monniken, gelijke kappen, hetgeen inhoudt dat ook aan subsidieontvangende partijen de eis gesteld wordt om in evenredige mate het beleid om te buigen respectievelijk de productiviteit van de organisatie te verbeteren; c. het bestedingsplan 2002 – 2005 te herijken zowel in het perspectief van het geformuleerde investerings- en afschrijvingsbeleid als in het perspectief van het gewijzigde economische klimaat. Dit impliceert incidentele budgetten voor kapitaalgoederen omzetten in structurele budgetten en het temporiseren van nieuwe investeringen.
3.4.2 Professionalisering van de bedrijfsvoering Wij willen de professionalisering van de bedrijfsvoering stimuleren door a. het implementeren van vraagoriëntatie; b. het creëren van resultaatverantwoordelijke huishoudingen (afdelingen c.q. taakvelden) op bedrijfseconomische grondslag; c. het invoeren van informatiemanagement op bedrijfslogistieke grondslag en d. het diversificeren van bedrijfsonderdelen naar rol en karakter van het bedrijfsproces; ad. a) het organisatieontwikkelingsproces onder meer met de vorming van een afdeling publiekszaken, services en ontwikkeling is een voorbeeld van het ontwikkelen van vraaggeoriënteerde organisatiestructuren, het ontwikkelen van een vraaggeoriënteerde bedrijfscultuur vormt een belangrijk onderdeel van het actieprogramma HART ad. b) het onderscheiden van beleidsbegroting en bedrijfsbegroting in combinatie met het Deltaplanakkoord is een voorbeeld van de vorming van een gesloten, resultaat verantwoordelijke huishouding, evenals het streven naar een kostendekkende huishouding riool, afvalstoffenheffing en onderwijshuisvesting; ad. c) de professionalisering van de taakvelden Belastingen en Administratie zijn voorbeelden van het invoeren van informatiemanagement op bedrijfslogistieke grondslag en ad. d) de ontwikkelde planning en controlvisie en - in het verle ngde daarvan - de vorming van de functie van directeur Bedrijfsvoering, de diversificatie in de rol van de afdelingscontroller versus de rol van het taakveld Controlling, en de rol van de applicatiebeheerder versus de rol van de informatiemanager zijn voorbeelden van het dualiseren van posities gericht op het stimuleren van het professionaliseringsproces.
3.4.3 Gesloten huishouding onderwijshuisvesting Het beleid gericht op een bedrijfseconomische verantwoorde bekostiging van het onderhoud en de vervanging van kapitaalgoederen en het beleid gericht op het professionaliseren van de bedrijfsvoering komen samen in het voorstel om van de onderwijshuisvesting een gesloten huishouding te maken. Mede gelet op het grote materiele belang rechtvaardigt een en ander een uitgebreidere toelichting.
40
3.4.3.1 Probleemstelling Als gevolg van de gemeentelijke herindeling was op het gebied van de onderwijshuisvesting sprake van verschillende beleidsbenaderingen met betrekking tot verschillende onderdelen van het gemeentelijk grondgebied. Qua regelgeving is het beleid geharmoniseerd. Qua bekostigingsystematiek zijn er nog geen heldere kaderstellingen geformuleerd, waardoor er een verwatering is opgetreden tot ca 80% van de normbudgetten die het rijk aan gemeenten ter beschikking stelt. Uitgaande van de normbedragen van het rijk investeert Steenwijkerland in meerjarig perspectief structureel ca. € 676.000,= te weinig in onderwijshuisvesting. In het kader van de managementletter 2001 heeft de accountant geadviseerd de afschrijvingstermijn van de onderwijshuisvesting te bekorten van 60 tot 40 jaar. Verder heeft de accountant aandacht gevraagd voor een stringentere politieke sturing op basis van bedrijfseconomisch verantwoorde meerjarige onderhoudbeheersplannen3 . In de Opmaat Kadernota - die in juni 2002 door Uw raad als richtsnoer voor de meerjarenbegroting is aanvaard - is in het perspectief van de beoogde professionalisering van het financieel beheer voorgesteld de exploitatie van de gebouwde onderwijs-voorzieningen in een gesloten huishouding onder te brengen. Doel hiervan is om een bedrijfseconomisch verantwoorde exploitatie te bevorderen en prikkels te organiseren bijvoorbeeld met betrekking tot: het voorkomen van leegloop van gebouwen resp. lokalen; het op verantwoorde wijze verhuren c.q. verkopen van overcapaciteit; het tijdig plegen van onderhoud en het realiseren van multi- inzetbare schoolgebouwen 3.4.3.2 Geschiedenis In 1997 is de decentralisatie van onderwijs huisvestingsvoorzieningen doorgevoerd. Sindsdien zijn de gemeenten volledig verantwoordelijk geworden voor het (grootschalig) onderhoud, uitbreiding en nieuwbouw van alle schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs. Voor het kunnen uitvoeren van deze taak wordt via het gemeentefonds jaarlijks een bedrag beschikbaar gesteld. Dit bedrag is geënt op normbedragen die uitgaan van de minimaal benodigde middelen voor onderwijshuisvesting en rekening houden met de specifieke omstandigheden van de gemeente. De uitkering via het gemeentefonds is overigens vrij besteedbaar. Uw raad mag haar eigen beleidsafwegingen maken. Het rijk heeft de onderwijsgebouwen overgedragen zonder rekening te houden met maatschappelijk algemeen aanvaarde bedrijfseconomische grondslagen. Het rijk schreef de schoolgebouwen af in 60 jaar in plaats van de 40 jaar die in de Opmaat Kadernota is voorgeschreven. 3.4.3.3 Voormalige gemeenten Voor het uitvoeren van de haar nieuw opgelegde taak is door de voormalige gemeenten Steenwijk, IJsselham en Brederwiede de problematiek verschillend benaderd. Afgezien van enige procedureverschillen lagen deze met name op het gebied van financiering van gepleegde en te plegen investeringen. De voormalige gemeente Steenwijkerland stortte het aandeel onderwijshuisvesting van de algemene uitkering geheel in een reserve. De jaarlijks verschuldigde kapitaalsverplichtingen werd ten laste van deze reserve gebracht. De voormalige gemeente Brederwiede had geen reserve ingesteld. De beschikbare middelen voor huisvestingsvoorzieningen vormde als het ware een onderdeel van de algemene middelen. Jaarlijks werd door te beschikken over de algemene middelen de dekking van de kapitaalslasten aangegeven. De voormalige gemeente IJsselham had ook geen reserve ingesteld. Op basis van een meerjaarlijkse onderhoudsplanning werden de hieruit voortvloeiende lasten in de gemeentebegroting meegenomen. Andere bouwkundige voorzieningen 3
Managementletter 2001, Deloitte & Touche, 26 februari 2002 blz. 21 en 22
41
(dan gepland onderhoud) werden separaat aan de raad voorgelegd, dekking vond plaats uit de algemene middelen. 3.4.3.4 Gesloten huishouding huisvestingsvoorzieningen onderwijs Met de term gesloten huishouding wordt bedoeld een systeem waarbij de exploitatie wordt geënt op bedrijfseconomische grondslag, d.w.z. kostendekkend binnen heldere financieel-economische kaderstellingen. Ten aanzien van de met ingang van het begrotingsjaar 2003 e.v. te vormen gesloten huishouding onderwijshuisvesting wordt Uw raad voorgesteld in te stemmen met de volgende uitgangspunten: 1) De exploitatie wordt gevoerd op bedrijfseconomische gronden: het op de lange termijn en op verantwoorde wijze – in kwalitatieve en kwantitatieve zin – instandhouden (incl. uitbreiden, ver- en nieuwbouw) van een adequaat gebouwenbestand voor het primair en voortgezet onderwijs in de gemeente op basis van een meerjarig huisvestings- en onderhoudsplan. 2) De startsituatie per 1 januari 2003 wordt gebaseerd op een bedrijfseconomisch verantwoorde balans, dat wil zeggen: a) de boekwaarden zijn in overeenstemming met de restant economische levensduur conform het afschrijvingsbeleid vastgelegd in de Opmaat Kadernota; b) de boekwaarden worden in het kader van de balanssanering 2002 gesaneerd, ten laste van de reserve onderwijshuisvesting en overigens ten laste van de algemene dienst; c) de stand van de reserve onderwijshuisvesting bedraagt per 1 januari 2003 nihil en d) voor wat betreft de exploitatie wordt het gemeentelijk beleid gevolgd, onder meer ten aanzien van de budgethoudersregeling alsook het afschrijvings- en investeringsbeleid. 3) De jaarlijkse voeding van de gesloten huishouding is geobjectiveerd: a) de voeding c.q. de ja arlijks beschikbaar te stellen middelen wordt bepaald op basis van de middelen die via het gemeentefonds voor deze taak beschikbaar komen; b) de structurele rentevoordelen als gevolg van de balanssanering onderwijshuisvesting 4 ad € 231.296,= worden toegevoegd aan het exploitatiebudget van de gesloten huishouding en c) voor verhuringen en verkopen dienen - voor zover juridisch mogelijk -marktconforme prijzen te worden gehanteerd. 4) Het te verrekenen percentage van de uitkeringsbasis gemeentefonds ten behoeve van de gesloten huishouding wordt door Uw raad bepaald op basis van een meerjarig onderwijshuisvestings- , onderhouds- en vervangingsplan. 5) Conform de Opmaat Kadernota bedraagt de bovengrens van de reserve Onderwijshuisvesting 10% van het structurele budget, terwijl de ondergrens (negatief) max. 5% van het structurele budget bedraagt. Een en ander met dien verstande dat de reserve niet langer dan een jaar negatief mag staan. 6) Op basis van de houtskoolschets onderwijshuisvesting wordt er naar gestreefd het verschil tussen normbudget en exploitatiebudget te minimaliseren. Toekomstige wijzigingen in de uitkeringsbasis voor onderwijshuisvesting worden voor 100 % verrekend met de gesloten huishouding. Om die reden wordt de gesloten huishouding uitgesloten van de jaarlijkse loonen prijscorrectie conform de paragraaf kostenmix uit de Opmaat Kadernota. 7) Het verschil tussen huidige voeding van de gesloten huishouding en de normvoeding per 2006 wordt in principe en zo mogelijk in gelijkmatige stappen opgeheven. 8) Alle lusten en lasten als gevolg van de bedrijfseconomische exploitatie van de onderwijshuisvesting komen ten gunste van de exploitatie van de gesloten huishouding onderwijshuisvesting c.q. moeten binnen deze exploitatie worden opgelost. 9) De opbrengsten van vrijkomende kapitaalgoederen komen ten gunste van de gesloten huishouding, met dien verstande dat eventuele boekwinsten als gevolg van het verzilveren van stille reserves ten gunste van de algemene dienst komen. Gelet op de financieel-economische 4
de boekwaarde van de onderwijshuisvesting is verlaagd met € 4,16 miljoen (balanssanering per ultimo 2002). Uitgaande van een omslagpercentage van 5,56 % levert dit een structurele rentemeevaller op van € 231.296,=
42
verantwoordelijkheid heeft de verantwoordelijke voor het onderwijshuisvestingsbeleid, i.c. de portefeuillehouder respectievelijk de budgethouder een zwaarwegende stem met betrekking tot het genereren verhuren van leegstaande lokalen resp. onderwijsgebouwen c.q. opbrengsten van uit de gesloten huishouding af te stoten kapitaalgoederen. Bovenstaande uitgangspunten leiden tot de volgende indicatieve probleemstelling (prijspeil 2002) Tabel 3.1: Probleemstelling huisvesting onderwijsvoorzieningen 2002 2003 2004 Normbudget 2002 € 2.737.653,= € 2.914.188,= € 2.955.159,= Onderwijsvernieuw 5 € 176.535,= € 40.971,= 6 € 40.970,= Saldo normbudget € 2.914.188,= € 2.955.159,= € 2.996.129,= Begroting 2002 € 2.124.808,= € 2.211.157,= € 2.297.505,= Effect balanssanering -€ 231.296,= € 231.296,= Saldo budget € 2.124.808,= € 2.442.453,= € 2.528.801,= Nominaal verschil € 789.380,= € 512.706,= € 467.328,= Procentueel verschil 27,1 % 17,3% 15,6 %
2005 € 2.996.129,= € 40.970,= € 3.037.100,= € 2.361.164,= € 231.296,= € 2.592.460,= € 444.640,= 14,6 %
2006 € 3.037.100,= € 40.970,= € 3.078.070,= € 2.402.134,= € 231.296,= € 2.633.430,= € 444.640,= 14,4 %
Om het verschil tussen normbudget en exploitatiebudget te verkleinen is in het bestedingsplan 2003 – 2006 een toevoeging aan de gesloten huishouding onderwijshuisvesting opgenomen van € 55.000,= tot € 222.000,= waardoor in 2006 het bedoelde verschil van 14,4 % beperkt wordt tot 7 ¼ %. Met andere woorden, in 2006 zal 92 ¾ % van de normvergoeding worden doorgesluisd naar de gesloten huishouding, terwijl dat bij ongewijzigd beleid – d.w.z. zonder balanssanering, zonder de extra middelen in het kader van het bestedingsplan 2003 - 2006 en met in standhouding van de reserve onderwijshuisvesting - 78 % zou zijn.
3.4.4
Onderhoud en vervanging kapitaalgoederen beleidsbegroting (excl. onderwijshuisvesting)
In afwachting van de in ontwikkeling zijnde meerjarige onderhouds- en vervangingsplannen is in het bestedingsplan 2003 – 2006 voorshands een reservering van € 600.000,= opgenomen (B324) onder voorwaarde dat deze reservering pas wordt vrijgegeven indien en voor zover U dit noodzakelijk acht op basis van de door Uw raad vast te stellen set van onderhouds- en vervangingsplannen.
3.4.5 Autonome ontwikkelingen Onder autonome ontwikkelingen wordt verstaan: - volumeontwikkelingen (wijziging van bijvoorbeeld aantal inwoners, woningen en uitkeringsgerechtigden) en - areaaluitbreiding door grondgebiedsbestemmingen. 3.4.5.1 Groei aantal woningen. Ter uitvoering van de Opmaat Kadernota, paragraaf Kostenmix , is bij de berekening van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de rioolrechten, de afvalstoffenheffing, de perceptiekosten, het huishoudelijk afval, de onroerende-zaakbelastingen en de hondenbelasting rekening worden gehouden met de groei van het aantal woningen in 2003. De raming van deze groei is gebaseerd op de woningbouwplanning 2002-2011, zoals die aan de orde is geweest in de raadsvergadering van 25 juni 2002. Op grond van deze planning wordt in 2003 een toename van het aantal woningen7 verwacht van 141. 5
exclusief herijking in het kader van de septembercirculaire ( paragraaf 3.5.2) globaal geraamde toevoegingen via de algemene uitkering in het kader van het onderwijsvernieuwingsprogramma 7 Uitgangspunten: gereed te komen woningen, niet inbegrepen bedrijfswoningen, woningsplitsing en onvoorziene incidentele woningbouw. 6
43
3.4.5.2 Areaaluitbreidingen door grondgebiedsbestemmingen In de meergenoemde paragraaf Kostenmix is aangegeven dat de normbudgetten als gevolg van areaaluitbreidingen twee jaar nadat het betreffende woongebied is opgeleverd automatisch in de exploitatiebegroting worden verwerkt. Voor nieuwe bestemmingsplannen worden de kosten van beheer en onderhoud de eerste twee jaar ten laste van de exploitatie van het grondgebied gebracht. Een en ander impliceert dat voor lopende grondexploitaties de eerste twee jaar na oplevering niet automatisch het onderhoudsbudget wordt gesteld en dat de benodigde budgetten onderwerp van integrale afweging in het kader van de begroting zijn. In de meerjarenbegroting 2003 e.v. is voor areaaluitbreidingen door grondgebiedsbestemmingen uitgegaan van een toename van het aantal woningen in 2001. Tabel 3.2: Gevolgen areaaluitbreidingen Omschrijving Groei woningen in 2001 Wegen en wegmeubilair 132 Openbare verlichting 132 Openbaar groen 132 Riolering 8 132
Bedrag pe r woning (onderhoudsgemiddelde) € 223,= € 24,= € 120,= € 165,=
Groei *bedrag per woning (€) € 29.436,= € 3.168,= € 15.840,= € 21.780,=
Het bedrag per woning is gebaseerd op de budgetten conform in de begroting 2002 (inclusief eerste begrotingswijziging) en het aantal woningen, wooneenheden, capaciteit bijzondere woongebouwen en recreatiewoningen zoals gehanteerd bij de berekening van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds voor 2002. Vorenvermelde onderhoudsgemiddelden zullen in de toekomst getoetst worden aan de uitkomsten van de in voorbereiding zijnde onderhouds- en vervangingsplannen.
3.4.6 Nominale ontwikkelingen Bij nominale ontwikkelingen gaat het om: - lonen; - prijzen; - rente. 3.4.6.1. Loonkostenontwikkeling. Bij het bepalen van de loonkostenontwikkeling is rekening gehouden met de CAO die loopt van 1 februari 2002 tot 1 april 2003. De CAO is voor de volledige looptijd verwerkt in het budget voor vaste- en flexibele capaciteit per compartiment per afdeling. Daarnaast is in genoemd budget ook rekening gehouden met de volgende stijgingen: Periode: 1-4-2003 tot en met 31-12-2003 (geraamd) 9 Stijging sociale lasten (geraamd) Totale stijging loonkosten (afgerond)
2003 2,625 % 0,5 % 3,125 %
Aan het vaste en flexibele budget per compartiment van elke afdeling (economische categorie 1.0.) is de totale stijging van de loonkosten van 3,125% aan het budget van 2002 toegevoegd. Voor het inhuren van personeel van derden (economische categorie 3.0.) is voor 2003 eveneens 3,125 % toegevoegd aan het budget van 2002.
8
Gesloten huis houding Gebaseerd op de raming prijs overheidsconsumptie lonen en salarissen op jaarbasis (publicatie CEP 2002) 9
44
3.4.6.2 Incidentele loonontwikkeling. Voor incidentele loonontwikkelingen (periodieke verhogingen/ ranginflatie) is rekening gehouden met een jaarlijkse compensatie van 1% over het totaal van het vaste en flexibele budget (economische categorie 1.0.). Genoemde compensatie is, conform de nota Opmaat Kadernota, paragraaf Kostenmix, voor de jaren 2003 tot en met 2006 toegevoegd aan het vaste en flexibele budget van het compartiment overige apparaatskosten van de Directie, nadat de geraamde stijging van 3,125 % van de loonkosten is toegepast. 3.4.6.3 Prijsontwikkeling exploitatiebudgetten en kostenplaatsen. Onderstaande opstelling van de ontwikkeling van de prijzen is gebaseerd op de publicatie van het CPB van juni 2002 en afgeleid van de prijs voor netto materiele overheidsconsumptie. In het berekende percentage voor prijsstijging 2003 is rekening gehouden met een bijstelling van de prijzen vanaf 2002. De prijsstijging voor diensten en leveringen van derden is als volgt opgebouwd: Prijsstijging 2002 3,5 % In de begroting 2002-2005, jaarschijf 2002 opgenomen 2,5 % Aanpassing prijsstijging 2002 1,0 % Prijsstijging 2003 2,75 % Prijsmutatie 2003 ten opzichte van 2002 3,75 % De prijscompensatie van 3,75 % is toegepast op onderstaande economische categorieën (ec. cat.) exclusief de gesloten huishouding onderwijshuisvesting, en betreft de exploitatie -budgetten en de budgetten opgenomen in de kostenplaatsen. Tabel 3.3: Prijscompensatie economische categorieën Ec. Cat. Omschrijving Lasten: 3.1. Energie 3.3. Duurzame bedrijfsmiddelen (vrijvallende kapitaallasten) 3.4. Overige goederen en diensten 4.2. Overige inkomensoverdrachten (subsidies). Zie ook onder loon- en prijscompensatie subsidies 4.3. Overige vermogensoverdrachten Baten: 3.2. Huren/ pachten overige gemeentelijke eigendommen10 3.2. Verhuur sport- en welzijnsaccommodaties 3.2. Parkeergelden 3.4. Tarieven zwembad Vollenhove 3.4. Overige goederen en diensten 4.0. Afvalstoffenheffing, rioolrechten, lijkbezorgingsrechten, bouw- en milieuleges
3.4.6.4 Prijsontwikkeling investerings- en exploitatiebudgetten opgenomen in Bestedingsplan 2002-2005 (tabel 3.3. en 3.4.). De inflatiecorrectie van de in het Bestedingsplan 2002-2005 (tabel 3.3. en 3.4.) opgenomen exploitatie - en investeringsbudgetten is door middel van actualisatie van de A en B formulieren verwerkt. De geraamde bedragen voor nieuwe exploitatieuitgaven en investeringen, die via een B formulier zijn aangemeld, zijn eveneens gebaseerd op het prijspeil van 1 januari 2003.
10
Voor het voormalig gemeentelijk woningbedrijf van Ijsselham geldt een specifiek regime t.a.v. huuraanpassingen conform voorschriften van het ministerie van VROM.
45
3.4.6.5 Rentevisie Al is de rente historisch gezien laag, door het trage economische herstel en de gematigde inflatie in de Verenigde Staten en de Eurozone zal deze nog verder dalen11 . Dit in verband met de scherpe mondiale concurrentie en de structurele overcapaciteit in enkele industrieën. Verwacht wordt dat de Europese Centrale Bank in de komende maanden de geldmarktrente zal verlagen tot 2 ¾ % De kapitaalmarktrente 12 in Nederland zal mogelijk dalen van 4,42 % per september 2002 tot 4,1 % over 6 maanden. Voor ultimo 2003 wordt een rentestand verwacht van 4,35 %. Gelet op de kasgeldlimiet is Steenwijkerland reeds een jaar lang verplicht om circa € 10 miljoen kort geld te consolideren. Gelet op: a. de lopende afspraken met de provincie om te consolideren; b. de scherp dalende kapitaalmarktrente in de tweede helft van september; c. de afloop van een tweetal kasgeldleningen per 25 september en d. het voorzichtigheidsprincipe is op 25 september 2002 tegen 4,28% een lineaire lening ad € 10 miljoen met een renteherzieningstermijn van 10 jaar afgesloten. Het uniforme omslagpercentage is bepaald op 5,56 % en gebaseerd op de gemiddelde kosten van uitstaande leningen op de geld- en kapitaalmarkt per 1 januari van het boekjaar voorafgaande aan het begrotingsjaar. Het omslagpercentage is ook toegepast op de investeringen opgenomen in het Bestedingsplan 2003-2006. Voor bespaarde rente is eveneens het omslagpercentage van 5,56 % gehanteerd. 3.4.6.6 Loon- en prijscompensatie subsidies In vele gevallen kennen gesubsidieerde instellingen voor hun producten eenzelfde kostenopbouw als gemeenten. De bekostiging van deze producten vindt (deels) plaats door gemeenten in de vorm van een subsidie. Hiervoor wordt de gemeente niet afzonderlijk gecompenseerd in het accres van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Compensatie van de gesubsidieerde instellingen heeft plaatsgevonden overeenkomstig het accres van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. 3.4.6.7 Specifiek In de nota Opmaat Kadernota, paragraaf Kostenmix, is aangegeven dat de specifieke loon- en prijsstijgingen betrekking hebben op de categorie uitgaven en inkomsten die niet onderhevig zijn aan de algemene loon- en prijsontwikkelingen, maar waarvoor specifieke regelgeving geldt. Hiertoe behoren: a) de stortkosten huishoudelijk en overig afval; b) de algemene uitkering uit het gemeentefonds (juni- en septembercirculaire); c) de uitkeringen sociale dienst (koppeling overige sociale voorzieningen) en d) de huren woningen gemeentelijk woningbedrijf voormalig IJsselham. De categorie onderwijshuisvesting wordt op basis van Uw principebesluit om hier een gesloten huishouding van te maken aan de categorie specifiek toegevoegd. 3.4.6.8 Belastingen en rechten De aanpassing van de tarieven van de belastingen is gebaseerd op de consumentenprijsindex (publicatie van het Centraal Economisch Planbureau). Concreet is rekening gehouden met een bijstelling van de prijsinflatie 2002 van ¾ % en een prijsinflatie van 2,5% voor 2003, totaal 3 ¼ %. Voor wat betreft de rechten wordt conform vigerend beleid uitgegaan van de prijsontwikkeling voor de netto materiele overheidsconsumptie, te weten 3 ¾ % (zie paragraaf 3.4.6.3 ).
11 12
Bron: het FIA Beleggersblad dd 13 september 2002 10 jaars overheid per 10 september 2002
46
3.5
Meerjaren beeld beleidsbegroting
3.5.1 Uitgangspositie beleidsbegroting Het meerjarenbeeld, zoals opgenomen in de voorjaarsnota 2002 ziet er als volgt uit: Tabel 3.4: Uitgangspositie beleidsbegroting 2003 Stand Voorjaarsnota 0
€
2004 2005 2006 6.481,= € 542.426,= € 542.426,=
3.5.2 Herijkingen beleidsbegroting De reguliere herijkingen hebben betrekking op: - de autonome ontwikkelingen conform de uitgangspunten weergegeven in paragraaf 3.4.5; - de loon- en prijsstijgingen conform de uitgangspunten weergegeven in paragraaf 3.4.6; - de ontwikkeling van de rentekosten en - de raadsbesluiten tot en met 25 juni 2002 Reguliere herijkingen Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van het meerjarenbeeld uitgaande van de uitgangspositie gecorrigeerd voor de reguliere herijkingen: Tabel 3.5: Meerjarenbeeld beleidsbegroting (primitief) 2003 2004 Stand voorjaarsnota (- = positief) 0 € - 6.481,= Autonome ontwikkelingen € -314.396,= € -242.749,= Loonstijging € 117.097,= € 117.097,= Prijsstijging € 179.086,= € 143.210,= Rente en afschrijving € -338.595,= € -679.528 Kosten bedrijfsvoering € 1.137.623,= € 1.432.962,= Beleidsbeslissingen € 336.783,= € 550.024,= Technische aanpassing € 93.155 € 255.030,= Diversen € -36.575,= € 18.083,= Saldo primitieve begroting 2003 € 1.174.178,= € 1.587.648,=
2005 € -542.426,= € -151.806,= € 117.097,= € 135.438,= € -477.147,= € 1.533.847,= € 718.104,= € 382.618,= € 13.265,= € 1.728.990,=
2006 € -542.426,= € -31.640,= € 117.097,= € 142.789,= € -931.589,= € 1.870.939,= € 389.641,= € 442.715,= 0 € 1.457.526,=
De rapportages vanuit het financiële systeem blijken niet overeen te stemmen met rapportages, die met behulp van een opvraagprogramma worden gemaakt. Hierdoor ontbreekt de directe aansluiting tussen het meerjarenbeeld volgens de Voorjaarsnota en het meerjarenbeeld volgens de Begroting 2003 e.v. Het uitvoeren van nadere cijfermatige analyses is op dit moment niet zinvol gebleken. Om de aansluiting tussen de Voorjaarsnota en de Begroting te creëren is een technische aanpassing uitgevoerd. Het berekenen van de renterisiconorm is om dezelfde technische redenen evenmin realiseerbaar gebleken. In het kader van de begin oktober 2002 opgestarte professionalisering van het taakveld Administratie zullen de mogelijke oorzaken en oplossingen van de geconstateerde problemen met voorrang worden geanalyseerd teneinde op zo kort mogelijke termijn de betrouwbaarheid van de administratieve systemen te kunnen waarborgen. De minderkosten van 2005 t.o.v. 2006 vloeien voort uit het feit dat tot het aanvaarden van de Opmaat Kadernota investeringsprojecten incidenteel gefinancierd werden. Een van de effecten van dit beleid is dat het meerjarenbeeld een minder gelijkmatig verloop kent. De neerwaartse lastenknik tussen 2005 en 2006 wordt veroorzaakt door de afloop van de bekostiging van wijkplan De Gagels in 2005.
47
Specifieke herijkingen De specifieke herijkingen hebben betrekking op zowel negatieve (tabel 3.6) als positieve (tabel 3.7) posten. Tabel 3.6: Negatieve herijkingen begroting Negatieve herijkingen 2003 1. Technische correcties € 445.049,= 2. Herziening lastendruk campings € 23.913,= 3. WVG-beleid € 300.000,= Saldo negatieve herijkingen € 768.962,=
2004 € 135.000,= € 23.913,= € 300.000,= € 458.913,=
2005 € 135.000,= € 23.913,= € 300.000,= € 458.913,=
2006 € 135.000,= € 23.913,= € 300.000,= € 458.913,=
Toelichting negatieve herijkingen specifiek Ad 1) De toename van de algemene uitkering en de inkomsten uit OZB heeft tot gevolg dat in 2003 een eenmalige storting van € 410.049,= in de Algemene Reserve moet worden gedaan om te kunnen blijven voldoen aan de gestelde norm krachtens de Opmaat Kadernota , namelijk dat de Algemene Reserve ten minste 9 % van de som van de Algemene Uitkering en de inkomsten uit OZB moet bedragen. De toepassing van de afschrijvingstermijnen krachtens de Opmaat Kadernota voor nog niet in uitvoering genomen investeringsprojecten zoals de realisering van de unilocatie voor de binnendienst (Vendelweg) en de realisatie van huisvesting voor de buitendienst heeft tot gevolg dat vanaf 2004 de exploitatiebudgetten met € 100.000,= verruimd moeten worden. Tenslotte is gebleken dat in de begroting abusievelijk geen rekening is gehouden met de energielasten van de huisvesting van de Brandweer ter grootte van € 35.000,= Ad 2) Naar aanleiding van de gemeentelijke herindeling is bij kampeerbedrijven onbedoeld een cumulatieve lastendruk ontstaan. Op verzoek van Uw raad hebben wij een voorstel ontwikkeld om deze lastendruk te verzachten. Bedoeld voorstel is separaat aan U aangeboden en implic eert voor de Algemene Dienst een structureel nadeel van € 23.913,= aan gederfde OZB inkomsten. Ad 3) De groei van het gebruik van de WVG-voorzieningen leidt bij ongewijzigd beleid tot een structureel nadeel van ca € 572.307,= Met een versobering van het beleid willen wij de groei van deze uitgaven beperken tot € 300.000,= In een separaat raadsvoorstel zullen wij U concreet inzicht geven in de ontwikkeling van de kosten en de aard van de door ons voorgestelde beleidsombuiging. Tabel 3.7: Positieve herijkingen Positieve herijk ingen 2003 1. Algemene uitkering € 1.792.862,= 2. Rente bestedingsplan € 135.000,= 3. Kostenplafond OZB € 26.426,= Saldo positieve herijkingen € 1.954.288,=
2004 2005 € 1.792.862,= € 1.792.862,= € 435.000,= € 435.000,= € 26.426,= € 26.426,= € 2.254.288,= € 2.254.288,=
2006 € 1.792.862,= € 435.000,= € 26.426,= € 2.254.288,=
Toelichting positieve herijkingen specifiek Ad 1) Uit de septembercirculaire 2002 blijkt voor Steenwijkerland een structurele meevaller van € 2.013.106,= Deze middelen zijn geheel vrij besteedbaar. Conform het geformuleerde beleid in paragraaf 3.4.3 stellen wij U voor de extra middelen voor onderwijshuisvesting te reserveren voor de gesloten huishouding onderwijshuisvesting. En conform vigerend beleid stellen wij U verder voor de middelen voor de 2e fase van de dualisering toe te voegen aan de stelpost dualisering. Dit omdat het beleid voor de jeugdgezondheidszorg van regionaal naar gemeentelijk niveau wordt overgeheveld. De toevoeging in het kader van het BTW-compensatiefonds per 2003 is bedoeld om de extra bedrijfsvoeringskosten op te vangen die ontstaan doordat de gemeente vanaf 2003 een BTW-administratie moet voeren, en bij het rijk BTW voor compensatie in aanmerking moet gaan brengen. Gelet op het doel van deze uitkeringsfactor stellen wij U voor het betreffende budget over te hevelen naar de bedrijfsbegroting.
48
Samenvattend stellen wij voor het vrij besteedbare deel uit de groei van de algemene uitkering 2003 te verminderen ten behoeve van de volgende stelposten: Tabel 3.8: Stelposten algemene uitkering Groei algemene uitkering Reserveringen 1. Toevoeging onderwijshuisvesting 2. Stelpost dualisering 3. Stelpost Jeugdgezondheidszorg 4. Stelpost administratiekosten BTW –compensatiefonds Restant vrij besteedbaar
€ 2.013.106,= € 98.626,= € 33.018,= € 34.600,= € 54.000,= € 1.792.862,=
Ad 2) Gewoontegetrouw is bij de primitieve begroting een stelpost gereserveerd om de rentelasten van het bestedingsplan op te kunnen vangen. Krachtens de Opmaat Kadernota is echter tegelijkertijd de rentelast van investeringen op product- c.q. projectniveau geraamd. Dit betekent dat de stelpost kan vrij vallen. Ad 3) Op basis van afspraken tussen VNG, Waterschappen en rijk geldt vanaf 2003 en kostenplafond voor de te declareren kosten voor het voeren van de WOZ-administratie . Op dit moment is het normbedrag voor te declareren kosten per object nog niet bekend. In de primitieve begroting is rekening gehouden met een te declareren bedrag per object van € 7,15 zijnde het vermoedelijk minimaal te declareren bedrag naar laatste informatie van de VNG. Op grond van nadere informatie verhogen wij deze taxatie tot € 8,41 per object13 Ten opzichte van de primitieve begroting 2003 e.v. leidt dit tot een structureel voordeel van € 26.426,= 14 Onderstaande tabel geeft inzicht het saldo van de specifieke herijkingen Tabel 3.9: Herijkingen 2003 2004 2005 2006 Positieve herijkingen € 1.954.288,= € 2.254.288,= € 2.254.288,= € 2.254.288,= Negatieve herijkingen € 768.962,= € 458.913,= € 458.913,= € 458.913,= Saldo specifieke herijkingen € 1.185.326,= € 1.795.375,= € 1.795.375,= € 1.795.375,=
3.5.3 Beleidsmatige toelichting septembercirculaire Het Strategisch Akkoord dat is opgesteld door het kabinet Balkenende is voor de ontwikkeling van het gemeentefonds op de volgende punten van belang: 1) Afschaffing van de OZB op woningen per 2005, waarbij gemeenten voor het vervallen van de OZB-opbrengsten zullen worden gecompenseerd door een toevoeging aan het gemeentefonds. Het kabinet zal rond de jaarwisseling meer informatie verstrekken. 2) Het vervallen van de zalmsnip per 2005 in samenhang met de OZB op woningen en 3) Een wijziging van de normeringssystematiek per 2003, inhoudende dat bij de bepaling van het accres niet langer wordt gecorrigeerd voor de rente-uitgaven, waardoor vanaf 2003 de groei van het gemeentefonds minder snel zal toenemen. Het accres 2003 (5,35 %) is fors hoger uitgekomen dan in de meicirculaire nog geraamd werd ( 3 %). Daar staat tegenover dat in latere jaren een daling van de groei tot ca 2,8% (was 3 ¾ %) wordt geraamd. Bij de raming is rekening gehouden met de areaalontwikkeling (bevolkingsgroei,
13
naar de taxatie van de VNG vermoedelijk het gemiddelde kostenplafond ad € 8,11 (prijspeil 2002) verhoogd met prijsinflatie. 14 20.973 objecten x € 1,26
49
etc.) alsook de doorwerking van ombuigingen en investeringen, waartoe is besloten bij de opstelling van het Strategisch Akkoord en de Miljoenennota 2003. Het verloop van de te verwachten accressen in de toekomende jaren is het gevolg van de ontwikkeling van de gecorrigeerde netto-rijksuitgaven. Deze stijgen in 2003 onder meer als gevolg van oplopende bijstandsuitgaven. In 2005 is de stijg ing van de uitgaven beperkt doordat de budgettaire ruimte wordt ingezet voor de geplande lastenverlichting. Het ministerie adviseert er in de begroting 2003 e,v. rekening mee te houden dat in latere jaren het accres veel bescheidener zal zijn. Gemiddeld bedraagt het reële accres (geschoond voor inflatie) de komende 4 jaar 1,4 %. Conform vigerend beleid, dat gebruikelijk is in gemeenteland, is de ontwikkeling van het accres in meerjarig perspectief niet in het meerjarenbeeld verwerkt. In tijden van economische teruggang brengt dit een extra risico met zich mee (zie ook de risicoparagraaf).
3.5.4 Ruimtescheppende maatregelen beleidsbegroting Tegen de achtergrond van de aanhoudende verslechtering van het economisch klimaat en met het oog op het voorgestelde budgettaire beleid gericht op het instandhouden van basisvoorzieningen voor de burger onder bedrijfseconomisch verantwoorde voorwaarden, stelt het College U voor in te stemmen met aanvullende taakstellingen voor zowel de beleids- als de beleidsbegroting. Bij het bepalen van de omvang van de taakstellingen is rekening gehouden met de taakstellingen die vanaf 2001 reeds aan de bedrijfsvoering zijn opgelegd (zie ook paragraaf 3.6). Tabel 3.10: Taakstellingen Nieuwe taakstellingen Taakstelling takendiscussie Taakstelling bedrijfsvoering Saldo nieuwe taakstellingen
3.5.5
€ € €
2003 425.000,= 75.000,= 500.000,=
€ € €
2004 480.000,= 125.000,= 605.000,=
2005 € 1.060.000,= € 175.000,= € 1.235.000,=
2006 € 1.335.000,= € 225.000,= € 1.560.000,=
2005 € 542.426,=V € 2.271.516,=N € 1.795.375,=V € 1.235.000,=V --€ 1.301.285,=
2006 € 542.426,=V € 1.999.952,=N € 1.795.375,=V € 1.560.000,=V --€ 1.897.849,=
Geactualiseerd meerjarenbeeld beleidsbegroting
Tabel 3.11: Meerjarenbeeld Stand Voorjaarsnota 2002 Saldo reguliere herijkingen15 Saldo specifieke herijkingen Nieuwe taakstellingen Saldo realisatieplan (par. 3.9.6) Meerjarenbeeld
2003 0 € 1.174.178,=N € 1.185.326,=V € 500.000,=V € 839.464,=V € 1.350.612,=
2004 € 6.481,=V € 1.594.129,=N € 1.795.375,=V € 605.000,=V € 603.269,=V € 1.415.996,=
In de Opmaat Kadernota paragraaf rentetoerekeningsbeleid is het principebesluit opgenomen om met ingang van het begrotingsjaar 2003 de bespaarde rente op het eigen vermogen niet meer structureel in te zetten en primair aan te wenden voor het balanssaneringsprogramma en overigens voor incidentele budgetbehoeften. Dit om te voorkomen dat een gat in de exploitatiebegroting wordt geschoten, zodra reserves worden aangewend voor het doel waarvoor zij bestemd zijn. In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de uitsplitsing incidentele versus structurele ruimte. De incidentele ruimte is bepaald door het volume van de bestemmingsreserves en voorzieningen te vermenigvuldigen met het omslagpercentage. Dit betekent dat de bespaarde rente op de geblokkeerde reserves (NV Rendo) en de Algemene Reserve van respectievelijk de Algemene Dienst en de Grondexploitatie conform Opmaat Kadernota wél structureel in de meerjarenbegroting is verwerkt. 15
In verband met het ontbreken van de afstemming tussen Voorjaarsnota en Meerjarenbegroting is het saldo van de begroting (par. 3.5.2) gecorrigeerd met de stand van de Voorjaarsnota. Dit impliceert dat er een buffer is om het betrouwbaarheidsrisico op te vangen.
50
Tabel 3.12: Theoretisch model 2003 € 1.350.612,= € 552.551,= € 798.061,=
Ruimte voor nieuw beleid > waarvan incidentele ruimte > waarvan structurele ruimte
2004 € 1.415.996,= € 552.551,= € 863.445,=
2005 € 1.301.285,= € 552.551,= € 748.734,=
2006 € 1.897.849,= € 552.551,= € 1.345.298,=
Voor wat betreft de verdeling structureel-incidenteel is de verdeling in het laatste jaar van de planperiode (2006) maatgevend. Dit betekent dat het verantwoord is vanaf 2003 ca. € 1.3 miljoen structureel te bestemmen. In dit perspectief stellen wij U in principe uit te gaan van de volgende verdeling tussen incidentele en structurele ruimte: Tabel 3.13: Bestuurlijk model 2003 € 1.350.612,= € 525.612,= € 825.000,=
Ruimte voor nieuw beleid > waarvan incidentele ruimte > waarvan structurele ruimte
3.6
2004 € 1.415.996,= € 415.996,= € 1.000.000,=
2005 2006 € 1.301.285,= € 1.897.849,= € 51.285,= € 552.849,= € 1.250.000,= € 1.345.000,=
Meerjarenbeeld bedrijfsbegroting
De uitgangspositie voor de bedrijfsbegroting ziet er als volgt uit: Tabel 3.14: Positie bedrijfsbegroting 2003 Meerjarenbegroting 200216 € 28.389.700,= Stand Voorjaarsnota 2002 € 30.276.900,= Meerjarenbegroting 2003 € 31.531.000,=
2004 € 28.885.700,= € 30.842.500,= € 32.418.800,=
2005 2006 € 29.079.200,= € 30.808.900,= € 30.797.000,= € 32.482.400,= € 32.765.700,=
In de volgende tabel staan de specifieke herijkingen voor de bedrijfsbegroting weergegeven: Tabel 3.15: Herijkingen bedrijf Stand voorjaarsnota Autonome ontwikkelingen Loonstijging 17 Prijsstijging Beleidsbeslissingen Kapitaalslasten18 Diversen Saldo
2003 € 30.276.900,= € 507.900,= € 514.600,= € 334.100,= € 108.000,= € 223.000,=V € 12.500,= € 31.531.000,=
2004 € 30.842.500,= € 523.400,= € 514.600,= € 334.800,= € 50.100,= € 140.500,= € 13.000,= € 32.418.800,=
2005 € 30.808.900,= € 526.400,= € 514.600,= € 327.800,= € 40.800,= € 251.100,= € 12.900,= € 32.482.400,=
2006 € 30.797.000,= € 526.400,= € 664.400,= € 327.700,= € 34.100,= € 403.100,= € 12.900,= € 32.765.700,=
16
de cijfers hebben betrekking op de volume van de doorbelastingen, zijnde de lasten verminderd met de baten 17 de sprong in 2006 wordt veroorzaakt door de post 1% incidenteel in de extrapolatie van de budgetten 2005 naar 2006 18 de meevaller in 2003 wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de vertraagde uitvoering van de verbouwing Vendelweg ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting
51
Voor de bedrijfsbegroting 2003-2006 gelden de volgende efficiencytaakstellingen Tabel 3.16: Effic iencytaakstellingen bedrijf 2003 Taakstelling boventalligen19 € 1.340.920,= Taakstelling Deltaplan € 830.700,= Bezuinig ingstaakstelling 2003 € 75.000,= Saldo taakstellingen € 2.246.620,= Taakstelling20 in % (afgerond) 8%
2004 € 1.340.920,= € 1.044.100,= € 125.000,= € 2.510.020,= 8½ %
2005 2006 € 1.340.920,= € 1.340.920,= € 1.257.600,= € 1.357.600,= € 175.000,= € 225.000,= € 2.773..520,= € 2.923.520,= 9½ % 10 %
Bovenop de efficiencytaakstellingen moet in het kader van de unilocatie nog het volgende bedrag gerealiseerd worden: Tabel 3.17: Verwachting kostenbesparing centrale huisvesting 2003 2004 Inverdienen kosten unilocatie € 136.100,=
3.6.1
2005 € 453.800,=
2006 € 453.800,=
Realisatieplan taakstellingen bedrijfsvoering
Voor wat betreft de bedrijfsvoeringen geldt dat de taakstelling boventalligen is gerealiseerd door een korting op de loonsom, waardoor vacatures volgens het functie en formatieboek niet gerealiseerd konden worden. Taakstelling Deltaplan De taakstelling conform het Deltaplanakkoord wordt gerealiseerd door het verbeteren van de productiviteit, dat wil zeggen het (her)ontwerp van bedrijfsvoeringsprocessen vanuit een logistieke invalshoek in combinatie met een pakket aan maatregelen gericht op kostenbeheersing. Tabel 3.18: Te realiseren taakstellingen Efficiencytaakstelling Deltaplan Budget ontwikkeling bedrijfsvoering Bezuinigingstaakstelling 2003 Totaal nog te realiseren
2003 2004 2005 € 680.700,= € 794.100,= € 907.600,= € 150.000,= € 250.000,= € 350.000,= € 75.000,= € 125.000,= € 175.000,= € 905.700,= €1.169.100,= €1.432.600,=
2006 € 907.600,= € 450.000,= € 225.000,= €1.582.600,=
19
in het kader van de gemeentelijke herindeling is aan de bedrijfsvoering i.v.m. boventalligen ( € 1.030.081,=) en de vorming van het directiebureau (€ 310.839,=) een taakstelling opgelegd van in totaal € 1.340.920,= 20 In procenten ten opzichte van de meerjarenbegroting 2002
52
Bovenstaande taakstelling zal als volgt worden gerealiseerd: Tabel 3.19: Realisatieplan efficiencytaakstelling bedrijf 2003 2004 Totaal nog te realiseren € 905.700,= €1.169.100,= Clustering afdelingen € 100.000,= € 150.000,= FB Voorjaarsnota 2002 € 35.669,=N € 86.275,= Overdekking doorbelastingen € 89.102,= € 89.102,= 22 Intensivering schadepreventie € 25.000,= € 25.000,= Inverdienen BTW-administratie € 47.000,= € 47.000,= Inverdienen incassokosten Rendo € 43.626,= € 52.350,= Minder overhead a.g.v. krimp € 200.000,= BFD Voorjaarsnota 2002 € 4.186,= € 4.168,= BOR Voorjaarsnota 2002 € 67.000,= € 67.000,= Kaasschaafmaatregelen23 > prijsstijging 2001 € 106.600,= € 106.600,= > btw-aanpassing 2001 € 64.000,= € 64.000,= > ranginflatie € 200.000,= € 250.000,= Diverse besparingen € 23.074,=N € 85.500,= Saldo per oktober 2002 € 217.929,=N € 57.895,=V
2005 €1.432.600,= € 200.000,= € 242.689,= € 89.102,= € 25.000,= € 47.000,= € 52.350,= € 200.000,= € 348,= € 67.000,=
2006 €1.582.600,= € 250.000,= €303.404,= 21 € 89.102,= € 25.000,= € 47.000,= € 52.350,= € 200.000,= € 348,= € 67.000,=
€ 106.600,= € 64.000,= € 250.000,= € 267.856,= € 179.345,=V
€ 106.600,= € 64.000,= € 250.000,= € 293.476,= € 165.680,=V
De begrote overschotten zullen worden aangewend om de bedrijfsreserves op peil te houden.
3.7
Uitvoeringsplan balanssaneringsprogramma 2003-2006
Op grond van de Opmaat Kadernota, paragraaf Balanssanering, heeft U ingestemd met een afboekingstaakstelling van gemiddeld € 3,7 miljoen in de periode 2003 t/m 2012. Wij hebben U toegezegd dat het balanssaneringsprogramma in principe niet ten laste van de exploitatiebegroting zal worden gebracht en ook niet als motivering voor belastingverhogingen zal worden gebruikt. Dit terwijl er – mede gelet op het verslechterende economische tij – hoge prior iteit moet worden toegekend aan het saneren van de financiële huishouding. In het perspectief van de hiervoor geformuleerde beleidsopgave stellen wij U voor: in te stemmen met de vorming van een reserve Balanssanering die jaarlijks bij het opmaken van de jaarrekening geheel en onverkort wordt aangewend om de balans verder te saneren en in te stemmen met het beleid de reserve Balanssanering te voeden met: 1. vrijvallende kapitaalslasten als gevolg van eerdere balanssaneringen; 2. meevallers ten gevolge van het verzilveren van stille reserves; 3. vrijvallende middelen als gevolg van het afsluiten van restantkredieten; 4. vrijvallende middelen uit de behoedzaamheidsreserve 5. mogelijke meevallers ten gevolge van de invoering van het BTW-compensatiefonds; 6. de bespaarde rente op de Voorziening BTW oude investeringen en de voorziening BTWcompensatiefonds; 7. onttrekkingen aan bestemmingsreserves, in 2003 tot een bedrag van € 1.340.807,= 21
Verhoging t.o.v. 2005 i.v.m. aframing kapitaallasten WOZ 52405300/00610 met € 60.500,= in verband met inbesteding hertaxatie 2002 22 Zie Voorjaarsnota 2002 deel A 23 gerealiseerd dmv korting op de afdelingsbudgetten
53
8. een optimaal deel van de bespaarde rente op voorzieningen en bestemmingsreserves krachtens de Opmaat Kadernota , paragraaf balanssanering. 9. overige meevallers in de inkomenssfeer, met uitzondering van meevallers in het kader van de algemene uitkering. ad b.1: vrijvallende middelen ten gevolge van het balanssaneringsprogramma In het kader van de balanssanering 2002 zijn de immateriële activa afgeboekt. Hierdoor zijn m.i.v. 2003 de kapitaalslasten verlaagd met een bedrag van € 534.213 oplopend tot een bedrag van € 375.646,= 24 . Deze vermindering is integraal verwerkt in de exploitatiebegroting 2003 e.v. Aanvullende balanssaneringen leiden uiteraard tot een aanvullende vrijval van kapitaalslasten. Het voorstel is deze aanvullende vrijval te benutten ten behoeve van het balanssaneringsprogramma tenzij het gaat om gesloten huishoudingen. In dat geval behoort de vrijval in principe ten goede te komen aan de betreffende huishouding ad b.2: vrijvallende middelen als gevolg van stille reserves Gelet op de slechte financiële en economische situatie is het voorstel in dit verband alle stille reserves, dus ook die welke gerealiseerd worden in het kader van de grondexploitatie voorzover het gaat om eigendommen buiten de reguliere exploitatiegebieden, de exploitatie van de onderwijshuisvesting, de verkoop van het woningbedrijf van de voormalige gemeente IJsselham25 en de verkoop van de dislocaties aan te wenden in het kader van het balanssaneringsprogramma. In dit verband wordt aangetekend dat in het kader van de balanssanering onderwijshuisvesting is gebleken dat de voormalige Groeneveldschool en de voormalige Croevingheschool moeten worden aangemerkt als stille reserves die na verzilvering zullen worden toegevoegd aan de reserve Balanssanering. Als uitvoeringsmaatregel wordt voorgesteld jaarlijks bij het opmaken van de jaarrekening te bezien of de reserves van de onderwijshuisvesting, de grondexploitatie en het woningbedrijf in verband met het verzilveren van stille reserves kunnen worden afgeroomd. ad b.3: vrijvallende middelen als gevolg van afsluiten van restant kredieten In het kader van de Najaarsnota zullen de eerste voorstellen met betrekking tot het afsluiten van restantkredieten worden gedaan. ad b.4: vrijvallende middele n uit de behoedzaamheidsreserve In paragraaf 3.5.2 hebben wij U het voorstel gedaan de behoedzaamheidsreserve weer op peil te brengen. De kans dat hierdoor incidenteel middelen vrijvallen is hierdoor toegenomen. ad b.5 en 6 In het kader van de invoering van het BTW-compensatiefonds worden middelen vrijgemaakt om de BTW-component in investeringen ouder dan 1 januari 2003 te kunnen bekostigen. Dit omdat het rijk bij de korting van de algemene uitkering ad € 2,8 miljoen geen rekening houdt met het feit dat de BTW van oude investeringen die op de exploitatiebegroting drukken niet compensabel is. In het kader van de Najaarsnota wordt voorgesteld een reserve BTW-compensatiefonds te vormen.Verder is naar aanleiding van de Opmaat Kadernota een Voorziening BTW-compensatiefonds gevormd. Het voorstel is om meevallers en rentebaten met betrekking tot de gevormde reserve ( € 6,7 miljoen) ten gunste te laten komen van het balanssaneringsprogramma. Jaarlijks zullen wij in het kader van de rekening de voortgang van het balanssaneringsprogramma toetsen. Indien onverhoopt zou blijken dat de taakstelling in meerjarig perspectief niet in voldoende mate gerealiseerd wordt, zullen aanvullende maatregelen overwogen kunnen worden, waaronder het heroverwegen van de beschikbare bestemmingsreserves.
24
Zie de Voorjaarsnota deel A voor nadere specificaties In geval van juridische beperkingen zal gezocht worden naar mogelijkheden van uitruil met vrij besteedbare middelen en middelen bestemd ter besteding in het belang van de volkshuisvesting 25
54
ad b.7 Het voorstel is om de ISP-gelden voor een bedrag van € 1.340.807,= aan te wenden in het kader van het balanssaneringsprogramma. ad b.8 In de Opmaat Kadernota hebben wij U voorgesteld de incidenteel bespaarde rente - dit is de rente op bestemmingsreserves en voorzieningen - in principe aan te wenden ten behoeve van de balanssanering. Bij de integrale beleidsafweging in het kader van de meerjarenbegroting 2003 e.v. hebben wij nog geen mogelijkheden gevonden dit beleidsvoornemen te realiseren. Bij de meerja renbegroting 2004 e.v. zullen wij dit beleidsvoornemen opnieuw in overweging nemen.
3.8
Ruimtescheppende maatregelen beleidsbegroting
3.8.1 Stand van zaken lopende ruimtescheppende taakstellingen beleidsbegroting Onderstaande tabel geeft inzicht in de nog openstaande beleidstaakstellingen: Tabel 3.20: Openstaande taakstellingen beleid 2003 1. Stelpost beleidstaken 2. Afschaffen zalmsnip nihil Saldo openstaand
2004 € 340.000,= € 580.000,= € 920.000,=
2005 € 340.000,= € 580.000,= € 920.000,=
2006 € 340.000,= € 580.000,= € 920.000,=
Ad 1) In de meerjarenbegroting 2002 e.v. is een stelpost afbouwen beleidstaken opgenomen die nog niet gerealiseerd is. Ad 2) In de meerjarenbegroting 2002 e.v. is rekening gehouden met het afschaffen van de zalmsnip ad € 850.000,= structureel. Als gedeeltelijke compensatie voor het laten vervallen van de Zalmsnip zou vanaf 2004 een bedrag van € 270.000,= extra worden toegekend voor uitbreiding van het minimabeleid. Wij stellen U voor deze compensatie te laten vervallen nu het nieuwe kabinet de Zalmsnip zonder meer schrapt. Resteert een taakstelling van € 580.000,= structureel om de minderinkomsten van het rijk te compenseren.
3.8.3 Nieuwe ruimtescheppende taakstellingen beleidsbegroting In paragraaf 3.5.4 is een aanvullende beleidstaakstelling geformuleerd. Hiermee wordt het saldo aan beoogde beleidsextensiveringen 2003 en volgende jaren als volgt: Tabel 3.21: Saldo totaal taakstellingen 2003 Oude taakstellingen Nieuwe taakstellingen € 425.000,= Taakstellingen 2003 ev € 425.000,= Taakstelling26 in % (afgerond) ¾ %
26
2004 € 920.000,= € 480.000,= € 1.400.000,= 2½ %
2005 € 920.000,= € 1.060.000,= € 1.980.000,= 3½ %
2006 € 920.000,= € 1.335.000,= € 2.255.000,= 4 %
berekend ten opzichte van het volume van de beleidsbegroting prijspeil 2002 (afgerond)
55
3.9. Realisatie ruimtescheppende maatregelen beleidsbegroting 3.9.1 Beleidsombuigingen In het kader van de eerste tranche van de takendiscussie stellen wij U de volgende beleidsombuigingen voor. Tabel 3.22: Voorstel beleidsombuigingen 2003 1. Monumentenbeleid a. afschaffen subsidieregelingen € 96.359,= b. geen St. Stads- en dorpsherstel € 243.765,= c. geen inventarisatie monumenten d. werkbudget + monumentendag € 15.000,=N 2. AMW/ detach. maatsch. werkers € 50.000,= 3. Beperken representatiebudget € 20.000,= 4. Subsidie schoolzwemmen € 17.500,= 5. Diversen € 20.000,= 6. Heroverweging claims 27 pm Saldo beleidsombuigingen € 432.624,=
2004 € 178.749,= € 136.134,= € 15.000,=N € 50.000,= € 20.000,= € 35.000,= € 20.000,= pm € 424.883,=
2005
2006
€ 178.749,=
€ 178.749,=
€ € € € €
€ € € € €
15.000,=N 50.000,= 20.000,= 35.000,= 20.000,= pm € 288.749,=
15.000,=N 50.000,= 20.000,= 35.000,= 20.000,= pm € 288.749,=
Ad 1) Met betrekking tot de monumentenzorg stellen wij U voor de volgende beleidsombuigingen toe te passen: Ø afschaffen rietsubsidieregeling (€ 35.311,= structureel); Ø halvering budget voorgevels binnenstad (€ 27.795,=); Ø halvering budget voorgevels Stichting Stadsherstel ( € 8.825,=); Ø afschaffen bijdrage onderhoud kerkgebouwen (€ 24.428,= structureel); Ø m.i.v. 2004 afschaffen bijdrage Stichting Stadsherstel Steenwijk (€ 82.390,= structureel). Het niet oprichten van de Stichting Stads- en dorpsherstel bespaart voor 2003 incidenteel een bedrag van € 82.390,=, terwijl er nog incidentele reserveringen beschikbaar zijn tot een bedrag van € 161.375,=. Totaal € 243.765,= Verder stellen wij U voor het conform Bestedingsplan 2002-2005 in 2004 gebudgetteerde bedrag voor het inventariseren van monumenten ad € 136.134,= te schrappen. In samenhang met de hier gepresenteerde beleidsombuigingen stellen wij voor in totaal € 15.000,= te budgetteren voor het houden van de open monumentendag (€ 5.000,=) en het creëren van een werkbudget monumenten en archeologie (€ 10.000,=). ad 2) Op het algemeen maatschappelijk werk kan € 50.000,= bespaard worden door gebruik te maken van een rijkssubsidieregeling. Voorwaarde is wel dat een tweetal medewerkers bij het algemeen maatschappelijk werk gedetacheerd moet worden om van de subsidieregeling gebruik te kunnen maken. ad 4) Wij stellen voor de bijdrage aan het schoolzwemmen zodanig te beperken dat facultatief met een groep gezwommen kan blijven worden. ad 5) In afwachting van een ruimere beleidsafweging stellen wij voor een aantal nader te bepalen kleinere budgetten te schrappen, aandachtspunten hierbij zijn de subsidie aan de treintaxi (€ 12.000,=) en de kosten plaagdierenbestrijding (€ 1.000,=).
27
in het kader van de takendiscussie zullen wij uiterlijk in juni 2003 met een voorstel komen ter heroverweging van de beschikkingen en claims met betrekking tot de reserves en voorzieningen.
56
3.9.2
Verruimen grondslag belastingheffing
Volledigheid WOZ-administratie Na een vernietigend oordeel van de Waarderingskamer in maart 2002 heeft de professionalisering van het taakveld Belastingen voor wat betreft de WOZ-administratie inmiddels tot een lovend oordeel van de Waarderingskamer geleid. De werkprocessen zijn op een ontworpen en beschreven vanuit de optiek van een eigentijdse visie op informatiemanagement, terwijl de achterstanden met betrekking tot de bezwaarschriften, de kadastrale bijhoudingen en de objectafbakeningen zodanig zijn weggewerkt dat de WOZ-administratie per ultimo 2002 voldoet aan de eisen die daaraan in het kader van de Waarderingsinstructie 2003 gesteld worden. In de najaarsnota 2002 wordt op grond van de kwaliteitsverbetering van de WOZ administratie een structurele meeropbrengst gemeld van € 204.870,= Rioolrecht eigenaren Voor wat betreft het rioolrecht is in de meerjarenbegroting 2002 e.v. abusievelijk van een te laag aantal eigenaren uitgegaan. Abusievelijk zijn de inkomsten uit het rioolrecht met betrekking tot leegstaande panden niet in de begroting meegenomen. Correctie van dit aantal naar het juiste niveau betekent binnen de gesloten huishouding rioolrecht een structurele meevaller van € 27.341,= In het kader van het beleid om het kostendekkingspercentage van de heffingen en rechten op peil te brengen wordt voorgesteld om de meevaller om te zetten in een meevaller voor de algemene dienst door de subsidie van de Algemene Dienst aan de rioolrechten met € 27.341,= te verminderen. Tabel 3.23: Resumé OZB en riool 1. Meevaller OZB € 204.870,= 2. Correctie rioolbestand € 27.341,= Saldo € 232.211,=
€ 204.870,= € 27.341,= € 232.211,=
€ 204.870,= € 27.341,= € 232.211,=
€ 204.870,= € 27.341,= € 232.211,=
3.9.3 Subsidiekortingen Wij stellen U voor ten aan zien van het verlenen van subsidies een twee sporenbeleid te volgen. Om een indicatie te verkrijgen van een reëel haalbaar volume met betrekking tot de subsidiekortingen achten wij het verantwoord en billijk de professioneel geleide instellingen m.i.v. 2004 op vergelijkbare wijze te behandelen als de gemeentelijke organisatie door er vanuit te gaan dat de gesubsidieerde instellingen in dezelfde mate kunnen besparen op beleidstaken (3/4 % in 2004 oplopend tot 4 % in 2007 ) en in dezelfde mate de productiviteit van hun organisatie zouden kunnen verbeteren (8 % in 2004 oplopend tot 10 % in 2007). Met betrekking tot de berekening van de indicatieve subsidiekorting gaan wij er vanuit dat de verhouding tussen beleidsuitgaven en bedrijfsvoeringsbudget en gemiddeld gelijk is aan de verdeling van de gemeentelijke organisatie: afgerond 65% beleidsuitgaven en 35 % bedrijfsvoeringsbudget. De concrete vertaling van de subsidiekorting behoort uiteraard tot de verantwoordelijkheid van de betrokken instellingen. Voor de subsidieverstrekkingen aan vrijwilligersorganisaties (volume prijspeil 2002: € 2.435.736,=) stellen wij voor de taakstelling te beperken tot het niveau waarop wij beleidsombuigingen voorstellen, te weten ¾ % in 2004 oplopend tot 4% in 2007. Op grond van bovenstaande uitgangspunten stellen wij het volgende realisatieplan subsidie kortingen voor: A. Korting bijdrage aan regio IJssel-Vecht Eerdere pogingen van ons College om de bijdrage aan de regio substantieel te beperken heeft in regioverband helaas nog niet de vereiste steun verkregen. Noodgedwongen moeten wij ons nu daarom beperken tot het halveren van de stelpost nieuw beleid ten behoeve van de regio. De minderkosten ten opzichte van het door de regio gewenste budget ad ca € 45.000,= zijn reeds in de primitieve begroting verwerkt. Wij blijven ons onverminderd inspannen om het takenpakket van de regio tot een minimum te beperken.
57
B.
Korting gesubsidieerde instellingen
Tabel 3.24: Korting gesubsidieerde instellingen 2003 28 Omvang bijdrage € 2.642.774,= Aandeel bedrijfsvoering (ca 35%) € 924.921,= Aandeel beleidstaken (ca 65%) € 1.717.803,= Taakstelling Efficiencyverbetering Opschonen beleidstaken Afloop subsidiecontract NW- groep Saldo budgetkorting instellingen nihil
2004 € 2.642.774,= € 924.921,= € 1.717.803,=
2005 € 2.642.774,= € 924.921,= € 1.717.803,=
€ €
73.994,= € 12.883,= €
€
86.877,= €
2006 € 2.642.774,= € 924.921,= € 1.717.803,=
78.618,= 42.945,=
€ 85.555,= € 60.123,= € 318.000,= 121.563,= € 463.678,=
N.B: De NoordWestgroep wordt volgens contract gesubsidieerd tot 2006. De groep maakt thans winst. Er is naar huidig inzicht geen noodzaak tot het continueren van de subsidierelatie, mede gelet op het feit dat door de invoering van het BTW-compensatiefonds de concurrentiepositie van de NoordWestgroep ten opzichte van gemeentelijke activiteiten wordt versterkt. Wij zullen zo spoedig mogelijk met de NoordWestgroep in overleg treden over de realisatiemogelijkheden van ons voorstel.
C.
Vermindering bijdrage zwembaden
Wij zijn van oordeel dat op de exploitatie van de 4 zwembaden in onze gemeente bespaard moet kunnen worden. Te denken valt aan diverse opties, waaronder het optimaliseren van de bedrijfsvoering, het onderbrengen van de baden in een gemeenschappelijk verband waardoor op de overhead kan worden bespaard en het privatiseren van een of meerdere baden. Tabel 3.25: Korting zwembaden 2003 2004 Omvang bijdrage € 884.112,= € 884.112,= Bijdragevermindering zwembaden nihil € 70.729,=
D.
2005 € 884.112,= € 75.150,=
2006 € 884.112,= € 83.991,=
Korting overige subsidies29
Tabel 3.26: Overige kortingen Omvang bijdrage Taakstelling overige subsidies
E.
2003 2004 2005 2006 € 2.435.736,= € 2.435.736,= € 2.435.736,= € 2.435.736,= nihil € 18.268,= € 60.893,= € 85.251,=
Resumé subsidiekortingen
Tabel 3.27: Resumé subsidiekortingen Saldo korting instellingen Efficiencyverbetering zwembaden Taakstelling overige subsidies Saldo subsidiekortingen
2003 nihil nihil nihil nihil
€ € € €
2004 86.877,= 70.729,= 18.268,= 175.874,=
€ € € €
2005 121.563,= 75.150,= 60.893,= 257.606,=
€ € € €
2006 463.678,= 83.991,= 85.251,= 632.920,=
28
VVV, Volwasseneneducatie, Bibliotheek, Vormings- en ontwikkelingswerk, De Meenthe, Stichting Opmaat 29 exclusief korting monumentensubsidies
58
3.9.4 Verhogingen belastingen en rechten Toeristenbelasting Bij de bepaling van de belasting aanslag wordt uitgegaan van een forfaitair aantal overnachtingen per slaapplaats ( in 2002: 55) en een forfaitair tarief per slaapplaats (in 2002: € 0,50). Uit een vergelijking met andere recreatiegemeenten blijkt dat beide heffingsindicatoren in Steenwijkerland relatief laag zijn 30 . Het voorstel is m.i.v. 2004 beide indicatoren op te trekken naar het gemiddelde uitgaande prijspeil 2002, te weten forfaitair aantal overnachtingen 60 en een forfaitair tarief per slaapplaats van € 0,52 (prijspeil 2002). Dit voorstel levert een extra belastinginkomst op van afgerond € 34.000,= De toeristenbelasting wordt door de exploitanten doorberekend aan de toerist en vormt derhalve geen last voor de lokale bevolking c.q. ondernemers. Bouwleges Wij onderzoeken op dit moment de gevolgen van de gewijzigde wetgeving per 1 januari 2003 inhoudende een verdere deregulering - en de mogelijkheden om met behulp van een tariefsaanpassing het dekkingspercentage te verbeteren. Wij zullen U in december 2002 een voorstel voorleggen. Parkeertarieven Uit de begroting blijkt dat het parkeerbeleid niet kostendekkend is. Wij hebben opdracht gegeven tot een kosten-batenanalyse, waarbij onder meer de vraag beantwoord dient te worden of het kostendekkingspercentage kan worden verbeterd door een combinatie van maatregelen. In afwachting van de uitkomsten van dit onderzoek stellen wij U voor de tarieven van de parkeerautomaten te verhogen met 10% plus inflatie. Dit levert een structurele meeropbrengst op van ca € 16.000,=
3.9.5 Technische correcties Het bestedingsplan 2002 – 2005 is herijkt aan de hand van het investerings- en afschrijvingsbeleid, zoals geformuleerd in de Opmaat Kadernota. Door te gaan afschrijven op kapitaalgoederen ontstaat ten opzichte van budgetten die incidenteel gefinancierd waren een vrijval van middelen31 . In bijlage 1 kunt U een specificatie aantreffen van deze vrijval verminderd met de kapitaalslasten. In de primitieve begroting is de OZB-opbrengst berekend door de prijsinflatie toe te passen op de afzonderlijke tariefscategorieën. Wij stellen voor in het vervolg de gebruikerstarieven als grondslag voor de inflatiecorrectie te nemen en de eigenaarstarieven standaard te bepalen op 125% van de gebruikerstarieven. Deze berekeningswijze voorkomt door de jaren heen een cumulatie van achteraf niet meer te duiden afrondingsverschillen en levert ten opzichte van de primitieve begroting een structurele ruimte op van € 135.000,=
30 31
Zie bijlage I Vergelijking belastingtarieven. Zie ook bijlage II
59
3.9.6
Resumé realisatieplan ruimtescheppende maatregelen beleidsbegroting
Tabel 3.28: Realisatie ruimtescheppende maatregelen 2003 Saldo beleidsombuigingen (3.9.1) € 432.624,= Verruiming grondslag belastingheffing € 232.211,= Saldo subsidiekortingen (3.9.3.E) Nihil Verhoging toeristenbelasting (3.9.4) Verhoging bouwleges (3.9.4) Pm Verhoging parkeertarieven (3.9.4) € 16.000,= Technische correcties (3.9.5) € 583.629,= Saldo € 1.264.464,= Af: saldo taakstellingen (3.8.3) € 425.000,= Restant taakstelling € 839.464,=
2004 2005 € 424.883,= € 288.749,= € 232.211,= € 232.211,= € 175.874,= € 257.606,= € 34.000,= € 34.000,= pm pm € 16.000,= € 16.000,= € 1.120.301,= € 777.184,= € 2.003.269,= € 1.605.750,= € 1.400.000,= € 1.980.000,= € 603.269,= € 374.250,=N
2006 288.749,= 232.211,= 632.920,= 34.000,= pm € 16.000,= € 753.873,= € 1.957.753,= € 2.255.000,= € 297.247,=N € € € €
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de tweede tranche in het kader van de takendiscussie structureel tenminste ca € 300.000,= ruimtescheppende maatregelen moet opleveren. Verder moet worden aangetekend dat uiteraard een realiseringsrisico is verbonden aan de ingeboekte subsidiekortingen.
3.10 Bestedingsplan 2003-2006 3.10.1 Bestedingsplan 2002-2005 In het meerjarenperspectie f van de begroting 2002-2005 zijn reeds diverse actienummers opgenomen voor de jaren na 2002 (zie ook de tabellen 3.2, 3.3 en 3.4 uit de nota van aanbieding). Op dit meerjarenperspectief uit de begroting 2002 zijn 3 wijzigingen (zie ook par. 3.9). Deze betreffen de uitstel van de inventarisatie gemeentelijke monumenten, die nu voorzien is voor 2006 in plaats van 2004 32 , het niet oprichten van en stichting Stads- en dorpsherstel en het opstellen van een stadsvisie voor Vollenhove. Dit actiepunt is een jaar naar voren gehaald en reeds dit jaar ingang gezet. Met deze beide wijzigingen ontstaat de volgende lijst met de reeds in (meerjaren)-begroting 2002 voorgestelde actiepunten, die wij nu definitief aan u. Het betreft hier alleen actiepunten, die voor het eerst in 2003 of later worden geraamd (dus niet die waarvan in 2002 al sprake is van uitgaven). Een aantal actiepunten wordt met een * “sterretje” aangegeven. Voor deze actiepunten wordt bij het vaststellen van de begroting tevens het voor 2003 aangegeven budget beschikbaar gesteld voor uitvoering. Dat betreft merendeels aanvullende budgetten voor activiteiten waar eerder besluitvorming over heeft plaatsgevonden of budgetten die voor onderzoek of voorbereiding van planvorming nodig zijn en waarvan de uitwerking in een later stadium aan de raad worden voorgelegd ter besluitvorming. Een begrotingswijziging (bij het vaststellen van de begroting) voorziet bij aanvaarding in autorisatie. Voor de overige actiepunten wordt, voordat budgetten besteed worden, aan de raad een nader voorstel (inclusief begrotingswijziging) voorgelegd.
32
Dit actiepunt is opgenomen als nieuw actiepunt bij de beleidsintensiveringen (zie 3.10.2)
60
Tabel 3.29: Gecorrigeerd meerjarenperspectief (bestedingsplan) uit begroting 2002 nr A16 A17 A19 A22 A55 A58 A103 A128 A135 B17 B27 B68 B122 B126 B146 B148 B154
*
*
Omschrijving actiepunt/investering Hondenpoepoverlast Uitvoering verlichtingsplan (incl. rente) Renovatie Oostermeenthe (plankosten) Wijkplan de Gagels Rotonde Willemsoord Reconstructie Gelderingen Gemeentelijke sportaccommodaties Gemeentelijke rekenkamer Omnibusenquete Giethoorn-plus Stadspoorten (planvorming) Modernisering instrumentarium geluidbeleid Uitvoering legionella voorkomende maatregelen Speelvoorzieningen Aanlegplaatsenplan Verbetering bewegwijzering over water Bodemsanering vml. veevoederfabriek Blankenham Totaal
2003 39.252 17.607 45.378 226.890
113.445 13.613 22.689 9.076 124.790 45.378 13.613 45.378 717.109
2004 39.252 38.481
2005 39.252 47.783
226.890 113.445 113.445
226.890 113.445 113.445
20.420 29.949 226.890 113.445 9.076 181.512 124.790 45.378
20.420
22.689 1.305.662
2006 39.252 47.783
20.420
158.823 9.076
9.076
729.134
116.531
Aan u wordt gevraagd met dit ‘oude’ bestedingsplan in te stemmen. 3.10.2 Nieuwe intensiveringen Tabel 3.30: Structurele en incidentele ruimte 2003
2004
Structureel Beschikbaar Bestedingen Subsaldo
€ € €
835.000,= 833.900,= 1.100,=
Incidenteel Beschikbaar Bestedingen Subsaldo
€ € €
515.612,= € 520.900,= € 5.288,= €
Tabel 3.31: Bestedingen beschikbare ruimte 2003 Beschikbare ruimte Bestedingen Saldo
2005
2006
€ 1.100.000,= € 1.250.000,= € 1.345.000,= € 1.086.100,= € 1.230.600,= € 1.339.100,= € 13.900,= € 19.400,= € 5.900,=
315.996,= € 51.285,= € 315.100,= € 226.400,= € 896,= € 175.115,=N €
2004
2005
552.849,= 323.700,= 229.149,=
2006
€ 1.350.612,= € 1.415.996,= € 1.301.285,= € 1.897.849,= € 1.354.800,= € 1.401.200,= € 1.457.000,= € 1.662.800,= € 4.188,=N € 14.796,= € 155.715,=N € 235.049,=
Uit het meerjarenbeeld blijkt dat de begroting structureel sluitend is. Het incidentele tekort in 2005 zal in het kader van de begroting 2004 e.v. worden opgelost.
61
In de volgende tabel is weergegeven op welke wijze bovenstaande ruimte is benut. Tabel 3.32: Bestedingsplan meerjarenbegroting 2003-2006 (in bedragen * 1.000 €, vet is structureel) Nr.
* Omschrijving
A10 A22 A22 A29a A29c A34 A36 A41 A42 A66 A93
* Harmonisering welzijn Wijkplan de Gagels Wijkplan de Gagels * Professionalisering en samenwerking peuterspeelzalen * Wachtlijst peuterspeelzalen * Brede School * Jeugdontmoetingsplaatsen * Project Opstap * Ondersteuning vrijwilligerswerk Stadspoorten * Updaten en digitalisering bestemmingsplannen * Updaten en digitalisering bestemmingsplannen * Promotie Steenwijkerland * Herinrichting centrum Oldemarkt * Bouwstoffenbesluit, actief bodembeheer * Geluidbeleid Inventarisatie gemeentelijke monumenten Recreatief mobiliteitsproject * Sanering en beschrijving statische archieven * Jeugdgezondheidszorg en infectieziektenbestrijding * Toutenburgfestival Vollenhove * Toezicht speelvoorzieningen * Onderhoud begraafplaatsen * Nooduitgang oudheidkamer Centraal historisch archief * Huisvesting Opmaat Nieuwbouw gymnastiekaccommodatie Kleed- en scheidsrechterruimte VHK St. Jansklooster * Parkeervoorzieningen Steenwijkerdiep * Opstellen landschapsontwikkelingsplan * Systeem toezicht en handhaving * Formatie-uitbreiding cluster BWT * Loonkosten brandweer * Oefenbeleid brandweer * Vollenhove 650 jaar * Aanschaf huwelijkstoga’s Riolering buitengebied * Platform middelgrote gemeenten Landinrichtingsprojecten * Aanpak omgeving Claus- en Beatrixschool * Economische netwerkvorming en samenwerking Onderhoud en vervanging kapitaalgoederen Huisvesting Rams Woerthe * Gesloten huishouding onderwijshuisvesting
A113 A114 B66 B68 B72 B150 B163 B197 B211 B215 B217 B238 B247 B249 B256 B264 B271 B274 B283 B285 B288 B291 B292 B295 B299 B313 B317 B318 B320 B324 B326 B328
Totaal: Structureel (vet) Incidenteel
Totale Derden/ investering reserve 45 360
642
2003
2004
39 5
19 10
30 19 25 10 43
43 88 10 48 63 90
2005
2006
15 19 25
12 14 38 15 19 25
6 19 37 15 19 25
43
43
43
43 88 10 46
43 88 10 45
43 88 10 44
97 642
450
103 34
42 34
34
34
5 10
10
10
10
5
5 14
5 14
5 14
7 10 35 4 45 38 23 33
6
6
6
10 4 45 38 23 33
10 4 45 38 23
10 4 45 38 23
8 120
8 240
240
240
400 15 55
450 14 111
500 14 165
550 13 222
1.355
1.401
1.457
1.663
834 521
1.086 315
1.231 226
1.339 324
15
14
700 80
14
700
8
10 4.135
34
1.700
34 15
120
6.598
3.217
De toelichting bij al deze actiepunten is als volgt: A10 Harmonisering welzijn Voor harmonisatie van de subsidiëring aan dorpshuizen hebben wij de komende periode extra middelen nodig. Met het hier gevraagde geld kunnen wij een vloeiende overgang creëren, met als resultaat eenduidigheid voor alle (besturen van) dorpshuizen. Het hier genoemde bedrag is met name bedoeld voor de dorpshuizen in de voormalig gemeente IJsselham. In 2007 ligt de subsidiëring voor alle dorpshuizen op het zelfde niveau. Dan is ook geen extra geld meer benodigd.
62
A 22 Wijkplan de Gagels Voor de verbetering van het woon- en leefmilieu in de Gagels in Steenwijk zijn reeds middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering in 2003 en 2004 van de aanpassingen in de Vroomestraat/ van Engenstraat (planning 2003) en de Schaepmanstraat (2004). Daarnaast zijn echter nog extra middelen benodigd voor de structurele proceskosten voor de wijkplannen (jaarlijks € 75.000, waarvan reeds beschikbaar was € 30.000). Naast extra proceskosten is het in de tabel vermelde afschrijvingsbedrag bedoeld voor de uitvoering van de aanpassingen aan de Kennedystraat, zoals gepland voor het jaar 2005. De totale investeringskosten hiervan bedragen € 360.000. A29a Professionalisering en versterking samenwerking peuterspeelzalen Met het oog een professioneel en efficiënt werkende organisatie voor peuterspeelzaalwerk te verkrijgen is in 1999 een experiment gestart met de “bovenschoolse coördinator” bij de Stichting Kinderopvang Noordwest Overijssel (SKO). Dit is zeer succesvol gebleken. Gezien de huidige ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk wordt de tijd rijp geacht om het aantal gesubsid ieerde uren van deze coördinator en de administratieve medewerker van SKO uit te breiden, evenals voor een goede huisvesting van de coördinator zorg te dragen. De totale kosten hiervan bedragen € 14.500. Daarnaast stellen wij u voor de verbetering van de samenwerking tussen alle peuterspeelzalen eenmalig een bedrag van € 15.000 beschikbaar te stellen voor een projectleider. In afwachting van de evaluatie wordt het budget tot en met 2006 beschikbaar gesteld. A29c Wachtlijst peuterspeelzalen In verband met de oplopende wachtlijsten bij het peuterspeelzaalwerk zal extra subsidie verstrekt worden voor uitbreiding van het aantal peutergroepen met 5. Daarnaast was peuterspeelzaalwerk ’t Hummeltje tot voor kort geen officiële peuterspeelzaal, hetgeen nu wel het geval is. Om deze reden zal het subsidiebedrag van ’t Hummeltje gelijk getrokken moeten worden aan het bedrag van de andere peuterspeelzalen. A34 Brede School In de wijk Steenwijk – West wordt bij de scholen De Kleine Kampschool en de Willem Alexander een pilot “Brede School” uitgevoerd. Het is wenselijk dit te continueren en de resultaten van de pilot over te kunnen zetten naar andere scholen in de gemeente. Een onlangs gehouden evaluatie geeft aan dat de aanpak een positief effect heeft op de schoolcarrière van de leerlingen. Het is bedoeling de brede school Steenwijk west een definitieve status te geven en nagegaan zal worden waar en op welke wijze dit elders kan worden ingevoerd. Hiervoor stellen wij u voor een bedrag van € 25.000 structureel in de begroting op te nemen. In afwachting van de evaluatie wordt het budget tot en met 2006 beschikbaar gesteld. A36 Jeugdontmoetingsplaatsen Voor het opstellen van een plan van aanpak voor het creëren van een passende ontmoetings - en recreatiemogelijkheden voor jongeren wordt een incidenteel bedrag opgenomen van €10.000. Wanneer welke voorzieningen gerealiseerd dienen te worden, kan op dit moment niet beantwoord worden. De wijze van totstandkoming van voorzieningen gaat via de zogenaamde CLICKS aanpak, waarmee inmiddels voorzieningen zijn gerealiseerd in de Oostermeenthe (Steenwijk) en Steenwijkerwold. A41 Project Opstap Om in de gezinnen een onderwijsondersteunend klimaat te bewerkstelligen en daarmee betere onderwijskansen voor de doelgroepkinderen te creëren, is er het project Opstap Opnieuw. Om het huidig volume van 2 groepen te handhaven is genoemd bedrag structureel noodzakelijk. In afwachting van de evaluatie wordt het budget tot en met 2006 beschikbaar gesteld. A42 Ondersteuning vrijwilligerswerk Voor een verdere maatschappelijke activering van niet-actieven is het van belang dat er goede randvoorwaarden voor de ondersteuning van het vrijwilligerswerk worden geschapen. Het betreft
63
hierbij diverse onderdelen, zoals kader- en bestuurscursussen, een beleidsplan vrijwilligerswerk en uitvoering van het projectplan intensivering begeleiding vrijwilligerswerk. Voor de uitvoering van het projectplan is ruim € 97.000 benodigd. Hiervoor is een rijksbijdrage en de reserve opvang vluchtelingen beschikbaar. A66 Stadspoorten Voor de uitvoering van een deel van de herinrichting van de Goeman Borgessiusstraat te Steenwijk, te weten het gedeelte tussen de Tromp Meesterstraat en de Noordersingel, is een bedrag € 642.000 benodigd. Uit de reserve Stadsplan, GDU, ISV en ontwikkelfonds wordt het benodigde bedrag beschikbaar gesteld. A93 Updaten en digitalisering bestemmingsplannen Om alle bestemmingsplannen in ca. 10 jaar actueel te hebben en tevens de dienstverlening aan de burger te verbeteren, is interne capaciteitsuitbreiding noodzakelijk (kosten € 42.500). Tevens zijn er extra kosten voor de inhuur van stedenbouwkundige bureaus van € 88.000. In afwachting van de evaluatie wordt het budget voor het inhuren van stedenbouwkundige bureaus tot en met 2006 beschikbaar gesteld. A113 Promotie Steenwijkerland In 2003 zal een hoge prioriteit worden gegeven aan het versterken van de profilerin g van de gemeente Steenwijkerland, door het verbeteren van de promotie en het verhogen van de kwaliteit en uitstraling van de evenementen. Dit alles zal in samenwerking met de ondernemersverenigingen en de regionale VVV gaan plaatsvinden. Een structuur voor de uitgebreide stichting Promotie Steenwijkerland zal worden vormgegeven en deze zal voor het eind van 2002 definitief zijn. Aan deze stichting zullen gemeente en ondernemers/VVV in gelijke mate bijdragen. In afwachting van de evaluatie wordt het budget tot en met 2006 beschikbaar gesteld. A114 Herinrichting centrum Oldemarkt Het verbeteren van de verkeerstechnische en ruimtelijke infrastructuur van het centrum Oldemarkt is voor ons een belangrijk project. Hiermee wordt onder meer verwacht dat er een compact en aantrekkelijk winkelgebied verkregen c.q. behouden kan worden. Voor dit project is reeds deels subsidie beschikbaar en wij zijn met het verkrijgen van nog meer subsidie bezig. Het gemeentelijk aandeel wordt vooralsnog ingeschat op maximaal € 450.000. B66 Bouwstoffenbesluit, actief bodembeheer In 2003 kunt u een beleidsnotitie op het gebied van het bodembeheer tegemoet zien. Voor uitvoering van het hieruit voortvloeiende beleid voor wat betreft grond- en overige bouwstoffen en het beheersen van alle grondstromen binnen de gemeente Steenwijkerland is €62.500 in 2003 benodigd. Het betreft hier een wettelijke taak, die tevens speerpunt is van de inspectie Milieuhygiëne. B68 Geluidbeleid Op 1 januari a.s. vervalt de wet geluidhinder. Gemeenten zijn vanaf die datum verplicht zelf beleid op te stellen. Om dit beleid op te kunnen stellen is in 2003 € 90.000 benodigd. B72 Inventarisatie gemeentelijke monumenten Onze doelstelling is het gemeentelijk monumentenbeleid afstemmen op het bestaande beleid van de voormalige gemeenten Steenwijk en IJsselham. Daarvoor dient een gemeentelijke monumentenlijst voor het totale grondgebied van de nieuwe gemeente te worden opgesteld. Hiervoor was reeds in een eerder stadium een bedrag voor 2004 beschikbaar gesteld, dat echter in het kader van de ruimtescheppende maatregelen is vervallen. Het genoemde bedrag zal vanaf 2006 structureel worden ingezet, waarbij het bedrag in de toekomst zal worden benut voor subsidiëring.
64
B150 Recreatief mobiliteitsproject Het betreft hier een oud project dat onlangs door de regio IJssel-Vecht nieuw leven is ingeblazen. Het project heette vroeger parc and bike, en heeft als doel het fietstoerisme te verhogen. Het betreft het scheppen van mini-transferia waar een huurfiets in ontvangst kan worden genomen. Door de voormalige gemeenten Brederwiede en IJsselham was hiervoor al een aanmelding geregeld. B163 Sanering en beschrijving statische archieven Voor het saneren en beschrijven van de statische archieven van de voormalige gemeenten Steenwijkerwold (1811-1972) en Steenwijk (1814-1972) is een bedrag van € 33.500 gedurende 4 jaar nodig. Naast dat de archiefwet een geordende en toegankelijke staat van de gemeentelijke archieven vereist, wordt hiermee bereikt dat zoek- en wachttijden voor publiek en organisatie worden verminderd. Tevens is het mogelijk (meer) historische informatie beschikbaar te stellen via de gemeentelijke website. Daarvoor zal maandelijks een item over de historie worden geplaatst. B197 Jeugdgezondheidszorg en infectieziektenbestrijding Een uitbreiding van de dienstverlening van de GGD op het gebied van jeugdgezondheidszorg en infectieziektenbestrijding kan uit de daarvoor beschikbare stelpost worden bekostigd. B211 Toutenburgfestival Vollenhove Sinds 2001 wordt een cultureel festival op het voormalig slot Toutenburg te Vollenhove gehouden, waarbij zowel plaatselijke verenigingen als landelijke gezelschappen betrokken zijn. Voor het jaar 2003 wordt incidenteel een bedrag van € 5.000 opgenomen. B 215 Toezicht speelvoorzieningen Om te kunnen voldoen aan de wettelijke voorschriften voor jaarlijkse inspecties van speelwerktuigen en speelvoorzieningen volgens het Attractiebesluit 1997 stellen wij u voor een bedrag van € 10.000 beschikbaar te stellen. B217 Onderhoud begraafplaatsen Door het verbod op het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen is er sprake van een kostenstijging bij het onderhoud van de 19 begraafplaatsen in de gemeente. Om het kwaliteitsniveau van het onderhoud van de begraafplaatsen gelijk te kunnen houden, is een extra bedrag van € 23.000 benodigd. Dit zal via de begraafrechten worden geheven (gesloten huishouding). B238 Nooduitgang oudheidkamer In verband met de brandveiligheid zal in de oudheidkamer van Steenwijk een nooddeur moeten worden aangebracht. Het hiervoor benodigde bedrag komt uit het kunstfonds. B247 Centraal historisch archief Voor archiefruimte voor musea en historische verenigingen is structureel € 5.000 benodigd. B249 Huisvesting Opmaat Voor een optimaal functioneren van stichting OpMaat is een goede en centrale huisvesting gewenst. Daarbij kan aansluiting gevonden worden in het project de Meenthe. De jaarlijkse extra kosten bedragen € 13.500. B256 Nieuwbouw gymnastiekaccommodatie In verband met uitbreiding van het gemeentehuis aan de Vendelweg moet de gymzaal aan de Wilhelminastraat worden gesloopt. Ter vervanging moet een nieuwe gymzaal worden gebouwd. Planning hiervan is dat, indien planologisch mogelijk, de aanbesteding en bouw in 2003 kan plaatsvinden. De locatiekeuze is op dit moment nog niet definitief.
65
B264 Kleed- en scheidsrechterruimte VHK Sint Jansklooster De voetbalvereniging VHK heeft al een aantal jaren geleden toestemming gevraagd voor het realiseren van een berging en een kleed- en scheidsrechtersruimte. In het kader van optimalisering sportaccommodaties naar de normen van de KNVB is deze uitbreiding van 2 kleedkamers en een scheidsrechtersruimte noodzakelijk. Inmiddels is de bouwvergunning reeds aangevraagd. B271 Parkeervoorzieningen Steenwijkerdiep Door de komst van de Aldi moeten op de Gedempte Steenwijkerdiep een aantal maatregelen worden getroffen voor het bevoorradingsverkeer. Overwogen wordt om het Gedempte Steenwijkerdiep opnieuw in te richten in samenwerking met de ondernemers aldaar. In 2003 zal het plan worden voorbereid en worden de subsidiemogelijkheden nagegaan. B274 Opstellen landschapsontwikkelingsplan Zoals reeds in hoofdstuk 2 is aangegeven, heeft het vaststellen van een visie op de rol van de gemeente Steenwijkerland in het onderhoud van het landschap in het buitengebied onze bijzondere aandacht. Bij een actieve rol ten behoeve van het onderhoud kunnen veel aanvullende subsidies worden ontvangen. Voor het opstellen van deze visie is € 70.000 benodigd (uitgegaan is van 50% subsidie). B283 Systeem toezicht en handhaving Om de toezicht- en handhavingstaken te ondersteunen in termen van voortgangsbewaking en dossiervorming, zullen de eerste stappen moeten worden gezet om te komen tot een geïntegreerd en geautomatiseerd voortgangsbewakings- en registratiesysteem. B285 Formatie -uitbreiding cluster BWT Door met name de verouderde bestemmingsplannen zullen, los van het updaten ervan, de komende jaren in 80 % van de gevallen vrijstellingprocedures moeten worden gevolgd met veelal daaraan gekoppeld een bezwaarprocedure. De afdoeningstermijnen rondom ingediende bezwaarschriften en het opstellen van verweerschriften worden echter zwaar overschreden. Een structurele formatie uitbreiding met een administratief juridische kracht in het cluster BWT wordt met dit actiepunt beoogd. B288 Loonkosten brandweer Om uitvoering te kunnen geven aan de reeds bestaande rechtspositieregeling is een extra bedrag benodigd voor een structurele dekking voor uitbetaling loonkosten bij de brandweer. B291 Oefenbeleid brandweer Om een optimale dienst- en hulpverlening van de brandweer te kunnen garanderen, is structurele oefening noodzakelijk. Daarnaast zal de huidige oefenpraktijk verbeterd (realistischer) en geïntensiveerd worden. Begin 2003 zal een uitgewerkt beleidsplan worden opgesteld. B292 Vollenhove 650 jaar In 2004 viert Vollenhove dat ze 650 jaar stadsrechten heeft. In dit kader worden diverse festiviteiten in 2004 georganiseerd. Voor de voorbereiding en uitvoering hiervan wordt aan de organiserende stichting ‘handgeld’ meegegeven van in totaal € 65.000 . Daarnaast bestaat voor de stichting de mogelijkheid concrete projecten/festiviteiten in te dienen voor het kernenfonds. B295 Aanschaf huwelijkstoga’s Om iedere trouwambtenaar te kunnen voorzien van een eigen toga, wordt voorgesteld extra toga’s aan te schaffen. Door een verhoging van de trouwtarieven kunnen deze kosten worden gedekt. B299 Riolering buitengebied De aanleg van riolering in het buitengebied is een flinke kostenpost. Door een professionalisering en administratieve verbetering van het taakveld belastingen is daarentegen een hogere opbrengst
66
van de rioolrechten ontstaan. Met deze hogere opbrengst kunnen de kapitaallasten van de investering in de riolering van het buitengebied binnen de gesloten huishouding van de riolering worden gefinancierd. B313 Platform middelgrote gemeenten Het platform middelgrote gemeenten is opgericht om door de krachtenbundeling van 35 middelgrote gemeenten de scharnierfuncties tussen platteland en grote stad inzichtelijk te maken. Specifieke problemen, die deze scharnierfunctie met zich meebrengt, kunnen via dit platform met de rijksoverheid worden besproken. Mogelijk en hopelijk kan hiermee extra bestuurlijke en budgettaire ruimte worden verkregen om de scharnierfunctie goed te kunnen vervullen. Vooralsnog wordt uitgegaan van kosten voor het platform in 2003 en 2004. B317 Landinrichtingsprojecten Doel van de landinrichting is onder meer landbouwgrond om te zetten naar natuur (17 door het rijk aangewezen groenprojecten). Welke onderwerpen dit concreet zal betreffen is op dit moment nog niet exact aan te geven omdat er nog sprake is van een concept-plan. Voor de periode 2004 t/m 2016 is gemiddeld € 240.000 benodigd en in 2003 eenmalig € 120.000. B318 Aanpak omgeving Claus- en Beatrixschool Steenwijk Voor het verbeteren van de verkeersveiligheid zullen hier een aantal maatregelen moeten worden getroffen. Daarbij valt te denken aan het verminderen parkeerdruk, het scheiden van fietsers en voetgangers en de gewenste snelheid op de Midden- en Gagelsweg fysiek afdwingen. Dit project kan uit het fonds Bovenwijkse voorzieningen gerealiseerd worden. B324 Onderhoud en vervanging kapitaalgoederen Op veel verschillende onderdelen van onze kapitaalgoederen is in de begroting van de voormalige gemeenten te weinig budget opgenomen voor het onderhoud c.q. de vervanging ervan. Hierbij valt te denken aan het openbaar groen, de (water)wegen, jachthavens, openbare verlichting, gemeentelijke gebouwen, etc. Nu de contouren van de beheers- en onderhoudsprogramma’s zichtbaar worden, wordt ook duidelijk dat de hiermee gepaard gaande kosten uit zullen gaan komen op aanzienlijke bedragen. Wij stellen u voor de komende jaren in de begroting de in de tabel genoemde oplopende structurele bedragen voor het onderhoud op te nemen. B326 Huisvesting Rams Woerthe Rams Woerthe zal de komende periode nadrukkelijker in beeld worden gezet als culturele voorziening. Het bestuursdeel zal op de eerste etage worden gecentraliseerd en het culturele deel op de begane grond. Een deel van de inrichtingskosten zullen door het kunstfonds worden gedekt. B328 Gesloten huishouding onderwijshuisvesting In afwachting van het vast te stellen huisvestings, onderhouds- en vervangingsplan wordt het hier genoemde bedrag reeds gereserveerd. Zie verder de eerder gemaakte opmerkingen over dit onderwerp.
67
3.11 Grondexploitatie 3.11.1 Financieel resultaat grondexploitaties In onderstaande tabel zijn de resultaten van de grondexploitaties weergegeven. Van de complexen waarvoor nog geen exploitatieberekening is gemaakt zijn de resultaten op nihil gesteld. Tabel 3.33: Grondexploitaties cpl. 1 3 5 7 11 12 15 16 17 19 20 27 29 34 35 36 50 52 54 55 57 58 59 60 61 62 63 64
naam complex Eesveen II KWS / Dolderweg Woldmeenthe Groot Verlaat Oostermeentherand Steenwijkerdiep Heetveld Wanneperveen WOZOCO Industrieterrein Oldemarkt Noordwal Molenkampen Ossenzijl Hoofdstraat/Hilligerspoort Ossenzijl v.d.Veerweg Kuinre Burchstraat/Vijverp Eesveense Hooilanden Kornputkazerne Noordwal II Giethoorn Noord Zandbelt Beltschutsloot Toekomstige uitbreiding Wanneperveen Novac industrieterrein Gronden Blokzijl Gronden Wouters Strategische Voorraad Overhavendijk Kuinre Bedrijventerrein uitbreiding Oldemarkt Boterberg Zuid Vollenhove Schaarkampen II Totaal
Boekwaarde 1-1-2003
Resultaat bij afsluiten complex Op eindwaarde jaar
209.804 295.605 -6.296.609 1.027.830 493.570 -319.615 88.351 286.711 8.902 451.743 108.903 524.987 77.714 17.819 9.847 0 1.799.069 257.436 254.877 346.000 1.253.980 558.670 159.585 1.542.185 218.622 371.502 992.127 712.979
264.265 142.158 2.578.538 1.454.608 228.199 -45.331 -26.358 58.859 72.381 5.092 22.694 -267.368 1.703 -21.829 -12.063
5.452.594
3.427.373
0 0 0 0 -328.514 0 0 0 -27.357 -286.029 -278.170 -108.105
2006 2004 2006 2006 2003 2006 2005 2005 2003 2004 2008 2005 2003 2005 2005 n.v.t. 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2006 2007 2005 2005 2005
Woldmeenthe De exploitatie Woldmeenthe is in december 1999 vastgesteld. In 2001is € 1.134.451,= als voorlopige winstneming in de reserve grondexploitatie gestort. Per ultimo 2006 wordt nog rekening gehouden met een positief saldo van € 2.578.538,= De hogere opbrengst ten opzichte van de vastgestelde exploitatieberekening wordt verkregen door de (hogere) marktconforme grondprijzen. Eind 2002 zal vrijwel alle woningbouwgrond verkocht zijn. De uitgifte van de gronden voor woonwerken, kantoren en bedrijvigheid blijft achter bij de raming. Naar verwachting zal dit echter geen grote gevolgen hebben voor het positieve resultaat. Een en ander zal in de herziene exploitatieberekening per 01-01-2003 worden verwerkt. Vooruitlopend hierop is de looptijd met een jaar verlengd. Het grote verschil tussen de negatieve boekwaarde per 1-1-2003 en het
68
verwachte eindresultaat in 2006 wordt verklaard door de na 2003 te plegen investeringen in kunstwerken, waaronder de tunnel onder de spoorlijn. Groot Verlaat Van het bedrijventerrein Groot Verlaat zullen naar verwachting begin 2003 de laatste gronden worden verkocht. Het resultaat per ultimo 2006 is € 1.454.608,= positief. Hierbij is al rekening gehouden met de voorlopige winstneming ad € 680.670,= in 2001. Door de voorspoedig verlopende verkoop van de afgelopen 2 jaar kan het plan wellicht eind 2004 worden afgesloten. In 2003 zal er een nieuwe exploitatieberekening worden gemaakt. Oostermeentherand De exploitatie Oostermeentherand heeft een eindwaarde van € 228.199,= positief per ultimo2003. De verkoop van gronden verloopt volgens plan. De gerealiseerde opbrengsten blijven echter achter. In 2003 zal de exploitatie worden herzien. Steenwijkerdiep Het Steenwijkerdiep is volop in ontwikkeling waarschijnlijk zal medio 2003 worden gestart met de woningbouw in het zuidelijk deel. De sanering van de grond zowel als van de waterbodem is afgerond. De exploitatie zal medio 2003 worden herzien. Het resultaat op per ultimo 2006 is € 45.331,= negatief. Oldemarkt Boterberg Zuid Het bedrijventerrein Boterberg is volop in ontwikkeling. Het bouwrijpmaken is in het voorjaar van 2002 gestart. In najaar 2002 zijn de eerste gronden verkocht. Het resultaat per ultimo2005 is € 278.170,= negatief. Noordwal In Vollenhove wordt het plan Noordwal gerealiseerd. De eerste fase van het plan wordt eind dit jaar woonrijp gemaakt. Voor de 2e fase wordt dit najaar een stedenbouwkundig ontwerp op gesteld. Op basis van dit ontwerp zal een exploitatie berekening worden gemaakt waarbij ook de eerste fase wordt herzien en of afgesloten. Ossenzijl Hoofdstraat/Hilligerspoort Dit complex sluit met een negatief saldo van € 267.368,= in 2005. Het betreft hier met name een verplaatsing van een agrarisch bedrijf. Nieuwe complexen Giethoorn-Noord Ten zuiden van Giethoorn Noord liggen enkele percelen grond welke op “korte” termijn kunnen worden ontwikkeld. Door stedenbouwkundig bureau Witpaard is een eerste aanzet gegeven voor een verkavelingschets. Op basis van deze schets zal een exploitatieopzet worden gemaakt. Eind dit jaar zal op basis daarvan een begin worden gemaakt met de toetsing van de economische haalbaarheid van de ontwikkeling. Zuidveen Oost Ten behoeve van de ontwikkeling Zuidveen Oost zijn in het verleden gronden verworven. Deze gronden zijn opgenomen in het complex Strategische Voorraad (nr.60). Het complex valt onder de stafafdeling Ontwikkeling. Er is nog geen exploitatie berekening gemaakt van deze ontwikkeling. Johan van der Kornput Kazerne. Eind 2002 zal een overeenkomst met Domeinen worden gesloten waarbij de J.v.d.Kornputkazerne zal worden aangekocht. Deze locatie aangevuld met reeds in bezit zijnde gemeentelijke
69
eigendommen zal ontwikkeld worden tot een woningbouwlocatie voor circa 150 woningen. Een voorlopige berekening sluit met een positief saldo van ca. € 1.302.000,=
3.11.2 Verloop reserve grondexploitatie. Het verloop van deze reserve 2003 tot en met 2006 is als volgt: Tabel 3.34: Reserve grondexploitaties Saldo 1 januari Resultaat complexen Overige stortingen Overige onttrekkingen Saldo 31 december
2003 1.978.072 302.283 7.260 -45.378 2.242.237
2004 2.242.237 147.250 7.260 -279.407 2.117.340
2005 2.117.340 -1.269.577 7.260 -45.378 809.645
2006 809.645 4.252.080 7.260 -45.378 5.023.607
totaal 1.978.072 3.432.036 29.040 -415.541 5.023.607
De grote daling in 2005 wordt veroorzaakt door de afsluiting van voornamelijk industrie complexen. De stijging in 2006 is vooral ontstaan door de afsluiting van de complexen Woldmeenthe en Groot Verlaat. De gemiddelde boekwaarde ter bepaling van de bufferfunctie van de reserve is als volgt : Tabel 3.35: Bufferfunctie reserve Ultimo Hoogte buffer 14 %
2002 2003 15.177.273 11.753.894 2.124.818 1.645.545
2004 8.846.409 1.238.497
2005 2.741.196 383.767
2006 768.158 107.542
Zoals toegelicht in de Opmaat Kadernota is de hoogte van de reserve per ultimo 2002 strikt genomen te laag ten opzichte van de gewenste buffer voor het opvangen van verliezen. Aangezien in later jaren het niveau weer op peil is hoeft de reserve grondexploitatie niet te worden aangevuld per ultimo 2002. De sterke daling van de gemiddelde boekwaarde in 2005 is het gevolg van het afsluiten van diverse complexen. Voorzichtigheidshalve zijn ook de nog niet in exploitatie genomen complexen zonder resultaat afgesloten. Wanneer deze complexen in exploitatie worden genomen zal de gemiddelde boekwaarde weer oplopen en dus ook de hoogte van de buffer. Afroming van de reserve grondexploitatie ten gunste van de reserve ontwikkelingsinvesteringen is naar aanleiding van toekomstige ontwikkelingen zoals hierboven beschreven nog niet mogelijk.
3.12 Reserve ontwikkelingsinvesteringen Naar aanleiding van ons voorstel gedaan in de nota van aanbieding, behorende bij de begroting 2002, heeft u besloten tot het instellen van een Ontwikkelfonds per 1 januari 2002. In deze nota van aanbieding en de inmiddels behandelde nota Opmaat Kadernota bent u uitvoerig geïnformeerd over onder meer de voeding van deze reserve, het doel en de wijze waarop over deze reserve kan worden beschikt. In de nota van aanbieding 2002 was nog sprake van “het Ontwikkelfonds”. In de Opmaat Kadernota is dit fonds, vooruitlopend op de Comptabiliteitsvoorschriften 2004, inmiddels omgedoopt tot “Reserve Ontwikkelingsinvesteringen”. Resumerend roepen wij in herinnering dat: 1) het bedrag boven het voor de reserve Grondexploitatie berekende weerstandvermogen wordt toegevoegd aan de reserve ontwikkelingsinvesteringen; 2) over de reserve ontwikkelingsinvesteringen alleen kan worden beschikt op basis van een raadsbesluit;
70
3) de reserve ontwikkelingsinvesteringen is bedoeld voor het stimuleren van het economische draagvlak en structuurversterkende projecten Aan de hand van de nota van aanbieding behorende bij de begroting 2002 en de Opmaat Kadernota geldt ten aanzien van het reserve Ontwikkelingsinvesteringen voor 2002 het volgende overzicht. Tabel 3.36: Saldo reserve ontwikkelingsinvesteringen Saldo per 1 januari 2002 Toevoeging : Overschot ISP-subsidie Nieuw saldo Beschikkingen : Onrendabele top Hylkemaweg 1e fase Interne kosten 2002 Afroming koopkrachtvoordeel (BCF) Nieuw saldo Nog te verwerken besluiten c.q. te nemen besluiten : Beschikkingen : Bijdrage planologische kosten Giethoorn plus Voorbereidingsbesluit Woldpoort Stadspoorten (4e fase) Nog vrij besteedbaar
4.713.048 590.000 5.303.048 761.220 80.000 752.503 3.709.325
35.000 80.000 151.000 3.443.325
De toevoeging van €590.000,= betreft het restant van de inmiddels beschikbaar gestelde ISPgelden. In verband met de invoering van het BTW-compensatiefonds (BCF) zal per 1-1-2003 een uitname plaats vinden van € 752.503,=. Met betrekking tot de uitname in verband met het BCF bent u inmiddels eveneens via de Opmaat Kadernota geïnformeerd. In de door u inmiddels vastgestelde nota “Ruimte voor Ruimtelijke Ontwikkeling” hebben wij u geïnformeerd over de oprichting van de Stafafdeling Ontwikkelingen. Binnen de verantwoordelijkheid van deze stafafdeling zullen wij in de loop van het begrotingsjaar 2003 diverse projecten opstarten waarbij, binnen het kader van de reserve ontwikkelingsinvesteringen, een (aanzienlijk) beslag zal worden gelegd op de onderhavige reserve. Binnenkort zullen wij U een voorstel voorleggen over mogelijke uitnames uit de reserve. Hierbij zullen wij een balans zoeken tussen investeringen in stedelijk gebied en die in landelijk gebied. Het zal hierbij bij voorkeur gaan om projecten die óók investeringen en/of subsidies van derden genereren en een bijdrage leveren aan de structuurversterking en het economische draagvlak. Bij ingrepen in stedelijk gebied (stads- en dorpscentra) kunnen ook het volgende ISV-programma en de reserve ISV-gelden worden betrokken. De benodigde 'aanjaaggelden' voor de ontwikkeling in gele vlekken vallen ook onder deze benadering, evenals de strategische projecten (convenant Steenwijk- Provincie). Een mogelijk (voorlopig) meerjaren-bestedingsoverzicht, teneinde een beeld te krijgen van de mogelijke uitnames (en eventuele 'bijvullingen' vanuit het grondbedrijf) zal onderdeel uitmaken van de aangekondigde notitie.
3.13 Belastingvoorstel U heeft als onderdeel van de vaststelling van de begroting 2002-2005 besloten de budgetten voor kwijtschelding van de OZB, de afvalstoffenheffing, de rioolrechten en de hondenbelasting voor zover het de eerste hond betreft, te dekken door een verhoging van de tarieven van de betreffende belastingsoorten. Ter dekking moeten met ingang van 2003 de tarieven voor prijsaanpassing worden verhoogd met 1,5%.
71
Aanvullend stellen wij U conform vigerend beleid voor de tarieven voor belastingen en heffingen aan te passen voor prijsinflatie van 3 ¼ %, respectievelijk 3 ¾ % voor de gesloten huishoudingen riool en afvalstoffenheffing (zie paragraaf 3.4.8. voor een verantwoording van dit percentage) Met het oog op een transparant beleid geven wij voor de belangrijkste belastingsoorten (OZB, Riool en ASH) tevens in zicht in de tariefsvergelijking met het eerste jaar van deze raadsperiode (2001). 3.13.1 Onroerende zaak belasting (OZB) Er is een stijging van 1,5% doorgevoerd in verband met het besluit om het kwijtscheldingsbeleid ten laste van de heffing te brengen, zulks conform de belastingparagraaf in de Opmaat Kadernota . Vervolgens is een inflatiecorrectie van 3,25% toegepast. De tarieven gelden per € 2.268,00 van de vastgestelde waarde in het betreffende belastingjaar. Tabel 3.37: Tarieven OZB 2001 Wonen Gebruiker Eigenaar Totaal Niet-wonen Gebruiker Eigenaar Totaal
2002
2003 % ‘01 % ‘02
% ‘01 € 2,38 € 2,97 € 5,35
€ 2,44 € 3,04 € 5,48
€ 3,79 € 4,71 € 8,50
€ 3,89 € 4,83 € 8,72
102,4
€ 2,56 € 3,20 € 5,76
107,6
105,1
102,6
€ 4,08 € 5,10 € 9,18
108
105,3
3.13.1 Rioolrechten In het kader van de belastingparagraaf van de Opmaat Kadernota heeft U besloten de tariefsstijging33 in 2003 te beperken tot 15% plus inflatiecorrectie (3 ¾ %) en in de jaren 2004 tot en met 2006 tot 10% plus inflatiecorrectie. Dit betekent dat het tempo van het kostendekkend maken van de rioolhuishouding ondergeschikt is gemaakt aan het maatschappelijk draagvlak voor tariefsverhogingen. Dit vraagt van het management een strikte kostenbeheersing om extra lasten voor de algemene dienst te voorkomen. Tabel 3.38: Ontwikkeling kosten en lasten primitieve begroting 2003 e.v. 2003 2004 2005 2006 Lasten € 3.552.145,= € 3.532.916,= € 3.664.129,= € 3.747.764,= Baten € 2.646.217,= € 2.832.812,= € 3.026.548,= € 3.222.014,= Dekkingspercentage 74,5 % 80,2 % 82,6 % 86 % Tarief woning nominaal34 € 138,03 Tarief in % (2002 = 100) 105 Tarief in % (2001 = 100) 139 N.B: Als referentietarief is uitgegaan van een eigen woning, dus de som van het eigenaarsdeel en het gebruikersdeel In bovenstaand overzicht is rekening gehouden met de kosten en baten in het kader van het voorstel om de cumulatie van lastendruk bij campinghouders te beperken. In het separaat aangeboden 33 34
Lastenstijging t.o.v. tariefniveau 2001 Referentietarief 2001: € 99,29 Referentietarief 2002 € 114,40
72
raadsvoorstel wordt er van uitgegaan dat de extra lasten ad € 46.794,= worden gecompenseerd door een (extra) tariefsverhoging ( 2 %). Deze tariefsverhoging is reeds integraal in de primitieve begroting verwerkt. Uit bovenstaande analyse blijkt dat de beschikbare sturingsmechanismen een beheerste lastendrukontwikkeling voor de burger garanderen en uiteindelijk tot een 100% kostendekkend niveau zullen leiden. De ontwikkeling naar een 100% dekkingsniveau wordt overigens vertraagd doordat de jaarlijkse investeringen in het kader van de GRP tot een steeds hogere kapitaallast leiden. Vanuit optiek van de lastendrukontwikkeling za l in het kader van het GRP voor de nieuwe gemeente Steenwijkerland vooral het jaarlijkse investeringsniveau en de duur daarvan kritisch moeten worden bezien. In het overzicht van kosten en baten is nog geen rekening gehouden met de kosten en baten in het kader van de nota “Voor ieder ongerioleerd pand een oplossing”. In het separaat aangeboden raadsvoorstel wordt er van uitgegaan dat de extra lasten ad € 88.430,= structureel geheel kunnen worden opgevangen door middel van een extra subsidie en een verbreding van de heffingsgrondslag door de volgende maatregelen: a. het uitvoeren van een vergelijking tussen de rioolaansluitingsbestanden van FB en BOR op grond waarvan verwacht mag worden dat mogelijk ca 610 aansluitingen extra in de heffing betrokken kunnen worden. Geraamde meeropbrengst: € 69.802,= en b. m.i.v. 2004 het om milieuhygiënische redenen laten vervallen van de zogenoemde sproeikorting conform de Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten Steenwijkerland 2002 , meeropbrengst ca € 3.000,= Tabel 3.39: Ontwikkeling stand egalisatiereserve riool 2003 2004 Stand per 1 januari € 331.970,=N € 331.970,=N Mutatie pm Stand per 31 december € 331.970,=N pm
2005 pm pm pm
2006 pm pm pm
Het negatieve saldo per 1 januari wordt primair veroorzaakt door de temporisering van de tariefsverhoging waartoe in december 2001 is besloten ( ca. € 160.000,=) en de afboeking van immateriële activa in het kader van de balanssanering 2002 (ca. 155.000,=). Volgens het gemeentelijk beleid gedefinieerd in de Opmaat Kadernota mag de reserve niet langer dan één jaar negatief staan. Dit betekent dat volgend jaar een deel van de tariefsverhoging zal moeten worden bestemd om de egalisatiereserve weer op peil te brengen.
3.13.2 Afvalstoffenheffing In het kader van de belastingparagraaf van de Opmaat Kadernota heeft U besloten de tariefsstijging35 in 2003 e.v. te beperken tot 1,5% in verband met het kwijtscheldingsbeleid plus inflatiecorrectie. Tabel 3.40: Ontwikkeling kosten en lasten primitieve begroting 2003 e.v. 2003 Lasten € 4.541.980,= Onttrekking egalisatieres. € 621.543,= Saldo € 3.920.437,= Baten € 3.920.437,= Dekkingspercentage 86,3 % Tarief woning nominaal36 € 228,= 35 36
Lastenstijging t.o.v. tariefniveau 2001 Referentietarief 2001: € 231,42 Referentietarief 2002: € 216,24
73
Tarief in % (2002 = 100) Tarief in % (2001 = 100)
105 99
N.B: Als referentietarief is uitgegaan van een eigen woning, dus de som van het eigenaarsdeel en het gebruikersdeel. Daarbij is aangesloten bij de gemiddelde kosten van het variabele deel ( € 114,=), hetgeen overeenkomt met de kosten van het vaste deel (€ 114,=). Uit bovenstaande tabel blijkt dat de afvalstoffenheffing niet structureel kostendekkend is. Bij ongewijzigd beleid zal met ingang van 2004 in een aantal stappen een tariefsverhoging van ca 13% ten opzichte van 2001 moeten worden doorgevoerd om uitputting van de egalisatiereserve te voorkomen. Wij hebben er van afgezien om die tariefsverhoging dit jaar al in te zetten in afwachting van een onderzoek naar de kostenstijging van de afgelopen jaren en om samenloop met de relatief forse verhoging van de rioolrechten (15% plus inflatie) te voorkomen. Tabel 3.41: Ontwikkeling stand egalisatiereserve ASH 2003 2004 Stand per 1 januari € 1.095.212,=V € 473.669,=V Mutatie € 621.543,=N € 576.210,=N Stand per 31 december € 473.669,=V € 102.541,=N
2005 2006 € 102.541,=N € 684.631,=N € 582.090,=N € 587.582,=N € 684.631,=N € 1.272.213,=N
.
74
4.
Specifieke paragrafen
In dit hoofdstuk komen een aantal specifieke paragrafen aan de orde, waarvan een aantal ook reeds in de Opmaat Kadernota aan de orde zijn geweest.
4.1
Weerstandsvermogen
Bij het weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid moet worden veranderd. Een mogelijke tegenvaller kan zijn de vervuiling van de bodem, waarbij onmiddellijke sanering noodzakelijk is. Indien voldoende weerstandsvermogen aanwezig is, betekent dit dat deze tegenvaller kan worden bekostigd ten laste van de algemene reserve. Is het weerstandsvermogen niet in voldoende mate aanwezig, dan zullen andere voorgenomen investeringen moeten worden uitgesteld. Bij het weerstandsvermogen gaat het dus om de robuustheid van de begroting. Een precieze definitie van het weerstandsvermogen is niet eenduidig te geven, omdat er verschillende nuanceringen zijn. Iedere gemeente kan daar op zijn eigen wijze inhoud aan geven, zo ook de gemeente Steenwijkerland. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen zijn de aanwezige weerstandscapaciteit en risico’s van groot belang. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt/ kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Het gaat om die middelen waarmee tegenvallers bekostigd kunnen worden. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Met het eerste wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de hoogte van de voorzieningenniveaus van de programma’s. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma’s. Bij de behandeling van de Opmaat Kadernota heeft uw raad bepaald dat voor de berekening van de weerstandscapaciteit de volgende onderdelen worden betrokken: 1. algemene reserve 2. onbenutte belastingcapaciteit 3. onvoorzien Risico’s De relevante risico’s voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn - maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Berekening weerstandscapaciteit A. Algemene reserve In de nota reserves en voorzieningen Steenwijkerland 2002 is aangegeven dat de algemene reserve in principe uitsluitend ter dekking van onvoorziene financiële tegenvallers dient. De omvang van de algemene reserve bedraagt met inachtneming van de beschikkingen en claims per ultimo 2002 € 2.577.967,= . Dit is per inwoner € 61,= op basis van 42.250 inwoners.
75
B. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit kent de volgende 4 onderdelen: 1) Onroerende-zaakbelastingen (OZB) 2) Rioolrechten 3) Afvalstoffenheffing 4) Onvoorzien 1. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De onbenutte belastingcapaciteit voor het onderdeel OZB hebben wij gerelateerd aan het normtarief voor toelating tot artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet. In de mei circulaire van 2002 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt voor 2003 als norm € 6,30 per € 2.268 WOZ-waarde (eigenaar en gebruiker/ woningen en niet woningen) gehanteerd. De voorgestelde OZB tarieven voor de gemeente Steenwijkerland bedragen voor 2003 respectievelijk: Tabel 4.1: OZB-tarieven 2003 Omschrijving Woningen
Niet-woningen
Eigenaren Gebruikers Totaal
€ 5,10 € 4,08 € 9,18
€ 3,20 € 2,56 € 5,76
Op basis van de geraamde opbrengst voor het jaar 2003 en rekening houdende met de door de gemeente Steenwijkerland gehanteerde tariefdifferentiatie voor zowel eigenaren en gebruikers als woningen en niet-woningen constateren wij dat er een onbenutte belastingcapaciteit aanwezig is van € 3,58. 2. Rioolrechten Bij het onderdeel riolering is als uitgangspunt gekozen voor een kostendekkende heffing. De kosten van het beheer en onderhoud van het rioolstelsel worden stelselmatig met 10% per jaar verhoogd totdat de 100% dekkingsgraad is bereikt. In de begroting 2003 van de gemeente Steenwijkerland is sprake van een dekking van afgerond 74,5%. De onbenutte belastingscapaciteit bedraagt 25,5%, zijnde het verschil tussen het huidige dekkingspercentage van 74,5 en een volledige dekking van 100%. Per inwoner is dit afgerond € 21,=. 3. Afvalstoffenheffing Evenals bij het onderdeel riolering is voor het afval uitgegaan van een kostendekkende heffing. De kosten van het afval dienen dus voor 100% te worden gedekt door de opbrengsten van de afvalstoffenheffing. In de begroting 2003 is mede door een onttrekking aan de egalisatiereserve afvalstoffenheffing sprake van een dekking van 100%. Zonder inzet van de egalisatiereserve bedraagt de dekking afgerond 86,3%. Zoals in de nota reserves en voorzieningen gemeente Steenwijkerland is aangegeven is het doel van de reserve om tariefschommelingen op te kunnen vangen. Derhalve kan de reserve niet dienen als structureel dekkingsmiddel. Voor de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit is daarom geen rekening gehouden met de inzet van de egalisatiereserve. Per saldo bedraagt de onbenutte belastingcapaciteit dan op basis van 42.250 inwoners afgerond € 14,= per inwoner. 4. Onvoorzien In de begroting 2003 is voor incidentele onvoorziene uitgaven € 45.378,= opgenomen. Per inwoner neemt de weerstandscapaciteit daardoor toe met € 1,- per inwoner.
76
Recapitulatie weerstandscapaciteit Recapitulerend bedraagt de weerstandscapaciteit van de gemeente Steenwijkerland afgerond € 100 per inwoner. Zie onderstaande tabel: Tabel 4.2: Weerstandscapaciteit Weerstandscapaciteit vermogen Algemene reserve Totaal weerstandscapaciteit vermogen
In € per inwoner (basis 42.250 inwoners) 61,= 61,=
Weerstandscapaciteit exploitatie Onbenutte belastingcapaciteit: - OZB - Rioolrechten - Afvalstoffenheffing Totaal onbenutte belastingcapaciteit
3,50 21,= 14,= 38,50
Onvoorzien Totaal weerstandscapaciteit exploitatie
1,= 39,50
Totale weerstandscapaciteit
100,50
4.2
Risicoparagraaf
In dit hoofdstuk vermelden wij de risico’s, die bij het vaststellen van deze begroting in ogenschouw dienen te worden genomen. Bijstandsuitgaven Het kabinet Balkenende wenst de gemeente financieel geheel verantwoordelijk te maken voor het bijstandsbeleid. Mede gelet op het verslechterende economisch tij, de toegenomen groei van het aantal uitkeringsgerechtigden (7.500 per maand) en de verouderende bevolking impliceert dit beleid een substantieel risico voor de gemeentebegroting. Daar komt bij dat het kabinetsbeleid om het gemeentelijk inkomensbeleid te beperken op zich ook een opwaartse druk op het bijstandsniveau zal geven. Gesubsidieerde arbeid Het kabinet Balkenende is voornemens met ingang van 2003 een bezuiniging te rwaliseren op de gesubsidieerde arbeid. Een eerste stap hierin is een bezuiniging op het aantal Wiw- / ID- en Wsw banen. Dit houdt in dat op basis van verminderende budgetten het aantal te realiseren banen in 2003 neerwaarts zal moeten worden bijgesteld. Aangezien de beschikkingen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nog niet zijn ontvangen kan nog geen definitief inzicht worden gegeven. De effecten zijn voorshands het grootst voor de ID banen. In samenwerking met de NoordWest Groep wordt momenteel een onderzoek gedaan naar het exacte (financiële) effect en naar mogelijke oplossingen. Reïntegratiebeleid De gemeente krijgt de verantwoordelijkheid en de middelen voor het voeren van een activeren reïntegratiebeleid. Dit zal onder meer extra organisatie en productiekosten met zich meebrengen. Het is nu nog niet te overzien of het rijk voldoende middelen ter beschikking zal stellen om een succesvol reïntegratiebeleid te kunnen voeren.
77
Onderwijshuisvesting Het kabinet Balkenende benadrukt dat scholen een menselijke maat hebben, waarin geborgenheid aan en betrokkenheid bij leerlingen geboden kan worden. Het ontstaan van samenwerkingsscholen zal niet worden gestimuleerd. Dit beleid zal ongetwijfeld tot hogere huisvestingskosten aanleiding geven. Wij hebben U voorgesteld dit risico te ondervangen door een gesloten huisvesting onderwijs te vormen en het budget voor onderwijshuisvesting stapsgewijs op te hogen naar de normbedragen volgens de algemene uitkering. Talenonderwijs Het kabinet Balkenende is voornemens de regeling Onderwijs in Allochtone Levende Talen af te schaffen. Het risico bestaat dat er maatschappelijke druk zal ontstaan op de gemeente compenserende maatregelen te treffen. Op grond van het door ons voorgestelde begrotingsbeleid stellen wij U voor geen compensatie te bieden. Afschaffen OZB Het kabinet Balkenende is voornemens in 2005 de OZB voor woningen af te schaffen. Gemeenten worden hiervoor gecompenseerd via de algemene uitkering. Door deze stelselwijziging zullen herverdeeleffecten ontstaan, waarvan de aard en omvang op dit moment nog niet te voorspellen zijn. Stadswachten Het kabinet Balkenende wil de inzet van de stadswachten onder regie van de politie brengen. Of en in hoeverre hieraan voor de gemeente financiële risico’s zijn verbonden kan nu nog niet overzien worden. Dienstverlening op dislocaties Zoals u in het collegeprogramma en nogmaals begin dit jaar is toegezegd, zal in het najaar van 2002 een evaluatie plaatsvinden van de gemeentelijke loketfuncties in Vollenhove en Oldemarkt. Dan zal gesproken worden over het al dan niet voorzetten van de dienstverlening in deze vorm. De huidige dienstverlening in Vollenhove en Oldemarkt voldoet niet aan zowel de wettelijke eisen als de kwaliteitseisen daaraan door het bestuur en organisatie gesteld. Indien besloten wordt tot voortzetting van deze dienstverlening vergt dit extra (investerings)kosten, die niet in deze begroting zijn opgenomen. Aansprakelijkheid De risico's van schadeplichtigheid neemt op basis van de jurisprudentie steeds verder toe. Dit noopt de gemeente tot zorgvuldige besluitvorming en uitvoering van werkzaamheden. De gemeente heeft de afgelopen jaren een aantal juridische procedures in gang gezet, die tot op heden nog niet hebben geleid tot een bevredigende oplossing. In dit verband noemen wij: - Schade Zwembad de Waterwijck € 279.075,= ten laste van Algemene Reserve. - Schade Brug Belt-Schutsloot € 76.000,= - Schade Riolering Blauwe Hand € 426.200,= - Schade Waterschade 1998 € 68.520,= Ten aanzien van de schade aan het plafond van de Waterwijck is er op 16 mei 2002 een overleg geweest met onze advocaat waarin de aansprakelijkheid ten opzichte van derden en de verzekeringsclaim is besproken. Het college van B&W heeft recent een procesbesluit genomen hetgeen zal resulteren in een gerechtelijke procedure ten opzichte van de veroorzaker / verzekeringsmaatschappij.
78
Voor de schade aan de riolering bij de Blauwe Hand zijn onderhandelingen gaande voor een bijdrage van het Waterschap als bijdrage in de kosten van meeliften van de aanleg van riolering en de aanle g van een pompput. Voor de overige kosten is een gerechtelijke procedure gestart richting provincie Overijssel. De waterschade 1998 heeft voor de drie gemeenten aanzienlijke kosten met zich mee gebracht. De gemeente Brederwiede heeft een deel van de kosten geactiveerd in de veronderstelling dat deze kosten bij het Rijk in rekening konden worden gebracht. Inmiddels heeft afhandeling van de bezwaarprocedures tot een nabetaling geleid. De restantboekwaarde is afgeboekt middels de balanssanering. De boekwaarde is derhalve nu nihil. Contacten met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijk hebben tot gevolg gehad dat er met redelijk aangrenzende zekerheid nog op een bijdrage kan worden gerekend. Van een definitieve beschikking is echter nog geen sprake. Een en ander kan nog een incidenteel voordeel opleveren van globaal € 55.000 tot € 62.000. Wij stellen U voor een eventuele meevaller te storten in de reserve balanssanering. In deze opzet is nog geen rekening gehouden met de eventuele exploitatierisic o's van de Stichting de Waterwijck over het jaar 2001. Beheersplannen In 2001 zijn kredieten beschikbaar gesteld voor het opstellen van een aantal beheersplannen. Na het gereedkomen van deze beheersplannen zal, op basis van een door de Raad vastgesteld kwaliteitsniveau, de begroting en de verwachte lasten met elkaar geconfronteerd worden. Dit zal leiden tot een substantiële uitzetting van budgetten en dus een fors risico voor de meerjarenbegroting. Subsidiabele investeringen In onze gemeente zijn in de achterliggende periode veel investeringen gepleegd, die gefinancierd zijn met externe middelen en subsidies van Provincie, Rijk en de EG. Het binnenhalen van deze subsidies heeft echter ook een keerzijde. Er komt een moment dat genoemde investeringen aanleiding geven tot een vervanging dan wel grondige renovatie of onderhoud. In de huidige begroting zijn hiervoor geen middelen aanwezig. Zonder volledig te zijn kunnen in dit verband genoemd worden: - Aanleg riolering Buitengebied - Multifunctioneel Dienstencentrum Oldemarkt - Zwembad Vollenhove - Revitalisering Nat Bedrijventerrein - Park Rams Woerthe - Inrichting de Twee Ankers - Reconstructie Productieweg / Dolderweg - Aanleg Rioleringen met verfijningsuitkering van het Rijk Het risico is afhankelijk van de vraag of genoemde activa in de toekomst vervangen moeten worden en of er en in hoeverre tegen die tijd zich opnieuw subsidiemogelijkheden zullen voordoen. Algemene uitkering De ontwikkeling van de algemene uitkering is van groot financieel belang voor de gemeenten. De effecten zijn beperkt voorspelbaar aangezien een veelheid van variabelen de uitkomst sterk kunnen beïnvloeden. Daar komt bij dat de baten op gemeentelijk niveau afhankelijk zijn van het uitgavenniveau op rijksniveau. De afgelopen jaren laten zien dat deze behoedzaamheidreserve achteraf steeds is uitgekeerd. Dit hangt echter sterk samen met de gunstige economische ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Nu inmiddels op rijksniveau weer bezuinigd moet worden nemen de risico's ten aanzien van de algemene uitkering weer toe en zal het kunnen voorkomen dat de behoedzaamheidsreserve slechts ten dele of in het geheel niet zal worden uitgekeerd. De
79
behoedzaamheidsreserve is conform bestaand beleid voor 50% in de begroting verwerkt. Het is niet uit te sluiten dat dit aandeel volgend jaar zal moeten worden beperkt. Verfijningsuitkeringen De algemene uitkering uit het gemeentefonds kent een aantal aflopende verfijningsuitkeringen, waaronder de verfijning riool en monumenten en de suppletie overgangsmaatregel ISV. De afloop van de verfijningsuitkeringen is tot en met 2005 integraal in de primitieve begroting 2003 e.v. verwerkt. De afloop in volgende jaren vertoont naar huidig inzicht en bij ongewijzigd rijksbeleid ten opzichte van het referentie jaar 2005 het volgende verloop: Tabel 4.3: Verloop verfijningsuitkering 2006 2007 € 85.260,= € 200.335,=
2008 € 361.402,=
2009 € 422.207
2010 € 830.948,=
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de begroting op termijn en met name in 2010 structureel onder druk komt te staat als gevolg van de afloop van de verfijningsuitkeringen. Riole ring buitengebied Wettelijke eisen brengen met zich mee dat dure investeringen voor relatief weinig aansluitingen moeten worden gepleegd. Dit heeft een negatief effect op de kostendekkendheid van de rioolhuishouding. Tegelijkertijd hebben wij het beleid om de kostendekkenheid te verbeteren ondergeschikt gemaakt aan het tariferingsbeleid, dat uitgaat van een gematigde tariefsontwikkeling. Deze tegengestelde krachten vragen om een adequate kostenbeheersing. Niet op voorhand kan worden gegarandeerd dat alle ja ren het gematigde tariferingsbeleid kan worden gehandhaafd. BTW-compensatiefonds Vanaf 2003 zal het BTW compensatiefonds in werking treden. Dit zal enerzijds gepaard gaan met een korting op de algemene uitkering en anderzijds een lastenverlichting als gevolg van BTW verrekening. Hoe dit financieel uitpakt is nog niet duidelijk. Op grond van het inzicht per oktober 2002 verwachten wij op basis van een quick scan van Deloitte & Touche geen negatieve risico’s onder voorwaarde dat de voor compensatie in aanmerking gebrachte bedragen door het rijk voor 100% gehonoreerd worden. Het bedrag van de niet compensabele BTW in oude investeringen moet op basis van gedetailleerde berekeningen nog definitief vastgesteld worden. Grondexploitaties Voor de ontwikkeling van de grondexploitaties verwijzen wij u naar product 831. De financiële risico's zijn op dit moment in beeld en de financiële positie geeft geen aanleiding tot het definiëren van specifiek risico. Wel moet worden opgemerkt dat de ontwikkeling van de risico's binnen de grondexploitaties sterk afhankelijk zijn van de economische ontwikkeling in Nederland. Een nadelige economische ontwikkeling zal direct zijn weerslag hebben op de risico's voor de grondexploitaties en dus ook voor de gemeente. Managementletter 2001 In februari 2002 is een managementletter over 2001 van de accountant verschenen. In deze managementletter worden de tekortkomingen van de gemeentelijke organisatie weergegeven en de risico's, die het met zich meebrengt. Dit heeft geleid tot de opstelling van een management actieprogramma voor de gehele gemeentelijke organisatie. Belangrijke onderdelen in dit verband zijn: - AO/IC procedures intern en extern, waaronder AO/IC afvalstoffenheffing 37 - Activerings- en afschrijvingsbeleid - Budgethoudersregeling 37
Zie ook voorjaarsnota 2002 A met betrekking tot het financieel belang van een periodieke bestandsafstemming.
80
- Budgetregels - Meerjaren onderwijshuisvestingsplan Bovenvermelde managementletter is in een gezamenlijke commissievergadering behandeld. Over de voortgang wordt periodiek verantwoording afgelegd in het kader van de managementsrapportages.
Geldlening Rendo Inzake de verkoop van de Rendo aandelen heeft onze gemeente in 1997 een lening verstrekt met een rendement van 9,36%. Bij aflossing van de lening in 2012 zal er op basis van de huidige marktpositie er een financieel risico ontstaan van ongeveer € 330.000,=. Dit risico is overigens afhankelijk van de marktrente en zal daarom fluctueren. Verzekering gemeentelijk gebouwen Bij de samenvoeging van de gemeentelijke gebouwen op één polis is geconstateerd dat er grote verschillen zijn in de verzekerde bedragen van gelijksoortige objecten. In de voorjaarsnota 2002 zijn middelen ter beschikking gesteld om de gemeentelijke gebouwen te taxeren naar marktconforme maatstaven om onderverzekering te voorkomen. De uitkomsten van deze taxatie zullen in de loop van 2003 bekend worden. Verwacht moet worden dat diverse gebouwen zullen moeten worden bijverzekerd. Bouwvergunningen Door wijziging van wet- en regelgeving wordt de categorie vergunningvrije bouwactiviteiten verruimd en zal het aantal bouwaanvragen verminderen. Een en ander leidt op dit punt tot een vermindering van werkdruk bij bouw- en woningtoezicht en een vermindering van de legesinkomsten die in afwachting van voorstellen om de kostendekkingsgraad te verhogen nog niet in de begroting verwerkt is. De vermindering van de registratie van bouwactiviteiten bij Bouw- en woningtoezicht leidt mogelijk tot extra werk bij Belastingen in verband met de noodzakelijke bijhouding van de woningkarthoteek ten behoeve van de WOZ-administratie.Wij merken dit aan als een negatief risico voor de beleidsbegroting. Handhavingsbeleid Naar aanleiding van de rampen in Enschede en Vollendam heeft het ministerie van VROM voor het eind van 2002 audits aangekondigd op de vakgebieden Bouw- en woningtoezicht en Milieu. Verwacht moet worden dat het huidige handhavingsniveau niet zal voldoen aan de normen die het ministerie stelt en dat het handhavingsbeleid geïntensiveerd zal moeten worden ten opzichte van het startniveau van de gemeente Steenwijkerland. De intensivering van het handhavingsniveau zal op zich aanleiding geven tot een toename van het aantal bouwaanvragen en bijgevolg ook tot een toename van de inkomsten uit bouwleges. Verwacht moet worden dat de meerkosten in verband met het handhavingsbeleid de meerkosten uit bouwleges substantieel zullen overtreffen. Het negatieve saldo merken wij aan als een risico voor de beleidsbegroting. Referenda In de begroting zijn geen middelen opgenomen voor het houden van referenda. Wij achten dit geen groot risico omdat het kabinet Balkenende de intrekking van de tijdelijke referendumwet nastreeft en de wijziging van de grondwet om het correctief wetgevingsreferendum mogelijk te maken niet zal ondersteunen.
81
Betrouwbaarheid administratieve systemen De rapportages vanuit het financiële systeem blijken niet overeen te stemmen met rapportages welke met behulp van een opvraagprogramma worden gemaakt. Hierdoor ontbreekt de directe aansluiting tussen het meerjarenbeeld volgens de Voorjaarsnota en het meerjarenbeeld volgens de begroting 2003 e.v. Een sluitende analyse van de verschillen blijkt voorshands niet mogelijk. Overigens zijn onregelmatigheden geconstateerd bij het installeren van nieuwe releases van HIS4ALL, waardoor een kans bestaat dat opnieuw bestandsfouten zijn ontstaan. In het kader van de begin oktober 2002 opgestarte professionalisering van het taakveld Administratie zullen de mogelijke oorzaken en oplossingen van de geconstateerde problemen met voorrang worden geanalyseerd teneinde op zo kort mogelijke termijn de betrouwbaarheid van de administratieve systemen te kunnen waarborgen. Dualisering begroting In het kader van de dualisering van het bestuur moet ook de financiële functie worden aangepast. In het conceptbesluit Comptabiliteitsvoorschriften wordt daar dieper op ingegaan. Vanaf 2004 zullen er twee begrotingen (een programmabegroting en een bedrijfsbegroting) moeten worden gemaakt. Gevolg is uiteraard dat er ook twee Rekeningen moeten komen. Door de versterking van de controlefunctie van de gemeenteraad worden ook strengere eisen aan de verantwoordingsrapportages worden gesteld. Verder vereist de versterking van de focus op prestatie - en effectsturing tot substantieel hogere kosten van informatievoorziening. In dit verband moet gedacht worden het verzamelen c.q. produceren van niet-financiële informatie ook van buiten de gemeentelijke organisatie, het stelselmatig volgen en interpreteren van ontwikkelingen (monitoren), vergelijking van prestaties van andere instellingen en organisaties (benchmarking) en actieve openbaarheid onder meer via internet38 . In het kader van de beleidsbegroting als gevolg van de dualisering van het bestuur (een exogene ontwikkeling) moet rekening gehouden worden met een substantieel negatief risico met betrekking tot de structurele kosten informatievoorziening.
5.
Procedure
De behandeling van de Begroting Steenwijkerland 2003 - 2006 zal plaatsvinden in de vergadering van Uw raad op 12 november 2002 vanaf 14.00 uur. De voorbespreking zal plaatsvinden in een gezamenlijke commissievergadering op 28 oktober 2002 vanaf 19.00 uur. Op 21 oktober 2002 is van 19.00 – 20.00 uur voorzien in een technische werkvergadering. Per beleidsproduct is de verantwoordelijke portefeuillehouder aangegeven. Het is de bedoeling dat de begrotingsbehandeling in de commissies plaatsvindt op basis van de indeling naar de producten waar de betreffende portefeuillehouder verantwoordelijk voor is.
6.
Beslispunten
1) Instemmen met het financiële meerjarenbeeld 2003 e.v, de opbouw daarvan en de verdeling naar incidenteel en structureel besteedbare ruimte (par. 3.5). 2) Constateren dat de ruimte voor nieuw beleid 39 (structureel van ca € 1,3 miljoen in 2003 oplopend tot ca € 1,9 miljoen in 2006) vooral ontstaat door het samenspel van de volgende factoren: a) de groei van de algemene uitkering ( ca. € 2 miljoen structureel) ( par. 3.5.2); b) de nieuwe taakstellingen oplopend tot ruim € 1,5 miljoen in 2006 ( par. 3.5.4) en c) de impliciete effecten van de sanering van immateriële activa (ca 0,4 miljoen) (par. 3.7 ad b1.) 38 39
zie ook het Uitvoeringsplan Organisatie Ontwikkeling 2002-2004, april 2002, blz. 13 paragraaf 3.5.5
82
3) Constateren dat de taakstelling in het kader van de takendiscussie in structurele zin begunstigd wordt door de toepassing van het afschrijvingsbeleid op het bestedingsplan 2002-2005 (ca € 0,6 miljoen structureel in 2006) (par.3.9.5). 4) Onderschrijven dat het toepassen van het afschrijvingsbeleid op het bestedingsplan financieel alleen verantwoord is als tegelijkertijd de noodzakelijke prioriteit aan het balanssaneringsprogramma gegeven blijft worden. 5) Instemmen met het uitvoeringsplan balanssaneringsprogramma (par. 3.7), waaronder begrepen een onttrekking van € 1,34 miljoen aan de bestemmingsreserves 6) Instemmen met het realisatieplan taakstellingen beleidsbegroting (par. 3.9), in het bijzonder met betrekking tot a) de aard en omvang van de beleidsombuigingen (par. 3.9.1); b) het verruimen van de heffingsgrondslag voor diverse belastingen (par. 3.9.2); c) de omvang en aanpak subsidiekortingen (3.9.3); d) de verhoging van de parkeertarieven en de toeristenbelasting (3.9.4); 7) Instemmen met de vorming van de gesloten huishoudingen onderwijshuisvesting en de geformuleerde exploitatie -uitgangspunten in dat verband (par. 3.4.3.4); 8) Expliciet kennis te nemen van de risicoparagraaf (par. 4.2); 9) Instemmen met de verwerking van de autonome en nominale ontwikkelingen, alsook de gematigde tariefsontwikkelingen conform de principebesluiten Opmaat Kadernota. (par. 3.5.2) 10) Instemmen met de specifieke herijkingen (par.3.5.2) 11) Besluiten de zalmsnip niet in 2004 af te schaffen om te kunnen aansluiten bij het rijksbeleid dat er op is gericht de zalmsnip in 2005 af te schaffen. 12) Constateren dat de financiële gevolgen van het uitbetalen van de zalmsnip in 2004 integraal in het meerjarenbeeld verwerkt zijn. 13) Instemmen met het Bestedingsplan 2003-2006 en de bekostiging daarvan
Op basis van voorgaande beslispunten stellen wij U voor vast te stellen a. de belastingmaatregelen per 1 januari 2003 b. de Begroting Steenwijkerland 2003 - 2006 b. de begroting van het Woningbedrijf Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Steenwijkerland, de secretaris, de burgemeester,
drs. A.W. van der Spek
drs. H.H. Apotheker
83
Nummer: 2002/172 Onderwerp: Productbegroting 2003-2006
Steenwijk, 12 november 2002 Uitgegaan:
De raad van de gemeente Steenwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2002, nummer 2002/172; besluit: In te stemmen met: 1. het financiële meerjarenbeeld 2003 e.v., de opbouw daarvan en de verdeling naar incidenteel en structureel besteedbare ruimte (par.3.5.); 2. een structurele budgetuitzetting WVG, ter grootte van € 300.000,= structureel (par. 3.5.2); 3. de noodzakelijke aanvulling van de Algemene Reserve met ca € 410.000,= incidenteel (par. 3.5.2); 4. de compensatie van campinghouders ter beperking van cumulatie-effecten in de ontwikkeling van de lastendruk; 5. het uitvoeringsplan balanssaneringsprogramma (par. 3.7), waaronder begrepen een onttrekking van € 1,34 miljoen aan de bestemmingsreserves; 6. het realisatieplan taakstellingen beleidsbegroting (par. 3.9), in het bijzonder met betrekking tot a) de aard en omvang van de beleidsombuigingen (par. 3.9.1); b) het verruimen van de heffingsgrondslag voor enkele belastingen (par. 3.9.2) c) de omvang en aanpak van de subsidiekortingen (3.9.3); d) de verhoging van de parkeertarieven en de toeristenbelasting (3.9.3); 7. de vorming van de gesloten huishouding onderwijshuisvesting en de geformuleerde exploitatieuitgangspunten in dat verband (par. 3.4.3.4); 8. de verwerking van de autonome en nominale ontwikkelingen, alsook de gematigde tariefsontwikkelingen conform de principebesluiten Opmaat Kadernota (par. 3.5.2); 9. de specifieke herijkingen (par. 3.5.2); 10. het voornemen om de Zalmsnip niet in 2004 af te schaffen om te kunnen aansluiten bij het rijksbeleid om de Zalmsnip in 2005 af te schaffen en de integrale verwerking van de uitbetaling van de Zalmsnip in het meerjarenbeeld te integreren; 11. het Bestedingsplan 2003-2006 en de bekostiging daarvan; 12. het beschikbaar stellen van de kredieten behorende bij de posten die met een sterretje in het Bestedingsplan 2003-2006 zijn aangeduid (tabel 3.32, blz. 62). Vast te stellen: a. de belastingmaatregelen per 1 januari 2003; b. 1. de begroting Steenwijkerland 2003, b. 2. de meerjarenbegroting Steenwijkerland 2003-2006; c. de begroting van het Woningbedrijf 2003; d. de 1e begrotingswijziging 2003; en kennis te nemen van de risicoparagraaf (par. 4.2.). De raad voornoemd, De secretaris,
de voorzitter