Sport
Macro-Economische VraaGstukken en Arbeidsvoorwaardenbeleid
I
Ons kenmerk
Inlichtingen bij
Doorkiesnummer
MEVA/NBO-2847488
070 - 3407672
Onderwerp
Bijlage(n)
Den Haag
9 APR, Uw brief
Attendering 'boventalligheid' I consequenties voor subsidiëring zorgopleidingen Met de Subsidieregelingen 1e tranche zorgopleidingen stelt het Ministerie van VWS subsidie beschikbaar voor de opleidingsplaatsen voor medische en tandheelkundige vervolgopleidingen, alsmede voor de medisch technische beroepen in de zorg. Het jaarlijks aantal nieuw te bekostigen opleidingsplaatsen (= instroom) wordt bepaald aan de hand van de adviezen van het Capaciteitsorgaan. Om op termijn voldoende beroepsbeoefenaren beschikbaar te hebben, wordt in geval van wijziging in de adviezen van het Capaciteitsorgaan bijgestuurd via de instroom. De instroom wordt jaarlijks per instelling per specialisme vastgelegd in een beschikking. Indien de instelling meer assistenten in opleiding laat instromen dan is beschikt door VWS, dan komen deze 'boventallige' opleidingsplaatsen niet in aanmerking voor subsidie 1 • Bij het vaststellen van de boventalligheid van de instroom is de datum waarop het volledige opleidingsdossier (inclusief alle bijlagen) bij de registratiecommissie is ingediend bepalend. Instromende assistenten in opleiding waarvoor de opleidingschema's het laatst zijn ingediend worden als 'boventallig' beschouwd en niet in het opleidingsfonds opgenomen. Het is voor alle betrokkenen van belang dat zij er van op de hoogte zijn wanneer een assistent in opleiding als boventallig en als niet in het kader van de subsidieregeling 1e tranche zorgopleidingen geaccordeerde instroom wordt beschouwd. Opleidingsinrichtingen waar deze 'boventallige' assistent zijn/haar verdere opleiding volgt komen niet voor subsidièring van de opleidingsplaats van die assistent in aanmerking. De registratiecommissies zijn in staat om op basis van de aangeleverde opleidingsschema's vast te stellen, wanneer een opleidingsinrichting de toegewezen instroom overschrijdt. Ook heeft u er zicht op om welke assistenten in opleiding, opleiders en opleidingsinrichtingen het gaat indien er eventueel sprake is van boventalligheid l.c. er geen subsidie ter beschikking wordt gesteld. Ik verzoek u dan ook om medewerking bij het signaleren van 'boventallige' opleidingsplaatsen.
Ik wil u vriendelijk verzoeken alle betrokken partijen 2 door middel van deze brief er direct op te attenderen als de opleidingsplaats van de betreffende assistent niet in aanmerking komt voor een subsidie uit het opleidingsfonds. Tenzij de overschrijding een gevolg is van het beëindigen van een dienstverband of arbeidsovereenkomst van een
assistent in opleiding wegens ongeschiktheid.
2
aios, opleiders en raden van bestuur
Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Telefoon lQ701 340 Fax (070) 340 78
11
Bezoekadres: Parnassusplein 2511 VX DEN HAAG
Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres met vermelding van de datum en het kenmerk
Internetadres: www.minvws.nl
Kenmerk
MEVA/NBO-2847488 Als alternatief kan door de assistent in afstemming met de opleider en opleidingsinrichting worden nagegaan of er eventueel bij een andere opleidingsinrichting nog een instroomplaats waarvoor op grond van een beschikking subsidie is ontvangen en nog geen im'ulling heeft plaatsgevonden en de opleiding kan aanvangen. Om het attenderen van betrokkenen op 'boventalligheid' mogelijk te maken is het van belang dat uw registratiecommissie beschikt over het aantal door het Ministerie toegewezen instroomplaatsen per opleiding per opleidingsinrichting per jaar. Deze zal ik u toezenden in het gewenste formaat. Voor de volledigheid verwijs ik naar het Toewijz.ingskader 2009 voor zorgopleidingen in de 19 en 2 e tranche, dat ik op 31 maart jl. naar het CBOG heb gestuurd lMEVA/NBO-2841447). Hierin is opgenomen dat doorstroom die voortkomt uit boventallige, niet door het opleidingsfonds geaccordeerde en bekostigde instroom vanaf 2008 niet wordt gehonoreerd. De Subsidieregeling zorgopleidingen 19 tranche 2009 zal overeenkomstig worden aangepast. Voor de zorgopleidingen in de 29 tranche, waar de instroom is vastgelegd en doorstroom voor 2009 wordt bepaald op basis van de opleidingsschema's van de assistenten in opleiding bij de registratiecommissies is dezelfde regeling van toepassing. Hierbij wil ik u bij voorbaat hartelijk bedanken voor uw medewerking. Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de Directeur Macro"Economische Vraagstukken
en A'beidSV09::?eleid,
~~.-~
drs. Th. W. van Uum
en
Macro-Economische Vraag.tukken .ft Arbeld.woorwaardenbeleld
NMT SRC Postbus 2000 3430 CA NIEUWEGEIN
Ons kenmerk
Inlichtingen bij
Doorkiesnummer
MEVAINBO- 2847488
070 - 3407672
Onderwerp
Bijlage(n}
Uw brief
Attendering 'boventalligheid' J consequenties voor subsidiëring zorgopleidingen Met dè Subsidieregelingen 1e tranche zorgopleidingen stelt het Ministerie van VWS subsidie beschikbaar voor de opleidingsplaatsen voor medische en tandheelkundige vervolgopleidingen, alsmede voor de medisch technische beroepen in de zorg. Het jaarlijks aantal nieuw te bekostigen opleidingsplaatsen (= instroom) wordt bepaald aan de hand van de adviezen van het Capaciteitsorgaan. Om op termijn voldoende beroepsbeoefenaren beschikbaar te hebben, wordt in geval van wijziging in de adviezen van het Capaciteitsorgaan bijgestuurd via de instroom. De instroom wordt jaarlijks per instelling per specialisme vastgelegd in een beschikking. Indien de instelling meer assistenten in opleiding laat instromen dan is beschikt door VWS, dan komen deze 'boventallige' opleidingsplaatsen niet in aanmerking voor subsidie'. Bij het vaststellen van de boventalligheid van de instroom is de datum waarop het volledige opleidingsdossier (inclusief alle bijlagen) bij de registratiecommissie is ingediend bepalend. Instromende assistenten in opleiding waarvoor de opleidingschema's het laatst zijn ingediend worden als 'boventallig' beschouwd en niet in het opleidingsfonds opgenomen. Het is voor alle betrokkenen van belang dat zij er van op de hoogte zijn wanneer een assistent in opleiding als boventallig en als niet in het kader van de subsidieregeling 18 tranche zorgopleidingen geaccordeerde instroom wordt beschouwd. Opleidingsinrichtingen waar deze 'boventallige' assistent zijn/haar verdere opleiding volgt komen niet voor subsidiëring van de opleidingsplaats van die assistent in aanmerking. De registratiecommissies zijn in staat om op basis van de aangeleverde opleidingsschema's vast te stellen, wanneer een opleidingsinrichting de toegewezen instroom overschrijdt. Ook heeft u er zicht op om welke assistenten in opleiding, opleiders en opleidingsinrichtingen het gaat indien er eventueel sprake is van boventalligheid Lc. er geen subsidie ter beschikking wordt gesteld. Ik verzoek u dan ook om medewerking bij het signaleren van 'boventallige' opleidingsplaatsen.
Ik wil u vriendelijk verzoeken alle betrokken partijen 2 door middel van deze brief er direct op te attenderen als de opleidingsplaats van de betreffende assistent niet in aanmerking komt voor een subsidie uit het opleidingsfonds. Tenzij de overschrijding een gevolg is van het beëindigen van een dienstverband of arbeidsovereenkomst van een assistent in opleiding wegens ongeschiktheid. 2
aios, opleiders en raden van bestuur
Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Telefoon (070) 340 79 11 Fax (070) 34018 34
8ezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG
Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres met vermelding van de datum en het kenmerk van briel.
Internetadres: www.minvws.nl
Ministerie van
Volksge2tondhl~id, WelziJn
en Sport
Blad
2 Kenmerk
MEVAINBO-2847488 Als alternatief kan door de assistent in afstemming met de opleider en opleidingsinrichting worden nagegaan of er eventueel bij een andere opleidingsinrichting nog een instroomplaats beschikbaar is, waarvoor op grond van een beschikking subsidie is ontvangen en nog geen invulling heeft plaatsgevonden en de opleiding kan aanvangen. Om het attenderen van betrokkenen op 'boventalligheid' mogelijk te maken is het van belang dat uw registratiecommissie beschikt over het aantal door het Ministerie toegewezen instroomplaatsen per opleiding per opleidingsinrichting per jaar. Deze zal ik u toezenden in het gewenste formaat. Voor de volledigheid verwijs ik naar het Toewijzingskader 2009 voor zorgopleidingen in de 19 en 2 9 tranche, dat ik op 31 maart jL naar het CBOG heb gestuurd (MEVA/NBO-2841447). Hierin is opgenomen dat doorstroom die voortkomt uit boventallige, niet door het opleidingsfonds geaccordeerde en bekostigde instroom vanaf 2008 niet wordt gehonoreerd. De Subsidieregeling zorgopleidingen 16 tranche 2009 zal overeenkomstig worden aangepast. Voor de zorgopleidingen in de 2 9 tranche, waar de instroom is vastgelegd en doorstroom voor 2009 wordt bepaald op basis van de opleidingsschema's van de assistenten in opleiding bij de registratiecommissies is dezelfde regeling van toepassing. Hierbij wil ik u bij voorbaat hartelijk bedanken voor uw medewerking. Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de Directeurl\l!acro-Econornische Vraagstukken en Ar etdsvoorwaardenbelè d,
van Uum
Mirlist,erie van Vol'ks!J·ezondheid,
en Sport
Macro-Economische Vraagstukken en Arbefd.\foorwa.rdenbelefd
KNMP - SRC Postbus 30460 2500 GL DEN HAAG
Ons kenmerk
Inlichtingen bij
Doorkiesnummer
MEVA/NBO-2847488
070 - 3407672
Onderwerp
Bijlage(n)
Den Haag
29 APR, Uw brief
Attendering 'boventalligheid' I consequenties voor subsIdiëring zorgopleidingen Met de Subsidieregelingen 1e tranche zorgopleidingen stelt het Ministerie van VWS subsidie beschikbaar voor de opleidingsplaatsen voor medische en tandheelkundige vervolgopleidingen, alsmede voor de medisch technische beroepen in de zorg. Het jaarlijks aantal nieuw te bekostigen opleidingsplaatsen (= instroom) wordt bepaald aan de hand van de adviezen van het Capaciteitsorgaan. Om op termijn voldoende beroepsbeoefenaren beschikbaar te hebben, wordt in geval van wijziging in de adviezen van het Capaciteitsorgaan bijgestuurd via de instroom. De instroom wordt jaarlijks per instelling per specialisme vastgelegd in een beschikking. Indien de instelling meer assistenten in opleiding laat instromen dan is beschikt door VWS, dan komen deze 'boventallige' opleidingsplaatsen niet in aanmerking voor subsidie ' . Bij het vaststellen van de boventalligheid van de instroom is de datum waarop het volledige opleidingsdossier (inclusief alle bijlagen) bij de registratiecommissie is ingediend bepalend. Instromende assistenten in opleiding waarvoor de opleidingschema's het laatst zijn ingediend worden als 'boventallig' beschouwd en niet in het opleidingsfonds opgenomen. Het is voor alle betrokkenen van belang dat zij er van op de hoogte zijn wanneer een assistent in opleiding als boventallig en als niet in het kader van de subsidieregeling 19 tranche zorgopleidingen geaccordeerde instroom wordt beschouwd. Opleidingsinrichtingen waar deze 'boventallige' assistent zijn/haar verdere opleiding volgt komen niet voor subsidiëring van de opleidingsplaats van die assistent in aanmerking. De registratiecommissies zijn in staat om op basis van de aangeleverde opleidingsschema's vast te stellen, wanneer een opleidingsinrichting de toegewezen instroom overschrijdt. Ook heeft u er zicht op om welke assistenten in opleiding, opleiders en opleidingsinrichtingen het gaat indien er eventueel sprake is van boventalligheid i.c. er geen subsidie ter beschikking wordt gesteld. Ik verzoek u dan ook om medewerking bij het signaleren van 'boventallige' opleidingsplaatsen.
Ik wil u vriendelijk verzoeken alle betrokken partijen 2 door middel van deze brief er direct op te attenderen als de opleidingsplaats van de betreffende assistent niet in aanmerking komt voor een subsidie uit het opleidingsfonds. Tenzij de overschrijding een gevolg is van het beëindigen van een dienstverband of arbeidsovereenkomst van een assistent in opleiding wegens ongeschiktheid. 2
aios, opleiders en raden van bestuur
Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Telefoon (070) 340 79 11 Fax (Q70) 340 34
Bezoekadres: Parnassusplein 5 11 VX DEN HAAG
Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres met vermelding 'Jan de datum en het kenmerk van deze brief.
Internetadres: www.min'Jws.nl
Ministsris van Volksga2mndl1'i'lid,
W~,"'ijin
an Sport
Blad
2 Kenmerk
Als alternatief kan door de assistent in afstemming met de opleider en opleidingsinrichting worden nagegaan of er eventueel bij een andere opleidingsinrichting nog een instroomplaats beschikbaar waarvoor op grond van een beschikking subsidie is ontvangen en nog geen invulling heeft plaatsgevonden en de opleiding kan aanvangen. Om het attenderen van betrokkenen op 'boventalligheid' mogelijk te maken is het van belang dat uw registratiecommissie beschikt over het aantal door het Ministerie toegewezen instroomplaatsen per opleiding per opleidingsinrichting per jaar. Deze zal ik u toezenden in het gewenste formaat. Voor de volledigheid verwijs ik naar het Toewijzingskader 2009 voor zorgopleidingen in de 1" en 2" tranche, dat ik op 31 maart jl. naar het CBOG heb gestuurd (MEVA/NBO-2841447,. Hierin is opgenomen dat doorstroom die voortkomt uit boventallige, niet door het opleidingsfonds geaccordeerde en bekostigde instroom vanaf 2008 niet wordt gehonoreerd. De Subsidieregeling zorgopleidingen 1" tranche 2009 zal overeenkomstig worden aangepast. Voor de zorgopleidingen in de 2" tranche, waar de instroom is vastgelegd en doorstroom voor 2009 wordt bepaald op basis van de opleidingsschema's van de assistenten in opleiding bij de registratiecommissies is dezelfde regeling van toepassing. Hierbij wil ik u bij voorbaat hartelijk bedanken voor uw medewerking. Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de Directeur Macro-.EcouQmische Vraagstukken en Arbei voorwaardenbeid, ~-~.-
drs. Th.W. van Uum
Macro-Economisch. Vreegstukk.n en ArbeldlyooFWaard$hb$I$ld
Registratie Commissie NVKC Catharijnesingel 49A 1 GC UTRECHT
Ons kenmerk
Inlichtingen bij
Doorkiesnummer
MEVA/NBO-2847488
070 - 3407672
Onderwerp
Bijlage(nl
Uw brief
Attendering 'boventalligheid' I consequenties voor subsidiëring zorgopleidingen Met de Subsidieregelingen 1e tranche zorgopleidingen stelt het Ministerie van VWS subsidie beschikbaar voor de opleidingsplaatsen voor medische en tandheelkundige vervolgopleidingen, alsmede voor de medisch technische beroepen in de zorg. Het jaarlijks aantal nieuw te bekostigen opleidingsplaatsen (= instroom) wordt bepaald aan de hand van de adviezen van het Capaciteitsorgaan. Om op termijn voldoende beroepsbeoefenaren beschikbaar te hebben, wordt in geval van wijziging in de adviezen van het Capaciteitsorgaan bijgestuurd via de instroom. De instroom wordt jaarlijks per instelling per specialisme vastgelegd in een beschikking. Indien de instelling meer assistenten in opleiding laat instromen dan is beschikt door VWS, dan komen deze 'boventallige' opleidingsplaatsen niet in aanmerking voor subsidie'. Bij het vaststellen van de boventalligheid van de instroom is de datum waarop het volledige opleidingsdossier (inclusief alle bijlagen) bij de registratiecommissie is ingediend bepalend. Instromende assistenten in opleiding waarvoor de opleidingschema's het laatst zijn ingediend worden als 'boventallig'
beschouwd en niet in het opleidingsfonds opgenomen.
Het is voor alle betrokkenen van belang dat zij er van op de hoogte zijn wanneer een assistent in opleiding als boventallig en als niet in het kader van de subsidieregeling 18 tranche zorgopleidingen geaccordeerde instroom wordt beschouwd. Opleidingsinrichtingen waar deze 'boventallige' assistent zijn/haar verdere opleiding volgt komen niet voor subsidiëring van de opleidingsplaats van die assistent in aanmerking. De registratiecommissies zijn in staat om op basis van de aangeleverde opleidingsschema's vast te stellen, wanneer een opleidingsinrichting de toegewezen instroom overschrijdt. Ook heeft u er zicht op om welke assistenten in opleiding, opleiders en opleidingsinrichtingen het gaat indien er eventueel sprake is van boventalligheid i.c. er geen subsidie ter beschikking wordt gesteld. Ik verzoek u dan ook om medewerking bij het signaleren van 'boventallige' opleidingsplaatsen.
Ik wil u vriendelijk verzoeken alle betrokken partijen 2 door middel van deze brief er direct op te attenderen als de opleidingsplaats van de betreffende assistent niet in aanmerking komt voor een subsidie uit het opleidingsfonds. Tenzij de overschrijding een gevolg is van het beëindigen van een dienstverband of arbeidsovereenkomst van een assistent in opleiding wegens ongeschiktheid, 2
aios, opleiders en raden van bestuur
Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Telefoon (070) 340 79 11 Fax {O70l 340 78 34
Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 Vi< DEN HAAG
Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief
Internetadres: www.minvws.nl
Mil1is"terie van Volksgezofldrlsi,l, l/IiAI;'iin en Blad
2 Kenmerk
MEVA/NBO-2847488 Als kan door de assistent in afstemming met de opleider en opleidingsinrichting worden nagegaan of er eventueel bij een andere opleidingsinrichting nog een instroomplaats beschikbaar waarvoor op grond van een beschikking subsidie is ontvangen en nog geen invulling heeft plaatsgevonden en de opleiding kan aanvangen. Om het attenderen van betrokkenen op 'boventalligheid' mogelijk te maken is het van belang dat uw registratiecommissie beschikt over het aantal door het Ministerie toegewezen instroomplaatsen per opleiding per opleidingsinrichting per Jaar. Deze zal ik u toezenden in het gewenste formaat. Voor de volledigheid verwijs ik naar het Toewijzingskader 2009 voor zorgopleidingen in de 16 en 2 6 tranche, dat ik op 31 maart jl. naar het CBOG heb gestuurd (MEVA/NBO-2841447). Hierin is opgenomen dat doorstroom die voortkomt uit boventallige, niet door het opleidingsfonds geaccordeerde en bekostigde instroom vanaf 2008 niet wordt gehonoreerd. De Subsidieregeling zorgopleidingen 16 tranche 2009 zal overeenkomstig worden aangepast. Voor de zorgopleidingen in de 2 6 tranche, waar de instroom is vastgelegd en doorstroom voor 2009 wordt bepaald op basis van de opleidingsschema's van de assistenten in opleiding bij de registratiecommissies is dezelfde regeling van toepassing. Hierbij wil ik u bij voorbaat hartelijk bedanken voor uw medewerking. Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de Directeur Macro-Economische Vraagstukken en Arb ids'VOOrwaardê eleid,
drs. Th.W. van Uum
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Macro·Economlsche Vraagstukken en Arbeidsvoorwaardenbeleid
Registratie Commissie NVKF Postbus 8503 3503 RM UTRECHT
Ons kenmerk
Inlichtingen bij
Doorkiesnummer
MEVA/NBO-2B47488
070 - 3407672
Onderwerp
Bijlage(n)
Den Haag
29 APft Uw brief
Attendering 'boventalligheid' / consequenties voor subsidiëring zorgopleidingen Met de Subsidieregelingen 1e tranche zorgopleidingen stelt het Ministerie van VWS subsidie beschikbaar voor de opleidingsplaatsen voor medische en tandheelkundige vervolgopleidingen, alsmede voor de medisch technische beroepen in de zorg. Het jaarlijks aantal nieuw te bekostigen opleidingsplaatsen (= instroom) wordt bepaald aan de hand van de adviezen van het Capaciteitsorgaan. Om op termijn voldoende beroepsbeoefenaren beschikbaar te hebben, wordt in geval van wijziging in de adviezen van het Capaciteitsorgaan bijgestuurd via de instroom. De instroom wordt jaarlijks per instelling per specialisme vastgelegd in een beschikking. Indien de instelling meer assistenten in opleiding laat instromen dan is beschikt door VWS, dan komen deze 'boventallige' opleidingsplaatsen niet in aanmerking voor subsidie'. Bij het vaststellen van de boventalligheid van de instroom is de datum waarop het volledige opleidingsdossier (inclusief alle bijlagen) bij de registratiecommissie is ingediend bepalend. Instromende assistenten in opleiding waarvoor de opleidingschema's het laatst zijn ingediend worden als 'boventallig' beschouwd en niet in het opleidingsfonds opgenomen. Het is voor alle betrokkenen van belang dat zij er van op de hoogte zijn wanneer een assistent in opleiding als boventallig en als niet in het kader van de subsidieregeling Te tranche zorgopleidingen geaccordeerde instroom wordt beschouwd. Opleidingsinrichtingen waar deze 'boventallige' assistent zijn/haar verdere opleiding volgt komen niet voor subsidiëring van de opleidingsplaats van die assistent in aanmerking. De registratiecommissies zijn in staat om op basis van de aangeleverde opleidingsschema's vast te stellen, wanneer een opleidingsinrichting de toegewezen instroom overschrijdt. Ook heeft u er zicht op om welke assistenten in opleiding, opleiders en opleidingsinrichtingen het gaat indien er eventueel sprake is van boventalligheid Lc. er geen subsidie ter beschikking wordt gesteld. Ik verzoek u dan ook om medewerking bij het signaleren van 'boventallige' opleidingsplaatsen. Ik wil u vriendelijk verzoeken alle betrokken partijen 2 door middel van deze brief er direct op te attenderen als de opleidingsplaats van de betreffende assistent niet in aanmerking komt voor een subsidie uit het opleidingsfonds. Tenzij de overschrijding een gevolg is van het beëindigen van een dienstverband of arbeidsovereenkomst van een assistent in opleiding wegens ongeschiktheid. 2
aios, opleiders en raden van bestuur
Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Telefoon (070) 340 79 11 Fax (070) 340 34
Bezoekadres: Parnassusplein 5 11 VX DEN HAAG
Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres met vermelding van de datum en het kenmerk
Internetadres: www.mln'Jws.nl
Ministerie van Vo!lks';,el:ondhI3id, Welzijn en Sport Blad
2 Kenmerk
MEVA/NBO-2847488
Als alternatief kan door de assistent in afstemming met de opleider en opleidingsinrichting worden nagegaan of er eventueel bij een andere opleidingsinrichting nog een instroomplaats beschikbaar is, waarvoor op grond van een beschikking subsidie is ontvangen en nog geen invulling heeft plaatsgevonden en de opleiding kan aanvangen. Om het attenderen van betrokkenen op 'boventalligheid' mogelijk te maken is het van belang dat uw registratiecommissie beschikt over het aantal door het Ministerie toegewezen instroomplaatsen per opleiding per opleidingsinrichting per jaar. Deze zal ik u toezenden in het gewenste formaat. Voor de volledigheid verwijs ik naar het Toewijzingskader 2009 voor zorgopleidingen in de 18 en 28 tranche, dat ik op 31 maart jl. naar het CBOG heb gestuurd (MEVA/NBO-2841447). Hierin is opgenomen dat doorstroom die voortkomt uit boventallige, niet door het opleidingsfonds geaccordeerde en bekostigde instroom vanaf 2008 niet wordt gehonoreerd. De Subsidieregeling zorgopleidingen 18 tranche 2009 zal overeenkomstig worden aangepast. Voor de zorgopleidingen in de 2 8 tranche, waar de instroom is vastgelegd en doorstroom voor 2009 wordt bepaald op basis van de opleidingsschema's van de assistenten in opleiding bij de registratiecommissies is dezelfde regeling van toepassing. Hierbij wil ik u bij voorbaat hartelijk bedanken voor uw medewerking. Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
namens deze,
de Directeur!':1é3.çJQ~conomischeVraagstukken
en A~idsVóorwaargenbeleid,
G~x-_-----r" -
~.
Th.W. van Uum
-==