ONDERSTEUNINGSPLAN
ROTTERDAM 2014-2015
1
INHOUDSOPGAVE Bladzijde Voorwoord 1 De leerlingondersteuning 1.1 Basisondersteuning voor alle leerlingen 1.2 Leerlingen met extra ondersteuning 2 De ondersteuningsstructuur 2.1 De eerstelijnsondersteuning 2.1.1 De mentor 2.1.2 De vakdocent 2.1.3 De teamondersteuner 2.2 De tweedelijnsondersteuning 2.2.1 Het zorgteam 2.2.1.1. De zorgcoördinator 2.2.1.2 De LWOO-coördinator 2.2.1.3 De schoolmaatschappelijk werker 2.2.1.4 Begeleider Passend Onderwijs 2.2.1.5 De leerlingbegeleider 2.2.2 Het intern Zorgoverleg (IZO) 2.2.3 Docent+ 2.2.3.1 Interne coach 2.2.3.2 De onderwijsassistente 2.2.3.3 Dyslexiecoach 2.2.3.4 Dyscalculiecoach 2.2.3.5 De remedial teacher 2.2.3 Decanaat 2.2.4 Tests en Vragenlijsten 2.2.6 Derdelijnsondersteuning binnen de school 2.2.6.1 Het Zorg Advies Team 2.2.6.2 Zorg door externen binnen de school 2.2.6.2.1 De schoolverpleegkundige 2.2.6.2.2 Erudio Studieondersteuning 2.2.6.2.3 Het onderwijszorgloket Koers VO 2.3 Externe ondersteuning 2.4 De vertrouwenspersoon 2.5 Taakomschrijvingen 3 Passend Onderwijs 4 Het Samenwerkingsverband Koers VO 5 Overige aanmeldprocedures 5.1 Aanmeldprocedures voor nieuwe brugklasleerlingen 5.2 Aanmeldprocedures voor zij-instromers 5.3 Aanmeldprocedures in het kader van Passend Onderwijs 6 Jaarverslag en evaluatie 2013-2014 7 Jaarplan 2014-2015 Lijst met afkortingen
3 4 4 4 7 7 7 7 8 8 8 8 9 9 9 9 10 10 10 10 10 10 11 11 11 12 12 12 13 13 13 13 14 14 15 15 17 17 18 18 19 19 20
Bijlagen: A. Jaarplan 2014-2015 B. Taakomschrijvingen C. Formulieren D. Protocollen E. Zorgdocumenten F. Jaarverslag 2013-2014
2
VOORWOORD De Passie is een school voor Evangelisch Bijbelgetrouw Voortgezet Onderwijs. Wij willen een leeromgeving zijn waar overdracht van Leven plaatsvindt. Onze missie, visie en passie is het vormen en opleiden van leerlingen tot mensen die de Here Jezus Christus hebben leren kennen en hun bestemming kunnen vinden in de huidige maatschappij. We vinden het daarom erg belangrijk dat iedere leerling op school gezien wordt en zich gezien weet door mentoren, vakdocenten en andere mensen die werkzaam zijn binnen de school. De Passie hecht er ook grote waarde aan dat iedereen, die werkzaam is binnen deze school, kernkwaliteiten bezit zoals het christelijk geloof, kunnen handelen vanuit de Bijbel en de liefde van God, gaven en talenten willen inzetten om het beste uit onze leerlingen te halen, betrouwbaar zijn en kwalitatief uitdagend en inspirerend onderwijs kunnen geven. Het volgen van regulier onderwijs is niet voor iedere leerling even gemakkelijk. Dit kan allerlei redenen en oorzaken hebben, zoals een handicap, een leerstoornis, een gedragsen/of ontwikkelingsstoornis, een zeer hoge intelligentie en/of omdat een leerling een moeilijke periode doormaakt in zijn/haar leven. Extra zorg en ondersteuning door de school is dan noodzakelijk om het onderwijsproces en een goede sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling te kunnen waarborgen. Als zorgcoördinator ben ik geïnspireerd door de missie en visie van de Passie en is de leerlingenzorg gericht op het succesvol kunnen volgen van het regulier onderwijs door alle leerlingen die binnen onze school aanwezig zijn. Hiermee is tegelijkertijd een doel en een grens verwoord. De leerlingenzorg is gericht op het mogelijk maken van het volgen van regulier onderwijs. De begrenzing ligt ook in de relatie met het onderwijs. Een tweede begrenzing is de draagkracht van het team. Als de gevraagde zorg die draagkracht te boven gaat, is de grens bereikt. De zorgstructuur van De Passie is echter zodanig opgesteld dat deze in de basis door school kan worden uitgevoerd en/of zodanig passend kan worden gemaakt dat leerlingen zelfstandig hun onderwijsproces kunnen volgen en zich kunnen ontwikkelen. Als zorgcoördinator heb ik er dan ook het volste vertrouwen in dat leerlingen op de Passie hun diploma kunnen halen en voldoende toegerust aan een vervolgopleiding kunnen starten. Rotterdam, september 2014
Anneke Waardenburg Zorgcoördinator
3
I. De leerlingondersteuning In dit hoofdstuk wordt beschreven welke ondersteuning geboden wordt aan welke leerlingen. De leerlingondersteuning kent twee routes: basiszorg en extra ondersteuning. Toekomstvisie In de toekomstvisie van De Passie: - wordt er planmatig gewerkt; - voelt het gehele team zich eigenaar van de leerlingondersteuning; - is er een op leerlingondersteuning gerichte cultuur; - wordt er recht gedaan aan de verschillen tussen leerlingen door mentoren en vakdocenten; - heeft Passend Onderwijs een plek binnen De Passie; - is dit vastgesteld in een jaarplan. 1.1 Basisondersteuning Aan iedere leerling wordt basisondersteuning geboden door de mentor, de vakdocent met advisering en ondersteuning van de teamondersteuner. De basisondersteuning is: - alle leerlingen hebben een mentor, die aanspreekpunt is voor de leerling; - alle leerlingen kunnen het aangeboden vakonderwijs volgen; - in de lessen wordt door docenten gebruik gemaakt van de kijkwijzer, zie bijlage E.1; - in de lessen wordt door docenten gebruik gemaakt door het leeractiviteitenschema OBIT, zie bijlage E.2; - er wordt recht gedaan aan de verschillen tussen leerlingen (iedere leerling leert op zijn/haar wijze); - alle vakdocenten handelen vanuit De vijf rollen van de leraar, zie bijlage B.3; - de teamondersteuner voert regelmatig overleg met de mentor over de basiszorg van de leerling (incidentafhandeling, cijfers en af-/aanwezigheid); - tijdens leerlingbesprekingen en rapportbesprekingen wordt er (indien nodig) door docenten en mentoren een handelingsplan opgesteld. Basisondersteuning wordt ontoereikend voor de mentor als: 1. een leerling is/wordt langdurig ziek; 2. een leerling is gemeld bij Leerplicht en blijft toch veelvuldig verzuimen; 3. een leerling gaat bovenmatige gedragsproblematiek vertonen; 4. een leerling blijkt bovenmatig faalangstig te zijn; 5. een leerling gaat bovenmatige sociaal-emotionele problematiek vertonen (depressieve klachten, automutilatie, zelfmoordgedachten, drugsgebruik, alcoholgebruik, e.d.); 6. een leerling heeft zodanige onderwijs belemmerende problemen op het gebied van planning en organisatie dat dit extra ondersteuning behoeft; 7. een leerling heeft onderwijs belemmerende problemen in de thuissituatie; 8. een combinatie van de hierboven genoemde factoren; 9. en verder…………. 1.2 Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben Vanaf het begin van het schooljaar zijn er leerlingen die – naast de basiszorg van de mentor en vakdocenten - een andere vorm van ondersteuning nodig hebben: 1. de leerling heeft een LWOO-indicatie; 2. de leerling heeft dyslexie; 3. de leerling heeft dyscalculie; 4. de leerling heeft een gediagnosticeerde leer-, gedrags- en/of ontwikkelingsstoornis; 5. de leerling heeft een medische geschiedenis; 6. de leerling presteert structureel onder.
4
1. LeerWeg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) Leerlingen met een LWOO-indicatie zijn leerlingen die VMBO-TL kunnen volgen, maar die twee of meerdere leerachterstanden groter dan 25% hebben op technisch lezen, begrijpend lezen, spellen en/of inzichtelijk rekenen. Er moet eveneens sprake zijn van een sociaal-emotionele problematiek, waarvan de meest voorkomende faalangst is. De leerlingen met LWOO hebben standaard een interne coach en/of begeleiding van de LWOO-coördinator. De mentor is samen met de coach en de LWOOcoördinator verantwoordelijk voor de ondersteuning aan deze leerlingen. 2. Dyslexie Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen). Dyslexie is een complex probleem en een handicap die niet te verhelpen is. Het is niet altijd gemakkelijk dyslexie te herkennen, want het komt in verschillende soorten en maten voor. Over de oorzaken van dyslexie is wetenschappelijk geen eenduidigheid. Wel weet men dat de meeste dyslectici problemen kunnen hebben op één of meerdere terreinen: Lezen (visueel => auditief); Spellen inclusief taalkennis en woordvinding (auditief => visueel); Memoriseren, woordvinding e.d. Een leerling met dyslexie heeft – indien nodig – een handelingsplan welke is opgesteld door de dyslexiecoach in overleg met leerling, ouders, mentor en lesgevende docenten. De mentor is samen met de vakdocenten, de dyslexiecoach en de zorgcoördinator verantwoordelijk voor de ondersteuning aan deze leerlingen. 3. Dyscalculie Dyscalculie betekent letterlijk 'niet kunnen berekenen'. Dyscalculie wordt niet veroorzaakt door een gebrek aan intelligentie of te weinig onderwijs. Bij dyscalculie gaat het om ernstige en hardnekkige problemen met het leren en vlot/accuraat oproepen/toepassen van reken-wiskundekennis (feiten/afspraken). Over de oorzaak van dyscalculie bestaat nog onvoldoende kennis. Mogelijk spelen neurologische factoren en erfelijkheid hierin een rol. Een leerling met dyscalculie heeft – indien nodig – een handelingsplan welke is opgesteld door de dyscalculiecoach in overleg met leerling, ouders, mentor en lesgevende docenten. De mentor is samen met de vakdocenten, de zorgcoördinator en/of de rekenspecialist verantwoordelijk voor de ondersteuning aan deze leerlingen. 4. Leerling Gebonden Financiering (LGF) De term Leerling Gebonden Financiering (LGF) bestaat met ingang van 1 augustus 2014 niet meer. Er is echter een overgangsfase tot 1 augustus 2017. Tot aan die datum zal de term cluster 3, cluster 4 en/of LGF nog regelmatig gebruikt worden. Leerlingen die in voorgaande schooljaren Leerling Gebonden Financiering (LGF) ontvingen, zijn leerlingen die een gediagnosticeerde gedrags- en/of ontwikkelingsstoornis hebben en daar zodanig hinder van ondervinden, dat zij niet in staat zijn zonder extra financiële ondersteuning onderwijs te volgen. Deze leerlingen worden nu financieel extra ondersteund door het Samenwerkingsverband Koers VO. Het schil met voorgaande jaren is dat de financiële ondersteuning niet langer meer persoonsgebonden is maar school gebonden. School mag nu zelf bepalen hoe deze financiën worden ingezet. Deze groep leerlingen heeft standaard een Ontwikkelingsperspectief (OPP). Het Ontwikkelingsperspectief vervangt het vroegere handelingsplan. De leerlingen hebben nog een interne coach. De mentor is samen met de vakdocenten, de
5
coach, de Begeleider Passend Onderwijs en de zorgcoördinator verantwoordelijk voor de ondersteuning aan deze leerlingen. 5. Langdurig zieke leerlingen Zieke leerlingen zijn leerlingen, die vanwege hun (ontstane) medische geschiedenis zodanige onderwijsbelemmeringen ervaren dat zij niet, nauwelijks of moeilijk in staat zijn het onderwijs goed te kunnen volgen. De school is verantwoordelijk voor het onderwijs. In overleg met de ouders zal de school onderwijs verzorgen tijdens de ziekteperiode. Deze ondersteuning is er op 6 gericht dat de leerling ook tijdens de ziekteperiode betrokken blijft bij het leerproces. De mentor is in eerste instantie verantwoordelijk voor de ondersteuning aan een zieke leerling. De mentor doet dit samen met de vakdocenten. Een apart ondersteuningstraject wordt in overleg met de teamondersteuner en zorgcoördinator opgesteld en met toestemming van het bevoegd gezag. Met deze ondersteuning wordt bereikt dat: Een leerachterstand wordt voorkomen: De leerling actief blijft; De leerling niet in een isolement terecht komt en betrokken blijft bij de school; De school betrokken blijft bij de leerling. 6. Structureel onderpresterende leerlingen Het kan voorkomen dat een leerling structureel onderpresteert. Bij onderpresteren is er sprake van een discrepantie tussen het verwachte prestatieniveau en het feitelijke prestatieniveau tijdens een taakuitvoering 1. Onderzoek heeft eveneens aangetoond dat leerlingen die onderpresteren een hoger risico lopen om voortijdig het onderwijs te verlaten en persoonlijke problemen kunnen ontwikkelen. Het is daarom in het belang van de ontwikkeling van de leerling dat onderpresteren vroegtijdig door docenten en de mentor wordt gesignaleerd en er adequate begeleiding wordt geboden. Zorgteam, mentor en docenten kunnen in goed overleg een begeleidingsplan opstellen om de onderwijs- en persoonlijke ontwikkeling van een onderpresterende leerling positief om te buigen.
1
Onderprestereren onder de loep – Een onderzoeksrapportage van KPC-Groep te ’s Hertogenbosch (2010)
6
II. De ondersteuningsstructuur De ondersteuningsstructuur van de Passie is in de basis eenvoudig. Er zijn drie lijnen te benoemen: 1. Eerstelijnsondersteuning Dat is de basisondersteuning, deze wordt verzorgd door de mentor en de vakdocenten. Zij worden daarbij geadviseerd en ondersteund door de teamondersteuner. 2. Tweedelijnsondersteuning Als basiszorg niet meer toereikend is, kunnen de zorgcoördinator en het zorgteam ingeschakeld worden als extra ondersteuning van de mentor en vakdocenten. 3. Derdelijnsondersteuning Als de tweedelijnszorg niet meer toereikend is, kunnen externe deskundigen ingeschakeld worden (w.o. ZAT); een aantal van hen is ook actief binnen de school.
2.1 DE EERSTELIJNSONDERSTEUNING De eerstelijnsondersteuning, zowel preventief als curatief, is ingebed in het onderwijsproces. Hierin spelen de mentor en de vakdocenten, een belangrijke rol. 2.1.1 De mentor De mentor is op de Passie de spin in het web. Een mentor is een vakdocent die het overzicht houdt over zijn groep en deze groep begeleidt. Mentoraat op de Passie is vooral praktisch. De mentor bezit vaardigheden die nodig zijn voor het mentoraat zoals vastgesteld via de Nederlandse Vereniging van Schooldecanen en Leerlingbegeleiders (NVS-NVL) of is bereid zich daartoe te laten scholen. Binnen het mentoraat op de Passie worden acht verschillende domeinen onderscheiden: 1. Introductie 2. Keuzes 3. Relaties 4. Zorg 5. Vaardigheden 6. Vorming 7. Resultaat 8. Communicatie Voor een uitgebreide beschrijving van deze acht domeinen, zie bijlage B.1. Specifieke extra taken van een mentor binnen alle leerjaren worden in overleg vastgelegd tussen de sectormanager en de mentor. 2.1.2 De vakdocent Docenten hebben een belangrijke taak binnen het onderwijs. Zij zijn verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke, de didactische en de pedagogische aspecten van het onderwijs en de uitvoering daarvan. De vakdocent bezit daartoe de benodigde vaardigheden en is in staat het onderwijs passend te maken voor leerlingen. Wanner het gaat over begeleiding en ondersteuning heeft iedere docent een signalerende taak, waarbij hij signalen tijdig deelt met de mentor. 2.1.3 De teamondersteuner De teamondersteuner heeft binnen de basisondersteuning een signalerende, adviserende en ondersteunende rol. Als de basisondersteuning van de mentoren, vakdocenten en teamondersteuners niet meer voldoende blijkt te zijn voor een leerling, kan er een beroep gedaan worden op de
7
tweedelijnsondersteuning. De tweedelijnsondersteuning is de zorgcoördinator en het zorgteam van de Passie.
2.2 DE TWEEDELIJNSONDERSTEUNING Bij de tweedelijnsondersteuning heeft het zorgteam een regiefunctie. Een leerling wordt aangemeld bij het zorgteam als er sprake is van (een combinatie van) onderwijs belemmerende factoren die niet door de mentor kunnen worden opgelost en zoals hierboven worden benoemd. Aanmelden bij het zorgteam Een leerling wordt aangemeld bij de zorgcoördinator met behulp van het digitale aanmeldformulier, zie bijlage C.1. Voordat de mentor de leerling gaat aanmelden, volgt deze eerst het navolgende stappenplan. Stappenplan voor de mentor: 1. Je bespreekt –indien mogelijk- met de leerling en de ouders dat je de leerling aanmeldt bij het zorgteam. 2. De ouders vullen – indien mogelijk – het toestemmingsformulier in, zie bijlage .. 3. Je levert dit formulier en het aanmeldformulier in bij de zorgcoördinator. 4. Je ontvangt een bevestiging dat je meldbrief binnen is gekomen. 5. Je ontvangt informatie over de vervolgstappen. 6. Zeg in deze tussentijd nog niets toe (i.v.m. bijvoorbeeld wachttijden voor het afnemen van een test, wachtlijst, etc.). Nadat de leerling is aangemeld, wordt deze besproken binnen het zorgteam. Afhankelijk van de situatie zullen passende maatregelen worden genomen of volgt een doorverwijzing naar het Zorg Advies Team voor verder advies. Het zorgteam bestaat op dit moment uit 4 personen. Er zijn ook een aantal docenten+ actief binnen de Passie. Zij verzorgen specifieke leerlingondersteuning. 2.2.1 Het zorgteam De tweedelijnszorg wordt verzorgd door de zorgcoördinator en het zorgteam. Het zorgteam bestaat uit de volgende personen: 1. 2. 3. 4.
de zorgcoördinator (voorzitter) LWOO-coördinator schoolmaatschappelijk werk begeleider Passend Onderwijs
-
mw. Anneke Waardenburg mw. Ineke Zeggelaar mw. Wendy van der Hoek dhr. Jeroen de Jong
Het zorgteam komt iedere week samen. Tijdens deze bijeenkomsten worden nieuwe aanmeldingen besproken en begeleidingstrajecten geëvalueerd. Daarnaast zal er tijdens deze bijeenkomsten tijd worden ingeruimd om de wijze van zorgverlening te evalueren, bij te stellen en nieuwe ideeën te implementeren binnen De Passie. 2.2.1.1 De zorgcoördinator De zorgcoördinator is mevrouw Anneke Waardenburg. Zij is voorzitter van het zorgteam en verantwoordelijk voor de coördinatie van de zorg binnen de Passie Rotterdam. Daarnaast is zij ook verantwoordelijk voor de totstandkoming van gezamenlijk beleid met betrekking tot de zorg. Binnen de tweedelijnsondersteuning is de zorgcoördinator de spin in het web van de interne begeleiding en ondersteuning en de verbindingsschakel tussen de school en de externe zorginstanties. Daarnaast verzorgt zij andere taken binnen de school.
8
2.2.1.2 De LWOO-coördinator De LWOO-coördinator is mevrouw Ineke Zeggelaar. Zij is verantwoordelijk voor de leerlingen die een LWOO-indicatie hebben ontvangen. Zij zorgt voor de administratieve afhandeling van de LWOO-procedure en het aanvragen van de indicatie. De coördinatie van de ondersteuning en begeleiding van deze leerlingen valt onder de LWOOcoördinator in overleg met de zorgcoördinator. De LWOO-coördinator schrijft het handelingsplan voor de LWOO-leerlingen en ziet er op toe dat de handelingsadviezen worden uitgevoerd door de mentor en de vakdocenten. 2.2.1.3 Schoolmaatschappelijk werk (SMW) De schoolmaatschappelijk werker is mevrouw Wendy van der Hoek. Zij wordt vanuit Stichting Flexus Jeugdplein ingezet in dienst van de Passie voor 10 uur op weekbasis. Hiermee vallen haar werkzaamheden onder de verantwoordelijkheid van de school, maar wordt er ook een zekere onafhankelijkheidspositie gecreëerd. De doelstelling van het schoolmaatschappelijk werk is het stimuleren van het zelfstandig sociaal-emotioneel functioneren van leerlingen en het leveren van een bijdrage aan een gezond en veilig leefklimaat thuis en binnen en buiten de school, zodat hun welbevinden wordt bevorderd, waardoor zij in staat zijn hun schoolopleiding op een positieve manier te volgen en af te ronden. De schoolmaatschappelijk werker biedt hulp aan leerlingen bij het ontrafelen en aanpakken van problemen die hun functioneren op school negatief beïnvloeden en waar ze alleen of met behulp van hun omgeving niet uitkomen. De problemen spelen zich af in wisselwerking tussen de leerling en diens omgeving. Het gaat er vooral om het eigen probleemoplossend vermogen van de leerling te activeren dan wel te reactiveren, niet om voor de leerling de problemen op te lossen. Ook kan een schoolmaatschappelijk werker bemiddelen bij conflicten tussen verschillende partijen. De schoolmaatschappelijk werker maakt deel uit van het zorgteam. De schoolmaatschappelijk werker vervult een brugfunctie tussen leerling, ouders, school en hulpverleningsinstellingen. Alle partijen kunnen dan ook bij een hulpverleningstraject betrokken worden. Andere taken van de schoolmaatschappelijk werker zijn: signaleren, consulatie bieden, informatie en advies geven en doorverwijzen. 2.2.1.4 Begeleider Passend Onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs van kracht geworden en bestaat de term ambulant begeleider niet meer. Leerlingen die gedurende het vorige schooljaar een cluster 3 of 4 beschikking hadden en vanuit de ambulante diensten een ambulant begeleider toegewezen kregen, krijgen nu ondersteuning via het Samenwerkingsverband Koers Vo en de daaraan verbonden Begeleider Passend Onderwijs (BPO’er). De BPO’er ondersteunt de school in de begeleiding van en ondersteuning aan leerlingen met een diagnose zoals AD(H)D of ASS (autisme spectrum stoornis). De begeleider Passend Onderwijs op de Passie is de heer Jeroen de Jong. Hij is één dag per week beschikbaar voor de Passie. Hij heeft ook een ondersteunende en adviserende functie bij het vormgeven van Passend Onderwijs binnen de school. Om die reden neemt hij deel aan het zorgteam. Eveneens zijn er leerlingen op onze school ingeschreven die een gediagnosticeerde gedrags- en/of ontwikkelingsstoornis hebben, bijvoorbeeld AD(H)D of ASS, maar in het verleden geen rugzak hadden. Voor deze leerlingen heeft de BPO’er ook een adviserende en/of begeleidende functie binnen de school, bijvoorbeeld bij het schrijven van een Ontwikkelingsperspectief (OPP), de nieuwe naam voor het begeleidingsplan. 2.2.1.5 De leerlingbegeleider Leerlingen, die van de leerlingbegeleider extra begeleiding ontvangen, zijn leerlingen die zijn aangemeld bij zorgteam. Zij hebben zodanige extra zorg en aandacht nodig binnen het onderwijs, dat deze niet of onvoldoende door de mentor gegeven kan worden.
9
De doelstelling van de leerlingbegeleider is altijd dat de leerling weer door de eigen mentor en vakdocenten begeleid kan worden. De positie van leerlingbegeleider wordt deels vervuld door mevrouw Ineke Zeggelaar en is deels vacant. 2.2.2 Intern Zorgoverleg (IZO) Het IZO is een overleg tussen het Vestiging Management Team (VMT) en het Zorgteam. In dit overleg worden beleidszaken voorgelegd aan het VMT door het Zorgteam en wordt met elkaar besproken hoe de kwaliteit van de begeleiding van en ondersteuning aan leerlingen blijvend gewaarborgd en verdiept kan worden binnen de Passie. Het IZO komt 6 keer per jaar samen. 2.2.3 Docent + Naast het zorgteam zijn er verschillende andere docenten actief binnen de school op het gebied van begeleiding en ondersteuning. Deze docenten hebben specifieke taken en leggen daarvan verantwoording af aan de zorgcoördinator. Deze personen zijn: 2.2.3.1 Interne coaches Er zijn docenten aangesteld om leerlingen met een Ontwikkelingsperspectief binnen de school te begeleiden. Zij doen dat in samenspraak met de zorgcoördinator, de begeleider Passend Onderwijs, de ouders, mentoren en de leerling zelf. 2.2.3.2 De onderwijsassistent(e) De onderwijsassistent(e) ondersteunt het zorgteam 8 uren per week met enkele praktische taken, zoals de afname van signaleringsdictee, Drempelonderzoeken en Intelligentie-onderzoeken. Daarnaast ondersteunt hij/zij het zorgteam in de begeleiding van leerlingen als het ontwikkelen van studievaardigheden, extra werk voor Nederlands, Engels en Rekenen. 2.2.3.3 Dyslexiecoach Op dit moment is de plek van dyslexiecoach vacant en wordt deze waargenomen door de zorgcoördinator. Er is voor de leerlingen met dyslexie een dyslexiecoach op school aanwezig. In bijlage D.2 staat vermeld hoe we omgaan met leerlingen met dyslexie. Leidend in het schoolbeleid is het landelijke dyslexieprotocol. Dit betekent dat de school dyslexieverklaringen van psychologen en orthopedagogen met een GZ-registratie erkent. Met deze verklaring valt de leerling onder het dyslexieprotocol. De dyslexiecoach verstrekt de dyslexiekaarten aan leerlingen met een dyslexieverklaring en onderhoudt nauw contact met de leerlingen, hun mentor en de zorgcoördinator. Hij bemiddelt eveneens tussen leerlingen en docenten bij problemen betreffende hun dyslexie. De dyslexiecoach stelt indien nodig een handelingsplan op voor de leerlingen. De dyslexiecoach vraagt indien nodig een onderzoek naar dyslexie aan na overleg met de zorgcoördinator. 2.2.3.4 Dyscalculiecoach Op dit moment is de plek van dyscalculiecoach vacant en wordt deze op kleine schaal waargenomen door de zorgcoördinator. In het protocol staat vermeld hoe we omgaan met leerlingen met dyscalculie, zie bijlage D.3. Er is sinds kort een landelijk dyscalculieprotocol. De school erkent dyscalculieverklaringen van psychologen en orthopedagogen met een GZ-registratie. Met deze verklaring mag de leerling met dyscalculie een beroep doen op compenserende maatregelen. De dyscalculiecoach verstrekt dan ook dyscalculiekaarten aan leerlingen met dyscalculie en onderhoudt nauw contact met de leerlingen, hun mentor en de zorgcoördinator. Hij bemiddelt eveneens tussen leerlingen en docenten bij problemen
10
betreffende hun dyscalculie. De dyscalculiecoach stelt indien nodig een handelingsplan op voor de leerlingen. 2.2.3.5 De Remedial Teacher Op de Passie is geen gediplomeerde Remedial Teacher aanwezig. De taken van een remedial teacher zijn op dit moment ondergebracht bij de onderwijsassistente onder de verantwoordelijkheid van de zorgcoördinator en de vakdocenten. Zij kan in goed overleg door de zorgcoördinator en de vakdocenten ingezet worden om (dyslectische en dyscalculische) leerlingen gedurende een korte of langere periode extra hulp te bieden. Deze hulp kan gericht zijn op de lees-, spelling- en rekenproblematiek zelf, maar ze kan ook aandacht schenken aan effectieve studiemethodes. Ze kan de leerling begeleiden in zelfstandiger te worden. Vooral bij het huiswerk is dit van groot belang. Zo kan het zijn dat de leerling leert om zelf samenvattingen van teksten te maken en over ieder kernwoord uit de gemaakte samenvatting hardop na te denken. Ze kan ook samen met de leerling een studieplanner maken, zodat er een goede balans ontstaat tussen studeren en ontspannen. De onderwijsassistente is voor 8 klokuren per week aan het Zorgteam toegevoegd. 2.2.4 Decanaat Decanaat op de Passie wordt voor alle niveaus verzorgd door de heer Frans Struik. De taak van de schooldecaan is het adviseren van leerlingen en hun ouders bij het kiezen van een onderwijsniveau, vakkenpakket, profiel, sector, vervolgopleiding of beroep. De decaan beschikt daartoe over voorlichtingsbrochures van instituten voor mbo, hbo en universitair onderwijs. Ook kan de decaan beroepsinteressetests bij leerlingen afnemen. De decaan verzorgt in overleg met het vestigingsmanagement team (VMT) voorlichtingslessen in de klassen 2 van het vmbo en de klassen 3 van het havo/vwo. Tevens verzorgt de decaan informatieavonden voor ouders en spreekt met individuele leerlingen over belangrijke keuzemomenten. De decaan houdt leerlingen en ouders op de hoogte van open dagen en voorlichtingsbijeenkomsten van vervolgopleidingen. Via het decanaat worden regelmatig tijdschriften verspreid onder de leerlingen. 2.2.5 Tests en vragenlijsten De leerlingbegeleiding binnen de Passie wordt ondersteund door tests en vragenlijsten. Niet iedere test en/of vragenlijst wordt standaard bij alle leerlingen afgenomen. Hieronder volgt een overzicht van de tests en vragenlijsten en wanneer deze wel/niet worden afgenomen: Naam test/vragenlijst
Bij wie
Door wie?
Wanneer?
Dyslexie Signaleringstest (DST) Eén-Minuut-Test (EMT = leestest)
1e klassen
Onderwijsassistente Onderwijsassistente
september
Onderwijsassistente
September
Standaard georganiseerd
Centrum voor Jeugd en Gezin Centrum voor Jeugd en Gezin Mentoren
oktober
Onderwijsassistente
Januari, april (indien nodig)
Standaard georganiseerd Standaard georganiseerd Standaard georganiseerd Zorgcoördinator
Onderwijsassistente
April, mei (indien nodig)
Gezondheidsvragenlijst
1e klassen (alleen bij die leerlingen die niet voldoen aan norm DST 1e klassen (alleen bij die leerlingen die niet voldoen aan norm DST 1e klassen
E-MOVO (gezond gedrag)
3-TL, 3-H, 5-V
Schoolvragenlijst (SAQI)
1e klassen 3e klassen Leerlingen bij wie twijfel is over het gevolgde schoolniveau Leerlingen bij wie twijfel is over het gewenste
Klepel (leestest)
IQ-test NIO Drempelonderzoek
September
oktober januari
Aanvraag indienen bij Standaard georganiseerd Standaard georganiseerd
Zorgcoördinator
11
NPV-J Sociaal-Emotionele Vragenlijst (SEV)
schoolniveau Leerlingen bij wie twijfel is over het sociaalemotioneel functioneren Leerlingen bij wie vermoeden is van ASS, AD(H)D
Onderwijsassistente
Indien nodig
Zorgcoördinator
Onderwijsassistente
Indien nodig
Zorgcoördinator
2.2.6 DERDELIJNSONDERSTEUNING BINNEN DE SCHOOL 2.2.6.1 Het Zorg Advies Team (ZAT) Het Zorg Advies Team valt onder de derdelijnsondersteuning en is een extern orgaan welke verbonden is aan de school en waarbinnen leden van binnen de school en van externe organisaties zitting hebben. In het ZAT hebben zitting: 1. De zorgcoördinator (voorzitter) 2. Schoolmaatschappelijk werk 3. Centrum voor Jeugd en Gezin (heeft tevens zitting voor Bureau Jeugdzorg) 4. Leerplichtambtenaar 5. Psychologe Accent Onderwijsondersteuning 6. Begeleider Passend Onderwijs 7. Op afroep: sectormanager, teamondersteuner, mentor. 8. Op afroep: de wijkagent, onderwijsconsulent Koers VO e.a. Het ZAT: - Brengt advies uit aan school; - Haalt achterliggende informatie op voor de school over een leerling/thuissituatie; - Bespreekt regelmatig casussen voor de beeldvorming van de school; - Communiceert en overlegt met (leden van) de directie over cultuur en verantwoordelijkheden; - Verwerkt tijdsduur van beslissingen in een planmatige cyclus en kan de school hierover aanspreken. Het ZAT overlegt 6 keer per jaar. 2.2.6.2 Ondersteuning door externen binnen de school De derdelijnsondersteuning voor de leerlingen binnen de Passie wordt ook ondersteund door mensen van externe organisaties. De zorgcoördinator en het zorgteam kunnen een beroep doen op deze organisaties om extra ondersteuning te verlenen aan leerlingen. Ook leerlingen en hun ouders kunnen een beroep doen op deze mensen. Leerlingen en hun ouders kunnen in de schoolgids namen van organisaties en contactpersonen vinden. Externe organisaties binnen de Passie zijn: 2.2.6.2.1 De Schoolverpleegkundige De Schoolverpleegkundige, mevrouw Jiska Bakker, is verbonden aan het Centrum voor Jeugd en Gezin en onderhoudt nauwe contacten met de zorgcoördinator met betrekking tot de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de leerlingen binnen de school. Zij onderzoekt de leerlingen uit de brugklassen aan de hand van een ingevulde gezondheidsvragenlijst. Ook worden de leerlingen gemeten en gewogen. De schoolverpleegkundige neemt bij de leerlingen van de 3e klassen de zgn. E-MOVO af; d.i. een digitale gezondheidsvragenlijst met als doel gezond gedrag te bevorderen bij jongeren. De schoolverpleegkundige heeft op afroep ook gesprekken met leerlingen uit deze klassen. Zij houdt eveneens een nauwlettend oog op leerlingen uit andere klassen. Daarnaast is de Schoolverpleegkundige betrokken bij de zorg voor zieke leerlingen binnen de Passie en heeft zij zitting in het ZAT.
12
2.2.6.2.2 Erudio Studieondersteuning Erudio Studieondersteuning is een jonge organisatie die huiswerkbegeleiding biedt binnen de school. Huiswerkbegeleiding van Erudio wordt door oud-leerlingen van de Passie aangeboden tegen een kleine vergoeding. Ouders kunnen hun kinderen hier zelf voor aanmelden. Mentoren kunnen met leerlingen en ouders overleggen of het verstandig is dat leerlingen huiswerkbegeleiding gaan volgen. Ook kan Erudio hulp bieden bij het plannen en organiseren van het huiswerk. Erudio onderhoudt in principe zelf de contacten met de leerling, de ouders en de mentor. In bijzondere gevallen ook met de zorgcoördinator. Aanmelden en/of meer informatie:
[email protected] of www.erudio.nl. 13
2.2.6.2.3 Het Onderwijszorgloket van Koers VO Als een vo-school een leerling uit groep 8 moet afwijzen vanwege speciale onderwijsbehoeften2, kan de vo-school dit telefonisch melden bij het Onderwijszorgloket. Een consulent zet zich dan in om deze leerling op een passende onderwijsplek te plaatsen. Voor leerlingen die hebben meegedaan met ‘De zorgleerling in beeld’ kunnen VO-scholen in het digitaal systeem Onderwijs Transparant aangeven dat ze een leerling niet kunnen plaatsen. De consulent neemt hierover contact op met de school en kijkt of er hulp nodig is om voor deze leerling een passende onderwijsplek te vinden. Het Onderwijszorgloket kan leerlingen die zeer moeilijk plaatsbaar zijn, bespreken binnen de werkgroep Overgang PO-VO. Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van REC-cluster 2, het Onderwijszorgloket Koers VO, afdeling Leerplicht van gemeente Rotterdam, Jeugdzorg Rotterdam en Stichting MEE Rotterdam Rijnmond. Ook de overige leden kunnen leerlingen inbrengen. De leden van de werkgroep wisselen informatie en advies uit. In het uiterste geval wordt een leerling ingebracht in het zogenaamde ‘witte rookoverleg’. Doel is dat iedere leerling voor de zomervakantie op een passende onderwijsplek terecht komt. Het Onderwijszorgloket is ook beschikbaar voor de school om adviezen te geven over leerlingen waar zorgen over zijn. De consulente voor de Passie is mevrouw Antoinette van Andel, e-mail:
[email protected].
2.3 DE EXTERNE ONDERSTEUNING Een leerling kan meer begeleiding en ondersteuning nodig hebben dan binnen de school door de mentor en het zorgteam geboden kan worden. Soms is de problematiek zelfs zo zwaar dat het onderwijsproces tijdelijk onderbroken wordt. Dan is het noodzakelijk dat de school de leerling en zijn/haar ouders adviseren om zelf op zoek te gaan naar hulp van externe instanties. Doorverwijzen naar de externe zorg kan gaan via: 1. de huisarts; 2. het Schoolmaatschappelijk Werk 3. het Centrum voor Jeugd en Gezin; 4. Bureau Jeugdzorg; 5. Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK); 6. Verwijzing intakecommissie OOVR voor tijdelijk verblijf in een onderwijsopvangvoorziening; 7. Het justitiële circuit en de Raad van Kinderbescherming; 8. Commissie van indicatiestelling voor leerlingen die geplaatst worden in speciaal onderwijs.
2.4 DE VERTROUWENSPERSOON Leerlingen die de omgang met docenten of andere volwassenen als problematisch ervaren, kunnen contact leggen met de vertrouwenspersoon van De Passie. De vertrouwenspersoon heeft geen geheimhoudingsplicht. Als het in het belang van de 2
De school heeft echter ook zorgplicht, zie daarvoor hoofdstuk 5.
13
leerling is, moet hij, in overleg met de leerling, de nodige stappen ondernemen. Hij heeft de mogelijkheid in geval van twijfel het probleem anoniem in het zorgteam in te brengen. Taken 1. 2. 3. 4. 5. 6.
van de vertrouwenspersoon Luisteren naar leerlingen/ouders Actief meedenken Aangeven van oplossingsmogelijkheden Het zorgteam advies vragen voor een geanonimiseerde leerling De externe vertrouwenspersoon advies vragen voor een leerling In geval van strafbare feiten in overleg met de betrokkene het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling of de politie inschakelen of anoniem raadplegen.
De vertrouwenspersoon voor de Passie is mevrouw Anneke Waardenburg. De externe vertrouwenspersoon De verschillende vestigingen van De Passie kunnen gebruik maken van de diensten van een externe vertrouwenspersoon die in dienst is bij GH-GPC in Zwolle. Hij heeft met name een taak wanneer er in de school sprake is van klachten met betrekking tot seksuele intimidatie, discriminatie of agressie. Leerlingen of collega’s die daarvan het slachtoffer worden en niet afdoende door mentor en/of de interne vertrouwenspersoon kunnen worden bijgestaan, kunnen een beroep doen op deze externe vertrouwenspersoon. Op dit moment heeft de heer Henk Grit van GH-GPC deze functie. Zijn contactgegevens zijn: E-mail: Telefoon:
[email protected] 038 4255542
2.5 TAAKOMSCHRIJVINGEN De verschillende taakomschrijvingen Taakomschrijvingen 2013-2014.
zijn
terug
te
vinden
in
Bijlage
14
B.
III. Passend Onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs officieel van start gegaan. Dit betekent dat het Samenwerkingsverband Koers VO in samenwerking met de verschillende VO-scholen binnen de regio Rotterdam vanaf deze datum een passende onderwijsplek moeten kunnen bieden aan leerlingen met gedragsproblematiek en/of een handicap. Passend Onderwijs is vooral bedoeld voor de leerlingen die in voorgaande jaren een nog steeds geldige indicatie voor cluster 3 en/of cluster 4 hebben ontvangen en voor de leerlingen met een LWOO-indicatie. In ons schoolprofiel komt ook tot 15 uiting dat de Passie ruimte heeft voor dergelijke leerlingen. Daarnaast is het van belang dat onderwijs passend wordt gemaakt voor alle leerlingen, zodat iedere leerling tot zijn/haar recht kan komen en er binnen de school recht wordt gedaan aan de verschillen tussen de leerlingen, zowel op didactisch niveau, cognitief niveau als op sociaal-emotioneel niveau. In voorgaande jaren is middels studiemiddagen en workshops aandacht besteed aan verschillen tussen leerlingen met betrekking tot verschillende leer-, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen. Binnen de school wordt steeds meer rekening gehouden met leerlingen die op een andere manier onderwijs volgen en/of andere aanpak nodig hebben.
IV. Samenwerkingsverband Koers VO De Passie is als school aangesloten bij het Samenwerkingsverband Koers VO. Dit houdt in dat de Passie zich conformeert aan de doelstellingen van het Samenwerkingsverband en meedoet met de door hen beoogde doelen. De wettelijke taken van het Samenwerkingsverband zijn (art. 10h, lid 1) 3: 1. Gezamenlijke zorg voor een toereikende organisatie en deskundige ondersteuning van het onderwijs voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. 2. De overdracht van deskundigheid tussen scholen van het samenwerkingsverband moet geregeld zijn. 3. Tenslotte moet het samenwerkingsverband een permanente commissie leerlingenzorg (PCL) instellen en jaarlijks een zorgplan opstellen. De samenwerking heeft tot doel leerlingen met speciale onderwijsbehoeftes in de regio op de scholen van het Samenwerkingsverband een passend onderwijsaanbod te bieden. Krachtig perspectief is het behalen van een diploma of voorbereiding op een arbeidsplaats. De visie van Koers VO voor de komende jaren is: - Elke school zorgt actief voor een passend onderwijs(zorg)aanbod voor haar leerlingen - Het Samenwerkingsverband Koers VO zorgt actief voor een dekkend onderwijs(zorg)aanbod voor alle leerlingen in de regio. - Elke leerling zit op de juiste plek. CVO Accent – Schoolbegeleidingsdienst CVO Accent behoort tot de grotere besturen van Rotterdam en Nederland. Als school maken wij gebruik van de diensten van CVO Accent. CVO Accent werkt samen met het Samenwerkingsverband Koers VO. CVO is de afkorting van Christelijk Voortgezet Onderwijs. 3
Koers VO Zorgplan 2013-2014 (in bezit van zorgcoördinator)
15
Dyslexieonderzoeken, persoonlijkheidsonderzoeken en intelligentieonderzoeken kunnen bij CVO Accent aangevraagd worden. Tevens ondersteunt CVO Accent de Passie door verklaringen te schrijven die in het belang zijn voor de aanvraag van een LWOO-indicatie of voor de bepaling van een ernst- en zwaartepakket. De psychologe van CVO Accent heeft zitting in het ZAT en geeft zowel binnen als buiten het ZAT adviezen aan de Passie hoe leerlingbegeleiding en ondersteuning ingezet zou kunnen worden. De bekostiging van de inzet van de diensten van CVO Accent loopt nog deels via het door Koers VO beschikbaar gestelde budget.
16
V. Overige aanmeldprocedures 5.1 Aanmeldprocedures voor nieuwe brugklasleerlingen Als een leerling voor klas 1 wordt aangemeld bij de Passie wordt deze eerst besproken binnen de intakecommissie. De intakecommissie bestaat uit de volgende personen: 1. De sectormanager onderbouw klassen 1 en 2 2. De teamondersteuner klassen 1 en 2 vmbo-tl 3. De teamondersteuner klassen 1, 2 en 3 havo/vwo 4. De zorgcoördinator 17 Algemeen De intakecommissie bespreekt de aanmelding en bepaalt met elkaar of de leerling geplaatst kan worden binnen de Passie. Eveneens wordt er contact opgenomen met de groepsleerkracht en/of intern begeleider van de basisschool. Scholen die twee of meerdere leerlingen aanmelden bij de Passie worden bezocht door één van de leden van de intakecommissie teneinde: - de ‘warme overdracht’ van de leerlingen te bespreken; - het onderlinge contact te verstevigen. Bij het aannamebeleid wordt onderscheid gemaakt op twee niveaus: 1. De christelijke identiteit van de leerling 2. Het schoolniveau van de leerling Als aan beide punten kan worden voldaan, wordt de leerling middels een brief op de hoogte gesteld dat hij/zij op de Passie kan worden aangenomen. Leerlingen met een LWOO-indicatie De aanmelding van een leerling met een LWOO-indicatie is aanmelding wordt behandeld door de LWOO-coördinator intakecommissie. Naast het algemene traject wordt middels een trajectplicht Passend Onderwijs bezien of een leerling plaatsbaar de leerling het onderwijs geboden kan worden welke nodig is.
een apart traject. De in overleg met de voortraject conform de is op de Passie en aan
Leerlingen met voorheen een LGF-indicatie4 De aanmelding van een leerling met voorheen een LGF-indicatie is een apart traject. De aanmelding wordt behandeld door de zorgcoördinator in overleg met de intakecommissie. Naast het algemene traject wordt middels een voortraject conform de trajectplicht Passend Onderwijs bezien of een leerling plaatsbaar is op de Passie en aan de leerling het onderwijs geboden kan worden welke nodig is. School heeft zorgplicht voor de leerling indien school en ouders aan alle aanmeldverplichtingen heeft voldaan en de leerling niet plaatsbaar blijkt te zijn. School verplicht zich dan een andere passende onderwijsplek te zoeken voor een dergelijke leerling. Leerlingen met een dyslexie- en/of dyscalculieverklaring Deze leerlingen worden altijd aangenomen op de Passie als zij voldoen aan de algemene voorwaarden. Vooraf aan de plaatsing kan – indien gewenst - in overleg met de ouders en de leerling besproken worden welke ondersteuning nodig is voor de leerling bij de aanvang van het cursusjaar. Handelingsdoelen worden vastgelegd in een handelingsplan. Leerlingen met een gediagnosticeerde leer-, gedrags- en/of ontwikkelingsstoornis Het komt regelmatig voor dat leerlingen worden aangemeld bij de Passie met een gediagnosticeerde leer-, gedrags- en/of ontwikkelingsstoornis. De intakecommissie beoordeelt de aanmelding en de zorgcoördinator gaat – indien nodig volgens de intakecommissie en/of anderszins gewenst – in gesprek met de ouders en de leerling teneinde beter te kunnen beoordelen of de Passie als school het benodigde 4
De term LGf wordt tot 1 augustus 2017 gehandhaafd i.v.m. overgangsperiode binnen de clusters
17
onderwijs aan de leerling kan bieden en/of met elkaar in een voortraject reeds handelingsdoelen vast te stellen. 5.2 Aanmeldprocedures voor zij-instromers Een hogerejaars leerling, die zelf vanaf een andere VO-school de overstap wil maken naar de Passie, wordt besproken door de sectormanager en de teamondersteuner. In het algemeen geldt dat: - De leerlingen en hun ouders zullen worden uitgenodigd voor een intakegesprek; - Er contact zal worden opgenomen met de mentor/coördinator van de vorige school om de reden van overplaatsing te bespreken; - Er contact wordt opgenomen met de zorgcoördinator indien er sprake is van dyslexie, dyscalculie en/of andere gedrags-/ontwikkelings-/leerproblematiek alvorens tot definitieve plaatsing over te gaan. Een hogerejaars leerling, die wordt aangemeld bij de Passie door een andere VO-school, wordt besproken door de sectormanager en de teamondersteuner. In het algemeen geldt dat: - Er besproken zal worden met de mentor/coördinator van de vorige school om de reden van aanmelding door de school te bespreken; - De leerlingen en hun ouders zullen worden uitgenodigd voor een intakegesprek; - Er contact wordt opgenomen met de zorgcoördinator en het zorgteam indien er sprake is van dyslexie, dyscalculie en/of andere gedrags-/leer/ontwikkelingsproblematiek alvorens tot definitieve plaatsing over te gaan. Ook bij het aannamebeleid van zij-instromers wordt – naast bovengenoemde punten onderscheid gemaakt op de twee niveaus: 1. De christelijke identiteit van de leerling 2. Het schoolniveau van de leerling Indien aan bovengenoemde punten wordt voldaan, kan de leerling worden aangenomen en zal middels een officiële brief op de hoogte worden gesteld. 5.3 Aanmeldprocedures in het kader van Passend Onderwijs Per 1 augustus 2014 is de trajectplicht voor scholen ingegaan. Deze trajectplicht geldt voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte in het VO of in het VSO: 1. Leerlingen met voorheen een LGF-beschikking cluster 3 of 4; 2. Leerlingen voor het VSO; 3. Leerlingen voor het PrO; 4. Leerlingen voor het VMBO met LWOO; 5. Leerlingen die via SRA of PCL zijn geïndiceerd. Voor de Passie geldt dit voor: 1. Leerlingen met voorheen een LGF-beschikking cluster 3 of 4; 2. Leerlingen voor het VMBO-TL met LWOO. Voorafgaand aan de zorgplicht is de aanmeldingsprocedure en de trajectplicht. De trajectplicht gaat in op het moment dat de Passie de aanmelding van de ouders van de leerling officieel heeft aanvaard middels een bevestigingsbrief. De ouders hebben zich verplicht om een compleet dossier aan te leveren bij de school. Vanaf het moment dat de aanmelding officieel is aanvaard door de Passie en ouders hebben voldaan aan de verplichting een compleet dossier bij school aan te leveren, gaat de trajectplicht in. Het traject van aanmelding tot aanname van de leerling mag niet langer dan 6 weken duren. De officiële aanmelding moet dan afgerond zijn. De intakecommissie van de Passie kan voor de officiële bevestiging van de aanmelding aangeven bij de ouders de leerling niet te willen plaatsen. Dan geldt er geen zorgplicht, met andere woorden: dan is de Passie niet verplicht om een andere school te zoeken voor de leerling.
18
Is de leerling officieel aangemeld bij de Passie en besluit de Passie alsnog de leerling niet te willen plaatsen, dan verplicht de Passie zich om een andere passende onderwijsomgeving te zoeken voor de leerling en mocht dit niet lukken, de leerling alsnog te plaatsen op de Passie.
VI. Jaarverslag en evaluatie schooljaar 2013-2014 Voor het jaarverslag, zie bijlage F.
VII. Jaarplan 2014-2015 Zie bijlage A. Jaarplan 2014-2015.
19
Lijst met afkortingen AD(H)D AMK ASS BPO CJG CVO DST EMT GH-GPC IZO LGF LWOO NIO NPV-J NVS-NVL OBIT OOVR OPP PCL PRO SAQI SEV SMW VMT VSO ZAT ZTO
-
Attention Deficit Hyperactivity Disorder Algemeen Meldpunt Kindermishandeling Autisme Spectrum Stoornis Begeleider Passend Onderwijs Centrum voor Jeugd en Gezin Christelijk Voortgezet Onderwijs Dyslexie Signalerings Tests Eén Minuut Test Gereformeerde Hogeschool Zwolle Intern Zorg Overleg (zorgteam en directie) Leerling Gebonden Financiering LeerWeg Ondersteunend Onderwijs Nederlands Intelligentieonderzoek voor Onderwijsniveau Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst voor junioren Nederlandse Vereniging van Schooldecanen en Leerlingbegeleiders Onthouden, Begrijpen, Integreren, Toepassen Onderwijs Opvang Voorziening Rotterdam Ontwikkelingsperspectief Permanente Commissie Leerlingenzorg Praktijkonderwijs School Attitude Questionaire Internet (= Schoolvragenlijst) Sociaal Emotionele Vragenlijst School Maatschappelijk Werk Vestiging Management Team Voortgezet Speciaal Onderwijs Zorg Advies Team Zorg Team (Overleg)
20