Ondersteuningsplan 2014 – 2018 Voorwoord De Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. PO 31.06 is op 29 oktober 2013 opgericht. In de aanloop hebben de schoolbesturen in Heerlen e.o. en de wethouders onderwijs en jeugd afgesproken om samen op te trekken in de voorbereiding op passend onderwijs en zorg voor de jeugd. De ambitie daarbij is om hulp en ondersteuning eenvoudig, toegankelijk en passend te organiseren. Dat doen we door school, gezin en wijk sterker te maken, de al bestaande mogelijkheden daarvoor meer te gebruiken en ondersteuning dichter in de omgeving van kind en gezin te organiseren. Het Samenwerkingsverband en de gemeenten in Parkstad willen passend onderwijs en zorg voor de jeugd met elkaar verbinden. Dit krijgt in toenemende mate de komende jaren vorm in handelingsgerichte ondersteuning, samenwerkende scholen en sociale (wijk)teams. Het Samenwerkingsverband en de gemeenten werken samen vanuit een gezamenlijke visie en uitgangspunten, deze worden gedeeld op alle niveaus, van uitvoerders tot en met bestuurders. Deze visie is vertaald naar een eenvoudig model met drie lagen: een sterke basis op school, in het gezin en in de wijk, steun als dat nodig is en specialistische voorzieningen als het moet. Ondersteuning wordt ingezet volgens het principe van één kind, 1Gezin 1Plan én altijd in samenspraak met ouders en waar mogelijk de leerling. We praten mèt in plaats van over. In dit Ondersteuningsplan 2014 – 2018 wordt de koers van passend onderwijs beschreven. De nieuwe wet is hierbij het kader. Vanaf augustus 2014 werken we met een vierjarig ondersteuningsplan, een meerjarenbegroting en een jaarlijks activiteitenplan. Het Ondersteuningsplan is op 26 februari 2014 besproken met de wethouders van de Parkstadgemeenten en heeft op 22 mei 2014 instemming gekregen van de Ondersteuningsplanraad van ons Samenwerkingsverband. Het plan is vastgesteld voor één jaar en wordt in 2015 geactualiseerd.
Heerlen, 10 april 2014
Namens het bestuur van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. PO 31-06 Henk Linssen, voorzitter
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
1
Inhoudsopgave Voorwoord
1
Inhoudsopgave
2
Hoofdstuk 1: Visie op passend onderwijs
3
Hoofdstuk 2: Organisatie van het Samenwerkingsverband
7
Hoofdstuk 3. De regio in beeld
9
Hoofdstuk 4: Kwaliteit aan de basis
11
Paragraaf 4.1. Basisondersteuning: gedifferentieerd krachtig onderwijs Paragraaf 4.2. Wanneer extra ondersteuning nodig is Paragraaf 4.2.1. Extra ondersteuning in de reguliere school Paragraaf 4.2.2. Extra ondersteuning in de vorm van een tijdelijke plaatsing in het SBO of SO Paragraaf 4.3. Flankerend beleid met betrekking tot extra ondersteuning Paragraaf 4.3.1. De inzet van trajectbegeleiders Paragraaf 4.3.2. Het ontwikkelingsperspectief Paragraaf 4.3.3. Specifieke voorzieningen
11 12 12 13 14 14 14 15
Hoofdstuk 5: Samenwerken net ouders Paragraaf 5.1. Versterken van de positie van ouders Paragraaf 5.2. De rol van ouders bij aanmelding Paragraaf 5.3. Geschillen
16 16 16 17
Hoofdstuk 6: Samenwerking in een regionaal netwerk
18
Hoofdstuk 7: Kwaliteitszorg
23
Hoofdstuk 8: Financiële kader
25
Bijlagen (volgen nog) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
De leden van de Stichting Passend Onderwijs Heerlen e.o. PO 31.06 Het managementstatuut Het reglement en statuut van de Ondersteuningsplanraad De samenstelling van de OPR Het groeimodel Hoofdlijnennotitie Intentieverklaring Document van de thema’s die met de wethouders zijn besproken Waarderingskader van de inspectie. Privacyreglement
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
2
Hoofdstuk 1 Visie op passend onderwijs Wet passend onderwijs Aanleiding voor dit Ondersteuningsplan is de invoering van passend onderwijs. De meest ingrijpende wijzigingen zijn: De scholen zijn verantwoordelijk om ieder kind dat zich bij hen aanmeldt een passende onderwijsplaats te bieden. In eerste instantie op de eigen school en als dat niet lukt op een school binnen het Samenwerkingsverband. Het schoolbestuur heeft de zorgplicht en daarmee mag thuiszitten niet meer voorkomen. Het Samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de toekenning van extra ondersteuning, inclusief het afgeven van toelaatbaarheidsverklaringen tot het SBO en SO. Het Samenwerkingsverband bepaalt zelf op welke wijze dat vorm krijgt. Het budget van het Samenwerkingsverband bestaat in ieder geval uit de door het Rijk toebedeelde ondersteuningsmiddelen. Met de invoering van passend onderwijs herschikt het Rijk de ondersteuningsmiddelen. Voor elke leerling stelt het Rijk hetzelfde bedrag ter beschikking. Omdat in sommige samenwerkingsverbanden meer kinderen naar het speciaal onderwijs gaan dan in andere regio’s, zijn er afspraken gemaakt over een overgangsperiode (de verevening). De jaren 2015-2020 zullen worden gebruikt om gefaseerd passend onderwijs in lijn te brengen met de daartoe beschikbare middelen. Het aantal leerlingen op 1 oktober 2011, zowel in het SBO als SO, al dan niet met LGF vormt voor de Rijksoverheid het uitgangspunt voor de berekening van het ondersteuningsbudget. Voor het Samenwerkingsverband is daarmee het financiele kader gegeven en is de taakstelling in het kader van de verevening helder. Visie Alle schoolbesturen en alle scholen van ons Samenwerkingsverband voelen de zorgplicht voor alle leerlingen, ongeacht het niveau van leren. Zij zijn verantwoordelijk voor het bieden van kwalitatief goed en passend onderwijs voor al hun leerlingen. Daarmee sluiten wij als Samenwerkingsverband thuiszitten uit en realiseren we een niet onderbroken doorgaande lijn voor alle leerlingen op een voor hen op elk moment passende plek binnen of buiten ons Samenwerkingsverband. Op deze wijze werken we aan de ontplooiing van de talenten van alle kinderen. Wij ervaren dit als de kern van passend onderwijs. Jeugd, zorg en onderwijs verbonden Passend onderwijs betekent dat iedere leerling het onderwijs en de ondersteuning krijgt die hij of zij nodig heeft om zich zo goed en zo breed mogelijk te ontwikkelen, aansluitend bij zijn of haar talenten. Centraal staat steeds de vraag: wat heeft een leerling nodig, hoe kan dat worden gerealiseerd en wie of wat is daarbij nodig? Goed onderwijs is de basis voor passende ondersteuning. Goed onderwijs betekent aandacht voor talentontwikkeling, opbrengstgericht werken, handelingsgericht werken, omgaan met verschillen en doorgaande schoolloopbanen binnen een professionele, lerende cultuur. Goed onderwijs leidt tot hoge opbrengsten, opbrengsten in de brede betekenis en passend bij de mogelijkheden van de leerlingen. De invoering van passend onderwijs en de decentralisatie van de jeugdzorg en de AWBZ naar gemeenten en de invoering van de Participatiewet hangen nauw samen. Het gaat bij deze veranderopgaven om kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen die extra begeleiding nodig hebben, thuis, op school of tijdens werk. Het belang van samenwerking tussen onderwijs en ondersteuning/zorg voor de jeugd wordt daarmee nog eens onderstreept. We trekken daarom samen op met de gemeenten in Heerlen e.o. en de ketenpartners. Belangrijke begrippen in deze samenwerking zijn: positief opvoeden, uitgaan van eigen kracht, ondersteuning in de directe omgeving van kind en gezin. Om dat te bereiken zijn de volgende uitgangspunten leidend:
een goede basis: goed onderwijs, gezamenlijk verantwoordelijkheid voor opvoeden en onderwijs; steun bij vragen in onderwijs, opvoeden en opgroeien; waar nodig: inzet van extra ondersteuning, hulp en begeleiding; één kind, 1Gezin 1Plan: schakelen en handelingsgericht arrangeren.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
3
De visie vertaald naar werkmodellen Het Samenwerkingsverband heeft in samenspraak met het voortgezet onderwijs en de gemeenten in Heerlen e.o. onderstaande modellen ontwikkeld om de visie op passend onderwijs en ondersteuning voor de jeugd weer te geven. Deze visie gaat voor het onderwijs uit van een sterke basis op de reguliere school, extra ondersteuning die samen met ketenpartners (leerplicht, jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk, jeugdzorg) wordt geboden en specialistische ondersteuning vanuit SBO- en SO- scholen en speciale voorzieningen. Ondersteuning wordt altijd ingezet volgens het principe van één kind, één gezin, één contactpersoon, één plan en ouders zijn altijd intensief betrokken. Een goede basis Een voorwaarde voor passend onderwijs is goed onderwijs in samenhang met een goed werkende ondersteuningsstructuur in en om de school. De goede basis op school wordt gevormd door het team van leerkrachten, de interne specialisten, de interne begeleider, de schooldirectie en de externe ondersteuners. Samen vormen zij de verbinding met de leerlingen en de ouders. De interne ondersteuners hebben een rol bij ondersteuningsvragen van leerlingen en leerkrachten die samenhangen met de doorgaande ontwikkeling van de leerling. Steun waar nodig De interne ondersteuners vormen de verbinding met de ketenpartners van de school. Ketenpartners ondersteunen de school als de ondersteuningsbehoefte van een leerling of leerkracht niet duidelijk is en/of niet duidelijk is welk ondersteuningsarrangement voor een leerling het meest passend is. De rol van de ketenpartners in het team (van samenwerkende ondersteuners) is niet vrijblijvend. Eén kind, één gezin, één plan Ondersteuning wordt altijd ingezet volgens het principe van één kind, één gezin, één plan. Doel van passend onderwijs is immers dat een leerling zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen in zijn schoolloopbaan. Als er risico’s te verwachten zijn, dan moet hulp vanuit een breder perspectief worden geboden. Dit arrangement komt altijd tot stand in overleg tussen ouders, school en ketenpartners. Als de ondersteuningsbehoefte de leer- en ontwikkelingslijn van een kind betreft, gaat het arrangement over de extra ondersteuning die de school in samenwerking met externe expertise kan bieden. Bij ondersteuningsbehoeften in de thuissituatie krijgt de ondersteuning van het gezin de meeste aandacht. Bij een combinatie van beide wordt zowel op school als in het gezin hulp ingezet. De kernwaarden beschreven in de intentieverklaring en hoofdlijnennotitie Voor het samenwerkingsverband vormt solidariteit de kernwaarde van waaruit eensgezind, in verbondenheid gewerkt wordt aan het realiseren van Passend Onderwijs. Solidariteit borgt dat betrokken partners een beroep doen op elkaar en er op vertrouwen dat er rekening gehouden wordt met ieders belangen. De samenwerking wordt gekenmerkt door subsidiariteit, gemeenschappelijkheid en vakmanschap. Subsidiariteit zorgt ervoor dat verantwoordelijkheid en uitvoeringsbevoegdheid dichtbij de leraar en de school belegd wordt. Gemeenschappelijkheid komt vooral tot uiting in het feit dat de organisaties gezamenlijk vormgeven aan de realisatie van passend onderwijs. Vakmanschap geeft uitdrukking aan de diepere betekenis die de medewerkers hechten aan de uitoefening van hun beroep. Het betreft de passie en de betrokkenheid waarmee zij hun werk doen, maar ook de kennis en de vaardigheid waarover zij beschikken. Hun deskundigheid is mede gebaseerd op het delen van kennis met hun collega’s binnen de betrokken organisaties en de beschikbaarheid daarvan voor partners binnen het samenwerkingsverband. Dat vakmanschap stelt de leerkracht in staat om zijn of haar professionele verantwoordelijkheid voor het ontwikkelingsproces van de leerling waar te maken. De combinatie van dat pedagogisch vakmanschap en de ontwikkelingsgerichte attitude leidt tot onderwijs dat voor alle leerlingen passend is. Het ondersteuningsplan In het Ondersteuningsplan staan de afspraken die de schoolbesturen in onze regio hebben gemaakt in afstemming met de gemeenten en het voortgezet onderwijs. Het Ondersteuningsplan wordt minimaal om de vier jaar herzien. Voor het schooljaar 2015-2016 zal het Ondersteuningsplan met eventuele wijzigingen opnieuw officieel vastgesteld worden, zodat het Ondersteuningsplan parallel loopt met de schoolplancyclus en het tevens dichter aansluit bij de transitie jeugdzorg.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
4
Het Ondersteuningsplan beschrijft volgens de wet:
De wijze waarop een samenhangend geheel van voorzieningen voor extra ondersteuning wordt georganiseerd met als doel dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen; De procedure en de criteria voor de verdeling, besteding en toewijzing van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen, inclusief een meerjarenbegroting; De procedure en criteria voor de toelaatbaarheid en plaatsing van leerlingen in het SBO of SO, met inbegrip van de advisering daaromtrent; De procedure en het beleid met betrekking tot de terugplaatsing en overplaatsing naar het basisonderwijs van leerlingen vanuit het SBO en SO; De beoogde en bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning behoeven en de daarmee samenhangende bekostiging; De wijze waarop is voorzien in informatieverstrekking aan ouders, met inbegrip van informatie over ondersteuningsvoorzieningen, de wijze waarop persoonsgegevens mogen worden gebruikt en worden verwerkt en beschermd; De wijze van bekostiging van het SBO en SO; De wijze waarop het Samenwerkingverband OOGO voert met de betrokken gemeenten ten behoeve van de afstemming met jeugdzorg en voorschoolse educatie; De wijze waarop afstemmingsoverleg wordt gevoerd met het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Parkstad.
Het Ondersteuningsplan wordt uitgewerkt in een activiteitenplan per schooljaar waarin de doelstellingen worden geconcretiseerd en activiteiten worden benoemd. De uitkomsten uit het activiteitenplan worden direct verwerkt in het Ondersteuningsplan, waardoor de informatie altijd actueel is. De doelstellingen voor vier jaar schuiven ook mee, waardoor er altijd sprake is van een lange termijn beleid met een concreet uitgewerkt eerste jaar. Iedere vier jaar wordt het Ondersteuningsplan vastgesteld volgens het wettelijke kader. Doelen en beoogde resultaten Het Samenwerkingsverband koerst met dit Ondersteuningsplan op onderstaande resultaten: Schoolbesturen zorgen samen met hun scholen voor het voldoen aan de zorgplicht; Realisatie van een ononderbroken leer- en ontwikkelingslijn voor alle leerlingen in het Samenwerkingsverband op een passende plek; Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, krijgen deze op een veilige en passende plek; dichtbij huis, in overleg met hun ouders en met hoge realistische doelen. Dit gebeurt regulier waar het kan en speciaal waar het moet; Alle basisscholen voldoen in 2018 aan de norm die gesteld is voor basisondersteuning aan de hand van de IJkpunten voor de kwaliteit van basisondersteuning; Toewijzing van extra ondersteuning en middelen vindt plaats op een handelingsgerichte, deskundige, transparante en efficiënte wijze. De doorlooptijden zijn kort. De scholen profiteren van een actieve samenwerking tussen het Samenwerkingsverband, de gemeenten en organisaties in de jeugdhulp; De scholen profiteren van heldere afspraken tussen het Samenwerkingsverband, cluster 1 en 2 en aangrenzende samenwerkingsverbanden; Leerlingen profiteren van afspraken over doorgaande lijnen, van voorschoolse voorziening naar het primair onderwijs en vervolgens naar het voortgezet onderwijs; Voorkomen dat leerlingen thuiszitten omdat er geen passend onderwijsaanbod kan worden geboden; Terugdringen van het deelnamepercentage SBO als SO waarbij het deelnamepercentage in de pas zal gaan lopen met de krimp van het aantal leerlingen, waarbij we als regio dichter bij het landelijk gemiddelde komen en vervolgens zien waar “Regulier waar het kan en speciaal waar het moet” ons brengt. De uitgaven van het Samenwerkingsverband blijven binnen de beschikbare rijksmiddelen en de begroting.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
5
Samenhang met andere documenten De basis voor dit Ondersteuningsplan vormen de afzonderlijke schoolondersteuningsprofielen van alle betrokken scholen. De schoolbesturen van het Samenwerkinsgverband hebben, samen met hun scholen gemeenschappelijke ontwikkelpunten per bestuur geformuleerd. Deze zijn samen met de afzonderlijke schoolondersteuningsprofielen de basis voor dit Ondersteuningsplan. De schoolondersteuningsprofielen van de SBO en SO scholen beschrijven de verschillende arrangementen, die worden ingezet voor de leerlingen die tijdelijk geplaatst zijn of worden in het SBO en SO en die zij ten dienste stellen ten behoeve van de extra ondersteuning in het reguliere basisonderwijs.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
6
Hoofdstuk 2 Organisatie van het samenwerkingsverband Algemene gegevens Het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. PO is een stichting die statutair is opgericht op 29 oktober 2013 en haar zetel heeft in Kerkrade. De stichting kent een algemeen bestuur. Het bestuur wordt ondersteund door de directeur van het Samenwerkingsverband. Het stichtingsbestuur vertegenwoordigt het bevoegd gezag van de scholen die lid zijn van het genoemde Samenwerkingsverband. Beschrijving regio Het Samenwerkingsverband is gericht op het realiseren van passend onderwijs voor alle kinderen woonachtig in de gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. De aangesloten onderwijsinstellingen c.q. schoolbesturen zijn grotendeels gevestigd in deze regio. Ook zijn aangesloten enkele schoolbesturen van SO scholen die hun vestiging buiten de regio hebben maar wel onderwijs en ondersteuning bieden aan leerlingen afkomstig uit regio Heerlen e.o. Samenwerkingsafspraken De wet passend onderwijs stelt als eis dat het Samenwerkingsverband een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is. In de wet passend onderwijs en de nieuwe Jeugdwet zijn bepalingen opgenomen over samenwerking tussen gemeenten en samenwerkingsverbanden. In beide wetten staat dat gemeenten en samenwerkingsverbanden een plan maken waarin zij beschrijven hoe passend onderwijs en jeugdhulp worden ingericht. Over deze plannen moet op overeenstemming gericht overleg tussen beide partijen zijn gevoerd. De gemeenten hebben afgesproken om in goede afstemming en samenhang de beide transities en transformaties verder vorm te geven. Scheiding van bestuur en toezicht De code Goed Bestuur, met name de scheiding van bestuur en intern toezicht, is met de inwerkingtreding van de wet passend onderwijs ook van toepassing op het Samenwerkingsverband. Het stichtingsbestuur van het Samenwerkingsverband heeft gekozen voor het bestuur/directiemodel. Dit is een vorm van functionele scheiding. De deelnemende besturen hebben een aansluitingsovereenkomst getekend. Het stichtingsbestuur is eindverantwoordelijk voor de instandhouding van het Samenwerkingsverband en heeft ook de rol van intern toezichthoudend orgaan. De meeste bestuursbevoegdheden worden gemandateerd of gedelegeerd aan de directeur van het Samenwerkingsverband. Het stichtingsbestuur keurt de begroting, het Ondersteuningsplan en het jaarverslag goed en bewaakt de koers van het Samenwerkingsverband. Het stichtingsbestuur stelt het toezichtkader vast en volgt en evalueert daarmee de kwaliteit van de resultaten, de processen en de organisatie. De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van bestuursbeleid. Besluitvorming Het stichtingsbestuur van het Samenwerkingsverband streeft naar consensus in de besluitvorming en derhalve heeft ieder lid één stem, ongeacht het aantal leerlingen dat het lid vertegenwoordigt. Indien geen consensus wordt bereikt, worden de besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de ter vergadering uitgebrachte geldige stemmen. Er is sprake van een geldig meerderheidsbesluit als voldaan is aan de volgende twee voorwaarden: Er is sprake van een meerderheid van het aantal aanwezige of vertegenwoordigende bestuursleden dat vóór het voorstel stemt, en Er is sprake van een meerderheid van het aantal leerlingen dat door die aanwezige of vertegenwoordigende bestuursleden wordt gerepresenteerd (teldatum 1 oktober van het voorafgaande jaar). Het opnemen van een geschillenregeling is met de inwerkingtreding van de wet passend onderwijs verplicht. De minister heeft toegezegd een permanente landelijke arbitragemogelijkheid open te stellen voor schoolbesturen die het niet eens zijn met de besluitvorming in het Samenwerkingsverband. In de statuten is deze arbitragemogelijkheid opgenomen. De uitspraak van de geschillencommissie is bindend voor alle partijen. Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
7
Het stichtingsbestuur van het Samenwerkingsverband heeft gekozen voor een mediationregeling als ‘voorportaal’. Voorzitter en directeur De voorzitter is afkomstig uit het stichtingsbestuur. De dagelijkse leiding is in handen van de directeur van het Samenwerkingsverband. Hiervoor is een managementstatuut vastgesteld. De directeur verantwoordt zich naar het stichtingsbestuur door middel van voortgangsrapportages. Samenhang en verbondenheid Elk schoolbestuur c.q. elke school heeft zijn eigen verantwoordelijkheid voor het realiseren van passend onderwijs. Binnen het Samenwerkingsverband zorgen schoolbesturen en scholen samen voor een sluitend netwerk van voorzieningen zodat er voor alle leerlingen uit de regio een passende plek en een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn geboden wordt. Dat vraagt – met respect voor ieders eigenheid – om samenhang, samenwerking en pedagogische en didactische verbondenheid met elkaar in een goed op elkaar aansluitend netwerk. Er wordt gewerkt in een “aanspreekcultuur” waarvan de groei en bloei een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is. Medezeggenschap Het Samenwerkingsverband heeft een Ondersteuningsplanraad (OPR). De OPR heeft twaalf zetels, twee voor elk deelnemend schoolbestuur, zes voor een afvaardiging vanuit de ouders en zes voor een afvaardiging vanuit het personeel. De taak van de OPR is al dan niet instemming geven aan het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband. Daarnaast kan zij gevraagd of ongevraagd advies geven over ondersteuningszaken. Zie hiervoor het reglement van de OPR en het statuut. Organogram wordt nog toegevoegd.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
8
Hoofdstuk 3 Regio in beeld Kleine schets De bijna 80 deelnemende scholen met 17.500 leerlingen liggen verspreid in de acht Parkstadgemeenten. Van oudsher is er een sterke traditie leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, passend te bedienen. In deze relatief dichtbevolkte regio zijn scholen voor regulier onderwijs en SBO en SO scholen ruim voor handen. De regio wordt gekenmerkt door een al jaren geleden ingezette bevolkingsdaling. Door de betrekkelijk hoge werkloosheid kent de regio inmiddels ook enige uitstroom van jonge hoogopgeleide ouders met gezinnen. Het aantal gezinnen met een lage sociaal-economische status is betrekkelijk sterk vertegenwoordigd. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen afkomstig uit deze gezinnen vaker minder succesvol zijn in het onderwijs. Vanwege allerlei redenen is in deze regio het deelnamepercentage zowel aan SBO (3,14%) als SO (3,55%, inclusief LGF) ruim hoger dan het landelijk gemiddelde (Landelijk gemiddelde SBO 2,60% en SO 2,59%, inclusief LGF). Dilemma’s De demografische krimp, de sociaaleconomische situatie en het hoge deelnamepercentage SBO en SO brengt dilemma’s met zich mee. Door de verdere stijging van met name het deelnamepercentage in het SO, met name in cluster 4, wordt de regio meteen dubbel op achterstand gezet bij de invoering van passend onderwijs. De verevening die vanaf 2014 ingezet wordt om in heel Nederland in 2020 een gelijke bekostiging te realiseren, dwingt deze regio niet alleen om het deelnamepercentage SBO en SO stevig terug te dringen maar ook om vanaf 2014 - 2015 het gestegen deelnamepercentage SO sinds 1 oktober 2011 (peildatum voor verevening) uit de lopende bekostiging te financieren.
Kengetallen leerlingen o.b.v. 1-10-2013 Nummer SWV Naam SWV
peilmoment december 2013
PO3106 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o.
1. leerlingen
jonger dan 8 jaar 8 jaar en ouder
naar soort
bao 16.573
sbo 538
totaal 17.111
so cat 1 109 369
so cat 2 9 19
so cat 3 9 17
so totaal 127 405 532
CLUSTER 4 LG
MG
LZ
ZMLK
so totaal
325
26
17
136
532
onderwijs28
woonachtig in gebied swv bao sbo totaal 16.558 550 17.108
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
9
2. rugzakken
in bao in sbao
CLUSTER 4 39 0
LG 21 0
MG 0 0
LZ 8 2 waarvan bouw
in
ZMLK 5 0
totaal rugzakken 73 2
4
75
so cat 3 0,15% 0,21%
so totaal 3,11% 1,64%
boven-
3. deelname %
PO3106 Landelijk
sbao 3,14% 2,60%
so cat 1 2,79% 1,34%
so cat 2 0,16% 0,09%
rugzakken 0,44% 0,95%
4. cluster 1 en 2 leerlingen schoolgaand in (s)bao in het SWV cluster 1 9
het woonachtig in SWV en schoolgaand in het so cluster 2 cluster 1 cluster 2 39 1 164
5. verevening Conclusie Heerlen en omgeving vraagt om slim en doeltreffend aan de slag te gaan met het dichterbij brengen van en lichter maken van de ondersteuning aan de leerlingen omdat – in vergelijking met ander regio’s – het deelname percentage aan het SBO en vooral SO aan de hoge kant is
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
10
Hoofdstuk 4 Kwaliteit aan de basis Basisscholen hebben in hun schoolondersteuningsprofiel de ondersteuning die ze op dit moment daadwerkelijk realiseren beschreven. De medezeggenschapsraad van de school heeft adviesrecht op de vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel. Dat profiel maakt duidelijk in hoeverre de school passend onderwijs kan realiseren en wat de school nog moet ondernemen om aan het gevraagde niveau van basisondersteuning te voldoen. Het Samenwerkingsverband heeft het niveau van basisondersteuning genormeerd en in het Ondersteuningsplan vastgelegd. Binnen nu en vier jaar werkt iedere school toe naar het voldoen aan het niveau van de basisondersteuning. De basisondersteuning wordt bekostigd uit de reguliere middelen die het schoolbestuur, respectievelijk de basisschool, ter beschikking heeft. Het Samenwerkingsverband is gericht op:
Het stimuleren en – binnen de mogelijkheden – faciliteren van schoolbesturen en scholen om het niveau van basisondersteuning te (gaan) realiseren. Het bereiken van een hoog niveau van basisondersteuning waardoor de aanvragen voor extra ondersteuning worden beperkt; Het realiseren van een goede aansluiting van extra ondersteuning als aanvulling op een hoog niveau van basisondersteuning waardoor de aanvragen voor plaatsing in het SBO en SO vanuit het basisonderwijs vermindert; Het bereiken van een hoog niveau van basisondersteuning waardoor terugplaatsing van leerlingen uit het SBO en SO naar een reguliere setting eerder haalbaar wordt;
4.1. Basisondersteuning: gedifferentieerd krachtig onderwijs De basisondersteuning is op orde als de school beschikt over een basisarrangement van de onderwijsinspectie (basiskwaliteit) en de school voldoet aan de onderstaande dertien ijkpunten. 1. De school draagt met haar opbrengsten voldoende bij aan het realiseren van opbrengstgericht en passend onderwijs in de wijk/ dorp conform de ambitie van het Samenwerkingsverband; 2.
De school voert een helder beleid op het terrein van begeleiding en ondersteuning van de leerlingen;
3.
De school heeft haar ondersteuningsprofiel vastgesteld;
4.
De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van de begeleiding en ondersteuning van de leerlingen en past het beleid zo nodig aan;
5.
De school heeft continu zicht op de ontwikkeling van de leerlingen;
6.
De school werkt opbrengst- en handelingsgericht aan het realiseren van de onderwijsondersteuningsarrangementen;
7.
De school werkt met effectieve methoden en aanpakken;
8.
Het personeel is handelingsbekwaam en competent;
9.
Voor leerlingen die extra ondersteuning krijgen op het niveau van het samenwerkingsverband is een ondersteuningsarrangement vastgesteld;
10. Bij plaatsing en overdracht van leerlingen is de school in het belang van kind en ouders zeer zorgvuldig; 11. De ouders (en leerlingen) zijn nauw betrokken bij de school en de ondersteuning: 12. De school realiseert preventieve en licht curatieve interventies op het gebied van rekenhulpvragen, leeshulpvragen, ondersteuning van meer- en hoogbegaafde leerlingen en ondersteuning in de zin van sociale veiligheid en het omgaan met verschillen in gedrag; 13. De school heeft een effectieve ondersteuningsstructuur.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
11
Binnen de basisondersteuning vormt handelingsgericht werken (HGW) de rode draad in het onderwijsleerproces. In de cyclus van HGW zet de school de volgende stappen:
Waarnemen: Signaleren van leerlingen die zich niet conform verwachtingen of prognose ontwikkelen; Begrijpen: Analyseren van de verzamelde gegevens en het benoemen van de onderwijsbehoeften van de leerlingen; Plannen: Het onderwijsleerproces organiseren zodat de leerlingen de ondersteuning die zij nodig hebben ook daadwerkelijk krijgen; Realiseren: Het uitvoeren van het groepsplan.
4.2. Wanneer extra ondersteuning nodig is 4.2.1. Extra ondersteuning in de reguliere school Het Samenwerkingsverband heeft als opdracht een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen te realiseren en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. De optelsom van basisondersteuning, extra ondersteuning en de bovenschoolse voorzieningen en/of arrangementen, inclusief de bijdragen van de ketenpartners, noemen we het regionaal, dekkend aanbod. Extra ondersteuning is aanvullend bedoeld wanneer de onderwijsbehoefte van de leerling de basisondersteuning van de school overstijgt en staat op basis van een specifiek geformuleerde ondersteuningsvraag en binnen de afgesproken condities ter beschikking. Extra ondersteuning verloopt via handelingsgericht arrangeren en bouwt voort op handelingsgericht werken. Dat kan met interne deskundigen en/of met externe deskundigen, niet behorend tot de formatie van de school. Het betekent in ieder geval dat leerkrachten, ouders en andere betrokkenen in en om de school dezelfde samenhangende uitgangspunten hanteren.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
12
De extra ondersteuning bekostigt de basisschool met de ondersteuningsmiddelen die het Samenwerkingsverband aan de aangesloten schoolbesturen ter beschikking stelt. Handelingsgericht arrangeren begint op school met een multidisciplinair overleg (MDO). Bij aanmelding voor het MDO formuleren leerkracht, interne begeleider en ouders samen hun ondersteuningsvragen afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van de leerling en/of de leerkracht. Vooraf wordt ook nagedacht welke (externe) deskundigen een bijdrage kunnen leveren aan de beoogde ondersteuning. (de afstemming met de rondetafelgesprekken en zorgadviesteams is nog een punt van aandacht). Zij vullen zover als mogelijk het “groeidocument” in. Het groeidocument fungeert als leidraad en toetssteen tijdens het handelingsgericht werken, het handelingsgericht arrangeren, het toevoegen van extra ondersteuning in de school en (indien nodig) als verwijzingsdocument naar een andere basisschool of ter bepaling van de toelaatbaarheid tot plaatsing in het SBO of SO. Voor de inzet van extra ondersteuning maken de scholen gebruik van de aanwezige expertise in de scholen en schoolbesturen die gebundeld is in het Platform Passend Onderwijs. Het Platform is een netwerk van deskundigen uit de verschillende scholen en schoolbesturen. Betreffende deskundigen worden operationeel aangestuurd door de directeur van de school waardoor ze zijn ‘ingehuurd’. Functioneel en hiërarchisch worden ze aangestuurd door de directeur van de thuisschool of het schoolbestuur. Het Platform Passend Onderwijs heeft twee niveaus;
Het platform op bestuursniveau: de scholen maken in eerste instantie gebruik van de expertise op bestuursniveau. Is de benodigde expertise daar niet te vinden dan wordt opgeschaald naar het niveau van het Samenwerkingsverband. Het platform op het niveau van het Samenwerkingsverband: is de benodigde expertise niet te vinden op het bestuursniveau dan is het Samenwerkingsverband aan zet, zodat ook op deze ondersteuningsvraag een passend aanbod (een passende plek) wordt gerealiseerd en elk kind krijgt wat het nodig heeft. Er is geen sprake van thuiszitten.
De extra ondersteuning wordt beschreven aan de hand van vijf relevante kenmerken (IVO velden): de hoeveelheid aandacht en tijd, het onderwijsmateriaal, de ruimtelijke omgeving, de expertise met welke intensiteit en de samenwerking met anderen. De expertise voor extra ondersteuning wordt gevormd door een pool/netwerk van specialisten op het gebied van onderzoek, observatie, handelingsgerichte procesdiagnostiek en op het gebied van hulpverlening, begeleiding of advisering, gericht op kind, leerkracht, intern begeleider, school, ouders of een combinatie daarvan. Specialisten beschikken over vakdidactische en pedagogische kennis en vaardigheden op meerdere gebieden (inhoud+) en over begeleidingsprocessen zoals het bieden van hands-on en co-teaching, vraaggericht adviseren, interveniëren en begeleiden en feed forward en constructieve feedback geven. (spiegelen, vertalen en helpen) Indien gevraagd zijn ook psychologische en orthopedagogische kwaliteiten beschikbaar. 4.2.2. Extra ondersteuning in de vorm van een tijdelijke plaatsing in het SBO of SO Voor een plaatsing in het SBO of SO is een toelaatbaarheidsverklaring, afgegeven door het Samenwerkingsverband, vereist. Het samenwerkingsverband hanteert vier verschillende toelaatbaarheidsverklaringen (TLV).
Toelaatbaarheidsverklaring voor SBO; Toelaatbaarheidsverklaring voor categorie I (zml, lzk, epilepsie en cluster 4); Toelaatbaarheidsverklaring voor categorie II (lg); Toelaatbaarheidsverklaring voor categorie III (mg).
Aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring
Voor het toekennen van extra ondersteuning in de vorm van een plaatsing in het SBO en SO werkt het Samenwerkingsverband met de triade: ouders, reguliere school en de beoogde school, met procesmatige ondersteuning door een trajectbegeleider.. Zij komen in overleg tot een gezamenlijke aan-
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
13
vraag voor de toelaatbaarheidsverklaring. De beschikbaarheid en toegankelijkheid worden vanuit bovenbeschreven vertrouwen in de triade zo optimaal mogelijk georganiseerd. Dit betekent dat de reguliere basisschool, de ouders en de beoogde school samen overeenstemming bereiken over de passende onderwijsondersteuning en onderwijsplek. De triade kan vaststellen welke extra deskundige zij erbij vraagt. Het Samenwerkingsverband geeft, op basis van de vastgestelde overeenstemming binnen de triade in principe een toelaatbaarheidsverklaring af. Het is wettelijk verplicht dat, voordat het Samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring afgeeft, zij daarbij een onafhankelijk deskundigenadvies betrekt. Dit advies wordt opgesteld door een universitair opgeleide orthopedagoog of schoolpsycholoog en, waar nodig, afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte een kinder- of jeugdpsycholoog, een arts of kinderpsychiater. Aangezien alle betrokken partijen in het plan een rol spelen, kan snel tot uitvoering worden overgegaan. Alle plaatsingen in het SBO en SO zijn tijdelijk van aard. Bij een plaatsing maken de betrokken scholen in korte lijnen afspraken met elkaar en wisselen de informatie uit die voor de inzet van de extra ondersteuning nodig is. In deze afspraken is bij de start direct het moment van terugplaatsing vastgelegd. Voor ernstig meervoudig beperkte leerlingen hanteert het Samenwerkingsverband een vereenvoudigde procedure voor het vaststellen van de toelaatbaarheid van deze leerlingen tot het SO. Het Samenwerkingsverband geeft een éénmalige toelaatbaarheidsverklaring af die in principe geldig is gedurende het hele verblijf van de betreffende leerling op het SO. De leerling verlaat in elk geval het speciaal onderwijs aan het einde van het schooljaar waarin de leerling de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt. Voor de residentiële leerlingen, waarbij behandeling, opvang en onderwijs vanuit één plan wordt geregisseerd vanwege de aard of duur van de behandeling, worden nog nadere afspraken gemaakt.
4.3. Flankerend beleid met betrekking tot extra ondersteuning 4.3.1. De inzet van trajectbegeleider Het is de bedoeling om trajectbegeleiding te organiseren rondom gemeenschappen van scholen en/of samenwerkende scholen binnen collegiale platforms, gemeenten en wijken. Dat verstevigt netwerkvorming en sluit aan bij de wijkgerichte benadering van Jeugdzorg. Voor de ondersteuningsniveaus 1, 2 en 3 (basisondersteuning) en 4 (extra ondersteuning) geldt dit op het niveau van delen van interne begeleiding en specialismen. De trajectbegeleider heeft de opdracht de school te ondersteunen tijdens het proces van handelingsgericht werken en arrangeren, het helpen formuleren van de onderwijsbehoefte en het bevorderen van de goede communicatie tussen school en ouders. De trajectbegeleider doet dit op verzoek en vraag van de school en/of schoolbestuur. De trajectbegeleider kent, net als iedere directeur en interne begeleider, ook de kaart met aanwezige expertise in de regio. Zij constateert, (inter-)medieert, adviseert de school uitvoering te geven aan de basis- en extra ondersteuning en de verbetering daarvan en levert een bijdrage aan het voldoen aan de zorgplicht door de schoolbesturen. Binnen het Samenwerkingsverband werken trajectbegeleiders samen volgens eenzelfde werkproces en delen en verdelen als zodanig hun werkzaamheden. 4.3.2. Het ontwikkelingsperspectief (OPP) Voor de leerlingen waarvoor extra onderwijsondersteuning en/of jeugdzorg (externe expertise) wordt ingezet, is het noodzakelijk een ontwikkelingsperspectief (OPP) op te stellen, waarin de onderwijsdoelen staan vermeld. Een voorlopig ontwikkelingsperspectief wordt uiterlijk opgesteld binnen zes weken na de start van het schooljaar of na vaststelling van extra ondersteuningsbehoefte tijdens het schooljaar en altijd in samenspraak met ouders. Het ontwikkelingsperspectief biedt handvatten waarmee de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de behoefte van de leerling zodat doelgericht en opbrengstgericht wordt gewerkt en hoge opbrengsten worden gehaald. Het ontwikkelingsperspectief laat zien waar naartoe gewerkt wordt en beschrijft het verwachte uitstroomniveau naar het voortgezet onderwijs en doet daarbij een uitspraak over de leerrendementsverwachting voor de vakgebieden begrijpend lezen, inzichtelijk rekenen, technisch lezen en spelling.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
14
4.3.3. Specifieke voorzieningen Naast basisscholen, SBO en SO zijn er nog andere voorzieningen in de regio waar leerlingen onderwijs volgen. Deze voorzieningen zijn onderdeel van het dekkend aanbod passend onderwijs maar worden separaat gefinancierd en maken geen onderdeel uit van de bekostigingssystematiek van het Samenwerkingsverband. Onderwijs aan zieke leerlingen De school kan een zieke leerling aanmelden bij de consulent Onderwijs Zieke Leerlingen. Ook leerlingen met een chronische of levensbedreigende ziekte moeten onderwijs kunnen volgen. Daarnaast is het belangrijk dat zij de band met hun medeleerlingen en leraren behouden. Consulenten Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen (OZL) ondersteunen ouders, leerlingen en de school hierbij. Ouders en de school van een zieke leerling kunnen een consulent OZL gratis inschakelen. De consulent OZL verzamelt informatie over het ziektebeeld en het verloop van de ziekte. De consulent OZL start met een overleg op school met alle betrokkenen om de stand van zaken in kaart te brengen en na te gaan welke mogelijke belemmeringen er kunnen ontstaan in de onderwijsleersituatie. Vervolgens wordt besproken welke mogelijkheden er zijn om het onderwijs aan te passen aan de leerling. In de regio Heerlen e.o. wordt de dienstverlening Onderwijs Zieke Leerlingen beschikbaar gesteld vanuit de IJsselgroep (
[email protected]). De school waar de zieke leerling staat ingeschreven is verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod. Opvangklassen, Nederlands als tweede taal In de Heerlen e.o. wordt gewerkt aan het inrichten van voorzieningen (vijf opvangklassen verspreid in de regio) waar onderwijs wordt verzorgd voor leerlingen die de Nederlandse taal niet of nauwelijks verstaan en korter dan één jaar in Nederland woonachtig zijn. Leerlingen worden voor maximaal één jaar geplaatst in een opvangklas. De opvangklas verzorgt voor ongeveer de helft van de onderwijstijd een intensief en specifiek aanbod Nederlandse taal. De andere onderwijstijd volgt de leerling met “zijn” groep leeftijdsgenootjes onderwijs in de reguliere setting. De opvangklas maakt integraal onderdeel uit van de school waaraan zij verbonden is. Schakelklassen In de regio van het Samenwerkingsverband hebben een aantal basisscholen een schakelklas die bedoeld is als extra, tijdelijke voorziening voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal. Door intensivering van het onderwijs in de Nederlandse taal is de verwachting dat taalbeheersing geen belemmering meer vormt voor een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn. Extra leertijd en verlengde schooldag Nog beschrijven Voor- en vroegschoolse educatie en onderwijsachterstanden Nog beschrijven
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
15
Hoofdstuk 5 Samenwerken met ouders Scholen en ouders hebben elkaar veel te bieden. Ouders zijn voor kinderen veelal de belangrijkste personen in hun leven. Zij kennen het kind ook het langst en in veel opzichten ook het best. Hun houding ten opzichte van de school en het leren heeft veel invloed op hoe een kind daar tegenaan kijkt en mee omgaat. En als er extra ondersteuning nodig is dan is hun medewerking cruciaal voor het welslagen daarvan. Leerkrachten, intern begeleiders, interne en externe specialisten en medewerkers van ketenpartners hebben een goed zicht op de ontwikkeling van kinderen. Zij hebben veel meer vergelijkingsmateriaal dan ouders. Zij kunnen daardoor mogelijke belemmeringen in de ontwikkeling, het leren of het gedrag vroegtijdig signaleren. De school heeft de expertise hoe er met die belemmeringen kan worden omgegaan. Zij kunnen ouders ook adviezen geven over hoe zij in de thuissituatie met die belemmeringen om kunnen gaan. Scholen kunnen als dat nodig is ook snel externe hulp inschakelen voor het kind en/of de ouders of het gezin. Maar dit werkt allemaal pas écht, als scholen hun signalen en voorstellen voor aanpak niet opleggen aan ouders, maar van meet af aan de ouders betrekken bij wat ze waarnemen en ouders de ruimte geven hun kijk erop te geven en de tijd geven om moeilijke boodschappen te verwerken. Kortom; als ouders het gevoel hebben dat de school echt het beste met hun kind en met hen voor heeft en niet handelt vanuit de wens om problemen door te schuiven, zijn zij bereid om als partner mee te denken en mee te werken. De relatie en communicatie met ouders is het cement voor passend onderwijs. Kortom: Om leerlingen optimale ontwikkelingskansen te bieden, is samenwerking tussen school en ouders van groot belang. 5.1. Versterken van de positie van ouders Het Samenwerkingsverband stimuleert dat ouders vanaf het begin worden betrokken bij het onderwijs en de ondersteuning van hun kind. Partnerschap met ouders is onderdeel van ons handelingsgericht werken waarbij in elke stap het gesprek en de afstemming met ouders noodzakelijk is. Ook in het – eventuele opgestelde - groeidocument (één kind, één gezin, één plan) is de positie van ouders duidelijk gemarkeerd: het begint met de visie van de leerling en de ouders op de vraag naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Leerling en ouders zijn de eigenaar van het groeidocument. Op basis daarvan kan een ondersteuningsarrangement worden voorgesteld. Het Samenwerkingsverband hanteert een privacyreglement waarin de omgang met persoonsgegevens wordt geregeld om persoonsbescherming te garanderen. Bij dit reglement horen ook toestemmingsverklaringen. Een van de belangrijke instrumenten die de wet passend onderwijs biedt om de zeggenschap van ouders te versterken, is het inrichten van een Ondersteuningsplanraad (OPR). De OPR van het Samenwerkingsverband Heerlen e.o. is in februari 2014 opgericht. Op grond van de wet is het aantal vertegenwoordigers namens ouders en leerlingen in deze raad gelijk aan het aantal vertegenwoordigers namens personeel. 5.2. De rol van de ouders bij aanmelding Het recht op vrijheid van schoolkeuze geeft ouders de mogelijkheid om de school te kiezen die het beste aansluit bij hun visie op de samenleving en de opvoeding van hun kinderen. Voor ouders met kinderen die zijn aangewezen op extra onderwijsondersteuning geldt ditzelfde recht, maar is de keuze beperkter. Om dan tot een passende schoolkeuze te kunnen komen is goede informatie voor ouders een eerste vereiste. Vanuit het streven naar thuisnabij onderwijs is de verwachting dat ouders zich bij de schoolkeuze richten op een school binnen het postcodegebied, tenzij denominatieve redenen dwingen om daarbuiten een school te zoeken.
Informatie bij schoolkeuze: Ouders moeten inzicht hebben in de ondersteuning die op de scholen in de buurt, stad of regio wordt geboden. Het schoolondersteuningsprofiel is voor ouders toegankelijk (zie website van de school). Elk schoolondersteuningsprofiel geeft inzicht in de opzet en reikwijdte van de ondersteuningsstructuur, een speciaal onderwijsconcept, speciale groepen of arrangementen binnen de school, expertise van het team en de samenwerking met ketenpartners. Het schoolondersteuningsprofiel wordt opgenomen in de schoolgids en hierbij wordt ook aangegeven hoe de school bij signalen of problemen bij kinderen handelt en hoe de school de ouders bij een mogelijk traject van toewijzing van (extra) ondersteuning betrekt.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
16
Schriftelijke aanmelding: Ouders kiezen een school en melden hun kind schriftelijk aan. Als er behoefte blijkt aan extra ondersteuning en de school van aanmelding niet zelf, of met behulp van extra ondersteuning vanuit het Samenwerkingsverband, een passend aanbod kan verzorgen, onderbouwt zij haar besluit schriftelijk en zoekt zij een andere school; het bestuur van de school heeft een zorgplicht.
Informatieplicht: Ouders informeren de school over alle relevante zaken die de zorg en ondersteuning rond hun kind betreft, inclusief de “warme overdracht” vanuit de peuterspeelzaal of de kinderopvang. De school informeert de ouders over de basisondersteuning en mogelijke extra ondersteuning die zij kan bieden. De breedte en het niveau van de beschreven basisondersteuning en eventuele extra ondersteuning moet ouders het vertrouwen geven dat hun kind in goede handen is.
Inschrijving: Als de school een passend aanbod kan bieden, wordt de leerling ingeschreven. Als dit niet het geval is, is de school/het bestuur ervoor verantwoordelijk dat de leerling elders een passende plek krijgt.
Ondersteuning: Ouders worden in dit proces vanaf het begin betrokken en desgewenst door de school ondersteund. Uitgangspunt is dat ook in deze periode onderwijs wordt geboden en dat dit waar mogelijk aansluit bij de wens van de ouders.
Noodzakelijke informatie uitwisseling: Bij aanmelding op een school conformeren ouders zich aan de bepalingen zoals die in Wet Primair Onderwijs (WPO) zijn opgenomen over informatie-uitwisseling door scholen met anderen over hun kind. Als deze noodzaak zich voordoet, informeert de school de ouders hierover. Deze professionele informatieuitwisseling is een voorwaarde voor het goed functioneren van de interne en externe zorg- en ondersteuningsstructuur en voor de continuïteit van (onderwijs)ondersteuning. De toestemming van ouders is schriftelijk vastgelegd in het aanmeldingsformulier.
Om ouders hun rol goed te kunnen laten vervullen, is een eerste voorwaarde dat zij zo breed en volledig mogelijk worden geïnformeerd. Het beschikbaar stellen van algemene informatie over wet- en regelgeving en ontwikkelingen in onderwijs en zorg, rechten en plichten van ouders, hulp bij schoolkeuze, medezeggenschap e.d. is primair een taak van de overheid. Hiervoor is het Infopunt Passend Onderwijs beschikbaar en een landelijke Ouderlijn (0800-5010). 5.3. Geschillen Ook als ouders vroegtijdig en volledig over de ondersteuning voor hun kind zijn geïnformeerd en de communicatie tussen school en ouders met respect voor beider rollen is verlopen, kan het zijn dat ouders zich niet in het besluit van de school kunnen vinden. Zij kunnen dan een beroep doen op ondersteuning door een consultant voor bemiddeling waar de samenwerkende schoolbesturen in hebben voorzien. Indien deze interventie voor partijen niet tot een bevredigende oplossing leidt, is er sprake van een geschil en kunnen ouders gebruik maken van hun formele rechten. Een geschil of klacht kan worden voorgelegd aan: de klachtencommissie van de school het schoolbestuur; de landelijke geschillencommissie, voor klachten die betrekking hebben op aanmelding en verwijzing van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en over het ontwikkelingsperspectief; het college voor mensenrechten en gelijke behandeling (voorheen de Commissie Gelijke Behandeling); de rechter middels een beroepsprocedure.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
17
Hoofdstuk 6 Samenwerking in een regionaal netwerk. In de wet op Passend Onderwijs staat dat samenwerking met andere partners van groot belang is voor het realiseren van de doelstellingen van passend onderwijs. Met de gemeenten voert het bestuur van het Samenwerkingsverband tenminste éénmaal in de vier jaar, de planperiode van een Ondersteuningsplan, OOGO (Op Overeenstemming Gericht Overleg). In de eerste planperiode stelt het bestuur van het Samenwerkingsverband voor om dat vaker te doen. Onderwerp van dat overleg is de samenhang tussen het Ondersteuningsplan en de plannen in het kader van de transitie van de jeugdzorg en een aantal andere thema’s. Samenhang en afstemming tussen onderwijs en jeugdzorg is van essentieel belang. Het Samenwerkingsverband passend onderwijs is een belangrijk onderdeel in de educatieve infrastructuur van ondersteuning en zorg in de regio. Het onderwijs neemt daarin een bijzondere positie in en heeft een bijzondere verantwoordelijkheid. Centraal staat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van een doorgaande leeren ontwikkelingslijn van de leerling. Door de invoering van passend onderwijs komt daarbij de bijzondere verantwoordelijkheid zorg te dragen voor een passende plaats voor iedere leerling in het onderwijs. De inzet van de expertise van jeugdzorg is daarbij van groot belang. De essentie van een gezamenlijke missie is dat gemeenten, scholen, zorginstellingen en overige partners – ketenpartners van elkaar – de krachten bundelen en elkaar versterken. Werken vanuit één gezamenlijke visie, waarin het kind, de jongere en hun ouders/gezin centraal staan vergroot de kans op succesvolle ondersteuning en hulp. Op hoofdlijnen betekent dit dat de partners zich gezamenlijk inspannen om kinderen een goede start te bieden, overdracht en overgangen goed te regelen, problemen en uitval zoveel mogelijk te voorkomen en daar waar nodig adequate ondersteuning te bieden in en rond de scholen en in en rond het gezin. In het 3-kolommenschema zijn de thema’s, waarop gemeenten en schoolbesturen elkaar treffen, samengevat. De thema’s zijn onderverdeeld in drie categorieën om duidelijk te maken welke thema’s primair bij één van beide partners liggen en welke thema’s op het snijvlak van beide partners liggen. Ook wanneer de wetgeving de primaire uitvoeringstaak bij één partij legt, ligt het thema vaak op het snijvlak en hebben partijen elkaar nadrukkelijk nodig bij de uitvoering.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
18
De linkerkant van het schema verwoordt de verantwoordelijkheden van gemeenten, rechts die van de schoolbesturen. Op het snijvlak (middenkolom): de onderwerpen waarop de beide partijen elkaar treffen. De invulling van de agenda is maatwerk en evolueert. Bespreekpunten voor het OOGO De samenwerkingsagenda wordt bepaald door het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband en de consequenties daarvan voor het gemeentelijk beleid en omgekeerd door (de voornemens voor) het gemeentelijk beleid en de impact daarvan op de plannen van het Samenwerkingsverband. Het gaat om:
de jeugdzorg; de overgangen van peuterspeelzaal/kinderopvang naar primair onderwijs en vervolgens naar het voortgezet onderwijs; het leerlingenvervoer; de leerplicht, het tegengaan voortijdig schoolverlaten en aanpak thuiszitters; de onderwijshuisvesting; eventueel andere gezamenlijk overeen te komen overlegpunten.
De nieuwe Jeugdwet stelt dat jongeren gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen participeren in de samenleving. Het nieuwe jeugdstelsel moet eenvoudiger worden en aansluiten op de eigen kracht en sociale netwerken van burgers.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
19
De gemeente(n) heeft / hebben de regie over de gehele jeugdketen en de afstemming met overige diensten op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen, sport en veiligheid. De gemeente(n) voorzien in vertrouwenspersonen voor jeugdigen, hun ouders, pleegouders of netwerkpleegouders die te maken hebben met hulpverleners. Gezamenlijke agenda gemeenten Zuid- Limburg / onderwijs De visie van de achttien Zuid-Limburgse gemeenten met betrekking tot preventie, jeugdhulp en de uitvoering van Kinderbeschermingsmaatregelen en Jeugdreclassering is gebaseerd op acht ambities:
meer ruimte geven aan eigen verantwoordelijkheid en kracht van jeugdigen en ouders, de pedagogische omgeving van het kind versterken, tijdig signaleren én meteen actie ondernemen (registreren in de verwijsindex), hulp is licht waar het kan, zwaar waar het moet, integraal door alle leefgebieden te betrekken, veiligheid en rechtsbescherming voor de jeugdige, sterk door samenwerken en resultaatgericht (effectiviteit en efficiëntie), couleur locale (kernen, buurten, omgeving van kinderen verschillen van elkaar).
Om de ambities van de Zuid-Limburgse gemeentes, samen met bezuinigingen en de herverdeeloperatie, te realiseren zal de cultuur c.q. de werkwijze van de professionals, onderwijsinstellingen en opleidingsinstituten voor de zorg, ambtenaren en het gemeentebestuur moeten veranderen (“van zorgen voor... naar zorgen dat”). Dit moet hand in hand gaan met de cultuurverandering bij de burger wat betreft het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht. De Zuid-Limburgse gemeentes hebben zich gecommitteerd aan resultaatverplichtingen. Een aantal van deze in 2018 te halen resultaten sluit nauw aan bij de agenda van (de scholen van) het Samenwerkingsverband:
Vragen stellen rond opgroeien en ontplooien is normaal, evenals (mede) verantwoordelijkheid: ouders en jongeren worden hierop aangesproken (thema “opgroeien en ontplooien”). De pedagogische infrastructuur van de leefomgeving van de jongere is versterkt. Iedereen die met jongeren en ouders werkt is in staat om opvoeden te versterken, werkt samen en weet de weg in het netwerk. Informele netwerken en basisvoorzieningen worden beter benut (thema “opgroeien en ontplooien”). Toewerken naar een meer inclusieve samenleving. Onderwijs, welzijnswerk en verenigingsleven gaan een bredere doelgroep bedienen (thema “opgroeien en ontplooien”). Een goed functionerende, vrij toegankelijke voorziening in de eigen omgeving waar jeugdigen/ouders terecht kunnen met een ongedeelde vraag. Deze voorziening kan ook functioneren als toegang indien inzet van passende hulp nodig is (thema “versterken”). Met een groter percentage van de jongeren in Zuid-Limburg gaat het goed (afname van vraag specialistische jeugdhulp van 20 naar 15%). De verschillen ten opzichte van het landelijk gemiddelde zijn afgenomen (thema “versterken”). Voorzien in een deskundige beoordeling en inzet van een passend aanbod van jeugdhulp, waarbij de integrale vraag, de eigen kracht en zelfregie uitgangspunt blijft naast ondersteuning, hulp en zorg op maat. Voorzieningen zijn zo ingericht dat ouders hun taak als verzorger en opvoeder kunnen blijven vervullen (thema “ondersteunen”). Ontmedicaliseren, ontzorgen en normaliseren is uitgangspunt bij de meer intensieve hulp (thema “ondersteunen”). Professionals hebben ruimte om te doen wat nodig is, zijn efficiënt en kostenbewust. De regeldruk is verminderd (thema “ondersteunen”).
Voor jongeren tussen de 4 en 23 jaar is onderwijs de belangrijkste vindplaats van jeugdzorg, immers naast het gezin is dit de plaats waar de jongere (het meest) structureel verblijft. Onderwijsvoorzieningen (scholen) zijn dan ook belangrijke werkplaats met betrekking tot de uitvoering van jeugdzorg. Bij eerste signalering van problemen mag van het onderwijs verwacht worden dat ze het initiatief nemen om jeugdzorg in een zo vroeg mogelijk stadium erbij te betrekken. Net als voor professionals in de jeugdzorg het centrale motto van “zorgen
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
20
voor .... naar zorgen dat……….” een belangrijk ontwikkelpunt is zal dat ook zo zijn voor de professionals in het onderwijs. Dit punt zal, samen met “van praten over ... naar praten met”, de komende planperiode in de ondersteuning veel aandacht vragen. In nauwe samenwerking met de diverse sociale (wijk)teams waarmee scholen — het kan niet genoeg onderstreept worden — geprotocolleerd en éénduidig samenwerken, zal dit de komende tijd ontwikkeld worden. De constatering dat voor jongeren tussen de 4 en 23 jaar onderwijs de belangrijkste vindplaats van jeugdzorg is en daarmee de school een belangrijke werkplaats met betrekking tot de uitvoering van jeugdzorg is laat onverlet dat onderwijs en jeugdhulpverlening twee verschillende disciplines zijn. Er is een delicaat evenwicht tussen beide partijen om zowel de doelstellingen van passend onderwijs als de in de (concept) beleidskaders jeugdhulpverlening Zuid – Limburg en Parkstad Limburg 2014 – 2018 beoogde resultaten te bereiken. Beide doen dat op een andere maar complementaire wijze. Het onderwijs zorgt waar nodig voor de benodigde onderwijs (gerelateerde) ondersteuning, jeugdhulpverlening voor het ervoor zorgen dat de juiste zorg geboden wordt. Hoe goed ook toegerust, de professionals in de onderwijsinstellingen zijn geen hulpverleners. Het overleg met de voorschoolse voorzieningen en het samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Parkstad Voor de realisering van een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn van alle leerlingen is een regelmatige afstemming met zowel de voorschoolse voorzieningen als het voortgezet onderwijs voorwaardelijk. Dit krijgt o.a. vorm en inhoud in het werkproces “warme overdracht”. Daartoe zijn in de basisondersteuning indicatoren opgenomen (zie overzicht). OOGO, andermaal Over de jeugdzorg of beter de jeugdhulp zijn de knelpunten maar vooral de kansen in het bovenstaande voldoende uit de doeken gedaan. Wat betreft de overgangen van peuterspeelzaal/ kinderopvang naar primair onderwijs en vervolgens het voortgezet onderwijs, is het OOGO slechts de vinger aan de pols van de overleggen die gemeentes met de besturen van de instellingen voert. Een sterke basis — nodig om leerlingen zoveel mogelijk regulier onderwijs te laten volgen — vraagt om krachtige scholen. In een ook door krimp geplaagde regio vraagt dat van alle betrokkenen de moed om keuzes te maken. Passend Onderwijs 'zo dicht bij mogelijk' aanbieden brengt een bestuurlijk dilemma met zich mee: samenvoeging van scholen of locaties maakt scholen krachtiger in het faciliteren van ondersteunend onderwijs maar kan ook betekenen dat niet alle scholen / locaties open kunnen blijven en dat leerlingen daardoor soms (iets) verderop het gewenste onderwijs gaan volgen. In deze betrekkelijk dichtbevolkte regio zal door (eventuele) concentratie de afstand naar school naar landelijke maatstaf nog altijd "dichtbij" blijven. Het verdient dan ook aanbeveling om voor de onderwijshuisvesting samen met de gemeentebesturen aan de tafel te gaan zitten om de gewijzigde leerlingenstromen goed in beeld te krijgen. Het betreft hier de thema's: concentratie, door krimp zal het aantal onderwijslocaties verminderen en door een versterking van de ondersteuningsbasis wellicht nog meer; • passend onderwijs, het SBO en SO zal als gevolg van het ingezette beleid de komende jaren sterker krimpen.
•
Het aantal leerlingen dat een beroep doet op leerlingenvervoer zal door de daling van de deelname aan het SBO en SO afnemen. Er blijft echter ook een noodzaak om leerlingen begeleid van en naar de school te laten reizen. De hoge kosten die gemoeid zijn met het vervoer van leerlingen vraagt om slimme oplossingen. Niet alle leerlingen van en het SBO en SO zijn even kwetsbaar. Voor de meest kwetsbare leerlingen is het huidige voorzieningenniveau ook in de toekomst de maat. Voor minder kwetsbare leerlingen kunnen andere oplossingen gekozen worden, variërend van oplossingen uit de eigen kring, via begeleid deelnemen aan het openbaar vervoer tot handhaving van de huidige situatie. Het Samenwerkingsverband verwacht van de gemeenten dat zij het leerlingenvervoer blijven organiseren en bekostigen op een niveau dat recht doet aan de mogelijkheden van de leerlingen en hun ouders. Het ingezette succesvolle beleid om leerplicht strikter te handhaven en het tegengaan voortijdig schoolverlaten zal de komende jaren voortgezet moeten worden, in toenemende mate onder de paraplu van passend onderwijs. Leerplichthandhaving en VSV correleren sterk met zwakkere sociale systemen waarin deze leerlingen verkeren. De versterking van het draagvlak binnen de sociale systemen brengen school en jeugdhulp
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
21
bij elkaar (1Gezin1Plan). Door meer rekening te houden met de verschillen tussen leerlingen zullen de scholen ook aantrekkelijker onderwijs gaan bieden dat meer aansluit bij de capaciteiten van de leerling. De leerling wordt serieus genomen maar de school mag ook verwachten dat de leerling het onderwijs (en de daaraan gekoppelde verplichtingen) serieus neemt. Landelijke berichtgeving dat, door de invoering van passend onderwijs, onbedoeld, het aantal thuiszitters zal toenemen, maakt scholen en jeugdhulp extra alert om te voorkomen dat dit gebeurt. Het vraagt enerzijds begrip en geduld, de thuiszitter blijft niet zomaar thuis en anderzijds om een heldere koers: thuiszitten is nooit een oplossing voor dit probleem. School en het gezinssysteem zijn in gelijke mate aanspreekbaar en aan zet.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
22
Hoofdstuk 7 Kwaliteitszorg Monitoring en evaluatie Ondersteuningsplan Het Ondersteuningsplan wordt ieder jaar geëvalueerd. Nieuwe ontwikkelingen worden direct meegenomen in het Ondersteuningsplan, wardoor de informatie altijd actueel is. De doelstellingen voor vier jaar schuiven ook mee, waardoor er altijd sprake is van een lange termijn beleid met een concreet uitgewerkt eerste jaar. Iedere vier jaar wordt het Ondersteuningsplan vastgesteld volgens het wettelijk kader. Activiteitenplan en evaluatie Naast het Ondersteuningsplan maakt het Samenwerkingsverband voor ieder schooljaar een activiteitenplan. Dit activiteitenplan is in juni beschikbaar. Het activiteitenplan en de evaluatie vormen een vast agendapunt op de bestuursvergadering einde schooljaar. De plannen en de resultaten zijn voor iedere betrokkene in het Samenwerkingsverband zichtbaar. Monitor Het Samenwerkingsverband ontwikkelt een monitor om vast te stellen of de verwachtingen en doelen van passend onderwijs uitkomen c.q. worden gehaald. Indicatoren op het niveau van het Samenwerkingsverband zijn:
Aantal thuiszitters; Aantal leerlingen dat geplaatst is in het SBO of SO; Aantal klachten over de toewijzing van extra ondersteuning; De mate van transparante, rechtmatige en doelmatige inzet van de ondersteuningsmiddelen; De aandacht voor minimalisering van bureaucratie en administratie en de voortgang daarbinnen; De mate van actieve samenwerking met gemeenten en ketenpartners.
Indicatoren op het niveau van de onderwijskwaliteit zijn:
De kwaliteit van de basisondersteuning; Passend onderwijs in de groep: het aantal leraren dat kan omgaan met verschillen; De leerresultaten van leerlingen die extra ondersteuning krijgen; De sociale/emotionele ontwikkeling van leerlingen die extra ondersteuning krijgen; De tevredenheid van ouders over de kwaliteit en plaatsing van hun kind; Tevredenheid van ouders over de passende plek en de geboden ondersteuning.
Bestuursverslag De directeur van het Samenwerkingsverband maakt voor het bestuur een bestuursverslag met daarin de belangrijkste inhoudelijke en financiële ontwikkelingen. De inhoudelijke en financiële kengetallen van het Samenwerkingsverband maken een vast onderdeel uit van het bestuursverslag. Kengetallen Het Samenwerkingsverband houdt t.b.v. de monitor en de planning & control cyclus gedurende het jaar systematisch de volgende kengetallen bij om de resultaten en de kwaliteit van de processen en de organisatie te evalueren en waar nodig het beleid op bij te stellen. Financiële kengetallen
Rentabiliteit; resultaat gedeeld door de totale baten
Kapitalisatiefactor; activa zijde gedeeld door de totale baten (omzet)
Eigen vermogen
Weerstandsvermogen; het eigen vermogen minus de materiële vaste activa uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
23
Solvabiliteit; Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen
Minimale en maximale ondersteuningsbudget per leerling en de spreiding
Inhoudelijke kengetallen
Aantal leerlingen in het regulier onderwijs
Aantal leerlingen in het SBO per school
Aantal leerlingen in het SO per school
Aantal scholen met aangepast toezicht door de onderwijsinspectie binnen het Samenwerkingsverband
Aantal TLV’s afgegeven vanuit het onderwijs
Aantal TLV’s afgegeven vanuit de zorg
Aantal verwijzingen en terugplaatsingen, uitgesplitst per school
Ingezette individuele ondersteuning vanuit het Samenwerkingsverband; periode, hoeveelheid ondersteuning, school en uitstroom
Aantal thuiszitters; meldingen van scholen en thuiszitters volgens de landelijke definitie
Aantal mediationtrajecten; aantal meldingen bij de landelijke geschillencommissie, de landelijke Ouderlijn en het Bureau Onderwijsconsulenten
Verantwoording Jaarlijks voert de inspectie een risicoanalyse uit op basis van de aanwezige documenten. Voor deze risicodetectie hanteert de inspectie een risicomodel dat is gebaseerd op zes parameters. De inspectie ontwikkelt en ijkt voor elke parameter normen. De parameters dienen alleen om te bepalen of er aanleiding is om in gesprek te gaan met het bestuur van het Samenwerkingsverband. Na dit gesprek kan blijken dat er geen aanleiding is om nader onderzoek te doen. De parameters zijn:
Thuiszitters, niet deelnemers aan onderwijs;
Spreiding en doorstroom in het onderwijs;
(Eerder gegeven) inspectieoordelen op scholen en instellingen;
Signalen;
Het Ondersteuningsplan, de jaarverslagen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen
De deskundigheid op het gebied van ondersteuning door de leraar
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
24
Hoofdstuk 8 Het financiële kader Door de invoering van budgetfinanciering beschikt het Samenwerkingsverband over minder financiële middelen dan we op dit moment in gezamenlijkheid besteden aan de ondersteuning van onze leerlingen. De verevening is een tijdelijke compenserende maatregel. We hanteren een financieel systeem waarin prikkels zijn opgenomen die helpen om de juiste balans te vinden tussen de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen en de kosten daarvan. Daarmee beheersen we de kosten en zorgen ervoor dat de leerlingen de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben. We beschouwen de ondersteuningsmiddelen als geoormerkte middelen waarmee voldaan moet worden aan de zorgplicht en passend onderwijs. Het schoolbestuur legt over de bereikte resultaten, op basis van het ondersteuningsplan, verantwoording af aan het Samenwerkingsverband. De inspectie houdt toezicht of het Samenwerkingsverband haar ondersteuningsbudget doelmatig en rechtmatig besteed. Tenslotte legt het Samenwerkingsverband publieke verantwoording af aan stakeholders, o.a. het ministerie.
Het ondersteuningsbudget Het Samenwerkingsverband krijgt geleidelijk de beschikking over alle middelen die bedoeld zijn voor de lichte ondersteuning (voorheen WSNS) en middelen die bedoeld zijn voor de zware ondersteuning (voorheen SO-bekostiging en LGF). Het aantal leerlingen bepaalt de hoogte van het ondersteuningsbudget van het Samenwerkingsverband. De lichte ondersteuning wordt bepaald door het totaal aantal leerlingen op het regulier onderwijs en bedraagt € 157,- per leerling. De zware ondersteuning wordt bepaald door het aantal leerlingen op het regulier en het speciaal basisonderwijs en bedraagt € 325,- per leerling. Het bedrag staat los van de ondersteuningsbehoeften van individuele leerlingen en is voor ieder Samenwerkingsverband gelijk. Dit betekent dat er bij minder verwijzingen naar het SBO en het SO direct meer geld beschikbaar is voor de reguliere basisscholen en andersom. Het Samenwerkingsverband kan niet altijd een directe invloed uitoefenen op de leerlingstromen. Denk aan de leerlingen die in het SO worden geplaatst via een zorgindicatie of bijvoorbeeld de populatie leerlingen met een ernstige meervoudige beperking. De financieringssystematiek is als het ware een waterbedconstructie: de hoeveelheid middelen per leerling blijft altijd gelijk, maar de besteding ervan kan veranderen. Passend indiceren Passend Indiceren is een verdeelmodel voor de ondersteuningsmiddelen van Samenwerkingsverbanden. Het Passend Indiceren ondersteunt de inhoudelijke wens van Samenwerkingsverband PO.31.06. om scholen te stimuleren leerlingen thuisnabij een passend onderwijsaanbod te doen. Passend Indiceren gaat er vanuit dat het totale beschikbare ondersteuningsbudget van het Samenwerkingsverband wordt verdeeld onder de besturen, die vervolgens de middelen toekennen aan hun reguliere scholen. De scholen krijgen daarmee zoveel mogelijk zeggenschap over de ondersteuningsmiddelen. De reguliere school moet vervolgens alle extra ondersteuning vanuit het eigen budget organiseren. Zij besteedt haar budget voor passend onderwijs (preventie en/of herstellen ) en legt na ieder schooljaar verantwoording af aan haar bestuur volgens het principe ‘past toe of leg uit’. De extra ondersteuningskosten van een onderwijsplaats in het SBO of SO verloopt vooralsnog volgens de systematiek van de verevening. Samenwerkingsverband PO 31.06 maakt relatief veel gebruik van plaatsingen in het SBO en SO en krijgt gedurende de vereveningsperiode (tot schooljaar 2020-2021) extra ondersteuningsmiddelen om waar nodig de plaatsingen in het SBO en/of SO te kunnen continueren. De extra middelen lopen tijdens de vereveningsperiode gefaseerd terug van 100, 90, 75, 60, 30 naar 0%. Synchroon met de vereveningsystematiek laat het Samenwerkingsverband het aantal plaatsingen in het SBO en SO teruglopen. Hiermee voorkomt het Samenwerkingsverband dat in 2020-2021 een dreigend tekort uit de lumpsum van de deelnemende schoolbesturen moet worden bijgepast. Een van de resultaten van dit Ondersteuningsplan richt zich op het al in 2019-2020 bereiken van een deelnamepercentage SBO en SO op het landelijk gemiddeld. Er is afgesproken dat de organisatiekosten van het Samenwerkingsverband zo klein mogelijk worden gehouden en in mindering worden gebracht op het totale ondersteuningsbudget.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
25
Financiële maatregelen en risico’s In het Samenwerkingsverband is afgesproken dat de verevening in stappen van 25% zal worden gerealiseerd. Dit betekent dat het Samenwerkingsverband een jaar eerder de vereveningsdoelstelling wil bereiken.
Het Samenwerkingsverband wordt “lean en mean” ingericht. Er wordt voorzien in een deugdelijke financiële administratie en controle, jaarrekening en verantwoording.. Het startkapitaal van het Samenwerkingsverband bestaat uit het overschot van de € 10,-- per leerlingen over de schooljaren 2012 – 2013 en 2013 – 2014. Het Samenwerkingsverband hanteert een weerstandsvermogen van 10% van het ondersteuningsbudget en bouwt dat parallel met de vereveningsperiode af naar 5%. De dubbele rugzakken: dit onderdeel moet nog worden uitgewerkt. De kosten voor de leerlingen die op 1 augustus 2014 zijn ingeschreven in het SBO en SO worden rechtstreeks door DUO gekort op het ondersteuningsbudget van het Samenwerkingsverband. De ondersteuningskosten voor deze leerlingen worden niet teruggerekend naar de school van herkomst. We betalen die kosten (schooljaar 2014 – 2015 en 2015 – 2016) in solidariteit voor de leerlingen die gedurende deze periode zijn geplaatst in het SBO en SO. Specifieke aandacht voor de “onderinstromers”. Het betreft hier de kinderen die bijvoorbeeld vanuit het Medisch Kinderdagverblijf (MKD), het KinderDagCentrum (KDC) of medische revalidatie rechtstreeks instromen in het SBO dan wel SO. Vanaf 1 augustus dient het Samenwerkingsverband ook voor deze leerlingen een toelaatbaarheidsverklaring af te geven. Pragmatisch wordt hier als volgt mee omgegaan: de kinderen die vanaf 1 augustus 2014 tot 1 augustus 2015 de overstap maken van MKD naar Onderwijs krijgen een tijdelijke toelaatbaarheidsverklaring (maximaal 2 jaar). Vanaf 1 augustus 2014 gaat het onderwijs samen met het MKD en betreffende ouders een triade vormen zodat een nieuwe praktijk van overstappen ontwikkeld gaat worden. Vanaf 1 augustus 2015 gaan ook de leerlingen van het MKD naar het reguliere onderwijs, waar nodig met extra ondersteuning.
Personele maatregelen en risico’s Risico’s op basis van het tripartiete akkoord. Ontwikkeling en inrichting van een mobiliteitscentrum.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
26
BEGROTING SAMENWERKINGSVERBAND SWV Passend Onderwijs PO 31.06 Heerlen eo vanaf 1 aug. 2014 Weergave naar schooljaar
2014/15
2015/16
2016/17
2017/18
2018/19
2019/20
2020/21
Baten en lasten
Baten Rijksbijdragen OCW lichte ondersteuning Maatschappelijk werk Rijksbijdragen OCW zware ondersteuning Vereveningsbijdrage College-, cursus-, les- en examengelden bijdrage besturen aan tekort overdracht peildatum
Lasten Overdracht ivm leerlingen SBO >2% lichte ondersteuning Uitgaand grensverkeer, verrekening tussen SWV's Toegekend aan basisscholen Eenmalige extra ondersteuning Maatschappelijk werk Passende toeleiding Overdracht ivm leerlingen SO op 1 okt T-1 Overdracht ivm leerlingen SO op peildatum Herbestedingsverplichting maximaal Arrangementen (niveau opgave LGF 14-15) compensatie awbz (betaald uit 4 euro per ll in 16,65) Personeelslasten SWV Frictiepot/projectenpot Huisvestingslasten OPR ICT/website/monitor Bureaukosten Overige lasten
Saldo baten en lasten
€ 2.583.810 € 58.262 € 1.053.291 € € € € 3.695.363
€ 2.520.674 € 53.055 € 5.395.003 € 1.156.371 € € € 9.125.103
€ 2.459.244 € 49.125 € 5.263.767 € 1.098.553 € € € 8.870.689
€ 2.399.219 € 44.213 € 5.135.443 € 925.097 € € € 8.503.972
€ 2.340.598 € 43.230 € 5.010.031 € 693.823 € € € 8.087.682
€ 2.283.381 € 42.248 € 4.887.531 € 346.911 € € € 7.560.071
€ 2.229.070 € 41.265 € 4.773.562 € € € 367.745 € 7.411.642
€ 1.186.194 € 38.455 € 501.000 € 441.075 € 58.262 € 100.000 € 191.886 € 27.703 € € 527.239 € 69.000 € 245.000 € 150.000 € 26.583 € 9.999 € 5.000 € 26.583 € 6.333 € 3.610.312
€ 1.159.582 € 38.326 € 501.000 € € 53.055 € 100.000 € 4.958.907 € 615.427 € 483.825 € 508.609 € 69.000 € 245.000 € 150.000 € 25.000 € 10.000 € 5.000 € 25.000 € 4.000 € 8.951.731
€ 1.127.222 € 34.182 € 501.000 € € 49.125 € 100.000 € 4.873.555 € 615.427 € 483.825 € 508.609 € 69.000 € 245.000 € 150.000 € 25.000 € 10.000 € 5.000 € 25.000 € 4.000 € 8.825.945
€ 1.102.187 € 34.053 € 501.000 € € 44.213 € 100.000 € 4.746.860 € 619.915 € 483.825 € 508.609 € 69.000 € 245.000 € 150.000 € 25.000 € 10.000 € 5.000 € 25.000 € 4.000 € 8.673.661
€ 1.077.154 € 29.909 € 501.000 € € 43.230 € 100.000 € 4.652.392 € 606.485 € 483.825 € 508.609 € 69.000 € 245.000 € 150.000 € 25.000 € 10.000 € 5.000 € 25.000 € 4.000 € 8.535.604
€ 1.051.989 € 29.780 € 501.000 € € 42.248 € 100.000 € 4.567.040 € 606.485 € 483.825 € 508.609 € 69.000 € 245.000 € 150.000 € 25.000 € 10.000 € 5.000 € 25.000 € 4.000 € 8.423.976
€ 1.023.945 € 25.637 € 501.000 € € 41.265 € 100.000 € 4.472.574 € 619.915 € 483.825 € 508.609 € 69.000 € 245.000 € 150.000 € 25.000 € 10.000 € 5.000 € 25.000 € 4.000 € 8.309.770
€ 85.051
€ 173.372
€ 44.745
€ 169.688-
€ 447.922-
€ 863.905-
€ 898.128-
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
27
Toelichting op de begroting De systematiek van bekostiging in het Samenwerkingsverband is conform de systematiek van OCW: t-1. Dat heeft als voordeel dat in een krimpende regio meer leerlingen bekostigd kunnen worden dan er in betreffend schooljaar werkelijk zijn. In 2014-2015 start het Samenwerkingsverband met een nul situatie. De basis voor de bekostiging vormen de leerlingenaantallen per 01.10.2013. Ingecalculeerd is een jaarlijks krimppercentage van 2,5%. Baten:
Rijksbijdrage OCW lichte ondersteuning is gebaseerd op € 157 per leerling in het basisonderwijs. Maatschappelijk werk: Het budget voor maatschappelijk werk komt voort uit Weer Samen Naar School-beleid en wordt voortgezet. De middelen zijn bestemd voor de inzet van maatschappelijk werk op school. Rijksbijdrage OCW zware ondersteuning 2014-2015 is gebaseerd op LGF schooldeel basisschool en SBO (€ 508.607,00); een extra toekenning van € 16,65 per leerling basisonderwijs, SBO en SO vanwege wegvallen bezuiniging ( €284.898,00) en de materiële normbekostiging van € 26,68 per leerling (€ 259.783,00).
Lasten:
Overdracht i.v.m. SBO betreft lichte ondersteuning. Het betreft de volledige bekostiging van de leerlingen SBO >2%. Uitgaand grensverkeer is de verrekening tussen de samenwerkingsverbanden. Het komt uit de middelen voor lichte ondersteuning en is gebaseerd op de ervaringen tot nu toe. Toegekend aan de basisscholen wordt € 501.000,-. Schoolbesturen ontvangen € 30,- per leerling om naar rato door te sluizen naar de basisscholen voor het inzetten en/of inkopen van expertise op extra ondersteuning. In het overgangsjaar 2014-2015 is eenmalig een budget van € 541.075 ter beschikking. Reden hiervan is dat de overdracht van SO-leerlingen op peildatum 1 februari nog rechtstreeks bekostigd wordt door OCW. Er is voor gekozen om € 441.075 als eenmalige extra ondersteuning aan schoolbesturen toe te bedelen naar rato van het aantal leerlingen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Het budget voor maatschappelijk werk wordt toegekend aan de scholen naar rato van schoolgewicht. Passende toeleiding: Voor een goed begin van het gewenste proces van basis- en extra ondersteuning en voor een goede toeleiding naar tijdelijke toelaatbaarheid zijn trajectbegeleiders op het niveau van schoolbesturen (zorgplicht) en ten behoeve van het samenwerkingsverband (dekkend aanbod) wenselijk zo niet noodzakelijk. De inzet van deze mediërende generalisten gebeurt in de vorm van cofinanciering door het schoolbestuur en door het verband. Trajectbegeleiders zijn gebiedsgewijs inzetbaar. Overdracht i.v.m. leerlingen SO op 1 oktober op basis van T-1. Voor 2014-2015 is dit bedrag gevormd uit de materiële instandhouding, die per 1 januari 2015 naar het Samenwerkingsverband gaat. De personele middelen volgen per 1 augustus 2015. Overdracht i.v.m. leerlingen SO op peildatum 1 februari. Dit bedrag duidt op het verschil tussen 1 oktober en 1 februari, vooralsnog voor wat betreft de materiële instandhouding. Herbestedingsverplichting maximaal: in 2014-2015 krijgen de SO scholen nog de middelen voor ambulante begeleiding. Arrangementen (niveau opgave LGF 2014-2015) : het bedrag van € 527.239 is bedoeld voor de extra ondersteuning aan geïndiceerde rugzakleerlingen, waarvan de onderwijsbehoefte wordt geïnventariseerd.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
28
Compensatie AWBZ: De vergoeding voor AWBZ-compensatie, alhoewel niet specifiek geoormerkt, in de begroting wel voor dit doel bestemmen. Met personeelslasten SWV zijn bedoeld de personeelslaten betreffende de directeur van het verband, de secretariële ondersteuning en het deskundigenadvies (orthopedagoog/psycholoog voor een bepaalde omvang met ruimte om in het geval noodzakelijke aanvullende expertise in te huren). Frictiepot/projectenpot: de frictiepot is gezien de situatie waarin Passend Onderwijs verkeert, noodzakelijk voor de oplossing van onvoorziene, noodzakelijke omstandigheden of projecten op het niveau van het verband en/of schoolbesturen. Huisvestingslasten: betreft werkplekkosten voor directeur, secretariële ondersteuning, bovenschools toetsorgaan en ruimte voor overleg. OPR: bedrag ter beschikking van de OPR voor de vergoeding van de ouderleden (€ 50,- per OPR bijeenkomst met een maximum van 5 bijeenkomsten), personeelsleden (24 taakuren ) en voor vergaderkosten, reis- en verblijfkosten en deskundigheidsbevordering. ICT/Website: er is een bedrag bestemd voor een website Passend Onderwijs PO 31.06 in samenhang met de omliggende verbanden PO en (mogelijk) VO in Zuid-Midden Limburg. Voor de opbouw van een passend weerstandsvermogen is een positief exploitatieresultaat van € 85.051 opgenomen.
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
29
Lijst met afkortingen SBO SO LGF AWBZ OPR SWV BAO LG MG LZ ZMLK OOGO WPO ZML TLV OPP OZL VVE VO VSO WSNS ZAT VSV
Speciaal Basis Onderwijs Speciaal Onderwijs Leerling Gebonden Financiering Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Ondersteunings Plan Raad Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen PO 31.06 BasisOnderwijs Lichamelijk Gehandicapt Meervoudig Gehandicapt Langdurig Ziek Zeer Moeilijk Lerende Kinderen Op Overeenstemming Gericht Overleg Wet Primair Onderwijs Zeer Moeilijk Lerend ToeLaatbaarheidsVerklaring OntwikkelingsPersPectief Ondersteuning Zieke Leerlingen Voor- en Vroegschoolse Educatie Voortgezet Onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs Weer Samen Naar School Zorgadviesteam Voortijdig Schoolverlaten
Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. (PO 31.06)
30