Ondersteuningsplan 2014-2018
Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Bergen op Zoom e.o. 30.01
Beste leerlingen ouders en docenten, Met ingang van 1 augustus 2014 wordt passend onderwijs ingevoerd. Vanaf dat moment gaat er veel veranderen in de begeleidingsstructuur. De scholen voor voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs gaan samenwerken. De meeste voortgezet- onderwijs- leerlingen gaan naar gewone (reguliere) scholen. Sommige leerlingen gaan naar de zorglocatie aan de Pomonalaan, de Reboundvoorziening of naar het Aventurijn College. Deze leerlingen hebben meer of andere begeleiding nodig om een diploma te halen. Er zijn zelfs leerlingen die verder moeten reizen, zelfs wel naar Goes, Middelburg of Breda. Het is logisch dat de begeleiding voor deze leerlingen duurder is. Daarom wil onze minister dat de vo-scholen en de speciale scholen gaan samenwerken. Dat doen zij in een samenwerkingsverband. Dat samenwerkingsverband krijgt dan al het geld dat nodig is om de extra begeleiding te geven. Samenwerkingsverbanden maken dan zelf afspraken waar het geld naar toe gaat; naar het regulier onderwijs, naar het speciaal onderwijs of naar beide. Hoe een samenwerkingsverband dat doet, wordt beschreven in een ondersteuningsplan. Nu is iedereen bang dat alle leerlingen die extra begeleiding nodig hebben naar het regulier onderwijs gaan en dat de speciale scholen en voorzieningen verdwijnen. Je leest dat in kranten en er zijn vaak televisie-uitzendingen hierover. Waarschijnlijk ben je benieuwd naar wat passend onderwijs betekent voor onze scholen? De vo-scholen zijn al lang bezig met passend onderwijs. Op onze scholen werken zorgcoördinatoren die er voor zorgen dat leerlingen die extra begeleiding nodig hebben ie ook krijgen. Ook komen regelmatig ambulant begeleiders binnen van de speciale scholen voor leerlingen met een zogenaamde rugzak. Daarnaast werken op onze scholen psychologen en maatschappelijk werkenden. Wij bespreken leerlingen in ZAT’s (Zorgadviesteams). Als de school de hulp zelf niet kan bieden kunnen leerlingen doorverwezen worden naar de Pomonalaan, Reboundvoorziening of het Speciaal onderwijs. Als je het ondersteuningsplan leest dan merk je dat de speciale voorzieningen blijven. We gaan ze zelfs aan elkaar koppelen en met elkaar laten samenwerken. Wat je ook leest is dat de reguliere scholen middelen krijgen om leerlingen die extra begeleiding nodig hebben te kunnen helpen. Met hetzelfde geld, of zelfs een beetje meer kun je andere en soms betere dingen doen. Hoe elke school dat doet beschrijven zij in het onderwijsondersteuningsprofiel. De scholen hebben afgesproken om zich meer te richten op wat wel kan in plaats van wat niet. Begeleiding wordt bij voorkeur in het regulier onderwijs gegeven, maar als dat niet lukt, dan verwijzen wij naar de speciale voorzieningen. De scholen voor voortgezet onderwijs gaan samenwerken onder leiding van een directeur van het samenwerkingsverband. Ook gaan scholen meer samenwerken met de gemeenten en de Jeugdzorg. Het scholen uit het samenwerkingsverband zetten zich in op inzet van passende expertise en deskundigheidsbevordering van docenten Op de vmbo-scholen kent men het leerwegondersteunend onderwijs. Daarnaast is er in ons samenwerkingsverband een school voor praktijkonderwijs Het Kwadrant. Het samenwerkingsverband gaat de komen jaren nadenken over de inzet van gelden voor leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs. In het verleden spraken wij vaak over de leerlingen. Nu willen wij de extra begeleiding samen met ouders en leerlingen organiseren, dus met de leerling en ouders. Alle indicatieorganen (PCL, CvI) worden opgeheven. De scholen samen gaan bepalen welke leerlingen extra begeleiding nodig hebben en krijgen. De scholen samen gaan voor hogere kwaliteit. Dat gaan we meten, want meten is weten. Samen staan we voor een grote opdracht. Wat goed is gooien we niet overboord. Maar we maken het nog beter. Voor iedere leerling uit ons samenwerkingsverband een passend plaats. Dat kost wat, maar elke leerling is het waard.
2/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Inhoudsopgave
Voorwoord ondersteuningsplan .................................................................................................................. 4 Hoofdstuk 1 Waar gaan we voor? ........................................................................................................... 6 Hoofdstuk 2 Hoe gaan we het doen? ...................................................................................................... 7 Hoofdstuk 3 De regio in beeld .................................................................................................................. 8 Hoofdstuk 4 Maatregelen ter ondersteuning ........................................................................................ 10 Hoofdstuk 5 Wanneer extra ondersteuning nodig is? ......................................................................... 13 Hoofdstuk 6 Tijdelijk op een ander spoor ............................................................................................. 15 Hoofdstuk 7 Huidige en nieuwe positie leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs . 16 Hoofdstuk 8 Zonder ouders gaat het niet ............................................................................................. 17 Hoofdstuk 9 Onderdeel van een netwerk ............................................................................................. 18 Hoofdstuk 10 We gaan voor kwaliteit .................................................................................................... 20 Hoofdstuk 11 In contact met….. ............................................................................................................. 21 Hoofdstuk 12 Het mag wat kosten ......................................................................................................... 23
3/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Voorwoord ondersteuningsplan Het bestuur onderschrijft de beleidsuitgangspunten van Passend Onderwijs. Onze samenleving vraagt om vormgeving van scholen waarin alle leerlingen, ook als zij een extra ondersteuningsvraag hebben, onderwijs kunnen volgen in een reguliere setting. Dat vraagt veel van onze onderwijsgevenden en daar wordt hard aan gewerkt. Daarnaast is er een groep leerlingen die beter in een setting van speciaal onderwijs begeleid en opgeleid kan worden. Evengoed zullen zij door het volgen van onderwijs in speciale scholen opgroeien tot waardevolle mensen met veel betekenis voor de samenleving. Passend Onderwijs wordt vormgegeven in de scholen. Het is dan ook het vergezicht van de besturen dat inhoud en vormgeving daar door personeel van de scholen en in overleg met de ouders aan leerlingen wordt geboden. En -let wel- dat in onderlinge samenhang tussen die scholen. Het bestuur ziet toe op kwaliteit, is gesprekspartner van de landelijke en lokale overheid, stelt zich ondersteunend aan de processen in de school op en vertrekt vanuit het ‘adagium’ we doen het samen. Het bestuur zal veel operationele taken in de handen van een directeur leggen. Die zal dienen als katalysator voor het vergezicht: innovatie, ontwikkeling, implementatie en kwaliteit in en door de scholen. Er is een scholenoverleg gevormd. Daarin zit een management lid van iedere school in onze regio. Wenselijkheid, noodzaak, haalbaarheid, complementariteit en synergie krijgen daar hun vorm. Het laboratorium voor Passend Onderwijs en de leden uit dit overleg zorgen voor een kwaliteit rijke invoering van de afspraken in de eigen school. Binnen deze netwerkorganisatie hopen we het totale onderwijs in onze regio verder te ontwikkelen in een toonaangevend kwaliteitstraject voor Passend Onderwijs: onze leerlingen hebben daar recht op. Er is nog veel te doen. Het totale onderwijs staat schouder tegen schouder en dus is de wil er, maar er is afstemming nodig en er is ook nog veel te ontdekken over hoe zaken het beste vormgegeven kunnen worden. Samen zullen wij alles doen wat in ons vermogen ligt om ervoor te zorgen dat er geen leerlingen geen onderwijs kunnen volgen. Dat is een ambitie die alle onderwijsgevenden in deze regio bindt. Ook vandaag slagen we daar al heel goed in. Voor u ligt het eerste ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Bij Aan de totstandkoming van dit plan gingen vele discussies met schoolbesturen aan vooraf. De werkgroep onderwijs heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de inhoud samenstelling van het plan. Met de zorgcoördinatoren van het samenwerkingsverband is veelvuldig afgestemd. Zij hebben de lijn naar de werkvloer bewaakt en een belangrijke bijdrage geleverd aan het samenstellen van de ondersteuningsprofielen van de scholen. De werkgroep ZIOS heeft de verbinding tussen passend onderwijs en de transitie van de jeugdzorg beschreven. Directeuren van het speciaal onderwijs, praktijkonderwijs, de zorglocatie en Juzt hebben de boven schoolse zorgstructuur beschreven en vertaald. Er is veel aandacht besteed aan de afstemming van beleid met het basisonderwijs, speciaal onderwijs en het MBO. De bestuurlijke werkgroep heeft de inrichting van het samenwerkingsverband voorbereid, incl. statuten reglementen. Het ondersteuningsplan is geschreven binnen de context van de wet en het referentiekader passend onderwijs. Wij ontvingen lovende kritieken vanuit het steunpunt passend onderwijs voor ons ondersteuningsplan. Onze OPR heeft met het plan ingestemd.
4/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Het plan is opgebouwd uit 12 hoofdstukken. In deze hoofdstukken wordt de kern van het beleid beschreven. Elke hoofdstuk kent de volgende indeling: a. Wat zegt de wet b. Zo doen wij dat c. De activiteiten d. Documentatie In elk hoofdstuk wordt verwezen naar vastgestelde documenten. Deze documenten zijn verzameld in de (digitale) documenten map van het samenwerkingsverband. Het ondersteuningsplan en documenten map is te vinden op de website van het samenwerkingsverband: www.swv.brabantsewal.nl
Op januari 2014 heeft het op overeenstemmingsgericht overleg met de gemeenten plaatsgevonden. Op februari 2014 heeft het overleg met de ondersteuningsplanraad plaatsgevonden. Op april 2014 heeft van het bestuur van het samenwerkingsverband het ondersteuningsplan vastgesteld. Een ondersteuningsplan heeft een looptijd van 4 jaar. Omdat passend onderwijs een nieuw traject is met nog vele onbeantwoorde vragen is er gekozen voor tussentijdse evaluatie na 2 jaar. Aan het ondersteuningsplan is het financiële beleid van het samenwerkingsverband gekoppeld. Dit beleid is vertaald in een meerjarenbegroting. Wij danken ieder die een bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van dit ondersteuningsplan.
Marcel van Loo Voorzitter samenwerkingsverband Passend onderwijs De Brabantse Wal
Handtekening
5/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 1 Waar gaan we voor? Wat zegt de wet? Het samenwerkingsverband stelt zich ten doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen te realiseren en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Zo doen wij dat! Schoolbesturen voor voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor alle leerlingen met een extra ondersteuningsvraag. Daarbij staat voor ieder kind een uitdagend perspectief centraal en zo nodig een passende ondersteuning. Daartoe versterken zij de kwaliteit van het primaire proces en de leraar en versterken de positie van de ouders. Schoolbesturen houden voor leerlingen die daarvoor zijn aangewezen voortgezet speciaal onderwijs en een bovenschoolse voorziening in stand. Schoolbesturen zien het belang van een goede verbinding tussen de scholen onderling, het basisonderwijs en MBO, de instellingen voor jeugdhulp en de gemeenten. In alle gevallen staan de onderwijsondersteuningsbehoeften van leerlingen centraal: denken in kansen in plaats van belemmeringen. Het zorgteam van de school, het centrale punt van waaruit ondersteuning wordt georganiseerd, vormt de schakel tussen het regulier onderwijs, de speciale voorzieningen en het CJG. De samenwerkende schoolbesturen realiseren zo een dekkende zorgstructuur en maken bestuurlijke afspraken over de zorgplicht. Het bestuur van het samenwerkingsverband voelt zich verantwoordelijk voor elke leerling met een ondersteuningsbehoefte. Deze behoefte wordt zorgvuldig in beeld gebracht en vertaald in tijdelijke of meer definitieve onderwijsondersteuningsarrangementen. De arrangementen worden bij voorkeur in het regulier onderwijs aangeboden al dan niet door middel van samenwerking met de speciale voorzieningen of externe partners. Maar uitvoering vindt ook plaats in de speciale voorzieningen als dat moet. Er is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor leerlingstromen waardoor geen kind tussen wal en schip valt en voor ieder kind een passende plaats. Het scholenoverleg is belast met de uitvoering van het ondersteuningsplan. Dit overleg evalueert regelmatig de procesresultaten en rapporteert over de voortgang aan het bestuur. Het bestuur van het samenwerkingsverband werkt op een professionele manier samen met de schoolbesturen van de cluster 1 en 2 scholen. Het kwaliteitsbeleid van het samenwerkingsverband is gebaseerd op de plan-do-check- act- cyclus (pdca). Activiteiten planperiode Monitoren leerlingstromen. Versterken van de ondersteuningsstructuur aan de hand van het schoolondersteuningsprofiel. Keuze voor kwaliteitsinstrument en implementatie er van. Werkafspraken maken met besturen cluster 1 en 2 scholen. Uitvoeren plan aansluiting passend onderwijs op de transitie jeugdzorg. Inrichting zorgteams. Documenten Naam document
Database swv.brabantsewal.nl
Schoolondersteuningsprofiel format
Format.SOP.docx
6/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 2 Hoe gaan we het doen? Wat zegt de wet? Het samenwerkingsverband dient een van een rechtspersoon te zijn. Er wordt aangegeven welke bevoegde gezagen deelnemen of kunnen deelnemen aan het samenwerkingsverband. Daarnaast bevat de wet een aantal artikelen, dat impliciet een beroep doet op de organisatiekwaliteit van het samenwerkingsverband. Zo doen wij dat! Het samenwerkingsverband betreft schoolbesturen uit de gemeenten Bergen op Zoom, Steenbergen en Woensdrecht. Vanwege de opheffing van de vo-school op Tholen maakt de gemeente Tholen met ingang van 1-8-2014 formeel geen deel meer uit van het samenwerkingsverband. Omdat de meeste Thoolse leerlingen de vo-scholen in de regio Bergen op Zoom bezoeken is er spraken van samenwerking en afstemming met de Thoolse basisscholen en gemeente. Alle bevoegd gezagen en scholen voor (speciaal) voortgezet onderwijs uit het samenwerkingsverband zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband. De bestuursvorm van het samenwerkingsband is een stichting. De naam van het samenwerkingsverband is: Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Bergen op Zoom e.o. De stichting kent een bestuur, een scholenoverleg en een directeur. Het bestuur heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor de instandhouding van het samenwerkingsverband, voor het realiseren van een samenhangend geheel aan ondersteuningsvoorzieningen tussen en binnen de scholen en voor de kwaliteit er van. Tevens is het bestuur verantwoordelijke voor verdeling, besteding en toewijzing van de ondersteuningsmiddelen en voorzieningen alsmede voor de kwantitatieve en kwalitatieve van het onderwijs aan leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte en voor de daarmee samenhangende bedrijfsvoering. De directeur oefent zijn taken en bevoegdheden uit die aan de directeur krachtens een managementstatuur zijn gemandateerd. Het scholenoverleg ontwikkelt, bereidt voor en voert uit het inhoudelijk beleid van het samenwerkingsverband en fungeert als ontmoetingsplaats voor wederzijdse informatie- en gedachten uitwisseling. Afspraken zijn vastgelegd in statuten en reglementen. Het samenwerkingsverband heeft geen personeel in dienst. De directeur is gedetacheerd of wordt ingehuurd. Het bestuur van het samenwerkingsverband stemt het beleid af met de gemeenten in de REA. In het samenwerkingsverband is er een netwerk van zorgcoördinatoren. De werkrelatie met de schoolbesturen van de cluster 1 en 2 scholen wordt ingevuld door hen uit te nodigen voor bestuursvergaderingen waarop deze relatie is geagendeerd. Tevens onderhoudt de directeur de contacten met de Cluster 1 en 2 scholen en aanpalende besturen. Activiteiten planperiode Benoemen directeur. Uitvoeren en evalueren taken directeur op basis van managementstatuut. Oprichten scholenoverleg, uitvoeren activiteiten conform managementstatuut. Afstemmen op beleid gemeenten in de REA. Contacten onderhouden met Cluster 1 en 2. Documenten Naam document Statuten Samenwerkingsverband Managementstatuut Functiebeschrijving directeur
Database swv.brabantsewal.nl Statuten.docx Managementstatuut.docx Functiebeschrijving.docx
7/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 3 De regio in beeld Wat zegt de wet? De regio’s van de samenwerkingsverbanden zijn landelijk vastgelegd. Er is samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs. Er wordt gefocust op een gedecentraliseerd beleid dat direct aansluit bij de ondersteuningsstructuur in de regio. Het is verplicht op overeenstemming gerichte overleg met de gemeente(n) te voeren. Bij de begeleiding van leerlingen die extra ondersteuning ontvangen wordt indien nodig in overleg getreden worden met instellingen voor jeugdhulp. Zo ziet dat er uit! Het samenwerkingsverband bestrijkt de gemeenten Bergen op Zoom, Steenbergen en Woensdrecht en kent de volgende scholen en locaties, aangevuld met leerlingaantallen. (peildatum 1-10-2012). Scholenoverzicht regulier onderwijs Bestuur School OMO Mollerlyceum Zoommavo R@velijn Zuidwesthoek College Roncalli ROC West- Brabant Steenspil Zorglocatie Stichting ’t Rijks ’t Rijks SKVOB Juvenaat Lowys PorquinStichting Kwadrant
Aantal lln.
Rebound/Plus
Aantal lwoo pro
772 330 438 396 1209
Rugzak 1
Rugzak 2
Rugzak 3
Rugzak 4
0
0
23
8
22
0
1
1
6
7
0 0
3 4
6 4
7 10
966 120 2672
0
1
4
11
23
472
0
0
0
1
9
147
147
0
2
0
0
55
Op jaarbasis. Gemiddeld aanwezig aantal is 20
Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs Bestuur School Driepsan Cluster 4 Aventurijncollege Op de Rails Herstart St. RK Mytylschool Cluster 3 Mytylschool St. KPO Cluster 3 Kameleon Aurisgroep cluster 2 Auriscollege Goes
Aantal leerlingen uit SWV 155 10 plaatsen op jaarbasis 33 76 13
Deelnamepercentages Soort Lwoo Pro Thuiszitters VSO totaal
Samenwerkingsverband 9,85% 1.96% 0,11% 3,51%
Landelijk 10% 2,85% Lage score t.o.v. andere SWV 3,51%
8/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Activiteiten planperiode Aantal verwijzingen naar VSO is nu 3,5% Het streven is een langzame daling, of een korter verblijf in het speciaal onderwijs waardoor meer middelen beschikbaar komen voor versterking ondersteuningsstructuur op de reguliere scholen. Aantal beschikbare plaatsen op de zorglocatie (Transferium Pomonalaan) maximaal 140. Aantal beschikbare tijdelijke plaatsen op de zorglocatie (Transferium Pomonalaan) maximaal 50 op jaarbasis. Aantal beschikbare tijdelijke plaatsen bij Aventurijn College (lees Op de Rails en Herstart) vaststellen en inrichten. Inrichten bovenschoolse zorgstructuur met als werktitel Transferium Afspraken maken over de inzet van ambulante begeleiders vanaf schooljaar 2014-2015 Werkafspraken maken met Cluster 2 Uitwerken OOGO-afspraken met de gemeenten, waaronder: - Afstemming ZAT-CJG - Voortijdig schoolverlaten - Huisvesting - Leerlingenvervoer - Arbeidsparticipatie - Uitwerking afstemming passend onderwijs-Transitie Jeugdzorg Documenten Naam document
Database swv.brabantsewal.nl
Notitie Passend onderwijs Transitie Jeugdzorg
Oogo.docx
9/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 4 Maatregelen ter ondersteuning Wat zegt de wet? De wet passend onderwijs geeft aan dat iedere school een schoolondersteuningsprofiel moet hebben. Daarin geeft de school aan welke maatregelen genomen worden voor leerlingen die (extra) ondersteuning behoeven. Het profiel wordt voor een periode van vier jaar vastgesteld door het bevoegd gezag. De medezeggenschapsraad heeft een adviesrecht bij de vaststelling. Zo doen we dat! Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft wat het ondersteuningsprofiel betreft twee belangrijke keuzes gemaakt. Ten eerste de indeling van de ondersteuningsstructuur. Deze hebben wij als volgt gedefinieerd.
Basisondersteuning Het is de ondersteuning die de school zelf in en om de groepen en binnen de eigen organisatie biedt aan alle leerlingen. Onder basisondersteuning vallen ook de maatregelen van de school die open staan voor alle leerlingen, zoals het bieden van remediale hulp of trainingen, intern begeleiders, taal- en rekenspecialisten e.d. Ook de extra ondersteuning voor leerlingen met een lwoo-indicatie valt onder de basisondersteuning en wordt vastgelegd in een onderwijsarrangement.
Breedteondersteuning Dit is de ondersteuning om de school heen. De school wil zelf de verantwoordelijkheid blijven dragen voor het onderwijs, de ondersteuning en de ontwikkeling van de leerling, maar heeft daarbij hulp van specialisten nodig. Het kan daarbij gaan om ambulant begeleiders, schoolmaatschappelijk werk, CJG of de Jeugdgezondheidszorg
Diepteondersteuning Dit is de extra ondersteuning in de klas of in gespecialiseerde onderwijsvoorzieningen, settings, groepen of integratieklassen, binnen of buiten de school. In het geval de extra ondersteuning buiten de school een eigenstandige onderwijsvoorziening betreft wordt de verantwoordelijkheid voor de leerling overgedragen aan deze voorziening. De extra ondersteuning wordt toegewezen aan leerlingen die op een of meerdere punten een afwijkend onderwijsprogramma (een arrangement) volgen en waarvoor een ontwikkelingsperspectief is opgesteld. Toewijzing van extra ondersteuning is een taak van het samenwerkingsverband en betekent toewijzing van extra middelen.
10/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Op de tweede plaats willen wij handelen vanuit de ondersteuningsbehoefte van leerlingen. Daarbij is het onderwijsperspectief van de leerling leidend. Op een professionele manier onderzoeken wij op de school welke factoren het behalen van dat perspectief bevorderen dan wel belemmeren. Van daar uit wordt bepaald welke ondersteuningsbehoeften de leerling heeft. De ondersteuning die scholen bieden beschrijven we op een of meer van de volgende 5 velden uit het IVOmodel (Indiceren Vanuit Onderwijsbehoeften): 1. De hoeveelheid aandacht/handen in de klas 2. Aangepast lesmateriaal 3. Aanpassingen in de ruimtelijke omgeving 4. Expertise 5. Samenwerking met externe organisaties. Het handelingsgericht werken betekent ook dat er sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van school, ouders en de leerling. We praten niet “over” maar “met”. Het gaat daarbij om een blik die gericht is op de drie werelden: de thuissituatie, de school en de vrije tijd. Om een dergelijke integrale benadering te kunnen realiseren is een samenwerking met ouders en partners uit zorg en welzijn noodzakelijk. Deze vertrekpunten vormen de basis bij het opstellen van het schoolondersteuningsprofiel. Wij gebruiken in ons samenwerkingsverband een format dat naast bovengenoemde is gebaseerd op indicatoren uit de wet passend onderwijs, referentiekader passend onderwijs en toezichtkader inspectie. Daarmee wordt op schoolniveau een koppeling gemaakt tussen en schoolondersteuningsprofiel en het aannamebeleid inzake de zorgplicht. Het samenwerkingsverband heeft m.b.t. de schoolondersteuningsprofielen, die op alle scholen aan de orde zijn, een inventariserende, stimulerende, faciliterende, en toezichthoudende taak. Het kwaliteitsniveau en indicatoren zullen worden vastgesteld. Via zelfevaluatie en audits informeren we elkaar over de kwaliteit van de ondersteuning op onze scholen. Kwaliteitsontwikkeling zal leiden tot bijstelling van het schoolprofiel. We spreken daarom af dat het eerste schoolprofiel na twee jaar wordt geëvalueerd en bijgesteld. Scholen willen de basisondersteuning versterken. Voor de komende jaren is het van belang een relatie te leggen tussen de positie van de leraar en de verdere ontwikkeling van het schoolondersteuningsprofiel. Voor het realiseren van de doelstellingen van passend onderwijs op de werkvloer is zowel de inzet van leraren onmisbaar als een schoolondersteuningsprofiel dat aangeeft hoe er binnen deze school wordt omgegaan met verschillen tussen leerlingen. Het is de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag en de schoolleiding om te werken aan de versterking van de professionaliteit van de leraar. Ook het samenwerkingsverband heeft hier een taak in en heeft een aanbod van professionalisering van leraren in het ondersteuningsplan opgenomen. Het samenwerkingsverband zal kwaliteitscriteria opstellen voor de basisondersteuning. Bij de breedteondersteuning staat de samenwerking met partners centraal. Het samenwerkingsverband investeert daartoe door specialisten toe te voegen aan de zorgteams en werkafspraken te maken met de scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en partners uit de zorgstructuur. Het Transferium zal daartoe de plek worden waar expertise wordt gebundeld en van waaruit deze kan worden ingezet. De diepteondersteuning wordt gefinancierd uit de middelen zware ondersteuning. Een groot deel daarvan zal ingezet worden voor leerlingen die begeleid worden op de scholen voor speciaal onderwijs. Daarnaast betreft het de oude rugzakregeling. Voor rugzakleerlingen die op 1 augustus 2014 staan ingeschreven op onze scholen vervalt de rugzak. Het schooldeel van de middelen gaat naar het samenwerkingsverband, de wec-middelen blijven vooralsnog bij de rec-scholen. In ons samenwerkingsverband is afgesproken dat het schooldeel van de rugzakmiddelen de eerste twee jaar worden overgedragen aan de schoolbesturen. In tussentijd oriënteren de scholen zich op een aanbod van diepteondersteuning en het samenwerkingsband op passend indicatie11/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
criteria. Op niveau van het samenwerkingsverband wordt het aanbod van diepteondersteuning op de scholen of het speciaal onderwijs in beeld gebracht. Het budget lichte ondersteuning van het samenwerkingsverband zal ingezet worden voor de inzet van (bovenschoolse)specialisten zoals maatschappelijk werkenden en psychologen/ orthopedagogen en voor de inrichting van de bovenschoolse voorziening. Activiteiten planperiode Inrichten en versterken van de zorgstructuur op schoolniveau en niveau van het samenwerkingsverband. Inrichten kwaliteitsinstrument, zelfevaluatie en auditstructuur. Werken volgens het IVO-model. Handelingsgericht werken vanuit een onderwijsperspectief. Evalueren en bijstellen schoolondersteuningsprofiel. Overzicht diepteondersteuning in het samenwerkingsverband. Professionaliseringsaanbod voor docenten via het Transferium. Inzet en financiering van specialisten in de begeleidingsstructuur. Werkafspraken maken met speciaal onderwijs over inzet specialisten. Ontwikkelen, vaststellen diepteondersteuning en koppelen aan criteria. Inrichten bovenschoolse voorziening, incl. expertisecentrum. Documenten Naam document Schoolondersteuningsprofiel format
Database swv.brabantsewal.nl Format.SOP.docx
12/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 5 Wanneer extra ondersteuning nodig is? Wat zegt de wet? Het samenwerkingsverband stelt zich ten doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen te realiseren en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Daarbij hebben scholen zorgplicht. In het ondersteuningsplan moet aangegeven worden hoe de beoogde en bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning behoeven zijn bereikt tezamen met de daarmee samenhangende bekostiging. Bij de begeleiding van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, treedt zo nodig het bevoegd gezag in overleg met overige instellingen (instelling wet jeugdzorg, uitvoering wet publieke gezondheid, wet maatschappelijke ondersteuning, wet maatschappelijke ondersteuning of zorgaanbieder die geneeskundige geestelijke gezondheidszorg levert krachtens de zorgverzekeringswet). Het werken met het ontwikkelingsperspectief, dat is vastgesteld na op overeenstemming gericht overleg is gevoerd met de ouders. Zo doen wij dat! Bij de ondersteuning op school gaat het bijzonder om onderwerpen als vroegsignalering, planmatig handelen, handelingsgericht werken, integraal handelen, samenwerking met instellingen jeugdhulp en de eventuele inzet van middelen. Het Transferium functioneert daarbij ook als een expertisecentrum t.b.v. de samenwerkende scholen. Daar kunnen de scholen terecht met vragen, voor ondersteuning of voor ondersteuningsarrangementen. Ook wordt het scholingsaanbod daar gebundeld. Leerlingen voor wie de basisondersteuning niet voldoende is komen in aanmerking voor extra ondersteuning. Dit kan in de vorm van de inzet van extra middelen of ondersteuning, bovenschoolse voorziening in het samenwerkingsverband, het vso of de geïndiceerde jeugdhulpverlening. In de scholen worden maatregelen genomen die bestempeld kunnen worden als extra ondersteuning. Een deel van deze maatregelen kan gefinancierd worden vanuit het samenwerkingsverband. De maatregelen lopen uiteen van sterk individueel gerichte maatwerktrajecten tot georganiseerde orthopedagogische time-outs (zoals trajectgroepen). Scholen beschrijven het palet aan extra ondersteuning in het schoolondersteuningsprofiel. Daardoor kunnen veel scholen beschikken over een aanvullende expertise. Het samenwerkingsverband heeft gekozen voor een combinatie van het schoolmodel en expertisemodel. Middels het schoolmodel worden middelen zware ondersteuning toegekend aan de scholen op basis van de opgestelde schoolondersteuningsprofielen. Met het expertisemodel wordt bedoeld dat er bovenschoolse voorzieningen zijn zoals Transferium en voortgezet speciaal onderwijs. Toelating tot deze voorzieningen kan slechts met een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband. Er worden binnen de school en het samenwerkingsverband procedures ontwikkeld voor de toeleiding van leerlingen die in aanmerking komen voor extra ondersteuning. In het ondersteuningsplan wordt een typering van doelgroepen gegeven, die in aanmerking komt voor extra ondersteuning. Daarbij vertrekkend vanuit het huidig beleid. Indiceren geschiedt op basis van het IVO-model (indiceren vanuit onderwijsbehoeften). De ondersteuning is beschreven op de vijf velden van IVO en vastgelegd in een ontwikkelingsperspectief. Toekennen van (gefinancierde) ondersteuning wordt gedaan door de IVO-commissie. De werkwijze, procedures, besluitvorming en samenstelling van die commissies is beschreven. Deze beschrijving bevat ook de wijze waarop ouders geïnformeerd worden over de ondersteuningsmogelijkheden aan de leerlingen en de onafhankelijke ondersteuningsmogelijkheden voor ouders. Leerlingen die extra ondersteuning krijgen en waarvoor een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld worden geregistreerd. Deze gegevens moeten worden opgenomen in BRON (basisregistratie onderwijsnummer). 13/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Het samenwerkingsverband kent procedures van beroep en bezwaar. Het samenwerkingsverband is bevoegd zonder toestemming van degene die het betreft persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid als bedoeld in artikel 16 van de wet bescherming persoonsgegevens te verwerken met betrekking tot leerlingen, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitoefening van de taken, bedoeld in het zesde lid, onderdelen b tot en met d (toewijzen van ondersteuningsmiddelen). Het samenwerkingsverband verstrekt de gegevens, bedoeld in de eerste volzin, niet aan derden, met uitzondering van het bevoegd gezag van de school waar de desbetreffende leerling is aangemeld of ingeschreven. Het samenwerkingsverband bewaart de gegevens op een plaats die uitsluitend toegankelijk is voor het samenwerkingsverband en de deskundigen, bedoeld in het twaalfde lid (besluitvormers over toelaatbaarheid). Het samenwerkingsverband bewaart de gegevens tot drie jaar na afloop van: de beoordeling van de toelaatbaarheid van de leerling tot het voortgezet speciaal onderwijs; de advisering over de ondersteuningsbehoefte van de leerling aan het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven; de toewijzing van ondersteuningsmiddelen of ondersteuningsvoorzieningen aan de school, voor zover het voor die toewijzing nodig was gegevens van de leerling als bedoeld in de eerste volzin te verwerken. Activiteiten planperiode Werken met zorgplichtrouting. Inrichten voorlopige IVO-commissie. Inrichten IVO-commissie. Doelgroepenbeschrijving. Opstellen werkwijze, procedures, besluitvorming IVO commissie. Inrichten financiële tool, als monitor. Inrichten van de diepteondersteuning op de scholen. Opstellen procedures en reglementen. Inrichten beveiligd dossier.
Documenten Naam document
Database swv.brabantsewal.nl
14/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 6 Tijdelijk op een ander spoor Wat zegt de wet? In de wet passend onderwijs biedt artikel 17a, lid 10a de mogelijkheid onder verantwoordelijkheid van een samenwerkingsverband voortgezet onderwijs een Orthopedagogisch Didactisch Centrum in te richten (OPDC). Die voorziening kan dan een continuering zijn van OPDC-oude stijl of de huidige projecten als rebound, Op de Rails en Herstart. Zo doen wij dat! Het bestuur van het samenwerkingsverband kiest voor een bovenschoolse voorziening met als werktitel Transferium. Het betreft een omzetting, voortzetting en integratie van de nevenvestiging zorg, de rebound/plusvoorziening, Op de Rails en Herstart. Daarnaast maakt de school voor praktijkonderwijs deel uit van de opzet van het Transferium. Het Transferium kent daardoor drie locaties: a. Aventurijn College, detachering van leerlingen met een zware problematiek. b. Het Kwadrant, plaatsing van leerlingen met een indicatie praktijkonderwijs. c. De Pomonalaan, plaatsing van leerlingen met een vmbo-perspectief of detachering van vo-leerlingen. In beide gevallen bedoeld voor leerlingen met een gedrags- of sociaalemotionele problematiek of leerlingen die vanwege externe factoren overbelast zijn geraakt. Het ondersteuningsaanbod van de reguliere scholen is voor deze leerlingen ontoereikend. De directies van de scholen werken samen in een overlegorgaan, onder leiding van de directeur van het samenwerkingsverband. De drie locaties kennen 1 geïntegreerde toelatingscommissie. Dit scholenoverleg beschrijft in een notitie de inrichting van en toeleiding naar het Transferium evenals het aanbod van het expertisecentrum: visie, perspectief op en doelstellingen van de voorziening; beschrijving van de doelgroepen; procedures voor toeleiding, aanmelding, besluitvorming over plaatsing en de betrokkenen bij die besluitvorming; overzicht van het programma en de activiteiten; integraliteit van de aanpak; afspraken over communicatie tussen de voorziening en de school van herkomst; werken met een ontwikkelingsperspectief (verwachte uitstroomniveau en overzicht van de uit te voeren activiteiten); uitvoerende functionarissen (overzicht personeel, competenties, taken, aard van rechtspositionele aanstelling); inzet van ambulante begeleidingsmogelijkheden; organisatie en verantwoordelijkheden (leidinggeven, aansturing, overlegstructuur); kwaliteitsbeleid en – bewaking, waaronder ook de monitoring van de leerlingstromen; inzet van middelen; expertisecentrum. Activiteiten planperiode Inrichten Transferium. Opstellen en bijstellen notitie Transferium. Doelgroepenbeschrijving. Financiering Transferium. Documenten Naam document
Database swv.brabantsewal.nl
15/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 7 Huidige en nieuwe positie leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs Wat zegt de wet? De brief d.d. 5 april 2013 over de ‘Hoofdlijnen voor lwoo en pro’ in de toekomst geeft aan dat het budget lwoo en pro geïntegreerd gaat worden in het samenwerkingsverband passend onderwijs. Een en ander heeft consequenties voor de inhoudelijke ontwikkeling van de scholen en voor de toelating van leerlingen. Het is de bedoeling dat vanaf het schooljaar 2015-2016 de taakstelling van de RVC wordt overgenomen door de samenwerkingsverbanden. Zo doen we dat! Het oude samenwerkingsverband kent een Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De-PCL: - controleert alle aanvragen lwoo en pro; - geeft een advies op alle aanvragen lwoo en pro; - besluit over aanvragen waarbij sprake is van tegenstrijdige criteria; - besluit over aanvragen in grensgebied lwoo-pro; - besluit over toelating tot nevenvestiging zorg, Rebound en Plusvoorziening; - adviseert ouders indien zij daarom vragen; - geeft voorlichting aan het basisonderwijs. De PCL is samengesteld uit vertegenwoordigers van de vmbo-scholen, zorglocatie en het praktijkonderwijs. De coördinator van het samenwerkingsverband is voorzitter. De PCL van het samenwerkingsverband gebruikt de digitale tool van de RVC. De huidige PCL is goed in staat om na schooljaar 2015-2016 de taakstelling van de RVC over te nemen. Daarbij kan gebruik van de RVC-tool een uitkomst bieden. De verwachting is dat de nieuwe bekostigingssystematiek voor het vmbo/lwoo en het pro voor bestuurlijke spanning gaat zorgen binnen het samenwerkingsverband. Immers voor het vmbo/lwoo en pro gaat gelden dat er voor beide een splitsing plaatsvindt in de basisbekostiging en de extra bekostiging. Het vmbo/lwoo kent deze splitsing al langer. De inzet van de gelden worden in de situatie na 2016 onderwerp van breed bestuurlijk overleg, terwijl voorheen de gelden toevielen aan de scholen die de leerlingen per 1 oktober op de teldatum gemeld hadden. Activiteiten planperiode PCL als onderdeel van de IVO-commissie. Onderzoeken of overname RVC-tool tot de mogelijkheden behoort. Beleid lwoo/pro ontwikkelen. Documenten Naam document
Database swv.brabantsewal.nl
16/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 8 Zonder ouders gaat het niet Wat zegt de wet? In het ondersteuningsplan opnemen hoe ouders geïnformeerd worden over ondersteuningsmogelijkheden. Op overeenstemming gericht overleg voeren met ouders en/of leerlingen over ondersteuningsplan van de school en de jaarlijkse evaluatie. Aanmelding en toelating van leerlingen en de positie van ouders is beschreven. Tijdelijk geschillencommissie toelating en verwijdering bij geschil tussen ouders en het bevoegd gezag. Het samenwerkingsverband verstrekt van elk advies over de ondersteuningsbehoefte van een leerling een afschrift aan de ouders. Ouders in de medezeggenschapsraad hebben adviesrecht met betrekking tot het schoolondersteuningsprofiel; ouders in de ondersteuningsplanraad hebben instemmingsrecht ten aanzien van het ondersteuningsplan (wet medezeggenschap op scholen). Zo doen wij dat! Een van de belangrijkste uitgangspunten van passend onderwijs is de versterking van de samenwerking tussen school en ouders. In het bijzonder gaat het dan om ouders van leerlingen met ondersteuningsvragen. Verwacht wordt dat dankzij de wet passend onderwijs en dan in het bijzonder de zorgplicht ouders veel gerichter geadviseerd kunnen worden. De scholen zijn verplicht de ouders te betrekken bij de opstelling en de uitvoering van het ontwikkelingsperspectief. Het is de taak van alle scholen om ouders zo volledig mogelijk te informeren over de voortgang van de vorderingen van de leerlingen en niet wanneer er pas problemen zijn. Verder besteden alle scholen bijzondere aandacht aan de kwaliteit van de communicatie met de ouders. Die kwaliteit wordt gewaarborgd door vertrouwen, respect en verbondenheid met de leerling. In de communicatie met ouders staan de volgende onderwerpen centraal: zorgplicht; aanmelding en toelating van leerlingen; schoolondersteuningsprofiel; ontwikkelingsperspectief; betrokkenheid ouders bij leerlingbespreking, zorg- en adviesteam en PCL; bevorderen van vaardigheden en houding bij leraren; gezamenlijke afspraken over benadering van ouders, wanneer er meerdere instellingen in beeld zijn; in geval van conflict en geschil. Ten behoeve van ouders en leerlingen ontwikkelt het samenwerkingsverband een heldere brochure voor ouders. Tevens is alle informatie de vinden op de website van het samenwerkingsverband. Maar de belangrijkste plaats is de tafel waaraan het gesprek plaatsvindt. Activiteiten planperiode Samenstellen informatiebrochure. Inrichten website. Aandacht voor klachten en geschillen. Documenten Naam document
Database swv.brabantsewal.nl
17/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 9 Onderdeel van een netwerk Wat zegt de wet? Het ondersteuningsplan wordt niet vastgesteld voordat over een concept van het plan OOGO heeft plaatsgevonden met burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente of gemeenten en overleg heeft plaatsgevonden met het samenwerkingsverband, bedoeld in artikel 17a, tweede lid, van de wet op het voortgezet onderwijs, waarvan het gebied geheel of gedeeltelijk samenvalt met het gebied van het samenwerkingsverband. Het overleg met burgemeester en wethouders vindt plaats overeenkomstig een procedure, vastgesteld door het samenwerkingsverband en burgemeester en wethouders van die gemeente of gemeenten. De procedure bevat een voorziening voor het beslechten van geschillen. In artikel 17b wordt ten aanzien van leerlingen die extra ondersteuning behoeven gesteld dat het onderwijs gericht is op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. Zo nodig treedt het bevoegd gezag daarbij in overleg met een aantal instellingen zoals instellingen uit de jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning of een zorgaanbieder. Zo doen wij dat! Inzet van het OOGO is de samenhang tussen het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband en de plannen in het kader van de jeugdhulp. OOGO wordt gevoerd binnen de REA. Dit overleg moet gezien worden in de taakstelling van de gemeentelijke overheden zorg te dragen voor een dekkende zorgstructuur en alle leerlingen in beeld te hebben. Samenhang en afstemming tussen onderwijs en jeugdhulp is daarbij ook van essentieel belang. Het samenwerkingsverband passend onderwijs is een belangrijk onderdeel in de educatieve infrastructuur van ondersteuning en zorg in een regio. Het onderwijs neemt daarin een bijzondere positie in. Centraal daarin staat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de schoolloopbaan van de leerling. Door de invoering van passend onderwijs komt daarbij de bijzondere verantwoordelijkheid zorg te dragen voor een passende plaats voor iedere leerling in het onderwijs. Algemeen is het besef gegroeid dat de school voor de uitvoering van haar taakstelling het niet alleen kan en de ondersteuning nodig heeft van instellingen met expertise uit de jeugdhulp. In ons samenwerkingsverband is de werkgroep ZIOS actief. In deze werkgroep zitten vertegenwoordigers van: - de samenwerkingsverbanden basisonderwijs en voortgezet onderwijs; - het MBO; - de drie gemeenten uit ons samenwerkingsverband; - de coördinatoren van de Centra voor Jeugd en gezin. Deze werkgroep heeft de samenhang tussen de stelsels passendonderwijs en transitie jeugdzorg beschreven. Kernelementen van deze notitie zijn: - De school als vind- en werkplaats. - Inrichting van het ZAT. - Werkwijze ZAT in relatie tot CJG. - VSV en arbeidstoeleiding. - Tijdelijke opvang overbelaste leerlingen. - Aanbod jeugdzorg in het rond het onderwijs. - Leerlingenvervoer. - AWBZ begeleiding. - Geschillen.
18/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Afspraken die wij hebben gemaakt: - Schoolmaatschappelijk werk vormt de schakel tussen het ZAT en CJG. In het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs wordt 1,5 FTE daarvoor ingezet. Kosten worden gedragen door de samenwerkende gemeenten. - Schoolarts of jeugdverpleegkundige als lid van het ZAT. - Jeugdzorgmedewerkers zijn preventief werkzaam binnen de bovenschoolse voorziening (1,5 FTE) en het voortgezet speciaal onderwijs.(1 FTE). Kosten jeugdzorg. - Inzet van preventieve programma’s van jeugdzorg in het onderwijs. - Inzet van gespecialiseerde jeugdzorg in het onderwijs. - Intensieve samenwerking inzake arbeidstoeleiding van risicogroepen, zoals VSOleerlingen cluster 3 en 4 en het praktijkonderwijs
Activiteiten planperiode Afstemmen beleid. Inzet deskundigen binnen de ZAT’s. Plan van aanpak arbeidstoeleiding speciale doelgroepen. Aandacht voor klachten en geschillen. Uitvoeren jeugdzorgprogramma’s in het onderwijs en bovenschoolse voorzieningen. Documenten Naam document Notitie Passend onderwijs Transitie Jeugdzorg
Database swv.brabantsewal.nl OOGO.docx
19/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 10 We gaan voor kwaliteit Wat zegt de wet? De inspectie zal m.b.t. de samenwerkingsverbanden toezicht houden op de uitvoering van de taken van het samenwerkingsverband én de rechtmatige besteding van de middelen. Het toezicht op het samenwerkingsverband richt zich op de invulling en uitvoering van het ondersteuningsplan. Toezicht op de verantwoording via jaarverslaggeving. Het toezicht is, net zoals het toezicht op de scholen, risicogestuurd. Onderzoek vindt alleen plaats indien een samenwerkingsverband in negatieve zin opvalt. In die gevallen doet de inspectie onderzoek en beoordeelt met behulp van een toezichtkader het samenwerkingsverband op zijn handelen en indien nodig start een interventietraject uiteenlopend van intensivering van het toezicht tot sanctionering door opschorten of inhouden van de bekostiging. Zo doen we dat! Op basis van het toezichtkader gaat het om de volgende aandachtspunten voor het ondersteuningsplan: het belang onderschrijven van het systematisch verzamelen van data en de gemaakte afspraken met de bevoegde gezagen over het verwerven van de gegevens; belang onderschrijven van kwaliteitszorg en - borging in het samenwerkingsverband; algemene afspraken vastleggen over kwaliteit en werkprocedures (o.a. pdca cyclus); inspelen op het toezichtkader van de inspectie; het vaststellen van evaluatieprocedures en – termijnen; het vaststellen van indicatoren van dit samenwerkingsverband (eigen ambities in combinatie met het toezichtkader van de inspectie); samenstellen van financiële verantwoording en rapportages; nalopen van afspraken over inzet van middelen, de verantwoording daarvan met een overzicht van de bereikte resultaten en daarbij de bijzondere aandacht voor de relatie met instellingen voor jeugdhulp; op basis van de verdeelmodellen verstrekt het samenwerkingsverband aan de scholen financiële middelen. De afspraken over de inzet en het verwachte rendement daarvan worden geëvalueerd. Daarmee vormen deze aandachtspunten en de eigen uitgangspunten de basis van het kwaliteitsbeleid van het samenwerkingsverband. Activiteiten planperiode Inrichten kwaliteitssysteem met instrumenten, indicatoren, procedures en termijnen. Ontwikkelen financiële tool. Evaluatie. Documenten Naam document
Database swv.brabantsewal.nl
20/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 11 In contact met….. Wat zegt de wet? In de wet passend onderwijs is geen artikel opgenomen waarin directe voorwaarden verbonden zijn aan de inrichting van de communicatie. Uit een aantal artikelen kan wel worden afgeleid dat in het nieuwe samenwerkingsverband passend onderwijs veel zorg en aandacht besteed moet worden aan de kwaliteit van de communicatie. Vandaar dat een afzonderlijk hoofdstuk in het ondersteuningsplan gewenst is. Zo doen wij dat! Het samenwerkingsverband positioneert zich in de komende jaren in een netwerk van scholen, instellingen en gemeenten. Vastgesteld kan worden dat door het samenwerkingsverband veel taken op meerdere terreinen uitgevoerd moeten worden en dat het samenwerkingsverband met veel onderscheiden doelgroepen te maken heeft. Om de communicatie met al deze groepen goed te laten verlaten verlopen, is een aantal beleidsuitspraken in algemene zin over communicatie van groot belang. Daarbij spelen de volgende beleidsuitgangspunten een rol: het samenwerkingsverband kenmerkt zich als een netwerkorganisatie, dat betekent dat er veelvuldig contact is tussen alle partners van het verband; er wordt gestreefd naar korte, open en transparante communicatielijnen, waarbij ook gebruik gemaakt wordt van de digitale en sociale media; de werkprincipes van good governance worden nagestreefd. Het werkprincipe van good governance betekent zowel een verticale als een horizontale verantwoording naar alle partners. Bij verticale verantwoording is dat gericht op de overheid en bij horizontale verantwoording gaat dat in de richting van de bevoegde gezagen, de scholen, de ouders, leerlingen, de instellingen voor zorg en jeugdhulpverlening. Ten behoeve van het onderhouden van contacten zet het SWV diverse communicatiemiddelen in. Onderhouden van een website Het samenwerkingsverband onderhoudt een website. Deze site heeft een aantal functies: informeren: het geven van informatie over alle relevante ontwikkelingen inzake het samenwerkingsverband; communiceren: het uitwisselen van informaties, verslagen, meningen en ervaringen; ondersteuning bij administratieve processen: het gaat dan het gebruik van de website voor aanmeldingen, indienen van verzoeken, inschrijven e.d.; opiniëren: het bieden van een platform aan het verspreiden en delen van meningen; delen van verbandsgebonden informatie: het gaat hier om een gesloten forum dat toegankelijk is voor een beperkte groep betrokkenen binnen het samenwerkingsverband met daarin opgenomen verslagen van vergaderingen e.d.
Communicatie via berichten, mededelingen e.d. Het samenwerkingsverband verspreidt vaak berichten en mededelingen aan de diverse doelgroepen. Bedoeling hiervan is om deze doelgroepen te informeren over ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband. Daarnaast wordt informatie verstrekt over landelijke en regionale ontwikkelingen die betrekking hebben op onderwijs en zorg. Beleidsdocumenten, rapportages e.d. Regelmatig draagt het samenwerkingsverband zorg voor de ontwikkeling en verspreiding van beleidsdocumenten, rapportages e.d. Door de wetgeving wordt verplicht om vierjaarlijks in ieder geval het ondersteuningsplan samen te stellen. De praktijk zal zijn dat er aanmerkelijk meer documenten samengesteld en verspreid worden. 21/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Het samenwerkingsverband hanteert voor de ontwikkeling van de al deze documenten vooral de gerichtheid op de doelgroep, leesbaarheid en toegankelijkheid als de belangrijkste uitgangspunten. Verslaglegging; jaarverslag Het samenwerkingsverband verzorgt jaarlijks een jaarverslag. Daarin wordt teruggeblikt op de belangrijkste resultaten van dat jaar en wordt vanuit zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve blik gekeken naar alle activiteiten. Denk daarbij aan: overzicht van diverse typen van vergaderingen, scholingsactiviteiten, deelname van leerlingen aan voorzieningen, inzet van ondersteuningsmiddelen en vastgestelde effecten e.d. Wanneer een samenwerkingsverband een monitoringbeleid voert en relevante data verzamelt, is het jaarverslag de plek om daarin verslag te doen van die activiteiten. Denk daarbij aan gegevens als: in-, door- en uitstroom, registratie van thuiszitters, deelname aan voorzieningen als Transferium en VSO, aantal leerlingen dat gebruik maakt van extra ondersteuning, aantal leerlingen besproken in zorg- en adviesteam e.d. Dienstverlening in communicatie Het samenwerkingsverband vindt het belangrijk dat scholen en bevoegde gezagen op een goede en efficiënte wijze communiceren met een aantal doelgroepen voor passend onderwijs. Daarbij zijn vooral de ouders van groot belang. Deze moeten zowel geïnformeerd worden over de algemene doelstellingen van passend onderwijs, de verschillen met vroeger als over een aantal specifieke maatregelen in verband ondersteuning aan individuele leerlingen. De website voorziet daarin door de plaatsing van een aantal documenten voor ouders. Activiteiten planperiode Inrichten website SWV, samen met het basisonderwijs en netwerk van 8 naar 1. Berichtenservice via de website. Ontwikkelen formats diverse rapportages. Notitie: werken in doorlopende onderwijsondersteunings- en zorglijnen. Informatiebulletin voor ouders en leerlingen. Documenten Naam document
Database swv.brabantsewal.nl
22/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Hoofdstuk 12 Het mag wat kosten Wat zegt de wet? Hieronder worden de belangrijkste facetten van de wet passend onderwijs en aanvullende regelgeving weergegeven ten aanzien van de financiën van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Het bevoegd gezag van de school die als kassierschool van het samenwerkingsverband functioneert, draagt zorg voor de verdeling en de overdracht van de nog niet bestede bekostiging van dat samenwerkingsverband aan de bevoegde gezagsorganen van de scholen die op die dag deelnamen aan dat samenwerkingsverband. Deze overdracht moet binnen één jaar (na oprichting / doorstart) hebben plaatsgevonden. Het nieuwe bekostigingssysteem passend onderwijs vervangt het bekostigingssysteem voor het voortgezet speciaal onderwijs en de leerlinggebonden financiering. De manier waarop de middelen voor ‘lichte ondersteuning’ ten behoeve van het voormalige samenwerkingsverband worden toegekend, blijft dezelfde. In het voortgezet onderwijs zijn dat de middelen ten behoeve van het regionale zorgbudget en de reboundmiddelen. Daaraan wordt toegevoegd de middelen voor Herstart en Op de Rails die aan de REC’s werden toegekend. Vanaf het schooljaar 2015-2016 worden de middelen voor leerwegondersteunend en praktijkonderwijs aan de lichte ondersteuning toegevoegd. De financiering van extra ondersteuning is niet meer afhankelijk van een landelijke indicatiestelling. Het samenwerkingsverband ontvangt de beschikbare middelen voor extra ondersteuning en kan deze op basis van eigen inzichten verdelen. De rechtspersoon verdeelt vervolgens de middelen over de scholen waar de extra ondersteuning nodig is. Een deel van de middelen gaat naar het (v)so, op basis van het aantal kinderen dat het samenwerkingsverband daar plaatst. Er wordt onderscheid gemaakt tussen basiskosten (vergelijkbaar met de gemiddelde kosten voor een reguliere leerling) en kosten voor extra ondersteuning (zoals nu bij lwoo). Elke school, ook vso - scholen (en vanaf 2015-2016 ook voor lwoo en pro), krijgt vanuit het rijk de basisbekostiging per ingeschreven leerling. Aanvullend daarop is er een budget voor extra ondersteuning beschikbaar. De omvang van het budget per samenwerkingsverband wordt bepaald op basis van het aantal leerlingen binnen het samenwerkingsverband, vermenigvuldigd met een normbedrag. Zo ontstaat er een normatief ondersteuningsbudget voor het samenwerkingsverband. Omdat deze nieuwe berekening leidt tot een andere verdeling van het budget, geldt er een overgangsregeling. In 5 jaar tijd, vanaf het tweede jaar na invoering van de wet per 1 augustus 2014, groeit het samenwerkingsverband naar het nieuwe budget toe. Hierbij wordt op basis van de peildatum 1 oktober 2011 het niet-verevende bedrag (dat is de ‘oude’ situatie) vergeleken met het volledig verevende bedrag (de nieuwe situatie). Het verschil tussen beide bedragen is het correctiebedrag. Het ondersteuningsplan bevat de afspraken (procedure en criteria) die de rechtspersoon heeft gemaakt over de verdeling, besteding en toewijzing van de middelen voor extra ondersteuning en de voorzieningen voor extra ondersteuning aan de scholen, inclusief een meerjarenbegroting. Uit het toezichtkader blijkt dat de inspectie ook verantwoordelijk is voor het toezicht op de rechtmatige verkrijging en besteding van onderwijsmiddelen. De uitvoering van dit toezicht ligt bij de instellingsaccountant. De inspectie is verantwoordelijk voor de aansturing van dit toezicht. Jaarlijks controleert de inspectie steekproefsgewijs de kwaliteit van de controle door de instellingsaccountants. Zo doen wij dat! De niet bestede bekostiging van het “oude” samenwerkingsverband wordt ingezet als startkapitaal voor het samenwerkingsverband passend onderwijs. Overdracht van middelen zware zorg naar het VSO geschiedt n.a.v. van het aantal geplaatste leerlingen binnen het VSO op basis van de DUO-bekostigingssysteem. 23/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Er is een balans tussen het aantal geplaatste leerlingen VSO en het budget zware ondersteuning voor de reguliere scholen. Bij daling van het aantal geplaatste VSO-leerlingen zal het budget voor de reguliere scholen stijgen, en andersom. Per 1 augustus 2014 verdwijnt te rugzakbekostiging. Het schooldeel van de rugzakmiddelen wordt toegevoegd aan het budget zware ondersteuning van het samenwerkingsverband. De WEC-middelen blijven vooralsnog bij de VSO-scholen. Binnen het samenwerkingsverband worden afspraken gemaakt over de inzet van het WEC-deel vanaf 1 augustus 2015. Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft de volgende werkafspraken gemaakt: Het schooldeel van de oude rugzakken wordt jaarlijks op basis van het aantal rugzakleerlingen cluster 3 en 4, teldatum 1 oktober 2013, voor een periode van 3 jaar overgemaakt aan de schoolbesturen. Met deze middelen kan de begeleiding van reeds geplaatste rugzakleerlingen worden gecontinueerd. In deze periode ontwikkelen de scholen beleid op zware ondersteuning binnen het regulier onderwijs. Dit beleid zal door het bestuur van het samenwerkingsverband vertaald worden in een verdeling van budgetten. Leerlingen die op 1 augustus 2014 staan ingeschreven in het (V)SO met een geldige indicatie kunnen maximaal nog twee jaar in het (V)SO blijven. Voor leerlingen die per 1 augustus 2014 overstappen van een SO-school naar een VSO school, geldt dat de toelatingsbeslissing voor die datum genomen moet zijn op basis van de voor 1 augustus 2014 geldende bepalingen. Voor leerlingen waarvoor na 1 augustus 2014 een toelaatbaarheidsverklaring VSO wordt aangevraagd, besluit het nieuwe indicatieorgaan van het samenwerkingsverband. De middelen lichte ondersteuning worden ingezet voor de bovenschoolse zorgstructuur, de inrichting van het samenwerkingsverband. De bovenschoolse zorgstructuur: - Transferium locatie Pomonalaan - Transferium locatie Aventurijn - Expertisecentrum - Schoolmaatschappelijk werk - Psycholoog, orthopedagoog - Bijdrage ontwikkeling begeleidingsstructuur Inrichting samenwerkingsverband: - Directeur - Financiële administratie - Secretariaat - Huisvesting - Indicatieorgaan Het bestuur van het samenwerkingsverband ontwikkelt beleid inzake indiceren en toekennen budgetten lwoo en pro. Integratie van lwoo en pro in passend onderwijs zal plaatsvinden in schooljaar 2015-2016. Het vaststellen van de budgetten lichte en zware ondersteuning wordt gedaan door DUO. Elke samenwerkingsverband beschikt over een berekeningsmodel bekostiging lichte en zware ondersteuning. Deze zijn ook te vinden op de site van passend onderwijs. In ons samenwerkingsverband is er sprake van een lichte negatieve verevening, waardoor het totaal budget in 5 jaar zal afnemen met € 22.520,De afspraken (procedure en criteria) die zijn gemaakt over de verdeling, besteding en toewijzing van de middelen voor extra ondersteuning en de voorzieningen voor extra ondersteuning zijn op basis van de vastgestelde schoolprofielen vastgelegd in een notitie en toegekende bedragen opgenomen in de meerjarenbegroting.
24/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)
Financiële jaarverslagen van het samenwerkingsverband worden gecontroleerd door een accountant. Activiteiten planperiode Opstellen financiële overzicht per 1augustus 2014. Opstellen meerjarenbegroting. Afspraken maken over het toekennen van middelen zware ondersteuning aan VSO en regulier onderwijs op basis van leerlingaantallen 1 oktober 2013. Afspraken maken over de inzet WEC-middelen per 1augustus 2015. Consequenties van het tripartite akkoord over personeelsleden samenwerkingsverband, REC’s, ambulante begeleiders en functionarissen van scholen die werkten op basis van middelen leerlinggebonden financiering. Inrichten indicatieorgaan en opstellen doelgroepennotitie. Meerjarenafspraken maken inzake inrichting en instandhouding bovenschoolse structuur. Meerjarenafspraken maken inzake financiële en administratieve ondersteuning. Aanstellen directeur. Beleid ontwikkelen inzake indiceren en toekennen lwoo en pro. Opstellen notitie opstellen toekennen verdeling, besteding en toewijzing middelen lichte en zware ondersteuning. Inzet van gemeenten en van flankerende beleidsstromen. Consequenties vereveningsmaatregel voor de komende vijf jaar. Reservering in verband met wijzigingen in leerlingstromen, bijvoorbeeld in de vorm van een krimp van het aantal leerlingen of een groei van het aantal leerlingen naar het vso. Het financieel beleid van het samenwerkingsverband en de opbouw van de begrotingen en financieel jaarverslag, wijze van verrichten van betalingen, controle en verantwoording en afspraken met de accountant. Opstellen meerjarenbegroting. Documenten Naam document Begroting verlengd boekjaar Meerjarenbegroting
Database swv.brabantsewal.nl Begroting verlengd boekjaar.xlsx Meerjarenbegroting.xlsx
25/25 Ondersteuningsplan 20140424 (zonder bijlagen)