Ondersteuningsplan Met Praktijkonderwijs Waalwijk
Datum : januari 2013 Herzien : oktober 2014/ 220115 FdW Status : Concept gereed november 2014 MT : Directie-overleg : Ondersteuningsteam : Door : Ton Milatz, Inge Beerens
Inhoud Hoofdstuk
Titel
Blz.
1
Inleiding
3
Organisatie onderwijs en ondersteuning Algemene gegevens van de school Regio Interne organisatie onderwijs en ondersteuning Functie Ondersteuningsteams
5
2.1 2.2 2.3 2.4
Ondersteuningsstructuur Visie Doelen en verwachte resultaten Onderwijsondersteuningsprofielen Basisondersteuning Extra ondersteuning Begrenzing van ondersteuning Sterkte en zwakte analyse ondersteuning
8
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
14
4.1 4.2
Leerlingstromen Overzicht Conclusie Doorlopende lijnen Doorlopende onderwijs- en ondersteuningslijnen Overdrachtsprocedure
15
5.1 5.2
Beleid ouders / verzorgers Informatieverstrekking Doorverwijzingsafspraken Bezwaar / klachtenprocedure
17
6.1 6.2 6.3
Financiële middelen Speerpunten Bekostiging door SWV
19
7.1 7.2
Kwaliteitszorg Kwaliteitsnorm Resultaat Audit Jeugdzorg
20
8.1 8.2 8.3 8.4
Geschillenregeling
21
2
3
4
5
6
7
8
9
Bijlagen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
2
Bijlagen 01
Taakverdeling Kern IOT
02
Onderwijsconcept Big Picture Learning
03
Stroomschema Intake met toelichting
04
Toelichting stroomschema Intake
05
Onderwijsarrangementen / tussenvoorzieningen
06
Taakomschrijving coach
07
Opleidingsschema Met-PrO (v2)
08
Procedure aanvraag (extra) ondersteuning
09
Ondersteuningstructuur (aanvullende informatie)
10
Agenda OT evaluatie 2014-2015
11
Notulen OT evaluatie 2014-2015
12
ProZo Schoolrapportage Leerlingen 2013-2014
13
ProZo Schoolrapportage Ouders 2013-2014
14
ProZo Schoolrapportage Bedrijven 2013-2014
15
ProZo Schoolrapportage Leerlingen (interne benchmark) 2013-2014
16
Waarderingskader Inspectie VO-PrO
17
Vernieuwd toezichtskader Inspectie 111213
18
Inspectierapport VOVO_KOPRO2_279060-77810
19
Inspectie en OPP
20
OPP PrO
21
OntwikkelingsperspectiefPlan Met-PrO
22
Verlenging verblijfsduur PrO
23
Opbrengsten Met-PrO 251114 versie 3
24
Procedure ACT 11-2014
25
OT-formulier 11-2014
26
Statuut van samenwerking 2013-2014 versie 4
27
Taakomschrijving OT-leden volgens NJI
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
3
28
Stroomschema zorgplichtaanmelding VO
29
Toestemmingsverklaring opvragen gegevens 2014
30
Leerlingenaantallen November 2014
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
4
Hoofdstuk 1 – Inleiding Passend Onderwijs Passend onderwijs brengt het onderwijs de komende jaren flink in beweging. Met zorgplicht worden schoolbesturen verplicht om passend onderwijs te verzorgen voor alle leerlingen in hun voedingsgebied m.n. om daarmee voortijdige schooluitval te voorkomen. Passend voor leerlingen die specifieke ondersteuning nodig hebben in een passende leeromgeving. Passend onderwijs zal zoveel mogelijk binnen reguliere onderwijsvormen en zoveel mogelijk thuisnabij moeten worden aangeboden. De inrichting van een eigen regionaal samenwerkingsverband (SWV-VO) zal daarbij noodzakelijk zijn om een dekkend aanbod te creëren én om de middelen adequaat in te zetten om deze doelstelling te realiseren. De inzet van middelen zal invloed hebben op de bestaande bekostiging van het Praktijkonderwijs, dus ook voor onze school en onze leerlingen. Voor de komende 4 jaar heeft MET aan het SWV VO gevraagd dit veilig te stellen. Omdat het Praktijkonderwijs in haar werkwijze en doelstellingen nogal afwijkt van hetgeen in de andere vormen van VO wordt aangeboden is het van belang dat de expertise die het Praktijkonderwijs kan bieden zo duidelijk mogelijk in beeld wordt gebracht. M.b.t. een dekkend netwerk is samenwerking met m.n. de scholen voor VMBO van groot belang. T.a.v. diverse stromen (zie bijlage 05 - onderwijsarrangementen / tussenvoorzieningen) binnen Met-PrO, t.w. de Veilige Route met VSO-ZMLK/Mytyl en de Schakelroute met VMBO-BB de Overlaat, zijn concrete afspraken gemaakt m.b.t. ondersteuning en doorstroming van leerlingen. De komende jaren zal de samenwerking met de Entree-opleiding (ROC Tilburg) nadere aanpassingen en afspraken vergen. In het schooljaar 2014-2015 wordt er een pilot gedraaid met een 4-tal leerlingen (Niveau 1). Binnen Passend Onderwijs heeft Met Praktijkonderwijs Waalwijk (MET-PrO) met haar onderwijsconcept Big Picture Learning (BPL) een belangrijke troef in handen om bij al haar leerlingen aan te sluiten bij hun mogelijkheden. De school toont haar zorgplicht door leerlingen met een beschikking Praktijkonderwijs een plaats te bieden: met de basiszorg wordt nagenoeg de gehele, huidige populatie voorzien van handelingsgerichte arrangementen, inclusief leerlingen die voldoen aan criteria voor VSO (m.n. REC 2,3 en 4) indien zij binnen de criteria van de RVC vallen. Omdat de school niet alle aangemelde leerlingen hoeft aan te nemen - de leerling die niet past binnen de ondersteuningsstructuur van de school kan geen aanspraak maken op de zorgplicht - definiëren we naast de specifieke orthobeelden in hoofdstuk 3 ook de leerlingen met een ondersteuningsbehoefte die structureel individueel van aard is en de leerling die door (extreme) gedragskenmerken de veiligheid van de overige populatie in gevaar brengt. De school heeft geen ambitie om daarin verandering te brengen. Passend Onderwijs betekent voor MET-PrO dat elke geplaatste leerling het onderwijs, de vorming en de ondersteuning krijgt waar hij/zij recht op heeft op grond van de (specifieke-) ondersteuningsvraag. Centraal staan daarbij de vragen:
Wat Wat Wat Wat
heeft de leerling nodig om uit te stromen naar een passende plek op de arbeidsmarkt; heeft de leerling nodig om uit te stromen naar het (V)MBO; betekent dit voor de organisatie; betekent dit voor docenten en ouders.
Passend onderwijs houdt in onze visie in dat de leerlingen, ouders en medewerkers betrokken zijn, dat er aandacht is voor talenten en passie van de leerling en dat dit alles in een stimulerend klimaat wordt aangeboden: één school, één verhaal, één organisatievorm geschikt om “aandacht op maat” te organiseren. We gaan daarbij als school uit van het contextuele gedachtengoed: De verbinding tussen school en ouders spant het koord waarop de leerling kan balanceren. Het succes van de ondersteuning van de leerling wordt sterk beïnvloed door de relatie tussen leerling en school, tussen school en ouder(s). De spil in de begeleiding is de coach; deze bewaakt het traject, signaleert en bespreekt tijdig voorkomende problemen. Dit gebeurt aan de hand van een persoonlijk leerplan (IOP) en d.m.v. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
5
individuele coaching. Het verplicht gestelde OntwikkelingsPerspectiefPlan (OPP) maakt binnen het praktijkonderwijs deel uit van het IOP. Deze instrumenten bieden de leerling de mogelijkheid om eigenaar te zijn van de eigen ontwikkeling. De hierboven genoemde aspecten om passend onderwijs te laten slagen zijn doelstellingen die binnen het onderwijsconcept inmiddels zijn geïmplementeerd. Passend Onderwijs zal onderwijsinhoudelijk nauwelijks veranderingen teweegbrengen als het om (specifieke) ondersteuning binnen de onderwijsorganisatie gaat. De ambitie van deze lerende organisatie ligt op het vlak van uitbreiding van ons opnamevermogen voor leerlingen met ernstiger gedragskenmerken (b.v. ODD) en op het onderzoeken van mogelijkheden voor leerlingen met internaliserende problematiek. Daarnaast wil MET-PrO de partners in samenwerking planmatiger betrekken bij de ondersteuning binnen de context. Hiervoor zal de samenwerking binnen het SWV-VO van cruciaal belang zijn. We denken hierbij aan het afsluiten van convenanten i.s.m. de gemeenten en instellingen. MET-PrO zoekt in het kader van tijdige signalering en schoolverzuim momenteel primair de samenwerking m.n. met de gemeenten Heusden en Waalwijk in de vorm van overleg bij handelingsverlegenheid van beide zijden. De GGD speelt hierbij als partner een nadrukkelijke rol. De overige gemeenten in het voedingsgebied worden op afroep in incidentele gevallen betrokken. Daarnaast onderneemt Met–PrO een samenwerking met de gemeente Waalwijk en “Baanbrekers” door middel van een projectgroep om vanuit de nazorg oud-leerlingen alsnog aan een passende werkplek te helpen. Ondersteuningsplan Het ondersteuningsplan heeft als doel het in kaart brengen van de basisondersteuning, extra ondersteuning en bovenschoolse opvangmogelijkheden. Hierover leest u in hoofdstuk 3 meer. Dit plan is een ‘groeidocument’: er wordt in een proces van 4 jaar aangegeven hoe tot het inhoudelijke doel te komen (d.w.z. goede basisondersteuning en op bepaalde terreinen extra zorg als ambitie). Het meerjarenplan zal geïntegreerd worden gebruikt naast het ondersteuningsplan van het SWV-VO 3009. Jaarlijks in november zal er een aanpassing geagendeerd worden in het managementteam (MT). Het ondersteuningsteam (IOT) is onder voorzitterschap van de orthopedagoge in staat om aan het begin van elk schooljaar de aanpassingen in een voorstel aan te bieden.
Inge Beerens, Ton Milatz
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
6
Hoofdstuk 2 – Organisatie Onderwijs en Zorg 2.1
Algemene gegevens van de school
Met Praktijkonderwijs Waalwijk Postbus 88 5140 AB Waalwijk tel: 0416-333416 email:
[email protected] Met Praktijkonderwijs is een zelfstandige school en valt onder het bevoegd gezag van Stichting voor Praktijkonderwijs De Langstraat, postbus 88, 5140 AB Waalwijk. Brinnr: 23DB
2.2 Regio Ligging van de school Met Praktijkonderwijs Waalwijk heeft een regionale functie. Met-PrO is de enige school voor praktijkonderwijs in de regio van het Samenwerkingsverband VO “De Langstraat” (30.09) Leerlingen komen uit Waalwijk en uit de omliggende gemeenten Heusden, Loon op Zand, Tilburg, Oosterhout, Dongen, Geertruidenberg, Woudrichem en Aalburg. Schoolleiding Directeur-bestuurder Dhr. A.B.M. de Wolff MSc Koetshuislaan 1 5146 GA Waalwijk Tel: 0416-333416 Directeur Onderwijs Dhr. A.A.M. Milatz Koetshuislaan 1 5146 GA Waalwijk Tel: 0416-333416 Een aantal leidinggevende taken zijn toegewezen aan teamleiders. De teamleiders zijn: Teamleider onderbouw en Veilige Route A Dhr. C. van Gulik Koetshuislaan 1 5146 GA Waalwijk Tel: 0416-333416
Teamleider bovenbouw en Veilige Route B Dhr. E. de Kleijn Koetshuislaan 1 5146 GA Waalwijk Tel: 0416-333416
Teamleider uitstroom en stage Dhr. W. van Nieuwburg Koetshuislaan 1 5146 GA Waalwijk Tel: 0416-333416
Teamleider Ondersteuning Mevr. drs. I. Beerens Koetshuislaan 1 5146 GA Waalwijk Tel: 0416-333416
De coach is de contactpersoon voor leerling en ouders/verzorgers van elke groep. Elke schooldag start in de groep, gezamenlijk met de coach. Per maand heeft de coach minstens 1 uur individueel contact met de leerling van zijn coachclub. Coaches zijn per mail en telefoon bereikbaar voor ouders. Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
7
Met Praktijkonderwijs verzorgt Praktijkonderwijs voor ca. 230 leerlingen: de licht-verstandelijke beperking vraagt een lichte ondersteuningsbehoefte. De school heeft voorzieningen voor leerlingen met een laag IQ of sterke scheefgroei (Veilige Route) en leerlingen met meer cognitieve mogelijkheden maar met belemmeringen (Schakelroute) Er zijn 45 (parttime-) docenten aan de school verbonden. Daarnaast zijn er 5 personen als onderwijsondersteunend personeel werkzaam.
2.3 Interne organisatie onderwijs en ondersteuning Schema van de interne ondersteuningorganisatie
Directiebestuurder F. de Wolff
Directeur onderwijs T. Milatz
Teamleider
Teamleiders Onderwijs en uitstroom 3FTE
Ondersteuning I. Beerens e 1FTE
Zorgcoördinator I. Sleurink 0.8 FTE
Zorgcoördinator
(vak-)docenten
R. Fassaert 0,5 FTE
coaches
9 FTE
18 FTE
Onderwijsassistent 0,8 FTE
2.4 Functie OndersteuningsTeams (IOT - OT) Met Praktijkonderwijs heeft een ondersteuningsteam. De structuur waarmee Met-PrO de interne zorg heeft vormgegeven, wijkt enigszins af van die van de overige scholen voor VO in de regio. Het OT wordt gevoed door interne ondersteuningsteams (IOT). Dit team bestaat uit een dagelijks functionerend team (zorgcoördinatoren en orthopedagoge) en een breder intern team dat parttime aan de school verbonden is (psycholoog en schoolmaatschappelijk werker) Het OT is op afroep beschikbaar, op initiatief van het brede IOT. (Zie bijlage 9 aanvullende informatie ondersteuningsstructuur) Eénmaal per jaar in de maand oktober komt het volledige OT bij elkaar, onder voorzitterschap van de directeur onderwijs, om de resultaten van het afgelopen jaar te bespreken en te evalueren. Tevens worden nieuwe afspraken gemaakt voor het lopende jaar. De ondersteuningsteams stellen de docenten in staat om op effectieve wijze ondersteuning te geven aan de leerlingen met een specifieke ondersteuningsvraag. Volgens een vastgestelde frequentie worden er evaluatieve leerlingbesprekingen georganiseerd onder voorzitterschap van de diverse IOT-leden en i.s.m. de teamleiders van de diverse afdelingen.
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
8
Vanwege de aard van de populatie is de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen groot. De complexiteit van de problematiek op grond van leerlingkenmerken én contextuele factoren leidt met regelmaat tot handelingsverlegenheid bij docenten. In veel gevallen is samenwerking met externe partners van groot belang om ook in de buitenschoolse leefwereld van de leerling invloed te kunnen uitoefenen. Voor de school is het van belang om in het veranderende landschap van jeugdzorg en passend onderwijs de regie over te laten aan de juiste deskundigen. Case-management, ook van partners, leidt tot een herschikking van verantwoordelijkheden waarbij het mogelijk wordt om het onderscheid tussen (praktijk-) onderwijs en hulpverlening scherper te formuleren. (Zie verder bijlage 1,9, 27)
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
9
Hoofdstuk 3 – Ondersteuningsstructuur 3.1
Visie
Waar staat MET voor… MET Praktijkonderwijs Waalwijk heeft tot doel het verzorgen van praktijkonderwijs voor leerlingen die hiervoor geïndiceerd zijn. Zij heeft tot taak om leerlingen sociaal en maatschappelijk zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren; ze in staat te stellen zelfstandig te wonen en optimale aansluiting te bieden op de arbeidsmarkt of een vervolgopleiding. MET bereidt haar leerlingen voor op participatie in de maatschappij. Zij leren zich te identificeren met de wereld van de volwassenen. De leerlingen worden gerespecteerd in hun eigenheid, met al de specifieke kenmerken. Persoonlijke begeleiding is de basis. Het potentieel van de anders lerende jongere is de maat. Daarom is de visie van de school: Het aanbieden van realistische ontwikkelingsmogelijkheden; Leerlingen leren hun potentieel actief en zelfstandig te gebruiken; De startpositie van leerlingen op de arbeidsmarkt optimaliseren; Kansen in de regio creëren en versterken; Het welzijn van de leerlingen op school en in de samenleving vergroten. De interne kracht van de school is voorwaarde om de visie te realiseren. Het is de missie deze kwaliteiten vorm te geven aan:
3.2
Een samenhangend, competentiegericht en persoonlijk leren binnen en buiten de school; Het innovatief en creatief vermogen van het team; En organisatie die staat is vraaggericht te werken; Teamwerk met het accent op respect voor de eigen kwaliteiten; Onderwijskundig en ondernemend leiderschap; Een toegankelijke, flexibele en krachtige leer- en werkomgeving.
Doelen/Verwachte resultaten
Leerlingen binnen praktijkonderwijs hebben volgens de criteria van Passend Onderwijs een “lichte ondersteuningsbehoefte”. De lichte beperking van de leerlingpopulatie in zijn algemeenheid en de grote verschillen tussen de leerlingen m.b.t. leerrendement vraagt een vorm van organisatie, waarin het mogelijk wordt om de grote variëteit in aanpak en doelen te managen. (Zie hiervoor ook het opleidingsschema in bijlage 7 en de cirkeldiagram bij 3.4.)
MET gebruikt hierbij een uniek onderwijsconcept. Dit Big Picture Learning concept (bijlage 2) valt het meest eenvoudig te verklaren door de inzet van personal coaching. Elke leerling heeft een persoonlijke coach die de gehele onderbouw- of bovenbouwperiode fungeert als de spil van de begeleiding naar leerling, ouders en stage-begeleiders. “One kid at a time” ofwel “elke leerling telt”. De kleinschaligheid van de school draagt bij aan het welzijn van de leerlingen waardoor hun sociale veiligheid beter gewaarborgd kan worden. Dit pedagogisch fundament vormt het startpunt voor een kansrijke onderwijscarriëre. Binnen het praktijkonderwijs hebben alle leerlingen een ondersteuningsbehoefte. Bij aanvang van het eerste jaar ligt er een individueel ontwikkelingsperspecief klaar, gebaseerd op de gegevens van de toeleverende school, een huisbezoek door school maatschappelijk werk en observaties gedurende de introductiedagen. (Zie bijlage 3+4 Stroomschema Intake) Aan het einde van de 2e leerfase wordt middels een uitstroomperspectief, in samenspraak met leerling en ouders en op basis van het aangetoonde leerrendement, geanticipeerd op het vervolg binnen praktijkonderwijs. Er zijn 3 hoofdstromen te onderscheiden in de bovenbouw: Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
10
Begeleid werken Werken Leren en werken
Het onderwijs in de bovenbouw heeft de opdracht en de mogelijkheid om deze drie stromen te kunnen ondersteunen. Het eerste doel hierbij is om de leerlingen zo goed mogelijk met hun belemmeringen te leren omgaan (te leren hanteren) , zodat zij een zo hoog mogelijk leerrendement zullen behalen op de leergebieden waarop ingezet is. Een aantal leerlingen heeft extra ondersteuning nodig om het afgesproken leerrendement te kunnen behalen. Een tweede belangrijk doel is om de voorspellingen in het uitstroomperspectief bij minimaal 80% van de leerlingen te realiseren aan het einde van de 5e leerfase. Daarbij ziet de school het als een verlies als leerlingen niet in staat zouden zijn om het onderwijs succesvol af te ronden. De grote diversiteit aan opleidingsmogelijkheden i.s.m. met partnerscholen en bedrijven draagt bij tot de haalbaarheid van de genoemde doelen. De Veilige Route, de Schakelroute en de ruime stagemogelijkheden vanaf de 3e leerfase geven ruimte om het onderwijs op maat van de leerling af te stemmen.
3.3
Onderwijsondersteuningprofielen in de school
Leerlingen worden uitsluitend toegelaten indien er een beschikking praktijkonderwijs wordt toegekend volgens de huidige criteria van de RVC (de RVC is nog werkzaam tot 01-2016). In het schoolondersteuningsprofiel ontbreekt alleen de ondersteuningsmogelijkheid aan leerlingen die slechtziend zijn, blind of hoogbegaafd. Gezien de doelstelling van praktijkonderwijs en de onmogelijkheid om puur individuele ondersteuning te bieden is er geen ambitie om deze ondersteuning in de toekomst te realiseren. We willen hierbij aanmerken dat de mate van ondersteuning per orthobeeld bepalend is of er sprake is van basisondersteuning of extra ondersteuning. In principe nemen we alle leerlingen met onderstaande orthobeelden in de kolom Basis aan, mits de ondersteuningsbehoefte van deze leerling passend is bij de basisondersteuning die wij bieden. Wanneer dit blijkt tijdens het verblijf binnen Praktijkonderwijs zal de school extra ondersteuning aanvragen of een advies voor aanmelding van een andere vorm van onderwijs doen. Indien het advies zware ondersteuning wordt gegeven wordt de leerling aangemeld bij de ACT.
Basis
Gedragsstoornis ADHD* ADD Ontwikkelingsstoornis ASS* PDD-NOS Leerstoornis Dyslexie Dyslcalculie NLD* Angststoornis GAS* Sociale fobie Schoolfobie* Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
Plus
Grens
ODD MCDD PTTS OCD
Asperger
30 januari 2015
11
Automutilatie Ticstoornis Gilles de la Tourette* Lichamelijke beperking DCD* Slechthorend* Epilepsie* Astma/eczeem* Hyperventilatie Lichamelijke handicap* Overige Expressieve taalstoornis Gemengd receptieve/expressieve taalstoornis Stotteren Communicatiestoornis NAO Affectieve verwaarlozing Emotionele problemen Faalangst Aandacht/concentratie Dwanghandelingen
3.4
Slechtziend Blind
Selectief mutisme Reactieve hechtingsstoornis
Hoogbegaafd Hoogbegaafd/gedragsproblemen
Downsyndroom
Basisondersteuning
Praktijkonderwijs biedt, op grond van de richtlijnen van Passend Onderwijs lichte ondersteuning aan leerlingen die in aanmerking komen voor een beschikking praktijkonderwijs volgens de landelijk geldende criteria (RVC). Met-PrO hanteert daarbij een uitgebreide interne en externe ondersteuningsstructuur met een netwerk van partners. Deze zijn af te lezen in onderstaande afbeelding. De coach (ring 1) is de spil in de organisatie van de basisondersteuning. De docenten worden ondersteund door de coach en het kern-IOT. De docenten in de werkomgeving of het leslokaal zijn in staat om een gedifferentieerd onderwijsprogramma aan te bieden. Op maat van de leerling. Wanneer de docent belemmeringen ervaart waarop geen antwoord voorhanden is, wordt dit met collega’s besproken in het wekelijkse overleg. Zonodig wordt er een ondersteuningsvraag gemeld bij het IOT. De docent verkrijgt hiermee handreikingen om een passende lessituatie te creëren. Minstens éénmaal per jaar vindt er een leerlingevaluatie plaats met het gehele onderwijsteam en het kern-IOT. D.m.v. coachgesprekken worden alle leerlingen en minimaal 2x per jaar alle ouders betrokken bij de voortgang van de leerling in het kader van zijn ontwikkelingsperspectief. Hieronder worden de ondersteuningsniveaus verder toegelicht en onze doelen en verwachtingen geformuleerd op de verschillende ondersteuningsniveaus.
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
12
Leerling - Ouders - Coach Ondersteunings-niveau 1: Basisondersteuning in de klas
Inspectie
S
WS
MEE Novadic Kentron
Ondersteuningsniveau 2: Extra ondersteuning in de klas
Ondersteuningsniveau 3:
Contour de Twern
Gedragsregulatie
extra ondersteuning buiten de klas/school
Traininge
ACT
Schakelroute
Coaching
IDRI
Differentiatie
Ondersteunings-niveau 4: extra ondersteuning
OP
AB
bovenschools
Leerling BPL
Politi
Coach
IO Onderwijsleerklimaat
BJ
Ouders
IO
GG
Pluslessen
AMK Veilige Route R v/d K
Leerplicht Kracht van Speciaal
VSO
RVC
Ondersteuningsniveau 1: Ondersteuning in de klas (zie bijlage 1,2,5,7 en 8) Het doel van Met-PrO is om een uitdagende en veilige leeromgeving, gericht op de persoonlijke ontwikkeling van de leerling, te creëren. Hiertoe wordt voor elke leerling een individueel ontwikkelingsplan (IOP) opgesteld. Dit IOP vormt de kern van de vraaggerichte aanpak van de ontwikkeling van leerlingen op weg naar een arbeidsplaats en een zelfstandig bestaan in de samenleving. Binnen onze schoolcultuur wordt het IOP zo vormgegeven dat er kan worden uitgegaan van de mogelijkheden, de talenten én belemmeringen (=leerstijl) van de leerling. De onder-steuningsbehoefte van elke leerling wordt beschreven in het OPP-deel van het IOP. Op basis van dit ontwikkelingsperspectiefplan wordt een plan van aanpak en een uitstroomperspectief bepaald. De leerling die zich ontwikkelt volgens het ontwikkelingsperspectief op dit ondersteuningsniveau valt binnen de basisondersteuning. (bijlage 21 OPPMet-PrO)
Uitdagingen betreffende ondersteuningsniveau 1 voor Met Praktijkonderwijs Waalwijk zijn: Grenzen bepalen waar onderwijs, ondersteuning en (thuis-)hulpverlening elkaar raken; Differentiatievraag m.n. op het gebied van Nederlandse taal en rekenen, rekening houdend met de soms complexe ondersteuningsbehoefte van onze leerlingen (scheefgroei); Het managen van de hoeveelheid verschillende vraagstellingstypen binnen een groep; Verder aansluiting zoeken bij de “echte wereld” om zo de herkenning en motivatie van de leerling te vergroten. Het OPP vormgeven binnen Presentis (leerlingvolgsysteem) en in samenhang brengen met het OPP dat binnen het Samenwerkingsverband wordt gehanteerd.
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
13
Er is verlenging verblijfsduur binnen praktijkonderwijs mogelijk indien de school aantoonbaar kan maken dat de leerling gebaat is bij een schooljaar extra na het 18e levensjaar. (Zie bijlage 22)
Ondersteuningsniveau 2: Extra ondersteuning in de klas. (Zie bijlage 8 Aanvraag extra ondersteuning) Wanneer een leerling zijn of haar mogelijkheden niet benut volgens zijn individuele ontwikkelingsplan en uitstroomperspectief worden coaches, docenten en/of leerling daar waar nodig ondersteund door het ondersteuningsteam. Indien een leerling een meer individuele ondersteuningsbehoefte heeft en niet voldoende tot ontwikkeling komt binnen het onderwijsleerklimaat dat geboden wordt, kan het zijn dat er extra individuele ondersteuning geboden moet worden in de groep of daarbuiten. De extra ondersteuning binnen dit niveau betreft het geheel van preventieve en licht curatieve interventies van de school, dat het niveau van de klas of de groep te boven gaat. De school voert deze ondersteuning uit. Deze ondersteuning wordt altijd ingezet middels het formuleren van een ondersteuningsvraag bij het ondersteuningsteam of dit wordt reeds bij intake middels het formuleren van een ontwikkelingsperspectiefplan en bijbehorende ondersteuningsbehoefte van de leerling door het ondersteuningsteam vastgesteld. Binnen dit dagelijks functionerend ondersteuningsteam wordt bekeken op welk niveau de aangevraagde ondersteuning zich bevindt en welke interne dan wel externe expertise ingezet moet worden. Ondersteuningsvormen op dit niveau bestaan uit: - Inzet schoolmaatschappelijk werk - Inzet orthopedagoog - Inzet ambulante begeleiding - Inzet psycholoog - Trainingen - Inzet (intern)ondersteuningsteam - Onderwijsarrangementen/tussenvoorzieningen - Gedragsregulerende maatregelen (gedragskaart/boekje, Time-out procedure/ non contracten) Voorbeelden van groepen binnen de school waarvoor extra ondersteuning zowel intern als extern wordt ingezet om te kunnen voldoen aan de ondersteuningsvraag van de individuele leerling zijn bijvoorbeeld de Veilige Route, de Schakelroute en de pilot “interne entree-opleiding” (zie bijlage 04) Uitdagingen op het gebied van ondersteuningsniveau 2 liggen op het gebied van het versterken van de vaardigheden en competenties van coaches en docenten door middel van: Inter– en supervisie onder regie van OT; Een groeiend appèl doen op de zelfstandigheid van de docent middels het principe coach de coach onder regie van teamleiding; Deskundigheidsbevordering en scholing o.m. met behulp van School Video Interactiebegeleiding. Pilot Interne entree opleiding vormgeven en opbrengsten evalueren t.b.v aansluiting MBO. Ondersteuningsniveau 3: extra ondersteuning buiten de klas of in school Er kan ook sprake zijn van een ontwikkelingsstagnatie dan wel achteruitgang in de ontwikkeling van een leerling waarbij de ondersteuningsbehoefte buiten de mogelijkheden en expertise van school ligt. Te denken valt aan het niet kunnen voldoen aan het ontwikkelingsperspectief vanwege problemen in de context of dusdanige sociaal-emotionele en/of persoonlijkheids-problematiek waarvoor specifieke expertise en behandeling nodig is om de leerling tot ontwikkeling te laten komen. Binnen school is er sprake van handelingsverlegenheid. Het (interne) ondersteuningsteam bepaalt in overleg met ouders en leerling eventueel in samenwerking met externe partners wat er nodig is om deze leerling tot ontwikkeling te kunnen laten komen. De ondersteuning binnen niveau 3 bestaat uit het betrekken van partners vanuit het OT of het verwijzen naar andere instanties door het IOT. De ingezette ondersteuning kan zowel kortdurend als langdurend zijn. Ondersteuning in niveau 3 betreft: Doorverwijzing naar IDRIS voor: - Persoonlijkheidsonderzoek Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
14
Naschoolse of onderschoolse dagbehandeling Therapeutische behandeling (creatieve therapie/cognitieve gedragstherapie/Psycho Motorische Therapie/Psycho-educatie) - Opvoedingsondersteuning Doorverwijzing naar MEE voor: - Ondersteuning ouders/leerling Aanmelding bij en inzet van leden van het Ondersteuningsteam (bestaande uit politie, leerplicht, GGD, MEE Brabant Noord) Inzetten externe expertise b.v. Kracht van Speciaal of Contour de Twern Aanmelding en consultatie overige relevante instanties mbt onze doelgroep (bv Novadic Kentron, Contour de Twern, AMK, incidenteel BJZ). Samenwerken met hulpverlenende instanties betreffende een onderwijsondersteuningsarrangement (b.v. William Schrikkerstichting, Herlaarhof, IDRIS, De Hondsberg)
Uitdagingen binnen de derde lijn liggen voor Met Praktijkonderwijs Waalwijk op de volgende gebieden: Het onderhouden en uitbreiden van het netwerk mbt onze doelgroep i.s.m. het SWV-VO; Het bewaken van de grens tussen ondersteuning en onderwijs. Expertise die niet binnen de school ligt moet ook niet binnen de school worden ingezet. Daar waar de ontwikkeling van een leerling stagneert door leerlingkenmerken of de contextuele situatie is het de bedoeling dat externen de regie kunnen nemen. Zorgwekkend ziekteverzuim effectiever aanpakken, inzet M@ZL project met GGD. Op grond van de transitie jeugdzorg opnieuw bepalen waar de ingangen zijn mbt hulpverlening voor onze doelgroep i.s.m. gemeentes en SWV-VO. Ondersteuningsniveau 4: De extra ondersteuning op bovenschools niveau De ondersteuning op het bovenschools niveau bevat de ondersteuning die de mogelijkheden van de school te boven gaan. Leerlingen die, zware extra ondersteuning, nodig hebben, die niet of onvoldoende geboden kan worden op een reguliere school, zijn aangewezen op tussenvoorzieningen of het VSO. Er volgt dan een doorverwijzing naar de Adviescommissie Toewijzing, hetzij voor advies, hetzij voor het aanvragen van een Toelaatbaarheidsverklaring (zie bijlage 24 Procedure ACT)
3.5
Beschrijving extra ondersteuning met Plus of Ambitie
Tot onze ambities rekenen wij: de ontwikkelingsstoornis MCCD; de angststoornissen PTTS en OCD, reactieve hechtingsstoornis, selectief mutisme en downsyndroom. dd. november 2014 wordt de transitie Jeugdzorg nog gewijzigd. T.z.t. zullen we dit ondersteuningsplan nader willen afstemmen op de gewijzigde structuur Jeugdzorg.
3.6
Begrenzing van de ondersteuning
De grens tussen lichte en zwaarder ondersteuning is binnen praktijkonderwijs niet eenvoudig te trekken. Ook het onderwijsconcept gaat uit van mogelijkheden van leerlingen. Tijdige signalering en preventieve ondersteuning is vaak voldoende om deze groep leerlingen reële kansen te geven. We baseren ons niet alleen op toets- en assessmentgegevens. De leerling toont zelf aan waar de mogelijkheden liggen. Bij toelating ligt de grens bij de orthobeelden: blind, slechtziend, hoogbegaafdheid.
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
15
3.7
Sterkte en zwakte analyse ondersteuning
Zoals al eerder vermeld is het kenmerkend voor Praktijkonderwijs dat alle leerlingen een ondersteuningsbehoefte hebben. De school is sterk in het coachen en begeleiden van leerlingen, er wordt binnen de organisatie tijd ingeruimd om ook met grote regelmaat individuele aandacht te geven (zie bijlage 02 BPL). Omdat leerlingen met individuele leerplannen werken en eigen keuzes mogen maken, als het ware verantwoordelijkheid kunnen nemen voor het eigen ontwikkelingsproces, is het mogelijk om het onderwijs in grote mate te individualiseren. Starten bij het ontwikkelingsniveau, appelleren op de naaste ontwikkelingszone en, waar gewenst, vermijden van het frustratieniveau geeft de leerling voldoende ruimte om tot ontwikkeling te komen, de krachten te herkennen en verder te ontwikkelen. Aan het klimaat wat ontstaat doordat de leerling zichzelf kan zijn, merken we dat de ondersteuningsbehoefte afneemt. Doel is immers om de leerlingen zo zelfstandig mogelijk af te leveren aan werk en/of scholing. De (vak-)docenten zijn samen met het OOP en het ondersteuningsteam in staat om één gezamenlijke aanpak te realiseren naar alle leerlingen met de vele verschillende ondersteuningsbehoeften. Dit is de grondhouding geworden. Als school blijven we ons voortdurend verdiepen in de afstemming tussen ondersteuningsbehoefte enerzijds en onderwijsmogelijkheden anderzijds. De komende jaren zal, bij het ontbreken van nieuwe LGF-indicaties en afnemende voorzieningen, de aandacht uitgaan naar een efficiënter ondersteuning voor de leerling. Professionalisering van de docenten waarbij zij minder begeleiding nodig hebben van het OT is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Herstructurering van de inzet van onderwijsondersteuners en de samenwerking met het bestaande ondersteuningsteam zal eveneens een belangrijk punt van aandacht zijn.
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
16
Hoofdstuk 4 – Leerlingenstromen 4.1
Overzicht leerlingenstromen
a) Instroom klas 1 totalen en in percentages uitgesplitst naar orthobeeld vanaf 2011-2012: Op Met-PrO vindt veel mutatie plaats, verspreid over het aantal leerjaren. Orthobeelden hebben slechts een beperkte betekenis in het onderwijsprogramma in vergelijking ondersteuning is geïntegreerd opgenomen in de onderwijsorganisatie. We kunnen vaststellen dat er sprake is van een toename van het aantal leerlingen met gediagnostiseerde kenmerken.
b) Toelatingscriteria: ( http://www.met-pro.nl/over-ons/toelating ) Tot 01-2016 behouden we de criteria zoals vastgesteld door de RVC. Daarnaast zijn er leerlingen die buiten deze criteria vallen. Het betreft uitsluitend leerlingen met internaliserende problematiek met een grotere ondersteuningsbehoefte dan in regulier VMBO te beantwoorden is. Deze leerlingen voldoen slechts gedeeltelijk aan de criteria (hoger IQ of geringere leerachterstanden). De leerling beschikt over een beschikking VMBO met LWOO. De leerling wordt (tijdelijk) opgenomen als gastleerling, gedetacheerd vanuit VMBO. c) In-, door- en uitstroomgegevens: (jaaroverzicht van afgelopen 3 jaar) Met-PrO hanteert een eigen systeem van opbrengsten, o.m. gebaseerd op doorstroomgegevens. Deze gegevens kunnen afgeleid worden uit het document "voortschrijdende opbrengsten" dat jaarlijks wordt samengesteld uit gegevens van intake, uitstroomperspectief, uitstroommonitor en nazorgmodules. (Zie bijlage 23 - Voortschrijdende opbrengsten) d) Aantal besprekingsgevallen in OT per leerjaar naar aard van de problematiek en gegeven advies en wel of geen resultaat: Aantal aanmeldingen bij Kern PCL/Rebound en aantal toegelaten of afgewezen leerlingen; Leerlingen die aangemeld worden door Met-PrO bij ACT; Leerlingen die afgewezen worden op grond van niet voldoen aan toelatingscriteria. __ Aantal leerlingen Aantal afwijzingen Aantal gesprekken Aantal aanmeldingen Aanmeldingen OPDC Aantal leerlingen ingebracht in het OT Aantal leerlingen ingebracht in het IOT Aantal ondersteuningsvragen
2012-2013
tot 229
2013-2014
tot 233
2014-2015
tot 236
Getallen 2
Percentage 3%
Getallen 3
Percentage 4%
Getallen 2
Percentage 3%
64
65
62
61
57
54
0
0%
0
0%
0
4
1.7%
3
1%
2
88
38%
103
44%
26
11%
39
16%
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
0%
17
Casemanagement Aantal ingebrachte leerlingen PCL/ACT Aantal lgf leerlingen
50 -
21% -
56 6
24% 2%
8
3%
46
20%
51
21%
36
15%
NB - Het aantal afwijzingen en het aantal aanmeldingen is gebaseerd op het aantal aanmeldingen startende in het schooljaar 2014-2015 en 2013-2014 - 2014-2015: De door ons ingebrachte leerlingen bij de ACT bestaan uit leerlingen die starten in het schooljaar 2014-2015 maar binnen het grijze gebied (IQ 75-80) zitten, waarvan 1 leerling is ingeschreven op een andere school voor VO maar bij ons onderwijs volgt. En 1 leerling is via de ACT bij ons gekomen. Dus het gaat hier niet per definitie om zorgleerlingen - 2013-2014: De door ons ingebrachte leerlingen bij de ACT bestaan uit 2 leerlingen in het grijze gebied waarvoor een pro-beschikking werd aangevraagd. Om deze pro-beschikking te krijgen zijn de leerlingen aangemeld bij de ACT voor een verklaring om mee te sturen naar de RVC. 4 leerlingen zijn aangemeld vanuit ondersteuning, deze leerlingen kwamen niet in aanmerking voor praktijkonderwijs. Deze leerlingen zijn uiteindelijk niet bij ons ingeschreven maar op een collega-school. Zij hebben wel aan het praktijkonderwijs deelgenomen. 2 van deze leerlingen zijn uiteindelijk doorgestroomd naar cluster 4 onderwijs. 1 leerling heeft uiteindelijk een pro beschikking gekregen en 1 leerling volgt nog steeds praktijkonderwijs maar staat ingeschreven op een collega-school.
4.2
Conclusie
Opvallende constatering is dat er meer leerlingen worden aangemeld als gastleerling vanuit VMBOLWOO. Dit zijn vooralsnog leerlingen met een lichte ondersteuningsbehoefte. Deze groep profiteert van de aanwezigheid van een schakelroute als tussenvoorziening. 50% van deze leerlingen zijn binnen 1 schooljaar doorgeleid naar VSO omdat de lichte ondersteuningsbehoefte niet juist blijkt. Zij zijn niet opgenomen in de beschrijving van de in- en doorstroomgegevens van de eigen populatie. Het aantal leerlingen dat PrO binnenstroomt met een geringe leerachterstand c.q. met een verhoudingsgewijs hoog IQ neemt toe.
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
18
Hoofdstuk 5 – Doorlopende lijnen 5.1
Doorlopende leer- en ondersteuningslijnen
Praktijkonderwijs én tussenvoorzieningen: Ondersteuning vindt plaats op het gebied van (ortho-) pedagogisch en didactisch vlak. Deze ondersteuning is verankerd in de organisatie middels leerlingevaluaties, zorgmeldingen, in- en externe hulpverlening en IOP en didactisch gezien door scheiding van stromen op grond van leerstijl. Leerlingenstromen die extra ondersteuning behoeven, worden zo mogelijk onderscheiden in tussenvoorzieningen als Schakelroute en Veilige Route. Individuele leerlingen die in aanmerking komen voor respectievelijk “begeleid werk”, “werk” en “werken en leren” (MBO) lopen een specifiek op maat ingericht traject binnen de school, herkenbaar aan het IOP. De trajecten sluiten aan bij de mogelijkheden die de leerlingen tonen binnen het onderwijs en de stage.
5.2
Overdrachtprocedure
a) PO/VO
Overdrachtprocedure bij extra zorg
Alle leerlingen worden middels een warme overdracht besproken - na aanmelding - met de school van herkomst. De warme overdracht vindt plaats in de laatste weken vóór de zomervakantie. De coach voert deze overdracht uit. Het IOT is bij de gang van zaken betrokken. Alle inmiddels aangemelde leerlingen komen in de eerste helft van juni 3 dagen naar Met-PrO met als doel om aan de nieuwe school te wennen. Hun bezoek op deze zg. introductiedagen levert de school gegevens op om een verantwoorde groepssamenstelling te waarborgen. Observaties leveren naast de aangeleverde informatie (OPP) vanuit PO een belangrijke bijdrage aan de planvorming binnen het IOP. Bij vragen en opvallende kenmerken wordt er contact opgenomen met de aanleverende school. In incidentele situaties vindt er reeds in een vroeg stadium een observatie plaats op de school van herkomst. Bij alle leerlingen wordt door schoolmaatschappelijk werk tijdens de aanmeldingsperiode een huisbezoek afgelegd.
b) PrO / VMBO / VSO
Overdrachtprocedure bij bijzondere zorg
De tussenvoorziening Schakelroute garandeert dat leerlingen onder voorwaarden door kunnen stromen naar VMBO in leerjaar 3 óf naar een leerwerktraject in leerjaar 4. Hiervoor is een samenwerking gerealiseerd met VMBO- De Overlaat te Waalwijk. De samenwerking voorziet in de participatie van een docent/coach op de VMBO school, zowel voor lessen als coaching incl. oud-leerlingen die inmiddels zijn overgestapt naar het VMBO. Leerlingen waarbij geconstateerd wordt dat de school ernstig handelingsverlegen is en waarbij het OT heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de betreffende leerling stagneert, kunnen in aanmerking komen voor een passende plek binnen VSO. Dit verloopt via een aanvraag bij de ACT. Na een positieve beslissing volgt een persoonlijke overdracht van gegevens i.s.m. de ouders. (Zie bijlage 24 Protocol ACT) Gegevens uitstroom naar VMBO Uitstroom VMBO Schakelroute
v.a. 2011-2012
2011-2012 2
2012-2013 4
2013-2014 6
Uitstroom naar VSO: 0, dus geen ingeschreven leerlingen tot 2014-2015
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
19
c) PrO/MBO
Overdrachtprocedure
Voor alle leerlingen geldt dat de schoolverlaters een uitstroomperspectief hebben. Hieruit blijkt of de leerlingen positief worden geadviseerd om door te stromen naar MBO. Bij deze groep zal Met-PrO voorzien in een gepaste overdracht van gegevens. Het is mogelijk om nog max. 2 jaar nazorg te bieden. In samenwerking met ROC Tilburg start in het schooljaar 2014-2015 een pilot voor niveau 1 MBO. Vanaf 2015-2016 zal deze MBO 1 opleiding verder gaan onder de noemer “Entreeonderwijs”. De opleiding wordt gegeven binnen Met-PrO. Het kwalificatiedossier voor entreeonderwijs, zoals dat door het huidige AKA onderwijs wordt toegepast, is ook voor de leerlingen van Met bepalend. Daarnaast zijn er nauwe banden met Prins Heerlijk in Tilburg. Prins Heerlijk biedt opleidingsmogelijkheden voor leerlingen met een beperking in de horeca en in de zorg. Leerlingen worden op de werkplek opgeleid tot (deel-)diplomering niveau 1. Het theoretisch kader wordt in samenwerking met MBO de Rooi Pannen en het Koning Willem 1 College vastgesteld. Het kwalificatiedossier van de betreffende richting is hierbij leidend. Gegevens uitstroom naar MBO v.a. 2011-2012 (Zie bijlage 23 Opbrengsten) Gegevens uitstroom naar MBO 2011-2012 2012-2013 2013-2014
MBO 1
MBO 2
15 4 17
3 4 3
d) Aansluiting op arbeid, procedure Leerlingen PrO hebben tot hun 16 jaar leerplicht. Kwalificatieplicht is voor hen niet aan de orde. Ingeval van vroegtijdige schoolverlating na het 16e jaar stelt de school als voorwaarde dat uitstroom vóór diplomering PrO alleen kan plaatsvinden bij uitstroom naar arbeid (arbeidscontract) of uitstroom naar MBO. In beide gevallen wordt een getuigschrift uitgereikt van de periode dat de leerling was ingeschreven op Met Praktijkonderwijs. Daarnaast worden beoordelingen afgegeven van de stages en de beroepsrichting waarin de leerling zich heeft bekwaamd. Op deze manier heeft de leerling bewijsstukken die hij / zij kan overleggen. Gegevens uitstroom naar arbeid 2011-2012 2012-2013 2013-2014
reguliere arbeid 8 16 14
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
arbeid via sociale werkvoorziening 2 8 1
arbeid via dagbesteding 2 5 3
20
Hoofdstuk 6 – Beleid ouders/verzorgers 6.1
Informatieverstrekking
Beschrijf de wijze en de middelen waarop de school aan ouders/verzorgers informatie verstrekt over de ondersteuningsvoorzieningen van de school. Huisbezoek door schoolmaatschappelijk werk; Intakegesprek (uitgebreid – ca. 1 uur) Informatieavond PrO in januari – Open dag in februari voorafgaand aan schooljaar. Website en online-schoolgids Ouderavonden Coachgesprekken (coach – leerling – ouders/verzorgers) Gesprekken in aanwezigheid IOT (of teamleiding)
6.2
Doorverwijzingsafspraken
Beschrijf de doorverwijzingsafspraken die u met instanties heeft: (Zie ook bijlage 27) MEE en schoolmaatschappelijk werk Idris (orthopedagogisch centrum, onderzoek, leefgroepen) LPA (gemeentes voornamelijk m.b.t. verzuim) Schoolarts / GGD (teamgerichte ondersteuning, medisch onderzoek, advies) Schoolpolitie (calamiteiten, preventie, contact met jeugd) Bij aanmelding Bij aanmelding wordt bij het vermoeden van een extra ondersteuningsbehoefte een traject gevolgd waarbij binnen zes (uiterlijk tien) weken door het IOT wordt onderzocht welke extra ondersteuning nodig is en of de school dat kan bieden. Zo niet, dan moet de school met ouders op zoek naar een andere reguliere school met passend onderwijs. (zie bijlage 17 Zorgplicht aanmelding bij regulier vo-school) In het traject van extra ondersteuning en proces van aanmelding en toelating geeft de school ruimte voor de visie van de ouders en de leerling. Mogelijke wensen ten aanzien van de invulling van de ondersteuningsbehoefte zullen gemotiveerd worden tijdens de uitgebreide intakegesprekken. Indien de school niet kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling of de leerling niet voldoet aan de criteria van Praktijkonderwijs brengt de school in kaart welke andere school eventueel passend zou kunnen zijn, danwel brengt de school de leerling in (met toestemming van de ouders) bij de Advies Commissie Toewijzing (ACT) Indien mogelijk houdt de ACT bij het formuleren van haar advies rekening met de visie en de wens van ouders en de leerling. Als het in het belang van de leerling niet mogelijk is om aan deze wensen te voldoen, dan is het noodzakelijk dat de ACT zorgt voor een goede verslaglegging en een heldere uiteenzetting van haar motivatie. ACT stuurt haar advies over het arrangement en eventuele opmerkingen (zienswijze) naar de school (zorgcoördinator) en de school voor VO stuurt het naar de ouders/verzorgers. Ook voor de verdere uitvoering van het arrangement is de school het communicatiekanaal naar ouders. Het SWV heeft een bezwaarprocedure met betrekking tot toelaatbaarheid, zodat ouders weten wat zij kunnen doen als ze het niet eens zijn met een beslissing van de school of een advies van de ACT ten aanzien van toelaatbaarheid. Uiteindelijk is de school (in het kader van de zorgplicht) waar de leerling is aangemeld, verantwoordelijk voor de communicatie met de ouders.
6.3 Bezwaar/klachtenprocedure Scholen zijn aangesloten bij een geschillencommissie en hanteren de daarvoor geldende procedures bij toelating en verwijdering.
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
21
Op grond van de Wet Passend Onderwijs neemt per 1 augustus 2014 het bestuur van het SWV de beslissingen over de toelaatbaarheid van een leerling tot het SBO of het (V)SO. Tegen die toelaatbaarheidsverklaring van het SWV kunnen de betrokken ouders en het schoolbestuur bezwaar indienen. Op grond van de Wet Passend Onderwijs dient het SWV voor de behandeling van die bezwaren een adviescommissie te hebben. Die adviescommissie brengt aan het bestuur advies uit over het bezwaar tegen de toelaatbaarheidsverklaring. Na dit advies moet het bestuur een beslissing nemen op het bezwaar. De naam van de commissie is: Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring SBO/(V)SO. Met deze commissie zijn we verzekerd van een onafhankelijke en deskundige adviescommissie. Daarnaast zijn we aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) van Onderwijsgeschillen. Aansluiting bij de commissie betekent dat we bij Onderwijsgeschillen één onafhankelijk en professioneel loket hebben, waar de commissies waar het SWV mee te maken kan krijgen, zijn ondergebracht. Dit betreft de volgende commissies:
De Landelijke Commissie voor Geschillen WMS, die bevoegd is voor geschillen tussen bestuur en OPR. De Landelijke Arbitragecommissie Samenwerkingsverbanden, die bevoegd is voor geschillen binnen het SWV. De Landelijke Geschillencommissie OOGO die bevoegd is voor geschillen tussen het SWV en de gemeente in het overleg over het OP. De Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring SBO/(V)SO, die bevoegd is in bezwaren tegen de toelaatbaarheidsverklaring van het SWV. De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs, die bevoegd is in klachten over beslissingen en gedragingen van het bestuur, de bestuurder(s) en de medewerker(s) van het SWV. Bij een geschil tussen ouders en school van aanmelding, is er een geschillenprocedure waarbij de ouders hun geschillen kunnen voorleggen aan de geschillencommissie.
Informatie is ook te vinden op de website www.swvdelangstraat.nl
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
22
Hoofdstuk 7 – Financiële middelen 7.1
Speerpunten
Wat zijn de speerpunten met betrekking tot zorg voor de komende vier jaar (uitgezet in eigen activiteitenplannen) en wat voor bedragen zijn daar mee gemoeid. Bovenschools: Er worden meer leerlingen aangemeld die niet voldoen aan de criteria. Beleid zal gericht zijn op: Ondersteuning aan leerlingen met internaliserende problematiek indien SWV de bekostiging kan regelen voor leerlingen die niet worden aangenomen binnen VMBO-LWOO. De leerlingen moeten qua leerachterstanden en IQ passen bij de huidige populatie van PrO; Ondersteuning mogelijk maken voor leerlingen met een lichte ondersteuningsbehoefte die niet plaatsbaar zijn op VMBO-LWOO door mee te werken aan de inrichting van een OPDC. Schoolniveau: De rugzakvergoeding verdwijnt per 1-08-2014 voor een deel. De AB-diensten kunnen nog 2 jaar worden verricht. Daarna is er een nieuwe ondersteuning nodig. Waar mogelijk expertise overnemen van AB naar IOT c.q. teams; Verder professionaliseren werkwijze IOT naar de teams. Deze ondersteuning van de teams moet leiden tot een hogere professionaliteit c.q. geringere ondersteuningsbehoefte van de docenten. Verantwoordelijkheden benoemen in termen van eigenaarschap. Docentniveau: Docenten zullen meer eigen verantwoordelijkheid krijgen m.b.t. leerlingondersteuning Coach de coach via teamleiding Video-ondersteuning en klassen- en flitsbezoeken Inter- en supervisie Leerlingniveau: Integratie bestaand IOP met OPP (BaO – SBO en PrO landelijk – Taskforce november 2014) Aanpassing intakeprocedure (reeds gebeurd maar wordt na evaluatie evt. nader aangepast) Inrichten eigen informatie-avond PrO in januari/februari (reeds gebeurd)
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
23
7.2
Bekostiging door SWV
De school neemt de begroting van het SWV-VO over. In een voorafgaand proces van onderlinge afstemming en verantwoording worden op bestuurlijk niveau de budgets jaarlijks vastgesteld. Voor MET zijn binnen Passend Onderwijs alleen de middelen voor lichte ondersteuning beschikbaar. Naast de standaard ondersteuningsbekostiging en individuele arrangementen (voormalige rugzakgelden) worden hieruit ook de meerkosten van de Veilige Route en Schakelroute gefinancierd. In december 2014 is de financieringsvorm voor de Veilige Route en Schakelroute opnieuw vastgesteld. Dat is van belang omdat hiermee opstroom wordt gefinancierd. Iets wat minder prominent de aandacht krijgt binnen Passend Onderwijs. In de komende periode is het de bedoeling vast te stellen dat deze routes daadwerkelijk grote preventieve en kostenbesparende waarde hebben. Binnen het SWV-VO detacheert MET ook personeel aan de ACT en OPDC. Hiervoor zijn detacheringscontracten opgesteld.
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
24
Hoofdstuk 8 – Kwaliteitszorg Onderstaande informatie is o.m. afkomstig uit vernieuwd toezichtskader inspectie (Zie bijlage 14) Leerlingen en ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat het onderwijs op een school goed is. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en moeten zich verantwoorden over de resultaten. De inspectie ziet er op toe dat dit gebeurt. Legitimatie en begrenzing toezicht: De grondwet + de sectorwet én De wet op het onderwijstoezicht (WOT) Het toezichtkader: hierin staat wat we verstaan onder kwaliteit (waarderingskader zie bijlage XVIII) en de ‘spelregels’ hoe we die kwaliteit bepalen. Wet op het voortgezet onderwijs Artikel 10f. Praktijkonderwijs Praktijkonderwijs bestaat uit: Een gedeelte waarin aangepast theoretisch onderwijs, persoonlijkheidsvorming, het aanleren van sociale vaardigheden wordt verzorgd en een gedeelte waarin de leerling wordt voorbereid op het uitoefenen van functies op de arbeidsmarkt.
8.1
Kwaliteitsnorm
Beschrijf vanuit de inspectie-indicatoren en vanuit het bestuursakkoord VO op welke onderdelen/indicatoren u als school kwaliteit wil en moet leveren en welke kwaliteitsnorm dat is. Zie kwaliteitsaspect van Inspectie toezichtkader. (Zie ook bijlage 14 en 18) Resultaten/Opbrengsten in het PRO - 1.1 Leerling behaalt opleidingsniveau dat mag worden verwacht. - 1.5 De leerlingen ontwikkelen zich volgens een individuele leerroute. - 1.7 De leerlingen functioneren naar verwachting in de vervolgopleiding of het werkveld 3 indicatoren over het ontwikkelingsperspectief zijn in PRO kernindicatoren (indicatoren 10.1, 10.2, 10.3) 10.1 Het bevoegd gezag stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast. 10.2 De leerling ontvangt onderwijs zoals beschreven in het ontwikkelingsperspectief. 10.3 De school stelt vast of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes
8.2
Resultaat
Hoe laat u zien dat de beoogde en bereikte kwalitatieve en kwantitatieve doelen van de ondersteuning succes heeft gehad? Zet dat af tegen uw norm Zet dat af tegen geïnvesteerde middelen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
25
Elke leerling heeft een individueel IOP (en OPP) met bewijzen in rapportage en portfolio. De school kan hierin het verband aantonen tussen intakegegevens, het uitstroomperspectief, de zienswijze van de ouders hierbij en de werkelijke uitstroom naar werk of opleiding. Binnen de filosofie van Big Picture Learning zal e.e.a. beschreven zijn in termen vanuit de leerling. (zie bijlage 23 Opbrengsten)
8.3
Audit
Eenmaal per twee jaar voert het SWV een audit uit dat toezicht houdt op de kwaliteitseisen die het SWV heeft gesteld in relatie tot schoolnormen. Deze audits zijn momenteel nog niet georganiseerd.
8.4
Jeugdzorg
Zijn de resultaten in de samenwerking met Jeugdzorg succesvol? En hoe bepaalt u dat? Beschrijf dit. In afwachting van de nieuwe wetgeving per 01-01-2015…..
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
26
Hoofdstuk 9 – Geschillenregeling Beschrijf de geschillenregeling. Dit onderdeel wordt nog in de wet uitgewerkt en wordt een centrale tekst. Met de komst van passend onderwijs stelt elk samenwerkingsverband voortaan zelf de criteria vast voor de toelaatbaarheid van leerlingen aan een school voor speciaal basisonderwijs (sbo) en (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) die onder het samenwerkingsverband valt. Op basis van die criteria beslist het samenwerkingsverband op verzoek van het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven over de toelaatbaarheid voor het sbo of het (v)so. De beslissing over de toelaatbaarheidsverklaring neemt het samenwerkingsverband op basis van een deskundigenadvies. Zonder deze toelaatbaarheidsverklaring kan de leerling niet aan een sbo-school of school voor (v)so worden toegelaten. Adviescommissie voor bezwaarschriften Tegen de beslissing van het samenwerkingsverband over de al dan niet toelaatbaarheid van een leerling tot het sbo/(v)so kan bezwaar worden ingediend. Elk samenwerkingsverband is wettelijk verplicht voor deze bezwaarschriftprocedure een (bezwaar)adviescommissie te hebben. Op de bezwaarschriftprocedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Tegen de beslissing over de afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring kan zowel door het bestuur van de school van aanmelding als door de ouders/verzorgers van de leerling voor wie de toelaatbaarheidsverklaring geldt, bezwaar worden ingediend. Zij hebben namelijk een rechtstreeks belang bij de beslissing over de toelaatbaarheid van de leerling. De Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring sbo/(v)so zal bestaan uit onafhankelijke juristen en deskundigen op gebied van de diagnostiek met betrekking tot het sbo en (v)so. De Commissie is in beginsel verplicht om partijen te horen. Dat gebeurt tijdens een zitting waarvoor beide partijen worden uitgenodigd. Het samenwerkingsverband moet op basis van het advies van de adviescommissie de toelaatbaarheidsbeslissing heroverwegen. Voor zover die heroverweging daartoe aanleiding geeft, herroept het samenwerkingsverband het bestreden besluit en neemt het, voor zover nodig in de plaats daarvan een nieuw besluit. Tegen de nieuwe beslissing van het samenwerkingsverband kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank, sector bestuursrecht. Correspondentieadres van de Commissie: Stichting Onderwijsgeschillen Postbus 85191. 3508 AD UTRECHT.
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
30 januari 2015
27