Omgevingsnota 2014 e.v. gemeente Stadskanaal

Omgevingsnota Stadskanaal

Omgevingsnota 2014 e.v. gemeente Stadskanaal

Inhoudsopgave

1.

Inleiding ........................................................................................................................................... 2

2.

Kader van de omgevingsnota .......................................................................................................... 2

3.

Landelijke thema’s........................................................................................................................... 4

4.

Wat willen we realiseren ................................................................................................................. 4

5.

Wettelijk kader ................................................................................................................................ 5

6.

Schets van de Gemeente Stadskanaal............................................................................................. 6

7.

Proces Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving ................................................................... 8

8.

Prioriteiten Stadskanaal 2014 e.v.:................................................................................................ 10

9.

Borging van beleid en uitvoering................................................................................................... 10

Bijlagen:

Jaarplan 2013 en 2014

1|


Omgevingsnota 2014 e.v. Gemeente Stadskanaal

1.

Inleiding

De ambitie van de gemeente Stadskanaal is: Stadskanaal wil zich ontwikkelen tot een excellente woonomgeving met durf, een gemeente waarin de inwoners veilig en gezond kunnen wonen, werken en recreëren. Eén van de wijzen om een goede leefomgeving te behouden, is het zorgdragen voor de uitvoering van de weten regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening, bouw, milieu, brandweer en apv. De omgevingsnota heeft als doel de beleidsmatige uitgangspunten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving te formuleren. Uitgangspunt is hierbij dat de uitvoering risicogestuurd dient plaats te vinden. Met het opstellen van deze nota voldoet de gemeente aan de eisen volgens het Besluit omgevingsrecht voor zowel handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma als monitoring en rapportage. Tevens anticipeert deze nota op de Kwaliteitscriteria 2.1.die in 2015 wettelijk zullen worden verankerd. Op grond van de wettelijke verankering van de Kwaliteitscriteria in de Wet VTH, moet een brede omgevingsnota worden opgesteld. De omgevingsnota geeft aan hoe de gemeente Stadskanaal binnen de wettelijke kaders invulling geeft aan vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het horizontale toezicht op de kwaliteit van de uitvoering wordt door de raad uitgevoerd. De provincie krijgt in het kader van het Interbestuurlijk toezicht hierin tevens een taak; verticaal toezicht. In deze nota worden de uitgangspunten verwoord. De nota is de basis voor de werkafspraken met de Omgevingsdienst Groningen (ODG). De omgevingsnota is één van de belangrijkste onderdelen van de dubbele kwaliteitscirkel die we hanteren in het domein van VTH, de BIG 8. De Big 8 kent twee regelkringen; één voor de borging van de kwaliteit van het gevoerde beleid en één voor borging van de kwaliteit van de uitvoering. De eerstgenoemde regelkring betreft de taken die bij ons achterblijven; de tweede regelkring gaat over de uitvoeringstaken, die bij de ODG zijn ondergebracht.

2.

Kader van de omgevingsnota

Deze nota geeft in essentie aan op welke wijze de gemeente Stadskanaal haar vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavende taken uitvoert. Daarvoor is het belangrijk om te weten vanuit welk perspectief en vanuit welke context wij dat doen. De ambitie van de gemeente Stadskanaal is: Stadskanaal wil zich ontwikkelen tot een excellente woonomgeving met durf, een gemeente waarin de inwoners veilig en gezond kunnen wonen, werken en recreëren. De samenleving is zelf verantwoordelijk voor veiligheid en leefbaarheid. De overheid schept de kaders, voert regie en draagt samen met haar partners verantwoordelijkheid voor veilig wonen, werken en recreëren. Daarnaast streeft de gemeente ernaar dat elke inwoner ook gezond in Stadskanaal kan leven. Dat begint bij economische zekerheid, maar van groot belang is ook gezondheidszorg, een gezond leefklimaat en een prettige en schone leefomgeving.

2|


Leefbaarheid en leefomgeving Het RIVM geeft als definitie van leefbaarheid: ‘de kwaliteit van de leefomgeving kan worden opgevat als een wezenlijk onderdeel van het bredere concept ‘kwaliteit van leven’ met als basiskwaliteiten gezond en veilig en met een hoogwaardige leefomgeving als ambitie’. Leefbaarheid is dan de beleving van de dagelijkse leefomgeving

Toezicht en handhaving zijn instrumenten die de gemeente kan gebruiken om de bovengenoemde doelen te bereiken. Andere instrumenten waarmee het gemeentebestuur haar beleidsdoelen kan bereiken zijn regelgeving in de APV, verordeningen, vergunningverlening, beleidskaders, subsidiëring, voorlichting of het treffen van feitelijke maatregelen. De gemeente Stadskanaal investeert vooral in preventieve handhaving. Dit wordt vormgegeven door persoonlijke benadering, zichtbaar optreden, advisering, communicatie en wijzen op de eigen verantwoordelijkheid. Als burgers, instellingen en/of bedrijven hun eigen verantwoordelijkheid niet nemen, komt repressieve handhaving aan de orde. Daarbij kunnen bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke instrumenten worden ingezet. Communicatie over het hoe en het waarom van de regelgeving speelt een belangrijke rol. Dit wordt in de beleidsontwikkeling en bij de uitvoering van het beleid meegenomen. Maar ook communicatie over de inhoud van de handhavingsstrategie is van belang.

3|


3.

Landelijke thema’s

Op rijksniveau is een vijftal thema’s benoemd waar gemeenten aandacht aan moeten besteden in het kader van haar VTH-taken. Het gaat daarbij om de volgende thema’s: 1. 2. 3. 4. 5.

Asbestregelgeving Brandveiligheid opslag gevaarlijke stoffen Constructieve veiligheid en brandveiligheid Verontreinigde grond Risicovolle inrichtingen

In de verdere uitwerking van de nota en de uitvoeringsprogramma’s zullen deze thema’s terugkomen bij de prioriteiten die de gemeente Stadskanaal stelt (zie paragraaf 8).

4.

Wat willen we realiseren

Met de inzet voor vergunningverlening, toezicht en handhaving wil de gemeente Stadskanaal de kwaliteit van de fysieke leefomgeving behouden en zo mogelijk verbeteren. Dat kan door het bevorderen van de veiligheid. Een gebouw mag niet instorten en als er brand uitbreekt moet men het gebouw veilig kunnen verlaten. Ook het terugdringen van overlast, door bijvoorbeeld controles milieu en het afgeven van een goede evenementenvergunning, bevordert de kwaliteit van de leefomgeving. De beeldkwaliteit en veiligheid kunnen bijvoorbeeld bevorderd worden door de verpaupering van gebouwen tegen te gaan middels toezicht en handhaving en aan vergunningen voor de activiteit ’bouwen’ eisen te stellen met betrekking tot het uiterlijk van gebouwen. Vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van de fysieke leefomgeving zijn kerntaken van de gemeente. Vergunningen vormen het kader waarbinnen activiteiten mogen plaatsvinden en regelen de ruimte die de aanvrager heeft in relatie tot de omgeving. Toezicht is de beoordeling of men voldoet aan de weten regelgeving. Handhaving is het laten voldoen aan de weten regelgeving, zo nodig door optreden tegen overtredingen. Eén van de eisen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het uitvoeren van integraal toezicht en handhaving voor de taakvelden Milieu, Algemene Plaatselijke Verordening (APV), Bouw- en woningtoezicht (BWT), Ruimtelijke Ordening (RO) en Brandweer. De uitvoering van toezicht en handhaving moet op een programmatische wijze, gebaseerd op een probleemschets en een risico-analyse en volgens een integraal uitvoeringsplan plaatsvinden. Binnen onze gemeente vinden integrale vergunningverlening en integraal toezicht en handhaving (VTH) plaats binnen de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer (ROB). Binnen deze afdeling zijn alle disciplines gegroepeerd die bij VTH betrokken zijn. De Wabo VTH-taken zijn ondergebracht in de Omgevingsdienst Groningen (ODG). De adviezen over brandpreventie worden via de ODG verstrekt. Deze organisatie verzorgt tevens de eerste controles voor het toezicht en de handhaving van de brandpreventie.

4|


5.

Wettelijk kader

Met de inwerkingtreding van de Wabo op 1 oktober 2010 zijn de wettelijke eisen voor de VTH-taken beschreven in artikel 7.2 e.v. van het Besluit Omgevingsrecht (BOR) en artikel 10.1 e.v. van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (MOR). Een belangrijk criterium uit het BOR is dat het bestuur op basis van een risicoanalyse een probleemanalyse of -schets moet opstellen. Naast Wabo, BOR en MOR is sinds eind 2009 ook de Eindrapportage ontwikkeling kwaliteitscriteria transitieprogramma Deel A en Deel B, kortweg Kwaliteitscriteria , een belangrijk instrument om het proces van vergunningverlening, toezicht en handhaving aan te toetsen. Sinds september 2012 is de nieuwe versie 2.1 van kracht. Voor zowel de robuustheid (inzet van personeel) als het proces vormen deze Kwaliteitscriteria een kader. De kwaliteitssystematiek die met de komst van de Omgevingsdienst Groningen in 2015 wettelijk verplicht wordt voor de vergunningverlening is de big-8 (zie ook afbeelding hieronder). Vanuit het BOR (Besluit Omgevingsrecht) is deze systematiek al verplicht voor toezicht en handhaving. De big-8 is een planningen controlcyclus die ervoor zorgt dat beleid en uitvoering op elkaar afgestemd worden en blijven. De cyclus bestaat uit twee cirkels, waarvan de bovenste cirkel de beleidsmatige planningen controlcyclus is; de onderste cirkel is de planningen controlcyclus van de uitvoering. De bovenste cirkel van de cyclus is het beleidsdeel en hoort altijd thuis bij het bevoegd gezag; dat is de opdrachtgever, het gemeentebestuur. Het bestuur stelt de kaders vast waarbinnen het management de uitvoering realiseert. De onderste cirkel is de uitvoeringscyclus die zowel door het bevoegd gezag als door een uitvoeringsorganisatie kan worden uitgevoerd. Dit betreft vooral de bevoegdheid van het management die met de gegeven opdracht en kaders van het bestuur het werk uitvoert en daarover rapporteert. De twee cirkels zijn met elkaar verbonden via planning&control waar het uitvoeringsprogramma en de verzamelde stuurinformatie centraal staan.

5|


6.

Schets van de Gemeente Stadskanaal

De Gemeente Stadskanaal heeft circa 33.000 inwoners en beslaat een grondgebied van 11.996 hectare. Binnen de gemeentegrenzen liggen zes kernen: Stadskanaal, Musselkanaal, Onstwedde, Mussel, Alteveer en Vledderveen. De Gemeente Stadskanaal kenmerkt zich ook door de aanwezigheid van een lange lintbebouwing langs het Stadskanaal. Vanuit de historie is langs het kanaal een mix van functies aanwezig. In de kenschets milieu, bouw, brandweer en apv zijn de belangrijkste prioriteiten genoemd die voortkomen uit de onderliggende risico-analyses. Kenschets Milieu Binnen onze gemeente bevinden zich circa 900 bedrijven die qua milieubelasting belangrijk zijn. De gemeente Stadskanaal richt haar inspanningen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving op circa 830 van deze bedrijven. De 70 zogeheten type a bedrijven, de lichtste categorie, worden alleen geregistreerd. Alleen bij meldingen/klachten wordt deze lichte categorie benaderd. Door het omvangrijke buitengebied, is het aandeel landbouw binnen dit bedrijvenbestand aanzienlijk. Dit is met circa 300 bedrijven ongeveer een derde van het totale bedrijvenbestand. De niet-landbouw bedrijven zijn veelal gevestigd op twee bedrijventerreinen in Stadskanaal en één in Musselkanaal. Op de bedrijventerreinen is milieuzonering toegepast. Bedrijvenpark Stadskanaal is akoestisch gezoneerd, waardoor de vestiging van zwaardere categorieën bedrijven mogelijk is. Er zijn geen bedrijven gevestigd die onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) vallen. De uitvoering van toezicht wordt onder anderen gebaseerd op een probleemschets en een risico-analyse. In de risicoanalyse wordt het (milieu)risico van de bedrijven vastgelegd op basis van aanwezige bedrijfsprocessen en opslagen. Ook de wijze waarop de bedrijven uitvoering geven aan de bedrijfsprocessen en de wijze waarop zij reageren op controles die worden uitgevoerd door de ODG wegen mee in de risicobeoordeling. Zo worden bedrijven die de zaken goed voor elkaar hebben minder frequent bezocht dan bedrijven die het niet op orde hebben. Op basis van de bedrijfsprocessen scoren onder andere het ziekenhuis Refaja, de STAR, maar ook een impregneerbedrijf, tankstations al of niet met LPG en bedrijven waar gewasbeschermingsmiddelen en vuurwerk zijn opgeslagen hoger dan andere bedrijven in de risicoanalyse. In de lange lintbebouwing langs het Stadskanaal waren vroeger veelal de bedrijven gevestigd. Tegenwoordig vindt men hier en daar nog een mix van bedrijvigheid en woonfunctie, die extra aandacht vergt wegens de korte onderlinge afstanden. In het buitengebied is een geluidsportcentrum aanwezig, waar motorcrossen, karting en ULV-vliegen plaatsvindt. Kwetsbare objecten zijn het ziekenhuis , de verpleeghuizen en onderwijsinstellingen. Meldingen/klachten hebben meestal te maken met geur (bedrijven), geluidoverlast (bedrijven c.q. openbare ruimte) en afvaldumping. De waardevolle natuurgebieden voormalige Vloeivelden en Smeerling (met Metbroekbos), Ter Wupping, Wessinghuizen in de ecologische hoofdstructuur, verdienen extra bescherming De weten regelgeving die voor de uitvoering van de milieutaken wordt ingezet is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer, Waterwet, Besluit bodemkwaliteit, Activiteitenbesluit, 6|


Bestemmingsplannen, Besluit LPG-tankstations, Wet Bodembescherming, Besluit mestbassins, Europese wetgeving en de Algemene plaatselijke verordening.

Kenschets Bouw en Ruimtelijke Ordening Bedrijven zijn, zoals al vermeld, veelal gevestigd op twee bedrijventerreinen in Stadskanaal en één in Musselkanaal. Nieuwbouwactiviteiten komen verspreid voor en daarnaast in de herstructureringswijken en de woonwijk Waterland in Stadskanaal. Per jaar komen naar schatting 4 tot 5 grotere bouwprojecten voor. In het kanaal bevinden zich 13 woonschepen op drie locaties, die aandacht vergen voor wat betreft gebruik van de bermen en uiterlijk van de schepen. Inmiddels zijn de woonschepen aangesloten op de riolering. Bij het laatstgenoemde is het Waterschap het bevoegd gezag voor lozingen op het oppervlakte water. Een belangrijke prioriteit is het tegengaan van verpaupering. Verpaupering van panden en erven komt vooral voor in het lint langs het kanaal en in het buitengebied. Relatief vaak moet worden opgetreden tegen illegaal gebruik van panden en percelen. Klachten gaan vooral over kleinere bouwwerken. Bezwaar wordt vooral gemaakt tegen vergunningen voor de activiteit bouwen en de weigering daarvan. Voor rommelpercelen en strijdig gebruik wordt relatief veel juridische capaciteit ingezet. De weten regelgeving die voor de uitvoering van de bouw-RO-taken wordt ingezet is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet RO, Woningwet, Bouwverordening, Bouwbesluit, Bestemmingsplannen en de Brandpreventieverordening. Aandachtspunt is het starten van de bouw, zonder dat de gemeente daarvan op de hoogte is gebracht. Het risico dat hierbij optreedt, is dat het uitzetten van de bouw (het inmeten van het bouwoppervlak) niet juist is en dat funderingswerkzaamheden niet gecontroleerd kunnen worden. Kenschets Brandweer De Regionale Brandweer Groningen werkt met de ODG en ons samen aan brandpreventieve taken. De ODG en Regionale Brandweer Groningen hebben afspraken gemaakt over de uitvoering van brandpreventieve taken. De Regionale Brandweer Groningen wordt als externe partij ingehuurd voor de advisering over de brandpreventieve aspecten van bouwplannen en het toezicht op de gebruiksvergunningen. De ODG verleent, gemandateerd door gemeente Stadskanaal, de gebruiksvergunningen en indien nodig zorgen zij voor de handhaving. Binnen onze gemeente bevinden zich circa 300 inrichtingen, publiekstoegankelijke gebouwen, die qua brandpreventie aandacht vragen. Naast het toezicht op de gebruiksvergunningplichtige gebouwen, wordt ook aandacht besteed aan een deel van de meldingsplichtige gebouwen. Dit betreft panden als discotheken en overige horeca inrichtingen. Meldingen/klachten hebben meestal te maken met onveilig gevoel van bewoners. Via voorlichting worden de betrokken burgers op de hoogte gesteld van veiligheidsmaatregelen en wordt meestal de ongerustheid weggenomen. 7|


Kwetsbare objecten zijn het ziekenhuis , de verpleeghuizen , woongebouwen voor mensen met een verstandelijke beperking, kinderopvang en onderwijsinstellingen. De weten regelgeving die voor de uitvoering van de brandpreventieve taken wordt ingezet is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer, Activiteitenbesluit, Bestemmingsplannen, Besluit LPG-tankstations, Brandbeveiligingsverordening, Bouwbesluit, Prevap en de Wet veiligheidsregio’s. Kenschets APV/bijzondere wetten Binnen de Gemeente Stadskanaal bevinden zich circa 120 horeca-inrichtingen. Verreweg de meeste daarvan zijn in de plaatsen Stadskanaal en Musselkanaal gevestigd. De rest van de horeca is gevestigd in Onstwedde, Mussel en Alteveer. Naast de horeca-inrichtingen, bepalen vooral de evenementen de inzet voor bijzondere wetten. Onze gemeente kent tal van evenementen, waarvan de grootste zijn: Klap tot Klap loop, Race the Train, Knaolsternacht, de Vrijmarkt, de Nelly Cooman games, de kermissen, Go Sports/Verrassend Stadskanaal, Secret Forest en de (inter)nationale Kampioenschappen zoals Atletiek Gehandicaptensport (IWAS-games) Voor een aantal van deze evenementen wordt een artikel 35 ontheffing op grond van de Drank- en horecawet verleend voor het schenken van alcoholische dranken. Er is één ontheffing van de Opiumwet verleend voor een afhaalpunt voor softdrugs annex Rookcafé. Binnen de Gemeente Stadskanaal is een aantal vergunningen/ontheffingen voor kinderopvang verleend. De controle vindt plaats door de GGD. De gemeente, i.c. de burgemeester, is het bevoegd gezag voor het toezicht en de handhaving van de Drank- en horecawet. Deze taak (toezicht en handhaving) is vanaf 1 november 2013 tevens ondergebracht bij de ODG.

7.

Proces Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

In deze paragraaf wordt het gehanteerde werkwijze beschreven ten aanzien van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het geeft aan vanuit welk kader de vergunningverleners, toezichthouders en handhavers vanuit de ODG handelen. Proces Vergunningverlening De geldende wet en regelgeving vormt het uitgangspunt voor het verlenen van vergunningen (zie hoofdstuk 5; Wettelijk Kader). Voor de toetsing van aanvragen voor vergunningen voor de activiteit bouwen hanteren we de Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen (CKB). De CKB is de landelijke toetsmatrix voor de wabo-vergunning voor de activiteit bouwen. Het Bouwbesluit is complex en telt vele regels. Hierdoor kan het toetsen van bouwplannen aan het Bouwbesluit veel diversiteit vertonen. De toetsmatrix van het CKB brengt lijn in de toets. Hiermee kan worden aangegeven wat getoetst wordt en welke diepgang de toets heeft. Bij de toetsing hanteert de gemeente de volgende werkwijze: -

Vooroverleg wordt ingezet bij het eerste contact. De klant wordt geholpen/ondersteund bij het compleet maken van de aanvraag. In het vooroverleg wordt getoetst aan het bestemmingsplan en welstandseisen.

8|


-

-

De aanvraag bouwactiviteit wordt met behulp van de CKB getoetst aan het bouwbesluit. Er wordt tenminste getoetst op de hoofdstukken Veiligheid: sterkte en brandveiligheid, Gezondheid: bodem, extern geluid; daglicht en ventilatie steekproef, Bruikbaarheid: openbaar gebouw toegankelijkheid, energiezuinigheid. Bij slopen toetsen we op het speerpunt asbest. Wij hanteren bij omgevingsvergunning voor milieu-activiteiten het landelijke niveau van eisen. Naast omgevingsvergunningen voor milieu, is het meldingsregime met landelijk vastgestelde eisen van toepassing. Bij omgevingsvergunningen voor milieu worden op het gezoneerd bedrijventerrein maatwerkvoorschriften voor geluid opgesteld; dit geldt ook bij meldingen.

Het uitgangspunt is het verlenen van de vergunning, tenzij … . Dat houdt concreet in dat we streven naar maatwerk bij afwijkingen. Uiteraard binnen de mogelijkheden die de gemeente heeft. Daarbij worden de belangen van de omwonenden en omgeving (zie hoofdstuk 2; Context) en de belangen van de aanvrager tegen elkaar afgewogen. Weigeringsgronden bij een vergunningsaanvraag: -

De stukken zijn niet compleet, Afwijken van bestemmingsplan, Niet voldoen aan de wettelijke eisen en regelgeving, Niet gelijkwaardig aan de wettelijke eisen en regelgeving, Niet voldoen aan redelijke eisen van welstand op zich en aan zijn omgeving, Niet voldoen aan specifiek voor de omgeving geldende richtlijnen c.q. eisen.

Met de ODG werken we toe naar een harmonisatie van het vergunningenbeleid van de deelnemers in de ODG binnen de provincie Groningen. Proces toezicht en handhaving Toezicht en handhaving worden bij bouwactiviteiten vooral gericht op de hoofdstukken: -

Veiligheid: sterkte en brandveiligheid, Gezondheid: bodem, extern geluid, daglicht en ventilatie, Bruikbaarheid: bij openbare gebouwen toegankelijkheid en energiezuinigheid.

Bij activiteit ‘slopen’ is met name het speerpunt asbest van belang. We maken gebruik van de toezichtprotocollen bouw, - milieu en - brandpreventie gebundeld in het ITP (Integraal Toets Protocol). Stadskanaal gaat uit van de 3-stappen methode (waarschuwing – handhaving – sanctie ) opgenomen in de Strategie en werkwijze handhaving die in onze provincie geldt. De handhaver begeleidt de gehele procedure tot aan de derde stap. De handhavers verzorgen derhalve het advies aan het college, als blijkt dat bij hercontrole, niet wordt voldaan aan de gestelde eisen. De jurist maakt het advies voor de derde stap (dwangsom of bestuursdwang). De handhavers leveren hiervoor de inhoudelijke en technische inbreng. Het toezicht voor milieu, brandpreventie en apv is periodiek. Voor bouw is het projectmatig. Voor thema’s kunnen ook bij milieu, brandpreventie en apv projectmatig toezicht en handhaving worden georganiseerd. Dit gebeurt vaak in samenwerking met (keten)partners. Eén en ander is tot uitdrukking gebracht in de bijlage jaarplan 2014.

9|


Met de ODG werken we toe naar een harmonisatie van het toezicht – en handhavingsbeleid van de deelnemers in de ODG binnen de provincie Groningen. In 2004 en 2005 zijn de nota’s Integraal toezicht en handhaving en Professionalisering van de milieuhandhaving vastgesteld. Met de vaststelling van de omgevingsnota door de Raad vervallen de nota’s uit 2004 en 2005 en komt deze Omgevingsnota hiervoor in de plaats komt.

8.

Prioriteiten Stadskanaal 2014 e.v.:

Op basis van de profielschets en risicoanalyse van Stadskanaal en de landelijke thema’s zijn de prioriteiten voor de komende jaren: -

asbestregelgeving brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen constructieve – en brandveiligheid verontreinigde grond risicovolle (milieu)inrichtingen toezicht en handhaving Drank&Horeca (in 2014 wordt een nulmeting uitgevoerd) vuurwerkopslagen worden elk jaar gecontroleerd tegengaan van verpaupering extra communicatietraject naar de bouwsector i.v.m. niet melden start bouw en uitvoering constructies.

In het jaarplan 2014 zijn deze onderwerpen opgenomen. Het jaarplan 2014 is als bijlage toegevoegd. Door de ODG worden de jaarplannen van de deelnemende partijen samengesmeed tot een totaal uitvoeringsprogramma.

9.

Borging van beleid en uitvoering

Borging van beleid en uitvoering vindt plaats door het volgen van de big-8. De cyclus start bij evaluatie en loopt als een acht via strategie, beleid, planning, voorbereiding, uitvoering, monitoring terug naar control en evaluatie. Daar waar de stappen planningen en control elkaar raken vindt de daadwerkelijke borging plaats; is onze uitvoering in overeenstemming met het vastgelegde beleid. Bij control en planning wordt bekeken wat je met de informatie van monitoring doet. Zitten we op de goede weg, moeten we de planning aanpassen en kan dit binnen het bestaande beleid? Of moet de strategie en het beleid worden gewijzigd? In het eerste geval (wijzigingen binnen het bestaande beleid) betreft het de onderste cirkel van de big-8 en ligt daarmee binnen de autonomie van het management. In het tweede geval ( wijziging van strategie en beleid) betreft het de bovenste cirkel van de big-8 en is er besluitvorming nodig van het bestuur.

Documenten die input zijn voor planningen en control zijn o.a. het jaarplan, de dienstverleningsafspraken met de ODG en de jaarlijkse evaluaties van de dienstverlening ODG en het jaarplan. 10 |


11 |

Omgevingsnota 2014 e.v. gemeente Stadskanaal

Recommend Documents