magazine Jaargang 10 Nr. 8 December 2015
THEMANUMMER
samenwerking arts en verpleegkundige Taakherschikking:
nieuwe mogelijkheden Is huilen op de werkvloer oké?
Omdat de dokter het zegt?
ars & congressen & seminars & congressen & seminars & congressen & seminars & congressen & essen & seminars & congressen & seminars & congressen & seminars & congressen & seminars ars & congressen & seminars & congressen & seminars & congressen & Alseminars &Medilex congressen & 25 jaar organiseert de beste studiedagen congressen voor alle zorgprofessionals.semi essen & seminars & congressen & seminars & congressen & seminars en & congressen & seminars Medilex wordt niet betaald door de farmaceut, essen & seminars & congressen & seminars & congressen & seminars & decongressen & de uitgever of welke overheid, de consultancy, andere partij dan ook. Onafhankelijke voorlichting over essen & seminars & congressen & seminars & congressen & seminars maatschappelijk & congressen & seminars semi relevante thema’s is ons speerpunt essen & seminars & congressen & seminars & congressen & seminars & ditcongressen maakt Medilex uniek & in zorg en welzijn.
Verwarde patiënten in het ziekenhuis
Communiceren voor wijkverpleegkundigen
Herkennen en behandelen
Op effectieve wijze cliënten benaderen en bejegenen
Verwarde patiënten op uw afdeling vergen een andere benadering. Onbegrip of onwetendheid zorgen dat medische besluitvorming stagneert, terwijl dit van belang is voor uw patiënt.
Van luisterend oor tot sparringpartner of informatiebron van uw cliënt. Als wijkverpleegkundige bent u van alle markten thuis. Iedere cliënt heeft een andere achtergrond, een andere thuissituatie en een andere zorgvraag. Dit vraagt veel van u, in soms onmogelijke situaties. Hoe sluit uw bejegening en communicatie aan bij uw cliënt?
Raak niet in verwarring door een verwarde patiënt en zet een passende behandeling in!
Congres
Congres
Wanneer Donderdag 11 februari Waar NH Amersfoort Programma en inschrijven: www.medilex.nl/ verwardziekenhuis
Wanneer Donderdag 28 janu
ari
Waar NH Amersfoort Programma en in schrijven: www.medilex.nl/ wijkverpleegkund igen
Medilex | Postbus 289 | 3700 AG Zeist | T. 030 – 69 33 887 |
[email protected] | www.medilex.nl
seminars & congressen & seminars & congressen & seminars & congressen & seminars & congressen &
Inhoud december 2015
Kijk voor meer informatie op www.venvn.nl.
Dialoog
T 4 Samenwerking Artsen en verpleegkundigen. Een nauwe samenwerking is voorwaarde om te kunnen voorzien in de behoeftes van patiënten. Maar in de praktijk van alledag verloopt die samenwerking lang niet altijd goed.
10
6 Taakherschikking Taakherschikking werkt. Maar waarom eigenlijk? V&VN Magazine interviewt een verpleegkundig specialist en een huisarts die samen in een huisartsenpraktijk werken.
26 Expertisegebieden Het is een uitdaging: voor alle verpleegkundige specialisaties binnen V&VN expertisegebieden schrijven. Hoe kom je tot een document waarvan de beroepsgroep zegt: hier voel ik me bij thuis, dit is mijn vak?
De keuze van Grietje de Groot-de Jong werkte drie jaar lang als praktijkverpleegkundige in verzorgingshuizen. Nu volgt ze de opleiding tot verpleegkundig specialist. “Straks mag ik zelf diagnosticeren en behandelen.”
Ik wens jullie goede Kerstdagen en een gelukkig 2016.
En verder 2 Kort nieuws 8 Francis in Den Haag Afbraakbeleid. 9 Zorgkoppel: Elkaar inspireren. 12 Jij maakt het verschil: Jessica legt de lat hoog. 15 Dilemma: Wat die verpleegkundige wil: flauwekul! 16 Weer wat geleerd: Laat OMA thuis. 17 Op de zeepkist: Is huilen op de werkvloer oké?
4
oen ik de cover van V&VN Magazine zag kon ik een glimlach niet onderdrukken. De redactie heeft zich laten inspireren door de onverwoestbare doktersroman. Lekker voorspelbare boekjes. Hij: de knappe dokter, zij: de aantrekkelijke verpleegkundige. Aan het eind krijgen ze elkaar natuurlijk. Maar dat heeft wat voeten in de aarde. De werkelijkheid is minder prozaïsch. Steeds vaker is de medisch specialist een vrouw. De verpleegkundige, als eindverantwoordelijke in het zorgproces, is meer en meer een gelijkwaardige partner in multidisciplinaire teams. Maar dat kan nog veel beter. Hoogleraar Verplegingswetenschappen Petrie Roodbol, tevens niet-praktiserend verpleegkundige, roept in dit nummer op om tijdens de opleiding van artsen en verpleegkundigen structureel meer aandacht te geven aan samenwerken. Onlangs heb ik hierover ook met de Federatie van Medisch Specialisten gesproken. Dialoog, daar gaat het om en dat zal in 2016 het hele jaar centraal staan bij V&VN. 2016 is een jubileumjaar, V&VN bestaat tien jaar. Begin volgend jaar gaan wij communiceren over wat er allemaal gaat gebeuren. In dit nummer wordt een tipje van de sluier opgelicht. De kern van de activiteiten wordt gevormd door drie regionale bijeenkomsten. De leden bepalen de onderwerpen. Ook collega’s die nog geen V&VN-lid zijn, zijn van harte uitgenodigd. In 2016 gaat V&VN voluit door op de ingeslagen weg. Ik kijk er naar uit de dialoog te voeren, met jullie.
18 Verenigingsnieuws 21 Kijk in de wijk: Contact met huisarts. 22 Jouw voordeel / Dagboek van Marieke 25 Registers: Herregistreren doe je zo. 29 Dit vergeet ik nooit 30 V&VN Academie 31 V&VN Service 32 Puzzel
Lidmaatschap van V&VN Lid worden van V&VN biedt veel voordelen. Nu aanmelden? Ga naar www.venvn.nl en klik op ‘Lid worden’. Opzeggen van je lidmaatschap kan ieder jaar tot uiterlijk 30 november, schriftelijk of per mail via
[email protected].
Sonja Kersten, directeur V&VN E
[email protected] T @sonjakersten
V&VN Magazine • december 2015
1
Actueel Kort Nieuws Nieuwe mijlpaal V&VN heeft meer dan 70.000 leden. De stem van verpleegkundigen en verzorgenden wordt steeds beter gehoord. Hoe meer leden V&VN heeft, des te krachtiger is die stem. Henk Bakker, voorzitter V&VN: “Dit is een nieuwe mijlpaal in het bijna tienjarige bestaan van V&VN. Elke dag zetten wij ons in voor verpleegkundig specialisten, verpleegkundigen en verzorgenden. Zodat zij hun beroep met passie en trots kunnen uitoefenen. Hun stem wordt steeds beter gehoord.” Sonja Kersten, directeur V&VN: “De macht van het getal draagt steeds positiever bij aan de positionering van de beroepsgroepen. De meerwaarde van lidmaatschap van de grootste beroepsvereniging in combinatie met een sterk kwaliteitsregister trekt veel nieuwe leden. Daar zijn we erg blij mee.”
AD ZIEKENHUIS TOP100 Het Kennemer Gasthuis in Haarlem is het beste ziekenhuis van het land. Het staat bovenaan de nieuwe AD Ziekenhuis Top 100 die zaterdag verschijnt. Loon naar werken, want het ziekenhuis heeft veel geïnvesteerd in kwaliteit en veiligheid. Voor de twaalfde keer heeft het AD de Nederlandse ziekenhuis beoordeeld. Alle uitslagen en details zijn te vinden op www.ad.nl.
2016: V&VN bestaat 10 jaar De top 10 In 2016 bestaat V&VN 10 jaar! Een jubileum dat we samen met de leden willen vieren. Er komen drie regionale bijeenkomsten en als afsluiter een groots slotfeest in november. Over de inhoud van de bijeenkomsten gaan we jullie als leden benaderen; waar moet het over gaan? Houd daarom de website van V&VN in de gaten, het magazine, de nieuwsbrieven, en de social media.
Maatwerk voor vluchtelingen De behandeling van vluchtelingengezinnen stelt zorgprofessionals voor nieuwe uitdagingen. Ingrid Brokx is lid van de Vakgroep Jeugd van de afdeling V&VN Verpleegkundigen Maatschappij & Gezondheid. Zij legt uit dat kennis van de cultuur en gezondheidsbeleving van vluchtelingen © versie 01 | augustus 2015 | p 2 helpt bij het uitleggen van het Nederlandse gezondheidssysteem. Zij noemt als voorbeeld dat Syriërs niet gewend zijn naar een huisarts te gaan, omdat het beroep onbekend is. “Zij willen vaak direct naar het ziekenhuis. Ze weten zelf veel over ziekten, geloven niet in pijnstillers, stellen hun vragen aan de apotheker en kopen daar hun 2
V&VN Magazine • december 2015
medicijnen. De brancheorganisaties GGD GHOR Nederland, Actiz, en NCJ zijn druk bezig de knelpunten te inventariseren en te kijken wat de behoeften zijn en op welke manier ondersteuning nodig is.” De veelal kwetsbare gezinnen hebben veel maatwerk nodig. Zij kampen met verlies en trauma’s, wat zich bij volwassenen en kinderen uit in een scala aan gezondheidsklachten. Meer weten over het (al dan niet vrijwillig) werken voor en met vluchtelingen? Neem contact op met het Expertisecentrum gezondheidsverschillen Pharos (www.pharos.nl) of met Vluchtelingenwerk (www.vluchtelingenwerk.nl).
1. (4) Kennemer Gasthuis, Haarlm 2. (11) Rivas Beatrixziekenhuis, Gorinchem 3. (32) Ziekenhuis Nij Smellinghe, Drachten 4. (79) Ziekenhuis de Tjongerschans, Heerenveen 5. (7) Groen Hart Ziekenhuis, Gouda 6. (5) Ikazia ziekenhuis, Zwolle 7. (10) SKB Winterswijk, Winterswijk 8. (52) MCH-Bronovo, locatie Bronovo, Den Haag 9. (51) Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, Dirksland 10. (1) Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht
Inspectie De AD Ziekenhuis top 100 maakt gebruik van gegevens over 2014 van de Inspectie, die ziekenhuizen verplicht moeten aanleveren. Ziekenhuizen zijn beoordeeld op 36 verschillende aspecten die een doorsnede zijn van de behandeling in ziekenhuizen, zoals oncologie, cardiologie, operatiekwaliteit en de kwaliteit van de verpleging. Het AD gebruikt deze gegevens en stimuleert ziekenhuizen om hun kwaliteit te verbeteren. Dat werkt, blijkt ook uit het relaas van het Kennemer Gasthuis, de winnaar van de AD Ziekenhuis Top 100 2015.
Meeste buzz V&VN is de meest gebuzzde vereniging van Nederland op Twitter. De top drie bestaat verder uit VNG en VNO-NCW. Porter Novelli en Clipit namen voor het tweede jaar het twittergedrag van dertig grote branche- en beroepsverenigingen gedurende twee maanden onder de loep. Het zijn met name issues, maar ook onderzoeken en evenementen die voer voor conversatie zijn. Ook twitterende boegbeelden en ambassadeurs dragen bij aan aandacht voor de vereniging. V&VN wordt het meest genoemd op Twitter. Er verschenen 3.719 (re) tweets en mentions. Ook werd het sentiment van de tweets gemeten. 84 procent van de tweets van V&VN is positief, waarmee V&VN een vierde plaats inneemt. De prwaarde van deze tweets is volgens het Porter Novelli en Clipit 1.320.223 euro. De pr-waarde van de tweets wordt vooral bepaald door de combinatie van het aantal tweets én het aantal volgers.
Volg V&VN op: Twitter www.twitter.com/VenVN Facebook www.facebook.com/VenVN LinkedIn www.linkedin.com Youtube www.youtube.com/VenVN Website www.venvn.nl
VAR beslist over extra geld De verpleegkundige en verzorgende adviesraden (VAR) gaan meebeslissen over het inzetten van de 132 miljoen euro aan extra middelen die verpleeghuizen in 2016 krijgen. Samen met de cliëntenraden en het bestuur van de instelling gaan zij afspraken maken en de VAR’s krijgen ook goedkeuringsrecht. Dit zei staatssecretaris Van Rijn bij de behande-
ling van de begroting van VWS in de Tweede Kamer. Tijdens het debat werden meerdere zorgen uitgesproken, onder andere over de inzet van hulpmiddelen, de decentralisatie in de wijkverpleging en het verdwijnen van deskundigheid uit de dementieketen. Lees meer over het debat in de nieuwsrubriek op venvn.nl.
Wet KKGZ aangenomen De Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen in de Zorg (WKKGZ) geeft de verplichtingen en verantwoordelijkheden aan waar een zorgaanbieder aan moet voldoen. Bijvoorbeeld over het vastleggen van kwaliteitsgegevens, gebruik van de meldcode huiselijk geweld, hoe om te gaan met klachten en calamiteiten en welke groepen zorgverleners vallen onder het verplicht aanleveren van een Verklaring Omtrent Gedrag. De wet is op 6 oktober in de Eerste Kamer aangenomen en treedt in 2016 in werking.
Deskundigheid De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft 150 verpleeghuizen het afgelopen half jaar extra bezocht om te kijken of zij voldoen aan de normen voor verantwoorde zorg. Uit de resultaten blijkt dat twintig procent van de verpleeghuizen onvoldoende scoort op deskundigheid en inzetbaarheid van personeel. In bijna de helft van de instellingen moet meer scholing worden gegeven en is de bestaande scholing onvoldoende afgestemd op de zorgproblematiek van de cliënt. Andere aandachtspunten zijn medicatieveiligheid, en de afstemming van verschillende onderdelen van het zorgplan.
V&VN Magazine • december 2015
3
Samenwerking Tekst Helga Warmels Beeld Pim Schots
Tijd voor dialoog
De samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen kan beter. Hoogleraar Verplegingswetenschappen Petrie Roodbol: “Het gaat mij erom dat de schotten tussen de twee beroepsgroepen verdwijnen en dat artsen en verpleegkundigen op dagelijkse basis met elkaar in gesprek gaan.” Tijdens de opleiding van artsen en verpleegkundigen moet er structureel aandacht komen voor multidisciplinair werken. Goed idee: de gezamenlijke dienststart.
T
hea Ypma werkte nog maar een paar dagen als verpleegkundige op een afdeling chirurgie toen een arts-assistent vanachter een gordijn riep dat zijn patiënt nog op de po moest. “In de gang, tweede deur rechts”, reageerde Ypma. Het duurde niet lang voor ze bij de hoofdzuster op het matje moest komen. Hoe had ze het in haar hoofd gehaald een arts een po te laten halen?
Artsen en verpleegkundigen. Een nauwe samenwerking tussen hen is voorwaarde om te kunnen voorzien in de behoeftes van patiënten, op het gebied van zowel cure als care. Maar in de praktijk van alledag verloopt die samenwerking lang niet altijd gladjes. Ypma: “Van oorsprong zijn het twee groepen: wij en zij. Een verpleegkundige is vooral een groepsmens en een arts wordt geleerd zijn eigen keuzen te maken, dus het gaat niet automatisch goed. Je moet blijvend in de samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen investeren.”
Hiërarchie Volgens Petrie Roodbol, bijzonder hoogleraar Verplegingswetenschappen bij het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), is de relatie tussen artsen en verpleegkundigen vanuit historisch perspectief op merkwaardig. “Aan het eind van de negentiende eeuw had Florence Nightingale de verpleegkundige als zelfstandige professional bedacht. Dus naast de arts, die zelf over steeds meer wetenschappelijke kennis beschikte. Dat had tot gevolg dat een deel van de verpleegkundigen, zeker de gespecialiseerde verpleegkundigen in de ziekenhuizen, een soort assistent-artsen 4
V&VN Magazine • december 2015
werden en er een vermeende hiërarchie ontstond.” Aan die situatie kwam pas een eind in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen de taakgerichte werkmethode plaatsmaakte voor een patiëntgerichte werkmethode. De op taakherschikking gepromoveerde Roodbol: “Maar eigenlijk hebben artsen en verpleegkundigen nooit goed met elkaar overlegd over de vraag hoe ze hun afdeling willen leiden. Het belangrijkste is dat ze spreken over wat ze bij een patiënt willen bereiken. Dat moet je met elkaar afstemmen, maar naar mijn idee wordt dat nog veel te weinig gedaan.” Toen Petrie Roodbol vijftien jaar geleden onderzoek deed naar verpleegkundig specialisten in Nederland, constateerde ze dat artsen patiënten doorstuurden naar verpleegkundigen. Aan allebei vroeg ze of zij wisten wat de ander deed. Dat bleek niet altijd het geval te zijn. Het gaat mij erom dat de schotten tussen de twee beroepsgroepen verdwijnen en dat artsen en verpleegkundigen op dagelijkse basis met elkaar in gesprek gaan.”
Duaal leiderschap Thea Ypma is inmiddels hoofdverpleegkundige op de algemene interne afdeling van het UMCG, die in 2010 is opgezet. Met een arts is Ypma vanuit een gelijkwaardige positie verantwoordelijk voor de afdeling. Wij zijn al een stuk op weg, maar vinden zelf dat er op onze afdeling op veel punten nog verbetering mogelijk is. Het is zó belangrijk daarover met elkaar in gesprek te gaan.” Want goede samenwerking gaat niet vanzelf. “Wij moeten ons elke keer inspannen om bijvoorbeeld jonge arts-assistenten mee te krijgen in ons gedachtegoed. Dan willen ze op hun eigen manier visite lopen, terwijl wij het systeem zo hebben ingericht dat er altijd een verpleegkundige bij is en dat zowel de arts als de verpleegkundige zich kan voorbereiden. Soms moet je van goeden huize komen om ervoor te zorgen dat ze de regels van de afdeling volgen.”
Petrie Roodbol (1953) is opgeleid tot verpleegkundige in het Academisch Ziekenhuis Leiden, het huidige LUMC. Zij studeerde verplegingswetenschappen aan de Universiteit van Limburg. In 2005 promoveerde Roodbol aan de Rijksuniversiteit Groningen op onderzoek naar taakherschikking tussen verpleegkundigen en artsen. Roodbol is oud-bestuurslid van V&VN en sinds 2012 bijzonder hoogleraar in de Verplegingswetenschappen.
Onderzoek naar samenwerking
Moet er in de samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen nog veel verbeteren? Deze vraag stelde het onderzoeksbureau MWM2 in 2008 aan tweeduizend artsen en tweeduizend verpleegkundigen. Ja, zei 95 procent van de verpleegkundigen en 77 procent van de artsen. Bijna negen op de tien verpleegkundigen gaven aan dat artsen ‘arrogant’ waren of ‘neigden naar arrogantie’. Naar de samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen wordt steeds meer onderzoek gedaan. Uit literatuuronderzoek van 2010 door Anna Bakker en Sietske Blokzijl bleek dat er tussen 2000 en 2010 172 artikelen zijn verschenen over intramurale samenwerking, terwijl dat er in de tien jaar ervoor maar 44 waren. Het gaat vooral om observaties en beschrijvingen van de samenwerking. Oplossingen voor eventuele problemen worden zelden aangereikt. Larissa de Witte onderzocht in haar masterscriptie bestuurskunde welk effect de wijze van samenwerken tussen artsen en verpleegkundigen heeft op de ervaren patiëntveiligheid op de afdeling heelkunde in het Erasmus MC. Hoogleraar Verplegingswetenschappen Petrie Roodbol laat op dit moment onderzoek doen naar de samenwerking.
Als er van bovenaf een verandering wordt doorgevoerd, verloopt de communicatie via twee lijnen: de lijn van de artsen en die van de verpleegkundigen. Ypma: “De bestuurslaag denkt nog te weinig vanuit dat duale leiderschap.” Zelfs netwerken gebeurt in gescheiden circuits: er zijn uitjes voor verpleegkundigen en lunches voor artsen. Zohra Ebrahimi (31) is spoedeisendehulparts in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). “Ik heb de indruk dat de verpleegkundige op de spoedeisende hulp net een slag anders is dan gemiddeld. Ze is behulpzaam en denkt actief mee, maar in haar communicatie is ze wel direct. Als je dat niet gewend bent, kun je erdoor worden overweldigd.” Ebrahimi denkt ze dat vooral tijdens drukke diensten wat meer vriendelijkheid en relativeringsvermogen de sfeer in het team ten goede zouden komen. Niet dat de patiëntenzorg eronder lijdt wanneer er een keer gesnauwd wordt, maar we helpen elkaar niet door elkaar op te jagen als de wachtkamer vol zit.” Ebrahimi is ook niet blind voor haar eigen fouten. “Tijdens een opvang op onze traumakamer gaf ik eerst te veel opdrachten tegelijk. Ik heb moeten leren prioriteren. Drie opdrachten, dat is het maximum. En daarbij moet ik aangeven welke opdracht voorrang heeft en duidelijk de naam van de verpleegkundige noemen – anders is het niet duidelijk wie de opdracht moet gaan uitvoeren. En daarna even terugkoppelen om te kijken of de opdracht duidelijk is overgekomen.”
Dienststart Sinds anderhalf jaar begint elke dienst op de spoedeisende hulp in het LUMC bij het dienstbord. “Met het complete team van de dag of
avond staan we gestructureerd kort stil bij de bijzonderheden, dus niet alleen met de artsen en verpleegkundigen, maar ook met de medewerkers van de administratie en de afdelingsassistente.” Vragen die tijdens de dienststart onder meer aan bod komen: is er apparatuur defect, is de voorraad compleet, zijn er voldoende opnamebedden in huis, zijn er leerling-verpleegkundigen met leerdoelen? Zo kunnen we bijvoorbeeld rekening houden met een collega die de dag ervoor een heftige opvang heeft meegemaakt, zoals een kinderreanimatie. Met de dienststart proberen we de samenwerking in het team te verbeteren, de patiëntveiligheid te vergroten en eventuele knelpunten voor te zijn. Zon dienststart schijnt vrij uniek en nieuw te zijn in Nederland, tenminste, die indruk krijg ik als ik soms de reacties beluister vanaf andere afdelingen en vanuit andere ziekenhuizen.” Een goed initiatief, de gezamenlijke dienststart in Leiden, vindt hoogleraar Petrie Roodbol. “Ze hebben het er structureel over hoe ze met elkaar werken. Dat is in de werkwijze ingebed.” Nog beter: ook in de opleidingen zou samenwerking standaard aan bod moeten komen. “Je zou bijvoorbeeld in delen van de opleidingen kunnen samenwerken. Samen casussen bespreken – en daar betrek je dan de fysiotherapeut en ergotherapeut ook bij. Je leert samen te werken en te communiceren en je raakt vertrouwd met elkaar. Nu doe je de opleiding monodisciplinair en vervolgens ga je multidisciplinair werken. Ja, er worden wat communicatietrainingen gegeven met acteurs, maar daar moet je het dan mee doen. Dat is eigenlijk heel wonderlijk.” V&VN Magazine • december 2015
5
Taakherschikking Tekst Frank van Wijck Beeld Vincent Boon Photography
Inzet verpleegkundig specialist in de eerste lijn De verpleegkundig specialist kan taken overnemen van de huisarts, maar kan er ook voor zorgen dat de huisartsenpraktijk taken oppakt die anders uit tijdgebrek zouden blijven liggen of niet tot volle wasdom zouden komen. Ouderenzorg bijvoorbeeld, zorg voor dak- en thuislozen of somatische zorg voor psychiatrische patiënten. Taakherschikking werkt.
Nieuwe mogelijkheden voor zorg
I
n gezondheidscentrum Gestel Midden, sinds 2002 gevestigd in de wijk Gestel in Eindhoven, werken vier huisartsen en vier verpleegkundig specialisten. Volgens de website van de praktijk kan de patiënt bij die laatsten terecht voor onder meer huid- en bewegingsklachten, gynaecologie, urologie en kno-klachten. Maar in de praktijk doen de verpleegkundig specialisten veel meer. Ze spelen ook een belangrijke rol in de ouderenzorg, de zorg voor dak- en thuislozen en de somatische zorg voor patiënten van de aanbieder van psychiatrische zorg GGzE.
Historisch gegroeid De situatie waarin meer en meer taakherschikking naar verpleegkundig specialisten ontstond, is historisch zo gegroeid, legt huisarts Peter Meulesteen uit. “In 2002 was sprake van een huisartsentekort. Wij zaten – en zitten – in een achterstandswijk en twee collega’s stopten hun praktijk. Wij hebben hun patiënten in onze praktijk ondergebracht en zijn gestart met praktijkondersteuning om de patiëntenstroom aan te kunnen en de chronische zorg op een hoger peil te brengen. Niet veel later startte de pilot voor
Taakherschikking succesvol Minister Edith Schippers van VWS heeft op 11 november aan de Tweede Kamer laten weten dat taakherschikking naar de relatief nieuwe beroepen verpleegkundig specialist en physician assistant succesvol is. Ze kwam tot deze conclusie op basis van de uitkomsten van het Evaluatieonderzoek artikel 36a Wet BIG. De minister heeft hieraan de conclusie verbonden dat een groot deel van de aan de verpleegkundig specialist toegekende voorbehouden handelingen nu definitief in de Wet BIG zal worden vastgelegd. Het onderzoek toont aan dat het experiment met het toekennen van een zelfstandige bevoegdheid aan de verpleegkundig specialist geslaagd is.
Foto links: Echtpaar Minke Meulesteen, verpleegkundig specialist, en huisarts Peter Meulesteen in Gezondheidscentrum Gestel Midden in Eindhoven.
6
V&VN Magazine • december 2015
de opleiding van verpleegkundig specialisten in de huisartsenzorg, toen nog nurse practitioners geheten. Samen met een aantal andere gezondheidscentra in de regio hebben we besloten daaraan mee te doen. Na verloop van tijd ontdekten we zo dat het mogelijk was om de verpleegkundig specialist op verantwoorde wijze voor veel meer taken in te zetten dan we aanvankelijk dachten. In feite zijn ze in staat een groot deel van de huis-
Duidelijke positie Inmiddels hebben de vier verpleegkundig specialisten in gezondheidscentrum Gestel Midden zo’n duidelijke positie verworven dat Minke Meulesteen kan zeggen: “De patiënt die de huisartsenpraktijk bezoekt heeft lang niet altijd een huisarts nodig. De verpleegkundig specialisten zijn heel goed in staat een groot deel van de zorg voor hun rekening te nemen, te triëren en aan te geven wanneer
“Waar de huisarts in de zorg meer een klinische blik heeft, kan de verpleegkundig specialist cure met care verbinden” Minke Meulesteen
artsenvragen te beantwoorden. Daarom is de verhouding in onze praktijk nu fiftyfifty: vier van elk.”
Meerwaarde De behoefte aan de inzet van verpleegkundig specialisten in het gezondheidscentrum groeide snel, om te kunnen voldoen aan de eisen die werk in een achterstandswijk stelt. “Maar omgekeerd kun je ook zeggen dat de gekozen opzet ons in staat stelt heel veel voor de mensen in deze wijk te betekenen”, zegt verpleegkundig specialist Minke Meulesteen. “De ouderenzorg en de dak- en thuislozenzorg doen we zelfstandig en zo nodig overleggen we met de huisarts. De huisartsen alleen hadden beslist geen tijd gehad om dit te doen. En dat we samen met de huisartsen de somatische zorg voor patiënten in de psychiatrie kunnen doen, is natuurlijk heel bijzonder. Het heeft duidelijk meerwaarde voor de patiënt, want de psychiater heeft gerichte kennis van de psychiatrie maar weet minder van de somatiek en de mix van deze kennis is wel relevant voor de kwaliteit van de patiëntenzorg. Natuurlijk moesten de psychiaters – en ook de algemeen verpleegkundigen – wennen aan het idee verpleegkundig specialisten in te zetten. Er was aanvankelijk zeker scepsis, maar die verdwijnt gaandeweg als je de ruimte neemt om uit te leggen wat je meerwaarde voor de patiënt kan zijn en ook resultaten in de praktijk laat zien.”
het nodig is de huisarts wél in te schakelen. De huisarts is verantwoordelijk voor de praktijk als geheel, maar wij zijn dat zelf voor de patiëntenzorg die wij leveren. En waar de huisarts in die zorg meer een klinische blik heeft, kan de verpleegkundig specialist cure met care verbinden.” De huisartsen waarderen die complementariteit ook en zien de meerwaarde daarvan voor de patiënt, stelt Peter Meulesteen. “De inzet van de verpleegkundig specialist betekent dan ook geen een-op-eenvervanging van de zorg door de huisarts, het biedt echt nieuwe mogelijkheden in de eerste lijn.” Minke Meulesteen onderschrijft dit volledig en noemt de ouderenzorg als goed voorbeeld. “Onze praktijk is gevestigd in een wijk met veel ouderen. De POH-somatiek speelt ook een rol in deze zorg, maar heeft ook diabeteszorg en andere zorgtaken op haar bord en kan dus niet alles behappen. Met de inzet van verpleegkundig specialisten, die breder opgeleid zijn, lukt het wel om als praktijk een rol van betekenis te spelen in de ketenzorg voor ouderen in deze wijk.”
Complexe zorg De inzet van de verpleegkundig specialisten betekent voor de huisartsen dat zij meer tijd hebben voor de meer complexe zorg. “Daar geniet ik ook juist van”, zegt Peter Meulesteen. “Maar ik begrijp ook wel de jongere collega’s die op een bepaalde manier zijn opge-
Dagelijks praktijk onderzocht Gezondheidscentrum Gestel Midden is één van de huisartsenpraktijken die meewerkten aan het onderzoek van KOH, het Kenniscentrum Taakherschikking Eerste Lijn, en Meetpunt Kwaliteit. Op verzoek van de V&VN beschreven zij twee praktijkvoorbeelden waarbij een verpleegkundig specialist werkzaam is in een huisartsenpraktijk en onderzochten zij de volgende praktijkvragen:
1 2 3
Kun je een vacature voor een huisarts invullen met een verpleegkundig specialist? Wat is het verdienmodel van een praktijk waar vier verpleegkundig specialisten werken? Kunnen een huisartsenpost en V&V instelling samen een verpleegkundig specialist opleiden?
De praktijkvoorbeelden en de uitkomsten van de onderzoeksvragen zijn in april dit jaar door minister Schippers van VWS aangeboden aan de Tweede Kamer. De rapporten zijn te vinden op www.venvn.nl.
leid voor het huisartsenvak en nu zien hoe dat vak inhoudelijk verandert door taakherschikking naar de verpleegkundig specialist. Ik denk dus dat die taakherschikking meer aandacht verdient in de opleiding.” Huisartsen die zichzelf nog moeten ontwikkelen zullen ook eerder geneigd zijn de zorg over te nemen van de verpleegkundig specialist als die vragen stelt over de behandeling, denkt Minke Meulesteen. “Ik kan me voorstellen dat het in praktijken die nu pas met deze taakherschikking starten een kwestie van wennen is”, zegt ze. “Tegelijkertijd kan de verpleegkundig specialist ook van meerwaarde zijn voor de huisarts door andere dan patiëntgebonden taken over te nemen. Ik houd me ook bezig met de accreditatie”, zegt ze. “En daarnaast met het begeleiden van assistenten en met functioneringsgesprekken. Dat stukje managementtaken is er gaandeweg ingeslopen.” V&VN Magazine • december 2015
7
Francis in Den Haag Francis Bolle is lobbyist van V&VN en verpleegkundige (niet-praktiserend). In V&VN Magazine en via Twitter @francisbolle houdt zij je op de hoogte van de politieke ontwikkelingen in de zorg.
Afbraakbeleid
E
en kindje van een jaar oud met het syndroom van Down heeft een hartafwijking en wordt daar binnen enkele weken voor geopereerd. Voor de operatie plaatsvindt, wordt zorg aangevraagd. Het gaat onder meer om stomazorg, observatie van de huid, sondevoeding via de Mic-Key button en lichamelijke verzorging. Tot grote verbazing van de ouders en de verpleging verwijst de zorgverzekeraar het kindje voor zorg naar de gemeente (Jeugdzorg), terwijl het om een somatisch probleem gaat. Deze zorg hoort onder de Zorgverzekeringswet te vallen. Dit is een van de vele voorbeelden waar het mis gaat in de zorg voor zieke kinderen. Ouders worden van het kastje naar de muur verwezen. Instanties wijzen naar elkaar en interpreteren wettelijke kaders verschillend. Vanuit de afdelingen V&VN Transferverpleegkundigen en V&VN Kinderverpleegkundigen is casuïstiek verzameld over problemen bij de intensieve kindzorg (IKZ). Ondanks dat de problematiek bij de inzet van IKZ al lang bekend is, helpt casuïstiek om problemen zichtbaar en herkenbaar te maken. Het gaat dan, ook in de Tweede Kamer, niet meer alleen over systemen, maar over patiënten en de schrijnende gevolgen van het beleid. Politici brengen graag concrete voorbeelden uit de praktijk in om problemen aan de kaak te stellen. De verzamelde casuïstiek was aanleiding voor D66 om Kamervragen in te dienen. Niet alleen bij de intensieve kindzorg zijn er problemen bij de inzet van gespecialiseerde verpleegkundigen. Ik zie ook bij andere vormen van gespecialiseerde zorg dat deze zorg onvoldoende wordt ingekocht en dat er problemen zijn bij de organisatie van de zorg. Complexe wondzorg, palliatieve zorg, casemanagement dementie, om maar een paar voorbeelden te noemen. De generalistisch werkende wijkverpleegkundige kan veel zorg prima oppakken, maar moet bij complexe zorg wel de mogelijkheid hebben om een gespecialiseerd verpleegkundige te consulteren, of de zorg over te dragen. Kamerleden van verschillende politieke partijen hebben bij het debat over de wijkverpleging vragen gesteld aan staatssecretaris Van Rijn van VWS over de problemen rondom de gespecialiseerde zorg. Van Rijn heeft toegezegd hierover in gesprek te gaan met V&VN. Wij willen een grondige analyse van de problematiek en zullen vervolgens adviseren over oplossingsrichtingen. De kern is dat we willen voorkomen dat gespecialiseerde verpleegkundige deskundigheid verloren gaat. Het afbreken van deze gespecialiseerde kennis gaat nou eenmaal een stuk sneller dan de opbouw ervan.
8
V&VN Magazine • december 2015
Zorgkoppel Tekst Hester Zitvast Beeld Studio Oostrum
Elkaar inspireren R
ichard: “We hebben het dagelijks over de zorg, over hoe die zich ontwikkelt en wat wij op ons werk meemaken. Ik werk in een achterstandswijk, met veel armoede. We praten over hoe we zaken kunnen aanpakken of over samenwerken met andere disciplines. Als hospicearts werk ik veel samen met verpleegkunWie: Henry Mostert, 56 digen en vrijwilligers. Ook (links) en Richard dat bespreek ik regelmatig Starmans, 58 met Henry. Hij heeft mij Wat doen ze: Henry is geïnspireerd. Ik heb ook nog verpleegkundige en ververplegingswetenschappen plegingswetenschapper gestudeerd. In die zin vullen en werkt als adviseur bij we elkaar echt aan. Henry Vilans. Richard is huis- en heeft meer kijk op zorgonthospicearts. wikkeling en zingevingsvraagHoelang samen: 31 jaar. stukken en ik kijk meer naar kwaliteit en interdisciplinaire samenwerking.” Henry: “We hebben nooit overwogen samen te gaan werken. We doen al genoeg leuke dingen samen, we reizen veel en we houden allebei van kunst en muziek. Daarbij komt ook dat ik geen cliëntenzorg doe, maar mij richt op organisatieadvies. Ik wil verpleegkundigen en verzorgenden in hun kracht zetten. Zij zijn immers de sleutel voor goede zorg.” Richard: “Het is een verrijking dat je allebei in de zorg werkt. We reflecteren op ons werk en voorzien elkaar van feedback. We zijn het zelden oneens.” Henry: “Dat komt denk ik omdat we een gezamenlijke ambitie hebben. We willen dat mensen een zo goed mogelijke kwaliteit van leven ervaren. We vinden het medische aspect uiteraard van belang, maar het zorg- en zingevingsaspect vinden we net zo zwaar wegen.”
V&VN Magazine • december 2015
9
EXPERTISEGEBIEDEN Tekst Annemarie van Dijk Beeld Studio Oostrum
Levende documenten Het is een uitdaging: voor alle verpleegkundige specialisaties binnen V&VN expertisegebieden schrijven. Nellie Kolk, projectleider van V&V2020 Expertisegebieden, werkt er hard aan met de besturen van afdelingen van V&VN. Hoe kom je tot een document waarvan de beroepsgroep zegt: hier voel ik me bij thuis, dit is mijn vak?
E
r zijn nu zo’n twintig expertisegebieden klaar en er volgt nog een aantal. We hebben het over de expertisegebieden die de beroepsdeelprofielen van vóór 2012 vervangen en uitgaan van het beroepsprofiel dat in dat jaar werd geschreven. Het beroepsprofiel beschrijft het vak in competenties die gelden voor iedere verpleegkundige, onafhankelijk van de setting of specialisatie waarin zij werkt. De expertisegebieden zijn een verdieping van de beroepsprofielen. Waarom zijn ze nodig? Er komen steeds meer verpleegkundige specialisaties, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van het wetenschappelijke kennisdomein van verpleegkundigen, door medische ontwikkelingen en omdat de omgeving daarom vraagt. “Specialistische kennis en kunde, daar draait het om binnen de expertisegebieden”, vertelt Nellie Kolk, adviseur V&VN. “Hoe zien de kennis en kunde eruit die verpleegkundigen in de toekomst nodig hebben? Welke ontwikkelingen en vragen van patiënten komen ze tegen in de specifieke velden, bijvoorbeeld in de dialyse, wondzorg, revalidatiezorg en wijkverpleegkunde? En welke gevolgen heeft dat voor de inhoud van ons vak?”
Rondetafelgesprekken Elk expertisegebied beschrijft dus, naast algemene informatie over wat het basisvak verpleegkunde inhoudt, de aanvullende, specifieke kennis en vaardigheden die gespecialiseerde verpleegkundigen in de zorg nodig hebben als ze in een specifiek aandachtsgebied werken. Deze competenties zijn beschre10
V&VN Magazine • december 2015
ven volgens de CanMEDS-rollen, de universele methode van de Canadian Medical Education Directions for Specialists. Net als bij het schrijven van de beroepsprofielen in 2012 werden verpleegkundigen er zelf bij betrokken. Tijdens rondetafelgesprekken in alle regio’s van het land mochten ze hun zegje doen. Welke ontwikkelingen zien ze in hun beroep? Hoe moet hun vak er in de toekomst gaan uitzien? “Het is prachtig om te zien hoe enthousiast collega’s zijn over hun vak”, zegt Marjo van den Essen, algemeen bestuurslid van de afdeling V&VN Dialyse en Nefrologie. “Er kwam veel informatie uit de rondetafelgesprekken. Het filteren van de
“Schaven en herschrijven tot iedereen tevreden is” Marjo van den Essen
belangrijkste informatie was een leuke, maar ook lastige klus. Wat moest er wel en wat moest er niet in het expertisegebied komen? De té specifieke dialysebehandelingen die maar een paar centra aanbieden, lieten we er bijvoorbeeld uit. Wel namen we mee dat er veel ziektebeelden kunnen meespelen bij dialyse en dat er op psychisch gebied veel kan gebeuren dat impact heeft.”
Leidraad Nellie Kolk schreef de documenten op basis van de input uit de rondetafelgesprekken en de nodige literatuur. Ze vatte alles concreet samen in telkens 15 tot 25 prettig leesbare pagina’s. Wat was daarbij haar grootste uitdaging? “Een document maken waarbij de beroepsgroep zegt: ‘Hier voel ik me bij thuis, dit is mijn vak’.” Volgens Marjo van den Essen is dat prima gelukt. “Er zijn wel wat versies gepasseerd
voor we tot een bevredigend eindresultaat kwamen, maar dat is logisch. Het is schaven en herschrijven tot iedereen tevreden is.” Het zijn zeker geen statische documenten, zegt Nellie Kolk. “Gelukkig vernieuwt ons veld zich dagelijks, daarom zijn het levende documenten die we gaan updaten als er dingen echt veranderen. We hopen dat ook opleidingen ze gaan gebruiken bij de ontwikkeling, beoordeling en evaluatie van hun scholingsprogramma.” Maar ook en juist verpleegkundigen zelf kunnen ermee aan de slag. Allereerst kun je toetsen of je kennis en kunde voldoende op peil zijn. Waar zitten de hiaten, waaraan moet je nog werken om aan je patiënten optimale zorg te verlenen? Verder kun je aan de hand van het document een functioneringsgesprek voorbereiden of accreditatiepunten aanvragen voor scholing.” Er staat veel nuttige informatie in het expertisegebied, vindt ook Marjo van den Essen. “Je vindt er de basisvaardigheden, wat je als professional moet kunnen, en welke competenties een dialyseverpleegkundige moet hebben. Bijvoorbeeld een helicopterview hebben en goed kunnen samenwerken met andere ketenpartners. Het document is een handige leidraad bij het uitvoeren van je vak. Waar kun je je nog verder in verdiepen? Met welke mensen moet je samenwerken?”
Vak apart Christineke de With, bestuurslid van de afdeling V&VN Neuro & Revalidatie, vond het heel belangrijk om het beroepsprofiel te herzien. “Het vorige was uit 2006 en op dit moment is er geen opleiding meer tot revalidatieverpleegkundige.” Maar het expertisegebied revalidatie dient voor haar nog een extra doel. “Binnen het bestuur van de afdeling Neuro & Revalidatie is revalidatie is een beetje een ondergeschoven kindje. Zonde, want revalideren is echt een vak apart. Als verpleegkundige ben je natuurlijk bezig met verpleegkundige zorgtaken, maar ben je ook de coach van de revalidant. Je begeleidt ‘m naar een zo optimaal mogelijk zelfstandig functioneren. We hopen dat er met het expertisegebied meer aandacht voor revalidatie komt.” Het uitgangspunt voor Christineke de With was: wat is de meerwaarde van de revalidatieverpleegkundige? “Daarom is het document vooral gericht op de houding die je in ons beroep moet hebben. Bijvoorbeeld: ken het netwerk als de revalidant weer naar huis gaat, zodat je kunt adviseren op welke manier
“Wees niet te bescheiden, erken je kwaliteit” Christineke de With
hij weer kan meedoen aan de maatschappij. Tegen onze collega’s willen we ermee zeggen: wees niet te bescheiden, erken je kwaliteit, zie jezelf als behandelaar en een spin in het web binnen het interdisciplinaire team.”
Uitdagingen Nellie Kolk ziet nog allerlei stappen die gezet kunnen worden voordat alle expertisegebieden klaar zijn. Ze somt er een paar op: “Het Kwaliteitsregister V&V en de expertisegebieden goed op één lijn krijgen. Met alle verpleegkundige vervolgopleidingen in gesprek gaan om de opleidingen te baseren op de expertisegebieden. Samen brainstormen over de overlap: wat hoort bij de brede verpleegkundige basis die we allemaal in huis moeten hebben en wat is het expertisegebied?”
De expertisegebieden worden ook gelinkt aan vragen over de toekomst van de gespecialiseerd verpleegkundige. Zoals ‘moeten we meer normering hebben als het veld daarom vraagt?’ en ‘wat kost verpleegkundige zorg, kunnen we daar ook expertisegebieden voor gebruiken?’” Nellie Kolk hoopt dat de documenten veel gebruikt gaan worden. Ook Christineke de With wacht vol spanning af hoe het nu verder gaat. “Het was een fantastisch proces. We deden ons stinkende best op het expertisegebied. De grote uitdaging zit in de stap die nu komt: de revalidatieverpleegkundige weer op de kaart zetten. We hopen dat dit expertisegebied haar een boost kan geven zodat ze de rol als behandelaar gaat pakken.”
21 klaar Het beroep van de verpleegkundige is een samenhangend geheel en niet op te delen. Zo staat het in het rapport V&V2020 – Leren van de toekomst, dat adviseert om niet meer van beroepsdeelprofielen te spreken. V&VN ontwikkelde daarom expertisegebieden, als volgende stap in het in de praktijk brengen van de beroepsprofielen. Er zijn er tot nu toe 21 klaar: Ambulanceverpleegkundige, Arboverpleegkundige, Casemanager dementie, Dialyseverpleegkundige, Jeugdverpleegkundige, Justitieel verpleegkundige, Kinderverpleegkundige, Longverpleegkundige, MaagDarmLever-verpleegkundige, Neuroverpleegkundige, Oncologieverpleegkundige, Pijnverpleegkundige, Praktijkverpleegkundige, Reumaverpleegkundige, Revalidatieverpleegkundige, Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige Transferverpleegkundige, Verpleegkundig Consulent HIV, Verpleegkundige openbare gezondheidszorg, Verpleegkundige voortplanting, obstetrie en gynaecologie en Wijkverpleegkundige. De documenten staan op www.venvn.nl/Themas/Beroepsprofielen/Expertisegebieden. V&VN Magazine • december 2015
11
Jij maakt het verschil
Tekst Aliëtte Jonkers Beeld Vincent Boon Photography
In iedere uitgave zet V&VN Magazine een collega in de schijnwerpers die het verschil maakt in de zorg. Deze keer: Jessica ten Voorden (21). Zij zit in het laatste jaar van de opleiding tot mbo-verpleegkundige. Eerder dit jaar werd Jessica uitgeroepen tot de beste leerling-verpleegkundige van Nederland en mocht ze ons land vertegenwoordigen op de Worldskills in São Paolo, Brazilië.
Jessica legt de lat hoog Vertel, waarom ben je de opleiding tot verpleegkundige gaan volgen? “Mijn moeder werkte in de zorg en nam mooie verhalen mee naar huis. Ze vertelde dat het dankbaar werk was. Vaak kwam ze thuis met fruit dat ze van patiënten had gekregen. Dan hadden mensen tegen haar gezegd: ‘Ik ben zo blij met jou, neem jij maar een lekker sinaasappeltje mee naar huis.’ Daardoor begon ik te denken: wat een mooi beroep moet dat zijn.”
Nooit gedacht om iets anders te gaan doen? “Ik wilde danseres worden. Maar dat was niet zo realistisch. Al snel stelde ik mijn toekomstbeeld bij en besloot ik dat ik in het ziekenhuis wilde werken.”
de Worldskills. Dat was dit jaar dus in Brazilië. Ik heb er heel hard voor getraind. Ik denk dat ik er wel tweehonderd uur in heb gestoken.”
Wat moest je allemaal doen? “Ik kreeg zestien casussen die je in een rollenspel moest afhandelen of oplossen. Van alles kwam er voorbij. Zo moest ik een patiënt diabetes type 1 en diabetes type 2 uitleggen, wondzorg uitvoeren, iemand met een longontsteking verzorgen en een andere patiënt met borstkanker, een katheter inbrengen. Ook moest ik gesprekstechnieken laten zien in een rollenspel met een vrouw met COPD die per se naar huis wilde omdat ze huisdieren had en graag wilde roken. En dat allemaal in het Engels.”
Welke plaats heb je uiteindelijk behaald? Zijn je verwachtingen over werken in de zorg uitgekomen? “Ja. Sterker nog, het wordt steeds leuker en interessanter. Ik heb stages gelopen in de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg en het ziekenhuis. Vorig jaar had ik een leerwerkplek op de longafdeling in het Diakonessenhuis in Utrecht. Daar werden twee zalen en twee kamers gerund door tien verpleegkundestudenten, natuurlijk wel met begeleiders. Dat vond ik een enorme uitdaging. Ik vond het geweldig om te zien hoe veel mensen opknapten in het ziekenhuis. Er was een vrouw met COPD die helemaal buiten adem en benauwd binnen kwam. Ze kon niets meer. Toen ze wegging, liep ze met een rollator zelf weer naar buiten. Laatst stuurde ze een gedicht, over hoe ze mij ziet als verpleegkundige. Ze schreef dat ik altijd een luisterend oor had en zo geduldig was. Dat vond ik zo mooi.”
Dit jaar werd je uitgeroepen tot Zorgtopper van het Jaar. Hoe kwam dat zo? “Op school – ik zit op het Gezondheidszorg College van het ROC Midden-Nederland – vroeg een docent of er studenten waren die wilden deelnemen aan de vakwedstrijd Skills Heroes, voor leerling-verpleegkundigen. Dat leek me een gedegen voorbereiding voor mijn stage. Ook leek het me nuttig om feedback te krijgen van anderen. Ik heb me aangemeld en ging de strijd aan met studenten van vijf andere scholen. Toen mocht ik door naar de finale in Zwolle. Daar nam ik het op tegen de drie beste leerling-verpleegkundigen van het land. En ik won!”
En daarna volgde een trip naar São Paolo. “De beste leerling-verpleegkundige van het land mag deelnemen aan 12
V&VN Magazine • december 2015
“Ik ben vijfde geworden van de zestien deelnemers. Noorwegen heeft gewonnen. Ik kreeg een Medal of Excellence omdat mijn puntenaantal hoger was dan het gemiddelde. Die onderscheiding hangt aan de muur in mijn kamer.”
Wat heeft deelname aan de Worldskills jou gebracht? “Heel veel. Ter voorbereiding op de Worldskills mocht ik meelopen op allerlei afdelingen in het Diakonessenhuis en met zorgverleners uit allerlei disciplines, zoals een fysiotherapeut en een intensive care-verpleegkundige. Ik heb daardoor een goed beeld gekregen van de zorg en hoe die multidisciplinair georganiseerd is. En nadat ik weer terug in Nederland was, kreeg ik een aanbod van het nieuwe Prinses Máxima Centrum, gespecialiseerd in kinderoncologie, om een paar dagen mee te lopen. Heel gaaf, want ik denk er aan om me te specialiseren in kinderoncologie.”
Wat zijn je toekomstplannen? “Ik wil eerst na mijn opleiding graag de duale opleiding hbo-V gaan doen om mijn kennis van verschillende ziektebeelden te verdiepen. En wie weet volgt dan een specialisatie in de kinderoncologie. Ik ben nog piepjong, dus ik zie het allemaal nog wel. Er zijn nog zoveel mogelijkheden.”
Tot slot: wat doe je ter ontspanning? “Ik houd erg van dansen. En van aerobics, wintersporten en hardlopen. Ja, ik ben best sportief. Maar een avondje op de bank liggen vind ik ook lekker. Doet iedereen wel eens, toch?”
Jessica ten Voorden
“Er zijn nog zoveel mogelijkheden” V&VN Magazine • december 2015
13
VERPLEEGKUNDIGE DIAGNOSES EN CLASSIFICATIES IN EEN HANDZAAM NASLAGWERK Met behulp van het alfabetisch register kunt u in Nanda International alle verpleegkundige diagnoses met hun definities, bepalende kernmerken, risicofactoren en samenhangende factoren gemakkelijk opzoeken.
€ 54,50 Call to Snel enacti eenvoudig on bestellen? Ga naar bsl.nl BAANBREKEND. BETROUWBAAR.
Dilemma Tekst Hans van Dartel en Joke de Witte Beeld OGC
Wat die verpleegkundige wil: flauwekul! Een arts die door jou bij een complexe handeling is betrokken, wil het helemaal op zijn manier doen. Terwijl jij ziet dat het niet goed gaat. Hoe ga je hiermee om op het moment dat je het ziet misgaan? En later, als het op melden aankomt? “Ik ben werkzaam als verpleegkundige op een chirurgische afdeling. Een patiënt moet sondevoeding krijgen door middel van een neus-maagsonde. Na twee pogingen lukt het me niet om een sonde in te brengen. Ook mijn collega lukt het niet: de sonde krult telkens op achter in de keel. Wij overleggen met de chirurg om de Maag-Darm-Lever-arts te vragen de sonde in te brengen met behulp van een gastroscopie zodat je met de camera kunt zien hoe de procedure verloopt en of de sonde goed zit. De chirurg vindt dit onzin en wil zelf de sonde inbrengen. Na één poging zegt de chirurg dat die goed zit. Ik wil volgens het protocol maagsap opzuigen, maar de chirurg vindt dit niet nodig. Hij luistert door middel van lucht inspuiten of hij geborrel hoort. ‘Positief’, zegt hij. ‘Daarmee is het klusje geklaard.’ Nogmaals geef ik aan dat dit niet volgens het protocol is gegaan. De chirurg zucht en zegt dat ik moet ophouden en dat hij verantwoordelijk is voor de sonde en de toediening van sondevoeding. Vijf minuten nadat ik de sondevoeding heb gestart, kijk ik bij de patiënt. Deze ligt er blauwig bij, er zijn resten sondevoeding in de mondhoeken en het zuurstofgehalte is 50 procent. Ik stop de toediening en trek onmiddellijk de sonde eruit en start zuurstoftoediening. Binnen no time wordt de patiënt overgeplaatst naar de intensive care voor beademing. De sonde bleek niet goed te hebben gezeten. De arts is erop aangesproken, maar wil geen melding doen. Ik weet zeker dat als een verpleegkundige op deze manier had gehandeld er wel een onderzoek gestart werd.” Het is niet zo moeilijk om in te zien dat het handelen van de arts moreel niet deugt. Hij
zou zich tenminste kunnen afvragen of het inbrengen van de sonde hem wel zal lukken. Hij zou in elk geval het protocol moeten volgen, tenzij hij inzichtelijke redenen heeft gegeven om daarvan af te wijken. Dat lijkt niet het geval. Veel moeilijker wordt het om na te gaan wat je daar als verpleegkundige mee moet. Op het moment dat de situatie zelf plaatsvindt, maar vooral als een melding uitblijft.
Verantwoordelijk Bij het inbrengen van de sonde werpt de chirurg zich op als de probleemeigenaar. Dan kun je je nog wel verantwoordelijk voelen, maar als de arts die verantwoordelijkheid formeel overneemt, zijn je mogelijkheden beperkt. Hoe spijtig ook. Wanneer je als verpleegkundige dan twee keer aangeeft dat het anders moet, maar de chirurg je advies in de wind slaat, dan houdt het wel zo’n beetje op. Wel is er dan nog de plicht om te kijken hoe je eventuele schade voor de patiënt kunt beperken. Dat doet de verpleegkundige door de patiënt goed in de gaten te houden. Had zij nog een andere mogelijkheid? Zij had naar ons inzicht ook kunnen overwegen om toch volgens protocol maagsap op te zuigen. Dat zou passen bij haar eigen professionele
verantwoordelijkheid.
Melden? De indiener van de casus vindt het onterecht dat er geen melding wordt gemaakt. Dat is misschien ook zo, maar de morele vraag is of ze zelf daarin een verantwoordelijkheid heeft. Nu lijkt ze de verantwoordelijkheid buiten zichzelf te leggen: bij de arts en bij de organisatie. Terwijl van haar als professional verwacht wordt dat ze bijdraagt aan een veilige zorgverlening en de zorgvrager beschermt tegen tekortschietende zorg van andere samenwerkingspartners (Beroepscode art. 1.7 en 3.6). Natuurlijk is de vraag wie de arts nogmaals kan aanspreken op zijn handelen en hoe een melding en onderzoek het beste gedaan kunnen worden nu de arts zelf geen melding wil doen. Het kan verstandig zijn om het gesprek niet zelf aan te gaan, maar bijvoorbeeld je leidinggevende in te schakelen. Niettemin moet je wel wat doen. Wat dat betreft vraagt ethiek ook gewoon om lef. Om de moed om op te komen voor goede zorg. Sta jij in je werk voor een dilemma? En wil je advies? Stuur een e-mail naar
[email protected] o.v.v. Dilemma. V&VN Magazine • december 2015
15
Weer wat geleerd Tekst Corina de Feijter Beeld Hans Tak
Laat OMA thuis Hoe kunnen verpleegkundigen zelfmanagement effectief ondersteunen? Welke competenties hebben zij daarvoor nodig? Op deze vragen richt NURSE CC zich. De kern: probeer te achterhalen waar de patiënt behoefte aan heeft en spreek samen doelen af. En laat OMA (Oordelen, Meningen en Adviezen) thuis. NURSE CC is een van de zeven onderzoekslijnen van het programma Tussen Weten en Doen II van ZonMW.
“W
ij willen stimuleren dat verpleegkundigen een open gesprek gaan voeren met patiënten. Niet alleen praten over medische zaken, maar ook vragen naar wat de patiënt wil, waar hij behoefte aan heeft en hoe het gaat op levensterreinen als werk en relaties”, zegt AnneLoes van Staa, projectleider van NURSE CC. NURSE CC staat voor NUrsing Research into Self-management and Empowerment in Chronic Care. Het omvat twee programma’s: de ontwikkeling en evaluatie van verpleegkundige interventies om het zelfmanagement van patiënten te ondersteunen tijdens poliklinische consulten, en het versterken van de verpleegkundige competenties voor zelfmanagementondersteuning en de hbo-v-opleidingen op dit vlak.
Kern Zelfmanagement wordt gezien als de kern van verplegen, benadrukt Van Staa. “Dat blijkt onder meer uit de nieuwe beroepsprofielen. Het functioneren van de patiënt staat voorop. Bij zelfmanagement gaat het erom dat iemand zijn leven weer kan oppakken, ondanks een chronische ziekte of beperkingen. Dat vraagt veel van patiënten en daarom is ondersteuning door verpleegkundigen van belang. Juist verpleegkundigen kunnen bij zelfmanagement het verschil maken, omdat zij dicht bij de patiënt staan en een directe relatie met de patiënt en zijn omgeving aan16
V&VN Magazine • december 2015
gaan. Daar ligt voor hen een kans en een taak.” Hoe kijken verpleegkundigen tegen zelfmanagementondersteuning aan? Dat onderzocht promovenda Janet Been. Zij heeft 27 verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten geïnterviewd en focusgroepen met patiënten ingezet. “Wat blijkt? De focus van verpleegkundigen is overwegend medisch. Ze hebben minder aandacht voor sociale en
te achterhalen waar de patiënt behoef-t e aan heeft en spreek samen doelen af. Het aanreiken van praktische handvatten versterkt de patiënt en heeft meer effect.” Luisteren en een open attitude zijn belangrijk, zodat de patiënt zich gehoord en gesteund voelt, stelt Van Staa. “Het gaat om de vijf A’s: Achterhalen, Adviseren, Afspreken, Assisteren en Arrangeren. Maar ook een onbevooroordeelde houding is van belang. Neem
“Een onbevooroordeelde houding is van belang” AnneLoes van Staa emotionele ondersteuning, terwijl patiënten zeggen dat zij behoefte hebben aan ondersteuning bij het integreren van hun ziekte of klachten in hun dagelijks leven. Verpleegkundigen zijn zich er van bewust dat zij het zelfmanagement van patiënten beter zouden kunnen ondersteunen.”
Competenties Dus: hoe kan het beter en welke competenties zijn daarvoor nodig? Been: “Alleen het geven van medische informatie, gericht op educatie, is onvoldoende. Natuurlijk heeft elke patiënt basiskennis nodig, maar probeer
ANNA (Altijd Navragen, Nooit Aannemen) mee en laat OMA (Oordelen, Meningen en Adviezen) thuis.” Op dit moment wordt een pilot uitgevoerd om te leren hoe het voeren van een open gesprek kan worden gestimuleerd. Verpleegkundigen krijgen een soort checklist: op een A4-tje staan in een cirkel allerlei zelfmanagementaspecten, zoals leefstijl, het opvolgen van behandeladviezen, maar ook huishouden, vrijetijdsbesteding en relaties. Van Staa: “Dat geeft houvast voor het gesprek. We zijn benieuwd hoe het in de praktijk werkt.”
op de zeepkist Tekst Hester Zitvast Beeld Vincent Boon Photography
Is huilen op de werkvloer oké? Kim Janssens (22) en Chloë Sweerts (22) stortten zich voor hun masterscriptie aan de Universiteit van Tilburg op het onderwerp ‘tranen’. Want huilen op de werkvloer; mag dat? Is het wel professioneel? En maakt het je als verpleegkundige of verzorgende minder geschikt voor het vak als je het niet altijd droog kunt houden? Kim en Chloë schreven de scriptie in opdracht van Ad Vingerhoets, hoogleraar en wetenschapper op het gebied van huilen en emoties.
W
aar gaat jullie onderzoek over? “We hebben onderzoek gedaan naar de mening en ervaring van Nederlandse verpleegkundigen over huilen op het werk en tijdens het contact met patiënten. Er lijkt een taboe op te rusten en wij wilden in kaart brengen hoe men er nou echt over denkt. Een opinieartikel in de New York Times over huilende artsen bracht onze begeleider Ad Vingerhoets op het idee hier eens nader onderzoek naar te doen. Na de start van ons onderzoek is er heel toevallig een foto van een huilende Amerikaanse arts op social media geplaatst. Die foto leverde uiteenlopende reacties op. De één vond het niet kunnen, de ander vond het juist heel menselijk.” Waarom is dit onderzoek belangrijk voor verpleegkundigen en verzorgenden? “Verpleegkundigen en verzorgenden staan heel dicht bij de patiënt, zowel fysiek als mentaal. Ze hebben veelvuldig en langdurig contact met patiënten en hun naasten. Zij krijgen dus veel te maken met de emoties van een patiënt. Het kan zijn dat je dan zelf ook een traantje moet laten.” Wat zijn jullie conclusies en aanbevelingen? “Wij hebben geconcludeerd dat huilen op de werkvloer veelvuldig voorkomt. Ongeveer de helft van de verpleegkundigen heeft het afgelopen jaar op de werkvloer gehuild en bij ruim een kwart gebeurde dit in het bijzijn van de patiënt. Een flink aantal dus. De grote meerderheid vindt huilen op de werkvloer niet onprofessioneel of onethisch. Men is dus niet negatief over huilen, maar tegelijkertijd wordt ook niet aangenomen dat het voor een beter contact tussen verpleegkundigen en patiënten zorgt. Daaruit kun je opmaken dat het oké is om te huilen, maar dat de voorkeur uitgaat naar een andere empathische reactie, zoals een meelevende blik of een hand op de schouder. Als men huilt om de slechte situatie van de patiënt wordt dat geaccepteerd. Maar huilen om een te hoge werkdruk kan in het bijzijn van patiënten niet. De belangrijkste conclusie is dat bijna 84 procent van de ondervraagden vindt dat er meer aandacht voor dit onderwerp moet komen, om te voorkomen dat iemand zich ongemakkelijk voelt na huilen. Onze aanbeveling is dan ook dat dit in opleidingen en trainingen meer op de kaart komt te staan.” V&VN Magazine • december 2015
17
Verenigingsnieuws Spotlight
Terugdringen van eenzaamheid Veel ouderen, gehandicapten en mensen met psychische problemen voelen zich eenzaam. De campagne Zorg tegen eenzaamheid brengt de instrumenten en ervaringen van zorgprofessionals onder de aandacht om eenzaamheid bij deze groepen te voorkomen of verminderen. De campagne is ontwikkeld en wordt ondersteund door dertien partners, waaronder V&VN. De afdelingen V&VN GGZ Verpleegkunde en V&VN Verpleegkundigen Maatschappij & Gezondheid zijn namens V&VN betrokken bij deze campagne. Sandra van Dalen van V&VN Verpleegkundigen Maatschappij & Gezondheid benadrukt de waarde van het delen van kennis over de problematiek. “Onderdeel van het project is een quickscan door VU-hoogleraar Theo van Tilburg. De quickscan bevat interventies gericht op het voorkomen en verminderen van eenzaamheid in de langdurige zorg in het buitenland. Samen met alle verzamelde good practices in Nederland levert dat een waardevolle schat aan informatie op voor iedereen die wordt geconfronteerd met eenzaamheidsproblematiek. Het mooiste is dat het ontzettend inspirerende voorbeelden zijn. Zo hoef je niet handelingsverlegen te zijn en het wiel opnieuw uit te vinden.” Christian Klijs van V&VN GGZ Verpleegkunde hoopt dat alle afdelingen van V&VN aandacht geven aan de campagne. “Eenzaamheid komt in de volle breedte van de verpleging en verzorging voor. Het is vooral een exercitie om de hulpverlener bewust te maken dat verminderen van eenzaamheid bij hem of haarzelf kan beginnen. Door je er bewust van te zijn, signalen op te vangen en waar nodig actie te ondernemen of te organiseren. Een doorverwijzing mag natuurlijk ook.”
Meer informatie www.zorgtegeneenzaamheid.nl
18
V&VN Magazine • december 2015
Meer verenigings- en ander nieuws is te vinden op www.venvn.nl
In de peiling
Samenwerking tussen verpleegkundige en arts 15 %
In deze editie van V&VN Magazine gaan we in op de samenwerking tussen verpleegkundigen en artsen. Hoe vinden V&VN-leden dat deze samenwerking verloopt? 71 procent vindt dat er veel goed gaat, maar dat er altijd ruimte is voor verbetering. 15 procent vind dat de samenwerking nagenoeg vlekkeloos verloopt. 14 procent laat een minder positief geluid horen. Bij hen loopt de samenwerking op veel punten nog niet goed.
Oneens. Samenwerking is nagenoeg vlekkeloos
14 %
Eens. Het gaat op veel punten niet goed
71 % Eens. Er gaat veel goed, maar er is altijd ruimte voor verbetering
V&VN VOG bestaat 20 jaar De afdeling V&VN Voortplanting, Obstetrie en Gynaecologie (VOG) bestaat twintig jaar en viert dat. De geboortezorg verandert voortdurend en de beroepsvereniging biedt haar leden al twee decennia continu nieuwe kennis over het specialisme. De afdeling is ook een onmisbare gesprekspartner in de landelijke discussies met onder andere de gynaecologen en de verloskundigen. Het twintigjarig bestaan werd gevierd op het uitverkochte lustrumcongres Terug naar de Toekomst op 3 november op Landgoed Zonheuvel in Doorn. Meer informatie: vog.venvn.nl.
Samenwerking in acute zorg De afdelingen V&VN Intensive Care, V&VN Medium Care, V&VN Ambulancezorg, V&VN Militaire Verpleegkunde en Verzorging en de Nederlandse Vereniging Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen (NVSHV) gaan meer samenwerken. Zij hebben de behoefte efficiënter gebruik te maken van de beschikbare kennis van elke afdeling en als krachtig collectief te opereren. Daarvoor is het Acute zorg cluster in het leven geroepen, om bij te dragen aan de verbetering van belangrijke thema’s in de acute zorg en de profilering van acute zorgprofessionals in het zorglandschap. De stuurgroep van het cluster, waarin elke afdeling vertegenwoordigd wordt door een lid, komt vier keer per jaar bijeen. Het eerste thema waar het acute cluster zich op gaat richten is kwaliteitsregistratie en benodigde deskundigheidsbevordering voor acute zorgprofessionals. Heb je vragen? Neem contact op via het contactadres van een van de deelnemende afdelingen.
Geen automatische incasso contributie Doordat de wetgeving omtrent automatische incasso’s is gewijzigd, stopt V&VN per 1 januari 2016 met de automatische incasso van contributiegelden. Leden van V&VN krijgen jaarlijks een factuur. Heb je hier vragen over? Neem contact op met
[email protected].
afdeling centraal | V&VN Oncologie
Oncologieverpleegkundige onmisbaar Kanker is doodsoorzaak nummer één. Oncologieverpleegkundigen spelen een belangrijke rol in de zorg voor deze patiënten. De afdeling V&VN Oncologie is erin geslaagd om bij de beslissers in ziekenhuizen aan tafel te komen. Een interview met Marlies Peters, voorzitter van deze grote afdeling (ruim 2.700 leden). V&VN Oncologie maakt zich hard voor het verstevigen van de rol van de oncologieverpleegkundige. “Over het algemeen kun je stellen dat hoe meer ervaring een ziekenhuis heeft met een oncologisch ziektebeeld of ingreep, hoe beter de resultaten zijn”, vertelt Marlies Peters, voorzitter van V&VN Oncologie. “Artsen hebben daarom minimale aantallen vastgesteld voor bepaalde ingrepen. Alleen ziekenhuizen die aan die kwaliteitseis voldoen, mogen die ingrepen uitvoeren. Echter, het aantal oncologieverpleegkundigen dat op een afdeling werkzaam is, is ook van invloed op de kwaliteit van de zorg. Een van de volgende stappen is dan het beantwoorden van de vraag hoeveel dat er moeten zijn. Je zult het niet geloven, maar bij dat vraagstuk was V&VN Oncologie niet vanzelfsprekend betrokken. Gelukkig is het ons wel gelukt aan tafel te komen bij Soncos, de Stichting Oncologische Samenwerking, en hebben wij nu een belangrijke stem in de uitkomst van deze normering. Ons voorstel voor de kwaliteitsnorm is dat minimaal de helft van het verpleegkundig personeel op poliklinieken, verpleegafdelingen of dagbehandelingen waar oncologische patiëntenzorg plaatsvindt, beschikt over de LRVV- of CZO-erkende opleiding tot oncologieverpleegkundige of
de opleiding hiertoe volgt. Zorginstellingen mogen van ons tot 2022 de tijd hebben om aan deze norm te voldoen.”
Casemanagers Dat er een norm komt betekent dat er erkenning is van de expertise van de oncologieverpleegkundige. Peters: “Daar zijn we heel blij mee. Oncologische patiënten hebben recht op zorg van verpleegkundigen met gedegen kennis van het traject dat zij ingaan na een diagnose. Ook moeten patiënten kunnen rekenen op psychosociale begeleiding van een hoog niveau. De competenties van de oncologieverpleegkundige staan beschreven in het Expertisegebied dat we dit voorjaar hebben afgerond. Daarnaast pleiten we al jaren voor het invoeren van een vorm van casemanagement in de oncologie. We zijn ongelofelijk blij dat dit punt is opgenomen in de basisset Kwaliteitsindicatoren ziekenhuizen die de Inspectie toetst. De casemanager moet een medische of verpleegkundige achtergrond hebben. Voorheen kon dat ook een secretaresse zijn. Ook dit is een erkenning en waardering van onze expertise.”
Internationale samenwerking Expertise verspreiden Met ruim 2.700 leden bouwt de afdeling aan het vergroten en verspreiden van de expertise van de oncologieverpleegkundige. Peters: “Jaarlijks organiseren we de Oncologiedagen. Dit is een congres van tweeëneenhalve dag met een gevarieerd programma voor oncologieverpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en studenten die een minor Oncologie doen. V&VN Oncologie heeft een aantal special
Zelfsturend
Ledengroei afdeling Gezocht! 2.000ste lid van V&VN Verpleegkundig Specialisten www.venvnvs.nl V&VN VS @venvnvs
interest groups (SIG’s), zoals Hematologie en Mammacare. Deze SIG’s verzorgen allemaal onderdelen van het congres en organiseren door het jaar heen masterclasses en workshops over verschillende onderwerpen. Het bestuur subsidieert leden om congressen te bezoeken, ook internationaal. Als ze een goede motivatie indienen, geven we een bijdrage in de kosten.”
Ook internationaal praat V&VN Oncologie mee over ontwikkelingen. Peters: “We zijn lid van internationale verenigingen van oncologieverpleegkundigen. Dat houdt ons scherp. We zien bijvoorbeeld of ons onderwijs aan het Europese niveau kan tippen. De internationale samenwerking maakt ons bovendien nog krachtiger. ” Meer informatie www.oncologieverpleging.nl
#DvdV2016
Mooi hè, dat het management de keuze voor je maakt dat je zelfsturend gaat worden of bent. Isn’t it ironic? Laura Geerdink, verzorgende IG
Dag van de Verpleging @venvn 2016: alle medewerkers op werkbezoek. Waar mag ik dagje meelopen? #contact #praktijk #belangrijk Christina Woudhuizen @CWoudhuizen
V&VN Magazine • december 2015
19
Nieuw!
Dr. B. Schreuders ISBN: 9789036809566
€ 35,PROTOCOLLEN VOOR BEGELEIDING VAN MENSEN MET PSYCHISCHE KLACHTEN Met deze uitgave heeft u een overzicht in handen van de belangrijkste behandelprotocollen voor de dagelijkse praktijk van de POH-GGZ. Het bevat zes protocollen voor de behandeling van veel voorkomende psychische klachten. Elke sessie is stapsgewijs beschreven en voorzien van werkbladen met oefeningen voor de patiënt. De praktische uitleg van de toe te passen methoden en de beschikbaarheid van werkbladen voor patiënten in dit boek geven houvast in elke behandelsessie. De protocollen in dit boek sluiten aan bij de reeds bestaande richtlijnen. Hiermee beschikt de POH-GGZ over een overzicht van de belangrijkste behandelprotocollen voor zijn dagelijkse praktijk.
Snel Callen toeenvoudig action bestellen? Ga naar www.bsl.nl/schreuders
Kijk in de Wijk Tekst Sanne van Etten
Contact met huisarts
S Sanne van Etten (25) is wijkverpleegkundige in Bergen op Zoom. V&VN volgt Sanne in 2015. Ze schrijft blogs voor www.venvn.nl over haar ervaringen in de wijk. Ook in V&VN Magazine deelt ze haar ervaringen. In deze editie voor de laatste keer. Sanne is een van de Ambassadeurs voor de Wijkverpleegkundige van V&VN.
amenwerken met artsen betekent voor een wijkverpleegkundige vooral: samenwerken met huisartsen. Natuurlijk, we hebben ook wel eens contact met medisch specialisten. Maar het zwaartepunt ligt echt bij het afstemmen met de huisarts. Een goed contact tussen de huisarts en de wijkverpleegkundige is – soms letterlijk – van levensbelang. Door korte lijnen verbetert de kwaliteit van zorg in de eerste lijn. Samen met de huisarts kan de wijkverpleegkundige ook preventief steeds meer betekenen. Bijvoorbeeld bij het opsporen en bezoeken van kwetsbare ouderen. Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Daar ben ik eerlijk in. Het huidige zorgstelsel maakt het ons niet altijd makkelijk om goed samen te werken met de huisarts. Wijkverpleegkundigen gaan steeds meer in kleinere stukjes stad en dorp werken: kern- en wijkgericht. De ideale situatie zou zijn dat mijn cliënten in mijn wijk allemaal dezelfde huisarts hebben. Het tegendeel is waar. De patiënten van huisartsen zijn verspreid over de hele stad. Dat komt door de keuzevrijheid die cliënten hebben om hun eigen huisarts te kiezen. Wat het nog ingewikkelder maakt, is dat in sommige gemeentes wel tien tot twintig thuiszorgorganisaties naast elkaar werken. En allemaal heb-
ben ze wijkverpleegkundigen in dienst. Werken zij allemaal samen? Nee. De huisarts kiest in de meeste gevallen een of twee organisaties waar hij mee samenwerkt. Wel zo praktisch. Hier in Bergen op Zoom kennen we een coöperatie van drie thuiszorgorganisaties. We beschouwen elkaar niet (meer) als concurrenten, maar kijken hoe we elkaar kunnen versterken. Huisartsen zien deze samenwerking ook. En dat verstevigt weer onze positie als wijkverpleegkundigen. De andere thuiszorgorganisaties in Bergen op Zoom, die dat soort samenwerkingsverbanden niet aangaan… Tja, die zijn nét wat minder zichtbaar. Samenwerken met artsen is dus niet iets wat ‘erbij hoort’. Of een noodzakelijk kwaad is. Het gaat erom dat je een goede relatie opbouwt. Als je een relatie wilt opbouwen, moet je er tijd en energie in investeren. Ik zeg: doen. Geloof me, het betaalt zich uit. Het is een win-winsituatie. Vooral voor je cliënt.
V&VN Magazine • december 2015
21
Jouw voordeel LEDEN VOORDEEL 2e pers oon
gratis
Driedaagse MiniCruise Newcastle Voordelige trip naar Engeland: cultuur en winkelen Vanaf € 88 boek je deze driedaagse MiniCruise naar de gezellige stad Newcastle in Noord-Engeland. Ben je lid van V&VN? Dan mag elke tweede persoon gratis mee! Boek snel want vol=vol.
Aan boord Uw reis begint aan boord van het DFDS-schip. Varend over de Noordzee kun je een wandeling over het dek maken. Onder het genot van een drankje geniet je van het prachtige uitzicht. Aan boord is van alles te doen. Er zijn winkels, restaurants, barretjes, een nachtclub met live muziek, een casino en meerdere bioscopen. Terwijl je ’s nachts uitrust in je hut, vaart het schip gestaag verder. Zo komt de volgende ochtend tijdens het ontbijt de Engelse kust al in zicht.
Aankomst ’s Ochtends brengt de bus je van het schip naar het centrum van Newcastle. De stad is rijk aan (veelal gratis) musea.. Het is ook een perfecte stad om eindeloos te winkelen in de straten en shopping malls. Northumberland Street is de belangrijkste winkelstraat. Ook het overdekte Eldon Square met meer dan honderd winkels is een aanrader.
Boek via
dfds.nl/venvn
Reisperiode t/m 31 maart 2016 22
V&VN Magazine • december 2015
Inbegrepen l Driedaagse MiniCruise, één dag in Newcastle l Twee overnachtingen aan boord in een eigen hut met
douche en toilet l Live muziek en entertainment aan boord l Transfer naar het centrum van Newcastle v.v.
Marieke
Dagboek van
Boeken
Klinisch redeneren Door Jessica Hesselink Klinisch redeneren is een goed hulpmiddel voor verpleegkundigen bij het logisch en doelgericht verplegen. Dit boekt helpt je daarbij: praktisch, begrijpelijk en gebaseerd op een stevig theoretisch fundament. Het boek Klinisch redeneren geeft je handvatten voor de praktijk. Veel (aankomend) verpleegkundigen vinden het verzamelen van gegevens, het analyseren ervan, het formuleren van doelstellingen en interventies lastig. In dit boek leer je op een compacte en duidelijke manier, met ondersteuning van oefeningen, hoe het werkt. Het boek kent geen hoofdstukken, maar zeven stappen. Door de stappen te volgen, doorloop je het hele proces van klinisch redeneren. In het boek staan tips en activiteiten. De tips helpen je bij het uitvoeren van de activiteiten. Als je alle activiteiten hebt uitgevoerd, heb je het hele proces goed geoefend én heb je kennis van de theoretische achtergrond: een combinatie van kennis en vaardigheid. Elke stap eindigt met extra opdrachten. Deze zijn zinvol, maar niet noodzakelijk. ISBN: 9789001866167 • Prijs: € 17,90 • www.noordhoffuitgevers.nl
Goede dagen Door Helga Warmels Wat blijft er over van een huwelijk als dat alleen nog bij elkaar wordt gehouden door de nietjes uit het trouwboekje? Arthur Meijerink laat zich overhalen nog één keer met zijn dementerende echtgenote Dieneke op vakantie te gaan. Wat een ontspannen week in een prachtige omgeving had moeten worden, draait uit op een groot drama. Een verhaal dat je meesleurt en in verwarring achterlaat. Helga Warmels (1971) is journalist en schrijver en schrijft onder meer voor V&VN Magazine. Goede dagen is haar debuutroman. Warmels werkte verscheidene keren undercover mee tijdens vakanties van hetvakantiebureau.nl voor dementerende thuiswonenden en hun mantelzorgers en deed zo onderzoek voor haar roman. ISBN: 9789023994985 • Prijs: € 18,90 • www.uitgeverijmozaiek.nl
Gratis exemplaren Er liggen van beide titels exemplaren klaar op de redactie van V&VN Magazine. Kans maken? Stuur voor 21 januari 2016 een e-mail naar
[email protected]. Vergeet niet je volledige naam- en adresgegevens te vermelden. Uit alle inzenders trekken we per titel tien gelukkigen.
Marieke is 41 en werkt als oncologieverpleegkundige. Ze woont met haar gezin op de Veluwe.
Hartenbreker Zaterdag Ik ben dol op weekenddiensten. Mijn gezin vermaakt zich prima zonder mij en op de afdeling is het vaak rustiger dan de rest van de week. Vandaag heeft dokter Van Dijk dienst. Een jonge oncoloog van ongeveer veertig jaar. Lekker zongebruinde huid, golvend bruin haar en hij kan ontzettend goed luisteren. Ik merk dat als hij dienst heeft ik net wat te lang naar zijn bruine ogen blijf kijken... De artsen ruimen normaal altijd hun eigen zooi op, maar dokter Van Dijk hoeft dat bij mij niet te doen. Eigenlijk walg ik van mijn gedrag, maar ik kan het niet laten. Vandaag moeten dokter Van Dijk en ik naar een patiënt die geïsoleerd wordt verpleegd. Schorten met lange mouwen zijn een vereiste. Ik zie hoe dokter Van Dijk worstelt met het schort en zie mijn kans schoon. Voordat ik het weet, trek ik de dokter het schort aan…
“Ik merk dat ik net wat te lang naar hem blijf kijken”
Zondag Ik verheug me alweer op de visite met dokter Van Dijk. We hebben een heerlijk ontbijtje met collega’s gemaakt en dokter Van Dijk schuift gezellig aan. In gedachten maak ik me een voorstelling van zijn vriendin. Een vlotte blonde dame, mooie kleren en natuurlijk ontzettend slank. Plots gaat er een mobiele telefoon af. Dokter Van Dijk pakt zijn mobiele telefoon uit zijn zak en na een kort gesprek vraagt hij of de visite een uurtje later kan. Zijn partner Sjoerd staat met pech langs de weg en moet even geholpen worden. Hoor ik dit nu goed? Sjoerd? Zijn partner? Ik begin in mijzelf te lachen en weet zeker dat dokter Van Dijk vele zusterharten heeft gebroken en zal gaan breken. V&VN Magazine • december 2015
23
mens, wat ben je mooi als je voor een ander zorgt
Korting op uw Basisverzekering
Als lid van V&VN krijgt u bij Menzis korting op uw zorgverzekering. Speciaal voor zorgprofessionals en hun gezinsleden is er Menzis ZorgPlus. Een combinatiepakket bestaande uit aanvullende en tandverzekeringen. Daarnaast zijn studerende kinderen van 18 tot 30 jaar gratis meeverzekerd voor de aanvullende verzekering! Speciaal voor leden van V&VN: · Maandpremie € 90,75 , bij eigen risico van € 385 · SamenGezond spaarprogramma: beloont een gezonde levensstijl met voordeel. En het leuke is: iedereen kan meedoen. Kijk op Menzis.nl/venvn om te zien welk pakket het best bij u past. Of bel de overstapcoach op 088 222 49 00. Bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 21.00 uur.
www.menzis.nl/venvn
Registers Tekst en beeld V&VN
Verpleegkundig Specialisten Register
Herregistreren doe je zo In Nederland zijn bijna drieduizend verpleegkundig specialisten werkzaam. Alle verpleegkundig specialisten staan geregistreerd in het Verpleegkundig Specialisten Register. Om verpleegkundig specialist te blijven moet je je elke vijf jaar herregistreren. Waar word je op beoordeeld? En hoe kun je het proces soepel laten verlopen? We gaan in op de belangrijkste vraagstukken.
H
erregistreren is niet altijd een eenvoudige opgave. Sommige verpleegkundig specialisten ervaren de herregistratie-eisen voor hun portfolio als zwaar en ingewikkeld. Als de eisen voor herregistratie in een persoonlijk contact worden toegelicht, kijken de meesten er anders tegenaan. Het Verpleegkundig Specialisten Register kent dezelfde opzet als het register van medisch specialisten. Zo moet je naast werkervaring ook voldoende deskundigheidsbevordering kunnen aantonen: geaccrediteerde bij- en nascholing, intercollegiale toetsing en overige deskundigheidsbevorderende activiteiten.
De Registratiecommissie Verpleegkundig Specialismen (RSV) voert het herregistratiebeleid uit. Veel van de leden van de Registratiecommissie zijn zelf werkzaam als verpleegkundig specialist. Het werkveld is dus nauw betrokken bij het opstellen van de eisen waaraan alle verpleegkundig specialisten moeten voldoen.
Steekproeven Om te zorgen dat de herregistratieprocedure zo soepel mogelijk verloopt, wordt er bij ieder ingediend digitaal portfolio een steekproef
Intercollegiale toetsing Intercollegiale toetsing is een belangrijk onderdeel van je deskundigheidsbevordering. Bij intercollegiale toetsing wordt je handelen achteraf getoetst door collega’s die kritische vragen stellen en feedback leveren, wat leidt tot verbeteringsinzichten. Het grote verschil met intervisie is dat het individuele handelen van een verpleegkundig specialist uit het verleden wordt getoetst. Voor het opvoeren van intercollegiale toetsing in je portfolio bestaat een format. Ongeacht of je gebruik maakt van het format, wordt een verslag altijd getoetst aan de volgende criteria:
uitgevoerd. Als bij de steekproef blijkt dat er onderdelen ontbreken in je portfolio, dan wordt het aan je teruggestuurd. Je ontvangt dan tips over welke aanpassingen of verbeteringen je nog kunt doorvoeren, voordat je herregistratie-aanvraag wordt beoordeeld. Nadat je de aanpassingen hebt aangebracht, dien je je portfolio opnieuw in. Houd daarom rekening met een periode van tenminste drie maanden tussen het indienen van je portfolio en je uiteindelijke herregistratie. Je registratie als verpleegkundig specialist blijft van kracht zolang je herregistratie-aanvraag in behandeling is en je portfolio nog niet is beoordeeld is.
l Zijn de grootte en de samenstelling van de
Soepel
toetsgroep correct? l Wordt het eigen handelen jaarlijks getoetst? l Zijn in het verslag de volgende elementen terug te vinden: - Het handelen van één persoon uit het verleden staat centraal; - Er is een duidelijk leerdoel, dilemma of vraagstuk; - De toetsgroep heeft de persoon bevraagd en feedback gegeven; - De toetsgroep heeft iets geleerd; - De individuele deelnemer heeft iets geleerd.
Natuurlijk wil iedereen die betrokken is bij het proces van herregistratie dat dit zo snel mogelijk verloopt. Hoe completer je je portfolio indient, des te soepeler het proces zal verlopen. Op vsregister.venvn.nl vind je onder ‘Herregistratie’ praktische informatie en alle beleidsregels waaraan je moet voldoen. Voordat je je herregistratieverzoek kan indienen, moet je betalen met iDeal. Je kunt dit betalingsproces niet tussentijds afbreken. Zorg er dus voor dat je alle noodzakelijke gegevens paraat hebt om de betaling uit te voeren.
Heb je nog tips? Mail ze naar
[email protected] V&VN Magazine • december 2015
25
de keuze van Tekst Helga Warmels Beeld Studio Oostrum
Verlengde arm van huisartsen Grietje de Groot-de Jong (29) werkte drie jaar lang als praktijkverpleegkundige in meerdere verzorgingshuizen. Nu volgt ze de opleiding tot verpleegkundig specialist. “Straks mag ik zelf diagnosticeren en behandelen.”
I
n 2011 begon Grietje de Groot-de Jong in Wolvega als praktijkverpleegkundige ouderenzorg, toen een nieuwe functie binnen Vereniging Langs de Linde, waarin acht huisartsenpraktijken in Friesland samenwerken. Vier dagen per week liep Grietje visites, elke dag in een ander verzorgingshuis. Grietje: “De huisartsen van Wolvega hadden geconstateerd dat ze erg vaak naar de verzorgingshuizen toe moesten. Dat kwam onder meer doordat er geen verpleegkundigen meer waren in die huizen, waardoor verzorgenden en helpenden met hun verpleegkundige vragen naar de huisartsenpraktijken belden. Ik nam de triage op me en ging als tussenpersoon functioneren. Ik werd als het ware
de verlengde arm van de huisartsen in de vier verzorgingshuizen van Wolvega.” Grietjes takenpakket als praktijkverpleegkundige omvatte onder meer wondzorg, verpleegtechnische handelingen en chronische zorg (diabetes en cardiovasculair risicomanagement).
Tijdwinst Vanaf de eerste dag leverden de interventies door Grietje de vier huisartsenpraktijken van Wolvega tijdwinst op. In de eerste plaats doordat zij de ouderen zelf hielp, in de tweede plaats doordat zij het voorwerk deed wanneer patiënten toch door hun huisarts moesten worden gezien. Grietje: “Ik voerde controles
Complex De groeiende en veranderende zorgvraag, de ontwikkelingen in de samenleving en in de gezondheidszorg en daarnaast de financiële vraagstukken hebben invloed op de taken en functies van praktijkverpleegkundigen. Om adequaat antwoord te kunnen geven op de toekomstige zorgvraag en om goede toegankelijkheid te waarborgen, vinden taakdelegatie, taakherschikking en functiedifferentiatie plaats. De komende jaren worden meer en ook andere zorgtaken verwacht. De complexiteit van de zorg neemt toe en daarmee ook de complexiteit van de taken van de praktijkverpleegkundige. De competenties die hierbij aansluiten, staan beschreven in het Expertisegebied praktijkverpleegkundige, opgesteld door onder meer de afdeling V&VN Praktijkverpleegkundigen & Praktijkondersteuners. Download het Expertisegebied op www.venvn.nl > Thema’s > Beroepsprofielen > Expertisegebieden. 26
V&VN Magazine • december 2015
Wanneer komt de huisarts?
uit, deed de anamnese en daarna kwam zo nodig een huisarts. Elke middag ging ik naar een van de vier huisartsenpraktijken toe om de patiënten te bespreken.” Uit een enquête bleek dat verzorgenden, helpenden en familieleden dankzij de komst van Grietje dertig procent minder beroep deden op de huisartsenpraktijken. Bij patiënten met complexe aandoeningen en patiënten die achteruitgingen bleven de huisartsen zelf komen. Idem dito wanneer er palliatieve zorg of acute zorg nodig was, zoals bij een CVA.
Schoolbanken Ondertussen groeide bij Grietje de wens haar medische kennis uit te breiden. In september 2014 begon ze daarom aan de opleiding tot verpleegkundig specialist. Drie ochtenden per week draait ze nu in een van de huisartsenpraktijken een spreekuur voor patiënten
die binnen haar beroepsprofiel passen. Het accent ligt op huidaandoeningen, ademhalingsproblemen, hartaandoeningen en aandoeningen aan het bewegingsapparaat. In de middagen loopt ze nog steeds visite in de verzorgingshuizen. Eén dag per week gaat ze naar school.
Diagnosticeren “Nu werk ik nog onder de begeleiding van de huisartsen, maar wanneer ik straks klaar ben met mijn opleiding, mag ik binnen mijn specifieke patiëntengroep zelf diagnosticeren en de behandeling inzetten.” Omdat Grietje weer de schoolbanken in ging, werd een tweede praktijkverpleegkundige aangenomen. Grietje: “Het was in het begin wennen dat ik zelf minder in de huizen was. Wat ging de nieuwe praktijkverpleegkundige doen en wat werden mijn taken als verpleeg-
In verzorgingshuizen kan een praktijkverpleegkundige veel werk van een huisarts overnemen. Wanneer komt de huisarts nog wel zelf? Op verzoek van de praktijkverpleegkundige. Bij twijfel. Wanneer een patiënt lichamelijk achteruitgaat. Wanneer een patiënt palliatieve zorg nodig heeft. Bij complexe aandoeningen. Wanneer er acute zorg nodig is, zoals bij een hartaanval.
• • • • • •
kundig specialist in opleiding? Wanneer er veel partijen bij de zorg betrokken zijn, is het goed te omschrijven wie precies welke taken op zich neemt. We denken er nog over na hoe ik mijn functie straks ga vormgeven. Blijft de huidige praktijkverpleegkundige? Ga ik visites bij de mensen thuis lopen? We zijn er nu nog niet helemaal uit, maar het komt goed.”
Wie mag dat betalen? De Vereniging Langs de Linde kon een praktijkverpleegkundige in dienst nemen doordat De Friesland Zorgverzekeraar toestemming gaf geld voor een praktijkondersteuner somatiek aan te wenden voor de verzorgingshuizen. Daarnaast kwam voor het opzetten en implementeren van het project geld uit het potje Op één lijn van ZonMw. Inmiddels worden de kosten voor de twee praktijkverpleegkundigen gedragen door de huisartsen, de verzorgingshuizen en de zorgverzekeraar gezamenlijk.
V&VN Magazine • december 2015
27
Nieuw! • Praktische en direct toepasbare kennis over implementatie van evidence based practice • Toegesneden op de verpleegkundige praktijk • Hulpmiddelen en tips bij de implementatie Hester Vermeulen, Bea Tiemens ISBN 9789036808231
€ 17,50
IMPLEMENTATIE VAN EVIDENCE BASED PRACTICE Praktische tips voor een complexe verandering
Dit boek staat boordevol praktische tips en hulpmiddelen voor de verpleegkundige praktijk om evidence based te kunnen werken en denken. Van visie op verpleegkundig leiderschap tot internet en vakbladen. Van het voeren van dossierbesprekingen tot het opzetten van een Journal Club. Implementatie van evidence based practice is voor verpleegkundigen in alle werkvelden een compact en praktisch boek waarmee je direct aan de slag kunt.
Snel Callen toeenvoudig action bestellen? Ga naar www.bsl.nl/ebp Genoemde prijzen zijn incl. BTW. Prijswijzigingen voorbehouden. Hebt u vragen? U kunt ons bellen op 030-6383736.
DIT vergeet ik nooit Tekst Annemarie van Dijk
Technologie
Nieuwe fratsen Van nieuwe fratsen moest haar patiënt niets hebben, sober als hij was. Maar toen verpleegkundige Bep Kleinheerenbrink (60) uit Almelo met haar iPad een filmpje maakte van zijn favoriete paardje, glunderde hij breeduit. Kon die iPad misschien toveren? De tijd leek te hebben stilgestaan in de boerderij aan de rand van het bos. Een echtpaar van in de negentig woonde er, sober en zonder poespas. De keuken met het granieten aanrecht, de oude meubels: ze waren er gelukkig mee. De man had een ernstige longziekte en zijn vrouw verzorgde hem thuis, aangevuld door de ondersteuning van ons thuiszorgmedewerkers. Hij was een lieve man die nooit klaagde. Alleen als hij vond dat hij te vaak gewassen moest worden, mopperde hij. Jarenlang had hij zich maar eens per week gewassen bij de teil in de keuken. Elke dag een wasbeurt, hij vond het onzin. Van nieuwe fratsen moest hij niks hebben. Toen we als wijkverpleging een iPad kregen, schudde hij dan ook zijn hoofd. Waar dat nou toch weer voor nodig was…”
volgde hij de concoursen van zijn kleindochter, die ook helemaal gek was van paarden. Hoe ziek hij ook was, zolang het nog enigszins ging, strompelde hij achter zijn rollator naar het hek om het paardje te kunnen zien. Toen ook dat niet meer lukte – hij voelde zich te ziek om nog zijn bed uit te kunnen komen – had ik met hem te doen. Ik vroeg me af waar ik hem nog een plezier mee kon doen. Op een avond zag ik zijn vrouw buiten het paardje voeren. Het was een vertederend plaatje: een oude vrouw op klompen die met een paardje staat te keuvelen. Ik maakte er een foto van, maar kreeg toen een beter idee: als ik nou eens met de iPad een filmpje zou maken van het paardje in de wei? Zo gezegd, zo gedaan. Een paar minuten lang filmde ik het paardje dat snuffelde, brieste en wat rondliep. Daarna ging ik ermee naar de man in het bed. Hij zette grote ogen op. Dat dat kón! Kon die iPad misschien toveren? Glunderend bekeek hij het filmpje. Wat mooi dat hij zijn paardje nog één keer kon zien.”
“Hij schudde zijn hoofd. Waar dat ding nou voor nodig was…”
Vertederend “Om de boerderij bevond zich een groot erf met een groentetuin. En een wei met een paardje erin: een klein paardenras dat leek op een pony maar toch echt een paard was. Het paardje was altijd zijn lust en zijn leven geweest. Nog steeds
Magnetron “Kort erna is hij overleden. Op een platte kar, getrokken door het paard van zijn kleindochter, ging de stoet naar de begraafplaats. Met mijn iPad heb ik er een stuk van gefilmd, wat ik later aan zijn vrouw liet zien. Ze was er stil van. Nog geregeld kom ik bij haar, want ook zij heeft thuiszorg nodig. Ze mist haar man erg, maar gaat inmiddels ook met haar tijd mee: sinds kort staat er een magnetron in de keuken.”
Heb jij ook iets moois meegemaakt dat je nooit zal vergeten? Stuur je verhaal naar
[email protected].
V&VN Magazine • december 2015
29
Academie
Het actuele aanbod van de vakgerichte scholingen en verdere informatie vind je via academie.venvn.nl.
Beroepsgeheim “Omgaan met het beroepsgeheim is balanceren tussen wat je wel en niet vertelt”, zegt praktijkverpleegkundige Joke Mantel (23), werkzaam bij Gezondheidscentrum Asielzoekers (GC A) in Gilze. “Je maakt steeds een afweging tussen de verschillende belangen.” Het beroepsgeheim. Alle verpleegkundigen en verzorgenden hebben ermee te maken. Maar waar ligt de grens? Waar baseer je je afwegingen op en hoe maak je de juiste keuzes? In de praktijk is er vaak een grijs gebied. “De V&VN Academie-scholing Hoe ga je om met het beroepsgeheim is voor mij een opfrisser geweest”, zegt Joke Mantel. GC A regelt de huisartsenzorg voor alle asielzoekers. Hun verpleegkundigen zijn collectief lid van V&VN en de verpleegkundigen en praktijkassistenten van het team in Gilze hebben de scholing gezamenlijk incompany afgenomen. Mantel: “Het samen volgen van deze scholing heeft als voordeel dat we dezelfde normen hanteren, dezelfde grenzen trekken. Ook de doktersassistenten waren erbij. Zij krijgen vaak als eerste de telefoontjes met vragen.”
Eyeopener Bij het beroepsgeheim zijn vaak verschillende belangen in het geding. Mantel: “De scholing houdt je scherp bij het maken van keuzes. Soms moet je denken aan het belang van beheersbaarheid, zoals bij een agressieve cliënt die helemaal uit z’n dak gaat. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de be-
Korting
NIEU WS
Organisaties die een collectieve overeenkomst met V&VN hebben, krijgen vanaf 1 januari 2016 tien procent korting op incompany-scholingen van de V&VN Academie. V&VN wil het met deze korting extra aantrekkelijk maken voor organisaties om te investeren in incompanyscholingen voor hun medewerkers. V&VN onderstreept hiermee het belang van deskundigheidsbevordering.
30
V&VN Magazine • december 2015
veiliging worden dan ingeschakeld. Zij komen met vragen. Dan is het aan jou of je informatie geeft of niet. En zo ja, welke informatie. In de intake vertellen wij de cliënt dat zijn privacy wordt gewaarborgd en dat we niks delen zonder toestemming. Wanneer je iets deelt, heb je die toestemming dan ook echt? Hierbij stilstaan was echt een eyeopener in de scholing.”
Voorbeeld “Laatst mailde een leidster van school dat een kind had aangegeven dat het thuis werd geslagen. Van het COA kreeg ik hier vragen over. Het COA vroeg of ik meer wist van de situatie binnen het gezin en de ouders. Wat doe je dan? Dat is lastig. Ik heb toen gezegd dat wij geen informatie uit het dossier mogen geven. Uiteindelijk zijn die ouders met de school gaan praten en bleek het toch wat anders te liggen dan het kind had gezegd.”
Leergang Trainen & Toetsen V&VN en Opleidingsinstituut KMBV bieden gezamenlijk de leergang Trainen & Toetsen aan, onderdeel van Aantoonbaar bekwaam. De leergang is twee jaar geleden door KMBV ontwikkeld en al vele malen succesvol uitgevoerd. Trainen & Toetsen biedt ervaren verpleegkundigen de mogelijkheid om beter opgeleid als interne trainer binnen de zorgorganisatie te functioneren. Veel organisaties kiezen ervoor om verpleegkundigen en verzorgenden deels intern op te leiden. De leergang is gericht op diegenen die geregeld collega’s trainen in verpleegtechnische vaardigheden en hen ook toetsen en beoordelen. Opleidingsinstituut KMBV heeft een programma ontwikkeld waarbij deelnemers inzicht en concrete handvatten krijgen om het trainen en toetsen in de praktijk professioneel toe te passen. Dit gebeurt door middel van actieve werkvormen onder begeleiding van ervaren docenten. De leergang wordt afgesloten met een individuele praktische toets, een proeve van bekwaamheid. V&VN-leden krijgen tien procent korting op de leergang Trainen & Toetsen.
Meer weten? Naast ondersteuning bij het omgaan met het beroepsgeheim biedt V&VN ook de handreikingen Hoe ga je om met het beroepsgeheim en Hoe ga je om met het beroepsgeheim in contact met politie of justitie. Deze vind je op www.venvn.nl in Mijn V&VN.
Meer informatie www.xxxxxxxxx
Service
Agenda 12 januari Provocatief coachen (Hengelo) Aan de slag met humor en zelfspot.
14 januari Infectiepreventie (Breda) Voor verpleegkundigen en verzorgenden uit zorginstellingen en de thuiszorg.
15 januari 3 D’s: dementie, delier en depressie (Roermond) Herkennen en onderscheiden van deze aandoeningen.
15 januari en 5 februari Motiverende gespreksvoering (Groningen) Leer mensen hun problemen te laten onderkennen en ze te motiveren.
19 januari Klinisch redeneren in de dagelijkse praktijk (Utrecht) Zorgkeuzes onderbouwen door klinisch redeneren.
22 januari Zorg rond het levenseinde (Rotterdam) Hoe ga je in je werk om met stervende mensen en hun naasten?
25 januari Delier in beeld (Schagen) Komen tot passende verpleegkundige interventies en benaderingswijzen.
25 januari Euthanasie: Jouw rol en verantwoordelijkheden (Breda) Wat mag en kan jij als verpleegkundige of verzorgende doen? Uitgelicht In 2016 start de nieuwe V&VN Academiescholing Communiceren met cliënten met een verstandelijke beperking. De scholing gaat in op verschillende vormen van communicatie en hoe je het gedrag van iemand met een verstandelijke beperking of Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) kunt herkennen, lezen en interpreteren.
Nieuwe toolkit samenwerken met mantelzorgers In de thuiszorg is het steeds belangrijker om goed samen te werken met het netwerk rondom de cliënt, zoals familie, buren en vrienden. Dankzij dit netwerk kunnen cliënten langer thuis blijven wonen. Samenwerken met mantelzorgers levert vaak veel moois op, maar geregeld ook dilemma’s. De toolkit Samenwerken met mantelzorgers, zo werkt het helpt teams om met elkaar te reflecteren op cliëntsituaties. De toolkit, resultaat van een samenwerking tussen V&VN en het Expertisecentrum Mantelzorg, legt in acht themakaarten uit hoe thuiszorgmedewerkers optimaal kunnen samenwerken met mantelzorgers. De toolkit is te downloaden op www.venvn.nl > Thema’s > Mantelzorg.
Databanken In Mijn V&VN, het interactieve deel van de websites van V&VN, zijn twee databanken te vinden: de Databank richtlijnen en de Databank tuchtrecht. In de Databank richtlijnen vind je de door V&VN geautoriseerde richtlijnen, protocollen en zorgstandaarden. In de Databank tuchtrecht staan uitspraken van de tuchtrechter die relevant zijn voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Bekijk de databanken op mijn.venvn.nl.
V&VN academie
Lidmaatschap Nog geen lid van V&VN? Meld je dan nu aan! Surf naar www.venvn.nl en klik op ‘Lid worden’. Sluit je meteen aan bij een afdeling of platform Word ook lid van een van de 41 specialistische afdelingen of platforms binnen V&VN. Kijk voor het volledige overzicht op www.venvn.nl bij Specialismen. Je betaalt bovenop de basiscontributie per jaar een afdelings- of platformcontributie.
Contributie Vanaf 2015 ben je voor € 5,90 per maand* al basislid van V&VN én kun je je inschrijven in het Kwaliteitsregister V&V! * Dit bedrag wordt per jaar gefactureerd (€ 71,00 per 1-1-2015).
Contactgegevens Wil je meer weten van of over V&VN? Neem dan contact met ons op. Dit kan per e-mail of telefonisch. V&VN is elke werkdag telefonisch bereikbaar tussen 9.00 tot 17.00 uur. Lidmaatschap van V&VN Lid worden van V&VN biedt veel voordelen. Nu aanmelden? Of heb je een vraag over je lidmaatschap of een van de producten van V&VN? T (030) 291 90 50 E
[email protected] W www.venvn.nl Mijn V&VN Exclusieve toegang tot publicaties, voordeelacties en vakinformatie voor leden. Als lid van V&VN heb je toegang tot de besloten ledenwebsite ‘Mijn V&VN’. Je kunt daar ook eenvoudig en snel je persoonlijke gegevens aanpassen. Gebruikersnaam en/of wachtwoord kwijt? Vraag deze op via www.venvn.nl. Kom je er niet uit? Bel dan met (030) 291 90 50. V&VN Academie Actueel en relevant, met het aanbod van de V&VN Academie zit je altijd goed. Zoek je het meest recente aanbod? Of heb je een vraag? T (030) 291 90 50 E
[email protected] W academie.venvn.nl Kwaliteitsregister V&V Informatie over Kwaliteitsregister V&V vind je zo! T (030) 291 90 50 E
[email protected] W kwaliteitsregister.venvn.nl Insignes Insignes voor verpleegkundige en verzorgende opleidingen: V&VN levert ze. Opleidingen kunnen bestellen via www.venvn.nl onder Actueel / bestellen en downloaden. Insigne verloren? T (030) 291 90 50 E
[email protected] V&VN (Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland) Churchilllaan 11, 3527 GV Utrecht Postbus 8212, 3503 RE Utrecht
V&VN Magazine • december 2015
31
Puzzel
Puzzel mee en win! minister v. Volksgezondheid, Welzijn en Sport
gesprek via internet
eetregel voorkeur
rugaandoening
gewrichtsaandoening
telwoord
wintersportartikel
10
titel
geslacht
onheilsgodin
mensaap
deel v.e. borst gewas
explosieve stof
deel v.e. hoofd
schande
oude vochtmaat
Zweedse munt
plaatsing in ziekenhuis
supermarkt
11
deel v.e. hand
rokersgerei
waskuip
spoorstaaf
streling
rivierarm
tennisterm
Redactie
genetische stof
Ilse Herikhuijsen, Hanny de Kleyn, Jip Lubberink
8
7
ontkenning
karakter
voor de middag
Redactie-adres
[email protected]
venster automerk
deel v.e. lichaam
9
onnozel
Uitgever
3
gewrichtsband
© Creataal, Schijndel 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ewoud Nysingh T (030) 291 90 50 Jolien Verlaek T (030) 291 90 50
grondsoort
1
deel v.e. viool
Hoofdredacteur
Eindredactie
crimineel krant
sterrenbeeld
spot
2
lichaamsdeel
rivier in Frankrijk
4
V&VN Magazine is een uitgave van beroepsvereniging V&VN (Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland) en verschijnt 8 keer per jaar. De oplage van dit nummer is 71.000.
wondvocht
cameramerk
5
bijstand
6
vleesproduct
halsjuk
hemellichaam
huiduitwas
huidletsel
Colofon V&VN Magazine 10e jaargang nr. 8
11
Oplossing nummer 6 2015: LEIDERSCHAP. Winnaar nummer 6 2015: Ineke Roelfsema-van Goor uit Stadskanaal.
Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media, Karin Linden, T (030) 638 38 05, E
[email protected], W www.bsl.nl Aan dit nummer werkten mee
Francis Bolle, Hans van Dartel, Annemarie van Dijk, Sanne van Etten, Aliëtte Jonkers, Karina Meerman, Studio Oostrum, Vincent Boon Photography, Anne Marie Vaalburg, Helga Warmels, Frank van Wijck, Joke de Witte, Hester Zitvast. Realisatie
Wim Don redactionele projecten, Utrecht Ontwerp en vormgeving
Onnink Grafische Communicatie, Hoeven
Puzzel mee en win! Stuur je oplossing vóór 21 januari 2016 naar
[email protected], onder vermelding van Prijspuzzel. Vergeet niet je naam, adres en telefoonnummer te vermelden. Inzenders van de goede oplossing maken kans op een cadeau.
Voorwaarden: 1 V&VN bepaalt de winnaar. Over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd. 2. Bestuur, bureaumedewerkers en hun familie zijn uitgesloten van deelname. 3. Deelnemers mogen 1 keer inzenden. 4. De prijs wordt niet uitgekeerd in geld. 5. De winnaar krijgt persoonlijk bericht.
32
V&VN Magazine • december 2015
Advertenties
Frank van der Walt T (030) 638 37 32, E
[email protected] arbeidsmarktAdvertenties
Peter de Jong, sr. accountmanager Arbeidsmarkt T: (030) 638 38 88 / 06-10946138 E:
[email protected] beeld omslag
Pim Schots
© 2015 V&VN. Artikelen uit deze uitgave mogen alleen worden overgenomen en/of vermenigvuldigd, op welke wijze dan ook, na schriftelijke toestemming van V&VN en met bronvermelding.
ISSN: 1873-1260
ZO KAN HET NIET LANGER Mevrouw van Zand maakt er een rommeltje van. De familie ziet het niet. Jij wel. Ontdek ’t zelf op daarzitmeerachter.nl
HBO-V in de ouderenzorg
Campagne van ActiZ en V&VN
DAAR ZIT MEER ACHTER
ie Prem ering erzek v s i s ba
5
,9 2 9 €
sico en eigen ri iteits5 8 3 € v met ief collecti inclus korting
Je zorg in goede handen met onze eigen zorgverzekering Je werkt in de zorg, met hart en ziel. Als geen ander weet je dat goede zorg niet vanzelfsprekend is. Dus kijk je kritisch naar je eigen zorgverzekering. Daarom hebben we onze eigen zorgverzekering, speciaal van alle mensen in de zorg. Een verzekering met extra goede vergoedingen in de aanvullende pakketten voor bijvoorbeeld fysiotherapie en mantelzorg. Wil je dat jouw zorg ook in goede handen is? Ga dan naar www.izz.nl.
Kijk op izz.nl en ervaar de voordelen
• Fysiotherapie altijd extra goed verzekerd • Speciale vergoedingen voor mantelzorgers • 10% collectiviteitskorting op de basisverzekering • Je werkgever betaalt meestal mee
De zorgverzekering van mensen in de zorg