2011-03
Oefenvragen Ondernemerskunde B - Financieel management & bedrijfscalculaties 1.
Waarom bent u als ondernemer verplicht om van elke financiële handeling een bewijsstuk te hebben? A. Op deze wijze kunt u de cijfers uit het verleden gebruiken als onderbouwing bij uw ondernemersbeslissingen. B. Anders is het niet goed mogelijk om een administratie met correcte grootboekrekeningen te voeren. C. Op basis van deze stukken kunt u een verdeling maken naar de verschillende subadministraties. D. De bedragen in uw aangiften en financieel jaarverslag mogen niet berusten op vermoedens of veronderstellingen.
2.
Waarvoor dient een managementinformatiesysteem? A. Het dient vooral om productiestatistieken te kunnen volgen, zodat efficiency en effectiviteit inzichtelijk wordt. B. Het is een rapportage instrument voor externe partijen, zoals accountant, bank en fiscus. C. Het is primair bedoeld om de verkoop of marketingresultaten te volgen, inclusief de effectiviteit per verkoper. D. Het levert financiële informatie op waarmee de directie of management de organisatie kan besturen of bijsturen.
3.
Als ondernemer berekent u uw netto werkkapitaal. Welk inzicht kan u dit verschaffen? A. Hieruit kunt u afleiden in hoeverre de continuïteit van uw onderneming in financiële zin is gewaarborgd. B. Hieruit kunt u afleiden of er sprake is van een evenwichtige financieringsstructuur. C. Hieruit kunt u afleiden hoeveel vermogen u zelf beschikbaar heeft voor investeringen. D. Hieruit kunt u afleiden welk jaarrendement er gemaakt wordt op het vermogen dat beschikbaar is gesteld.
4.
Als ondernemer berekent u uw solvabiliteitskengetallen. Welk inzicht kan u dit verschaffen? A. Hieruit kunt u afleiden in hoeverre de continuïteit van uw onderneming in financiële zin is gewaarborgd. B. Hieruit kunt u afleiden of u wellicht het komend jaar in betalingsproblemen kunt geraken. C. Hieruit kunt u afleiden hoeveel vermogen u zelf beschikbaar heeft voor investeringen. D. Hieruit kunt u afleiden welk jaarrendement er gemaakt wordt op het vermogen dat beschikbaar is gesteld.
5.
Als ondernemer berekent u het REV. Welk inzicht kan u dit verschaffen? A. Hieruit kunt u afleiden in hoeverre de continuiteit van uw onderneming in financiele zin is gewaarborgd. B. Hieruit kunt u afleiden of u wellicht het komend jaar in betalingsproblemen kunt geraken. C. Hieruit kunt u afleiden hoeveel vermogen u zelf beschikbaar heeft voor investeringen. D. Hieruit kunt u het rendement afleiden op het geinvesteerde vermogen door de aandeelhouders.
2011-03
6.
Balans Snapputniet B.V. per 31-12 Activa
Passiva
Vaste activa Inventaris Machines Machines
Eigen vermogen 20.000 Aandelen 320.000 Winstreserve
Vlottende activa
240.000 Lang vr. vermogen
Voorraden
150.000 Banklening 5 jaar
Debiteuren
330.000 480.000
Liquide middelen Kas
Kort vr. vermogen 25.000 Rekening Courant 5.000 Crediteuren 30.000 880.000 Totaal
Hoe beoordeelt u de onderneming Snapputniet B.V. op basis van haar solvabiliteit? A. B. C. D.
160.000 160.000
Belasting te betalen
Totaal
222.000
30.000 370.000
Bank
18.000
Slecht, de solvabiliteit ligt behoorlijk onder de gangbare norm. Redelijk, de solvabiliteit ligt rond de gangbare norm. Goed, de solvabiliteit ligt ruim boven de gangbare norm. Uitstekend, de solvabiliteit ligt ver boven de gangbare norm.
190.000 250.000 40.000 480.000 880.000
2011-03
7.
Balans NoNo B.V. per 31-12 Activa
Passiva
Vaste activa Inventaris Machines Machines
Eigen vermogen 20.000 Aandelen 320.000 Winstreserve
Vlottende activa
70.000 Lang vr. vermogen
Voorraden
150.000 Banklening 5 jaar
Debiteuren
330.000 480.000
Liquide middelen
Kort vr. vermogen 5.000 Crediteuren Belasting te betalen 30.000
Totaal
230.000 230.000
25.000 Rekening Courant
Kas
52.000
30.000 370.000
Bank
18.000
880.000 Totaal
290.000 250.000 40.000 580.000 880.000
Hoeveel bedraagt het solvabiliteitspercentage, wanneer we dit uitdrukken als het deel van het totale vermogen? A. B. C. D.
2% 8% 11% 34%
2011-03
8.
Balans Snapputniet B.V. per 31-12 Activa
Passiva
Vaste activa Inventaris Machines Machines
Eigen vermogen 20.000 Aandelen 320.000 Winstreserve
Vlottende activa
240.000 Lang vr. vermogen
Voorraden
150.000 Banklening 5 jaar
Debiteuren
330.000 480.000
Liquide middelen Kas
160.000 160.000
Kort vr. vermogen 25.000 Rekening Courant 5.000 Crediteuren Belasting te betalen 30.000
Totaal
222.000
30.000 370.000
Bank
18.000
880.000 T otaal
190.000 250.000 40.000 480.000 880.000
Hoe beoordeelt u de onderneming Snapputniet B.V. op basis van haar Liquiditeit volgens de current ratio? A. B. C. D.
Goed, de current ratio ligt onder de 1. Matig tot slecht, de current ratio ligt onder de 1. Goed, de current ratio ligt rond de 1. Matig tot slecht, de current ratio ligt rond de 1.
2011-03
9.
Balans NoNo B.V. per 31-12 Passiva
Activa Vaste activa Inventaris Machines Machines
Eigen vermogen 20.000 Aandelen 320.000 Winstreserve
Vlottende activa
70.000 Lang vr. vermogen
Voorraden
150.000 Banklening 5 jaar
Debiteuren
330.000 480.000
Liquide middelen Kas
230.000 230.000
Kort vr. vermogen 25.000 Rekening Courant 5.000 Crediteuren Belasting te betalen 30.000
Totaal
52.000
30.000 370.000
Bank
18.000
880.000 Totaal
Hoeveel netto werkkapitaal bezit NoNo B.V.? A. - 100 B. - 70 C. + 70 D. + 100
290.000 250.000 40.000 580.000 880.000
2011-03
10.
Balans Snapputniet B.V. per 31-12 Activa
Passiva
Vaste activa Inventaris Machines Machines
Eigen vermogen 20.000 Aandelen 320.000 Winstreserve
Vlottende activa
240.000 Lang vr. vermogen
Voorraden
150.000 Banklening 5 jaar
Debiteuren
330.000 480.000
Liquide middelen Kas
160.000 160.000
Kort vr. vermogen 25.000 Rekening Courant 5.000 Crediteuren Belasting te betalen 30.000
Totaal
222.000
30.000 370.000
Bank
18.000
880.000 Totaal
190.000 250.000 40.000 480.000 880.000
Hoe hoog is de rentabiliteit op het eigen vermogen, indien er 45.000 netto winst wordt gemaakt? A. 5% B. 17% C. 19% D. 250%
2011-03
11.
Balans Snapputniet B.V. per 31-12 Activa
Passiva
Vaste activa Inventaris Machines Machines
Eigen vermogen 20.000 Aandelen 320.000 Winstreserve
Vlottende activa
240.000 Lang vr. vermogen
Voorraden
150.000 Banklening 5 jaar
Debiteuren
330.000 480.000
Liquide middelen Kas
160.000 160.000
Kort vr. vermogen 25.000 Rekening Courant 5.000 Crediteuren Belasting te betalen 30.000
Totaal
222.000
30.000 370.000
Bank
18.000
880.000 Totaal
190.000 250.000 40.000 480.000 880.000
Hoe hoog is de rentabiliteit op het totale vermogen, indien de netto winst 45.000 bedraagt en er 25.000 rente aan de bank is betaald? A. 2% B. 8% C. 12% D. 29% 12.
In welke situatie kunnen vaste kosten toch variabel worden? A. Wanneer boven een bepaalde omvang toch investeringen noodzakelijk zijn in bijvoorbeeld bedrijfsruimte of machines. B. Wanneer de tarieven van vaste kosten wijzigen, zoals huurverhoging of salarisaanpassingen. C. Wanneer de kosten bij stijgende productie rechtevenredig toenemen. D. Wanneer bij stijgende productie- of afzetvolumes de kosten relatief steeds minder toenemen.
2011-03
13.
Winst- en verliesrekening van Value4money B.V. Omzet Inkoopwaarde Brutowinst Bedrijfskosten: Personeel Huisvesting Transport Algemeen Reclame Financiering Afschrijvingen Totale bedrijfskosten
2.215.500 960.500 ---------1.255.000
612.300 143.700 15.900 86.400 60.900 46.500 161.400 ---------1.127.100
Winst voor belasting 127.900 Overige feiten: - De vennootschapsbelasting bedraagt 40.200 - Er wordt 50.000 aan dividend uitgekeerd - Er is voor 115.000 aan vervangingsinvesteringen noodzakelijk - De aflossingsverplichting bedraagt 86.000 Welk bedrag aan netto cashflow geldt voor Value4money B.V.? A. - 77.300 B. + 84.100 C. + 249.100 D. + 289.300 14.
Stel dat een bedrijf een verkoopprijs bepaalt voor een nieuw product op basis van de 'kostprijs plus methode'. Hoe gaat men dan te werk? A. Men berekent wat het kost om het product te verkrijgen of te produceren en legt daar de marge bovenop die het bedrijf wenst te behalen. B. Men onderzoekt welke prijs het beste scoort op de markt, waarmee het meeste rendement gemaakt wordt op de kostprijs. C. Men gaat uit van de gangbare marktprijs en haalt daar iets af door deze te vergelijken met de kostprijs. D. Men kijkt naar de prijzen van concurrenten als richtsnoer, op basis van meerwaarde kan de prijs nog wat hoger (plussen).
15.
Welke stelling is juist? Stelling 1 Het vrijmaken van vermogen is een manier van financieren, bijvoorbeeld het inkrimpen van voorraden. Stelling 2 Financieren kan ook zonder vermogen aan te trekken, bijvoorbeeld door huren of leasen. A. Alleen stelling 1 is juist. B. Alleen stelling 2 is juist. C. Beide stellingen zijn juist. D. Beide stellingen zijn onjuist.
2011-03
Oefenvragen Ondernemerskunde B - Financieel management & bedrijfscalculaties 1.
D
2.
D
3.
C
4.
A
5.
D
6.
B
7.
B
8.
D
9.
B
10.
C
11.
B
12.
A
13.
B
14.
A
15.
C