Financieel Management
Liquide en Solvabel Voldoende werkkapitaal Voldoende eigen vermogen
2
1
Kasstromen
Operationele cashflow Investeringscashflow Financieringscashflow
3
Liquiditeit
Mate waarin schulden op korte termijn kunnen worden voldaan Dynamische liquiditeit Statische liquiditeit
4
2
Liquiditeitsbegroting
Vier stappen om een liquiditeitsbegroting op te stellen:
Stap 1: Bepaal beginsaldo per 1 januari. Stap 2: Zet op een rij welke inkomsten en uitgaven je elke maand verwacht. Stap 3: Stel vast of er in een bepaalde maand een overschot of tekort is. Stap 4: Pas begroting aan om tekorten en overschotten weg te werken (en neem actie / plan)
5
Liquiditeitsbegroting Knoop B.V. over het jaar 2013 Beginsaldo 1-1-2013 Verkopen I nkopen Salarissen Huisv estingskosten Algemene kosten
83.000 520.000 -380.000 -80.000 -20.000 -10.000
Operationele kasstroom Aanschaf v erv oermiddelen
30.000 -20.000
Investeringskasstroom Te ontv angen lening Aflossing lening Rente financieringen Financieringskasstroom Eindsaldo 31-12-2013
Liquiditeitsbegroting
-20.000 60.000 -80.000 -20.000 -40.000 53.000
6
3
Liquiditeit - oefening Beginsaldo liquide middelen € 80.000 Verkopen € 1.800.000, krediettermijn één maand Debiteuren balansdatum vorig jaar € 140.000 Inkopen € 1.080.000, krediettermijn twee maanden Crediteuren balansdatum vorig jaar € 160.000 Afschrijvingen € 35.000 Salarissen € 300.000, vakantiegeld 8% Overige personeelskosten € 86.000 Rentebetaling 8% Hypothecaire lening € 450.000 Aflossing lening € 15.000 Aanschaf bestelbus € 20.000 Vennootschapsbelasting € 40.000 7
Liquiditeitsbegroting over het jaar 2014 Beginsaldo 1-1-2014 Debiteuren Crediteuren
80.000 11/12 x € 1.800.000 + €140.000 10/12 x € 1.080.000 + € 160.000
Salarissen Overige personeelskosten Rente lening Aflossing lening Aanschaf vervoermiddelen Vennootschapsbelasting
€ 300.000 x 1,08 gegeven 8% van € 450.000 gegeven gegeven gegeven
Eindsaldo 31-12-2014
1.790.000 -1.060.000 -324.000 -86.000 -36.000 -15.000 -20.000 -40.000 289.000
AFSCHRIJVINGEN ZIJN GEEN UITGAVEN !!!
8
4
Liquiditeitsbalans Liquiditeitenbalans Horecabedrijf per 1 november 2010 in euro’s Debet Vaste activa Apparatuur Gebouwen Auto’s
Vlottende activa Debiteuren Voorraad eindproduct Liquiditeiten Kasgeld Totaal
Credit Eigen vermogen 225.000 Winstreserve 250.00 Aandelenkapitaal 52.500
70.000 325.000
Vreemd vermogen lang 25.000 6¼ % Hypotheek 20.000 6% Obligatielening
40.000 90.000
Vreemd vermogen kort 2.500 Bankkrediet Crediteuren
10.000 40.000
575.000 Totaal
575.000
9
Liquiditeitskengetallen
Netto werkkapitaal Current ratio Quick ratio Working capital ratio / Werkkapitaal ratio
Niet in boek: Cashflow = Winst + Afschrijvingen
10
5
Netto werkkapitaal
Geld op korte termijn beschikbaar na betaling schulden op korte termijn Korte termijn < 1 jaar Formule:
Vlottende activa -/- vreemd vermogen kort Vlottende activa is inclusief liquiditeiten !!! Voorraden Debiteuren Liquide middelen Totaal
30 20 40 90
Crediteuren Bankkrediet
20 40
Totaal
60
NWK = 30 11
Current ratio
Geld op korte termijn beschikbaar na betaling schulden op korte termijn Korte termijn < 1 jaar Formule: CR 1 – 2 = GOED
Vlottende activa
CR < 1 CR > 2
= TE LAAG = TE HOOG
Vreemd vermogen kort Vlottende activa is inclusief liquiditeiten !!! 12
6
Current ratio
Vlottende activa
90 = 1,5 60
Vreemd vermogen kort
13
Windowdressing Crediteuren voor einde jaar betalen Voorraden
30
Voorraden
30
Debiteuren
20
Debiteuren
20
Liquide middelen 40
Liquide middelen 20
Crediteuren
20
Crediteuren
0
Bankkrediet
40
Bankkrediet
40
Current ratio = 1,50
Current ratio = 1,75
14
7
Quick ratio
Geld op korte termijn beschikbaar na betaling schulden op korte termijn Exclusief voorraden QR 0,5 – 1,0 = GOED CR < 0,5 = TE LAAG Korte termijn < 1 jaar CR > 1,0 = TE HOOG Formule:
Vlottende activa -/- Voorraden Vreemd vermogen kort Vlottende activa is inclusief liquiditeiten !!! 15
Quick ratio
Vlottende activa -/- Voorraden
60 / 60 = 1
Vreemd vermogen kort 16
8
Working capital ratio
Netto werkkapitaal
30 / 60 = 0,5
Vreemd vermogen kort 17
Verandering kengetallen
Je koopt voorraad op rekening Neemt liquiditeit toe, af of blijft gelijk?
- Nettowerkkapitaal - Current ratio - Werkkapitaal ratio - Quick ratio Oefen met voorbeeld 20.2 op pagina 290 18
9
Opgave 20.3
Netto werkapitaal Current ratio Werkkapitaal ratio Quick ratio Wijziging kengetallen bij aankoop goederen op rekening
19
Netto werkkapitaal = Vlottende activa -/- vreemd vermogen kort Current ratio = Vlottende activa / Vreemd vermogen kort
Quick ratio = (Vlottende activa – Voorraden) / Vreemd verm kort Werkkapitaal ratio = Netto werkkapitaal / Vreemd vermogen kort
20
10
Cash-break-evenafzet Afschrijvingen € 206.700, Vpb 35%, q = aantal Omzet 40q = Var.kn. 24q +/+ € 703.300 +/+ (Winst 16q – € 910.000) x 0,35 40q = 24q +/+ € 703.300 +/+ 5,6q -/- € 318.500 40q -/- 24q -/- 5,6q = € 703.300 -/- € 318.500 10,4q = 384.800 q = 384.800 / 10,4 Geen tentamenstof q = 37.000 stuks 21
Solvabiliteit
Solvabel bij liquidatie Vertrouwen bij vermogensverschaffers en leveranciers
22
11
Garantie- Weerstandsvermogen
Eigen vermogen Achtergestelde leningen Voorzieningen
23
Kengetallen solvabiliteit
Solvabiliteitsverhouding Solvabiliteitspercentage Debt Ratio Interest Coverage Ratio / Rentedekkingsfactor Cashflow Coverage Ratio
24
12
Solvabiliteit
Formule Solvabiliteitsverhouding = Totale activa = Totale bezittingen Vreemde vermogen = Totale schulden Of: Totaal vermogen Vreemd vermogen immers Totaal vermogen = Totaal activa
Richtlijn Solvabiliteitsverhouding 1,5 - 2 25
Solvabiliteit
Formule Solvabiliteitspercentage
Eigen Vermogen x 100% Totaal vermogen NORM > 0,25 – 0,50 AFHANKELIJK BEDRIJFSTAK Eigen vermogen x 100% Vreemd vermogen (norm minimaal 100%)
26
13
Debt Ratio
Solvabiliteitskengetal % vermogen gefinancierd met VV Formule:
Vreemd vermogen (VV) x 100% Totaal Vermogen (EV + VV) Norm: maximaal 75% (lichte norm) Goede norm: 50% of lager (zware norm) 27
Interest Coverage Ratio Rentedekkingsfactor
Mate waarin rente schulden betaald kunnen worden uit de winst Formule: ICR = Bedrijfsresultaat Rentelasten
Norm ICR: 3 tot 5 28
14
Cashflow Coverage Ratio
Mate waarin rente en aflossingen schulden betaald kunnen worden uit de winst Formule: CCR = Bedrijfsresultaat + Afschrijvingen Interest + Aflossingen
Norm CCR: ten minste 1,1 29
Opgave 20.7
Schuldpercentage (t.o.v. totale vermogen) Solvabiliteit EV / TV Verhouding totale activa / vreemd vermogen Interest coverage ratio (rentedekkingsfactor) Cashflow coverage ratio
30
15
Totaal vermogen = solvabiliteitsverhouding C) Vreemd vermogen B) Solvabiliteitspercentage Eigen Vermogen x 100% Totaal vermogen A) Schuldpercentage (Debt ratio) Vreemd vermogen (VV) x 100% Totaal Vermogen (EV + VV) D) ICR = Bedrijfsresultaat Rentelasten
E) CCR = Bedrijfsresultaat + Afschrijvingen Interest + Aflossingen
31
32
16
Huiswerk
Bestuderen
Theorie boek Deze presentatie
Oefenopgaven maken
20.2 t/m 20.4 20.7 t/m 20.9
33
17