Financieel Management

Financieel Management

Beoordeling financieel 

Financiële kengetallen Activiteitskengetallen  Rentabiliteitskengetallen  Liquiditeitskengetallen  Solvabiliteitskengetallen  Productiviteitskengetallen  Beleggingskengetallen 

2

1

Kengetallen ≠ Zekerheid  

Momentopname Onzekere toekomst  In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst

  

Ontwikkeling kengetallen beoordelen Samenhang met andere kengetallen Vergelijken met concurrenten / branche

3

Activiteitskengetallen



Vermogensbehoefte operationele activiteiten op korte termijn Investeringen in voorraad verdiend? Wanneer betalen debiteuren? Wanneer betaal je crediteuren?



Inzicht met kengetallen



 

4

2

Filmpje

Gemiddelde voorraad Gemiddelde voorraad = voorraad 1/1 + vooraad 31/12 2

Per kwartaal: 1-1 + 1-4 + 1-4 + 1-7 + 1-7 + 1-10 + 1-10 + 31-12 2 2 2 2 Q1 + Q 2 + Q3 + Q4 4 6

3

Omzetsnelheid en opslagduur voorraad 



Omzetsnelheid: hoeveel maal gemiddelde voorraad wordt verkocht Hoge omzetsnelheid: lagere financieringslasten

Formule omzetsnelheid:

omzet tegen inkoopwaarde gemiddelde voorraad

Formule Opslagduur (in dagen) = Dagen jaar (360 of 365) Omzetsnelheid Omzetsnelheid 20

opslagduur 18 dagen

7

Voorbeeld voorraden Jaaromzet Inkopen Beginvoorraad Eindvoorraad Gemiddelde voorraad

€ 1.792.000 € 1.264.000 € 160.000 € 144.000 € 128.000

Inkoopwaarde omzet = € 160.000 + € 1.264.000 -/- € 144.000 = € 1.280.000 Brutowinst € 1.792.000 -/- € 1.280.000 = € 512.000 = 40% van inkoop € 1.280.000 Omzetsnelheid van de voorraad: 1.280.000 = 10 128.000 Opslagduur = 360 dagen / 10 = 36 dagen

8

4

Opgave 19.3   

Bereken de gemiddelde voorraad Je moet uitkomen op € 17.250 Daarna rest maken b t/m e

9

Saldo en kredietduur debiteuren    

Verkopen op rekening (factuur) Debiteuren: klanten niet betaald Vlottende activa balans debet Doel: debiteurensaldo zo laag mogelijk

Gem. kredietduur deb.: gemiddeld debiteurensaldo x jaardagen verkopen op rekening

10

5

Voorbeeld kredietduur debiteuren Omzet Verkopen op rekening Gemiddeld debiteurensaldo

€ 13.500.000 80% € 900.000

Verkopen op rek.: 80% van € 13.500.000 = € 10.800.000 Gemiddelde kredietduur debiteuren (jaar = 360): Gem. debiteurensaldo € 900.000 x 360 dgn = 30 dagen Verkopen op rekening € 10.800.000

11

Saldo en kredietduur crediteuren    

Inkopen op rekening (factuur) Crediteuren: leveranciers niet betaald Vreemd vermogen kort balans credit Doel: voorraden financieren door leveranciers

Gemiddelde kredietduur crediteuren = (Gem. crediteurensaldo / Inkopen op rek.) x jaardagen 12

6

Formule kredietduur crediteuren

Gem. kredietduur credit. = Gem. krediteurensaldo x jaardagen Inkopen op rekening Krediteurensaldo € 90.000 Inkopen op rekening € 810.000

. x 360 dagen = 40 dagen

13

Opgave 19.6, 19.10 en 19.12a  



Opgave 19.6 krediettermijn debiteuren Opgave 19.10 krediettermijn crediteuren Andere opgaven in boek gecompliceerder bijvoorbeeld 19.12a

14

7

Rentabiliteit 



 

Verhouding tussen inkomen en het vermogen dat het inkomen heeft verdiend Rentabiliteit voldoende om verschaffers van vermogen dividend of intrest te vergoeden Rentabiliteit totale vermogen = RTV RTV ►economische rentabiliteit

RTV = Nettowinst + rente + belastingen Gem. geïnvesteerd totaal vermogen

x 100%

Nettowinst + rente + belastingen = Bedrijfsresultaat

15

Rentabiliteit  

Rentabiliteit van het eigen vermogen = REV Nettowinst na belastingen; tenzij in opgave vóór bel REV = Nettowinst na belastingen x 100% Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen



Rentabiliteit v/h vreemde vermogen = RVV RVV = Intrestkosten x 100% Gemiddeld vreemd vermogen

16

8

Voorbeeld Rentabiliteit Eigen vermogen 1/1 Eigen vermogen 31/12 Vreemd vermogen 1/1 Vreemd vermogen 31/12 Nettowinst (belasting nihil) Interest

€ 460.000 € 540.000 € 190.000 € 210.000 € 80.000 € 18.000

REV = 80.000 / ((460.000+540.000)/2) x 100% = 16% RTV = (80.000 + 18.000) / ((1.400.000)/2) x 100% = 14% RVV = 18.000 / ((190.000+210.000)/2) x 100% = 9%

17

Opgave 19.13 

REV, RVV en RTV

18

9

Financiële hefboomwerking • Met vreemd vermogen geld verdienen Tegen 8% lenen Rendement 15% 7% extra winst door te lenen

19

Financiële hefboomwerking Waterbak met tussenwand. Bak verdeeld in twee delen op basis van de verhouding EV/VV. EV 500 en het VV 1500 (TV 2000) Met gehele vermogen wordt 250 verdiend (RTV = 12.5% 250 / 2.000). Verschaffers VV vragen 10%. Gevolg per euro VV blijft 2.5% over voor aandeelhouders Hefboomfactor VV/EV = 3. De REV voor belasting stijgt t.o.v. RTV met 7.5% (3 x 2,5%) tot 20%.

20

10

Financiële hefboomwerking 

Formule REV met hefboomwerking



REV = RTV + (RTV – RVV) x gem VV gem EV



Rode kleur is de hefboom

21

Financiële hefboomwerking  

Indien EV = VV = hefboomfactor 1 Indien RTV 20% en RVV 5% dan REV = 35% 20% + (20% - 5%) x factor 1 = 20% + 15% = 35%



Bewijs:      

Winst € 1.750.000 5 miljoen EV + 5 miljoen VV = TV 10 miljoen Betaalde rente (RVV) 5% van 5 milj. = € 250.000 Bedrijfsresultaat NW+R = € 2.000.000 RTV (2.000.000 / 10.000.000) x 100% = 20% REV = Nettowinst €1.750.000 / 5.000.000 = 35% 22

11

Financiële hefboomwerking   

Als RTV = RVV dan geen hefboomwerking Als RTV > RVV dan positief hefboomeffect Als RTV < RVV dan negatief hefboomeffect

23

Rentabiliteit Eigen Vermogen 

REV dus op 2 manieren berekenen: REV = Nettowinst x 100% Gem. geïnv. eigen vermogen

 

REV = RTV + (RTV – RVV) x gem VV gem EV GROEN = Bedrijfsrisico ROOD = Financieringsrisico

24

12

Opgave 19.22  

Bereken driemaal REV met hefboomformule Geef commentaar op de hefboomwerking  

positief of negatief? Versterkend of niet door verhouding VV/EV?

25

Rentabiliteit EV na belastingen 

REV dus op 2 manieren berekenen: REV = Nettowinst na belastingen x 100% Gem. geïnv. eigen vermogen Of REV na belastingen = REV voor belastingen x (1 - % belasting)



REV = (1-f) x [RTV + (RTV – RVV) x VV ] EV 1- f = belastingdruk; bij 25% maal 0,75 26

13

Oefenopgave (deel opgave 19.20)      

Gemiddeld eigen vermogen € 500.000 Gemiddeld vreemd vermogen € 300.000 Nettowinst vóór belasting € 100.000 Gemiddeld rentepercentage VV: 8% Tarief vennootschapsbelasting 25% Bereken REV na belastingen met hefboom

27

RTV = € 100.000 + 8% van € 300.000 x 100% (€ 500.000 + € 300.000) RTV = 15,50% REV = 15,50% + [(15,50% - 8%) x € 300.000 ] € 500.000 REV voor bel = 15,50% + 4,5% = 20% REV na belastingen = (1 – 0,25) x 20% = 15% REV = (€ 100.000 - € 25.000) / € 500.000 x100% = 15%

28

14

Rentabiliteit 

RTV ook op 2e manier te berekenen:

RTV = omloopsnelheid TV x brutomarge Omloopsnelheid = Omzet TV Brutomarge = Bedrijfsresultaat Omzet

29

Voorbeeld RTV omloopsnelheid Omzet € 30.000.000 Totale vermogen € 10.000.000 Nettowinst vóór interest/belastingen € 2.700.000 Brutomarge = (€ 2.700.000 / € 30.000.000) x 100% = 9% Omloopsnelheid vermogen = € 30.000.000 / € 10.000.000 = 3 RTV = 9% x 3 = € 27% 30

15

Voorbeeld 19.11 pagina 279/280 Bestudeer het uitgewerkte voorbeeld in je boek Zorg dat je de rentabiliteitsberekening REV en RTV op twee manieren kent

TENTAMENSTOF

31

Dupont chart 

 

Rentabiliteit met omloopsnelheid en brutomarge Buiten lesstof, maar wel in boek Excelmodel Alle invoer invoer in Euro Totaal resultaat

Omzet

Kosten grondstoffen

4000000,00 Kosten v.d. omzet

3000000,00 Personeels- kosten

3380000,00

200000,00 Afschrijvingen

620000,00 Bruto marge 15,50%

Omzet 100000,00 Diverse baten en

4000000,00

Rentabiliteit v.h. 26,33%

80000,00 Omzet Omloop 1,70

Voorraden en 4000000,00

Totale activa= totaal vermogen

200000,00 Vlottende activa

Debiteuren

355000,00 Vaste activa

80000,00 Liquide middelen

2000000,00

75000,00

2355000,00

32

16

33

Huiswerk 

Bestuderen  



Theorie boek Deze presentatie

Oefenopgaven maken    

19.3, 19.5, 19.6 t/m 19.17 19.18 niet 19.19 t/m 19.22 34

17