NTI Hogeschool Opleiding: Hogere Europese Beroepen Opleiding
© Netherlands Quality Agency (NQA) Juni 2010
2/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
Managementsamenvatting Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency (NQA) een bestaande hbo-bacheloropleiding heeft beoordeeld. Het beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding opgesteld. De rapportage heeft betrekking op: Instelling Opleiding Variant Croho-nummer Locatie Auditdatum Auditteam
Hogeschool NTI. Afstandsonderwijs Hogere Europese Beroepen Opleiding deeltijd 34419 Leiden 11-5-2010 De heer drs. D.W. Righters MBA (voorzitter en vakdeskundige) De heer drs. R.J.A. Schoen (vakdeskundige) Mevrouw J. van den Broek (studentlid auditteam) Mevrouw drs. M.E. Voorthuis (NQA-auditor)
Door Hogeschool NTI is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding (European Studies). Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden, die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding stelt. Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de opleiding heeft NQA een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het team heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het auditteam in staat gesteld om tot weloverwogen oordelen te komen. Onderwerp 1: Doelstellingen van de opleiding De opleiding European Studies profileert zich als een brede opleiding. Zij hanteert negen domeincompetenties, die zijn afgeleid van de hbo-competenties uit het domein Communication. De opleiding maakt een verbijzondering van deze competenties en onderscheidt bij elke competenties een aantal deelcompetenties. De opleiding kiest er voor om haar studenten op te leiden voor functiegebieden in plaats van functies. In dit kader onderscheidt zij acht managementrollen en drie pijlers, die tijdens de hele studie en in de minoren centraal staan, te weten Communicatie, Bestuur en Beleid en Business. De opleiding leidt haar studenten nadrukkelijk op voor functies in internationale organisaties in Nederland en heeft daarom de keuze gemaakt voor een nationale positionering en profilering. Desondanks is zij in de afgelopen jaren meer aandacht gaan besteden aan internationale aspecten. Zo is in het 1ste, 2de en het 3de jaar het vreemde talenonderwijs zowel kwantitatief als kwalitatief uitgebreid. Ook is er een werkbezoek aan EU-orgaan in Brussel ingevoerd. En bij de keuze van de beroepsopdrachten, die studenten
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
3/57
aan het eind van een thema moeten uitvoeren, wordt rekening gehouden met de internationale werksetting. De opleiding waarborgt het hbo-niveau door haar competenties te relateren aan de Dublin descriptoren en een onderscheid te maken in drie beheersingsniveaus. De beroepenveldcommissie speelt een belangrijke rol bij de borging van het eindniveau. Onderwerp 2: Programma Het door de opleiding gehanteerde concept is dat van “blended learning”, een mix van zelfstudie, contactonderwijs en onderwijs, dat wordt aangeboden via de digitale leeromgeving (DLO). Het door de opleiding gehanteerde studiemateriaal is geschikt om studenten door de studie te leiden. Studentennet+ (oud) en “Fronter” (nieuw) spelen hierbij een belangrijke rol. De opleiding is flexibel van opzet, dat wil zeggen dat de studenten op elk gewenst moment kunnen instromen. De opleiding is opgebouwd uit acht themablokken, die bestaan uit een aantal modulen. Elk themablok wordt afgesloten met een beroepsopdracht. Na de acht themablokken zijn een keuzeminor, een stage en afstudeerproject geprogrammeerd. In principe kunnen studenten de volgorde van de themablokken en modulen kiezen, die hen op dat moment het beste uitkomt. Aan een aantal modulen worden ingangseisen gesteld. De modulen worden getoetst met behulp van een schriftelijk examen (in twee modulen een paper) of een praktijktraining. De opleiding hanteert voor de toelating de wettelijke vooropleidingseisen. Indien studenten hier niet aan voldoen kunnen zij de 21+ toets afleggen. NTI biedt de mogelijkheid om een intakegesprek te voeren. In de afgelopen jaren heeft de opleiding een aantal veranderingen doorgevoerd in het curriculum, zoals meer aandacht voor onderzoeksvaardigheden. In het 1ste en 3de jaar is een Module Methoden van Onderzoek (van elk 4 EC) ingevoerd. Aldus is de aandacht die wordt besteed aan onderzoeksvaardigheden uitgebreid met 8 EC. Onderwerp 3: Inzet van personeel Het docentencorps bestaat uit een inhoudelijke - en een operationele hoofddocent. De laatste werkt nauw samen met de opleidingscoördinator. Beide docenten zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit, de inhoud en de actualiteit van het curriculum. In totaal zijn er 21 docenten werkzaam bij de opleiding (3,2 fte). Een derde van hen heeft (recente) ervaring in de beroepspraktijk. De opleiding streeft er bij haar aannamebeleid naar om het aantal docenten met praktijkervaring te vergroten. De docenten zijn bereikbaar voor de studenten via de telefoon, de mail en de DLO. De aan de opleiding verbonden mentoren spelen een belangrijke rol bij de ondersteuning en begeleiding van de studenten. Onderwerp 4: Voorzieningen De belangrijkste voorziening van de opleiding is de digitale leeromgeving: de DLO, een methode om op afstand met studenten te kunnen communiceren en hen altijd en overal toegang te kunnen geven tot actuele informatie. In het gebouw van NTI zijn zalen en kamers beschikbaar voor het uitvoeren van praktijktrainingen en het voeren van studieadviesgesprekken.
4/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
De studiebegeleiding van studenten gaat in eerste instantie via de mentor, die de hele week bereikbaar is via de telefoon, de mail en de DLO. Ook kan een student een mondelinge afspraak maken met de mentor. Met inhoudelijke vragen kunnen studenten terecht bij de desbetreffende docenten. Onderwerp 5: Kwaliteitszorg De opleiding sluit met haar systeem van kwaliteitszorg aan bij dat van de hogeschool. Gewerkt wordt met de PDCA-cyclus. De afdeling Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie van de hogeschool voert evaluaties uit onder studenten en medewerkers. Ook doet Hogeschool NTI mee aan de Nationale Studenten Enquête. Vanaf juni 2010 worden ook evaluaties gehouden onder alumni en het afnemende beroepenveld. De opleiding werkt voortdurend aan het verbeteren van haar onderwijs. Zij onderhoudt nauwe contacten met de beroepenveldcommissie, die de opleiding voortdurend feedback en adviezen geeft over de kwaliteit van de opleiding. Voorbeelden van verbeteringen zijn de invoering van twee modulen “Methoden van Onderzoek” in respectievelijk het 1ste en het 3de jaar en de in het kader van de internationalisering onlangs ingevoerde excursie naar een EUorgaan in Brussel. Onderwerp 6: Resultaten Aan het einde van de opleiding voeren studenten een afstudeerproject uit. Hiervoor is een handleiding beschikbaar. Ter voorbereiding op het afstudeerproject is er een scriptiedag, tijdens welke studenten zowel inhoudelijk als methodologisch worden voorbereid op het afstudeerproject. Om met de scriptie te mogen beginnen, moeten studenten alle modulen met een voldoende hebben afgerond. De opleiding hanteert streefcijfers voor het aantal actieve studenten, de doorstroom en de uitval. Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbo-bacheloropleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding van Hogeschool NTI aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een onderbouwing van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2.
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
5/57
6/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
1
Basisgegevens
2
Beoordeling
3
9
15
2.1
Doelstellingen van de opleiding
15
2.2
Programma
20
2.3
Inzet van personeel
30
2.4
Voorzieningen
33
2.5
Interne kwaliteitszorg
35
2.6
Resultaten
38
Bijlagen
43
Bijlage 1
Deskundigheden auditteam
45
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
49
Bijlage 3
Bezoekprogramma
53
Bijlage 4
Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal
55
Bijlage 5
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
7/57
8/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
1
Basisgegevens
De basisgegevens van de bestaande hbo-bacheloropleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding zijn in onderstaande tabel weergeven. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Naam instelling Status instelling Naam opleiding in CROHO Registratienummer in CROHO Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Afstudeerrichting(en) Locatie Code of conduct Variant(en) Inhoudelijk profiel opleiding
12. Beoogd werkveld alumni
Hogeschool NTI. Afstandsonderwijs Aangewezen Hogere Europese Beroepen Opleiding 34419 HBO-bachelor 240 Minor Openbaar Bestuur, Minor Business en beleid, Minor Lobby Leiden n.v.t. Deeltijd De Bacheloropleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding van Hogeschool NTI leidt via een breed en talig programma, waarin Europa centraal staat, mensen op tot startbekwame European professionals, die gekwalificeerd zijn voor functies met internationale en interculturele aspecten op het raakvlak van Communicatie, Bestuur en Beleid en Business, in de nationale en internationale publieke en private sector. • Europees bestuur en beleid Regionale, Nationale en Europese overheden en Europese/Internationale organisaties (zowel gouvernementele als non-gouvernementele). Vooral gericht op de Europese dimensies van beleid. • Europees communicatiemanagement Europese / internationale organisaties of van nationale organisaties gericht op het buitenland. Vooral gericht op het communicatiebeleid. • Europees business management Europese/internationale bedrijven, of van nationale bedrijven gericht op het buitenland. Met name gericht op strategische marketing- en exportbeleid.
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
9/57
13. Plaats opleiding in organisatiestructuur hogeschool
De opleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding valt onder de verantwoordelijkheid van de business unit manager Hogeschool NTI. De uitvoering ligt bij de toetscoördinatie en de opleidingscoördinatie, in samenwerking met het docententeam en de afdeling Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie.
14. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO
Visitatie in 2007, negatief NVAO besluit in 2009 over het VBI rapport.
15. Belangrijkste wijzigingen in opleiding sinds vorige visitatie
Qua structuur: opbouw aan de hand van themablokken met afsluitende integratieve beroepsopdrachten (beroepsproducten); Inhoudelijk: nog meer nadruk op het internationale karakter, verzwaring van de moderne vreemde talen (Engels en Frans/Duits/Spaans), onderzoek op meerdere momenten in het curriculum (jaar 1, jaar 3, tussentijdse beroepsopdrachten, onderzoeksopdracht Minor), keuze voor drie pijlerprofielen (Communicatie, Business en beleid).
16. Schema opbouw programma
10/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
Onderwijseenheden Jaar 1 1 Themablok Brede Professionalisering Studie- en Beroepenoriëntatiedag Inleiding Bedrijfseconomie Communicatie Inleiding Organisatie & management Schriftelijke Communicatie Inleiding Marketing Engels Methoden van Onderzoek I 2 Themablok Europakunde I: De evolutie van Europa Europakunde Werkbezoek Brussel Europese Cultuur, Geschiedenis en Politiek I Beroepsopdracht: Europakunde I: de evolutie van Europa 3 Themablok Beleidsbeïnvloeding en Communicatie Keuze uit: Duits I Keuze uit: Frans I Keuze uit: Spaans I Geïntegreerde Communicatie Lobby en Public Affairs Beroepsopdracht: Beleidsbeïnvloeding en Communicatie
Toetsvorm
EC
Praktijktraining Schriftelijk tentamen Praktijktraining Praktijktraining Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Praktijkexamen Schriftelijk tentamen
2 4 4 4 4 4 6 4
Schriftelijk tentamen Praktijktraining (werkbezoek)
4 2
Schriftelijk tentamen
4
Schriftelijk tentamen
2
Praktijkexamen Praktijkexamen Praktijkexamen Schriftelijk tentamen Praktijktraining
6 6 6 4 4
Schriftelijk tentamen
2
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
11/57
Jaar 2 4 Themablok Europakunde II: Theorieën en Actualiteiten Europese Cultuur, Geschiedenis en Politiek II Europese Actualiteit Politieke Theorieën Beroepsopdracht: Theorieën en Actualiteiten 5 Themablok Beleid en Communicatie Effectief Schrijven Europese Integratie Engels II: Business English Keuze uit: Duits II Keuze uit: Frans II Keuze uit: Spaans II Beroepsopdracht: Beleid en communicatie 6 Themablok Beleid en Bestuur Nederlands Staats- en Bestuursrecht Europees Recht- en Staatsinrichting Beroepsopdracht: Beleid en bestuur 7 Themablok Beleid en Business Internationale Marketing International Business Beroepsopdracht: Beleid en business
12/57
Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen (paper) Schriftelijk tentamen
6 2 4
Schriftelijk tentamen
2
Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Praktijkexamen Praktijkexamen Praktijkexamen Praktijkexamen
4 6 4 4 4 4
Schriftelijk tentamen
2
Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen
4 6 2
Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen
6 6 2
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
Jaar 3 8 Themablok Multidisciplinaire Integratie Bedrijfsethiek Projectmanagement Intercultureel Management Debatteren Adviesvaardigheden Methoden van Onderzoek II Engels III Beroepsopdracht: projectplan/onderzoek Minor (conceptplan) 9a Keuze uit: Openbaar Bestuur Bestuurskunde Bestuur in Europese en Internationale Organisaties Good Governance Sturing door Europa Beroepsopdracht: Strategische beleidsnotitie 9b Keuze uit:Business en beleid Bedrijfskunde Internationale Financiering Europese Aanbesteding (beleidsmatig van aard) Corporate Services Beroepsopdracht: Strategisch handelsplan 9c Keuze uit: Lobby Bestuurskunde Strategisch beleid Voorlichting & Public Affairs Lobby en Onderhandeling Beroepsopdracht: Strategisch communicatieplan Werkervaring/stage
Afstudeerproject
Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Praktijktraining Praktijktraining Praktijktraining Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen (paper)
4 4 4 4 4 4 4
Schriftelijk tentamen
2
Schriftelijk tentamen
6
Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen
6 6 6
Schriftelijk tentamen
6
Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen
6 6
Schriftelijk tentamen Praktijktraining
6 6
Schriftelijk tentamen
6
Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Schriftelijk tentamen Praktijktraining
6 6 6 6
Schriftelijk tentamen Praktijkexamen (stage) Schriftelijk tentamen (Stageverslag + 2 beroepsopdrachten) Schriftelijk examen (scriptie) Praktijkexamen (verdediging scriptie)
6
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
30 30
13/57
14/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
2
Beoordeling
Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de opleiding: Onderwerp 1 Doelstellingen
Oordeel P
2 Programma
P
3 Inzet personeel
P
4 Voorzieningen
P
5 Interne kwaliteitszorg
P
6 Resultaten
P
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau 1.3 Oriëntatie hbo 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen – programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming vormgeving – inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen verbetering 5.3 Betrokkenheid 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement
Oordeel Voldoende Goed Goed Goed Voldoende Goed Voldoende Goed Voldaan Goed Voldoende Voldoende Goed Goed Voldoende Goed Goed Goed Goed Voldoende Voldoende
Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbobacheloropleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding van Hogeschool NTI aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van de accreditatie van deze opleiding. Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau.
2.1
Doelstellingen van de opleiding
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
15/57
Bevindingen • De opleiding European Studies omschrijft zichzelf als een brede opleiding en heeft de volgende doelstelling “De bacheloropleiding European Studies van Hogeschool NTI leidt via een breed programma, waarin Europa centraal staat, mensen op tot startbekwame European professionals, die gekwalificeerd zijn voor functies met internationale en interculturele aspecten op het raakvlak van Communicatie, Bestuur en Beleid en Business in de nationale en internationale publieke en private sector (Zelfevaluatierapport European Studies, april 2010). • De opleiding maakt gebruik van de domeincompetenties van de Bachelor Communications van de HBO-raad en volgt hiermee de Europese trend, waarin de bacheloropleiding European Studies is ondergebracht bij het domein Communication. • De lijn van het landelijke competentieprofiel European Studies volgend, maakt de opleiding een verbijzondering van de landelijke competenties. • De opleiding is gebaseerd op drie centrale elementen, namelijk die van de (internationale) Communicatie, (internationaal) Bestuur en Beleid en Business. Hiervan afgeleid gebruikt zij drie functieprofielen, die van Europees beleidmedewerker, Businessmanager en Communicatiemedewerker. Deze drie profielen worden gedetailleerd beschreven in het NTI Opleidingsprofiel European Studies (Maart 2010). • De opleiding onderscheidt negen eindcompetenties, die zijn uitgewerkt in een aantal deelcompetenties (zie bijlage 5). • De opleiding kiest er voor om haar studenten op te leiden voor functiegebieden in plaats van voor functies. In verband hiermee onderscheidt zij een aantal functierollen, die zijn afgeleid van 1) het landelijke Competentieprofiel European Studies uit 2005 en 2) het nog niet definitief vastgestelde landelijke profiel uit 2009. De opleiding onderscheidt acht managementrollen, namelijk die van projectleider, coach, onderzoeker/ontwikkelaar, netwerker, woordvoerder/vertegenwoordiger, bestuurder, (project)manager en adviseur. In een matrix in het Opleidingsprofiel zijn de negen competenties gekoppeld aan deze managementrollen. • De opleiding European Studies leidt studenten nadrukkelijk op voor functies in internationale organisaties in Nederland en heeft daarom de keuze gemaakt voor een nationale positionering en profilering. Desondanks is de opleiding in de afgelopen jaren meer aandacht gaan besteden aan de internationale component. In dit kader is het vreemde talenonderwijs zowel kwalitatief als kwantitatief uitgebreid (in het 1e, 2de en het 3e jaar). En thema’s worden vanaf dit jaar afgesloten met een integratieve beroepsopdracht, die een concreet beroepsproduct oplevert, dat ook in een reguliere (internationale) werksetting gemaakt zou kunnen worden. Tevens heeft er in het kader van de internationalisering clustering in themablokken plaatsgevonden (bv.Europakunde 1) en er is een excursie naar Brussel geprogrammeerd. • De opleiding vergelijkt zichzelf zowel qua inhoud als qua vorm met collegaopleidingen in Nederland, namelijk met die van de Haagse Hogeschool, Hogeschool Zuyd en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.
16/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
•
•
Het meest onderscheidend voor de NTI opleiding is het feit dat het afstandsonderwijs betreft en het hiermee samenhangende gehanteerde didactische concept van “blended learning”. De opleiding is gestructureerd in modulen, die op elk moment, dat het de student het beste uitkomt kan worden gevolgd, terwijl de curricula van de andere opleidingen zich meer kenmerken door een integratie van vakken en projecten (PGO). Een ander onderscheid betreft het feit dat de opleiding van Hogeschool NTI het Engels en één tweede Europese moderne vreemde taal (Duits, Frans of Spaans) toetst, terwijl de andere opleidingen ten minste drie vreemde talen in het curriculum hebben opgenomen. De opleiding beargumenteert deze keuze door erop te wijzen dat haar doelgroep met name geïnteresseerd is in beleidsmatige en/of managementfuncties binnen het Europese vakgebied in een Nederlandse setting. De overige opleidingen hebben meer aandacht voor communicatie, zo heeft het management van de opleiding het auditteam tijdens het bezoek laten weten. De opleiding heeft ook haar inhoud vergeleken met de collega-opleidingen en stelt vast dat de inhoud van de propedeuse dezelfde is als die van de andere opleidingen. In het tweede jaar treden er verschillen op. Terwijl de opleiding van Hogeschool NTI zich richt op drie functiegebieden binnen Europa, kiezen de andere opleidingen voor het opleiden tot één bepaald functiegebied. Ook deze keuze is gemaakt vanwege het feit dat de opleiding haar studenten breed opleidt met veel aandacht voor Europese beleidsaspecten. In het derde jaar zijn vanaf mei 2010 drie keuzeminoren ingevoerd, die studenten de mogelijkheid bieden om zich te specialiseren. De keuzeminoren zijn: Openbaar Bestuur, Business en Beleid en Lobby.
Overwegingen Het auditteam heeft de negen competenties bestudeerd en is van mening dat deze zichtbaar zijn afgeleid van het landelijke profiel, maar enigszins breed en abstract zijn geformuleerd. De uitwerking van de competenties in deelcompetenties geeft meer houvast ten aanzien van de vormgeving van het curriculum, zo heeft het auditteam vastgesteld. Ook is het auditteam van oordeel dat in de negen competenties en de daarvan afgeleide deelcompetenties de Europese component nog wat sterker aangezet zou kunnen worden, zoals dit in de verschillende onderdelen van het curriculum wel het geval is, onder andere in de blokken Europakunde. Ten aanzien van de hoofdzakelijk nationale positionering heeft het management het auditteam tijdens de bezoekdag ervan kunnen overtuigen, dat vanuit de doelstellingen van de opleiding de positionering binnen Nederland volstaat. Een belangrijk argument voor een nationale positionering is, dat de opleiding haar studenten nadrukkelijk opleidt voor (internationale) bedrijven of organisaties binnen Nederland. Het auditteam respecteert deze keuze. Conclusie Het auditteam komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel voldoende op dit facet.
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
17/57
Niveau bachelor (facet 1.2) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen • De opleiding heeft in een matrix de relatie weergegeven tussen de Dublin descriptoren en haar eigen competenties (Opleidingsprofiel NTI, European Studies, maart 2010). Uit de matrix blijkt dat de Dublin descriptor “het Toepassen van kennis en inzicht” het meest expliciet in het curriculum aanwezig is. De opleiding omschrijft de descriptor als: “in staat om zijn/haar kennis en inzicht op een dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied” (Opleidingsprofiel NTI, European Studies, maart 2010). Aan deze descriptor zijn de volgende competenties gerelateerd: 1. Onderzoeken, 2. Analyseren, 3. Formuleren en adviseren, 4. Ontwikkelen, 5. Realiseren en 6 Evalueren. • Het bachelorniveau van de opleiding wordt tevens aangetoond doordat elke competentie wordt onderscheiden in drie niveaus: 1) het basisniveau, 2) het voortgezet niveau en 3) het bachelorniveau. Bij elk niveau wordt beschreven welke kennis, vaardigheden en houding een student moet bezitten aan het einde van de propedeuse (niveau 1), het derde jaar van de opleiding (niveau 2) en aan het einde van de opleiding (niveau 3). Niveau 1 wordt omschreven als: “De student voert met enige mate van begeleiding enkelvoudige taken met een voorspelbaar verloop en resultaat uit binnen een omgeving waar beperkte factoren van invloed zijn”. Niveau 2 wordt omschreven als: “De student voert zelfstandig meervoudige taken uit in een omgeving waarop meerdere en veranderlijke factoren van invloed zijn en niveau 3 als: “De student voert geheel bekwaam zelfstandig meervoudige complexe taken uit in een deels onvoorspelbare complexe omgeving waarin belangen- en waardetegenstellingen een rol spelen” (Opleidingsprofiel NTI, European Studies, maart 2010). Om de niveaus te kunnen meten en vaststellen heeft de opleiding een aantal competentie-indicatoren vastgesteld, die zij heeft uitgewerkt naar contextspecifieke leerdoelen per module. Het auditteam heeft tijdens de bezoekdag op basis van de bestudering van een aantal modulewijzers vastgesteld dat de opleiding voor elke module een aantal concrete leerdoelen heeft geformuleerd. • De derde manier waarop de opleiding het bachelorniveau borgt is door raadpleging van de beroepenveldcommissie, die uit zeven leden bestaat en die ten minste twee maal per jaar met de opleiding overlegt. Overwegingen Het auditteam is van mening dat de opleiding er goed in slaagt om het bachelorniveau te waarborgen. De relatie van de competenties met de Dublin descriptoren is helder, evenals de wijze waarop de competenties zijn onderscheiden in drie niveaus, waarbij alle negen competenties aan het einde van de opleiding op niveau 3 gerealiseerd moeten zijn. Het auditteam heeft tijdens de bezoekdag in het gesprek met leden van de beroepenveldcommissie gehoord, dat zij intensief betrokken zijn bij de handhaving van het
18/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
bachelorniveau van de opleiding. Een voorbeeld hiervan is dat de commissie in 2009 de opleiding heeft gevraagd om studenten beter voor te bereiden op het afstudeerproject en de scriptie. De opleiding heeft inmiddels dit advies overgenomen. Er zijn twee modulen Methoden van Onderzoek ingevoerd, alsook een scriptiedag om studenten voor te bereiden op de scriptie. Conclusie Op basis van het bovenstaande komt het auditteam tot het oordeel goed op dit facet.
Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3) De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen • Zoals al beschreven bij facet 1.1 heeft de opleiding bij de formulering van haar competenties gebruik gemaakt van de landelijke domeincompetenties van de Bachelor of Communication van de HBO-raad. • De opleiding profileert zich nadrukkelijk als een brede opleiding. Zij leidt studenten op tot generalisten, die zijn toegerust om Europese specialistisch georiënteerde vraagstukken op metaniveau te analyseren en oplossingen aan te dragen en die tevens gekwalificeerd zijn voor functies, die worden gekenmerkt door internationale en interculturele aspecten en die zich op het snijvlak van communicatie, openbaar bestuur, business en beleid en binnen internationaal opererende bedrijven en instellingen in binnen- en buitenland bevinden. Kernbegrippen van de afgestudeerden zijn een brede professionalisering, een brede inzetbaarheid en proactief en reactief denken en handelen. Afgestudeerden kunnen terecht als functionaris in de publieke en private sector in management-, beleids- of organisatie(ondersteunende) functies. De drie kernfuncties zijn: 1) Europees (internationaal) beleidsmedewerker, 2) Europees (internationaal) communicatiemedewerker en 3) Europees (internationaal) Businessmanager. Deze kernfuncties omvatten altijd de twee kernrollen van de Europaspecialist en de Intercultural Communicator. Maar afgestudeerden zijn in de eerste plaats Europaspecialist. • Bij het opstellen van haar eigen opleidingsprofiel en de competenties heeft de beroepenveldcommissie een actieve rol gespeeld, zo heeft het auditteam tijdens de bezoekdag vastgesteld. Overwegingen Het auditteam heeft zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de functies, waarin afgestudeerden van de opleiding terecht kunnen komen. Het auditteam is van oordeel dat de door de opleiding geformuleerde competenties en deelcompetenties hiervoor een goede basis vormen. Het auditteam heeft tijdens de bezoekdag twee studenten gesproken, die al
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
19/57
binnen een internationale organisatie in Nederland werkzaam zijn en willen doorgroeien in hun huidige organisatie naar een functie met een meer internationaal karakter. Het auditteam heeft in het gesprek met leden van de beroepenveldcommissie vastgesteld dat deze commissie zeer nauw betrokken is geweest bij de totstandkoming van het beroepsprofiel en de competenties van de opleiding. Een recent voorbeeld hiervan is de competentie Onderzoeken. Deze competentie komt sinds dit studiejaar veel explicieter in het curriculum aan de orde. Terwijl aandacht hiervoor voorheen in enkele modulen was geïntegreerd, zijn er op advies van de beroepenveldcommissie in het vernieuwde curriculum twee modulen Methoden en technieken van onderzoek (van elk 4 EC) geprogrammeerd. Conclusie Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed op dit facet. Samenvattend oordeel Doelstellingen van de opleiding Facet 1.1 is door het auditteam met voldoende beoordeeld. De facetten 1.2 en 1.3 zijn door het auditteam met een goed beoordeeld. Op basis hiervan beoordeelt het auditteam het onderwerp ‘Doelstelling van de opleiding’ als positief.
2.2
Programma
Eisen hbo (facet 2.1) Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen • Het studiemateriaal dat de opleiding gebruikt is afgestemd op afstandsleren. Het materiaal bestaat uit vakliteratuur, artikelen, een studiehandleiding voor elk van de vier studiejaren en voor elke module een modulewijzer. • De literatuur bestaat uit een aantal Europese standaardwerken. Voor de modulen Europese cultuur en voor Geschiedenis en Politiek I & II wordt gebruik gemaakt van Judt en Blanning (2006); voor de module Europese Integratie van Dinan (2005) en voor de module Europakunde van Mc Cormick (2008). De literatuurlijst bestaat voor een kwart uit Engelstalige literatuur. De vakliteratuur wordt aangevuld met keuzeliteratuur, die onder andere bestaat uit artikelen over actuele kwesties in Europees verband. Jaarlijks wordt de opleiding bij de keuze van de literatuur geadviseerd door de beroepenveldcommissie en de curriculumcommissie. Het auditteam heeft de literatuurlijst bestudeerd en vastgesteld dat deze adequaat en
20/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
•
•
•
• •
•
actueel is. Het aandeel Engelstalige literatuur is een kwart van het totaal. Volgens het management volstaat dit met het oog op de doelgroep en de functies waarin afgestudeerden terechtkomen, voornamelijk in internationale functies binnen de Nederlandse publieke en private sector. De vier studiehandleidingen geven informatie over het desbetreffende studiejaar. De modulewijzers hebben de functie om de student door de verplichte literatuur heen te geleiden en een verbinding te leggen tussen de theorie en praktijkgerichte vragen. Naast de modulewijzers krijgt de student een apart katern met huiswerkopdrachten met vragen over de in de module behandelde theorie en over de mogelijke toepassingen van theoretische concepten in de beroepspraktijk. Deze opdrachten worden getoetst door middel van open vragen en casussen uit de beroepspraktijk. Vanwege het feit dat de meeste studenten al werkzaam zijn in de beroepspraktijk, zijn zij voortdurend in de gelegenheid om het geleerde toe te passen. Dit gebeurt expliciet in tien geïntegreerde beroepsopdrachten (waarvan twee tijdens de stage). In een beroepsopdracht staat een authentieke beroepssituatie centraal. De opdracht mondt uit in een beroepsproduct (een ‘doe-element’). Voorbeelden van beroepsopdrachten zijn “het maken van een lobbyplan aan de hand van een actuele casus” en “het maken van een analyse van relevante ontwikkelingen binnen de EU” of “het uitvoeren van een scenarioanalyse, bijvoorbeeld over hoe de EU er in 2025 institutioneel en geografisch uit zal zien”. Sinds mei 2010 komen studenten direct in het eerste jaar in aanraking met de internationale beroepspraktijk door een werkbezoek aan een Europese instelling in Brussel af te leggen. Als voorbereiding hierop voeren zij een opdracht uit en na het bezoek schrijven zij er een verslag over. In de tien praktijktrainingen, waarvan het bezoek aan Brussel er één is, worden beroepshouding en -vaardigheden getraind. Ook in de stage en de afsluitende scriptie komen de studenten in aanraking met de beroepspraktijk. Tijdens de stage behandelen zij een probleem uit de beroepspraktijk en dienen oplossingen voor het probleem te formuleren. In de opleiding is vanaf dit jaar de aandacht voor onderzoek uitgebreid. Zowel in het 1ste als het 3de studiejaar is sinds mei 2010 een module Methoden van Onderzoek met elk een omvang van 4 EC geprogrammeerd. In de module in het eerste jaar krijgen studenten een theoretische basis aangereikt over methodieken, die behulpzaam kunnen zijn bij de uitwerking van onderzoekselementen in de beroepsopdrachten. In de module in het derde jaar wordt de stof, die in de eerste module in het eerste jaar is aangeboden verdiept. De module heeft ook het doel om studenten voor te bereiden om op een adequate wijze de minor in het derde jaar en de stage- en scriptieopdracht in het vierde jaar uit te voeren. Ook in het kader van het afsluiten van de minor en het werkbezoek aan Brussel voeren studenten een kleinschalig onderzoekje uit.
Overwegingen De door het auditteam bestudeerde studiehandleidingen en modulewijzers zijn van een goede kwaliteit. Deze documenten bieden studenten een goed houvast om zelfstandig “door de stof heen te gaan”. De literatuurlijst is volgens het auditteam adequaat met het oog op de
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
21/57
doelgroep. De huiswerkopdrachten zijn volgens het auditteam een goed middel om studenten actief met de stof om te laten gaan en te toetsen of zij de stof in voldoende mate beheersen. Het auditteam is erover te spreken dat er onlangs geïntegreerde beroepsopdrachten zijn ingevoerd. Hierdoor is gedurende de hele opleiding expliciet aandacht voor de actuele beroepspraktijk. Dit gebeurde tot voor kort met name in de stage en het afstudeerproject. Het auditteam is positief over het feit dat sinds mei 2010 meer aandacht wordt besteed aan onderzoeksvaardigheden, onder andere door de invoering in het 1ste en het 3de jaar van de modulen Methoden van onderzoek. Ook het onderzoek dat studenten moeten uitvoeren in de minor in het derde jaar en in het kader van de stage en het afstuderen brengt studenten in aanraking met (toegepast) onderzoek. In de praktijktrainingen, bijvoorbeeld een training “debatteren”, worden studenten expliciet getraind in de benodigde beroepsvaardigheden, zo heeft het auditteam vastgesteld tijdens het bezoek. Conclusie Op basis van het bovenstaande komt het auditteam tot het oordeel goed op dit facet.
Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2) Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen • Het programma van de opleiding is opgebouwd uit 40 modulen, die verdeeld zijn over 9 themablokken. Het negende blok is onderverdeeld in drie keuzethema’s: Openbaar bestuur, Business en beleid en Lobby, de stage (30 EC) en het afstudeerproject (30 EC). In het zelfevaluatierapport is een overzicht van het programma opgenomen, • Elk blok bestaat uit een aantal modulen, die een omvang hebben variërend van twee tot zes EC. De in de blokken gehanteerde toetsvormen zijn: de praktijktrainingen, praktijkexamens en schriftelijke tentamens, waaronder het paper, het stageverslag en de scriptie. • De negen centrale competenties, doelstellingen zijn beschreven in de modulewijzers. Hierin zijn ook de competentie-indicatoren beschreven. Deze indicatoren zijn voorzien van de context die centraal staat in de betreffende module. Het zijn de leerdoelen waarmee de opleiding werkt. Voorbeelden hiervan zijn de competenties “Onderzoeken” en “Analyseren”, die als actieve leerdoelen zijn geformuleerd als ”het onderzoeken waardoor de EU zich tot een economische supermacht heeft ontwikkeld” en “het analyseren op welke manier Europese verkiezingen, referenda en belangengroepen een rol spelen in de Europese politiek”. Door deze operationalisatie van de competenties zorgt de opleiding ervoor dat de Dublin descriptoren en de
22/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
negen eindkwalificaties in voldoende mate in het programma aan bod komen en gerealiseerd kunnen worden. Overwegingen Het auditteam is te spreken over de competenties van de opleiding, alhoewel deze breed en algemeen van aard zijn. De op moduleniveau geformuleerde leerdoelen zijn volgens het auditteam een goede operationalisatie van de competenties. Het aantal leerdoelen dat bij de verschillende modulen is geformuleerd verschilt nogal, zo heeft het auditteam vastgesteld. Indien relevant voor de module, c.q. het vak wordt in de leerdoelen aandacht besteed aan Europese aspecten. In de inhoud van de modulen wordt hier in voldoende mate aandacht aan besteed, waardoor studenten voldoende in staat worden gesteld om de leerdoelen en competenties te verwerven. Het auditteam is van mening dat de competenties nogal globaal zijn, terwijl de inhoud van het programma veel meer is toegespitst op Europese aspecten. Door een meer specifieke inkleuring van de competenties zou de Europese component nog beter gewaarborgd worden, zo veronderstelt het auditteam. Conclusie Op basis van het bovenstaande komt het auditteam tot het oordeel voldoende op dit facet.
Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3) Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Bevindingen • Het fundament van de opleiding bestaat uit de kennisbasis, die wordt behandeld in de themablokken en die de basis vormt voor het handelen in praktijksituaties. Het programma is, onder andere vanwege het feit dat het afstandsonderwijs is, gestructureerd in themablokken en modulen. De praktijktrainingen sluiten aan bij de modulen van de themablokken. De opdrachten die studenten voor de start van de praktijktraining en ter afsluiting ervan moeten uitvoeren grijpen terug op de theorie, die in de modules aan de orde is geweest. • Sinds mei 2010 vormen de beroepsopdrachten de integratieve afsluiting van de themablokken. Om deze opdrachten te kunnen uitvoeren moeten studenten teruggrijpen op de theorie, die zij in de modulen hebben geleerd. Theorie en praktijk hangen hierdoor samen. • In principe kunnen studenten op elk gewenst moment met de opleiding beginnen en hebben zij de mogelijkheid om die themablokken en modulen te volgen die hen op dat moment “het beste uitkomen”. Voor deelname aan een aantal modulen geldt vanwege de veronderstelde voorkennis een ingangseis. Ingangseisen zijn opgenomen in de desbetreffende modulewijzer. • De opleiding adviseert studenten om het programma in een bepaalde volgorde te doorlopen, zodat zij een zo samenhangend mogelijk programma volgen. Het advies aan studenten bij de start van de opleiding is om te beginnen met de verplichte Studie- en beroepen oriëntatie, gevolgd door het generieke themablok Brede professionalisering. Dit blok bevat een aantal inleidende vakken. Aangeraden wordt
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
23/57
•
•
•
om daarna het blok Europakunde I: de evolutie van Europa te volgen. Dit blok is de kapstok van de opleiding en geeft een overzicht van het vakgebied en een oriëntatie op de hoofdfase. Aangeraden wordt om daarna het blok Beleidsbeïnvloeding en Communicatie te doen, omdat dit blok typerend is voor de opleiding. Het gaat namelijk over beleid en communicatie. De praktijktrainingen sluiten aan bij de modulen en inhoud van het themablok. De beroepsopdrachten, die studenten in deze trainingen moeten uitvoeren, grijpen terug op de in de modulen behandelde theorie. Deze opdrachten vormen de integratieve afsluiting van een themablok. Ook hiervoor geldt dat er voor de toepassing van kennis in een praktijksituatie (casus) moet worden teruggegrepen op hetgeen aan theorie in de modules aan de orde is geweest. De samenhang in het programma wordt bewaakt door en is de verantwoordelijkheid van de hoofddocenten van de opleiding, die hierover overleg voeren met de opleidingscoördinator en de curriculumcommissie. Studenten beoordelen de samenhang van het programma volgens de Nationale Studenten Enquête 2008 met de score 6,3 op een tienpuntsschaal. Volgens het STO 2009 wordt de samenhang met een voldoende beoordeeld.
Overwegingen Het auditteam heeft na bestudering van de documenten voorafgaand aan het bezoek en tijdens de bezoekdag vastgesteld dat het programma een heldere structuur kent, waarin gedurende de hele opleiding de theorie en de toepassing ervan elkaar afwisselen. De toepassing van de verworven kennis gebeurt in de (huiswerk)opdrachten, die de studenten tijdens de modulen moeten maken, in de beroepsopdrachten in de praktijktrainingen en in de integratieve beroepsopdrachten aan het einde van elk themablok. Het auditteam heeft tevens geconstateerd dat het programma een herkenbare opbouw heeft, die de samenhang bevordert. De opleiding stelt voldoende grenzen aan de mate waarin studenten de opleiding flexibel kunnen volgen. Bij die modules waarbij specifieke voorkennis is vereist, zijn duidelijke toegangseisen geformuleerd. Conclusie Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed op dit facet.
Studielast (facet 2.4) Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen • De opleiding heeft per onderwijseenheid de studielast vastgesteld. • Door gebruik te maken van het concept “blended learning” zijn er gedurende de hele opleiding contacturen. Deze maken dertig procent van de totale studielast uit. Voor elke EC wordt een half contactuur geprogrammeerd. Voor de praktijktrainingen zijn acht uur ingeroosterd. In de loop van de studie wordt het aantal contacturen
24/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
•
•
•
•
geleidelijk aan minder en wordt een groter beroep gedaan op de studenten om aan zelfstudie te doen. In het eerste jaar zijn 1599 zelfstudie-uren en 81 contacturen ingeroosterd. In het tweede jaar zijn dit 1634 uur en 46 uur. In het derde jaar 1625/1633 uur en 23/15 uur (afhankelijk van de minor) en in het vierde jaar 825 uur en 855 uur. De eindfase (stage/afstuderen) in het vierde jaar wordt in het geheel als contacttijd beschouwd. Het totale aantal zelfstudie-uren is 5683/5675 (afhankelijk van de minor) en het totale aantal contacturen is 1037/1045 (afhankelijk van de minor). De studie is conform het principe van “blended learning” flexibel van opzet. De student kan elk moment instromen en tot op zekere hoogte zelf de volgorde van de modulen bepalen. Het management realiseert zich dat deze grote mate van flexibiliteit een belemmering kan vormen bij de studievoortgang. Om studenten hierbij zoveel mogelijk te ondersteunen wordt gewerkt met mentoren. Studenten maken kennis met hun mentor tijdens het onderdeel Studie- en Beroepenoriëntatie, dat zij bij de start van de opleiding (verplicht) volgen. De mentoren zijn zowel binnen als buiten de reguliere kantooruren bereikbaar voor studenten via de mail, de telefoon of de DLO. Het programma “Fronter”, waarvan de twee jongste cohorten van de opleiding gebruik maken reguleert in belangrijke mate het studieproces van de studenten. Ook kunnen zij indien gewenst een persoonlijk gesprek aanvragen met een mentor. Door het aantal toetsmomenten over het jaar te spreiden en doordat studenten niet gebonden zijn aan plaats en tijd, kan elke student de studielast zo goed mogelijk bij zijn andere werkzaamheden laten aansluiten en voor een zo optimaal mogelijke spreiding zorgen. NTI onderzoekt jaarlijks de studeerbaarheid van de opleidingen, door middel van het STO. In het STO 2009 beoordeelt 82% van de studenten de studielast als niet te licht en niet te zwaar. De studenten met wie het auditteam tijdens het bezoek heeft gesproken, vertelden dat zij de studielast goed te doen vinden naast hun andere werkzaamheden. Zeker omdat de opleiding de mogelijkheid biedt om de studielast te spreiden. Een punt van aandacht zijn de struikelvakken in de opleiding, zo heeft het auditteam tijdens de bezoekdag geconstateerd. Studenten gaven aan dat indien zij een vak als een struikelvak ervaren, wat onder andere het geval is voor “Inleiding in de Bedrijfseconomie”, niet voldoende ondersteuning krijgen. Zij gaan uitstelverdrag vertonen en zijn geneigd het vak op de lange baan te schuiven. Studenten kunnen zich via de mentor aanmelden voor een examentraining, bijvoorbeeld financiële vakken. Een training vindt doorgang, indien minimaal 15 studenten zich hiervoor hebben aangemeld.
Overwegingen Het auditteam heeft geconstateerd dat het flexibel op afstand studeren en het concept van “blended learning” in voldoende mate zorgen voor een studeerbaar programma. De mentor, die zorgt draagt voor een goede studievoortgang speelt hierbij een belangrijke rol. Het auditteam is echter van mening dat de opleiding meer aandacht zou moeten hebben voor studenten, die een bepaald vak niet halen, waardoor zij vertraging oplopen of het risico lopen om uit te vallen. Het auditteam heeft vastgesteld dat dit de aandacht van het management heeft door het verzorgen van examentrainingen.
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
25/57
Conclusie Het auditteam komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel voldoende op dit facet.
Instroom (facet 2.5) Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen • De opleiding hanteert voor de toelating van studenten de wettelijke vooropleidingseisen. De toelatingscommissie van NTI beoordeelt of een student kan worden toegelaten. Ruim een kwart van de studenten heeft een mbo-diploma niveau 4. Indien een student niet aan een wettelijke vooropleidingseis voldoet, bestaat er de mogelijkheid om deel te nemen aan de 21+ toelatingstoets. • Indien een student daar behoefte aan heeft, kan hij een intakegesprek met een studieadviseur aanvragen. Tijdens dit mondelinge of telefonische gesprek worden de wensen van de student geïnventariseerd en wordt nagegaan of de studie overeenkomstig zijn wensen zal zijn. Ook wordt in dit gesprek aandacht besteed aan de vraag of het concept van “blended learning” een voor de student werkbare studievorm is. • Indien een student een deficiëntie heeft, heeft hij de mogelijkheid om samen met de mentor een individueel studieplan op te stellen. Indien nodig wordt aangeraden om meer tijd te nemen voor een module. • De student die instroomt met een vooropleiding, die kan leiden tot een vrijstelling kan uitsluitend op basis van bewijsdocumenten deze vrijstelling(en) aanvragen. De vrijstellingscommissie, een delegatie van de examencommissie, beslist of de student de vrijstelling krijgt. Regelingen met betrekking tot de vrijstellingen zijn vastgelegd in het Examenreglement. Voor de scriptie kan geen vrijstelling worden verkregen. Ook worden geen vrijstellingen gegeven op basis van werkervaring. • In het propedeusejaar, dat oriënterend en selecterend van aard is, wordt zoveel mogelijk aangesloten bij beginniveau van de studenten (opleiding en werkervaring) door een aantal inleidende modulen op het vakgebied en door het verplichte onderdeel Studie- en Beroepenoriëntatie. Ook komen studenten direct al in het eerste jaar in aanraking met de in het concept van “blended learning” gehanteerde werkvormen en de DLO. Studenten hebben het auditteam laten weten dat zij hier vrij snel aan waren gewend en deze konden toepassen. • Uit de resultaten van het STO 2009 blijkt dat de studenten van NTI Hogeschool de voorlichting over de opleiding beoordelen met de score 7,1. Overwegingen Het auditteam heeft vastgesteld dat de opleiding goed aansluit bij de kennis en vaardigheden van de instromende studenten. Voldoende aandacht wordt besteed aan de werkvormen (“blended learning”) en de DLO (“Fronter”). Ook de aansluiting bij de kennis van de instromende studenten verloopt in het algemeen zonder problemen. Het auditteam
26/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
veronderstelt dat het intakegesprek hier in belangrijke mate aan bijdraagt, evenals het direct bij de start van de opleiding toewijzen van een mentor aan de studenten. Conclusie Op basis van bovenstaande overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed op dit facet.
Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten/European Credit points. Bevindingen • De opleiding heeft een omvang van 240 EC. 60 EC voor de propedeuse, 90 EC voor de hoofdfase, 30 EC voor de minor (keuze), 30 EC voor de stage en 30 EC voor de scriptie. Overwegingen + Conclusie De opleiding voldoet aan de formele eis voor de omvang van een hbo-bachelor van 240 EC. Het auditteam concludeert hiermee dat aan dit facet is voldaan.
Afstemming tussen vormgeving en inhoud (facet 2.7) Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen • Het belangrijkste principe volgens welke de opleiding is vormgegeven is dat van “blended learning”. Dit is een mix van onderwijsvormen, die het leerproces van de student op alle vlakken ondersteunt en stimuleert. De mix bestaat uit zelfstudie, contactonderwijs en onderwijs dat wordt aangeboden via de DLO. De docent heeft de rol van coach, die de student inhoudelijk begeleidt bij het leerproduct en de mentor die van coach, die de student procesmatig begeleidt bij zijn leerproces. De beroepspraktijk is ook een belangrijk uitgangspunt bij de vormgeving van het onderwijs. Daarom wordt veel gewerkt met praktijkcases en beroepsopdrachten. • De opleiding heeft de keuze voor de combinatie van onderwijsvormen gebaseerd op de te realiseren competenties. Gekozen is voor een combinatie van zelfstudie en e-learning, die wordt aangevuld met vaardigheidstrainingen, ook wel praktijktrainingen genoemd. Gedurende de zelfstudie kunnen studenten voor enkele vakken minicolleges op “Fronter” volgen. De verworven kennis wordt getoetst met behulp van huiswerkopdrachten. Aan het eind van elk themablok is sinds mei 2010 een integratieve beroepsopdracht ingepland. Hiervoor zijn kwalitatief goede handleidingen beschikbaar, zo heeft het auditteam vastgesteld. • Het studiemateriaal is zoveel mogelijk afgestemd op het principe van zelfstudie. De studiehandleidingen en modulewijzers leiden de student door de stof (zie ook facet 2.1).
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
27/57
•
Hij wordt hierbij begeleid door de docent en de mentor. Ook begeleiden studenten elkaar via “het forum” (binnen “Fronter”), waarop zij digitaal met elkaar kunnen communiceren. De zelfstudie en zelftoetsing worden ook vormgegeven en gestuurd met behulp van formatieve toetsen en het werken met porfolio’s. De formatieve toetsen zijn zelfstudieopdrachten, die de student met behulp van correctiemodellen zelf kan “nakijken” en in “Fronter” kan bespreken met medestudenten. Daarnaast kan de student huiswerkopdrachten ter correctie naar de docent zenden. De docent geeft via “Fronter” de student feedback over het niveau waarop hij het vak beheerst. Ook kan de student met behulp van de DLO een portfolio ontwikkelen, waarin hij aantoont dat hij bepaalde competenties heeft verworven.
Overwegingen Het auditteam heeft vastgesteld dat het principe van “blended learning” met de mix van zelfstudie (met huiswerkopdrachten), contactmomenten (praktijktrainingen) en ter ondersteuning hiervan de DLO (met “Fronter”, Studentennet+) goed functioneert en geschikt is voor het afstandsonderwijs. De beschikbare studiehandleidingen, modulewijzers en beroepsopdrachten zijn van een goede kwaliteit en loodsen studenten zelfstandig door de studie. Het programma “Fronter”, waarvan de eerste- en tweedejaars studenten gebruik maken, functioneert eveneens naar tevredenheid en wordt door de studenten als een duidelijke verbetering ervaren ten opzichte van het tot voor twee jaar gebruikte programma Studentennet+. Conclusie Het auditteam komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel goed op dit facet.
Beoordeling en toetsing (facet 2.8) Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen • NTI Hogeschool heeft haar toetsbeleid beschreven in de nota Naar competentiegericht en flexibele toetsen. Toetsbeleid Hogeschool NTI/NTI University (ongedateerd). De nota geeft kaders en richtlijnen voor de wijze waarop het toetsbeleid is vormgegeven. In de nota worden beschreven: de belangrijkste uitgangspunten voor de toetspraktijk, de toetsvormen die het beste passen bij het competentiegerichte onderwijs, de differentiatie en borging van het bachelorniveau, de voorwaarden voor de toetspraktijk en de beoordelingstaken en competenties van toetsontwikkelaars binnen NTI. De kwaliteitscriteria waaraan een toets moet voldoen zijn valide, betrouwbaar, efficiënt en transparant. De belangrijkste uitgangspunten voor de toetspraktijk zijn de wettelijke kaders, het NVAO-kader en het opleidingsconcept van Hogeschool NTI. • Een gedetailleerde uitwerking van de toetsing en beoordeling is te vinden in het Onderwijs- en Examenreglement van Hogeschool NTI.
28/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
• •
•
•
•
•
In het Opleidingsprofiel van de opleiding European Studies is een overzicht opgenomen van de wijze waarop alle onderdelen van de opleiding worden getoetst. Op het niveau van de hogeschool is een examencommissie, die bestaat uit de voorzitter en vijf hoofddocenten (elk van hen vertegenwoordigt een domein). De commissie komt ten minste vier maal per jaar bijeen en toetst de kwaliteit van de examens en geeft gevraagd en ongevraagd advies met betrekking tot de inhoud van de toetsing, het toetsbeleid en de toetsprocedures. De commissie controleert de kwaliteit van de toetsen door jaarlijks een steekproef van 10% van de toetsen te bestuderen. Gekeken wordt naar de toets zelf, de uitwerking en de beoordeling ervan. Belangrijke criteria zijn of het bachelorniveau waarneembaar is in de toetsen en of de beoordelingscriteria, zoals die zijn vastgelegd goed worden gehanteerd. Ook beoordeelt de commissie de interne consistentie binnen en tussen de beoordelingen. Het auditteam heeft tijdens de bezoekdag evaluatieverslagen van deze commissie gezien en vastgesteld dat deze bijdraagt aan de borging van de kwaliteit van de toetsen. Indien de toetsing buiten de richtlijnen valt, bijvoorbeeld in het geval een slagingspercentage of het gemiddelde cijfer van de toetsing niet overeenkomt met de verwachtingen, wordt deze voorgelegd aan de voorzitter van de Examencommissie. Zij beoordeelt of een tweede beoordeling nodig is. Indien dit inderdaad het geval is, beslist de voorzitter over de definitieve beoordeling. De voorzitter kan de Examencommissie in zijn geheel inschakelen om te komen tot een eindoordeel. De door de opleiding gebruikte toetsvormen zijn het schriftelijk tentamen, de praktijktraining, het praktijkexamen, de beroepsopdracht, het stageverslag en de afstudeerscriptie. Een themablok wordt getoetst door middel van een integratieve beroepsopdracht, die de student ter afsluiting van het blok maakt. Hogeschool NTI kent de functie van toetsauteur. Hij heeft de taak om kwalitatief goede tentamens te ontwikkelen, die voldoen aan de eisen van de interne en de externe borging. In het eerste jaar worden in totaal 16 tentamens afgenomen, waarvan 7 door middel van een praktijkexamen. Hierin worden zowel de receptieve als de productieve vaardigheden getoetst. Eén van deze examens is een opleidingsspecifieke praktijktraining. In het tweede jaar worden 15 tentamens afgenomen, waarvan twee in de vorm van een praktijktraining. Het derde jaar kent 13 tentamens, waarvan 3 of 4 door een praktijktraining worden getoetst. Het vierde jaar wordt getoetst door middel van een stageverslag en twee aanvullende beroepsopdrachten en de meesterproef waarin het afstuderen wordt getoetst. Ter voorbereiding op de toetsen zijn proeftoetsen beschikbaar. De meesterproef bestaat uit een scriptie en een mondelinge verdediging. Voorwaarde voor de afname van de meesterproef is dat alle modulen uit de opleiding met een voldoende moeten zijn afgerond. Voor de beoordeling van de scriptie en het eindgesprek zijn beoordelingsformulieren met criteria beschikbaar. Het auditteam heeft het formulier bestudeerd en is van mening dat de beoordelingscriteria nog meer toegespitst zouden moeten worden op competentiegericht onderwijs.
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
29/57
•
Het auditteam heeft tijdens de bezoekdag een aantal toetsen bestudeerd en heeft vastgesteld dat deze van een voldoende kwaliteit zijn, dat wil zeggen dat de vragen van een goed niveau zijn. Open vragen worden afgewisseld met theorievragen en toepassingsgerichte vragen, bestaande uit casussen en stellingen. De opleiding gebruikt geen meerkeuze toetsen, omdat deze toetsvorm volgens haar onvoldoende past bij het didactische model en het competentiegerichte onderwijs. Een aantal toetsen wordt digitaal afgenomen. Het auditteam heeft vastgesteld dat voor de toetsen en de huiswerkopdrachten de leerdoelen, die zijn afgeleid van de competenties als beoordelingscriteria worden gehanteerd. Studenten hebben het auditteam laten weten dat voor hen de beoordelingscriteria voor de toetsen en de huiswerkopdrachten voorafgaand aan de toetsen en opdrachten niet altijd transparant genoeg zijn.
Overwegingen Het auditteam heeft vastgesteld dat er gedurende de hele opleiding toetsen worden afgenomen. Een aantal toetsen wordt al digitaal afgenomen. De functie van de toetsen en opdrachten is om de studievoortgang van de studenten te bevorderen. Dit werkt goed volgens het auditteam. Het auditteam vraagt zich af of de leerdoelen die als beoordelingscriteria bij de toetsen worden gebruikt studenten wel voldoende houvast bieden. Het auditteam prefereert een aantal standaard beoordelingscriteria voor de verschillende toetsen. Dergelijke beoordelingscriteria heeft het auditteam wel gezien voor de “nieuwe” beroepsopdrachten en voor de stage en het afstuderen. Conclusie Het auditteam komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel voldoende op dit facet. Samenvattend oordeel Programma Het auditteam beoordeelt de facetten 2.2, 2.4, 2.8 zijn met een voldoende en de facetten 2.1 2.3, 2.5 en 2.7 met een goed. Aan facet 2.6 is voldaan. Op basis van deze oordelen beoordeelt het auditteam het onderwerp ‘Programma’ als positief.
2.3
Inzet van personeel
Eisen hbo (facet 3.1) Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen • De opleiding heeft als beleid om docenten aan te nemen met ervaring in de beroepspraktijk en/of hier nog werkzaam zijn. Dit laatste is thans voor een derde van de docenten van de opleiding het geval (7 van de 21). Zij zijn werkzaam als directeur, consultant of partner in een onderneming op het terrein van het openbaar bestuur, business en beleid of lobby/communicatie, gerelateerd aan de Europese context.
30/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
•
De overige docenten voor de talen en de generieke vakken (in totaal 14) hebben geen recente ervaring in de beroepspraktijk. Het auditteam is van mening dat dat voor deze groep docenten ook geen harde voorwaarde is om goed te kunnen functioneren.
Overwegingen Het auditteam heeft vastgesteld dat de docenten er in voldoende mate in slagen om een verbinding te leggen met de beroepspraktijk, ondanks het feit dat het aantal docenten met ervaring in de beroepspraktijk wat mager is. Conclusie Op basis van het bovenstaande komt het auditteam tot het oordeel voldoende op dit facet.
Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen • Het docententeam van de opleiding bestaat uit 21 docenten, met een totale omvang van 3,2 fte. Er zijn 7 vakdocenten, 4 taaldocenten en 10 docenten voor de generieke vakken van de opleiding. In totaal volgen 145 actieve studenten de opleiding. De staf student ratio is aldus 1 : 7. • 70% van de docenten heeft een langer durend contract van drie jaar. • Voor de onderwijsondersteunende processen is 5,2 fte aan personeel beschikbaar. Dit personeel bestaat uit een business unit manager, een senioropleidingscoördinator, een opleidingscoördinator, een toetscoördinator en een mentor. De beleidsmedewerker Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie werkt NTI breed en is gedeeltelijk inzetbaar voor de opleiding. • Docenten zijn bereikbaar voor studenten via de DLO, de mail en de telefoon. Ook kunnen studenten een beroep doen op de mentor via de DLO, de mail, de telefoon of een mondelinge afspraak maken. • Omdat studenten ieder moment met de opleiding kunnen beginnen en het aantal studenten dientengevolge kan fluctueren, wordt bij een (onverwachte) werkdruk het aantal docenten uitgebreid. Aldus kan het aantal docenten van periode tot periode verschillen. Ook wordt indien nodig de omvang van de aanstelling van docenten uitgebreid. • Docenten en mentoren dienen in principe binnen 24 uur een vraag van een student te beantwoorden. Dit lukt in de meeste gevallen, maar niet altijd, zo heeft het auditteam tijdens de bezoekdag vastgesteld op basis van een presentatie van “Fronter”. Overwegingen Uitgaande van het aantal studenten dat ten tijde van de visitatie actief studeerde en de docent student ratio van 1:7 is het auditteam van oordeel dat er voldoende docenten zijn om kwalitatief goed afstandsonderwijs te verzorgen. De afspraak met de docenten om binnen 24
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
31/57
uur vragen van studenten te beantwoorden en het feit dat dit in de meeste gevallen ook gebeurt, wordt door het auditteam als positief beoordeeld. Conclusie Het auditteam komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel goed op dit facet.
Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen • De aan de opleiding verbonden docenten vervullen verschillende rollen: die van hoofddocent, vakdocent, praktijkdocent, stage- en scriptieadviseur en hbotoetsauteur. Voor elke rol is een functiekaart ontwikkeld, waarop het doel van de functie, de minimale functie-eisen en kwalificaties, de belangrijkste resultaatgebieden en de benodigde competenties zijn beschreven. • De opleiding wordt aangestuurd door twee hoofddocenten: een inhoudelijk hoofddocent en een operationeel hoofddocent. De eerste treedt ook op als adviseur voor de opleiding. De operationele hoofddocent geeft operationeel leiding aan de docenten en is hun aanspreekpunt. Hij werkt nauw samen met de opleidingscoördinator. Zij zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit, de inhoud en de actualiteit van het curriculum. • Van de 21 docenten zijn er 17 academisch geschoold, twee zijn gepromoveerd en twee hebben een hbo-bacheloropleiding. • Minmaal twee maal per jaar is er een docentenoverleg en elk jaar wordt er hogeschoolbreed een docenttevredenheidsonderzoek afgenomen. Eén maal per jaar worden de resultaten van de docentenevaluaties in een voortgangsgesprek besproken met de afdeling Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie, de opleidingscoördinator, de hoofddocenten en de business unit manager. Indien nodig volgt een gesprek met de desbetreffende docent en indien hij niet goed functioneert wordt zijn aanstelling niet verlengd. De business unit manager is verantwoordelijk voor deze beslissing en overlegt hierover met de twee hoofddocenten en (senior)opleidingscoördinator. • De docenten van de opleiding zijn in 2009 getraind in het gebruik van DLO, toetsontwikkeling, het geven van praktijktrainingen en stage- en scriptiebeoordelingen. In 2010 heeft Hogeschool NTI trainingen gepland op het gebied van het toepassen van beoordelingsprotocollen, het toetsen op bachelorniveau, de toepassing van methoden van onderzoek en het geven van een eenduidige en objectieve beoordelingen en feedback. Het auditteam heeft tijdens het bezoek van de docenten gehoord dat deze trainingen daadwerkelijk zijn gegeven. • Uit de NSE 2008 blijkt dat de studenten de vakinhoudelijke kwaliteit van de docenten beoordelen met een voldoende (score 6,1). In het STO 2009 beoordelen de studenten de vakinhoudelijke kennis met de score 3 op een vijfpuntsschaal.
32/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
•
Het auditteam heeft naar aanleiding van de bestudering van de cv’s van de docenten en het gesprek met hen tijdens de visitatiedag vastgesteld dat zij theoretisch goed zijn onderlegd.
Overwegingen Het auditteam is van mening dat het docententeam qua theoretische kennis deskundig is. Hun opleidingsniveau is in orde, aangezien 17 van de 21 docenten een academische opleiding hebben gevolgd. Zij zijn volgens het auditteam goed in staat om kwalitatief goed onderwijs te verzorgen. Conclusie Het auditteam komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel goed op dit facet. Samenvattend oordeel Inzet van personeel Het auditteam beoordeelt de facetten 3.2 en 3.3 met een goed en facet 3.1 met een voldoende. Op basis hiervan beoordeelt het auditteam het onderwerp ‘Inzet van personeel’ als positief.
2.4
Voorzieningen
Materiële voorzieningen (facet 4.1) De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen • De belangrijkste voorziening van NTI Hogeschool is de DLO: de digitale leeromgeving. De belangrijkste functie ervan is om “op afstand” te kunnen communiceren met de studenten en hen altijd en overal toegang te geven tot actuele informatie. De DLO vervult een belangrijke rol bij het realiseren van “blended learning”. DLO is uitdrukkelijk niet bedoeld om onderwijsinhouden (“content”) te presenteren, maar functioneert vooral als communicatieplatform. Modulewijzers worden toegezonden, maar zijn daarnaast ook beschikbaat binnen de DLO. • NTI Hogeschool heeft in 2010 de ambitie om optimaal gebruik te maken van de functionaliteiten die de DLO biedt. In het Jaarplan 2010 is in dit kader een fulltime medewerker aangesteld, die de link tussen de onderwijskundige vernieuwing op het terrein van de DLO en de ICT-afdeling gaat leggen. • Studenten kunnen gebruik maken van de digitale bibliotheek van Hogeschool NTI. • De opleiding heeft voldoende zalen en lokalen voor het voeren van studieadviesgesprekken en het uitvoeren van praktijktrainingen. Onlangs is een nieuwe verdieping in gebruik genomen. Indien nodig worden voor de praktijktrainingen ruimtes gehuurd van de Hogeschool Utrecht. • Het auditteam heeft tijdens de bezoekdag vastgesteld dat het gebouw er verzorgd uitziet en over voldoende zalen beschikt.
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
33/57
•
•
Het auditteam heeft tijdens de bezoekdag een presentatie van de DLO en “Fronter” gekregen. “Fronter” vervangt sinds twee jaar Studentennet+. Het auditteam heeft naar aanleiding van de gesprekken met de studenten en alumni vastgesteld dat “Fronter” een duidelijke kwaliteitsimpuls heeft gegeven aan de DLO. NTI studenten beoordeelden DLO in het STO 2009 met de score 5,9. In 2008 was de score 6,5. Zij waren kritisch over de handleiding, de overzichtelijkheid en over de informatievoorziening. Naar aanleiding van de evaluatie-uitkomsten heeft de opleiding in 2009 een verbeterplan geformuleerd. In oktober 2009 is een nieuwe indeling in de DLO gemaakt. Hierdoor zijn de overzichtelijkheid, de gebruiksvriendelijkheid en de informatievoorziening verbeterd.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de materiële voorzieningen aan de basiskwaliteit voldoen, maar dat de DLO nog verder ontwikkeld zou kunnen worden, zodat nog meer tegemoet wordt gekomen aan de eisen die afstandsonderwijs stelt. Conclusie Het auditteam komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel voldoende op dit facet.
Studiebegeleiding (facet 4.2) De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen • Het eerste aanspreekpunt voor studenten is de mentor. Hij is de hele week bereikbaar via de DLO, de mail en de telefoon. Met inhoudelijke vragen worden studenten doorverwezen naar de desbetreffende docent. • Contacten die studenten met docenten en de mentor hebben, worden vastgelegd in het onderwijs- en informatiesysteem, zodat de mentor kan zien met wie over wat eerder is gesproken. Tevens biedt het systeem hem inzicht in de studievoortgang van de student. Indien nodig zoekt de mentor contact met de (hoofd)docent over de student. • Studiebegeleiding vindt ook plaats in de reflectie van de student en de feedback van de docent op de gemaakte beroepsopdrachten. Dit geldt ook voor de feedback op de stage en het afstudeerproject door de stage- en scriptieadviseur. • De informatievoorziening binnen NTI Hogeschool gaat voornamelijk via “Fronter”, de DLO en in Studentennet+. Hierin kunnen studenten zich ook digitaal inschrijven voor deelname aan de tentamens en kunnen zij hun studievoortgang in de gaten houden. • Uit het STO 2009 blijkt dat NTI studenten tevreden zijn over de studiebegeleiding. De score is 6,8.
34/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
Overwegingen Het auditteam heeft tijdens de bezoekdag vastgesteld dat het systeem van studiebegeleiding, met daarin een belangrijke plaats voor de DLO goed functioneert. De invoering van “Fronter”, dat een belangrijke informatiebron binnen de opleiding is en waarvan de eerste- en tweedejaars studenten nu al gebruik maken, heeft bijgedragen aan een verbetering van de DLO. Zowel de studenten als de docenten toonden zich voldoende bedreven in de omgang met de DLO. Ook de duidelijke taakverdeling tussen de mentor als procesbegeleider en de docent als productbegeleider is helder en werkt goed, zo heeft het auditteam vastgesteld. de Conclusie Op basis van het bovenstaande komt het auditteam tot het oordeel goed op dit facet. Samenvattend oordeel Voorzieningen Het auditteam beoordeelt facet 4.1 met een voldoende en facet 4.2 met een goed. Op basis hiervan beoordeelt het auditteam het onderwerp ‘Voorzieningen’ als positief.
2.5
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten (facet 5.1) De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen • De kwaliteitszorg van de opleiding sluit aan bij het kwaliteitszorgstelsel van de hogeschool, dat is beschreven in het Handboek Kwaliteitszorg. In het systeem worden vier onderdelen onderscheiden: 1. cyclisch werken volgens de PDCA-cyclus; 2. interne evaluatie gebaseerd op CIPP-model van Stufflebaum; 3. interne en externe kwaliteitsbeoordeling via ISO-certificering en 4. externe kwaliteitsbeoordeling via accreditatie door de NVAO. • Het Handboek geeft naast een beschrijving van deze onderdelen ook een beschrijving van de borging en evaluatie van het stelsel zelf. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de ISO-certificering, een tweejaarlijkse interne evaluatie volgens CIPP (het Context-Input-Proces-Productmodel van Stufflebeam) en door de accreditatie van de opleidingen door een VBI. • Centraal in het stelsel van kwaliteitszorg staat de PDCA-cyclus of Deming cirkel. De PDCA-cycli zijn uitgewerkt en beschreven op strategisch, tactisch en operationeel niveau. De cycli zijn met elkaar verbonden doordat de uitkomsten ervan besproken worden. In het zelfevaluatierapport is per fase van de cyclus in een schema aangegeven wat de kerndocumenten zijn en wie daarvoor verantwoordelijk zijn. Ook geeft het rapport van elke fase een uitgebreide beschrijving. • Voor de tevredenheid van de studenten hanteert NTI de streefscore van 75% (rapportcijfer 7,5). Daarboven krijgt de score de kwalificatie goed en zijn er geen verbeteracties nodig. Indien de score 6,5 of lager is zijn dringende verbeteracties
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
35/57
•
gewenst. Deze worden geformuleerd door het opleidingsmanagement en de afdeling Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie. De opleiding neemt onder studenten het studenttevredenheidsonderzoek (STO) af, dat tevens het belangrijkste evaluatie-instrument is om de studenttevredenheid te meten. De enquête wordt uitgezet onder studenten door de afdeling Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie via het digitale enquêteprogramma Questback. Op hogeschoolen opleidingsniveau wordt een respons van 25% nagestreefd. De afdeling Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie verzorgt ook de analyse en rapportage over de resultaten, die worden gepresenteerd in het MT overleg en het Unit-overleg. Ook worden kwalitatieve evaluatiegegevens verzameld in de bijeenkomsten van de Studentenraad. Deze komt twee maal per jaar bijeen. Onder de docenten wordt het docenttevredenheidsonderzoek afgenomen en daarnaast wordt jaarlijks het medewerkerstevredenheidsonderzoek afgenomen. Het curriculum als geheel wordt geëvalueerd door de curriculumcommissie. Vanaf 2010 zal NTI-breed een werkveldtevredenheidsonderzoek (WTO) afnemen. Naast deze enquêtes wordt informatie over de kwaliteit van de opleiding verzameld door verschillende commissie, zoals de Examencommissie, het docentenoverleg, de studentenraad, de beroepenveldcommissie en de Raad van Advies.
Overwegingen Het auditteam heeft voor en tijdens de bezoekdag de documenten betreffende de kwaliteitszorg en de resultaten van de verschillende evaluaties bestudeerd en is van oordeel dat de opleiding het onderwijs in voldoende mate evalueert. Het auditteam heeft naar aanleiding van de twee gesprekken, die het met het management heeft gevoerd vastgesteld, dat het leveren van kwalitatief goed afstandsonderwijs een voortdurend aandachtspunt van het management is. Conclusie Op basis van de bovenstaande overweging komt het auditteam tot het oordeel goed op dit facet.
Maatregelen tot verbetering (facet 5.2) De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen • Zoals beschreven bij facet 5.1 laat de opleiding regelmatig evaluaties uitvoeren door de afdeling Kwaliteitszorg & Onderwijsinnovatie. • Op basis van het visitatierapport uit 2007 heeft de opleiding een opleidingsspecifiek verbeterplan voor de HEBO opgesteld. Voorbeelden van verbeteracties zijn: het inzetten van een inhoudelijke hoofddocent naast de operationele hoofddocent (met specialistische HEBO-/Europakennis), het voeren van functioneringsgesprekken, het aanbieden van een internationaal georiënteerde minor, het brengen van een
36/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
•
werkbezoek aan een EU orgaan in Brussel en meer aandacht voor de talen. Het auditteam heeft vastgesteld dat al deze verbeteracties inmiddels zijn gerealiseerd. Voorbeelden van verbeteracties, die op basis van evaluaties in 2008 en 2009 en de visitatie in 2007 zijn genomen betreffen de kwaliteit en kwantiteit van de docenten, de internationalisering van het programma en meer aandacht voor methoden van onderzoek. De opleiding streeft voortdurend naar beter gekwalificeerde docenten, die (nog) beter bij het profiel van de opleiding passen, zodat nog meer aandacht besteed kan worden aan de internationale component van de opleiding. Deze komt thans nadrukkelijk aan de orde in een aantal modulen in de thema’s Europakunde 1: de evolutie van Europa en Europakunde 2: theorieën en actualiteiten. Ten aanzien van de methoden van onderzoek is inmiddels een leerlijn gestart: in het eerste jaar wordt de module ‘Methode van Onderzoek 1’ en in het derde jaar de module ‘Methode van Onderzoek 2’ gegeven. Verder is er per themablok ter afsluiting van het themablok een integratieve beroepsopdracht geprogrammeerd, waarin studenten ook oefenen met het doen van onderzoek. Ten behoeve van de afstudeerfase is een scriptiedag geprogrammeerd. Tijdens deze dag worden studenten voorgelicht over de doelstelling, de opzet en beoordeling van de scriptie en de afstudeerdag. Ook kunnen zij tijdens deze dag hun scriptievoorstel laten (goed)keuren, als extra voorbereiding op de verplichte beoordeling voor de start van het afstuderen.
Overwegingen Het auditteam heeft in de gesprekken met de verschillende stakeholders tijdens de bezoekdag vastgesteld dat de opleiding continu werkt aan verbeteringen van het onderwijs, waarvan in de voorgaande paragrafen verschillende voorbeelden zijn gegeven. Conclusie Het auditteam komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel goed op dit facet.
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld (facet 5.3) Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen • Studenten, docenten, de overige medewerkers, het beroepenveld en de alumni zijn betrokken bij de kwaliteitszorg. Dit gebeurt met name door hun deelname aan de verschillende tevredenheidsonderzoeken (zie ook facet 5.1). • De resultaten van de evaluaties worden door de afdeling Kwaliteitszorg en Innovatie gepresenteerd en meegedeeld aan de business unit manager, de opleidingscoördinator, de toetscoördinator, de onderwijsondersteuners en aan de hoofd- en de vakdocenten. • Studenten en docenten worden geïnformeerd over de resultaten van de evaluaties door middel van een (sinds 2009) digitale nieuwsbrief. De evaluatieresultaten worden ook besproken in de Studentenraad.
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
37/57
•
• •
•
Alle bij de opleiding betrokken personen hebben de mogelijkheid om een bezwaaren beroepsprocedure te starten, indien zij ontevreden zijn over de kwaliteit van de opleiding. De procedure is beschreven in de Studiegids, het Procedure handboek en de DLO. Ook de persoonlijke mentor kan hierbij behulpzaam zijn. Maandelijks wordt het aantal en soort klachten besproken door het opleidingsmanagement en het College van Bestuur. Op hogeschoolniveau is er een Raad van Advies. Deze heeft als belangrijkste taak om te adviseren over het CvB beleid en algemene zaken van de hogeschool. Ook worden belangrijke documenten, bijvoorbeeld over het toetsen voorgelegd aan deze Raad. Het auditteam heeft tijdens de bezoekdag vastgesteld dat de beroepenveldcommissie intensief betrokken is bij de kwaliteitszorg van de opleiding. De commissie komt ten minste twee maal per jaar bijeen om te overleggen met het management van de opleiding. De commissieleden met wie het auditteam heeft gesproken, toonden zich buitengewoon betrokken bij de kwaliteit van de opleiding. Hun adviezen worden meestal door de opleiding overgenomen. Ook geven zij (achteraf) een oordeel over de scripties en bespreken deze met de opleiding.
Overwegingen Het auditteam heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat alle stakeholders in voldoende mate betrokken zijn bij de kwaliteitszorg van de opleiding. Het auditteam oordeelt zeer positief over de grote mate van betrokkenheid van de beroepenveldcommissie bij de kwaliteitszorg. Een voorbeeld hiervan is dat thans, onder andere op advies van de commissie meer aandacht wordt besteed aan onderzoek en onderzoeksvaardigheden, wat de kwaliteit van de scripties ten goede komt, zo veronderstelt het auditteam. Conclusie Het auditteam komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel goed op dit facet. Samenvattend oordeel Interne kwaliteitszorg Het auditteam beoordeelt alle drie de facetten met een goed en beoordeelt op basis hiervan het onderwerp ‘ Interne kwaliteitszorg’ als positief.
2.6
Resultaten
Gerealiseerd niveau (facet 6.1) De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen • Aan het einde van de opleiding moeten studenten alle competenties, die zijn geformuleerd in het opleidingsprofiel, de studiehandleidingen en de modulewijzers hebben behaald op niveau 3. Het belangrijkste “bewijsstuk” hiervoor is de scriptie. De
38/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
•
•
•
• •
student dient in de scriptie te laten zien dat hij daadwerkelijk competent is in het domein Communication en dat hij op bachelorniveau kan functioneren. Ten behoeve van de scriptie is de Handleiding voor het schrijven van een afstudeerscriptie (ongedateerd) beschikbaar. Hierin staan onder andere de beoordelingscriteria beschreven. Deze zijn ingedeeld op basis van de vier fasen van onderzoek: de oriëntatiefase, de onderzoeks- en oplossingsfase, de invoeringsfase en de fase van de integratieve totaalbeoordeling. In de oriëntatiefase worden de probleemstelling en de onderzoeksopzet beoordeeld. Bij de oriëntatie- en onderzoeksfase worden beoordeeld: het gehanteerde theoretische concept en onderzoeksmethode, de analyse en interpretatie, de opbouw, de werkwijze, de kwaliteit en evaluatie van het bronmateriaal en de presentatie. Beoordelingscriteria van de invoeringsfase zijn de conclusies en de aanbevelingen. In de integratieve totaalbeoordeling vormen de Dublin descriptoren de criteria. Bijlage 2 van de Handleiding bevat een checklist met meer gedetailleerde beoordelingscriteria. In bijlage 3 van de Handleiding is een functioneringsformulier voor de afstudeerbegeleider opgenomen en bijlage 4 beschrijft de beoordelingscriteria voor het eindgesprek over de scriptie, zoals vakinhoudelijke aspecten, de argumentatie en aanbevelingen, adviezen en de conclusie. Bij het vaststellen van het eindoordeel telt de scriptie twee maal mee en de mondelinge presentatie één maal. Bij het (verplichte) eindgesprek zijn twee begeleiders van NTI aanwezig. Voordat studenten met hun scriptie beginnen, organiseert de opleiding een scriptiedag. Tijdens deze dag worden studenten voorbereid op de scriptie. Studenten krijgen informatie over inhoudelijke, onderzoeksmatige aspecten en over de procedure en de beoordelingscriteria. Na de scriptiedag schrijven studenten een scriptievoorstel, dat moet worden goedgekeurd door de hoofddocent. De student moet voordat hij aan de scriptie kan beginnen alle modulen met een voldoende hebben afgerond. Het afstuderen wordt vastgelegd in een afstudeerovereenkomst. De student wordt bij zijn scriptie begeleid door de afstudeerbegeleider en de scriptieadviseur. De begeleider in de organisatie, waarin de student de stage- en de scriptie uitvoert heeft een adviserende rol bij de uiteindelijk beoordeling van de scriptie. Het auditteam heeft voorafgaand aan het bezoek tien scripties bestudeerd, die nog “onder het oude regiem” zijn geschreven. Het onderzoek in bijna alle scripties is kwalitatief. Een enkel onderzoek is kwantitatief van aard of is literatuuronderzoek. De kwaliteit van de probleemstelling, de vraagstellingen en de gebruikte literatuur loopt volgens het auditteam uiteen. Ten aanzien van de geformuleerde probleemstelling en vraagstellingen heeft het auditteam vastgesteld dat de meeste relevant zijn voor het werkveld. Over het gebruik van de literatuur concludeert het auditteam dat de omvang ervan varieert en dat in enkele scripties interne documenten van het desbetreffende bedrijf (ten onrechte) als literatuur worden opgevoerd. De meeste aandacht dient volgens het auditteam uit te gaan naar de wijze waarop de aanbevelingen zijn geformuleerd. Hierin wordt in het algemeen wel beschreven wat er gedaan zou moeten worden, maar niet hoe de aanbevelingen geïmplementeerd zouden kunnen worden. Het auditteam is van mening dat de kwaliteit van de
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
39/57
•
•
aanbevelingen in de scripties meer aandacht verdient. Tot slot: de door de opleiding gegeven cijfers zijn volgens het auditteam enigszins aan de hoge kant, maar alle scripties worden door het auditteam met ten minste een voldoende beoordeeld. Hogeschool NTI gaat in juni 2010 starten met een drietal onderzoeken, die inzicht moeten geven in de tevredenheid van het werkveld over het niveau van de afgestudeerden: 1) het onderzoek onder stage- en afstudeerbedrijven van NTI studenten, 2) het onderzoek onder alumni en 3) het werkveldonderzoek. De vertegenwoordigers uit het werkveld, c.q. de beroepenveldcommissie, met wie het auditteam tijdens het visitatiebezoek heeft gesproken, toonden zich tevreden over het niveau van de afgestudeerden. Een duidelijk kenmerk van de afgestudeerden is hun praktische instelling. Tevens zijn zij in staat om datgene wat zij in de opleiding hebben geleerd direct in de praktijk toe te passen. Het werkveld houdt de opleiding voortdurend alert om het niveau te bewaken. Het auditteam heeft notulen van het overleg met de beroepenveldcommissie gezien.
Overwegingen Het auditteam oordeelt positief over de procedure van het afstuderen. Door de sinds mei 2010 ingevoerde modulen Methoden van Onderzoek worden studenten beter dan voorheen voorbereid op onderzoeksmatige aspecten van de scriptie. Dit zal de kwaliteit ervan zeker ten goede komen, zo veronderstelt het auditteam. Het auditteam heeft de Handleiding voor het schrijven van een afstudeerscriptie bestudeerd en vindt de kwaliteit ervan in orde. De beoordelingscriteria zijn helder. Ook waardeert het auditteam de bemoeienis achteraf van de beroepenveldcommissie met de kwaliteit van de scripties. Het auditteam is erover te spreken dat de beroepenveldcommissie intensief de borging van de kwaliteit van het eindniveau betrokken is. Ook het voor de begeleiders in het werkveld beschikbare formulier om het afstuderen te beoordelen draagt hieraan bij. De door het auditteam bestudeerde scripties zijn van een voldoende niveau en de beoogde competenties worden in voldoende mate gerealiseerd, zo heeft het auditteam vastgesteld. Meer aandacht zou volgens het auditteam in de scripties besteed kunnen worden aan de wijze waarop aanbevelingen geïmplementeerd kunnen worden. Het auditteam vindt het positief dat de opleiding vanaf juni 2010 een onderzoek naar de kwaliteit van de afgestudeerden onder werkgevers en alumni gaat uitzetten. Conclusie Het auditteam komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel voldoende op dit facet.
Onderwijsrendement (facet 6.2) Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.
40/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
Bevindingen • Hogeschool NTI houdt bij de vaststelling van het onderwijsrendement rekening met haar bijzondere karakter. Het rendement wordt dientengevolge op een andere wijze geoperationaliseerd dan in het reguliere hbo. Kenmerkend voor studenten van NTI is dat zij niet allemaal studeren met de intentie om een hbo-diploma te behalen. Er is geen streefcijfer voor het rendement op het niveau van de opleiding beschikbaar. • Hogeschool NTI heeft wel streefcijfers geformuleerd voor het aantal actieve studenten, de uitval in het eerste jaar en de doorstroom. • Het streefcijfer voor het totale aantal actieve studenten is 50%. Actieve studenten zijn diegenen die collegegeld hebben betaald en minstens 1 keer een tentamen hebben afgelegd of een praktijktraining hebben bezocht. Van de in totaal 242 bij de opleiding ingeschreven studenten behoren er 145 tot de groep actieve studenten. Het streefcijfer van actieve studenten van 50% wordt aldus gerealiseerd. • Van de 145 actieve studenten heeft 28% (N=41) de propedeuse afgerond. Van deze 41 studenten hebben 32 (21%) studenten ook reeds het tweede jaar afgerond. Van de 145 studenten heeft 15% (N=22) het getuigschrift behaald. Hun gemiddelde studieduur was 4,7 jaar. • De meeste studenten vallen uit in de propedeuse. In de afgelopen was dit voor 37% het geval. Voor de uitval geldt het streefcijfer van 35%. Aldus is het streefcijfer voor de uitval in het eerste jaar nagenoeg gerealiseerd. De hogeschool wil de uitval terugdringen door de inzet van een team hbo-studie-adviseurs die potentiële studenten individuele voorlichting kunnen geven. Verder wordt gewerkt aan de professionalisering van het mentorenteam, gericht op een adequate begeleiding van studenten en de verdere ontwikkeling van de digitale leeromgeving. Overwegingen Het auditteam heeft geconstateerd dat er streefcijfers op het niveau van de opleiding zijn geformuleerd voor het aantal actieve studenten, de uitval en de doorstroom. Voor het afstudeerrendement heeft de opleiding geen “eigen” streefcijfer geformuleerd (n.b. dit streefcijfer is er wel op het niveau van de hogeschool). Door het ontbreken van met name dit streefcijfer is het voor het auditteam niet mogelijk geweest om een oordeel uit te spreken over de vraag of het rendement van de opleiding voldoet aan het streefcijfer. Conclusie Het auditteam komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel voldoende op dit facet. Samenvattend oordeel Resultaten Het auditteam beoordeelt de facetten 6.1 en 6.2 met een voldoende. Het auditteam beoordeelt op basis hiervan onderwerp 6. ‘Resultaten’ als positief.
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
41/57
42/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
3
Bijlagen
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
43/57
44/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
Bijlage 1:
Deskundigheden auditteamleden
Lid auditteam: De heer drs. R.J.A. Schoen
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
X
X
Studentgebonden deskundigheid
Visitatie- of auditdeskundigheid
Lid auditteam NQA: Mevrouw drs. M.E. Voorthuis
Lid auditteam: De heer drs. D.W. Righters MBA
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s
Studentlid auditteam: Mevrouw J. van den Broek
Hogere Europese Beroepen Opleiding NTI Hogeschool
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de auditteamleden: De heer drs. D.W. Righters MBA De heer Righters heeft in diverse functies en uiteenlopende werksituaties ruime kennis van en ervaring met bedrijfseconomische en managementvraagstukken opgedaan. Ook is hij door zijn docentschap goed bekend met het hoger beroeps onderwijs. De heer Righters heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs en heeft vanuit eerdere visitaties (onder meer als voorzitter bij de visitatie van de opleiding Facilitair Management) kennis van de accreditatiesystematiek. Hij heeft vanuit opleiding en werkervaring internationale kennis van het domein en is daarnaast gediplomeerd Lead-Auditor ISO-9002. Als parttime docent op een HEAO beschikt hij over deskundigheid en affiniteit met het werkveld. Tevens heeft hij als zelfstandig consultant ervaring op het gebied van bedrijfseconomische en managementvraagstukken, kwaliteitsmanagement in het bijzonder.
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
45/57
Sinds 2004 is de heer Righters als docent Organizational Behavior & Marketing verbonden aan de Rotterdam Business School (onderdeel van Hogeschool Rotterdam). Rotterdam Business School heeft een internationaal karakter vanwege het feit dat de studentenpopulatie uit 45 verschillende nationaliteiten bestaat en het curriculum Engelstalig is. Daarnaast heeft RBS internationaal aansluiting bij diverse partnerscholen (Demi) verspreid over Europa, Noord Amerika en Azië. Met deze Demi partners vindt uitwisseling plaats en kunnen wederzijdse studenten een gedeelte van hun studie bij de RBS volgen en/of afronden en vice versa. Naast het verzorgen van diverse colleges bij RBS ben is de heer Righters regelmatig tweede beoordelaar bij scripties van buitenlandse studenten die een double degree willen behalen (studenten van buitenlandse universiteiten die naast het diploma van hun eigen universiteit ook het diploma van de RBS willen behalen). Sinds 2005/2006 is de heer Righters viermaal per jaar gastdocent bij één van de Aziatische partneruniversiteiten; Geely Beijing University. Zijn meest recente bezoek aan Beijing dateert van december 2009. In april 2007 heeft de heer Righters een gastdocentschap vervuld aan de Universiteit van Lubljana, dit staat voor nog drie keer gepland. Vanwege de samenwerking met de universiteit in Beijing China heeft de heer Righters samen met een collega in november 2008 een pilot distant learning ontwikkeld, waarbij naast de didactische aspecten mede gelet is op de cultuuraspecten, communicatieve-en taalvaardigheden, leerstijlen (Nederland vs China). Ujteraard is ook rekening gehouden met het tijdsverschil tussen Nederland en China. In de pilot fase zijn de knelpunten in kaart gebracht en geëvalueerd en uiteindelijk aangepast. Opleiding: 1978 1982 1989 2004 2004 – heden 2009 Werkervaring: 1989 – 1993 1993 – 1997 1997 – 2000 2000 – heden 2000 – heden 2004 – heden 2005 – heden 2007 – heden Dec. 2007
46/57
VWO HEAO Doctoraal Bedrijfskunde, deels op Michigan Business School, Detroit, USA MBA Gediplomeerd Lead-Auditor ISO 9002, Lead Auditor INK Erasmus Universiteit Rotterdam, faculteit Bedrijfskunde; promotietraject. Het promotieonderzoek richt zich op Kwaliteitsmanagement in relatie tot Strategie. Didactische bevoegdheid behaald aan de VU (Vrije Universiteit) Amsterdam.
KLM, Logistiek & Planning (vloot en menskrachtplanning) (4 jaar) KLM, Trainingen verzorgen ten behoeve van grond en vliegend personeel (4 jaar). KLM, Coachen en begeleiden van trainees (3 jaar) Q-minds B.V., adviesbureau op het gebied van economische vraagstukken en kwaliteitsmanagement Docent Bedrijfseconomie Hogeschool Rotterdam, docent Marketing, Finance & Accounting Docent Organizational Behavior & Marketing en docent Research, Rotterdam Business School Geely Beijing University, gastdocent (3 x per jaar) Universiteit van Lubljana, gastdocent (1 week) gastdocent Organisatiekunde, Universiteit van Bielefeld (Bielefeld University of Applied sciences). ( 2x per jaar)
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
De heer drs. R.J.A. Schoen De heer Schoen is ingezet als lid van het auditteam vanwege zijn domeindeskundigheid, zijn internationale deskundigheid, zijn onderwijsdeskundigheid en zijn auditdeskundigheid. Over internationale deskundigheid beschikt de heer Schoen door zijn opleiding en zijn ruime werkervaring op internationaal terrein. Door zijn ruim 20 jaar internationale ervaring als specialist op het gebied van internationale communicatie, media, (overheids-)voorlichting en inspraak, communicatiestrategie-ontwikkeling, communicatieplanning en mediaplanning heeft de heer Schoen een ruime werkvelddeskundigheid. Daarnaast beschikt hij over onderwijsdeskundigheid door zijn ervaring als gastdocent. Door zijn medewerking aan het panel voor de proefaccreditatie van het Honours College Windesheim te Zwolle in 2009 heeft de heer Schoen tevens auditdeskundigheid. Voor deze visitatie heeft hij onze handleiding voor auditteamleden ontvangen, in een voorbereidende vergadering is de heer Schoen aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs, over de onderwijsinstelling en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1981 - 1984 1984 - 1987
R.U. Leiden; kandidaatsexamen Niet westerse Sociologie Universiteit van Amsterdam; MA Communicatiewetenschappem
Werkervaring: 1976 – 1979 Assistent milieu onderzoek Bureau Waardenburg 1978 – 1985 (part time) scriptwriter & productieleider Van Gelder Filmprodukties 1987 – 1991 CMC Communicatie Management Consultants, een adviesbureau op het gebied van communicatie management werkzaam voor opdrachtgevers uit nationale, provinciale en lokale overheid en het bedrijfsleven. 1991 – heden Oprichter/Algemeen directeur SPAN Consultants (www.span.nl); middelgroot internationaal adviesbureau op gebied van communicatie, onderwijs, (publieks-) voorlichting & inspraak in meer dan 40 verschillende landen, waaronder Indonesië, Vietnam, Thailand, De Phillipijnen en China. Diversen: • Lid Commission Education and Communication IUCN World Conservation Union • Lid World Commission Protected Areas IUCN/World Conservation Union
Studentlid mevrouw J. van den Broek Mevrouw Van den Broek is ingezet als studentlid. Zij is tweedejaars studente International Business and Management Studies bij Hogeschool Rotterdam. Mevrouw Van den Broek is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie mevrouw Van den Broek aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2008 – heden 2003 – 2007
International Business and Management Studies (propedeuse behaald) HAVO (cultuur en maatschappij), Einstein Lyceum
Werkervaring: 2009 – heden Domino’s pizza, shift manager juni 2007 Studentenadministratie Hogeschool Rotterdam
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
47/57
Mevrouw drs. M.E. Voorthuis Mevrouw Voorthuis beschikt zowel door haar opleiding als door haar werk over een brede onderwijskundige kennis van en ervaring met het onderwijs. Zij heeft een groot aantal jaren gewerkt als senioradviseur en -onderzoeker op het terrein van met name het hoger onderwijs en de bve sector en hierover gepubliceerd. Voor het hoger onderwijs voerde zij een groot aantal onderzoeken en adviestrajecten uit. Deze hadden onder andere betrekking op de implementatie en evaluatie van tal van onderwijskundige vernieuwingen, alsook op kwaliteitszorg. Andere terreinen waarop zij onderzoek deed en adviestrajecten uitvoerde zijn studiebegeleiding en studieloopbanen, studiekeuzeprocessen en de positie van allochtone studenten in het hoger onderwijs. Daarnaast was zij gedurende een aantal jaren projectleider van een monitorproject van management- en verkooptrainingen bij een gerenommeerd internationaal bedrijf voor managementtrainingen. Als auditor heeft zij ruime ervaring binnen verschillende domeinen in zowel het hoger beroepsonderwijs, als het universitaire onderwijs. Opleiding: 1973 1985 1989 1992 1995 2000
Diploma Pedagogische Academie Doctoraal Pedagogische Wetenschappen, met het hoofdvak Onderwijskunde en de bijvakken Organisatiesociologie en Bestuurskunde Leergang Modulair Onderwijs bij het Nederlands Studie Centrum Cursus Gegevensverwerking met Data Entry en SPSS/PC+ Training Krauthammer International Cursus Vergelijking ATLAS/ti-Nvivo
Werkervaring: 1973 – 1977 1985 – 2002 2002 – 2004 2004 – heden 2005
Basisonderwijs SCO-Kohnstamm instituut van de Universiteit van Amsterdam HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg Netherlands Quality Agency Vanuit NQA gedetacheerd bij de Quality Assurance Netherlands Universities (QANU)
48/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
49/57
50/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
51/57
52/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
Bijlage 3
Bezoekprogramma
Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers
09.00 – 11.00 uur
Ontvangst Materiaalbestudering
(Auditteam)
11.00 – 11.45 uur
Gesprek met opleidingsmanagement De heer J. (Jeffrey) van Zaalen MEd Business unit manager Hogeschool NTI/ NTI University Mevrouw drs. E.(Ellis) Nieveen Senior Opleidingscoördinator Mevrouw drs. A.M. (Anne-Marie) Draijer Opleidingscoördinator European Studies Mevrouw drs. L. (Leny) Baas Beleidsmedewerker Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie
11.45 – 12.30 uur
Gesprek met studenten
Mevrouw L. (Lonneke) Jansen Mevrouw S. (Sophie) Kool Mevrouw C. (Corina) Grotenhuis De heer B. (Bouke) Dambrink
12.30 – 13.15 uur
Lunchpauze
13.15 – 14.00 uur
Gesprek met docenten
De heer drs. F. ( Frans) de Swart (hoofddocent) De heer Dr. C. (Cor) Groenewold Mevrouw Mr. A. (Sandra) Eversdijk Mevrouw drs. J. (Jeannet) Stada Mevrouw drs. P. (Petra) Jansma De heer H. (Henny) Nieuwenhuis MM De heer drs. A. (Adriaan) de Boo
14.00 – 14.45 uur
Gesprek met werkveld en afgestudeerden
De heer drs. H. (Henk) Letschert (beroepenveldcommissie BVC) De heer drs. R. (Rik) Hindriks (BVC) De heer L. (Leen) Breevoort MBA (BVC) De heer drs. J. (Jacques) Steeghs (BVC) De heer G. (Gerard) Verhulst RM (BVC) Mevrouw C. (Chantal) Linnemann BA (afgestudeerde en BVC lid) Mevrouw. N. (Nathalie) Brouwer BA (afgestudeerde)
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
53/57
Tijdstip
Programmaonderdeel
14.45 – 15.00 uur
pauze
15.00 – 16.30 uur
Eventuele extra gesprekken Materiaal bestuderen/ digitale leeromgeving Intern overleg auditteam
16.30 -17.00 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement en afronding
Deelnemers
(Auditteam)
De heer J. (Jeffrey) van Zaalen MEd Business unit manager Hogeschool NTI/ NTI University Mevrouw drs. E.(Ellis) Nieveen Senior Opleidingscoördinator Mevrouw drs. A.M. (Anne-Marie) Draijer Opleidingscoördinator European Studies Mevrouw drs. L. (Leny) Baas Beleidsmedewerker Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie
17.00 – 17.30 uur
54/57
Afsluitend overleg auditteam
(Auditteam)
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
Bijlage 4
Bijlage A Bijlage B Bijlage C Bijlage D Bijlage E Bijlage F Bijlage G Bijlage H Bijlage I Bijlage J Bijlage K Bijlage L Bijlage M Bijlage N Bijlage O Bijlage P Bijlage Q Bijlage R Bijlage S Bijlage T Bijlage U Bijlage V
Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal
Opleidingsprofiel European Studies Vergelijking aanbieders European Studies Missie en visie NTI Samenstelling Raad van Advies Hogeschool NTI/ NTI University Reglement beroepenveldcommissie Samenstelling/ CV’s beroepenveldcommissie European Studies Curriculumoverzicht European Studies Literatuurlijst European Studies Studiehandleiding jaar 1 Docentenbeleid NTI Voorbeeldmateriaal Modulewijzers European Studies Voorbeeldmateriaal Beroepsopdrachten European Studies Toetsbeleid Onderwijs- en examenreglement European Studies Samenstelling/ CV’s docenten European Studies Functiekaarten docenten Docenttevredenheidsonderzoek 2009 (DTO) Studenttevredenheidsonderzoek 2009 (STO) Verbeterplan 2010 Conceptbeleid werkveldonderzoek Evaluatie-overzicht Hogeschool NTI (bronnen van input) Representatieve Selectie scripties European Studies
Map aanvullende Beleidsdocumenten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Landelijke beroeps- en competentieprofielen European Studies Opleidingsconcept Toetsbeleid Criteria literatuur Begeleidingsbeleid mentoren Reglement Studentenraad, leden, notulen Reglement Raad van advies, leden, notulen Reglement Examencommissie 2010 Notulen Beroepenveldcommissie Verslag recente training stage- en scriptieadviseurs Stage- en scriptiehandleiding Algemeen reglement bewaar- en beroepsprocedure, algemene voorwaarden Paepon
Map Kwaliteitszorg (aanvullende documenten ter inzage): 1. 2. 3. 4.
Handboek Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg CIPP evaluatieformulieren ISO 9001:2000 certificering Evaluatie tentamen / praktijktraining
Map Examinering (aanvullende documenten ter inzage): 1. Handboek Examinering Hogeschool NTI Mappen studiemateriaal (aanvullende documenten ter inzage) Map tentamens (aanvullende documenten ter inzage)
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
55/57
56/57
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
Bijlage 5
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
Het domeinspecifieke referentiekader is te vinden op de website van de HBO-raad: www.hbo-raad.nl. De door de opleiding gebruikte negen competenties zijn onderverdeeld in een aantal deelcompetenties. 1. Sociale en communicatieve competenties • Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie; (sociaal) • Intern communiceren op alle niveaus. (communicatief) 2. Zelfsturende competentie en beroepshouding • Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling • Nadenken over, reflecteren op en verantwoordelijkheid nemen voor eigen ontwikkeling; • Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten; • Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche; • Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling; • Nadenken over, reflecteren op en verantwoordelijkheid nemen voor eigen ontwikkeling ; • Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten; • Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche. 3. Talige competentie • Uitstekende beheersing van het Nederlands in woord en geschrift; • (Zeer) goede beheersing van het Engels in woord en geschrift; • (Zeer) goede beheersing van andere talen. 4. Onderzoeken • Algemene onderzoeksmethoden en –technieken; • Praktijkonderzoek. 5. Analyseren • Kennis van doelgroepen; • Kennis van communicatie en media • Kennis van samenleving en cultuur • Kennis van organisaties en markt 6. Formuleren en adviseren • Kennis van communicatieadvisering • Kennis van interactieve beleidsvorming • Kennis van rapportagetechnieken 7. Ontwikkelen • Kennis van informatie- en communicatieproducten en –processen • Kennis van projectmanagement 8. Realiseren/uitvoeren • Kennis van veranderstrategieën en implementatietrajecten • Kennis van innovatief ondernemen • Kennis van het productieproces van communicatiemiddelen • Kennis van professionele codes m.b.t. producten en gedrag • Kennis van presentatietechnieken 9. Evalueren • Kennis van systemen van kwaliteitszorg.
© NQA – NTI: audit bestaande hbo-bachelor Hogere Europese Beroepen Opleiding
57/57