NOVEMBER 2012
Whitepaper: de fiscale voordelen van telewerken
NOVEMBER 2012
INHOUDSOPGAVE I. Loon en voordelen a. Maaltijdcheques b. Bedrijfswagen c. GSM
II. Terbeschikkingstelling van werkmiddelen a. Werkmiddelen b. Pc-privéplan
III. Terugbetaling van kosten inherent aan telewerk IV. Besluit
Whitepaper: de fiscale voordelen van telewerken
1
NOVEMBER 2012
1. Telewerk kan worden gedefinieerd als zijnde “een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarin, met gebruikmaking van informatietechnologie, in de context van een arbeidsovereenkomst of –verhouding, werkzaamheden die ook op de bedrijfslocatie van de werkgever zouden kunnen worden uitgevoerd, op regelmatige basis buiten die bedrijfslocatie worden uitgevoerd”.1 2. In de regel is ‘Titel VI. De overeenkomst voor tewerkstelling van huisarbeiders’ van de Wet van 3 juli 1987 betreffende de arbeidsovereenkomsten2 van toepassing op alle telewerkers, met uitzondering van de artikelen 119.3 tot 119.12 die niet van toepassing zijn voor telewerkers op wie de CAO nr. 853 van toepassing is.4
Telewerkers thuis
Wet van 3 juli 1978
CAO nr. 85
Ja
Ja
(m.u.v. Artt. 119.3-119.12) Mobiele telewerkers
Ja
Nee
Telewerkers in een satellietkantoor
Ja
Nee
3. Vooraleer de stap wordt gezet of toestemming wordt gevraagd aan de werkgever om eventueel van thuis uit de dagdagelijkse werkzaamheden te verrichten, is het handig om alle fiscale aspecten van de telewerker op een rij te zetten.5
I.
Loon en voordelen
a.
Maaltijdcheques
4. Op het eerste zicht lijkt het nogal vreemd dat telewerkers recht zouden hebben op maaltijdcheques, daar de toekenning van dit voordeel gezien wordt als een soort compensatie voor de uitgaven die de werknemer moet doen wanneer deze de middagmaaltijd niet thuis kan nuttigen. De wettekst op zich vormt evenwel geen obstakel om het belastingvrij voordeel van de maaltijdcheque ook toe te kennen aan een telewerker, daar artikel 19, §2, 2° van het KB van 28 november 19696 stelt dat ‘het aantal toegekende maaltijdcheques gelijk moet zijn aan het aantal dagen waarop de werknemer normale werkelijke arbeid verricht’. Telewerkers hebben aldus recht op maaltijdcheques, ook voor de dagen waarin ze thuis werden, omdat ze op die dagen ook effectief arbeid verrichten. 5. Maaltijdcheques worden volledig vrijgesteld van belasting in de zin van artikel 38, §1, lid 1, 25° WIB indien een aantal voorwaarden cumulatief vervuld zijn (artikel 38/1, §2 WIB): 1) De toekenning van de maaltijdcheque moet vervat zijn in een sectorale of ondernemings-CAO of, indien dergelijke CAO niet kan worden gesloten, in een individuele overeenkomst;Het aantal toegekende maaltijdcheques moet gelijk zijn aan het aantal effectieve arbeidsdagen (een compensatiedag is geen effectieve arbeidsdag); 2) De maaltijdcheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd; 3) De maaltijdcheque vermeldt duidelijk dat zijn geldigheidsduur beperkt is tot drie maanden en dat hij slechts mag worden gebruikt ter betaling van eetmaal of voor de aankoop van verbruiksklare voeding; 4) De tussenkomst van de werkgever in het bedrag van de maaltijdcheque mag ten hoogste 5,91 EUR per maaltijdcheque bedragen; 5) De tussenkomst van de werknemer in het bedrag van de maaltijdcheque moet ten minste 1,09 EUR per maaltijdcheque bedragen;
Whitepaper: de fiscale voordelen van telewerken
2
NOVEMBER 2012
Indien één van de voorwaarden niet voldaan is, dan kunnen de maaltijdcheques niet als vrijgestelde sociale voordelen beschouwd worden en dienen ze gezien te worden als belastbaar loon in hoofde van de telewerker. b. Bedrijfswagen 6. Ook de toekenning van een bedrijfswagen kan op het eerste zicht vreemd lijken, zeker in het geval de telewerker uitsluitend van thuis uit werkt en geen verplaatsingen voor professionele doeleinden dient te verrichten. In tegenstelling tot de maaltijdcheque wordt het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig niet volledig vrijgesteld. In de regel dient dit voordeel gewaardeerd en belast worden aan de werkelijke waarde ervan voor de werknemer. Als uitzondering hierop kan de Koning echter regels opstellen om het voordeel forfaitair te ramen, zoals Hij dat gedaan heeft voor het voordeel van de bedrijfswagen in artikel 18, §3, 9° KB/WIB. Aantal privékilometers 7. Voor de berekening van het in aanmerking te nemen belastbaar voordeel van alle aard dient het aantal privékilometers als volgt te worden vastgesteld: Afstand woonplaats – vaste plaats van tewerkstelling
Minimum kilometeraantal privégebruik
≤ 25 km
5000
> 25 km
7500
Voor de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen aan een telewerker kunnen vervolgens drie situaties worden onderscheiden: •
Hypothese 1: De telewerker werkt uitsluitend thuis en verplaatst zich nooit voor professionele doeleinden
-
Geen woon-werk verplaatsingen
-
Afstand woonplaats – vaste plaats van tewerkstelling ≤ 25 km: minimum 5000 privékilometers worden in aanmerking genomen voor het bepalen van het voordeel, tenzij de fiscale Administratie aantoont dat het aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde kilometers hoger ligt dan 5000.
•
Hypothese 2: De telewerker werkt thuis en verplaatst zich af en toe voor professionele doeleinden (al dan niet naar klanten of de vaste plaats van tewerkstelling)
-
In principe geen woon-werk verplaatsingen
-
Afstand woonplaats – vaste plaats van tewerkstelling ≤ 25 km: minimum 5000 privékilometers worden in aanmerking genomen voor het bepalen van het voordeel, tenzij de fiscale Administratie aantoont dat het aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde kilometers hoger ligt dan 5000.
•
Hypothese 3: De telewerker werkt op een andere plaats dan zijn woonplaats, maar niet op de vaste plaats van tewerkstelling (bijvoorbeeld een tweede woonplaats)
-
Wel woon-werk verplaatsingen
-
Afstand woonplaats – vaste plaats van tewerkstelling (tweede woonplaats) is naar gelang het geval ≤ 25 km of > 25 km, waardoor ofwel 5000 ofwel 7500 privékilometers in aanmerking dienen te worden genomen, tenzij de fiscale Administratie aantoont dat het aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde kilometers hoger ligt.
Berekening van het belastbaar voordeel 8. De formule ter berekening van het forfaitair belastbaar voordeel heeft in de afgelopen jaren al een paar wijzigingen ondergaan.
Whitepaper: de fiscale voordelen van telewerken
3
NOVEMBER 2012
Vóór 1 januari 2010: Belastbaar voordeel van alle aard = Aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde kilometers x Voordeel in EUR per afgelegde kilometer rekening houdend met de belastbare kracht van het voertuig in pk)
*Het aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde kilometers mag nooit minder bedragen dan 5000. Voordeel in EUR per afgelegde kilometer7 Fiscale pk
Aanslagjaar
Basisbedrag
2008
2009
2010
4
0,1380
0,1649
0,1682
0,1750
5
0,1620
0,1936
0,1975
0,2054
6
0,1790
0,2139
0,2182
0,2270
7
0,1980
0,2366
0,2414
0,2511
8
0,2160
0,2581
0,2633
0,2739
9
0,2350
0,2808
0,2865
0,2980
10
0,2600
0,3107
0,3169
0,3297
11
0,2850
0,3406
0,3474
0,3614
12
0,3020
0,3609
0,3681
0,3830
13
0,3210
0,3836
0,3913
0,4071
14
0,3330
0,3980
0,4059
0,4223
15
0,3470
0,4147
0,4230
0,4401
16
0,3570
0,4267
0,4352
0,4527
17
0,3640
0,4350
0,4437
0,4616
18
0,3730
0,4458
0,4547
0,4730
19 en meer
0,3800
0,4541
0,4632
0,4819
Voorbeeld: - Telewerker: geen woon-werk verkeer - Voertuig = VW Golf 1.6 TDI Bluemotion; fiscale pk = 9 (voordeel in EUR per afgelegde kilometer voor inkomstenjaar 2009, aanslagjaar 2010 = 0,2980) - Bedrag voordeel alle aard = 5000 km x 0,3297 = 1.490,00 EUR Vanaf 1 januari 2010:8
Belastbaar voordeel van alle aard = Aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde kilometers x CO2-uitstoot in g/km x Coëfficiënt CO2 EUR
Whitepaper: de fiscale voordelen van telewerken
4
NOVEMBER 2012
*Het aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde kilometers mag nooit minder bedragen dan 5000 en het voordeel per weerhouden kilometer mag niet lager zijn dan 0,10 EUR. Aanslagjaar
Coëfficiënt CO2 EUR
2011
2012
Dieselauto’s
0,0023
0,00237
Benzineauto’s
0,0021
0,00216
Voorbeeld: - Telewerker: geen woon-werk verkeer - Voertuig = VW Golf 1.6 TDI Bluemotion; CO2-uitstoot 99g/km; - Bedrag voordeel alle aard = 5000 km x 99 x 0,00237 = 1.173,15 EUR (*1.173,15 EUR/5000km= 0,23 EUR/km, dus het minimum van 0,10 EUR per weerhouden privékilometer is gerespecteerd) Vanaf 1 januari 2012 (ingevolge het regeerakkoord):9
Voordeel van alle aard = 6/7 x Catalogusprijs x CO2-percentage
*Het CO2-percentage bedraagt minimaal 4% en maximaal 18% en het voordeel bedraagt nooit minder dan 1.200,00 EUR. Referentie Dieselauto’s
95 g/km = 5,5%
Benzineauto’s
115g/km = 5,5%
+/- 1 g/km +/- 0,1%
Voorbeeld: - Telewerker: geen woon-werk verkeer - Voertuig = VW Golf 1.6 TDI Bluemotion; catalogusprijs 21.650,00 EUR; CO2-uitstoot 99g/km (CO2-percentage = (99-95) x 0,1 + 5,5 = 5,9%); - Bedrag voordeel alle aard = 6/7 x 21.650,00 EUR x 5,9% = 1.094,87 EUR, opgetrokken naar 1.200,00 EUR (*het voordeel mag niet lager zijn dan 1.200,00 EUR) Vanaf 1 januari 2012 is het minimum forfait van 5000 privékilometers voor telewerkers die (uitsluitend) van thuis uit werken irrelevant voor de berekening van het voordeel van alle aard waarop men zal worden belast in de personenbelasting.
Whitepaper: de fiscale voordelen van telewerken
5
NOVEMBER 2012
Vanaf 1 mei 201210 9. De cataloguswaarde voor nieuwe wagens en leasingwagens wordt in de wetgeving gedefinieerd als ‘de gefactureerde waarde met inbegrip van opties en BTW, zonder rekening te houden met kortingen, verminderingen, e.d.’. Voor tweedehandswagens werd oorspronkelijk gesteld dat zou worden uitgegaan van de effectieve tweedehandswaarde. 10. Na de inwerkingtreding van de Wet van 28 december 2011 is vastgesteld dat er reeds misbruiken opdoken door nieuwe wagens voor te stellen als tweedehandswagens, zodat de basis van de berekening kunstmatig naar beneden gehaald wordt en op die manier belastingen worden ontweken. De strikte toepassing van de wet zou ook een verschil kunnen opleveren voor eenzelfde wagen die even oud is, wanneer de ene nieuw is aangekocht en de andere tweedehands. Daarom heeft de regering een voorstel tot wijziging ingediend dat stelt dat voor nieuwe wagens, lesasingwagens en tweedehandswagens altijd dient te worden uitgegaan van de catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij de verkoop aan een particulier, inclusief opties en BTW, zonder rekening te houden met enige kortingen of verminderingen. Voortaan zal echter wel rekening worden gehouden met de ouderdom van het voertuig door op de cataloguswaarde een correctiecoëfficiënt toe te passen in functie van de ouderdom van het voertuig. Ouderdom van het voertuig(*)
% van de cataloguswaarde
0 – 12 maanden
100%
13 – 24 maanden
94 %
25 – 36 maanden
88%
37 – 48 maanden
82%
49 – 60 maanden
76%
Vanaf 61 maanden
70%
(*) Periode verstreken sinds de eerste inschrijving van het voertuig. De fiscus benadrukt hierbij dat elke begonnen maand voor een volledige maand telt. Wanneer een wagen dus ‘in de loop van de maand’ in een volgende schijf terechtkomt, zal men voor die maand nog rekening moeten houden met de hogere cataloguswaarde; de degressiviteit speelt maar ten volle vanaf de maand die daarop volgt.
(!) Opgelet: Dit voorstel tot wetswijziging is nog niet definitief en zal pas van toepassing zijn zodra de wetswijziging van kracht is. Bovenstaande informatie is aldus nog steeds voor aanpassingen vatbaar. Wie hieromtrent nog vragen heeft, kan ons steeds contacteren.
c. GSM 11. Net zoals de kosteloze ter beschikking stelling van een bedrijfswagen, is ook het kosteloos ter beschikking hebben van een GSM niet volledig vrijgesteld. In tegenstelling tot de bedrijfswagen echter heeft de Koning het voordeel niet forfaitair vastgelegd, waardoor dit voordeel dient te worden belast aan de werkelijke waarde ervan voor de telewerker. Dit werd bevestigd door de minister van Financiën in een antwoord op een Parlementaire Vraag van 19 maart 200811: “Het voordeel moet in principe worden vastgesteld in verhouding tot de waarde die het heeft bij de begunstigde. (…). Gelet op de diversiteit aan toestellen en tariefstructuren, lijkt het mij echter niet opportuun om ter zake forfaitaire waarderingsregels uit te vaardigen.” 12. In de praktijk zal de waarde van het voordeel worden bepaald rekening houdend met de aankoopprijs, de waarde van het abonnement, de facturen van de operator en het akkoord tussen werknemer en werkgever wat het gebruik van de GSM betreft.12
Whitepaper: de fiscale voordelen van telewerken
6
NOVEMBER 2012
II.
Terbeschikkingstelling van werkmiddelen
a.
Werkmiddelen
13. Conform artikel 9 van de CAO nr. 8513 is de werkgever verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen, het installeren en het onderhouden van de voor telewerk benodigde apparatuur. De werkgever vergoedt of betaalt uitsluitend de kosten van de verbindingen en de communicatie die verband houden met het telewerk. Indien de telewerker zijn eigen apparatuur gebruikt, zijn de aan het telewerk verbonden kosten inzake installatie van informaticaprogramma’s, werking en onderhoud, alsook de kosten inzake afschrijving van de apparatuur, voor rekening van de werkgever. De kosten voor rekening van de werkgever worden voor de aanvang van het telewerk berekend naar rata van de prestaties van telewerk of volgens een door de partijen overeengekomen verdeelsleutel.
b.
Pc-privéplan
14. Elke werkgever is er dus toe gehouden om zijn telewerkers van het nodige materiaal ter beschikking te stellen van de telewerker. Teneinde het telewerk aantrekkelijker te maken voor zowel de werkgever als de telewerker zelf, heeft de regering Verhofstadt destijds het ‘pc-privéplan’ in het leven geroepen.14 15. De werkgever kan de telewerker hierbij op twee manieren ter hulp schieten: ofwel door de gratis terbeschikkingstelling van het noodzakelijke materiaal in de privéwoning van de telewerker, ofwel door de tussenkomst bij aankoop van informaticamateriaal door de telewerker zelf. Gratis ter beschikking stellen van het nodige materiaal 16. Net zoals bij de gratis ter beschikking stelling van de bedrijfswagen, is dit voordeel eveneens niet volledig vrijgesteld van belasting. Het belastbaar voordeel van alle aard dat voortvloeit uit het privégebruik van een pc of van een internetaansluiting wordt overeenkomstig artikel 18, §3, 10° KB/WIB eveneens forfaitair vastgesteld. Belastbaar voordeel van alle aard = Kosteloos ter beschikking gestelde pc: 180 EUR/jaar Internetaansluiting en internetabonnement: 60 EUR/jaar
Tussenkomst bij aankoop van informaticamateriaal Voor 1 januari 2009: 17. Wat de tussenkomst bij aankoop van informaticamateriaal betreft, werd de telewerker tot eind 2008 overeenkomstig artikel 38, §1, lid 1, 17° WIB een vrijstelling verleend indien een aantal voorwaarden cumulatief vervuld waren:15 1) De werkgever diende het aanbod waarbij hij zichzelf ertoe verbond om tussen te komen in de aankoopprijs van een pc met randapparatuur, printer, internetaansluiting en –abonnement vast te leggen in een ‘pc-privéplan’ waarin alle voorwaarden en verdere modaliteiten duidelijk beschreven werden; 2) Dit ‘pc-privéplan’ moest op het gehele personeel van toepassing zijn en voor iedere werknemer in dezelfde omstandigheden en gunstvoorwaarden gelijk zijn;
Whitepaper: de fiscale voordelen van telewerken
7
NOVEMBER 2012
3) Minimumvoorwaarden voor het ‘pc-privéplan’: a. Duidelijke omschrijving van de apparatuur en de voor de bedrijfsvoering dienstige software; b. De werknemer moest vrij kunnen kiezen, doch deze moest ten minste twee onderdelen van het aanbod aanschaffen; c. De werkgeverstussenkomst moest per onderdeel van het aanbod worden opgegeven; d. De werkgeverstussenkomst was enkel mogelijk voor nieuw materiaal, behoudens het tweedehandsmateriaal dat door de werkgever zelf werd doorverkocht; e. De werkgeverstussenkomst gebeurde tegen afgifte van een door de werknemer eensluidend verklaard afschrift van de aankoopfactuur of het aankoopbewijs in naam van de werknemer; f.
De aankoop diende te gebeuren bij een derde die werd aangewezen in het kader van het ‘pc-privéplan’;
g. De werkgeverstussenkomst was beperkt tot één ‘aankoop’ per drie belastbare tijdperken. Daarnaast werd de tussenkomst van de werkgever beperkt tot 60% van de aankoopprijs (excl. BTW), en geplafonneerd op 1.250,00 EUR.16 In de mate dat alle voorwaarden zijn voldaan, voorzag de wetgever aldus in een vrijstelling voor wat de tussenkomst in de aankoopkost van informaticamateriaal betrof; de tussenkomst die het bedrag van 1.250,00 EUR17 overschreed, werd vervolgens beschouwd als belastbare bezoldiging. Vanaf 1 januari 2009: 18. Sinds het aanslagjaar 2010 is de PC privé-regeling grondig gewijzigd door Wet betreffende diverse bepalingen d.d. 6 mei 2009. 18 De regeling is enerzijds vereenvoudigd in die zin dat de werkgever geen georganiseerd ‘pc-privéplan’ meer dient op te stellen. Anderzijds is het zowel het bedrag van de belastingvrije tussenkomst verlaagd, als het toepassingsgebied beperkt. 19. Vanaf het aanslagjaar 2010 is overeenkomstig het gewijzigd artikel 38, §1, lid 1, 17° WIB enkel de werkgeverstussenkomst van maximaal 550,00 EUR19 in de aankoopprijs belastingvrij, voor de aankoop in nieuwe staat van een personal computer (PC) al dan niet met randapparatuur, internetaansluiting en/of abonnement door de werknemer, op voorwaarde dat de bruto belastbare jaarbezoldiging van die werknemer niet meer bedraagt dan 21.600,00 EUR. 20 De regeling geldt enkel voor werknemers, waaronder wordt verstaan arbeiders, bedienden en ambtenaren die tewerkgesteld zijn met een arbeidsovereenkomst of overeenkomstig een statuur. Bedrijfsleiders, zelfs met arbeidsovereenkomst, zijn dus uitgesloten van deze fiscale vrijstellingsregeling. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de aankoop van randapparatuur op zich volgens de fiscale administratie geen fiscaal voordeel kan opleveren, doch enkel als deze aankoop gepaard met de aankoop van een PC in hetzelfde belastbaar tijdperk21. Cruciaal is om te weten wat dient te worden verstaan onder ‘randapparatuur’ en wat het onderscheid is tussen ‘randapparatuur’ en een ‘PC’. De minister van Financiën22 heeft alvast verduidelijkt dat een ‘tabletcomputer’ niet kan worden aangemerkt als volwaardige PC en dus enkel als randapparatuur in aanmerking kan komen.23 Deze tegemoetkoming kan eveneens slechts één maal per periode van drie belastbare tijdperken worden toegekend. In de mate dat alle voorwaarden zijn voldaan, voorziet de wetgever op heden aldus in een veel beperktere vrijstelling dan vroeger voor wat de tussenkomst in de aankoopkost van informaticamateriaal betreft; de tussenkomst die het bedrag van 550,00 EUR24 overschrijdt, wordt beschouwd als belastbare bezoldiging.
Whitepaper: de fiscale voordelen van telewerken
8
NOVEMBER 2012
III. Terugbetaling van kosten inherent aan telewerk 20. De telewerker kan, naast voorgaande fiscale voordelen, ook rekenen op een terugbetaling van ‘kosten inherent aan telewerken’. In de regel wordt de terugbetaling van kosten inherent aan telewerk voorzien in een CAO of in een individuele arbeidsovereenkomst. In eerste instantie gaat men er dus van uit dat partijen zelf tot een regeling zullen komen. Dit forfait komt bovenop het gewone loon van de telewerker. Bij gebreke aan een CAO of een vermelding in de arbeidsovereenkomst, voorziet artikel 119.6 van de Wet van 3 juli 197825 in een subsidiaire bepaling die een forfait van 10% van het (bruto)loon vastlegt voor de terugbetaling van deze kosten, tenzij de werknemer met verantwoordingsstukken kan aantonen dat de werkelijke kosten hoger liggen dan 10%. Omwille van het feit dat artikel 119.6 echter niet van toepassing is op telewerkers die onder het toepassingsgebied vallen van de CAO nr. 8526 en de CAO nr. 85 zelf geen gelijkaardige bepaling bevat, bestaat er geen subsidiair forfait van 10% voor telewerkers die uitsluitend thuis werken. Aldus dienen verschillende hypothesen te worden onderscheiden: •
Hypothese 1: de telewerker valt niet onder CAO nr. 85: o CAO of individuele arbeidsovereenkomst voorziet een eigen regeling voor de terugbetaling van kosten inherent aan telewerk; o Bij gebreke aan een CAO of individuele arbeidsovereenkomst heeft de telewerker recht op de subsidiaire forfaitaire vergoeding van 10%.
•
Hypothese 2: de telewerker valt wel onder de CAO nr. 85: o CAO of individuele arbeidsovereenkomst voorziet een eigen regeling voor de terugbetaling van kosten inherent aan telewerk; o Bij gebreke aan een CAO of individuele arbeidsovereenkomst heeft de telewerker geen recht op de subsidiaire forfaitaire vergoeding van 10%.
21. Kosten inherent aan telewerk zijn onder andere elektriciteitskosten, verwarmingskosten, kosten voor watergebruik, kosten voor gasgebruik, huisvestingskosten, onderhoudskosten, afschrijvingen van meubilair en kantoorbenodigdheden, boeken en tijdschriften voor professioneel gebruik, vergaderingen, diners en uitnodigingen in de privéwoning, bijdragen voor beroepsorganisaties, kleine onkosten zoals carwash en parkinggeld, etc. 22. Fiscaalrechtelijk dient de terugbetaling van kosten inherent aan telewerken gezien te worden als een vergoeding voor ‘eigen kosten van de werknemer’. Artikel 31, §2, 1° WIB bepaalt uitdrukkelijk dat deze vergoedingen geen deel uitmaken van het belastbaar loon. Werkelijke kosten 23. In principe vormt de terugbetaling van kosten die werkelijk werden gemaakt geen probleem, aangezien de verantwoordingsstukken beantwoorden aan de realiteit van de kosten. Forfait 10% 24. Problemen zouden wel kunnen ontstaan indien deze kosten forfaitair worden terugbetaald, zonder dat enig verantwoordingsstuk voorhanden is. De fiscale Administratie is hier echter in tegemoet gekomen door uitdrukkelijk te stellen dat ‘hoewel het bedrag van sommige eigen kosten van de werkgever forfaitair door de werkgever berekend wordt, verliezen ze hierdoor niet de aard van werkelijke kosten wanneer hun bedrag bepaald is overeenkomstig bepaalde normen die het resultaat zijn van herhaalde waarnemingen en steekproeven’. 27 Bovendien heeft ook de minister uitdrukkelijk verklaard in een bericht aan de werkgevers28 dat het forfait van 10% voor kosten inherent aan telewerk niet onderworpen zal worden aan de bedrijfsvoorheffing.
Whitepaper: de fiscale voordelen van telewerken
9
NOVEMBER 2012
IV. Besluit 25. Ondanks de fiscale tegemoetkomingen die worden toegekend aan telewerkers, blijken in de praktijk nog heel wat hinderpalen op de weg naar telewerken. Werknemers vrezen voor hun loopbaan, het verlies van sociaal contact met collega’s en een vermindering van de betrokkenheid bij het bedrijf. Werkgevers maken zich vooral zorgen over de kosten van het teleproject, de mogelijke beveiligingsrisico’s en het gebrek aan controle over telewerkers.29
Zullen (bijkomende) fiscale voordelen de bestaande hinderpalen ooit volledig naar de achtergrond kunnen verdringen?
Auteur: Thierry Lauwers Advocaat - Vennoot, Advocatenkantoor Th. Lauwers te Sint-Martens-Latem (www.lauwers-law.be). Docent aan de Postacademische opleidingen “Vastgoedrecht” en “Financieel recht” en aan de Hogeschool Gent. Artikel 2 van de Europese Raamovereenkomst van 16 juli 2002 over het telewerk; Artikel 2 van de CAO nr. 85 van 9 november 2005 betreffende het telewerk, B.S. 5 september 2006. 2 Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, B.S. 22 augustus 1978. 3 CAO nr. 85 van 9 november 2005 betreffende het telewerk, B.S. 5 september 2006. 4 F. Robert, Telewerk. Juridische aspecten en recente ontwikkelingen, Larcier, Brussel, 2008, 8. 5 F. Robert, “Le point sur les aspects juridiques, fiscaux et de sécurité sociale du télétravail à domicile”, C. & F.P. 2011/7, 2-17, F. Robert, “Aperçu des aspects juridiques, rémunération et coûts du télétravail”, C. & F.P. 2008/4, 181-194. 6 KB van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijk zekerheid der arbeiders, B.S. 5 december 1969. 7 Hoofdstuk 3 van bijlage 1, KB/WIB 92 8 KB van 10 januari 2010 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van alle voordelen van alle aard, B.S. 15 januari 2010 9 Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen, B.S. 30 december 2011. 10 Bericht van de fiscale Administratie d.d. 26 januari 2012. 11 Parl.Vr. nr. 196 van M. Bogaert d.d. 13 maart 2008. 12 FAQ belastingadministratie. 13 CAO nr. 85 van 9 november 2005 betreffende het telewerk, B.S. 5 september 2006. 14 Artikel 396 Programmawet van 24 december 2002, B.S. 31 december 2002. 15 KB van 25 maart 2003, B.S. 4 april 2003; Circulaire van 9 februari 2005, Ci. RH. 241/560.386. 16 Geïndexeerd bedrag AJ 2009: 1.660,00 EUR. 17 Geïndexeerd bedrag AJ 2009: 1.660,00 EUR. 18 Wet van 6 mei 2009 betreffende de diverse bepalingen, B.S. 19 mei 2009; Lettre d’Info Actualités Fiscales n° 44 d.d. 1 décembre 2011. 19 Geïndexeerd bedrag AJ 2012: 780,00 EUR. 20 Geïndexeerd bedrag AJ 2012: 30.540,00 EUR. 21 Circulaire Ci.RH.241/602.082 d.d. 11 juli 2011. 22 Kamercommissie voor de Financiën, Integraal Verslag, 22 november 2011, CRIV 53 COM 339, 8. 23 JDV, “Nieuwe PC-privé-regeling: ‘tabletcomputer’ is geen PC”, Fiscoloog nr. 1274, 4. 24 Geïndexeerd bedrag AJ 2012: 780,00 EUR. 25 Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, B.S. 22 augustus 1978. 26 CAO nr. 85 van 9 november 2005 betreffende het telewerk, B.S. 5 september 2006. 27 Com.IB 31/36. 28 Bericht aan de werkgevers en andere schuldenaars van inkomsten onderworpen aan bedrijfsvoorheffing, B.S. 13 april 2000, 16. 29 Syntheseonderzoek in Vlaanderen, Onderzoeksrapport van M. Walrave en M. De Bie (2005) Teleworking @ home or close to home (www.tijdvoortelewerk.be). 1
Whitepaper: de fiscale voordelen van telewerken
10
NOVEMBER 2012