NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
VAN 11 september 2012 Aanwezig: Willy Kuijpers, burgemeester-voorzitter - Jos Bex, Jo De Clercq, Luk Draye, Arlette Caes, Maria Helena Schouteden, Chris Gielens, schepenen - Danny De Greef, Philippe Scheys, Veer Dusauchoit, Lut Rampelbergh, Liesbeth Van Hemelrijck, Katleen D'Haese, Guido Claes, Annemie Legrand, Maarten Forceville, Katrien Put, Griet Lissens, Jean-Pierre Dekeyser, Chris Gielens, Delila Denivelle, Jos Vandikkelen, Johan Windels, raadsleden - Herman Artois, gemeentesecretaris. Verontschuldigd: Jos Renard, Peter Janssens, raadsleden.
-
De voorzitter opent de vergadering om 20u.
AGENDA *** OPENBARE VERGADERING *** 1 a) Ontslag raadslid Marie Thérèse Vandebroeck – kennisneming. b) Onderzoek van de geloofsbrieven van een opvolgend gemeenteraadslid. c) Eedaflegging van de opvolger en aanstelling als gemeenteraadslid-titularis. 2 Verslaggeving in het raam van artikel 53 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. 3 Nieuwe straatnaam “Den Boomgaard” – definitieve vaststelling 4 RUP Open Ruimte definitieve aanvaarding 5 RUP De Vloer – inherzieningstelling. 6 Straatnamen – verkaveling Kouterstraat – Rijweg (Meulenveld) – princiepsbeslissing. 7 Aanstellen van een bedrijfsrevisor voor het AGB Dienstencentrum De Kouter – onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking – goedkeuring van het bestek. 8 Aanstellen van twee commissarissen voor het AGB Dienstencentrum De Kouter. 9 Voetweg nr. 62 – voorstel tot gedeeltelijke verplaatsing. 10 Voetweg 63 – voorstel tot gedeeltelijke verplaatsing. 11 Motiveringsnota Bindend Sociaal Objectief – kennisname. 12 Provinciale doorgroeisubsidie woonproject Woonwijzer Midden Brabant - derde werkingsjaar - verlenging tot 1 december 2013. 13 Toekenning exclusieve dienstverlening betreffende de ondersteuning noodplanambtenaar, nood- en interventieplannen – verlenging met één jaar. 14 ‘s Herenwegveld (66 nieuwe woningen) – infrastructuur en omgevingswerken – overname openbaar groen en wegenis, gemeenschapslokaal.
1
15 Gemeentelijk subsidiereglement voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen in bestaande wooneenheden – aanpassing. 16 Afbreken en verwijderen van zerken en ontruimen van grafkelders (2012) – goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. 17 Haachtstraat – aanleg fietspaden – studieopdracht – princiepsbeslissing – goedkeuring bestek – overeenkomst(en) met ontwerper. 18 Kerkweg – heraanleg voetpaden en oplossen wateroverlast – bijakte aan de overeenkomst van erelonen - veiligheidscoördinatie. 19 Schoonmaken in gebouwen van de gemeente en het OCMW van Herent (2013-2015) met aandacht voor de ecologische en sociale duurzaamheid – goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. 20 Onderhoud verwarmings- e.a. technische installaties in gebouwen van de gemeente en het OCMW van Herent (2013-2017) - goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. 21 Sint-Laurentiuskerk te Veltem – bliksembeveiliging. 22 Zones met beperkte parkeertijd - opheffing. 23 Algemeen gemeentelijk aanvullend verkeersreglement – Mechelsesteenweg – instellen van een aantal parkeerplaatsen met beperkte parkeertijd (blauwe zone). 24 Algemeen gemeentelijk aanvullend verkeersreglement - Winkselsesteenweg – oversteekplaats voor voetgangers. 25 Algemeen gemeentelijk aanvullend verkeersreglement – ‘s Herenwegveld – parkeerplaats voor personen met een handicap. 26 Algemeen gemeentelijk aanvullend verkeersreglement – O.-L.-Vrouwplein – regeling plaatselijk verkeer. 27 Wegwerken gevaarlijke punten en wegvakken in Vlaanderen – wegvak N 2 tussen Termerestraat en Terbankstraat – afsluiten Nieuwe Steenweg. 28 Onderhouds- en verbeteringswerken aan Hogebeek thv spoorwegwegbrug Dorpsstraat principe - overeenkomst met ontwerper. 29 Integraal waterbeheer – overeenkomst inzake de levering, plaatsing en het beheer van een individuele behandelingsinstallatie van afvalwater en de bijhorende afkoppeling van regen- en afvalwater. 30 Subsidiereglement in het kader van infrastructuurwerken aan jeugdlokalen.
2
31 Mededeling aan de gemeenteraad van de verslagen en einddocumenten van de raden en overlegstructuren georganiseerd door de gemeenteraad overeenkomstig artikel 200 § 1 van het gemeentedecreet. 32 Onderwerp aan de agenda toegevoegd door raadslid V. Dusauchoit: - Voorstel van motie om op korte termijn te komen tot duurzame mobiliteits-investeringen in de Vlaamse Rand in plaats van een uitbreiding van de ring rond Brussel. 33 Onderwerp aan de agenda toegevoegd door raadslid M. Forceville: - inrichting doortrekkersterrein in Herent 34 Onderwerp aan de agenda toegevoegd door raadslid M. Forceville: - inrichting speelterrein aan Rijkestraat/Wijtham *** BESLOTEN VERGADERING *** 1 Onderwerp aan de agenda toegevoegd door raadslid M. Forceville: - opvangcentrum uitgeprocedeerde asielzoekers te Veltem ++++++++++++++ *** OPENBARE VERGADERING *** 1 a) Ontslag raadslid Marie Thérèse Vandebroeck – kennisneming. b) Onderzoek van de geloofsbrieven van een opvolgend gemeenteraadslid. c) Eedaflegging van de opvolger en aanstelling als gemeenteraadslid-titularis. De voorzitter deelt mee dat alle opvolgers op de lijst waarop het betrokken raadslid was verkozen officieel hebben meegedeeld dat zij niet wensten te zetelen in de gemeenteraad. Bijgevolg moet worden vastgesteld dat het vrijgekomen mandaat niet kan worden ingevuld. De heer Gouverneur van de provincie Vlaams – Brabant zal hiervan op de hoogte worden gebracht. 2 Verslaggeving in het raam van artikel 53 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. 3 Nieuwe straatnaam “Den Boomgaard” – definitieve vaststelling De gemeenteraad, Gelet op het decreet van de Vlaamse regering d.d. 29.11.2002 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen; Gelet op het raadsbesluit d.d. 17.04.2012 houdende principiële goedkeuring van de straatnaam “Den Boomgaard” voor de straatnaam van het project gelegen Heerstraat z/n, 3de afdeling Herent, sectie H Gelet op het advies van de Culturele Raad d.d. 22.05.2012; Gelet op het proces-verbaal van sluiting de commodo et incommodo waarbij geen bezwaren werden vastgesteld ; Op voorstel van het schepencollege:
3
Besluit: Artikel 1: De raad beslist met algemene stemmen de nieuwe straatnaam “Den Boomgaard” voor de straatnaam van het project gelegen Heerstraat, 3de afdeling, sectie H definitief vast te stellen. Artikel 2: Dit besluit aan de toezichthoudende overheid ter kennisgeving toe te sturen. 4 RUP Open Ruimte definitieve aanvaarding Schepen J. Bex deelt mee dat hij zich zal onthouden bij de stemming ; de bedoeling was een volledig gebiedsdekkend RUP te maken ; op twee vlakken werd teveel toegegeven waardoor de gemeente troeven uit handen heeft gegeven. De gemeenteraad Gelet op de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, dewelke in werking getreden is op 1 september 2009, specifiek: Tittel II. Planning, Hoofdstuk II. Ruimtelijke uitvoeringsplannen, de artikelen 2.2.13 tot en met 2.2.18, is van toepassing; Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 juni 2004; Gelet op de princiepsbeslissing genomen door de gemeenteraad van 9 december 2003, houdende de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor groenstructuren en agrarische structuren; Gelet op de beslissing van het schepencollege van 13 december 2004, dat het studiebureau Grontmij van en te Mechelen heeft aangesteld om het RUP Open Ruimte op te maken; Gelet op de veelvuldige overlegmomenten die tijdens de opmaak van het voorontwerp met het bestuur, de natuurverenigingen, de afgevaardigden van de landbouwers hebben plaats gehad; Gelet op het advies uitgebracht op 15 september 2011 van de dienst MER, dat aangeeft dat voor het RUP Open Ruimte er geen aanleiding is tot aanzienlijke milieugevolgen , waardoor de opmaak van een plan-MER hiervoor derhalve niet nodig is; Gelet op het voorontwerp RUP Open Ruimte met referentiedatum 9 januari 2012, omvat de toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften en een grafisch plan met de bestemmingsgebieden; Gelet op de plenaire vergadering van 6 februari 2012, waarin de meeste bemerkingen gingen over de plansystematiek en planopzet in relatie tot het gewestplan en op de motivering van de beleidskeuzes die in de voorschriften en grafisch plan zijn vastgelegd; Gelet op de vervolgvergadering van 2 april 2012, waarvoor alle instanties van het plenair overleg opnieuw werden uitgenodigd. Een beperkt aantal instanties waren aanwezig en zijn de laatste bemerkingen opgenomen in het aangepast en gedateerd voorontwerp van 23 april 2012; Gelet op het aangepast ontwerp van RUP Open Ruimte met kenmerk 23 april 2012 aan de opmerkingen van de plenaire- en vervolgvergadering, opgemaakt door het studiebureau Grontmij van en te Mechelen, is samengesteld uit een toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften en een grafisch plan; Gelet op de gemeenteraadszitting van 8 mei 2012 waarin het ontwerp van RUP Open Ruimte voorlopig vastgesteld is; Gelet op de beslissing van het schepencollege in zitting van 7 mei 2012 om na de voorlopige vaststelling van het ontwerp van RUP Open Ruimte door de gemeenteraad in zitting van 8 mei 2012, het openbaar onderzoek te organiseren van 21 mei 2012 tot en met 19 juli 2012 en een informatievergadering te organiseren op woensdag 13 juni 2012 om 20u00 in zaal De Nok, Wilselsesteenweg 28 te Herent; Gelet op de 12 individuele bezwaarschriften en 8 adviezen toegekomen tijdens het openbaar
4
onderzoek en gericht aan de GECORO; Gelet op de kennisname door het schepencollege in zitting van 27 augustus 2012 van de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren alsook van het gemotiveerd advies van de GECORO opgemaakt tijdens de vergadering van 23 augustus 2012; Gelet op de 8 adviezen, ontvangen van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant, het Departement RWO-Leuven, Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, het Departement Landbouw en Visserij, de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, de Vlaamse Milieumaatschappij, de NMBS-Holding en de Stad Leuven wordt kennis genomen en dienen de nodige gemotiveerde reacties genomen te worden al dan niet door plan- en documentaanpassing. Overwegende dat de gemeenteraad kennis neemt van de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren alsook van het gemotiveerd advies van de GECORO opgemaakt tijdens de vergadering van 23 augustus 2012, en dit document zich eigen dient te maken en zijn goedkeuring geeft; Overwegende dat de voorgestelde gemotiveerde reacties, opgemaakt per adviesverlener opgenomen zijn in het aangepaste ontwerp en /of weerlegt worden zoals volgt: PROVINCIE VLAAMS BRABANT – Leuven Nr.
Bezwaar - Advies
Reactie Zowel dit verzoek als gelijkluidende andere bezwaren hebben tot een heroverweging van de betreffende juridisch bindende bepalingen geleid, met het volgende resultaat: 1.
De bepalingen zijn conform het verzoek gewijzigd respectievelijk geschrapt.
1.
Zowel in de toelichting als het niet verordenende gedeelte is een passage opgenomen die aangeeft dat de gemeente grondloze landbouw niet wil
1.1
Is van mening dat de gemeente geen onderscheid zou
stimuleren en dat zij naar ontwikkelingsruimte streeft
moeten maken in grondloze en grondgebonden
voor grondgebonden landbouw; dit in verband met
bedrijven.
de landschappelijke en ecologische waarden van het buitengebied. 2.
In de bestemming ”Open Agrarisch gebied - AG” is een verbodsbepaling opgenomen voor de bouw van nieuwe serreconstructies. Hoofdredenen zijn de negatieve visuele effecten van dergelijke constructies op de landschappelijke kwaliteiten van het buitengebied. Alleen de bestaande serreconstructies voor een bedrijf aan de Molenweg in Winksele mogen worden gehandhaafd.
1.2
Verzoekt om een verduidelijking van passages met
De betreffende voorschriften zijn aangepast met dien
betrekking tot woningen in de bestemming “Open
verstande dat de bepalingen gericht zijn op de bouw
Agrarisch Gebied”.
respectievelijk handhaving van bedrijfswoningen.
5
Verzoekt om een verduidelijk van de relatie tussen 1.3
De voorschriften zijn conform verzoek worden aangepast. overdrukken en onderliggende (hoofd)bestemming
Verzoekt om een aanpassing van de ruimtebalans en 1.4
De toelichting is hierop aangepast. de passages over planbateneffecten.
Verzoekt om een correctie van een tweetal omissies in 1.5
De bijlage is conform het verzoek aangepast bijlage III van de toelichting.
Verzoekt om een aanpassing van de plangrens in 1.6
De plangrens is hierop aangepast. verband met het deelplan “Ter Delle”.
Verzoekt om een correctie van passages in hoofdstuk 6 1.7
betreffende de toetsingscriteria die voor de afbakeningen
De toelichting is conform verzoek aangepast.
van de toekomstige hoofdfuncties worden gebruikt.
VLAAMSE OVERHEID – DEPARTEMENT RWO – Leuven Nr.
Bezwaar - Advies
Reactie De reikwijdte van de reeds opgenomen tekstpassagen
Verzoekt om een ruimere beschrijving van de bestaande over de bestaande toestand in de hoofdstukken 2 t/m 3 2.1
toestand conform artikel 2.2.2 van de VCRO, zonder dat is opnieuw aan de bepalingen van de VCRO getoetst en dit nader geconcretiseerd wordt. is op enkele punten verder gecompleteerd.
2.2
Verzoekt om een aanpassing van de ruimtebalans en De tekstpassage is voor zover nodig herzien. bijbehorende passages voor mogelijke planbaten.
Verzoekt om een aanpassing van tekstpassagen met betrekking tot planologische compensatie, die duidelijk 2.3
De betreffende passage is voor zover nodig herzien. maakt dat er geen formele compensatieplicht in het geding is.
6
De effecten van de overdrukken zijn opnieuw getoetst. Tegelijkertijd heeft een herziening van de grondbalans Verzoekt om een toetsing van de effecten van de 2.4
plaatsgevonden (o.a. naar aanleiding van de handhaving overdrukken in relatie tot artikel 6.3.1 van het decreet van de bestemming “parkgebied” rond de locatie grond- en pandenbeleid Keulenhof en omgeving). De toelichting is hierop aangepast.
De historiek in de toelichting van het RUP is hierop 2.5
Plaatst kanttekeningen bij de historiek van het RUP aangepast.
Het RUP beoogt een integraal ruimtelijk beleid met name voor de agrarische gebieden en bestaande en mogelijke toekomstige natuurgebieden. Doel van de voorschriften en het grafisch plan is het voorkomen van ontwikkelingen die de gewenste toekomstige structuur van de hoofdfuncties Verzoekt om uitsluiting van de volgende plandelen; “Agrarisch Gebied en “Natuur” kunnen hinderen. e.e.a. vanwege aanstaande of lopende procedures voor een gewestelijk RUP: 2.6
1.
Kennelijk gaan de betreffende bepalingen het departement openruimtegebied tussen Brusselsesteenweg, niet ver genoeg omdat men twijfelt aan de Grote Molenweg, Rijweg en Mechelsesteenweg “evolutiemogelijkheden tot volwaardige natuur- en
1.
actiegebied 30 van het OUP
2.
actiegebied 55 van het OUP
bosbestemming”. De door het departement genoemde plandelen worden derhalve buiten de plangrenzen gehouden, m.u.v. die plandelen die ten oosten van de Haachtstraat zijn gelegen, die zowel van de bestemming “Open Agrarisch Gebied” zijn voorzien als van de overdruk “Landschap- en Natuurontwikkelingsgebied”.
Stelt dat nog enkele kleine percelen van De stelling is getoetst en waar nodig zijn nog correcties in 2.7
Habitatrichtlijngebieden niet de bestemming het grafisch plan aangebracht. natuurgebied hebben gekregen
Verzoekt op een ruimere beschrijving van het beleid van de buitengebied regio Zenne, Dijle en Pajottenland Op grond van het verzoek is de toelichting onder paragraaf 2.8
en het beleid rond de aanduidingen “Akker- en 4.1.3 verruimd en nog verder geconcretiseerd. tuinbouwgebied rond Kampenhout” en “”Brabants Plateau en Dijlevallei stroomopwaarts Leuven.
De bepalingen onder artikel 2 sub I verduidelijken dat voor het gehele RUP de voorschriften van toepassing zijn uit
2.9
Maakt bezwaar tegen de herbestemming van
het RUP Zonevreemde Woningen van 16 maart 2007. De
parkgebieden tot bos in verband met basisrechten
basisrechten inzake zonevreemde woningen worden
inzake zonevreemde woningen.
derhalve veilig gesteld, ongeacht de hoofdbestemmingen die in het RUP Open Ruimte zijn opgenomen. Het bezwaar wordt daarom in principe ongegrond geacht.
7
Om misverstanden te voorkomen zullen in het niet verordenende deel van de voorschriften in de artikelen 3, 7 en 8 echter passages worden opgenomen die dit gegeven verduidelijken.
De al tijdens het plenaire overleg besproken criteria Verzoekt om een concretisering van criteria voor de 2.10
worden in hoofdstuk 6 nader toegelicht. De toelichting van aanwijzing van BAG. het RUP is hierop aangepast. Uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening bestaat
2.11
Stelt voor om beschermd landschap eveneens als tegen dit verzoek geen bezwaar en is het Grafisch Plan BAG aan te wijzen. hierop aangepast. De aanwijzing van landschappelijk waardevol kan ook van toepassing zijn voor gebieden waarin enige vorm van bebouwing (zie karakteristieke schuilhok of kapelletjes langs een landweg). De overdruk BAG is in onderhavig Stelt voor om het hele landschappelijk waardevolle
2.12
plan bedoeld voor het vrijwaren van wegpanorama’s van agrarische gebied als bouwvrij gebied aan te wijzen. enige vorm van bebouwing. De BAG-contouren zijn daarom alleen met de contouren van het beschermde landschap Duigemhof verruimd.
De Realisatie van het Vlaams Ecologische Netwerk, waarvan de betreffende zones deel uitmaken, behoort tot de verantwoordlelijkheid van de hogere overheden. De gemeente verondersteld dat een concretisering van maatregelen ten behoeve van de natuurbestemmingen plaatsvindt in het kader van uitvoeringsprogramma’s voor Mist een vertaling van globale beleidsdoelen op het 2.13
het VEN. vlak van natuurbehoud en natuurontwikkeling in het RUP. Gemeentelijke uitvoeringsprogramma’s ten behoeve van de voorgestelde bestemmingen kunnen pas uitgewerkt worden na goedkeuring van het voorliggende RUP en de hierin opgenomen contouren en als vast komt te staan, welke middelen voor het uitvoeringsprogramma in de eerstkomende jaren beschikbaar zullen zijn. De bestemming “Open Agrarisch Gebied” is toegekend aan die plandelen die ook in het gewestplan als agrarisch gebied zijn aangewezen. Daarbij is rekening gehouden met
2.14
Wijst op een vermeende tegenstrijdigheid tussen
diverse verzoeken tijdens plenair overleg om
beleid en feitelijke bestemmingen voor de
landbouwgebied in principe te handhaven (waaronder het
Molenbeekvallei en de valleien van Lipsebeek en
herbevestigde agrarische gebied). Om nieuwe
Weisetterbeek.
ontwikkelingen niet te hypothekeren zijn daarnaast overdrukken opgenomen ten dienste van de natuurfunctie of de functie als bosgebied. Zodoende wordt voorkomen dat in het plangebied onomkeerbare bebouwing of
8
functieveranderingen plaats vinden, die in strijd (zouden kunnen) zijn met gewestelijke of provinciale beleidsdoelen op het vlak van natuurontwikkeling.
Een definitieve aanwijzing of herbestemming van ecologisch waardevol landschap- en natuurontwikkelingsgebied als natuurgebied ligt op dit moment niet voor de hand, omdat deze zal plaatsvinden in het kader van een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan.
De herbestemming houdt verband met het ruimtelijke beleid van de hogere overheden, die voor het betreffende gebied beiden de versterking van de ecologische infrastructuur bepleiten. Gezien het gegeven de bestaande natuur- en/of VEN-gebieden in de directe omgeving hoofdzakelijk uit bosgemeenschappen bestaan, ligt het voor de hand op de rand van het Brabants Plateau een samenhangende bosstructuur te simuleren hetgeen het ecologisch functioneren van bestaande VEN-gebieden kan versterken. Idealiter worden bij de herbestemming functies uitgesloten die de ecologische doelstellingen zouden kunnen belemmeren. Dit betekent dat de betreffende percelen geen ruimte zouden moeten bieden aan functies die aan de ecologische waarde afbreuk kunnen doen, bijvoorbeeld de commerciële teelt van gewassen,
2.15
Is van mening dat de gewestelijke parkbestemmingen
uitbreiding van wegen en parkeervoorzieningen of de
zonder goede motivering naar de bestemming bos
landschappelijke versnippering door infrastructuur. De
worden omgezet.
percelen zijn derhalve minder geschikt voor intensieve recreatieve functies of voor standaard landbouwkundig gebruik.
Met de bestemming wordt tevens invulling gegeven aan de belangrijkste doelstellingen van de onherroepelijk goedgekeurde GRSV, die voor de bewuste zone in de realisatie van een samenhangende bosgemeenschap voorziet. Gezien het gegeven, dat deze doelstellingen eerder door de hogere overheden zijn goedgekeurd valt niet in te zien, wat aan de motivering van de bestemmingsverandering mankeert. De herbestemming wordt derhalve gehandhaafd. De motivering van de herbestemming in de toelichting wordt gezien het verzoek aan een herijking onderworpen.
9
Inzet van de gekozen begrenzingen is een zo goede mogelijke afstemming van deze grenzen op het gewestplan zoals dit ook tijdens plenair overleg aan de gemeente is gevraagd. Met het oog op enkele bezwaren om uitsluiting van percelen die deel uitmaken van Verzoekt om een evaluatie en detaillering van de 2.16
verkavelingen, zijn de bewuste bouwpercelen buiten het begrenzingen van agrarisch gebeid zoals opgenomen in RUP gehouden. het gewestplan. De bezwaren van het gewest zijn voor de gemeente aanleiding geweest voor een nadere toets van de plangrenzen. Waar zinvol hebben deze tot aanpassingen van de plangrenzen geleid. De betreffende aanduiding heeft geen enkele juridisch bindende status en is bedoeld als informatieve, toekomst gerichte aanduiding in het Grafisch Plan. Na goedkeuring van het RUP kan de aanduiding Het departement twijfelt over de juridische reikwijdte van
2.17
ondersteunend werken bij de uitwerking van een de grafische aanduiding “Gebied voor uitvoeringsprogramma voor de landschapsontwikkeling. landschapsinrichting”. Het is niet de bedoeling hiervoor een specifieke overdruk op te nemen. Een eerder in het plan opgenomen overdruk is op verzoek tijdens het plenaire overleg juist geschrapt. De voorschriften zijn aangepast in die zin dat de nieuwvestiging van bedrijven niet wordt toegestaan. Wijst erop dat de in de toelichting genoemde uitsluiting Uitbreiding van bestaande bedrijven kan echter van nieuwe bedrijven en uitbreiding van bestaande
2.18
noodzakelijk zijn (b.v. in verband met thans nog niet te bedrijven in “Landschap- en Natuurontwikkelingsgebied” voorziene eisen op het vlak van milieu of dierenwelzijn), in de voorschriften niet wordt uitgesloten. zodat de uitbreiding van bestaande bedrijven aanvaardbaar wordt geacht. De betreffende contour is het gevolg van een kadastrale
2.19
Het departement twijfelt aan de begrenzing voor de
en topografische afwijking aan een beekloop. Om
bestemming “Verkeers- of vervoersinfrastructuur” en
misverstanden te vermijden wordt de begrenzing van de
wijst op een mogelijke omissie ter hoogte van de
bestemmingen ter plaatse herzien en primair afgestemd
Brusselsesteenweg.
op de lokale topografie hierbij rekening houdend met kadastrale grenzen. De betreffende passages worden aangepast zodat die werken, handelingen etc. zijn toegestaan die “ten dienste staan” van de betreffende hoofdfunctie. Dit komt erop neer dat
Vraagt zich af waarom enkel werken, handelingen etc. 2.20
•
in natuurgebieden en bosgebieden
zijn toegelaten die nodig zijn in functie van de
werkzaamheden worden toegestaan die het
desbetreffende bestemming.
ecologisch functioneren van de betreffende percelen niet belemmeren en
•
In agrarisch gebied werkzaamheden worden toegestaan die ten dienste staan van de agrarische functie van de betreffende percelen
10
ongeacht of hun agrarische bedrijfsvoering daarbij inbegrepen ook ingrepen op het vlak van natuur en landschapsontwikkeling.
Verzoekt om de aanpassing van de begripsdefinitie voor Om onduidelijkheden te vermijden zal aan het verzoek 2.21
schuilhokken die in de VCRO specifieker geformuleerd medewerking worden verleend. lijkt te zijn. In het niet verordenende gedeelte van de voorschriften zal een passage worden opgenomen, waaruit blijkt dat de aanvaardbaarheid van verblijfsvoorzieningen getoetst Pleit voor nadrukkelijk extensief karakter voor
2.22
wordt aan: verblijfsgelegenheden onder verwijzing naar hoevetoerisme.
•
handhaving van lokale natuurwaarden
•
het voorkomen van verkeers- of milieuhinder en
•
het vrijwaren van hinder voor reeds bestaande woon- of bedrijfsfuncties
Benadrukt dat in de bestemming ”Open Agrarisch Dat is reeds het geval zie de eerste bepaling in artikel 3 2.23
Gebied” verwante, verwerkende en dienstverlenende sub II. activiteiten mogelijk moeten zijn.
2.24
Wijst erop dat uitbreiding van bestaande
De gemeente kan dit bevestigen omdat in andere
landbouwbedrijven aansluitend of nabij bestaande
gevallen sprake is van een vestiging van een nieuw
landbouwbedrijfsgebouwen dienen plaats te vinden
bedrijf.
Vraagt of werken aan holle wegen in hun geheel niet Alle bepalingen in artikel 13 zijn alleen van toepassing 2.25
toegelaten zijn of dat dit alleen geldt voor holle wegen voor holle wegen zoals deze op het plan zijn aangeduid. die op het Grafisch Plan zijn aangeduid.
De betreffende voorschriften zijn niet geschrapt maar
2.26
Verzoekt om het schrappen van bepalingen voor
aangepast met dien verstande dat de bepalingen gericht
woningen binnen de bestemming “Open Agrarisch
zijn op de bouw respectievelijk handhaving van
Gebied”
bedrijfswoningen (zie ook bezwaar 1.2 van de provincie Vlaams Brabant). Volgens de bepalingen in artikel 3 is de stichting van nieuwe serrebedrijven uitgesloten. Hoofdreden zijn de negatieve visuele effecten van dergelijke constructies op
Is van mening dat niet duidelijk is of in het plangebied 2.27
de landschappelijke kwaliteiten van het buitengebied. kleinschalige serrebedrijven mogen worden opgericht. Alleen de bestaande serreconstructies voor een bedrijf aan de Molenweg in Winksele mogen worden gehandhaafd.
11
VLAAMSE OVERHEID - ONROEREND ERFGOED VLAAMS BRABANT – Leuven Nr.
Bezwaar - Advies
Reactie
Verzoekt om een beperkte aanpassing van de Algemene 3.1
De betreffende passage is conform het verzoek worden bepalingen in artikel 2 voor de “Archeologische aangepast. bescherming”.
Het grafisch plan zal conform het verzoek worden Pleit voor de overdruk BAG voor het beschermde 3.2
gewijzigd (zie ook bezwaar 2.11 van het departement landschap “Duigemhof en omgeving”. van RWO).
Wijst op de regelingen voor het beschermde In de toelichting zal een passage worden opgenomen, 3.3
dorpsgezicht “Watermolen en hoevecomplex met die de planologische status beknopt zal samenvatten. omgeving”.
DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ – Brussel Nr.
Bezwaar - Advies
Reactie
De gemeente betreurt het ongunstige advies en constateert dat de onderbouwing voor een deel op misinterpretaties van de voorgestelde regelgeving berust. Daarbij is voor de gemeente niet duidelijk welke planbepalingen naar mening van het departement zo nadelig consequenties zouden kunnen hebben, dat zij een ongunstig advies rechtvaardigen. 4.1
Het departement adviseert ongunstig ten aanzien van het ontwerp RUP.
De gemeente constateert dat het departement een aantal beleidskeuzes anders onderbouwd of gemotiveerd zou willen zien. Zij betreurt dat het departement kennelijk geen ruimte ziet voor een andersoortige opbouw van de plantoelichting, die nieuwe beleidskeuzes vooral uit bestaand beleidskader motiveert en niet zuiver vanuit landschappelijke gebiedskenmerken van deelgebieden.
12
De gemeente constateert ten aanzien van de drie stellingen het volgende: 1.
Het ontwerp RUP bevat geen enkel perceel waarvoor de gemeente zelf een herbestemming van agrarisch gebied heeft bepleit. Wel zijn in het ontwerp RUP percelen opgenomen (geweest), waarvoor een hogere overheid in het kader van de afbakening van het “Regionaal stedelijke gebied Leuven” een functiewijziging heeft voorgesteld. Omdat dit deel van de open ruimte op verzoek van het departement van RWO echter buiten de plangrenzen wordt gehouden, betekent dit dat in het definitieve RUP geen enkel perceel is gelegen
In haar samenvatting van het ontwerp RUP stelt het waarvan de bestemming “Agrarisch Gebied” in de departement dat het RUP de volgende bestemming “Bos” is veranderd. functiewijzigingen bevat: 1.
Het plangebied kent geen andere natuurgebieden,
1. herbestemming van landschappelijk waardevol dan die terreinen die al in het gewestplan als agrarisch gebied naar bosgebied natuurgebied zijn aangewezen. Daarnaast zijn 1. centraal bijkomend bos- en natuurgebied en 4.2
nieuwe bosbestemmingen enkel het gevolg van de 2. de herbestemming van parkgebieden tot agrarisch herbestemming van de gewestplanbestemmingen gebied “parkgebied” en “bufferzone”. Er is derhalve geen sprake van bijkomend bos- en natuurgebied op De veronderstelde functiewijzigingen worden niet met basis van gemeentelijke besluiten. een kaartbeeld onderbouwd, zodat ook niet helemaal 2.
Een juiste constatering is tenslotte de
duidelijk is welke percelen of plandelen met de herbestemming van percelen met de gewestelijke stellingen bedoeld worden. bestemming “parkgebied” tot “agrarisch gebied” Dit voorstel is gedaan in het kader van de ruimtelijke ontwikkelingen rond en op de locatie Keulenhof. Op verzoek van de hogere overheden wordt van deze herbestemming echter afgezien. Met het oog op het vorenstaande constateert de gemeente, dat zij in geen enkel geval zelf het initiatief heeft genomen voor voorstellen die de bestemming “Agrarisch gebied” in een andere bestemming wijzigen. De gemeente hecht er veel waarde aan te mogen concluderen, dat haar eigen beleidsvoorstellen niet tot een afname van de bestemming “Agrarisch Gebied” hebben geleid. Ook al is de gewenste aanpassing voor de voorschriften en de afbakening van bestemmingscontouren niet van betekenis zullen de beschikbare data van het departement 4.3
Het departement wenst een aanpassing van
worden getoetst. Indien de toelichting onjuistheden bevat,
landbouwdata op p. 17 van de toelichting.
zullen deze worden gecorrigeerd; e.e.a. om mogelijke misinterpretaties te voorkomen. Voor de voorschriften en het grafisch plan is het verzoek niet relevant omdat het een aanpassing van de juridisch niet bindende toelichting
13
betreft. Het bezwaar rechtvaardigt in de ogen van de gemeente geen ongunstig advies voor het RUP.
De gemeente constateert dat de door haar gebruikte data juist zijn weergegeven met een correcte bronvermelding. De data van het departement zijn vergeleken met data van VLM waaruit is gebleken dat het aantal volwaardige landbouwbedrijven, dat door VLM is geïnventariseerd, kleiner is dan het aantal bedrijfszetels dat voor de statistieken van het departement is opgegeven.
4.4
Het departement toont zich ontevreden met de
De gemeente heeft kennis genomen van het standpunt
beeldvorming rond de ontwikkeling van
van het departement rond de ontwikkeling van hippische
landbouwbedrijven; e.e.a. in combinatie meet een
bedrijven. Maar gezien de toename van 3 naar 5 bedrijven
verwijzing naar eigen cijfermateriaal en de ontwikkeling
(bij een totaal van 45 landbouwbedrijven) is de gemeente
van hippische bedrijven; en verzoekt om aanpassingen
van mening, dat deze ontwikkeling niet overschat moet
van passages op p. 19 van de toelichting.
worden. De cijfers laten zien dat het aandeel van de paardenbedrijven in het geheel nog steeds relatief klein is (5 om 45). Gezien deze feiten ziet de gemeente dan ook geen aanleiding om de toelichting op dit punt aan te passen. Voor de voorschriften en het grafisch plan hebben de bemerkingen van het departement geen juridische betekenis en zij rechtvaardigen in de ogen van de gemeente geen ongunstig advies voor het RUP.
Op grond van de door het departement zelf geleverde data heeft de gemeente moeten concluderen dat in het plangebied geen zonevreemde landbouwbedrijven zijn 4.5
Het departement verzoekt om een inventarisatie van
gelegen.(zie p. 60 van de toelichting). Een analyse van
zonevreemde landbouwbedrijven.
dit bedrijfstype is dus niet aan de orde. Voor de voorschriften en het grafisch plan heeft het verzoek geen consequenties en het rechtvaardigt volgens de gemeente geen ongunstig advies voor het RUP. De gemeente betreurt het oordeel van het departement en constateert dat subsidies en flankerend beleid wel degelijk een steun voor (individuele) landbouwbedrijven
4.6
Het departement acht de passages over de
kunnen zijn; ook al worden de mogelijkheden hiervoor
subsidieverlening en de grondbank in de paragrafen
thans niet benut. Een structurele verankering daarvan valt
3.2.3 en 3.2.4 niet relevant.
echter buiten de werking van het RUP en de gemeente beschikt niet over de (financiële) mogelijkheden hiervoor zelf het initiatief te nemen. Voor de voorschriften en het grafisch plan is het standpunt van het departement
14
overigens niet van betekenis en het rechtvaardigt in de ogen van de gemeente geen ongunstig advies voor het RUP.
De stelling van het departement is onjuist. De gemeente geeft enkel aan dat haar buitengebied voor de vestiging van dergelijke bedrijven minder geschikt is. De gemeente baseert zich daarbij niet op een eigen subjectieve interpretatie maar op Het departement stelt dat de gemeente van mening is
•
dat binnen het plangebied “geen gebieden zijn waar 4.7
intensieve veehouderij of grootschalige serres kunnen
Structuurplan van de provincie •
worden ingeplant” en verwijt de gemeente een subjectieve interpretatie.
beleidsmatige kwalificaties uit het Ruimtelijk
de omvangrijke aanwijzingen van landschappelijk waardevol agrarisch gebied in het gewestplan en
•
het niet te miskennen feit dat de vestiging van (grootschalige) serrebedrijven de openheid van onbebouwde landbouwgebieden simpelweg beperken.
Het is de gemeente niet duidelijk hoe hieruit een subjectieve interpretatie kan worden afgeleid.
De gemeente is van mening dat het gelijkheidsbeginsel niet het enige afwegingscriterium voor de nieuwvestiging van bedrijven kan zijn. De bedrijven verschillen immers van omvang, visuele uitstraling, geur- en lichthinder of oppervlakteverharding. Dit rechtvaardigt ook een gedifferentieerd vestigingsbeleid. Het verzoek heeft echter tot een heroverweging geleid met het volgende resultaat (zie de reactie op het bezwaar 1.1): Het departement is het niet eens met het weren van 1. Het verschil in beleid is geschrapt. nieuwe grondloze bedrijven in de open ruimte van 1. Zowel in de toelichting als het niet verordenende Herent en beroept zich hierbij op het 4.8
gedeelte is een passage opgenomen die aangeeft dat gelijkheidsbeginsel en verzoekt de gemeente het de gemeente grondloze landbouw niet wil stimuleren verschil tussen grondloze en grondgebonden bedrijven en dat zij naar ontwikkelingsruimte streeft voor te schrappen. grondgebonden landbouw; dit in verband met de landschappelijke en ecologische waarden van het buitengebied. 2. In de bestemming ”Open Agrarisch gebied - AG” is een verbodsbepaling opgenomen voor de bouw van nieuwe serreconstructies met uitzondering van serres voor het bestaande serrebedrijf aan de Molenweg in Winksele.
4.9
Het departement verwijt de gemeente een gebrek aan
Het departement gaat voorbij aan het feit dat de gemeente
visie en doelstellingen voor het RUP en een beperkte
bij de uitwerking van het RUP in zeer ruime mate rekening
onderbouwing van de bepalingen in de voorschriften en
hoort te houden met het beleidskader van de hogere
15
het grafisch plan.
overheden en dat zij niet alleen haar eigen visie in het RUP kan neerleggen. Daarnaast is de stelling dat visie en doelstellingen “totaal niet uitgewerkt” zouden zijn aantoonbaar onjuist. De gemeente verwijst hierbij naar •
de beleidsmotivering in hoofdstuk 5
•
de netto twee pagina’s aan afbakeningscriteria in hoofdstuk 6 en
•
de overdrukken die aanvankelijk in het RUP waren opgenomen maar op verzoek van de hogere overheden geschrapt zijn.
De mening van het departement wordt door de gemeente dan ook volstrekt niet gedeeld. Doel van de betreffende passage was een verduidelijking van het gegeven, dat de omvang van 4.10
Het departement wijst op een naar haar mening onjuiste
het agrarische gebeid in het RUP door de
bewering ten aanzien van landbouwbedrijfszetels op p. 62.
planvoorschriften en contouren op het Grafisch Plan niet afneemt. De passage is genuanceerd en aangepast. Geconstateerd moet worden, dat de overdrukken ook voor agrarisch gebied gebruikt kunnen worden. Dit blijkt
4.11
Het departement stelt dat de overdrukken “gebied voor
o.a. uit de standpuntbepaling van de provincie ten
bosuitbreiding” en “landschap- en
aanzien van de overdrukken, die op hoofdlijnen niet ter
natuurontwikkelingsgebied” enkel op een bestemming
discussie stelt.
“overig groen” gelegd zou moeten worden.
Een en ander laat onverlet dat een overdruk nooit de bepalingen van de onderliggende bestemming kan neutraliseren maar wel kan differentiëren. Het bezwaar van het departement heeft samen met
4.12
Het departement is van mening dat landbouw met de
andere reacties tot een herijking van de betreffende
bepalingen uit het ontwerp RUP tot grondgebonden
bepalingen geleid. Deze hebben tot aanpassingen
landbouw verengt zou worden.
geleidt zoals weergegeven bij de behandeling van de bezwaren 1.1 en 4.8. Het departement gaat voorbij aan het feit dat de gemeente bij de uitwerking van het RUP in zeer ruime mate rekening hoort te houden met het beleidskader van de hogere overheden en dat zij niet alleen haar eigen visie in het RUP kan neerleggen. Los daarvan wordt de ruimtelijke hoofdstructuur incl. de agrarische
Het departement verwijt de gemeente een gebrek aan 4.13
structuur onderbouwd met: onderbouwing van de gewenste agrarische structuur.
•
de beleidsmotivering in hoofdstuk 5
•
de netto twee pagina’s aan afbakeningscriteria in hoofdstuk 6 en
•
de overdrukken die aanvankelijk in het RUP waren opgenomen maar op verzoek van de hogere overheden geschrapt zijn.
16
Het bestemmingsplan bevat geen enkele bepaling die 4.14
Het departement verwijt de gemeente een niet
de vrijheid van teeltkeuze beperkt. Het bezwaar wordt
gemotiveerde beperking van de vrijheid van teeltkeuze.
ongegrond beschouwd en het rechtvaardigt in de ogen van de gemeente geen ongunstig advies voor het RUP. De bepalingen ten aanzien van de afsluitingen worden gehandhaafd ter verduidelijking van de gemeentelijke visie op het belang van de visuele kwaliteiten van het buitengebied en voor de toetsing van
4.15
Het departement plaats vraagtekens bij de bepalingen
vergunningaanvragen in ruimere zin. Omdat zij juridisch
voor afsluitingen en de herprofilering van wegen.
niet afdwingbaar zijn worden de bepalingen naar het niet verordenende gedeelte van de voorschriften verplaatst. De herprofilering van wegen kan o.a. noodzakelijk zijn ter verbetering van o.a. de bereikbaarheid van lokale agrarische bedrijven. Deze bewering is onjuist, het betreft zuiver een grafische
Het departement stelt dat in het RUP de overdruk 4.16
aanduiding, waaraan geen specifieke juridische “Gebied voor landschapsinrichting” is opgenomen. consequenties zijn verbonden. De gemeente kan aan het verzoek geen medewerking
4.17
Het departement stelt voor de overdruk “landschaps- en
verlenen omdat medewerking in strijd zou zijn met het
natuurontwikkelingsgebied” te wijzigen in de
ruimtelijke beleid zoals vastgelegd in de reeds
bestemming “Overig Groen” en bepleit de beperking tot
onherroepelijk goedgekeurde GRSV voor Herent.
bufferzones rond natuurgebieden.
Daarnaast kan strikte omzetting op gespannen voet staan met het beleid voor herbevestigd agrarisch gebied. Doel van de overdruk is het voorkomen van onherstelbare ingrepen of niet herstelbaar grondgebruik, zodat de realisatie van relevante natuurdoelen en landschapsontwikkeling niet gehinderd wordt. Daarbij
Het departement stelt dat de bepalingen van de wordt rekening gehouden met de door de hogere overdruk “landschaps- en natuurontwikkelingsgebied” 4.18
overheden gewenste versterking van het ecologisch ongunstige effecten hebben in het kader van de netwerk. Het is derhalve logisch dat de overdruk tot een vergunningverlening. extra toets van vergunningaanvragen gaat leiden, anders was de overdruk overbodig. Dit leidt echter niet automatisch tot negatieve consequenties voor de landbouw. De gemeente staat op het standpunt dat het scheuren van grasland in specifieke gevallen schade aan Het departement is van mening dat het scheuren van
4.19
ecologische waarden kan toebrengen ook al is de grasland niet expliciet verboden kan worden omdat het activiteit niet vergunningplichtig. De gemeente wil het niet vergunningplichtig is. verbod binnen de overdruk “landschap- en natuurontwikkelingsgebied” derhalve handhaven. Het departement gaat in de ogen van de gemeente voorbij
4.20
Het departement vraagt zich af waarom het omzetten
aan het gegeven dat veel ecologisch waardevolle
van historisch permanent grasland in de
bosgemeenschappen geen aaneengesloten verdichte
bestemmingen “Bos” en “Gebied voor bosuitbreiding”
bosstructuur kennen, maar juist enige openingen in de
wordt verboden.
vorm van ruigten of soortenrijke graslandvegetatie. De openingen dragen juist bij aan de biodiversiteit in de
17
bosgemeenschappen en de gemeente is derhalve voorstander van een handhaving van deze leefgebieden binnen de beoogde bosstructuur. Het vorenstaande is in lijn met de definitie volgens de gewestelijke typevoorschriften die bosgebieden als gebieden omschrijven waarin ook “open plekken” voorkomen.
4.21
Het departement is van mening dat de overdruk
Inzet van de gemeente is de medewerking aan hoger
“gebied voor bosuitbreiding” beter vermeden kan
overheidsbeleid voor de ecologische infrastructuur. Het kan
worden en dat relevante percelen beter direct als
niet uitgesloten worden, dat voor dit doel onvoldoende
“bos” bestemd zouden kunnen worden, dit in verband
middelen beschikbaar zijn waardoor het legitiem is, het
met duidelijkheid voor de betrokken agrarische
huidige grondgebruik vooralsnog te handhaven en
bedrijven.
planschadesituaties te vermijden. De gemeente is voorstander van samenhangende gebiedsbestemmingen. Toch kunnen zich incidenteel ook situaties voordoen, waar de historisch gegroeide ontwikkeling tot een grondgebruik heeft geleid, dat afwijkt van de hoofdfunctie van de overkoepelende hoofdbestemming (bijvoorbeeld in de vorm van kleine houtopstanden in agrarisch gebied of waterbiotopen in een
Pleit voor een definitieve bestemming “bos” voor 4.22
agrarisch landschap.
gebieden die reeds bebost zijn maar in het RUP nog als gebied voor bosuitbreiding worden aangewezen.
Een zekere variatie binnen een samenhangende hoofdbestemming wordt door de gemeente aanvaardbaar geacht. De gemeente wil echter geen medewerking verlenen aan de structurele realisatie van snippernatuur of versnipperde bolsegmenten, dit i.v.m. de vaak negatieve, wederzijdse externe werking van landbouw-, bos- en natuurbestemmingen. De voorgestelde contouren worden derhalve gehandhaafd. De gemeente is dezelfde mening toegedaan moet dit
Het departement pleit voor gebiedsbestemmingen die 4.23
principe echter loslaten in dien hoger overheidsbeleid of perceelsgrenzen volgen. historisch gegroeide situaties ertoe aanleiding geven. De in het ontwerp RUP opgenomen wijziging is (mede naar aanleiding van twee andere bezwaren) heroverwogen met het volgende resultaat: de bestemming “Parkgebied” zoals opgenomen in het Het departement is geen voorstander van gewestplan zal worden gehandhaafd. De belangrijkste herbestemming van parkgebied rond het Keulenhof tot
4.24
motieven hiervoor zijn: “Agrarisch Gebied” maar bepleit de aanwijzing tot “Overig Groen”.
•
realisatie van een recreatief aantrekkelijke groenstructuur langs het kanaal.
•
versterking van de ecologisch waarden langs het kanaal door handhaving van waardevolle groenstructuren
4.25
Plaatst vraagtekens bij de overdruk “landschap- en
Het betreffende plandeel zal conform verzoek van het
natuurontwikkelingsgebied voor percelen aan het
departement van RWO buiten het plangebied worden
18
Boerbeemstraatje.
gehouden. Het bezwaar is derhalve niet meer relevant.
De afbakening is mede het gevolg van plenair overleg, waarbij voor een perceelsgewijze en samenhangende aanwijzing van BAG-gebieden werd gepleit. Dit kan incidenteel leiden tot een bescherming die (gedeeltelijk) De afbakening van BAG achter zonevreemde woonlinten 4.26
achter bestaande bebouwing is gelegen. Omdat dit lijkt volgens het departement niet houdbaar. gegeven geen specifieke nadelen voor de landbouwbedrijven met zich meebrengt, ziet de gemeente geen aanleiding om de betreffende overdruk in dit opzicht structureel te wijzigen. De gemeente is van mening dat een dergelijke analyse geen toegevoegde waarde heeft omdat de contouren van de gekozen gebiedsbestemmingen zijn afgestemd Het departement dringt aan op een
4.27
op het gewestplan. Feitelijk zou een dergelijk analyse landbouweffectanalyse van het RUP dus neerkomen op een herijking of analyse van het gewestplanbeleid. Dit hoort echter niet tot bevoegdheden van de gemeente.
VLAAMSE MAATSCHAPPIJ VOOR WATERVOORZIENING – Leuven Nr.
Bezwaar - Advies
Reactie Het bezwaar betreft een perceel dat deel uitmaakt van een nieuwe ontwikkelingen die ook betrekking heeft op
5.1
Maakt bezwaar tegen de voorgestelde bestemming en
percelen buiten het RUP Open Ruimte, en waarvan
overdruk voor het perceel “Herent afd.3 sie.G nr.384d, te
reed een planprocedure is begonnen die nog niet is
weten “Open Agrarisch Gebied” en “Landschap- en
doorgezet. De gemeente zal het betreffende perceel
natuurontwikkelingsgebied”.
dus buiten het RUP Open Ruimte houden, zodat een samenhangende bestemming van de betreffende voorziening in een ander plan mogelijk blijft.
Verzoekt om verduidelijkingen resp. aanpassingen van Om onbedoelde misinterpretaties en misverstanden te 5.2
tekstpassagen in de paragrafen 3.4.1.1 en 3.4.2.3 die voorkomen is het verzoek gehonoreerd en worden de verband houden met de waterwinning en hieruit betreffende passages aangepast. resulterende consequenties. Het verzoek is gehonoreerd, omdat het functioneren van de watervoorziening veilig gesteld dient te worden en omdat van de technische ingreep zelf geen Verzoekt om een aanpassing van artikel 9 zodat niet
5.3
negatieve effecten op het milieu uit hoeven te gaan. alleen bestaande leidingen vervangen kunnen worden Plaatsing van nieuwe leidingen is echter alleen maar ook nieuwe leidingen bijgeplaatst kunnen worden. toegestaan indien uit nader onderzoek blijkt, dat de plaatsing niet tot schade aan bestaande vegetatie in het natuurgebied zal leiden. De betreffende kaart mag niet worden aangepast
5.4
Verzoekt om een aanpassing van een kaart behorend tot
omdat zij onderdeel uitmaakt van het vastgestelde en
de MER-toets voor het onderhavige RUP.
goedgekeurd document dat in het voortraject van de planvormingen bij de belangenafweging is betrokken.
19
Tijdens de vaststelling van dat document was van de bewuste aanduiding nog geen sprake.
Los hiervan is de betreffende aanduiding correct op het grafisch plan verwerkt.
Het bezwaar wordt als ongegrond beschouwd.
VMM – Brussel Nr.
Bezwaar - Advies
Reactie
Pleit voor een vermelding dat in het plangebied 6.1
Een dergelijke passage is reeds opgenomen in beschermingszones voor de drinkwaterwinning Winksele paragraaf 3.4.1.1. Een Aanpassing van de nota is Kastanjebos en Bijlokstraat zijn gelegen. derhalve niet nodig.
6.2
Wijst op het verbod van infiltratievoorzieningen in de
Ter verduidelijking is deze mededeling ook in het niet
beschermingszones I en II en de inrichtingsvoorwaarden
verordenende gedeelte van de bestemmingen “Open
voor dergelijke voorziening in beschermingszone III.
Agrarisch Gebied” en “Natuurgebied” opgenomen.
NMBS holding – Brussel Nr.
Bezwaar - Advies
Reactie
De holding geeft een gunstig advies omtrent het ontwerp 7.1
Van de mededeling is met waardering kennis genomen. RUP
De holding verzoekt om een juist interpretatie van de 7.2
organisatiestructuur van NMBS-holding en de hiermee
Van het verzoek is met belangstelling kennis genomen.
samenhangende bandbreedte aan belanghebbenden
STAD LEUVEN Nr.
Bezwaar - Advies
Reactie
20
De gemeente geeft een gunstig advies omtrent het 8.1
Van de mededeling is met waardering kennis genomen. ontwerp RUP
De gemeente geeft aan dat het RUP geen 8.2
hypothekerende werking mag hebben voor de realisatie
Genoemde ontwikkelingen worden door het RUP niet
van een busverbinding N2 richting campus Gasthuisberg
belemmerd.
en voor een fietsverbinding.
Overwegende dat de voorgestelde gemotiveerde reacties, opgemaakt per bezwaarindiener en per item opgenomen zijn in het gebundeld advies van de GECORO, zijn opgenomen in het aangepaste ontwerpen / of weerlegt, dit bundel zal integraal deel uitmaken van deze beslissing; Overwegende dat het voorliggend ontwerp van RUP Open ruimte, met referentie 24 augustus 2012 met de toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften en het grafisch plan het resultaat is, van de behandelde adviezen op de 12 bezwaarschriften en de 8 adviezen; Overwegende dat het voorliggend ontwerp van RUP Open Ruimte, met referentie 24 augustus 2012, omvattende de toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften en het grafisch plan door de raad definitief wordt vastgesteld. Besluit: Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van het bundel opgemaakt door de GECORO, omvattende de bundeling van alle ingediende 12 bezwaarschriften en van alle uitgebrachte 8 adviezen, en het gemotiveerd advies op de bezwaarschriften opgemaakt door de GECORO in vergadering van 23 augustus 2012. Artikel 2: De gemeenteraad gaat akkoord met de voorgestelde reacties gemotiveerd per adviesindiener en per item zoals opgenomen in de concideranten, Artikel 3: De gemeenteraad neemt kennis van het aangepast ontwerp van RUP Open Ruimte met referentie 24 augustus 2012, omvattende de toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften en het grafisch plan in functie van de gemotiveerde adviezen en reacties. Artikel 4: De gemeenteraad maakt zich het bundel van de GECORO dd. 23 augustus 2012 eigen en geeft goedkeuring aan de uitgebrachte gemotiveerde adviezen en reacties. Artikel 5: De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het ontwerp RUP Open Ruimte opgemaakt door het studiebureau Grontmij van en te Mechelen, met referentie 24 augustus 2012, omvattende de toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften en het grafisch plan en stelt het RUP Open Ruimte, met referentie 24 augustus 2012 definitief vast. Artikel 6: Deze beslissingen worden met negentien ja ( Kuijpers Willy, De Clercq Jo, Draye Luk, Caes Arlette, Schouteden Marleen, Gielens Chris, Rampelbergh Lut, D’Haese Katleen, Put Katrien, Dekeyser Jean-Pierre, Claes Guido, Denivelle Delila, Lissens Griet, Maarten Forceville, De Greef Danny, Scheys Philippe, Van Hemelrijck Liesbeth, Legrand Annemie, Windels Johan ) en drie onthoudingen ( Bex Jos, Dusauchoit Veer, Jos Vandikkelen ) goedgekeurd
21
5 RUP De Vloer – inherzieningstelling. Schepen A. Caes deelt mee dat de raad dit punt reeds eerder unaniem heeft goedgekeurd doch met een andere financieringswijze ; in de raad van november 2010 werd immers goedgekeurd dat de financiering van de herziening van het RUP door de eigenaar zelf diende te gebeuren. De bevoegde Vlaamse minister heeft ons echter laten weten dat dit niet kon, waardoor de raad nu een gewijzigde beslissing dient te nemen, nl. de financiering ten laste van de gemeente. Aan het principe van de inherzieningstelling werd niets gewijzigd. Volgens raadslid Ph. Scheys werd dit punt in de maand juni van de raad afgevoerd omdat men eerst een bemiddelingspoging kans op slagen wou geven. Er is ons ondertussen een tussentijds rapport bezorgd, maar er werd nog geen compromis bereikt. Hij stelt voor om dit punt dan ook van de agenda te halen. Schepen A. Caes wenst eerst het agendapunt zelf af te handelen en dan toelichting te geven bij het bemiddelingsrapport. Raadslid Ph. Scheys stelt dat het hier gaat om één agendapunt. Raadslid J. Vandikkelen steltvoor om een agendapunt toe te voegen: het bemiddelingsrapport moet hier wel degelijk bij dit punt worden besproken ; hij verwijst naar de tekst van de toelichting waar duidelijk staat dat de raad verzocht wordt een beslissing te nemen om het RUP De Vloer in herziening te stellen om de bestaande functies te optimaliseren en te reorganiseren, rekening houdend met het resultaat van de bemiddelingspoging. Schepen A. Caes herhaalt als repliek hetgeen ze bij het begin van haar toelichting heeft meegedeeld. Dan leest ze de tekst voor die het standpunt van het college weergeeft. Deze tekst zal nadien als persbericht worden verspreid. Gemeente onderzoekt mogelijkheid tot beperkte uitbreiding tennisclub De Vloer met respect voor de omgeving. Tennisclub De Vloer in de Vloerstraat in Herent wil haar activiteiten uitbreiden. In de buurt bestaat ongenoegen over de omvang en de aard van de uitbreidingsplannen. De gemeente heeft daarom een onafhankelijke bemiddelaar aangesteld die met de betrokkenen een bemiddelingstraject heeft doorlopen om te trachten de uiteenlopende standpunten te verzoenen. Op grond van het bemiddelingsrapport opteert de gemeente ervoor een scenario te laten onderzoeken dat een beperkte uitbreiding van de tennisactiviteit mogelijk maakt, met respect voor de omgeving. In dat scenario is geen plaats voor een sporthal. Uitbreiding Tennisclub De Vloer In het voorjaar van 2012 begon Tennisclub De Vloer met de werken voor de uitbreiding van de tennisclub. Die werken werden stilgelegd wegens het ontbreken van een geldige bouwvergunning. De uitbreiding van de tennisclub is een vraag van de eigenaar, gesteund door zijn leden, maar met wettelijke en praktische beperkingen. Die hebben te maken met de ligging van de club en de ruimtelijke bestemming van het gebied. Uitbreiding kan niet zonder een herziening van het bestaande Ruimtelijke Uitvoeringsplan (RUP) De Vloer. Het is duidelijk dat er voor een uitbreiding met een sporthal geen draagvlak bestaat, noch bij de omwonenden noch bij de overheidsdiensten die zich over het RUP moeten uitspreken.
22
Bemiddeling Om te zien in hoeverre de uiteenlopende standpunten van de betrokken partijen op één lijn konden worden gebracht en om een objectief overzicht van de standpunten, de problemen en de bezwaren te krijgen, schakelde de gemeente een communicatiebureau in. De bemiddelaar heeft een onderzoek ingesteld en nadien gesprekken gevoerd met de betrokken partijen (de eigenaars van de tennisclub, een aantal buurtbewoners, het departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid, Onroerend erfgoed (RWO) en de dienst ruimtelijke ordening van de provincie Vlaams-Brabant). In zijn rapport heeft hij een aantal scenario’s voorgesteld die hij bij de betrokken partijen heeft afgetoetst. (Zoals vooraf afgesproken waren de gemeente en de ruimere buurt daar niet bij.) De verschillende partijen zijn op de hoogte gebracht van de inbreng van de anderen. Bemiddelingsnota Dat alles heeft tot een bemiddelingsnota geleid die op vrijdag 7 september 2012 in haar definitieve vorm is bezorgd aan de gemeenteraadsleden en aan de leden van het college van burgemeester en schepenen. Gemeenteraad 11 september 2012 Op grond van de bemiddelingsnota heeft het college zijn voorkeur uitgesproken voor het scenario dat, na herziening van het RUP, een beperkte uitbreiding van de tennisactiviteit mogelijk maakt, met respect voor de omgeving. Het college heeft daarom aan de gemeenteraad het voorstel voorgelegd om het RUP De Vloer in herziening te stellen. De gemeenteraad heeft daartoe ook beslist. Herziening RUP De Vloer De herziening houdt in dat een studiebureau een nieuw ontwerp opmaakt met zorgvuldige aandacht voor de omgeving. Voor het studiebureau aan die opdracht begint, wordt nog een gesprek tussen de bevoegde schepen en de betrokken partijen georganiseerd. Bij de herziening zal een beslissing moeten worden genomen over de omvang van de bufferstrook en de inplanting van de tennisterreinen en de parking. Zoals aangegeven, kan de gemeente principieel akkoord gaan met een beperkte uitbreiding van de huidige activiteit ‘tennis’, maar niet met een sporthal die ook andere activiteiten dan tennis toelaat. Een sporthal valt duidelijk niet binnen de mogelijkheden op deze locatie.
De gemeente streeft ernaar dit langlopende dossier zo snel mogelijk op een transparante manier af te sluiten, in overeenstemming met de betrokken partijen, inclusief RWO en provinciale dienst voor ruimtelijke ordening. De herzieningsprocedure die nu opgestart kan worden, voorziet uiteraard in mogelijkheden tot verder overleg en tot het indienen van bezwaar. Volgens raadslid Ph. Scheys is deze tekst een nieuw element in het dossier en hij vraagt de schorsing van de vergadering. De voorzitter schorst de vergadering om 20u20. Hij heropent de vergadering om 20u30. Raadslid J. Vandikkelen is verheugd dat de raad in juni het voorstel van Groen heeft gevolgd om een bemiddelingspoging te starten ; op korte tijd is een professioneel werkstuk afgeleverd. 23
Dit toont aan dat deze bemiddelingspoging zijn nut had. Het definitief gesprek moet nog echter plaatsvinden. Gelet op het belang van de bemiddeling, gelet op het belang van sport maar ook gelet op het belang van een evenwicht in de buurt, is het raadzaam dit agendapunt te verdagen. Ook raadslid Ph. Scheys deelt deze mening ; het college kiest duidelijk voor een bepaald scenario, dit is een nieuw element dat niet in het dossier voorkwam. Op een extra gemeenteraad kan na de afsluitende gesprekken in alle sereniteit een beslissing worden genomen. Schepen A. Caes stelt voor het punt nu te behandelen zoals het geagendeerd werd. Het bemiddelingsrapport is afgerond. De afsluitende gesprekken vinden de komende dagen plaats. Ondertussen kan het studiebureau de voorbereidende werkzaamheden aanvatten. Volgens raadslid V. Dusauchoit is de nota dan wel afgerond, maar heeft de bemiddelingspoging nog niet geleid tot een volledig eindresultaat. In het eindrapport van de bemiddelaar lezen we dat er wel degelijk ruimte is voor onderhandeling, trouwens de filosofie van de beslissing van juni, en dit biedt dus een perspectief dat er een evenwicht kan worden gevonden tussen de mensen die willen tennissen en de mensen die rustig willen wonen. Raadslid L. Rampelbergh stelt dat de opdracht voor 90% afgerond is, de standpunten zijn bekend, de grieven zijn bekend ; een uitstel zou enkel gaan om het puur formele ; er moet trouwens nog een hele procedure volgen ; zij is geen voorstander van een uitstel. Raadslid J. Vandikkelen verklaart zijn onthouding bij de stemming: hij is niet gekant tegen sport noch tegen De Vloer, maar hij wenst de bemiddeling alle kansen te geven. Ook raadslid Ph. Scheys onthoudt zich bij de stemming: er bestaat nog steeds een risico op uitbreiding van De Vloer die ingaat tegen de verwachtingen van de omwonenden. Hij vreest dat met het resultaat van de bemiddeling geen rekening zal worden gehouden. De gemeenteraad: Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 juni 2004; Gelet op de gemeenteraadszitting van 13 april 2004 waarin principieel beslist is tot de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan herbestemmingen en de goedkeuring van de overeenkomst tussen gemeente en ontwerper; Gelet op de beslissing van het college in zitting van 13 december 2004 waarin op basis van een gunningsverslag, de studieopdracht en de opmaak van het RUP herbestemmingen, gegund werd aan het studiebureau D + A Consult van en te 1500 Halle, Meiboom 26. Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 23 november 2010, punt 14, handelend over een aanpassing en uitbreiding van de opdracht aan D + A Consult voor het ruimtelijk uitvoeringsplan Herbestemmingen waarin volgende deelRUP’s opgenomen waren: RUP Wildemansweg (Stationsomgeving Herent Noord), RUP Millon, RUP Blakstraat, RUP De Vloer, RUP Bergdravers en RUP Winksele-dorp met een overeenkomst tussen ontwerper en betrokken bedrijf/ontwikkelaar/eigenaar; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 8 mei 2012, waarin de beslissing van 23 november 2010, punt 14, ingetrokken; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 12 juni 2012, punt 17, waarin beslist is om het RUP Stationsomgeving Herent Noord, RUP Millon, RUP Warotveld en RUP Mollekensberg in herziening te stellen, het RUP Weg 75 te Veltem, RUP Bachterveld en RUP Halleboomstraat terug op te starten en het RUP De Vloer uit te stellen;
24
Gelet op het uitstel van het RUP De Vloer dat als reden heeft dat de onderlinge verstandhouding tussen betrokkenen (De Vloer, de buurt en de gemeente) ernstig verstoord is; Overwegende dat het aangewezen is om een deskundige bemiddelaar, die geen belang heeft in deze zaak, niet in Herent woont maar wel deskundig is op vlak van ruimtelijke ordening, aan te stellen; Gelet op de collegebeslissing van 6 augustus 2012 waarin beslist is om het bureau Connect, Maastrichterstraat 71 te 3500 Hasselt aan te stellen voor deze bemiddelingspoging; Overwegende dat de gestelde timing van half juli, zoals opgenomen in de raadsbeslissing van 12 juni 2012 niet haalbaar is. De timing van het traject is zeer strikt, het bureau is gestart in de loop van de week van 13 augustus 2012; Overwegende dat het niet wenselijk is om de herziening van het RUP De Vloer blijvend uit te stellen wordt voorgesteld om de in herzieningstelling te beslissen. Overwegende dat de herziening tot doel heeft om de bestaande functies te optimaliseren en te reorganiseren binnen het plangebied; Overwegende dat het administratief dossier reeds voorbereid kan worden door D + A Consult en het resultaat van de bemiddelingspoging hierin mede verwerkt kan worden; Besluit: Artikel 1: De gemeenteraad beslist om het RUP De Vloer in herziening te stellen om de bestaande functies te optimaliseren en te reorganiseren, rekening houdend met het resultaat van de bemiddelingspoging. Artikel 2: De gemeenteraad beslist om de opdracht voor de in herzieningstelling van het RUP De Vloer te laten uitvoeren door het studiebureau D + A Consult van en te 1500 Halle, Meiboom 26 op basis van de gunning van 13 december 2004 met bijhorende offerte. Artikel 3: Deze beslissingen worden met dertien ja ( Kuijpers Willy, De Clercq Jo, Draye Luk, Caes Arlette, Schouteden Marleen, Gielens Chris, Rampelbergh Lut, D’Haese Katleen, Put Katrien, Dekeyser Jean-Pierre, Claes Guido, Denivelle Delila, Lissens Griet ) en negen onthoudingen ( Maarten Forceville, De Greef Danny, Scheys Philippe, Van Hemelrijck Liesbeth, Legrand Annemie, Dusauchoit Veer, Jos Vandikkelen, Bex Jos, Windels Johan ) goedgekeurd.
6 Straatnamen – verkaveling Kouterstraat – Rijweg (Meulenveld) – princiepsbeslissing. Raadslid J. Vandikkelen wenst zijn sterke appreciatie te uiten inzake deze naamgeving. De gemeenteraad, gelet op de nieuwe gemeentewet; gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en latere wijzigingen; gelet op de afgegeven stedenbouwkundige vergunning d.d. 26 maart 2012 aan dhr. Vincent Vandenbroeck (voor NV Meulenveld en gevolmachtigde) op een terrein met als adres Kouterstraat – Rijweg en met als kadastrale omschrijving afdeling 3, sectie H nrs. 0214 C (deel), 0215 B (deel), 0216 C (deel), 0217 L, 0218 P (deel), 0218 E2 (deel), 0218 D2 (deel)en 219 A. overwegende het voorstel van het college van burgemeester en schepenen waarbij de benaming “Myrna Mackstraat” voorgedragen wordt als straatnaam voor dit project, verwijzend naar Myrna Mack Chang (°24 oktober 1949 Retalhuleu Guatemala/+ 11 september 1990 Guatemala-stad)
25
Myrna Mack Chang was een Guatemalteekse antropologe. Haar opleiding genoot ze aan de universiteiten van Manchester en Durham. Zij verrichtte onderzoek bij Guatemalteekse vluchtelingen van de burgeroorlog, buiten maar vooral in Guatemala. Vooral indianen waren op de vlucht als gevolg van het gewapende conflict dat zijn hoogtepunt kende in de jaren 1980. De schending van het meest elementaire basisrecht ‘het recht op leven’ vormde de kern van haar onderzoek. Door haar wetenschappelijk werk en haar onderzoek naar de impact van het weld op gewone burgers legde ze een systeem bloot dat repressie, straffeloosheid en bruut genocidaal geweld vertegenwoordigde. Ook de link tussen een kleine rijke economische elite en het militaire geweld toonde ze aan. Ze publiceerde haar resultaten bij een instituut dat ze zelf mee vorm gaf: Avancso. Haar ondezoek bracht haar tot sociaal en politiek engagement. In 1988 onderhandelde ze mee om in Alta-Verapaz, de streek waarmee Herent een zusterband heeft, grote groepen vluchtelingen uit de bergen weer in het openbaar te brengen. Ze werd in 1990 zelf slachtoffer van dat geweld toen ze met 27 messteken om het leven werd gebracht op een boogscheut van haar bureau. Op 24 april 2004 erkende de Guatemalteekse regering openlijk voor het Inter-Amerikaans hoger gerechtshof van de mensenrechten dat het de toenmalige regering zelf was die opdracht had gegeven om haar te vermoorden. Door de nieuwe straat naar haar te noemen, wil de gemeente haar persoon eren en uitdrukking geven aan het engagement dat de zusterband inhoudt. besluit: De raad keurt met algemene stemmen de voorgestelde nieuwe straatnaam “Myrna Mackstraat” principieel goed als invulling voor de straatnaam van het project gelegen Kouterstraat – Rijweg en met als kadastrale omschrijving afdeling 3, sectie H nrs. 0214 C (deel), 0215 B (deel), 0216 C (deel), 0217 L, 0218 P (deel), 0218 E2 (deel), 0218 D2 (deel)en 219 A. 7 Aanstellen van een bedrijfsrevisor voor het AGB Dienstencentrum De Kouter – onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking – goedkeuring van het bestek. De gemeenteraad, Reglementaire motivering: het gemeentedecreet; de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten van aannemingen van werken, leveringen en diensten; het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; de gemeenteraadsbeslissing van 10 mei 2011 houdende de oprichting van het AGB Dienstencentrum De Kouter en de goedkeuring van de statuten en de beheersovereenkomst, en meer specifiek artikel 40 van de statuten; de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2011 - algemene beheersovereenkomst tussen de gemeente Herent en het autonoom gemeentebedrijf De Kouter; Feitelijke motivering: het is aangewezen is over te gaan tot het aanstellen van een bedrijfsrevisor; het is bijgevolg nodig een opdracht te gunnen met als voorwerp de diensten waarvan sprake in artikel 1;
26
het geraamde bedrag zal bij benadering 15.000 euro bedragen; de opdracht zal betaald worden door het AGB Dienstencentrum De Kouter ;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging; BESLUIT Met algemene stemmen, Art. 1: Er zal een opdracht worden gegund, waarvan het geraamde bedrag – het betreft een raming die slechts indicatief is – bij benadering 15.000 euro zal bedragen met als voorwerp de volgende omschreven diensten: het aanstellen van een bedrijfsrevisor voor het autonoom gemeentebedrijf Dienstencentrum De Kouter. Art. 1: Onder de voorwaarde bedoeld in artikel 1, zal de opdracht waarvan sprake in artikel 1, gegund worden bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de aanvang van de procedure. Behoudens onmogelijkheid, zullen er minstens 3 dienstverleners geraadpleegd worden. Art. 2: De opdracht bedoeld in de artikelen 1 en 2 zal beheerd worden door enerzijds de algemene aannemingsvoorwaarden in hun geheel en anderzijds het bestek dat bij onderhavige beslissing gevoegd is. Art. 3: De opdracht waarvan sprake in de artikelen 1, 2 en 3, zal gefinancierd worden door het AGB Dienstencentrum De Kouter.
8 Aanstellen van twee commissarissen voor het AGB Dienstencentrum De Kouter. Op de vraag van raadslid J. Vandikkelen naar de relevante kennis van beide kandidaten voor deze belangrijke financiële toezichtsfunctie, antwoordt schepen L. Draye dat beide raadsleden een uitgebreide relevante bestuurservaring hebben. Raadslid K. D’Haese stelt dat zij deze functie ernstig wil opnemen ; zij verwijst naar haar opleiding boekhouding en overheidsmanagement ; als diensthoofd van een dienst weet ze om te gaan met budgetten ; en momenteel specialiseert ze zich in de nieuwe beleids- en beheerscyclus. Raadslid G. Claes verwijst naar zijn relevante financiële ervaring als voorzitter van Volkswoningbouw en als commissaris van de Vlaamse badmintonfederatie. Waarop raadslid J. Vandikkelen beide raadsleden dankt voor hun toelichting. De gemeenteraad, Reglementaire motivering: het gemeentedecreet; artikel 263 quater van de Nieuwe Gemeentewet; de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten van aannemingen van werken, leveringen en diensten; de gemeenteraadsbeslissing van 10 mei 2011 houdende de oprichting van het AGB Dienstencentrum De Kouter en de goedkeuring van de statuten en de beheersovereenkomst, en meer specifiek artikel 40 van de statuten; de gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2011 - algemene beheersovereenkomst tussen de gemeente Herent en het autonoom gemeentebedrijf De Kouter; 27
Feitelijke motivering: Artikel 40 van de statuten van het autonoom gemeentebedrijf “Dienstencentrum De Kouter”, goedgekeurd door het gemeenteraadsbesluit van 10 mei 2011, bepaalt dat het college van commissarissen bestaat uit drie leden die door de gemeenteraad worden gekozen, en waarvan tenminste één lid is van het Instituut van Bedrijfsrevisoren. Het voorgaande is gebaseerd op artikel 263 quater van de Nieuwe Gemeentewet dat bepaalt dat het toezicht op de financiële toestand en op de jaarrekeningen van de autonome gemeentebedrijven wordt opgedragen aan een college van drie commissarissen, die door de gemeenteraad worden gekozen buiten de raad van bestuur van het gemeentebedrijf en waarvan ten minste één lid is van het Instituut van Bedrijfsrevisoren. Met uitzondering van deze laatste zijn de leden van het college van commissarissen allen lid van de gemeenteraad. Overeenkomstig artikel 43 van de statuten is het college van commissarissen belast met het toezicht op de financiële toestand en de jaarrekening van het bedrijf. Er wordt voorgesteld raadsleden Kathleen D’Haese en Guido Claes aan te stellen. Beide raadsleden lichten hun motivering en hun ervaring terzake toe. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging; BESLUIT met algemene stemmen, Artikel 1: raadslid Kathleen D’Haese wordt aangesteld als commissaris. Artikel 2: raadslid Guido Claes wordt aangesteld als commissaris. Verlaat de zitting: Philippe Scheys, Veer Dusauchoit, Annemie Legrand.
9 Voetweg nr. 62 – voorstel tot gedeeltelijke verplaatsing. De gemeenteraad, gelet op de nieuwe gemeentewet; gelet op het verzoek van de heer Goossens Willy, Tweebruggenstraat 44 te 3020 Herent tot het gedeeltelijk verplaatsen van de voetweg nr. 62 van de atlas van de buurtwegen van Herent en gelegen Elststraat; gelet op de gemotiveerde aanvraag van de belanghebbende met als bijlage een situatieplan, een opmetingsplan, de bestaande toestand en de aanduiding van de gevraagde gedeeltelijke verplaatsing van de voetweg nr. 62 op kadasterplan en de bestaande nieuwe toestand op het uittreksel van de atlas van de buurtwegen van Herent met een motivatie en foto’s, opgemaakt door landmeter-expert Johan Artois, Kerkweg 37 te 3020 Herent; gelet op het geactualiseerd schattingsverslag d.d. 08 juli 2012 opgemaakt door de ontvanger der Registratie te Haacht; gelet op het onderzoek de commodo et incommodo dat overeenkomstig de onderrichtingen werd bekendgemaakt vanaf 14 juni 2012 tot en met 28 juni 2012; gelet op het proces-verbaal van het onderzoek waaruit blijkt dat geen personen (opmerkingen – aanmerkingen – bezwaren) maakte betreffende de aan het onderzoek onderworpen verplaatsing; gelet op de verklaring van de aanvragers d.d. 29 mei 2012 met betrekking tot het betalen van de geschatte meerwaarde t.g.v. de verlegging en kosten, alsmede de te betalen meerwaarde; 28
gelet op het artikel 28 van de wet van 10 april 1841 gewijzigd bij de wet van 20 mei 1863 en 09 augustus 1948; overwegende dat de aanvraag gunstig kan worden geadviseerd om reden dat: door de gedeeltelijke verplaatsing van de voetweg nr. 62 het grondgebruik rationeler wordt daar het perceel nr. 92 P op dit moment door deze voetweg opgesplitst is in twee. besluit: Artikel 1: Het ontwerp van gedeeltelijke verplaatsing van de voetweg nr. 62 goed te keuren. Artikel 2: Voor te stellen aan de Bestendige Deputatie de voetweg nr. 62 van de atlas der buurtwegen van Herent gedeeltelijk te verplaatsen zoals aangeduid op bijgaand plan. Artikel 3: De gedeeltelijke verplaatsing van de voetweg zoals voorzien op het ontwerp is een last van de aanvrager. Artikel 4: Deze beslissing wordt samen met het volledig dossier toegezonden aan de Gouverneur van de Provincie Vlaams-Brabant. Artikel 5: Deze beslissing wordt met algemene stemmen goedgekeurd.
10 Voetweg 63 – voorstel tot gedeeltelijke verplaatsing. De gemeenteraad, gelet op de nieuwe gemeentewet; gelet op het verzoek van de heer Galanos Ioannis en mevrouw Mortelmans Inge, Graafschaplaan 28 A te 3020 Herent tot het gedeeltelijk verleggen van de voetweg nr. 63 van de atlas van de buurtwegen van Veltem-Beisem en gelegen Graafschaplaan; gelet op de gemotiveerde aanvraag van de belanghebbende met als bijlage een situatieplan, een opmetingsplan, de bestaande toestand en de aanduiding van de gevraagde gedeeltelijke verlegging van de voetweg nr. 63 op kadasterplan en de bestaande nieuwe toestand op het uittreksel van de atlas van de buurtwegen van Veltem-Beisem met een motivatie en foto’s, opgemaakt door landmeter-expert Johan Artois, Kerkweg 37 te 3020 Herent; gelet op het geactualiseerd schattingsverslag d.d. 08 juli 2012 opgemaakt door de ontvanger der Registratie te Haacht; gelet op het onderzoek de commodo et incommodo dat overeenkomstig de onderrichtingen werd bekendgemaakt vanaf 14 juni 2012 tot en met 28 juni 2012; gelet op het proces-verbaal van het onderzoek waaruit blijkt dat meerdere personen bezwaar maakte betreffende de aan het onderzoek onderworpen verplaatsing (er zijn twee bezwaren binnengekomen waarvan één met meerdere handtekeningen; gelet op de verklaring van de aanvragers d.d. 20 mei 2012 met betrekking tot het betalen van de geschatte meerwaarde t.g.v. de verlegging en kosten, alsmede de te betalen meerwaarde; gelet op het artikel 28 van de wet van 10 april 1841 gewijzigd bij de wet van 20 mei 1863 en 09 augustus 1948; overwegende dat de aanvraag gunstig kan worden geadviseerd om reden dat: door de gedeeltelijke verlegging van de voetweg nr. 63 de tuin van de aanvragers optimaal kan benut worden en door de verlegging van de voetweg naar de zijdelingse perceelsgrens is het niet hinderlijk voor voetgangers. besluit: Artikel 1: Het ontwerp van gedeeltelijke verlegging van de voetweg nr. 63 goed te keuren. Artikel 2: Voor te stellen aan de Bestendige Deputatie de voetweg nr. 63 van de atlas der buurtwegen van Veltem-Beisem gedeeltelijk te verleggen zoals aangeduid op bijgaand plan. Artikel 3: De gedeeltelijke verlegging van de voetweg zoals voorzien op het ontwerp is een
29
last van de aanvrager. Artikel 4: Deze beslissing wordt samen met het volledig dossier toegezonden aan de Gouverneur van de Provincie Vlaams-Brabant. Artikel 5: Deze beslissing wordt met algemene stemmen goedgekeurd.
11 Motiveringsnota Bindend Sociaal Objectief – kennisname. De raad, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en alle later wijzigingen, hierna Decreet grond- en pandenbeleid genoemd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011 tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets; Gelet op het schrijven d.d. 5 juni 2012 van het agentschap Wonen-Vlaanderen, afdeling woonbeleid; Overwegende dat in dit schrijven de gemeente verzocht wordt om aan Wonen-Vlaanderen een motiveringsnota te bezorgen waarin, voor elk van de categorieën sociale huurwoningen en –koopwoningen die het groeiritme niet volgen, aangetoond wordt dat er voldoende inspanningen geleverd werden om deze deelobjectieven te bereiken; Overwegende dat de gemeente beschikt over een termijn van twee maanden vanaf ontvangst van dit schrijven om de motiveringsnota te bezorgen en dat een voorafgaandelijke kennisgeving van de motiveringsnota aan het College van burgemeester en schepenen en gemeenteraad vereist is; besluit Artikel 1: De raad neemt kennis van de motiveringsnota en de bijbehorende bijlagen. Artikel 2: Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan B. Mertens (coördinator Woonwijzer Midden-Brabant) en Wonen-Vlaanderen. 12 Provinciale doorgroeisubsidie woonproject Woonwijzer Midden Brabant - derde werkingsjaar - verlenging tot 1 december 2013. De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 21 september 2007, houdende de subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010; Overwegende dat met dit subsidiebesluit de Vlaamse Regering gemeenten wil aanzetten werk te maken van een volwaardig lokaal woonbeleid, bij voorkeur via intergemeentelijke samenwerking; Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 28, paragraaf 2, gewijzigd bij de decreten van 19 maart 2004, 24 maart 2006 en 29 juni
30
2007; Gelet op het provinciaal subsidiereglement voor projecten die het lokaal woonbeleid ondersteunen; Overwegende dat de gemeente– en OCMWbesturen van Herent, Huldenberg, Kortenberg, Tervuren en Zaventem reeds in 2010 beslisten om deel te nemen aan een intergemeentelijk project met als doel het versterken van het lokaal woonbeleid en dat ze daartoe in oktober 2010 samen met IGO een interlokale vereniging “Woonwijzer Midden Brabant” oprichtten; Overwegende dat de gemeente- en OCMWbesturen van Herent, Huldenberg, Kortenberg, Tervuren en Zaventem reeds een eerste werkingsjaar (2010-2011) achter de rug hebben en momenteel aan een tweede werkingsjaar (2011-2012) bezig zijn; Overwegende dat de deelnemende gemeenten aan de interlokale vereniging ‘Woonwijzer Midden Brabant’ de doorgroeisubsidie willen aanwenden als opstap naar een ruimer project dat past in het Besluit van de Vlaamse regering van m.b.t. het lokaal woonbeleid; Overwegende dat Woonwijzer Midden-Brabant ondanks het feit dat Vlaanderen geen nieuwe Open Oproep 2012 lanceerde, toch een subsidiedossier indiende bij de bevoegde minister op 7 juni 2012 en dat het ingediende dossier op 6 juli 2012 ontvankelijk werd verklaard. Overwegende dat het Agentschap Wonen – Vlaanderen het dossier verder zal onderzoeken en dat de Vlaamse minister van Wonen binnen 3 maanden na het ontvankelijk verklaren van het ingediende subsidiedossier een beslissing zal nemen; Overwegende dat IGO instaat voor de projectuitvoering; Gelet op de overeenkomst met statutaire draagkracht en het huishoudelijk reglement van de interlokale vereniging ‘Woonwijzer Midden Brabant’; Gelet op de goedkeuring van de subsidieaanvraag voor een provinciale opstapsubsidie ‘Lokaal woonbeleid’ door de provincie Vlaams Brabant op 10 november 2010 waarbij het aanbieden van gestructureerde basisinformatie over wonen aan de burger en het opmaken en indienen van een subsidiedossier m.b.t. het lokaal woonbeleid naar aanleiding van een Open Oproep voor intergemeentelijke projecten lokaal woonbeleid in 2011 als doel gesteld werden; Overwegende dat er in het kader van de provinciale opstapsubsidie in december 2010 reeds 2 personen voltijds werden aangeworven: een lokale coördinator en een medewerker wooninformatie, dat de lokale coördinator het in te dienen subsidiedossier m.b.t. het lokaal woonbeleid heeft voorbereid en de medewerker wooninformatie een woonloket in de gemeente heeft opgestart en gestructureerde basisinformatie over wonen aan de burger aanbiedt; Overwegende dat er in het verleden door Tervuren en Zaventem reeds een subsidiedossier werd ingediend bij het Vlaamse Gewest en dat Herent, Huldenberg, Kortenberg, Tervuren en Zaventem naar aanleiding van een Open Oproep voor intergemeentelijke projecten lokaal woonbeleid in 2011 (ministerieel besluit van 13 december 2010) vóór 13 mei 2011 een nieuw subsidiedossier indienden; Overwegende dat een van de voorwaarden gesteld in de Open Oproep 2011 van het Vlaamse Gewest inzake intergemeentelijke projecten lokaal woonbeleid om het subsidiedossier ontvankelijk te kunnen verklaren inhield dat het ingediende subsidiedossier door de gemeenteraden van alle deelnemende gemeenten diende goedgekeurd te zijn. Overwegende dat het subsidiedossier dat vóór 13 mei 2011 werd ingediend bij het Vlaamse Gewest, onontvankelijk werd verklaard wegens het ontbreken van een goedkeuring van de gemeenteraad van Tervuren (GR-besluiten van 5 mei 2011 en 26 mei 2011). Gelet op het feit dat de gemeenten zowel lokaal als intergemeentelijk overleg hebben georganiseerd in 2010, 2011 en 2012 om het subsidiedossier uit te werken en/of te verfijnen; Overwegende dat in zitting van 27.08.2012 het college van burgemeester en schepenen haar
31
akkoord heeft gegeven omtrent het verder zetten van het woonproject met de gemeenten Herent, Huldenberg, Kortenberg, Tervuren en Zaventem; Gelet op het ontwerp van het subsidiedossier ter verlenging van de provinciale doorgroeisubsidie voor een bijkomend jaar met enerzijds als doel het opstellen en indienen van een nieuw subsidiedossier bij het Vlaamse Gewest bij een Open Oproep 2013 houdende intergemeentelijke projecten lokaal woonbeleid om zo de opstap te maken naar een ruimer project inzake lokaal woonbeleid en anderzijds de realisatie van volgende doelstellingen en activiteiten: Doelstellingen: 1. Het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen 1. Het organiseren van lokaal woonoverleg 2. Het uitbouwen van een klantgerichte dienstverlening aan de burger 3. Het verbeteren van de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving Het eerste werkingsjaar diende men met een provinciale doorgroeisubsidie minstens één van de door Vlaanderen (in de Open Oproep) verplichte activiteiten te realiseren: het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de burger over: a. Gemeentelijke, provinciale, gewestelijke en federale huisvestingsmaatregelen en het respectieve dienstverleningsaanbod; a. Huuraangelegenheden; b. Sociaal huren, sociaal kopen en sociaal lenen; c. Actuele beleidsmaatregelen inzake huisvesting. Daarnaast kozen de gemeenten er zelf voor om werk te maken van de inventarisatie van leegstaande woningen en om reeds in een eerste werkingsjaar (2010-2011) een subsidiedossier op te maken en in te dienen bij het Vlaamse Gewest. Het provinciaal subsidiereglement legde op dat er in het tweede werkingsjaar met een provinciale doorgroeisubsidie naast het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de burgers, minstens één bijkomende (van de door Vlaanderen verplichte) activiteit diende gerealiseerd te worden. Gezien enerzijds de eerder beperkte personeelsinzet (2VTE) die voorzien was en anderzijds de wetenschap dat het volgende werkingsjaar samenviel met een verkiezingsjaar, wordt er gekozen om niet enkel op één domein actief te zijn en werd er een evenwichtig samengestelde combinatie van verschillende te realiseren activiteiten naar voor geschoven. Voor het derde werkingsjaar dienen we volgens het subsidiereglement van de provincie Vlaams-Brabant drie van de vijf activiteiten uit het BVR lokaal woonbeleid te realiseren. Eigenlijk deden we dit het afgelopen jaar reeds voor een groot deel en wegens de beperkte personeelsinzet en de aankomende gemeenteraadsverkiezingen wordt er gekozen om zoveel mogelijk de continuïteit te garanderen. Volgend jaar kan dan samen met een nieuwe legislatuur bekeken worden welke mogelijkheden er nog zijn. Grote lijnen van de te realiseren activiteiten in het derde werkingsjaar (detail zie subsidiedossier): 1. Verdere voorbereiding en opmaak van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen die ter goedkeuring aan de gemeente- en OCMW-raden zal worden voorgelegd. 1. Het faciliteren en organiseren van het woonoverleg met alle woonactoren over o.a.: 1.1. de realisatie en de opvolging van het bindend sociaal objectief 1.2. de opvolging en opmaak van het gemeentelijk actieprogramma, gekoppeld aan het jaarlijks lokaal woonoverleg in het kader van het uitvoeringsprogramma (telkens vóór 31 mei van het lopende jaar) 1.3. de opmaak van een doordachte woonbeleidsvisie
32
1.4. de samenwerking tussen de verschillende woonactoren i.v.m. het lokale woonbeleid en de werking van de woonloketten 2. Het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de burger over: 2.1. gemeentelijke, provinciale, gewestelijke en federale huisvestingsmaatregelen en het respectievelijke dienstverleningsaanbod; 2.2. huuraangelegenheden; 2.3. sociaal huren, sociaal kopen, sociaal lenen; 2.4. rationeel energiegebruik, duurzaam (ver)bouwen en duurzame energieproductie; 2.5. meegroeiwonen, levenslang en aanpasbaar wonen, zorgwonen; 2.6. actuele beleidsmaatregelen inzake huisvesting. 3. Het nemen van initiatieven in het kader van het grond- en pandenbeleid met het oog op betaalbaar wonen, waaronder voornamelijk: 3.1. het opmaken en bijhouden van een leegstandsregister, zoals bepaald in boek 2, titel 2, hoofdstuk 3 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; 4. Het voorbereiden van een subsidiedossier “lokaal woonbeleid” (BVR Lokaal woonbeleid) met alle betrokken gemeenten, dat in het kader van een nieuwe Open Oproep van Vlaanderen tijdens het volgende werkingsjaar ingediend zal worden. Gelet op het concrete en definitieve subsidiedossier ter verlenging van de provinciale doorgroeisubsidie en de bijgaande begroting (bijlage B subsidiedossier): Personeelsinzet per gemeente: Werkingsjaar: 1 december 2012 – 1 december 2013 Globale coördinatie Lokale coördinator Medewerker wooninformatie
0,01 VTE 0,20 VTE 0,20 VTE
Totale personeelsinzet per gemeente
0,41 VTE
Totale personeelsinzet voor de 5 gemeenten samen
2,05 VTE
Geraamde toelage van de gemeente aan IGO voor het volgende werkingsjaar (1 december 2012 – 1 december 2013): €22.545 Opmerking: de huisvestingskost van de lokale coördinator en de medewerker wooninformatie in de gemeente is ten laste van de gemeente en dient door de gemeente zelf voorzien te worden in de gemeentelijke begroting. besluit artikel 1: De gemeenteraad verklaart zich met algemene stemmen akkoord met de aanvraag van een verlenging van de provinciale doorgroeisubsidie waarin de gemeente de verwezenlijking van de geplande activiteiten nastreeft en wenst te concretiseren zoals bepaald in de aanvraag. artikel 2: De nodige kredieten – 22.545 Euro - in de begroting van 2013 worden voorzien voor de gemeentelijke bijdrage verbonden aan de werking van de interlokale vereniging ‘Woonwijzer Midden Brabant’ ter verwezenlijking van de gestelde woonbeleidsdoelstellingen en activiteiten.
33
artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitwerking van dit dossier.
13 Toekenning exclusieve dienstverlening betreffende de ondersteuning noodplanambtenaar, nood- en interventieplannen – verlenging met één jaar. De gemeenteraad, gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; gelet op de bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; gelet op de thans van kracht zijnde statuten van INTERLEUVEN zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad d.d. 11 juni 2010; gelet op het besluit van 12 december 2007 van de Raad van Bestuur van INTERLEUVEN houdende het voorstel tot aanpassing van de statuten van INTERLEUVEN teneinde exclusieve dienstverlening te kunnen aanbieden aan de deelnemers voor de ondersteuning van de taken van de noodplanambtenaar, zoals omschreven in het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen; gelet op het raadsbesluit van 8 april 2008 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen in de statuten en in de bijlagen; gelet op het besluit van 28 mei 2008 van de algemene vergadering van INTERLEUVEN waarbij de statutenwijziging werd goedgekeurd; gelet op het raadsbesluit van 10 juni 2008 waarbij werd beslist gebruik te maken van de diensten zoals voorzien in de bijlagen van de statuten van INTERLEUVEN die in exclusiviteit toegekend werden aan de dienstverlenende vereniging INTERLEUVEN voor een periode met ingang vanaf 10 juni 2008 tot en met 31 december 2012, nl. bijlage 8. Ondersteuning noodplanambtenaar, Nood- en interventieplannen - de begeleiding, opvolging, advisering en ondersteuning bij de redactie en uiwerking van de nood- en interventieplannen die de gemeenten dienen op te stellen in uitvoering van de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen (BS 15 maart 2006) en zoals verder omschreven in de ministeriële omzendbrief nPA-1 van 26 oktober 2006 betreffende de nood- en interventieplannen (BS 10 januari 2007); gelet op de ervaring van INTERLEUVEN kan INTERLEUVEN naar de gemeente toe bij het geheel van de aan de gemeente in het kader van de nood- en interventieplannen opgelegde taken en verplichtingen, bijstand verlenen, zoals voor de inventarisatie van de huidige situatie in de gemeente, het opstellen van een plan van aanpak in nauwe samenwerking met al de betrokken actoren, de organisatie van overlegmomenten, individuele begeleiding en ondersteuning van de lokale noodplanambtenaar, het bijsturen en actualiseren en oefenen van de nood- en interventieplannen, …; overwegende dat de gemeente als deelnemer van INTERLEUVEN als dienstverlenende vereniging in de mogelijkheid is om beroep te doen op de diensten van de intergemeentelijke vereniging, alsook op deze diensten dewelke in exclusiviteit worden aangeboden; overwegende dat INTERLEUVEN bij de uitvoering van deze diensten in opdracht van een gemeente er zelf is toe gehouden om de overheidsopdrachtenwetgeving na te leven; overwegende dat de toekenning bij exclusiviteit van voornoemde opdrachten aan Interleuven onder meer tot voordeel heeft dat er in beginsel, behoudens andersluidend standpunt van de BTW-administratie, op de door de eigen personeelsleden van 34
INTERLEUVEN geleverde prestaties geen BTW zal worden doorgerekend naar de gemeente toe; dat op alle overige prestaties en kosten uiteraard wel BTW verschuldigd blijft; gelet dat er daarenboven in de statuten van INTERLEUVEN werd voorzien in een vergoedingssysteem waarbij op transparante basis de kosten kunnen worden toegewezen; gelet dat inzonderheid bij exclusiviteit zal worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in artikel 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal gewerkt worden met een open boekhouding.”; overwegende dat het systeem van de open boekhouding toelaat om permanent de kosten van het project op te volgen; gelet dat het uurloon voor de binnen de exclusieve dienst geleverde ondersteuning betreffende de noodplanambtenaar, nood- en interventieplannen overeenkomstig 81,50 euro bedraagt; gelet dat het hier opgegeven uurloon gekoppeld is aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector en alle extra lasten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, enz… begrepen zijn in deze uurprijs; gelet dat de in exclusiviteit gepresteerde uren door personeelsleden van INTERLEUVEN ter plaatse bij de opdrachtgever uitgeoefend à rato van een halve dag (4 uren) of een ganse dag (8 uren) worden doorgerekend; met dien verstande dat het de bedoeling is de ter plaatse bij de opdrachtgever te presteren diensten te bundelen tot blokken van respectievelijk 4 of 8 uren en dit om de efficiëntie en de rendabiliteit van de betrokken personeelsleden te verbeteren; gelet dat voor de prestaties welke moeten worden geleverd na 22.00 uur en vóór 07.00 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, deze uurprijs met 50 % wordt verhoogd; gelet dat de jaarlijkse administratieve werkingskost 2.200 euro bedraagt; gelet dat het afsluiten van deze exclusiviteitsovereenkomst tevens tot gevolg heeft dat de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van INTERLEUVEN en dit voor een welomschreven periode dewelke echter de duur van zes jaar niet mag overschrijden; gelet dat de gemeente aldus kan kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op INTERLEUVEN, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch hierbij wel af ziet van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden; gelet dat de gemeente aldus de duurtijd van de betrokken diensten beperkt tot een periode met ingang vanaf 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, met dien verstande dat opdrachten dewelke werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening en aldus in beginsel zonder aanrekening van BTW; gelet dat voor de uitvoering van deze exclusieve taken wordt gewerkt overeenkomstig de hieronder vermelde samenwerkingsovereenkomst; gelet dat de gemeente het aangewezen acht om de continuïteit inzake noodplanning te handhaven en dat dit kan onder dezelfde voorwaarden zonder echter hiervoor een engagement voor meerdere jaren te hoeven aan gaan; overwegende dat de gemeente het dan ook aangewezen acht om voornoemde diensten verder aan INTERLEUVEN bij exclusiviteit toe te kennen, besluit artikel 1: De volgende diensten, zoals voorzien in de bijlagen van de statuten van
35
INTERLEUVEN, worden in exclusiviteit verder toegekend aan de dienstverlenende vereniging INTERLEUVEN voor een periode met ingang van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, met dien verstande dat opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening: Bijlage 8: Ondersteuning noodplanambtenaar, Nood- en interventieplannen De begeleiding, opvolging, advisering en ondersteuning bij de redactie en uitwerking van de nood- en interventieplannen die de gemeenten dienen op te stellen in uitvoering van de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen (BS 15 maart 2006) en zoals verder omschreven in de ministeriële omzendbrief NPU-1 van 26 oktober 2006 betreffende de nood- en interventieplannen (BS 10 januari 2007). artikel 2: De uitvoering van deze exclusieve diensten gebeurt verder overeenkomstig de hiernavolgende samenwerkingsovereenkomst: Samnwerkingsovereenkomst exclusieve dienstverlening tussen de gemeente Herent en INTERLEUVEN Tussen enerzijds, De gemeente Herent, zoals vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen met kantoren gevestigd te Herent, Spoorwegstraat 6, vertegenwoordigd in de persoon van Willy Kuijpers, Burgemeester en Herman Artois, Gemeentesecretaris, hierna genoemd de opdrachtgever, en INTERLEUVEN, dienstverlenende vereniging, vertegenwoordigd door haar raad van bestuur in de persoon van de heer Hans Eyssen, voorzitter en de heer Patrick Willems, algemeen directeur, met kantoren gevestigd te 3000 Leuven, Brouwersstraat 6, hierna genoemd, INTERLEUVEN wordt overeengekomen hetgeen volgt: Artikel 1: Voorwerp § 1. Huidige overeenkomst wordt tussen partijen gesloten in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van Herent genomen in zitting van waarbij de volgende diensten in exclusiviteit worden toegekend aan INTERLEUVEN voor een periode met ingang vanaf 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, met dien verstande dat de opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode, zullen worden uitgevoerd onder het systeem van de exclusieve dienstverlening tot datum van definitieve oplevering: 8. Ondersteuning noodplanambtenaar, nood- en interventieplannen § 2. De overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen. Artikel 2: Omschrijving van de exclusieve dienstverlening De begeleiding, opvolging, advisering en ondersteuning bij de redactie en uitwerking van de nood- en interventieplannen die de gemeente dienen op te stellen in uitvoering van de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen (B.S. 15 maart 2006) en zoals verder omschreven in de ministeriële omzendbrief NPU-1 van 26 oktober 2006 betreffende de nood- en interventieplannen (B.S. 10 januari 2007). Artikel 3: Werkwijze – administratieve en technische contractuele bepalingen INTERLEUVEN zal in deze aan de gemeente de vereiste begeleiding, opvolging, advisering en ondersteuning verstrekken bij de redactie en de uitwerking van de nood- en interventieplannen die de gemeente dient op te stellen in uitvoering van de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen (B.S. 15 maart 2006) en zoals verder omschreven in de ministeriële omzendbrief NPU-1 van 26
36
oktober 2006 betreffende de nood- en interventieplannen (B.S. 10 januari 2007). INTERLEUVEN zal hiertoe onder meer bijstand verlenen voor de inventarisatie van de huidige situatie in de gemeente, het opstellen van een plan van aanpak in nauwe samenwerking met al de betrokken actoren, het organiseren van overlegmomenten, zorgen voor de individuele begeleiding en ondersteuning van de lokale noodplanambtenaar, het bijsturen en actualiseren en oefenen van de nood- en interventieplannen. INTERLEUVEN zal onder meer in het algemeen bijstand verlenen waar nodig in het kader van de redactie en uitwerking van de taken van de lokale noodplanambtenaar, zoals omschreven in voormeld K.B. van 16 februari 2006 en van voormelde ministeriële omzendbrief van 26 oktober 2006. Artikel 4: Kostenverrekening § 1. De in exclusiviteit toegewezen diensten word,00en door INTERLEUVEN gepresteerd en aangerekend op basis van een open boekhouding, waarbij de opdrachtgever een stand van zaken kan opvragen. § 2. Het uurloon voor de binnen de exclusieve dienst geleverde ondersteuning betreffende de noodplanambtenaar, nood- en interventieplannen bedraagt overeenkomstig 81,50 euro. Het hier opgegeven uurloon is gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle extra lasten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, … zijn begrepen in deze uurprijs. § 3. De in exclusiviteit gepresteerde uren door personeelsleden van INTERLEUVEN ter plaatse bij de opdrachtgever uitgeoefend, worden à rato van een halve dag (4 uren) of een ganse dag (8 uren) doorgereken, met dien verstande dat het de bedoeling is de ter plaatse bij de opdrachtgever te bundelen tot blokken van respectievelijk 4 of 8 uren en dit om de efficiëntie en rendabiliteit van de betrokken personeelsleden te verbeteren. § 4. Voor de prestaties welke moeten worden geleverd na 22.00 uur en vóór 07.00 uur tijdens de normale werkdagen en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt deze uurprijs met 50 % verhoogd. § 5. Onderstaande eenheidsprijzen zijn geldig voor het jaar 2012-2013. AARD ANALOOG Kopie A4 ZW Kopie A4 kleur Kopie A3 ZW Kopie A 3 kleur Inbinden Afdruk plan ZW Afdruk plan Kleur DIGITAAL Meetstaat Tekening DWG/DGN-formaat Tekening DXF-formaat CD-ROM
PRIJS EXCL BTW 0,15 euro/stuk 1,00 euro/stuk 0,30 euro/stuk 2,00 euro/stuk 6,50 euro/stuk 4,00 euro/m² 17,35 euro/m² 25,00 euro/diskette 12,50 euro/tekening (*) 25,00 euro/tekening (*) 50,00 euro/1ste exemplaar Vanaf 2de exemplaar + 15,00 euro
(*) met een minimum van 75,00 euro/diskette § 6. Dat de toekenning bij exclusiviteit van voornoemde opdrachten aan INTERLEUVEN onder meer tot voordeel heeft dat er in beginsel, behoudens andersluidend standpunt van de BTW-administratie, op de door de eigen personeelsleden van INTERLEUVEN geleverde
37
prestaties geen BTW zal worden doorgerekend naar de gemeente; dat op alle overige prestaties en kosten uiteraard wel BTW verschuldigd blijft. § 7. Dat de jaarlijkse administratieve werkingskost 2.200 euro bedraagt. Artikel 5: Betalingsmodaliteiten De kostenverrekening gebeurt op basis van een driemaandelijks detail van de door INTERLEUVEN gepresteerde uren welke aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. De eerste verrekening wordt door INTERLEUVEN opgemaakt na het verstrijken van de eerste driemaandelijkse periode die ingaat op het ogenblik dat de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst aanvangt. artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met het uitvoeren van de huidige beslissing. Artikel 4: Deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd. 14 ‘s Herenwegveld (66 nieuwe woningen) – infrastructuur en omgevingswerken – overname openbaar groen en wegenis, gemeenschapslokaal. De gemeenteraad, Gelet op het raadsbesluit van 8 juni 2004, onderwerp 41, houdende goedkeuring van het ontwerp voor de infrastructuur- en omgevingswerken bij 66 sociale woningen – ’s Herenwegveld te Herent, opgemaakt door de ontwerper TV Lavreysen-Pauwels op datum van 21 mei 2003 en de bijhorende raming ten bedrage van € 1.370.507,20 (incl. btw) waarvan het gemeentelijk aandeel € 79.060,98 (incl. btw) bedraagt; Gelet op de stedenbouwkundige vergunning d.d. 12 juli 2004 afgeleverd aan Volkswoningsbouw cv te 3020 Herent, Wilselsesteenweg 23 voor de bouw van 66 sociale woningen en een gemeenschapslokaal; Gelet op het proces-verbaal van definitieve oplevering d.d. 28.10.2008 met betrekking tot de bouw van de 66 woningen ’s Herenwegveld; Gelet op het proces-verbaal van definitieve oplevering d.d. 10 maart 2011 met betrekking tot de infrastructuurwerken project 66 woningen ’s Herenwegveld; Overwegende dat overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 maart 1990, houdende uitvoering van artikel 80 van de Huisvestingscode, de gronden waarop of waarin de infrastructuurwerken of gemeenschapsvoorzieningen zullen uitgevoerd worden, zo spoedig mogelijk kosteloos dienen te worden overgedragen aan de gemeente; Overwegende dat deze overdracht wordt geregeld bij akte verleden voor de burgemeester handelend overeenkomstig de bepalingen van artikel 9 van de wet van 27 mei 1870 houdende vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten inzake onteigening voor openbaar nut en gebeurt op basis van een opmetingsplan; Overwegende dat ons door de cvba Volkswoningbouw een dossier werd overgemaakt teneinde te kunnen overgaan tot de overdracht aan de gemeente van het gemeenschapslokaal, het openbaar groen en de wegenis behorende bij de 66 recente woningen in ’s Herenwegveld; Gelet op het opmetingsplan van de wegenis, de groene zones en het bijhorende buurthuis opgemaakt door beëdigd landmeter Jan Bogaerts te Lubbeek op datum van 13 maart 2009 en omvattende 39 a 33 ca wegenis, 23 a 85 ca groene zones (totaal 62 a 18 ca) en een buurthuis met een oppervlakte van 93 ca; Gelet op de door de OVAM op datum van 16 juli 2012 afgeleverde bodemattest; Overwegende dat de waarde van de over te dragen wegenis destijds bij schattingsverslag opgemaakt door de Ontvanger der Registratie op datum van 10 november 2009 werd geraamd op € 220.000,00; Overwegende dat de waarde van het over te dragen buurthuis destijds bij schattingsverslag
38
opgemaakt door de Ontvanger der Registratie op datum van 20 oktober 2010 werd geraamd op € 50.000,00; Gelet op het openbaar en algemeen nut van deze grondverwervingen; Gelet op het ontwerp van akte van overdracht aan de gemeente; besluit, artikel 1: Principieel akkoord te gaan met de kosteloze verwerving van de wegenis en de groene zones behorende bij de 66 nieuwe woningen binnen de wijk ‘s Herenwegveld gekend in het kadaster onder Herent 3de afdeling sectie H nrs H 416 s4 (voorheen gekend onder sectie H nr. 416 n4) zijnde de wegenis en bijhorende groene zones met een oppervlakte van 39 a 33 ca (wegenis) en 23 a 85 ca (groene zones) overeenkomstig het opmetingsplan opgemaakt door Beëdigd Landmeter Jan Bogaerts te Lubbeek op 13 maart 2009 – verwerving vanwege de cvba Volkswoningbouw met maatschappelijke zetel te 3020 Herent, Wilselsesteenweg 23. Artikel 2: Principieel akkoord te gaan met de kosteloze verwerving van het gemeenschapslokaal behorende bij de 66 nieuwe woningen binnen de wijk ’s Herenwegveld en gekend in het kadaster onder sectie H nr. 416 t4 (voorheen gekend onder sectie H nr. 416 n4) zijnde het gemeenschapslokaal (met bijhorende fietsenstalling) met een oppervlakte van 93 ca overeenkomstig het opmetingsplan opgemaakt door Beëdigd Landmeter Jan Bogaert te Lubbeek op 13 maart 2009 – verwerving vanwege de cvba Volkswoningbouw met maatschappelijke zetel te 3020 Herent, Wilselsesteenweg 23. Artikel 3: Het hiernavolgende ontwerp van akte van kosteloze overdracht aan de gemeente wordt goedgekeurd nl.: Akte van kosteloze grondafstand. Heden, ……………..TWEEDUIZEND EN …………….. ; wordt door ons, ……………….. Burgemeester van de gemeente Herent, handelend krachtens artikel 9 van de wet van 27 mei 1870 inzake de verkrijging van goederen ten algemene nutte, de hierna volgende overeenkomst vastgelegd tussen: Zijn verschenen: Enerzijds: de Gemeente Herent, vertegenwoordigd door de ……………….., burgemeester, bijgestaan door de ………………, gemeentesecretaris, handelend bij deze voor en in naam van de gemeente Herent in uitvoering van het raadsbesluit d.d. ………………. houdende vaststelling van de voorwaarden van onderhavige overeenkomst. Hierna genoemd “de verkrijger” Anderzijds: De CVBA Volkswoningbouw met maatschappelijke zetel te 3020 Herent, Wilselsesteenweg 23 erkend door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij onder nummer 235-1 ingeschreven in het rechtspersonenregister onder het ondernemingsnummer BTW BE 0400665428 opgericht bij onderhandse akte van vier september negentienhonderd éénenzestig, bekendgemaakt in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van vijftien september daarna, onder nummer 26206, waarvan de statuten meermaals werden gewijzigd en voor het laatst bij akte verleden voor notaris Karel Lacquet te Herent op vijf februari tweeduizend en vier, bekendgemaakt in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van twintig februari daarna, onder nummer 04029085. Alhier vertegenwoordigd door 1) mevrouw Demessemaekers Denise, wonende te 3460 Bekkevoort, Oude Tiensebaan 1A, handelend in hoedanigheid van directeur van de vennootschap, en 2) de heer Claes Guido, wonende te 3020 Herent, Mechelsesteenweg 387, handelend in zijn hoedanigheid van voorzitter van de vennootschap. Hierna genoemd “de afstanddoener”. Overdracht De afstanddoener draagt de hierna beschreven goederen tegen de hierna vermelde
39
voorwaarden over aan de verkrijger die aanvaardt: 1) De gronden ’s Herenwegveld sectie H nr. 416 s4 (voorheen sectie H nr. 416 p4 met een oppervlakte volgens meting van 62 a 18 ca waarvan 39 a 33 ca wegenis (aangeduid met gele fluorhoudende kleur) en 23 a 85 ca groenzones (aangeduid met groene fluorhoudende kleur) zoals weergegeven op het bijgevoegde opmetingsplan opgemaakt te Lubbeek op 13 maart 2009 door Jan Bogaerts, Beëdigd Landmeter, waarvan één exemplaar zal gehecht blijven na “ne Varietur” getekend te zijn door de verschillende partijen, zijnde de afstanddoener en de verkrijger. 2) Het gemeenschapslokaal een oppervlakte van 93 ca weergegeven in oranje kleur op het opmetingsplan opgemaakt te Lubbeek op 13 maart 2009 door Jan Bogaerts, Beëdigd Landmeter – met bijhorende fietsenberging. 3) Al de bestaande infrastructuurwerken op de hierboven beschreven gronden zijnde: de wegen, voetpaden, stegen, riolering, parkeerstroken, laanbeplanting, grondaanleg, bermen. Doel van de afstand De overdracht geschiedt om reden van openbaar nut, en meer in het bijzonder voor de inlijving van het goed in het openbaar domein, meer bepaald als bestemming openbare wegenis, groenzones. Het gemeenschapslokaal wordt toegevoegd aan het gemeentelijk patrimonium. Eigendomsaanhaling De bij deze afgestane gronden horen toe aan de afstanddoener. Zij werden voorheen door een minnelijke onteigening van de Nationale maatschappij der Belgische Spoorwegen verkregen. De percelen werden verkregen ingevolge aankoop bij akte verleden door het Comité tot Aankoop te Mechelen op 26 januari 1971, overgeschreven op het tweede kantoor der hypotheken te Leuven op 16 februari 1971, boek 932 nummer 26 en bij akte verleden op 2 februari 1971, overgeschreven op het tweede kantoor der hypotheken te Leuven op 2 maart 1974 boek 954 nummer 21. Het gemeenschapslokaal werd door de CVBA Volkswoningbouw te Herent gebouwd en definitief opgeleverd op 28 oktober 2008. Onderhavige overeenkomst is toegestaan en aanvaard onder de volgende voorwaarden en bedingen: 1. Hypothecaire toestand: De huidige overdracht geschiedt voor vrij, zuiver en onbelast van alle bevoorrechte en hypothecaire lasten, welke ook , alsook van alle bezwarende overschrijvingen. 2. Waarborg – Erfdienstbaarheden – Oppervlakte: De verkrijger zal de overgedragen goederen overnemen in hun huidige staat, zonder op enige vergoeding aanspraak te kunnen maken, hetzij wegens gebreken van de grond, ondergrond of aan de aanwezige infrastructuur, hetzij wegens vergissing in de hierboven aangeduide oppervlakte, elk verschil tussen deze oppervlakte en de werkelijke, al overtrof dit verschil één twintigste, zal forfaitair het voordeel of het nadeel van de verkrijger uitmaken, zonder mogelijk verhaal op de afstanddoener. De kadastrale aanduidingen zijn enkel gegeven ten titel van inlichting. De verkrijger ondergaat alle lijdende, zichtbare en niet zichtbare, voortdurende en niet voortdurende erfdienstbaarheden die het goed zouden kunnen bezwaren, en hij zal genieten van de heersende erfdienstbaarheden, indien er zijn, dit alles op zijn kosten, lasten en risico, en zonder dat dit beding aan om het even wie meer rechten zou geven dan hij er zou bezitten ingevolge regelmatig overgeschreven en niet verjaarde titels of ingevolge de wet. 3. Eigendom: De verkrijger bekomt nu de volle eigendom van de overgedragen goederen. Het genot en de lasten van de overgedragen goederen gaan nu over op de verkrijger.
40
4. Bijzondere voorwaarden: 4.1 De verkrijger verbindt er zich toe in te staan voor het onderhoud van de aanwezige infrastructuur, zoals deze werd uitgevoerd en uitgerust door het Vlaamse Gewest en de afstanddoener. Het Vlaamse Gewest en de afstanddoener worden ontlast van alle verplichtingen op dat gebied. 4.2 De verkrijger treedt in de rechten van het Vlaamse Gewest ten opzichte van de aannemer wat diens verplichting betreft, de goede uitvoering van de werken te waarborgen. 4.3 De verkrijger zal de overgedragen grond gebruiken volgens de openbare bestemming (hetzij als rijweg of als groenzone), die zij door de uitvoering van infrastructuurwerken op de datum van overdracht heeft verkregen en het is de verkrijger verboden een einde te maken aan deze bestemming, door de overgedragen grond te vervreemden of te verhuren of er gebruik van te (laten) maken op een wijze die onverenigbaar is met de bestemming ervan. 4.4 De verkrijger zal ingeval van wijziging aan de huidige inplanting van de gebouwen (behorende tot de afstanddoener), bij zware renovatiewerken, vervangingsbouw of nieuwbouw, de gronden die nodig zijn om die werken te kunnen uitvoeren en de bij deze akte gratis aan de verkrijger worden overgedragen op eenvoudig verzoek van de afstanddoener of zijn rechtsopvolger onmiddellijk opnieuw gratis ter beschikking stellen van de afstanddoener of zijn rechtsopvolger. 4.5 De private eigenaars kunnen slechts een ontsluiting bekomen die uitgeeft op de wegen die deel uitmaken van de huidige overdracht, op voorwaarde dat die eigenaars op het moment van de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning, aan de afstanddoener een vergoeding betalen die gelijk is aan de helft van de oppervlakte van de aanpalende wegzate vermenigvuldigd met 80 % van de venale waarde/m² van een gelijkwaardige bouwgrond in de regio. 5. Overheidsreglementen – Stedenbouwkundige verklaringen: § 1 De afstanddoener verklaart kennis te hebben van: a) het Decreet van de Cultuurraad voor de Nederlandstalige Cultuurgemeenschap tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, van drie maart negentienhonderd zes en zeventig, verschenen in het Belgisch Staatsblad van twee en twintig april negentienhonderd zes en zeventig; b) het Decreet van het Vlaams Parlement van zestien april negentienhonderd zes en negentig, houdende bescherming van landschappen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van één en twintig mei negentienhonderd zes en negentig. De afstanddoener verklaart meer bepaald dat zij geen enkele waarschuwing in dit verband betreffend verkochte goederen ontvangen heeft. § 2 De instrumenterende burgemeester verklaart dat het goed in kwestie gelegen is in het woongebied en dit volgens het Gewestplan Leuven goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 7 april negentienhonderd zeven en zeventig. De instrumenterende burgemeester geeft lezing van artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van toepassing sinds één september tweeduizend en negen, luidend als volgt: Vergunningsplichtige handelingen. Artikel 4.2.1. Niemand mag zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning: 1° de hiernavolgende bouwwerken verrichten met uitzondering van onderhoudswerken: a) het optrekken of plaatsen van een constructie; b) het functioneel samenbrengen van materialen waardoor een constructie ontstaat; c) het afbreken, herbouwen, verbouwen en uitbreiden van een constructie; 2° met bomen begroeide oppervlakten, vermeld in artikel 3, §1 en §2, van het bosdecreet van 13 juni 1990 ontbossen, zoals vermeld in artikel 4, 15°, van dat decreet;
41
3° bomen die op een hoogte van één meter boven het maaiveld een stamomtrek van één meter hebben, en geen deel uitmaken van de oppervlakten, vermeld in 2°, vellen; 4° het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzigen, onder meer door de bodem aan te vullen, op te hogen, uit te graven of uit te diepen waarbij de aard of de functie van het terrein wijzigt; 5) een grond gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten voor: a) het opslaan van gebruikte of afgedankte voertuigen, of van allerlei materialen, materieel of afval; b) het parkeren van voertuigen, wagens of aanhangwagens; c) het plaatsen van één of meer verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt, in het bijzonder woonwagens, kampeerwagens, afgedankte voertuigen en tenten, met uitzondering van het kamperen op een vergund of van vergunning vrijgesteld openluchtrecreatief terrein in de zin van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toerische logies; 6° de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed geheel of gedeeltelijk wijzigen, indien de Vlaamse Regering deze functiewijziging als vergunningsplichtig heeft aangemerkt; 7° een woning opsplitsen of in een gebouw het aantal woongelegenheden die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande wijzigingen, ongeacht of het gaat om een eengezinswoning, een etagewoning, een flatgebouw, een studio of een al dan niet gemeubileerde kamer; 8° recreatieve terreinen aanleggen of wijzigen, onder meer een golfterrein, een voetbalterrein, een tennisveld of een zwembad. BODEMSANERINGSATTEST. a) De afstanddoener verklaart dat er op de overgedragen goederen, bij haar weten geen inrichting gevestigd is of was, of geen activiteit wordt of werd uitgevoerd die opgenomen is in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 3 § 1 van het Bodemsaneringsdecreet van twee en twintig februari negentienhonderd vijf en negentig, onder nummer 11.527. b) De afstanddoener verklaart dat voor heden, de verkrijger op de hoogte gebracht is van de inhoud van het bodemattest afgeleverd betreffende de overgedragen goederen door de OVAM op tweeduizend en twee overeenkomstig artikel 36§1 van genoemd decreet. Dit bodemattest bepaalt: “Voor dit kadastraal perceel zijn geen gegevens beschikbaar in het register van verontreinigde gronden omdat er geen gegevens beschikbaar zijn bij de OVAM. Opmerking: Gronden waarop een inrichting gevestigd is of was of een activiteit wordt of werd uitgeoefend die opgenomen is in de lijst bedoeld in artikel 3 § 1 van het bodemsaneringsdecreet kunnen vanaf 1 oktober 1996 slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend onderzoek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht. Dit attest vervangt alle vorige attesten.” De afstanddoener verklaart tevens dat hij sinds de datum van deze attesten en tot op heden, niet door OVAM ambtshalve in kennis gesteld van enige wijziging aan deze attesten. GEBRUIK – INGENOTTREDING – BELASTINGEN Het goed is vrij van gebruik. De verkrijger zal de volle eigendom van het goed hebben vanaf heden. Hij zal er het genot van hebben vanaf heden. Hij zal de onroerende voorheffing en de andere belastingen van alle aard welke betrekking hebben op het goed te zijner laste nemen vanaf één januari aanstaande. Er wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat de afstanddoener de volledige onroerende
42
voorheffing zal dragen en betalen met betrekking tot het goed voor wat betreft het lopend jaar, en dat hij zich ervan zal onthouden er teruggave van te vragen, om welke reden ook. PRIJS De afstand wordt toegestaan en aanvaard zonder beding van prijs in uitvoering van artikel 65 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. SLOTBEPALINGEN FISCALE VERKLARING: Ondergetekende Burgemeester, geeft aan de afstanddoener lezing van het artikel 62 paragraaf 2 en van het artikel 73 van het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde en wijst hen op alle gevolgen die uit deze artikels kunnen voortkomen, hetgeen de afstanddoener erkent. KOSTEN: Alle kosten van deze akte zijn voor rekening van de verkrijger. ONTSLAG VAN INSCHRIJVING: De afstanddoener verklaart de Hypotheekbewaarder te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen, bij de overschrijving van deze akte. WAARVAN AKTE Verleden te op , nadat de akte werd voorgelezen en toegelicht. Na vervulling van alles wat hierboven staat, hetgeen alle verschijners hier uitdrukkelijk erkennen, hebben zij alle, met de instrumenterende Burgemeester, de onderhavige akte ondertekend. artikel 3: Deze grondinnemingen voor openbaar en algemeen nut te verklaren om ingelijfd te worden in het openbaar domein (de wegenis en de groenzones). artikel 4: Deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd. Vervoegt de zitting: Annemie Legrand.
15 Gemeentelijk subsidiereglement voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen in bestaande wooneenheden – aanpassing. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet; gelet op het Energierenovatieprogramma 2020 van de Vlaamse overheid, waarin maatregelen en acties zijn uitgewerkt om de energieprestaties van de bestaande woningen in Vlaanderen substantieel te verbeteren tegen 2020; gelet op de diverse REG-sensibiliseringscampagnes en de ondersteunende initiatieven vanuit de energiesector; overwegende dat het gemeentebestuur streeft naar een milieu- en energiebeleid dat gebaseerd is op de algemene beginselen van duurzame ontwikkeling; overwegende dat de toekenning van premies de toepassing van energiebesparende en energiezuinige maatregelen kan bevorderen; overwegende dat het wenselijk is die maatregelen te ondersteunen die het meest bijdragen tot energiebesparing; overwegende dat dak- en buitenmuurisolatie het meest bijdragen tot energiebesparing; overwegende dat de netbeheerder een premie toekent voor dakisolatie; overwegende dat de netbeheerder een premie toekent voor buitenmuur- en spouwisolatie; dat deze premie niet wordt toegekend indien de werken niet door een aannemer worden uitgevoerd; 43
gelet op het raadsbesluit d.d. 20 december 2011, onderwerp 26, houdende verlenen van een gemeentelijke subsidie voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen in woongelegenheden; overwegende dat het reglement werd geëvalueerd in de eerste maanden van 2012; overwegende dat de netbeheerder na de opmaak en de goedkeuring van het gemeentelijk reglement nieuwe eisen voor 2012 heeft opgesteld; overwegende dat het wenselijk is de eisen van de gemeente en de netbeheerder op elkaar af te stemmen; overwegende dat het daarom wenselijk is het reglement d.d. 20 december 2011 aan te passen, besluit artikel 1: artikel 1 van het reglement d.d. 20 december 2011 wordt aangepast als volgt: Binnen de voorziene kredieten wordt een subsidie verleend voor de volgende energiebesparende maatregelen voor bestaande woningen: - dakisolatie of zoldervloerisolatie (Rd-waarde = minimum 3,5 m²K/W) - buitenmuurisolatie (Rd-waarde = minimum 2 m²K/W) - spouwmuurisolatie (lambda-waarde van het isolatiemateriaal is hoogstens 0,065 W/mK – de volledige spouw moet worden opgevuld en moet minstens 5 cm dik zijn) Nieuwbouwwoningen of lokalen waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd na 7 september 1999 komen niet in aanmerking. Indien een verbouwing volgens de EPB regelgeving aan de E-peil-eisen moet voldoen, dan wordt dit beschouwd als een nieuwbouw (zie www.energiesparen.be). artikel 2: artikel 2 van het reglement d.d. 20 december 2011 wordt aangepast als volgt: De subsidie bedraagt: - € 1,00/m² dakisolatie of zoldervloerisolatie, zowel geplaatst door een geregistreerde aannemer als door een doe-het-zelver, met een maximum van € 120. De subsidie wordt berekend op basis van het geïsoleerde oppervlak en niet op het aantal m² aangekocht isolatiemateriaal. De subsidie wordt verleend voor dakisolatie of voor zoldervloerisolatie, niet voor beide, binnen hetzelfde beschermd volume. Dit is het woonvolume dat de werkelijke bewoonde en verwarmde ruimten omvat. - € 2,00/m² buitenmuurisolatie, zowel geplaatst door een geregistreerde aannemer als door een doe-het-zelver, met een maximum van € 500. - € 2,00/m² spouwmuurisolatie indien geplaatst door geregistreerde aannemer met een maximum van € 150. artikel 3: artikel 7 van het reglement d.d. 20 december wordt aangepast als volgt: De premieaanvraag is alleen geldig samen met een kopie van alle aankoopfacturen (geen offerte, leveringsbon, kasticket of pro-formafactuur) van het isolatiemateriaal met vermelding van het merk, de soort, de dikte, het type, Rd-waarde en het aantal m², de kostprijs van het materiaal en de plaatsing. artikel 4: De andere artikels van het reglement d.d. 20 december 2011 blijven behouden. artikel 5: Deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd. 16 Afbreken en verwijderen van zerken en ontruimen van grafkelders (2012) – goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
44
gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a (limiet van € 67.000,00 excl. btw niet overschreden); gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 120; gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 2; gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; overwegende dat het wenselijk is over te gaan tot het afbreken en verwijderen van zerken en het ontruimen van grafkelders op vervallen concessies op de vier begraafplaatsen van Herent om opnieuw plaats te maken voor nieuwe overledenen; overwegende dat de technische dienst in het kader van de opdracht ‘Afbreken en verwijderen van zerken en ontruimen van grafkelders (2012)’ een bijzonder bestek met nr. 623 - Verwijderen zerken/ontruimen kelders heeft opgesteld; overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 14.375,00 excl. btw of € 17.393,75 incl. 21% btw; overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in de begroting van 2012, op budgetcode 0990-00/225507/BESTUUR/CBS/60/IE-8 (actie ACT-27) van de buitengewone dienst, besluit artikel 1: Het bijzonder bestek met nr. 623 - Verwijderen zerken/ontruimen kelders en de raming voor de opdracht ‘Afbreken en verwijderen van zerken en ontruimen van grafkelders (2012)’, opgesteld door de technische dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 14.375,00 excl. btw of € 17.393,75 incl. 21% btw. artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in de begroting van 2012, op budgetcode 0990-00/225507/BESTUUR/CBS/60/IE-8 (actie ACT-27) van de buitengewone dienst. artikel 4: Dit besluit wordt met algemene stemmen goedgekeurd. 17 Haachtstraat – aanleg fietspaden – studieopdracht – princiepsbeslissing – goedkeuring bestek – overeenkomst(en) met ontwerper. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet; gelet op het provinciaal functioneel fietsroutenetwerk 2012; gelet op het gemeentelijk mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 november 2000;
45
gelet op het herziene gemeentelijk mobiliteitsplan, opgemaakt in het kader van het verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 februari 2012 en definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 13 maart 2012; overwegende dat er momenteel in de Haachtstraat geen conforme fietsinfrastructuur aanwezig is en de gemeente regelmatig de vraag krijgt van inwoners om langs de Haachtstraat veilige fietspaden aan te leggen; overwegende dat de Haachtstraat toch wel vaak wordt gebruikt als fietsverbinding richting Buken; overwegende dat door de opname van de Haachtstraat op het bovenlokaal fietsroutenetwerk er bovendien een bijkomend traject gecreëerd werd tussen het centrum van Veltem en de gemeentegrens (Buken – Kampenhout) – dit traject sluit aan op de hoofdroute langs het Kanaal; overwegende dat de realisatie van fietspaden op een lokale ontsluitingsweg type II zoals de Haachtstraat, gewenst is; overwegende dat voor de aanleg en het verbeteren van fietspaden op het functioneel fietsroutenetwerk subsidies kunnen worden verkregen uit het fietsfonds; gelet op het provinciaal reglement voor het toekennen van subsidies voor de aanleg en verbetering van fietspaden op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk passend binnen het fietsfonds; overwegende dat op de investeringslijst voor 2012 – goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 20 december 2011 kredieten werden voorzien voor de aanleg van fietspaden in de Haachtstraat ten bedrage van € 90.000,00; overwegende dat het voor het opstarten van dit dossier wenselijk is om in eerste instantie een ontwerper aan te stellen voor de opmaak van het ontwerp voor de aanleg van fietspaden in de Haachtstraat met inbegrip van de veiligheidscoördinatie ontwerp en uitvoering; overwegende dat de aanstelling van een ontwerper voor het opstellen van dit ontwerp bij voorkeur gebeurt via een algemene offerteaanvraag; gelet op het door de technische dienst op datum van 23 augustus 2012 opgemaakt bestek met als voorwerp “opmaken van het ontwerp voor de aanleg van fietspaden in de Haachtstraat met inbegrip van de veiligheidscoördinatie ontwerp en uitvoering”; overwegende dat volgens artikel 15 § 1 van het koninklijk besluit van 25 februari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele werkplaats de opdrachtgever van bouwwerken tijdens de studiefase van het ontwerp een coördinator ontwerp dient aan te stellen behalve wanneer met zekerheid vaststaat dat de werken op de tijdelijke of mobiele bouwplaats door één enkele aannemer worden uitgevoerd; overwegende dat volgens artikel 15 § 1 van het koninklijk besluit van 25 februari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele werkplaats de opdrachtgever van bouwwerken vóór het begin van de uitvoering van de werken op de tijdelijke of mobiele bouwplaats een coördinator verwezenlijking dient aan te stellen; overwegende dat de aanstelling van een veiligheidscoördinator ontwerp en een veiligheidscoördinator verwezenlijking het voorwerp dienen uit te maken van afzonderlijke overeenkomsten; gelet op het raadsbesluit d.d. 13 november 2001, onderwerp 14, houdende goedkeuring van het ontwerp van overeenkomst voor de aanstelling van een coördinator ontwerp evenals de goedkeuring van een ontwerp van overeenkomst voor de aanstelling van een coördinator verwezenlijking en waarbij tevens beslist werd om aan het college opdracht te geven om – wanneer nodig – een ontwerper aan te stellen bij middel van de onderhandelingsprocedure en met deze de desbetreffende overeenkomsten af te sluiten;
46
gelet op de bij voornoemd raadsbesluit gevoegde goedgekeurde ontwerpen van overeenkomsten voor de aanstelling van een veiligheidscoördinator ontwerp en een veiligheidscoördinator verwezenlijking; besluit artikel 1: in principe het opstarten van een dossier voor de aanleg van fietspaden in de Haachtstraat tegen een indicatief geraamd bedrag van € 90.000,00 (budget 2012). artikel 2: de studieopdracht met als voorwerp “het opmaken van het ontwerp voor de aanleg van fietspaden in de Haachtstraat met inbegrip van de veiligheidscoördinaties ontwerp en uitvoering” toe te wijzen bij middel van een algemene offerteaanvraag. artikel 3: het bij onderhavige beslissing gevoegde bestek voor de studieopdracht “opmaken van het ontwerp voor de aanleg van fietspaden in de Haachtstraat met inbegrip van de veiligheidscoördinaties ontwerp en uitvoering” opgemaakt door de technische dienst d.d. 23 augustus 2012, goed te keuren. artikel 4: principieel akkoord te gaan om binnen het dossier voor de aanleg van fietspaden langs de Haachtstraat, over te gaan tot de aanstelling van een veiligheidscoördinator ontwerp – ereloonovereenkomst zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 13 november 2001, onderwerp 14. artikel 5: principieel akkoord te gaan om binnen het dossier voor de aanleg van fietspaden langs de Haachtstraat, over te gaan tot de aanstelling van een veiligheidscoördinator verwezenlijking – ereloonovereenkomst zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 13 november 2001, onderwerp 14. artikel 6: deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd. 18 Kerkweg – heraanleg voetpaden en oplossen wateroverlast – bijakte aan de overeenkomst van erelonen - veiligheidscoördinatie. De gemeenteraad, gelet op het raadsbesluit d.d. 10 december 1996, onderwerp 47, houdende in principe de vernieuwing en de aanleg van voetpaden in de Kerkweg tegen een indicatief geraamd bedrag van 3.000.000 BEF (€ 74.368,06); gelet op het collegebesluit d.d. 03 februari 1997, onderwerp 50, waarbij beslist werd om dhr. Jan Van Eycken, Leuvensesteenweg 189 te 3070 Kortenberg aan te stellen als ontwerper voor de vernieuwing van de voetpaden in de Kerkweg; gelet op het collegebesluit d.d. 28 april 1997, onderwerp 39, waarbij beslist werd om de overeenkomsten van erelonen af te sluiten met de ontwerper dhr. Jan Van Eijcken, Leuvensesteenweg 189 te 3070 Kortenberg; gelet op het collegebesluit van 07 juni 1999, onderwerp 34, waarbij beslist werd om de overeenkomst van erelonen welke destijds afgesloten werden met dhr. Jan Van Eycken (overeenkomst afgesloten op 28 april 1997) voor o.m. de Kerkweg – vernieuwing van de voetpaden te beschouwen als zijnde afgesloten met het “Studiebureau Quadrant” – dit ingevolge een naamwijziging; gelet op het raadsbesluit d.d. 08 september 1998, onderwerp 48, houdende goedkeuring van het ontwerp, opgemaakt door de ontwerper dd. 15 mei 1998 en de kostenraming ten bedrage van 4.214.820 BRF (= € 104.482,65 euro) voor de aanleg van voetpaden langs de Kerkweg; gelet op het collegebesluit d.d. 09 januari 2012, onderwerp 28, waarbij beslist werd om aan de ontwerper studiebureau Quadrant opdracht te geven om een volledig nieuw dossier op te starten voor de heraanleg van voetpaden in de Kerkweg en in dit dossier gelijktijdig ook het probleem van wateroverlast in de kerkweg aan te pakken (op basis van de hydraulische screening gemaakt door Aquafin: afkoppeling op privé, bergen en infiltreren);
47
overwegende dat ereloonovereenkomst destijds werd afgesloten volgens de “honorariumschaal voor ontwerpers” BD van de Provincieraad van Brabant (toepasselijk vanaf 01.07.1980) – doch deze overeenkomst niet meer voldoet aan de thans te leveren prestaties; gelet op het ons door de ontwerper op 30 januari 2012 overgemaakte voorstel van gewijzigde overeenkomst of bijakte aan de aan de bestaande ereloonovereenkomst d.d. 28 april 1997; overwegende dat op basis van dit voorstel (addendum) alle nieuwe werkzaamheden worden vergoed op basis van de KABI-K VIV-tarieven, barema I klasse 1 voor infrastructuurwerken; overwegende dat volgens artikel 15 § 1 van het koninklijk besluit van 25 februari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele werkplaatsen de opdrachtgever van bouwwerken tijdens de studiefase van het ontwerp een coördinator-ontwerp dient aan te stellen behalve wanneer met zekerheid vaststaat dat de werken op de tijdelijke of mobiele bouwplaats door één enkele aannemer wordt uitgevoerd; overwegende dat volgens artikel 15 § 1 van het koninklijk besluit van 25 februari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen de opdrachtgever van bouwwerken vóór het begin van de uitvoering van de werken op de tijdelijke of mobiele bouwplaats een coördinator-verwezenlijking het voorwerp dient uit te maken van afzonderlijke overeenkomsten; gelet op het raadsbesluit d.d. 13 november 2001, onderwerp 14, houdende goedkeuring van het ontwerp van overeenkomst voor de aanstelling van een coördinator-ontwerp evenals de goedkeuring van een ontwerp van overeenkomst voor de aanstelling van een coördinatorverwezenlijking en waarbij tevens beslist werd om aan het college opdracht te geven om – wanneer nodig – een ontwerper aan te stellen bij middel van de onderhandelingsprocedure en met deze de desbetreffende overeenkomsten af te sluiten; gelet op het bij voornoemd raadsbesluit gevoegde goedgekeurde ontwerpen van overeenkomst voor de aanstelling van een veiligheidscoördinator ontwerp en een veiligheidscoördinator verwezenlijking, besluit, artikel 1: Het bij onderhavige beslissing gevoegde ontwerp van bijakte aan de bestaande ereloonovereenkomst afgesloten op 28 april 1997) met betrekking tot het vernieuwen van de voetpaden in de Kerkweg en het aanpakken van het probleem van de wateroverlast in de Kerkweg, wordt goedgekeurd. artikel 2: Aan het college opdracht te geven om de bijakte (addendum) aan de bestaande ereloonovereenkomst, af te sluiten met de ontwerper. artikel 3: principieel akkoord te gaan om binnen het dossier voor de heraanleg van de voetpaden en het oplossen van de wateroverlast in de Kerkweg, over te gaan tot de aanstelling van een veiligheidscoördinator ontwerp – ereloonovereenkomst zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 13 november 2001, onderwerp 14. artikel 4: principieel akkoord te gaan om binnen het dossier voor de heraanleg van de voetpaden en het oplossen van de wateroverlast in de Kerkweg, over te gaan tot de aanstelling van een veiligheidscoördinator verwezenlijking – ereloonovereenkomst zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 13 november 2001, onderwerp 14. artikel 5: Deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd.
48
19 Schoonmaken in gebouwen van de gemeente en het OCMW van Herent (2013-2015) met aandacht voor de ecologische en sociale duurzaamheid – goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. OCMW – voorzitter C. Gielens wenst haar appreciatie uit te drukken voor het uitstekend voorbereidend werk bij dit dossier dat kan gelden als een voorbeelddossier inzake duurzaamheid en sociale tewerkstelling. Het is tot stand gekomen mede op basis van het advies van de VVSG. Zij hoopt op enkele degelijke inschrijvingen. Op de vraag van raadslid J. Vandikkelen waar de sociale clausele voorkomt, antwoorden A. Caes en C. Gielens dat deze in het bestek zelf voorkomt. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 16, en inzonderheid artikel 19 die een gezamenlijke uitvoering van diensten voor rekening van verschillende aanbestedende overheden toelaat; gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 1; gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; overwegende dat het huidige contract voor het schoonmaken in diverse gebouwen van de gemeente afloopt op 31 december 2012 en dat de schoonmaakopdracht van het OCMW eveneens op die datum eindigt; overwegende dat de gebouwen van de gemeente en het OCMW nadien uiteraard ook voort schoongemaakt moeten worden; overwegende dat verwacht wordt dat er betere prijzen kunnen verkregen worden bij een gezamenlijke opdracht van gemeente en OCMW en dat de gemeente en het OCMW tevens omwille van de efficiëntie (slechts één procedure voeren in plaats van twee), samen een opdracht willen uitschrijven voor een nieuw contract; overwegende dat de technische dienst in het kader van de opdracht “Schoonmaken in gebouwen van de gemeente en het OCMW van Herent (2013-2015) met aandacht voor de ecologische en sociale duurzaamheid” een bijzonder bestek met nr. 612 - Schoonmaken 20132015 heeft opgesteld; gelet op het OCMW-raadsbesluit van 07.08.2012 waarbij het bestek wordt goedgekeurd en de gemeente Herent wordt aangeduid om deze overheidsopdracht in gezamenlijke naam uit te schrijven; overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 371.608,00 excl. btw of € 449.645,68 incl. 21% btw, voor de hele periode en voor de gemeente en het OCMW samen;
49
overwegende dat deze raming de limieten van de Europese bekendmaking overschrijdt; overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de algemene offerteaanvraag; overwegende dat de kredieten voor deze opdracht dienen, voor wat de gemeente betreft, voorzien te worden in de begrotingen van 2013, 2014 en 2015, op de volgende budgetcodes: 0119-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS) 0705-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS) 0739-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS) 0740-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie ACT-14) 0852-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS) en 0945-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie ACT-24) van de gewone dienst, besluit artikel 1: Het mandaat te aanvaarden gegeven door het OCMW van Herent op 07.08.2012 om voor rekening van het OCMW een gunningsprocedure voor een samengevoegde opdracht in de zin van artikel 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten te organiseren voor de opdracht “Schoonmaken in gebouwen van de gemeente en het OCMW van Herent (20132015) met aandacht voor de ecologische en sociale duurzaamheid” conform het door het OCMW goedgekeurde bestek. artikel 2: Het bijzonder bestek met nr. 612 - Schoonmaken 2013-2015 en de raming voor de opdracht “Schoonmaken in gebouwen van de gemeente en het OCMW van Herent (20132015) met aandacht voor de ecologische en sociale duurzaamheid”, opgesteld door de technische dienst, goed te keuren. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 371.608,00 excl. btw of € 449.645,68 incl. 21% btw, voor de hele periode en voor de gemeente en het OCMW samen. artikel 3: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de algemene offerteaanvraag. artikel 4: De opdracht zal Europees bekend gemaakt worden. artikel 5: In geval van een juridisch geschil omtrent deze overheidsopdracht, is elk deelnemend bestuur mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot zijn aandeel in de opdracht. artikel 6: Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan het OCMW van Herent.. artikel 7: Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal en Europees niveau. artikel 8: De kredieten voor deze opdracht dienen, voor wat de gemeente betreft, voorzien te worden in de begrotingen van 2013, 2014 en 2015, op de volgende budgetcodes: 0119-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS) 0705-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS) 0739-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS) 0740-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie ACT-14) 0852-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS) en 0945-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie ACT-24) van de gewone dienst. artikel 9: Dit besluit wordt met algemene stemmen goedgekeurd.
50
20 Onderhoud verwarmings- e.a. technische installaties in gebouwen van de gemeente en het OCMW van Herent (2013-2017) - goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a (limiet van € 67.000,00 excl. btw niet overschreden), en inzonderheid artikel 19 die een gezamenlijke uitvoering van diensten voor rekening van verschillende aanbestedende overheden toelaat; gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 120; gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 1; gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; overwegende dat het huidige meerjarencontract van de gemeente voor het onderhoud van de verwarming en technische installaties in diverse gemeentegebouwen afloopt op 31 augustus 2012, maar er gezorgd wordt voor een overgangsperiode tot 31 januari 2013; overwegende dat het huidige contract van het OCMW afloopt op 31 december 2013; overwegende dat de verwarming en de technische installaties in de gemeente- en OCMWgebouwen uiteraard ook daarna voort onderhouden dienen te worden; overwegende dat verwacht wordt betere prijzen te verkrijgen worden bij een gezamenlijke opdracht van gemeente en OCMW en dat de gemeente en het OCMW ook omwille van de efficiëntie (slechts één procedure voeren in plaats van twee), samen een opdracht willen uitschrijven voor een nieuw contract; overwegende dat de technische dienst in het kader van de opdracht “Onderhoud verwarming en technische installaties in diverse gebouwen van de gemeente en het OCMW (01.02.201331.01.2016)” een bijzonder bestek met nr. 2012-624 Ond. verwarming en techn. installaties heeft opgesteld; gelet op het OCMW-raadsbesluit van 04.09.2012 waarbij het bestek wordt goedgekeurd en de gemeente Herent wordt aangeduid om deze overheidsopdracht in gezamenlijke naam uit te schrijven; overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 52.068,09 excl. btw of € 63.002,39 incl. 21% btw, dit is voor de ganse periode en voor de gemeente en het OCMW samen; overwegende dat de uitgave voor het aandeel van de gemeente in deze opdracht wordt geraamd op € 40.096,37 excl. btw of € 48.516,61 incl. 21 % btw voor de hele periode (gemiddelde per jaar: € 13.365,45 excl. btw of € 16.172,60 incl. 21 % btw); overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking;
51
overwegende dat de kredieten voor deze opdracht, voor wat de gemeente betreft, dienen te worden voorzien in de begrotingen van 2013, 2014, 2015 en 2016, op de volgende budgetcodes: 0119-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS), 0705-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS), 0739-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS), 0740-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie ACT-14), 0852-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS) en 0945-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie ACT-24) van de gewone dienst, besluit artikel 1: Het mandaat te aanvaarden gegeven door het OCMW van Herent op 04.09.2012 om voor rekening van het OCMW een gunningsprocedure voor een samengevoegde opdracht in de zin van artikel 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten te organiseren voor de opdracht “Onderhoud verwarming en technische installaties in diverse gebouwen van de gemeente en het OCMW (01.02.2013-31.01.2016)”, conform het door het OCMW goedgekeurde bestek. artikel 2: Het bijzonder bestek met nr. 2012-624 Ond. verwarming en techn. installaties en de raming voor de opdracht “Onderhoud verwarming en technische installaties in diverse gebouwen van de gemeente en het OCMW (01.02.2013-31.01.2016)”, opgesteld door de technische dienst, wordt goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 52.068,09 excl. btw of € 63.002,39 incl. 21% btw, voor de ganse periode en voor de gemeente en het OCMW samen. De uitgave voor het aandeel van de gemeente in deze opdracht wordt geraamd op € 40.096,37 excl. btw of € 48.516,61 incl. 21 % btw voor de hele periode (gemiddelde per jaar: € 13.365,45 excl. btw of € 16.172,60 incl. 21 % btw). artikel 3: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. artikel 4: In geval van een juridisch geschil omtrent deze overheidsopdracht, is elk deelnemend bestuur mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot zijn aandeel in de opdracht. artikel 5: Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan het OCMW van Herent. artikel 6: De kredieten voor deze opdracht, voor wat de gemeente betreft, te voorzien in de begrotingen van 2013, 2014, 2015 en 2016, op de volgende budgetcodes: 0119-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS), 0705-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS), 0739-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS), 0740-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie ACT-14), 0852-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie GBB-CBS) en 0945-00/613100/BESTUUR/CBS/60/IE-GEEN (actie ACT-24) van de gewone dienst. artikel 7: Dit besluit wordt met algemene stemmen goedgekeurd. 21 Sint-Laurentiuskerk te Veltem – bliksembeveiliging. De gemeenteraad, overwegende dat wij vanwege de kerkfabriek Sint-Laurentius de vraag hebben gekregen om de Sint-Laurentiuskerk te Veltem-Beisem te voorzien van een bliksembeveiliging;
52
overwegende dat de uitvoering van bliksembeveiligingswerken aan het beschermd monument Sint-Laurentiuskerk te Veltem-Beisem wenselijk is; gelet op de omzendbrief ML/12 betreffende de restauratiepremie voor beveligingswerken aan beschermde monumenten; overwegende dat overeenkomstig de voornoemde omzendbrief de mogelijkheid bestaat om o.m. voor de plaatsing van een beveiligingsinstallatie toe te treden tot de bestellingsopdracht van de Vlaamse Overheid; overwegende dat de Vlaamse Overheid, Ruimte en Erfgoed te Brussel bij schrijven van 09 augustus 2012 overeenkomstig de wet op de overheidsopdrachten en na openbare aanbesteding aan Heleblitz Services te Damme opdracht heeft gegeven tot het uitvoeren van de bestellingsopdracht met een looptijd van 4 jaar voor de levering, plaatsing en onderhoud van de bliksembeveiliging in de als monument beschermde gebouwen in alle provincies van het Vlaamse Gewest, zoals gepreciseerd in het bestek en overeenkomstig de door voornoemde firma ingediende offerte d.d. 29 januari 2010 met een coëfficiënt van 0% in min en meer; overwegende dat de voornoemde opdracht een looptijd heeft van 4 jaar en er aldus opdrachten gegund kunnen worden tot 08 augustus 2014; overwegende dat de Vlaamse Overheid, Ruimte en Erfgoed – Onroerend Erfgoed te Leuven als ontwerper en opvolger van de werkzaamheden voor bliksembeveiliging kan optreden; de afdeling staat in voor de gratis opmaak van het technisch en administratief bestek (ontwerp) en van alle documenten voor gunning, aanvang der werken, controle van min- en meerwerken, bijwerken, controle van tussentijdse en eindvorderingsstaten en de opvolging der werken tot en met de definitieve oplevering alsook voor de efficiënte opvolging van de beveiligingsinstallatie; overwegende dat ons inmiddels door Ruimtelijke Ordening Vlaanderen – Onroerend Erfgoed te Leuven een prijsofferte werd overgemaakt vanwege de door de Vlaamse Overheid aangestelde aannemer Heleblitz te Moerkerke - Damme voor het aanleggen van een externe bliksembeveiliging op de toren en het schip van de Sint-Laurentiuskerk te Veltem-Beisem d.d. 19 maart 2012 en het bijhorende uitgewerkt voorstel op plan – offerte ten bedrage van € 13.564,05; overwegende dat de beveiligingsconcepten zoals beschreven in de omzendbrief ML/12 en de onderhoudscontracten dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 4 van het restauratiepremiebesluit; gelet op het voorstel van overeenkomst tot nazicht en onderhoud van de bliksembeveiliging van de Sint-Laurentiskerk te Veltem-Beisem d.d. 28 augustus 2012 vanwege de bvba Heleblitz voor de onderhoudsprijs van € 210,00 (excl. 21 % btw, niet indexeerbaar) voor de duur van de overeenkomst zijnde 10 jaar; overwegende dat de kerkfabriek Veltem-Beisem reeds beveiligingswerken tegen inbraak heeft laten uitvoeren en bovendien ook aangesloten zouden zijn op een meldkamer; overwegende dat er voor de bliksembeveiliging van de Sint-Laurentiuskerk te VeltemBeisem kredieten werden voorzien (€ 15.000,00) op het budget van 2012 (2012/ACT61/079900/221507 – IE/28), besluit, artikel 1: Akkoord te gaan met de uitvoering van bliksembeveiligingswerken aan de SintLaurentiuskerk te Veltem-Beisem overeenkomstig de bestellingsopdracht “Bliksembeveiliging in beschermde gebouwen” welke door de aanbestedende Vlaamse Overheid – Ruimte en Erfgoed – Onroerend Erfgoed, Koning Albert II-laan 19 bus 3 te 1210 Brussel, bij middel van een openbare aanbesteding werd gegund op 09 augustus 2010 met een looptijd van 4 jaar. artikel 2: de onderhandelingsprocedure op basis van de bestellingsopdracht gegund op 09
53
augustus 2010 (bij middel van openbare aanbesteding) met een looptijd van vier jaar, dossier “Bliksembeveiliging in beschermde gebouwen” opgemaakt door de aanbestedende Vlaamse Overheid – Ruimte en Erfgoed – Onroerend Erfgoed, Koning Albert II-laan 3 te 1210 Brussel, goed te keuren. artikel 3: aan het college opdracht te geven om de Vlaamse Overheid Ruimte en Erfgoed – cel Beveiliging van Ruimte & Erfgoed, Dirk Boutsgebouw, Diestsepoort 1-6, bus 94 te 3000 Leuven, als ontwerper en opvolger der werkzaamheden aan te stellen volgens de bepalingen vermeld in omzendbrief ML/12. artikel 4: het ontwerpplan opgemaakt door Ruimte en Onroerend Erfgoed en de bvba Heleblitz voor de bliksembeveiliging van de Sint-Laurentiuskerk te Veltem-Beisem d.d. 29 november 2006, goed te keuren. artikel 5: de prijsaanbieding d.d. 19 maart 2012 van dhr. Hendrik Theys, zaakvoerder van bvba Heleblitz, Vissersstraat 87 te 8340 Moerkerke – Damme ten bedrage van € 13.564,05 (incl. btw) voor het aanleggen van een externe bliksembeveiliging conform de NBN EN 62305, inclusief potentiaalvereffening LS aarding, metalen delen klokkekamer, GSM antennes en installaties aanleggen en bliksemstroombeveiliging type Dehnventiel TT in het ALSB, goed te keuren. artikel 6: het bij onderhavige beslissing gevoegde ontwerp van overeenkomst voor het nazicht en het onderhoud van de bliksembeveiliging van de Sint-Laurentiuskerk te Veltem-Beisem aan een onderhoudsprijs van € 210,00 (excl. 21 % btw, niet indexeerbaar) voor de duur van de overeenkomst zijnde 10 jaar, goed te keuren. artikel 7: het college opdracht te geven om voornoemde overeenkomst voor het nazicht en het onderhoud van de bliksembeveiliging van de Sin t-Laurentiuskerk te Veltem-Beisem, af te sluiten. artikel 8: De restauratiepremie voor beveiligingswerken aan beschermde monumenten conform het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, aan te vragen. artikel 9: deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd. 22 Zones met beperkte parkeertijd - opheffing. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet; gelet op de wetten op het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, en latere wijzigingen; gelet op het algemeen aanvullend verkeersreglement, vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit d.d. 3 september 1991 en latere wijzigingen; gelet op het gemeentelijke mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 november 2000; gelet op het herziene gemeentelijke mobiliteitsplan, opgemaakt in het kader van het verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 februari 2012 en definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 13 maart 2012; gelet op het raadsbesluit d.d. 8 november 2005, onderwerp 5, houdende het tijdelijk gemeentelijk verkeersreglement: zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone) met uitzondering van de bewoners: Populierenweg, O.-L.-Vrouwstraat (gedeelte tussen het station en de Wilselsesteenweg), Wildemansweg en Mechelsesteenweg (gedeelte tussen de Winkselsesteenweg en het station);
54
gelet op de zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone) ingevoerd voor de Mechelsesteenweg (gedeelte tussen Spoorwegstraat en Sergeysstraat) en Leo Meulemansstraat (50 m vanaf de Mechelsesteenweg); gelet op het raadsbesluit d.d. 23 november 2010, houdende behouden van de blauwe zone op de Populierenweg, O.-L.-Vrouwstraat (gedeelte tussen het station en de Wilselsesteenweg), de Wildemansweg en de Mechelsesteenweg (gedeelte tussen de Winkselsesteenweg en het station), en het behouden van de blauwe zone op de Mechelsesteenweg (gedeelte tussen Spoorwegstraat en Sergeysstraat) en Leo Meulemansstraat (50 m vanaf de Mechelsesteenweg) voor een periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012; overwegende dat de blauwe zones onder meer werden ingesteld/behouden omwille van verschillende grote bouwwerken in de stationsomgeving; overwegende dat deze bouwprojecten in de onmiddellijke omgeving van het station voltooid zijn; overwegende dat er extra parkeergelegenheid bijgekomen is achter De Kouter; overwegende dat het wenselijk is de ruime blauwe zone in de stationsomgeving op te heffen; overwegende dat het aangewezen is een aantal parkeerplaatsen met beperkte parkeertijd te voorzien, zowel aan de noord- als de zuidzijde van de spoorweg in de onmiddellijke nabijheid van enkele handelszaken; overwegende dat hierdoor een verloop van kort geparkeerde voertuigen ontstaat waardoor er meer mogelijkheid tot kortparkeren ontstaat; gelet op het raadsbesluit d.d. 17 april 2012, onderwerp 6, houdende beperken in de tijd van het parkeren op de Mechelsesteenweg – aan de zijde van – en op het gedeelte tussen de huisnummer 386 en 376 en nummers 358 en 346 en op de Mechelsesteenweg ter hoogte van huisnummer 393 voor de 3 schuin ingeplande parkeerplaatsen, besluit artikel 1: het raadsbesluit d.d. 23 november 2010 houdende het behouden van de blauwe zone op de Populierenweg, O.-L.-Vrouwstraat (gedeelte tussen het station en de Wilselsesteenweg), de Wildemansweg en de Mechelsesteenweg (gedeelte tussen de Winkselsesteenweg en het station), en het behouden van de blauwe zone op de Mechelsesteenweg (gedeelte tussen Spoorwegstraat en Sergeysstraat) en Leo Meulemansstraat (50 m vanaf de Mechelsesteenweg) voor een periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012 wordt opgeheven vanaf heden. artikel 2: de burgemeester wordt belast met de uitvoering van dit reglement. artikel 3: de beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd.
23 Algemeen gemeentelijk aanvullend verkeersreglement – Mechelsesteenweg – instellen van een aantal parkeerplaatsen met beperkte parkeertijd (blauwe zone). De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet; gelet op de wetten op het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, en latere wijzigingen; gelet op het algemeen aanvullend verkeersreglement, vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit d.d. 3 september 1991 en latere wijzigingen; gelet op het gemeentelijke mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 november 2000;
55
gelet op het herziene gemeentelijke mobiliteitsplan, opgemaakt in het kader van het verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 februari 2012 en definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 13 maart 2012; gelet op de concentratie van diensten ter hoogte van Mechelsesteenweg 488-492, nl. CM, gezondheidscentrum, Huis Marant, …; overwegende dat hierdoor een verloop van kort geparkeerde voertuigen ontstaat, waardoor er meer mogelijkheid tot kortparkeren ontstaat; overwegende dat het wenselijk is om een aantal parkeerplaatsen in deze omgeving te bestemmen voor kortparkeren; overwegende dat het aangewezen is de parkeerplaatsen ter hoogte van Mechelsesteenweg 488-492 voor te behouden voor kortparkeren – 30 minuten; besluit artikel 1: artikel 14 D van het algemeen aanvullend verkeersreglement wordt aangevuld met de volgende tekst: - “Mechelsesteenweg ter hoogte van huisnrs. 488–492 – gedurende 30 minuten” artikel 2: De burgemeester wordt belast met de uitvoering van dit reglement. artikel 3: Dit reglement wordt overgemaakt aan de hogere overheid. artikel 4: Deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd. 24 Algemeen gemeentelijk aanvullend verkeersreglement - Winkselsesteenweg – oversteekplaats voor voetgangers. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet; gelet op de wetten van het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, en latere wijzigingen; gelet op het algemeen aanvullend verkeersreglement, vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit d.d. 3 september 1991, en latere wijzigingen; gelet op het gemeentelijk mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 november 2000; gelet op het herziene gemeentelijke mobiliteitsplan, opgemaakt in het kader van het verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 februari 2012 en definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 13 maart 2012; gelet op de ruimtelijke ontwikkelingen in Herent-centrum, voornamelijk de ontwikkeling van de voormalige Henkel-site; gelet op de toename van de bebouwing in de Persilstraat en de Populierenweg; overwegende dat de Persilstraat de toegangsweg is tot de bijkomende bebouwing in de Persilstraat, Populierenweg en de Henkel-site; overwegende dat het verkeer in de Persilstraat sterk is toegenomen; overwegende dat het aantal voetgangers eveneens sterk is toegenomen; overwegende dat een bushalte is ingeplant op de Winkselsesteenweg, aan de overkant van de straat; overwegende dat het, om het voetgangersverkeer te kanaliseren naar de aan de overkant gelegen bushalte en om de veiligheid van de voetgangers te verhogen, aangewezen is om een oversteekplaats voor voetgangers aan te brengen in de Winkselsesteenweg, aan het kruispunt met de Persilstraat; overwegende dat het, rekening houdend met de stopplaats van de bussen en de slechte
56
zichtbaarheid, aangewezen is de oversteekplaats aan te brengen in de Winkselsesteenweg aan het kruispunt met de Persilstraat, langs de kant Winksele, besluit artikel 1: Artikel 10 C van het algemeen gemeentelijk aanvullend verkeersreglement wordt aangevuld met de volgende tekst: “- Winkselsesteenweg aan het kruispunt met de Persilstraat, kant Winksele”. artikel 2: De burgemeester wordt belast met de uitvoering van dit reglement. artikel 3: Dit reglement wordt overgemaakt aan de hogere overheid. artikel 4: Deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd.
25 Algemeen gemeentelijk aanvullend verkeersreglement – ‘s Herenwegveld – parkeerplaats voor personen met een handicap. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet; gelet op de wetten van het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, en latere wijzigingen; gelet op het algemeen aanvullend verkeersreglement, vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit d.d. 3 september 1991, en latere wijzigingen; gelet op het gemeentelijk mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant d.d. 14 november 2000; gelet op het herziene gemeentelijke mobiliteitsplan, opgemaakt in het kader van het verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 februari 2012 en definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 13 maart 2012; gelet op de parkeerstrook voor voertuigen langs de toegang tot ’s Herenwegveld (kant spoorlijn); overwegende dat hier geen parkeerplaatsen voor personen met een handicap werden aangelegd; overwegende dat het wenselijk is om in de wijk ’s Herenwegveld een aantal parkeerplaatsen voor personen met een handicap aan te leggen, meer bepaald aan de woningen in de steegjes waar niet mag geparkeerd worden; overwegende dat het mogelijk is om 3 parkeerplaatsen tegenover het steegje tussen nr. 190 en nr. 181 om te vormen tot 2 parkeerplaatsen voor personen met een handicap; overwegende dat het aangewezen is om 2 parkeerplaatsen voor personen met een handicap aan te leggen op de parkeerstrook in ’s Herenwegveld tegenover het steegje tussen nr. 190 en nr. 181, besluit artikel 1: artikel 14 B 2 van het algemeen aanvullend verkeersreglement wordt aangevuld met volgende tekst: “- ’s Herenwegveld (toegang kant spoorlijn): 2 parkeerplaatsen tegenover het steegje tussen nr. 190 en nr. 181” artikel 2: De burgemeester wordt belast met de uitvoering van dit reglement. artikel 3: Dit reglement wordt overgemaakt aan de hogere overheid. artikel 4: Deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd.
57
26 Algemeen gemeentelijk aanvullend verkeersreglement – O.-L.-Vrouwplein – regeling plaatselijk verkeer. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet; gelet op de wetten van het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, en latere wijzigingen; gelet op het algemeen gemeentelijk aanvullend verkeersreglement, vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit d.d. 3 september 1991, en latere wijzigingen; gelet op het gemeentelijk mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 november 2000; gelet op het herziene gemeentelijke mobiliteitsplan, opgemaakt in het kader van het verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 februari 2012 en definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 13 maart 2012; gelet op artikel 2 B van het algemeen aanvullend gemeentelijk verkeersreglement houdende de lijst met wegen waar de toegang is verboden, uitgezonderd voor het plaatselijk verkeer, en meer bepaald Onze-Lieve-Vrouwplein vanaf het kruispunt met de Van Bladelstraat tot de Onze-Lieve-Vrouwstraat (kant Gebroeders Massantstraat) met onderbord M2; overwegende dat deze regeling geen functie meer heeft; dat de feitelijke situatie niet strookt met deze regeling; overwegende dat het daarom wenselijk is de regeling ‘plaatselijk verkeer’ op te heffen, besluit artikel 1: uit artikel 2 B van het algemeen gemeentelijk aanvullend verkeersreglement wordt volgende tekst weggelaten: “-Onze-Lieve-Vrouwplein vanaf het kruispunt met de Van Bladelstraat tot de Onze-LieveVrouwstraat (kant Gebroeders Massantstraat) met onderbord M2””. artikel 2: De burgemeester wordt belast met de uitvoering van dit reglement. artikel 3: Dit reglement wordt overgemaakt aan de hogere overheid. artikel 4: Deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd.
27 Wegwerken gevaarlijke punten en wegvakken in Vlaanderen – wegvak N 2 tussen Termerestraat en Terbankstraat – afsluiten Nieuwe Steenweg. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet; gelet op het algemeen aanvullend verkeersreglement, vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit d.d. 3 september 1991, en latere wijzigingen; gelet op het gemeentelijk mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 november 2000; gelet op het herziene gemeentelijke mobiliteitsplan, opgemaakt in het kader van het verbreden en het verdiepen van het mobiliteitsplan, definitief conform verklaard door de provinciale auditcommissie Vlaams-Brabant op 14 februari 2012 en definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 13 maart 2012; gelet op het raadsbesluit d.d. 9 september 2008, onderwerp 26, houdende kennisname en akkoord met het ontwerp d.d. 6 juni 2008, opgemaakt door de Tijdelijke
58
Handelsvennootschap LAD, voor de heraanleg van het wegvak van de N 2 tussen het kruispunt met de Termerestraat/Termeredellelaan en de oversteek Nieuwe Steenweg/Terbankstraat en omvattende plannen, bestek en raming; gelet op het raadsbesluit d.d. 18 november 2008, onderwerp 20, houdende afsluiten van de Nieuwe Steenweg voor alle gemotoriseerd verkeer tussen de Paardenveldstraat en de nieuwe aansluiting van de Heidestraat; overwegende dat de werken op de N 2 Brussel-Leuven lopende zijn; overwegende dat het afsluiten van de Nieuwe Steenweg inhoudt dat er paaltjes geplaatst worden tussen de Paardenveldstraat en de nieuwe aansluiting van de Heidestraat; gelet op vraag van de omwonenden om af te sluiten tussen de N 2 Brussel-Leuven en de Paardenveldstraat, aangezien zij op deze manier via het centrum van het dorp naar de N 2 Brussel-Leuven kunnen rijden; overwegende dat het veiliger is om de N 2 Brussel-Leuven op te rijden in de twee richtingen langs de Termerestraat, na het beëindigen van de werken; gelet op de bespreking van het voorstel tijdens de vergadering van de werkgroep verkeer d.d. 14 augustus 2012; overwegende dat het principe om de Nieuwe Steenweg af te sluiten voor alle gemotoriseerd verkeer behouden blijft; overwegende dat het wenselijk is de Nieuwe Steenweg af te sluiten voor alle gemotoriseerd verkeer door het plaatsen van een afsluiting tussen de N 2 Brussel-Leuven en de Paardenveldstraat; gelet op het collegebesluit d.d. 20 augustus 2012 houdende principieel akkoord met het afsluiten van de Nieuwe Steenweg voor alle gemotoriseerd verkeer tussen de N 2 BrusselLeuven en de Paardenveldstraat, besluit artikel 1: de Nieuwe Steenweg af te sluiten voor alle gemotoriseerd verkeer tussen de N 2 Brussel-Leuven en de Paardenveldstraat en het collegebesluit d.d. 20 augustus 2012 te bekrachtigen. artikel 2: deze beslissing met algemene stemmen goed te keuren. 28 Onderhouds- en verbeteringswerken aan Hogebeek thv spoorwegwegbrug Dorpsstraat – principe - overeenkomst met ontwerper. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor werken, leveringen en diensten, inzonderheid art. 17 § 2,1° f (technische specificiteit) en latere wijzigingen; gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen; gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; gelet op de wateroverlastproblemen ter hoogte van de Hogebeek aan de Dorpsstraat en Vilvoordsebaan;
59
overwegende dat in het verleden gescheiden riolering werd aangelegd in de Vilvoordsebaan tussen station Veltem en het kruispunt met de Lipselaan; overwegende dat in de Lipselaan eveneens een gescheiden riolering werd aangelegd; overwegende dat het de bedoeling was dat de RWA-leiding afvoert naar de Hogebeek via de langsgracht van de oprit van de spoorwegbrug Dorpsstraat (oostkant); overwegende dat op het terrein het uitstroompeil van de RWA lager is dan het peil van de terugslagklep ter hoogte van de instroom in de Hogebeek; overwegende dat het water van de aangelegde RWA-stelsels niet gravitair in de Hogebeek kan; overwegende dat het water in de RWA-buizen stijgt, met overstroming van de lager gelegen tuinen aan de westkant van de spoorwegbrug tot gevolg; overwegende dat er, om deze overstroming te voorkomen, werd beslist om een tijdelijke verbinding te maken tussen het RWA-stelsel en de gemengde riolering van de Vilvoordsebaan, zodat het water naar de collector van Aquafin afgeleid wordt; overwegende dat de collector hierdoor extra wordt belast met bijkomende wateroverlast stroomafwaarts tot gevolg; overwegende dat het aangewezen is dat regenwater wordt afgeleid naar de bestaande beken en grachten en niet naar het zuiveringsstation; overwegende dat het daarom noodzakelijk is aanpassingswerken uit te voeren aan de Hogebeek en de langsgracht van de oprit van de brug; gelet op de bouwvergunning afgeleverd aan LGV nv voor het project “Terra Verde” d.d. 16 april 2012 (bouwen van appartementen en kantoor) voor de terreinen gelegen tussen de Vilvoordsebaan, spoorwegbrug Dorpsstraat, Hogebeek en de bestaande bebouwing van de Vilvoordsebaan; gelet op de opdracht aan studiebureau Kockaerts bvba d.d. 20 februari 2012 om een studie uit te voeren van het waterprobleem (in begeleiding van het bouwproject); overwegende dat de belangrijkste conclusies waren: - herprofileren van de Hogebeek (uitdiepen) tussen de Verbrandstraat en koker Hogebeek, waardoor het niveau van de terugslagklep kan verlagen; - herprofileren (uitdiepen) van de langsgracht Dorpsstraat (oostkant) zodat het water van het bestaande RWA-stelsel gravitair in de Hogebeek kan vloeien; - herprofileren (uitdiepen) van de langsgracht Dorpsstraat (westkant) zodat deze kan afstromen naar de grachten langs de spoorlijn; overwegende dat het wenselijk is om de werken met als doel de RWA van zowel de Vilvoordsebaan (tussen station Veltem en Lipselaan) als de RWA van de Lipselaan rechtstreeks af te voeren via de langsgracht van de Dorpsstraat naar de Hogebeek zo snel mogelijk uit te voeren; overwegende dat deze werken best worden uitgevoerd in coördinatie met het bouwproject “Terra Verde”; overwegende dat studiebureau Kockaerts bvba reeds verschillende malen deze problemen in kaart heeft gebracht; overwegende dat studiebureau Kockaerts bvba eveneens werd aangesteld voor het opmaken van het ontwerp en het opvolgen van de werken voor de erosieprojecten Schoonzicht.Winksele-dorp en Diependaal; overwegende dat dit studiebureau daarom over een technische specificiteit beschikt waarover geen enkel ander studiebureau beschikt; overwegende dat omwille van de technische specificiteit de opdracht aan het Studiekantoor Kockaerts bvba kan worden toegekend op basis van het artikel 17, § 2, 1°, f van de overheidsopdrachtenwet; gelet op het ontwerp van ereloonovereenkomst voor de opmaak van het aanbestedingsdossier en plannen, het technisch dossier bouwaanvraag, samen met het opstellen aanbestedingsverslag, de werfopvolging tot de definitieve oplevering van “Onderhoud- en verbeteringswerken aan de Hogebeek (gedeelte tussen ondertunneling van de
60
spoorweg tot aan de Verbrandstraat en de beek parallel met de Dorpsstraat tot op de rotonde met de Vilvoordsebaan), gecombineerd met de aanlegwerken langs het privé bouwproject “Terra Verde”; gelet de nodige kredieten voorzien zijn op het budget 2012 (na budgetwijziging), besluit artikel 1: in principe het opstarten van een dossier voor het uitvoeren van werken aan de Hogebeek en de langsgracht Dorpsstraat met als doel de RWA van zowel de Vilvoordsebaan (tussen station Veltem en Lipselaan) als de RWA van de Lipselaan rechtstreeks af te voeren via de langsgracht van de Dorpsstraat naar de Hogebeek tegen een indicatief geraamd bedrag van € 50.000 (budget 2012). artikel 2: de hiernavolgende overeenkomst met de ontwerper wordt goedgekeurd. Ereloonovereenkomst studiebureau Tussen Gemeente Herent, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer Willy Kuijpers en de gemeentesecretaris, de heer Herman Artois, hieronder aangeduid als “opdrachtgever” En Studiekantoor Kockaerts bvba, Gebroeders Van Tiltstraat 35 te 3220 Holsbeek, vertegenwoordigd door Kockaerts Koenraad, hieronder aangeduid als “de ontwerper”. Betreft: opmaak aanbestedingsdossier en plannen en technisch ontwerp bouwaanvraag, samen met het opstellen aanbestedingsverslag, de werfopvolging tot de definitieve oplevering van “onderhoud- en verbeteringswerken aan de Hogebeek” (gedeelte tussen de ondertunneling van de spoorweg tot aan de Verbrandstraat en de beek parallel met de Dorpstraat tot op de rotonde met de Vilvoordsebaan) gecombineerd met de aanlegwerken langs het privé bouwproject “Terra Verde” van LGV. Wordt het volgende overeengekomen: 1. Inbegrepen prestaties en bepalingen: • De ontwerper wordt door deze opdrachtgever belast met de opdracht voor de studie en het opmaken van het ontwerp voor de infrastructuurwerken + veiligheidscoördinatie en werfopvolging in het bovenvermelde dossier. Vermits de werken van het aanpalende private bouwproject “Terra Verde” van LGV vrij snel zullen uitgevoerd worden, zal deze werfopvolging en studie waarschijnlijk in twee fasen worden uitgevoerd. • Bedoeld ontwerp wordt opgemaakt op basis van de metingen en het expertiseverslag welke de ontwerper reeds moet opstellen op de afwateringsproblematiek in deze omgeving in kaart te brengen. Deze opmeting omvat tevens de voldoende gedetailleerde hoogtemeting van het terrein (raster, aanpalende straten met riooldeksels, aanpalers, grachten, taluds, vaste stationpunten van de polygonatie, …). De opdracht start zodra de ontwerper een door beide partijen ondertekend exemplaar van deze overeenkomst heeft ontvangen. Dit ontwerp bestaat uit de volgende stukken: aanvraagformulier motivatienota, buffering (gegevens ter beschikking gesteld vanuit Aquafin), liggingsplan, inplantingsplan, dwars- en lengteprofielen, typedwarsprofiel(en), detailtekeningen der bouwwerken en alle specifieke bijhorigheden op de vereiste schalen
61
•
• •
•
•
•
bijzonder bestek, bestaande uit administratieve en technische contractuele bepalingen en de technische omschrijving van de werken (volgens standaardbestek 250) omstandige opmeting inschrijvingsformulieren gedetailleerde raming van de werken. De ontwerper dient, indien nodig het ontwerp aan te passen om te voldoen aan de bemerkingen van de besturen (gemeente- en provinciebesturen, het Vlaams gewest, …). De ontwerper is daar echter niet toe verplicht zonder bijkomende vergoeding, wat de bemerkingen betreft die hem niet binnen een termijn van twee jaar, na het indienen van het ontwerp, werden medegedeeld. De ontwerper doet het nodige om eventuele bijkomende vergunningen (en/of adviezen) aan te vragen (Aquafin, VMM, NMBS, …). De opdrachtgever maakt na ontvangst van de vergunning een kopie over aan de ontwerper. De ontwerper past indien nodig de vermelde opmerkingen aan op het ontwerp en maakt de nodige exemplaren over aan de betrokken diensten en aan de opdrachtgever. De ontwerper voert de functie uit van veiligheidscoördinator in de Ontwerp- en Verwezenlijkingsfase (volgens k.b. van 25 januari 2001) en stelt tijdig het Veiligheids- en Gezondheidsplan, Coördinatiedagboek en het Postinterventiedossier samen aangaande deze werf, opdat deze kunnen gevoegd worden bij het aanbestedingsdossier. De ontwerper vervult de nodige formaliteiten voor het in aanbesteding stellen van de werken: in overleg met de opdrachtgever de aanbestedingsdatum bepalen het organiseren van een openbare aanbesteding de kosten die mogen aangerekend worden ten aanzien van aannemers voor het verkrijgen van het aanbestedingsdossier worden beperkt: € 95/dossier in digitale vorm te versturen; plannen zwart/wit: € 5/m²; plannen kleur: € 10/m². De juiste bedragen worden in de uitnodiging vermeld het bijwonen van de aanbestedingszitting het onderzoek van de inschrijvingen, opmaak aanbestedingsverslag en het adviseren betreffende de toewijzing van de werken. De ontwerper dient het hoofdtoezicht uit te voeren van de infrastructuurwerken alsook de coördinatie van de werkzaamheden van andere maatschappijen, samen met de veiligheidscoördinatie in uitvoering: De ontwerper doet (in overleg met de opdrachtgever) het nodige voor het organiseren van een coördinatievergadering op het gemeentehuis. Er worden uitnodigingen verstuurd aan de aannemer, de gemeente, de veiligheidscoördinator, de nutsmaatschappijen (indien nodig), de opdrachtgever, eventuele andere betrokkenen, … Het verslag dient binnen de 5 kalenderdagen aan alle betrokkenen bezorgd te worden. Hierin worden de uitvoering en planning van de verschillende werken besproken. Controle over de afbakening van het werk. Toezicht over de uitvoering overeenkomstig de voorschriften en bepalingen in het bijzonder bestek en de tekeningen, alsook volgens het veiligheids- en gezondheidsplan. 62
•
•
•
In overleg met de aannemer, de opdrachtgever en de gemeente organiseert de ontwerper wekelijkse werfvergaderingen. Het verslag hiervan dient binnen de 5 kalenderdagen aan alle betrokkenen bezorgd te worden. Hierin wordt uitdrukkelijk het aantal verstreken en resterende werkdagen vermeld, alsook een overzicht van de werken (reeds uitgevoerd, verdere planning, …). Vaststelling der overtredingen. Bepaling en beoordeling van de beproevingen en keuring van de materialen en werken. Nazicht van de vorderingsstaten en de controle van de in rekening gebrachte hoeveelheden. Het opmaken van de vereiste verrekeningen. Het nazicht van de eindvorderingsstaat opgesteld door de aannemer en het opstellen van de documenten horend bij de eindafrekening zoals de staat van de werken in min of meer; de nota betreffende de uitvoeringstermijn, … Medewerking bij de voorlopige oplevering (indien noodzakelijk per fase riolering/wegenis – voetpaden – groenaanleg): Voorafgaande controle van de werken, van het geheel van de uitvoering, inclusief nazicht van de plannen en instructies voor gebruik en onderhoud opgesteld door de aannemer. Organiseren (zoeken geschikte datum en versturen uitnodigingen) van de voorlopige oplevering. Bijwonen van de voorlopige oplevering. Het opstellen van het proces-verbaal van vaststelling met het oog op de voorlopige oplevering. Het laten ondertekenen van dit PV door de betrokken partijen, voorleggen ter goedkeuring en ondertekening aan het college van burgemeester en schepenen en dit dan bezorgen aan de opdrachtgever. Medewerking bij de definitieve oplevering (indien noodzakelijk per fase): Het toezicht op de onderhouds- en herstellingswerken gedurende de waarborgtermijn. Organiseren (zoeken geschikte datum en versturen uitnodigingen) van de definitieve oplevering. Bijwonen van de definitieve oplevering. Het opstellen van het proces-verbaal van vaststelling met het oog op de definitieve oplevering. Het laten ondertekenen van dit PV door de betrokken partijen, voorleggen ter goedkeuring en ondertekening aan het college van burgemeester en schepenen en dit dan bezorgen aan de opdrachtgever. Het afwerken van het Postinterventiedossier en overmaken aan de opdrachtgever of aan het gemeentebestuur in geval de wegenis wordt overgedragen aan de gemeente. De ontwerper zal geen extra kosten aanrekenen aan de opdrachtgever voor bepaalde prestaties zoals bvb. vergaderingen, drukwerk, plotten, … Deze vormen een onderdeel van de te leveren prestaties. Enkel voor uitzonderlijke extra prestaties kan hier een uitzondering voor voorzien worden; dit kan enkel wanneer dit op voorhand wordt voorgelegd aan de opdrachtgever en na onderling akkoord over de manier van vergoeding. 63
2. Verloning 2.1. Het ereloon voor de hierboven vermelde prestaties bedragen volgende percentages berekend per schijf van de totale kostprijs van de uit te voeren werken ten laste van de opdrachtgever + op de geraamde kostprijs voor het gedeelte van de sanering – profilering van de langse beek, aanpassingswerken aan de stenenglooiingen thv aansluiting van straatkolken en de bouw van een nieuwe afsluitmuur met terugslagklep(pen). De extra saneringswerken en studiekosten welke door de firma LGV zullen worden uitgevoerd voor het kalibreren en beveiligen van de afwateringsbeek langsheen hun brandweg (parallel met de Dorpstraat) zullen door henzelf dienen betaald te worden. • 9% onder 75.000 € met een minimaal forfait van 10.500 € • 8,75 % tussen 75.000 € en 100.000 € • 8,5 % tussen 100.000 € en 125.000 € • 8,25 % tussen 125.000 € en 150.000 € • 8% tussen 150.000 € en 175.000 € • 7,75 % tussen 175.000 € en 200.000 € • 7,50 % tussen 200.000 € en 225.000 € • 7,25 % tussen 225.000 € en 250.000 € • 7 % tussen 250.000 € en 325.000 € • 6,875 % tussen 325.000 € en 400.000 € • 6,75 % tussen 400.000 € en 500.000 € • 6,625 % tussen 500.000 € en 625.000 € • 6,5 % tussen 625.000 € en 750.000 € • 6,375 % tussen 750.000 € en 825.000 € • 6,25 % tussen 825.000 € en 1.000.000 € • 6% boven 1.000.000 € De betalingen gebeuren na voorlegging van ondertekende en gedagtekende schuldvorderingen en facturen. De betalingen gebeuren in schijven: • Na voorleggen van het ontwerp: tot 50 % op basis van de globale raming • Na voorleggen van het aanbestedingsverslag: tot 60 % op basis van de laagste inschrijver • Na de werken 1° fase: tot 75 % op basis vorderingstaat • Na de werken 2° fase: tot 75 % op basis vorderingstaat • Na ontvangst goedgekeurd PV voorlopige oplevering: tot 95 % op basis eindafrekening • Na ontvangst goedgekeurd PV definitieve oplevering: tot 100 % op basis eindafrekening. Per schijf worden de reeds gefactureerde bedragen afgetrokken van de vordering. artikel 3: De opdracht wordt gegund in toepassing van artikel 17, § 2, 1°, f van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten. artikel 4: Het college wordt opdracht gegeven de ereloonovereenkomst af te sluiten. artikel 5: Deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd.
64
29 Integraal waterbeheer – overeenkomst inzake de levering, plaatsing en het beheer van een individuele behandelingsinstallatie van afvalwater en de bijhorende afkoppeling van regen- en afvalwater. De gemeenteraad, gelet op het gemeentedecreet; gelet op de wet van 26 maart 1971 inzake de bescherming van oppervlaktewater en latere wijzigingen; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en latere wijzigingen; gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en latere wijzigingen; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en latere wijzigingen; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 maart 1999 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1996 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder, alsook van de verhouding waarin het Vlaamse gewest bijdraagt in de kosten verbonden aan de aanleg en de verbetering door de gemeenten van openbare riolen, andere dan prioritaire rioleringen, evenals houdende vaststelling van nadere regels met betrekking tot de procedure tot vaststelling van de subsidiëringsprogramma’s; gelet op de Europese kaderrichtlijn Water 2000/60/EG; gelet op het decreet van de Vlaamse regering van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006 houdende vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeente, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties; gelet op het raadsbesluit d.d. 12 februari 2008, onderwerp 9, houdende het vaststellen van de reglementering met betrekking tot de afkoppelingsprojecten voor bestaande woningen door de gemeente; overwegende dat de afkoppelingswerken op privéterrein worden uitgevoerd op kosten van de gemeente; gelet op het ministerieel besluit d.d. 9 juni 2008 houdende vaststelling van het definitieve zoneringsplan voor de gemeente Herent; gelet op het individueel te optimaliseren buitengebied (rode clusters) van het zoneringsplan; overwegende dat het afvalwater hier dient gezuiverd te worden via een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA); gelet op de milieu-impact toetskaart overgemaakt door de Vlaamse milieumaatschappij; overwegende dat de bescherming van het leefmilieu een van de prioritaire opdrachten van de gemeente is; overwegende dat kwaliteitsvolle IBA’s nodig zijn die goed opgevolgd worden om een goed zuiveringsresultaat te bekomen; overwegende dat de IBA’s technisch van goede kwaliteit dienen te zijn en dienen te beschikken over een keuring; overwegende dat de IBA correct dient te worden geplaatst, opgestart en onderhouden;
65
overwegende dat het daarom wenselijk is dat de IBA’s door de gemeente worden aangekocht en beheerd; gelet op het raadsbesluit d.d. 20 december 2011, onderwerp 29, houdende in principe de aankoop, plaatsing en beheer van de individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater in het individueel te optimaliseren buitengebied, voorrang aan woningen die lozen in ecologisch kwetsbare gebieden en combineren van het plaatsen van IBA’s met afkoppeling van hemelwater en afvalwater op privéterrein; gelet op het raadsbesluit d.d. 14 februari 2012, onderwerp 5, houdende goedkeuring van de dienstverleningsovereenkomst inzake de uitbouw en het beheer van de gemeentelijke waterzuiveringsinfrastructuur tussen de gemeente Herent en de n.v. Aquafin; gelet op het collegebesluit d.d. 16 april 2012, onderwerp 53, houdende toevertrouwen van opdrachten inzake rioolbeheer in het kader van de dienstverleningsovereenkomst aan de n.v. Aquafin, meer bepaald module 8: bouw en beheer van individuele afvalwaterbehandelingsinstallaties (IBA’s); overwegende dat het wenselijk is dat tussen de gemeente en de eigenaars/huurders van de woningen waar IBA’s worden geplaatst afspraken worden gemaakt omtrent hun wederzijdse rechten en plichten; gelet op het voorstel van overeenkomst inzake de levering, plaatsing en het beheer van een individuele behandelingsinstallatie van afvalwater en de bijhorende afkoppeling van regen- en afvalwater, besluit artikel 1: Het hiernavolgende voorstel van overeenkomst inzake de levering, plaatsing en het beheer van een individuele behandelingsinstallatie van afvalwater en de bijhorende afkoppeling van regen- en afvalwater wordt goedgekeurd. Overeenkomst inzake de levering, plaatsing en het beheer van een individuele behandelingsinstallatie van afvalwater en de bijhorende afkoppeling van regen- en afvalwater Tussen de gemeente Herent, gevestigd te Herent, Spoorwegstraat 6, vertegenwoordigd door , Burgemeester en de heer Herman Artois, secretaris (hierna “de gemeente” genoemd), en de heer/mevrouw , wonende te (mede)eigenaar van de woning gelegen en kadastraal gekend als of de firma gevestigd te (mede) eigenaar van de woning gelegen te kadastraal gekend als en geregistreerd in het register van ondernemingen onder het nummer en hier vertegenwoordigd door en de heer/mevrouw , wonende te huurder van de woning gelegen te of houder van zakelijke en/of persoonlijke rechten op de net vermelde woning. De gemeente Herent wil haar burgers helpen om aan hun wettelijke verplichtingen inzake buffering, infiltratie en/of gescheiden afvoer van afval- en hemelwater en het plaatsen van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater te voldoen. Gelet op het raadsbesluit van 12 februari 2008 houdende het vaststellen van de reglementering met betrekking tot afkoppelingsprojecten voor bestaande woningen door de gemeente. Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 december 2011 houdende de aankoop, de plaatsing en het beheer van de individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater in het optimaliseren buitengebied. Gelet op de noodzaak dat hieromtrent afspraken tussen de gemeente en de eigenaars/huurders moeten gemaakt worden omtrent hun wederzijdse rechten en plichten. Wordt overeengekomen dat:
66
Artikel 1. Rechten en verplichtingen van de gemeente Herent A. Inzake de afkoppeling § 1. De gemeente voorziet, voor haar rekening, in de deskundige begeleiding van de noodzakelijke afkoppelingen van afval- en regenwater door de aanstelling van een afkoppelingsdeskundige. § 2. De gemeente voorziet ook in een budget voor de investeringen voor de uitvoering van deze afkoppelingsprojecten. Binnen dit budget zullen de projecten in functie van de datum van de ondertekening van de overeenkomsten en de vastgelegde prioriteiten uitgevoerd worden en dit voor rekening van de gemeente. De gemeente laat deze projecten uitvoeren door een geregistreerde en erkende aannemer onder toezicht van de door haar aangestelde afkoppelingsdeskundige. B. Inzake de Individuele BehandelingsInstallatie (verder IBA) § 3. De gemeente zal een IBA (laten) plaatsen, (laten) wijzigen, (laten) herstellen en (laten) onderhouden door toedoen, op kosten, onverminderd het hieronder in artikel 2 § 7 bepaalde, en onverminderd het hieronder in artikel 2 § 6 bepaalde, van de gemeente en in haar eigendom behouden. De gemeente stelt deze IBA voor onbepaalde duur ter beschikking van de eigenaar, eventuele huurder en/of houder van zakelijke dan wel persoonlijke rechten. § 4. De gemeente heeft het recht wederrechtelijk opgetrokken gebouwen af te laten breken en de wederrechtelijk groeiende bomen of struiken met een stamdiameter op 10 cm hoogte van meer dan 15 cm, zelfs al werden zij niet aangeplant, te laten omhakken in de voor de IBA voorziene zone. C. Voor beide activiteiten § 5. Tijdens de werken, uitgevoerd door de gemeente of een door haar erkende en geregistreerde aannemer, zal de gemeente een verzekering afsluiten die de aansprakelijkheid voor schade aan het gehele onroerende goed en aanhorigheden ingevolge de uitvoering van de werken dekt. De gemeente vrijwaart de eigenaar, eventuele huurder en/of houder van zakelijke dan wel persoonlijke rechten voor de door haar, haar aangestelde en/of door haar aangestelde deskundige en aannemers gemaakte fouten en nalatigheden. § 6. De gemeente engageert zich, wanneer de werken door haar of in haar opdracht werden uitgevoerd, het gehele onroerende goed en aanhorigheden in zijn oorspronkelijke staat te (laten) herstellen. § 7. De gemeente zal de eigenaar, huurder en/of houder van zakelijke dan wel persoonlijke rechten op de hoogte brengen van het jaar waarin het project zal uitgevoerd worden, binnen de maand nadat deze beslissing genomen werd. Verder verwittigt de gemeente deze fysieke dan wel rechtspersonen veertien dagen voor de aanvang van de werken. Artikel 2. Rechten en verplichtingen van de eigenaar en eventuele huurder en/of houder van zakelijke of persoonlijke rechten. A. Inzake afkoppeling § 1. De eigenaar, eventuele huurder en/of houder van een zakelijk en/of persoonlijk recht laat toe dat de afkoppelingsdeskundige het gebouw betreedt met het oog op zijn/haar opdracht. De eigenaar maakt hiervoor de nodige afspraken met een eventuele huurder van en/of houder van hoger vermelde rechten op het gebouw. § 2. De eigenaar en de afkoppelingsdeskundige maken, op basis van de door de afkoppelingsdeskundige gemaakte inventarisatie van de “bestaande toestand” inzake afval- en regenwaterafvoer, samen een plan van de toestand die een gescheiden afvoer
67
van afval- en regenwater mogelijk maakt (verder “geplande toestand”). § 3. De eigenaar en individuele huurder en/of houder van een zakelijk en/of persoonlijk recht verklaren hun akkoord met de “geplande toestand” en tekenen daartoe naast deze overeenkomst ook het in bijlage gevoegde plan en de beschrijvende nota, die minstens een omschrijving omvat van de verharding/plantvakken die dienen opgebroken en hersteld te worden en van de uit te voeren werken. Daarnaast wordt in geel de zone aangeduid waarbinnen de in § 5 vermelde bepalingen gelden. Indien er nutsleidingen en/of drainageleidingen voorkomen in de werkzone probeert de eigenaar/huurder/houder van rechten deze vooraf zo goed mogelijk aan te duiden op een terreinbeschrijving. § 4. De eigenaar geeft toestemming om de noodzakelijke werken om de “geplande toestand” te realiseren, voor rekening van de gemeente, uit te voeren en te laten starten, onverminderd het in artikel 3 § 1 bepaalde, binnen de 3 jaar na ondertekening van de overeenkomst. Indien de afkoppelingswerken evenwel gebeuren aan een woning die een stedenbouwkundige vergunning heeft met de verplichting het hemelwater en het afvalwater gescheiden af te voeren, zullen de kosten door de gemeente aan de eigenaar van de woning doorgerekend worden. De eigenaar, eventuele huurder en/of houder van een zakelijk of persoonlijk recht verklaren hierbij af te zien van enige vergoeding wegens genotsderving ten aanzien van elkaar, de gemeente en de door haar aangestelde afkoppelingsdeskundige. § 5. Na de werken nodig voor de afkoppelingsprojecten worden de eigenaar, de eventuele huurder en/of houder van zakelijke dan wel persoonlijke rechten uitgenodigd om de realisatie van de “geplande toestand” en het herstel in oorspronkelijke staat vast te stellen. Na deze oplevering wordt het eigendomsrecht van de leidingen en de infrastructuur, gerealiseerd ten gevolge van de afkoppelingswerken, overgedragen aan de eigenaar van de woning en zal deze vanaf dan instaan voor het noodzakelijke onderhoud. B. Inzake de IBA § 6. De eigenaar, de eventuele huurder en/of houder van zakelijke dan wel persoonlijke rechten verbinden er zich toe zich te onthouden van elke handeling die de IBA of haar werking zou kunnen schaden en verleent aan de gemeente en haar aangestelden te allen tijde een toe- en doorgangsrecht met alle nuttige materialen en werktuigen derwijze dat het toezicht, onderhoud en herstel van de IBA te allen tijde mogelijk is. Binnen de op het plan in geel gemarkeerde zone mag, behoudens voorafgaandelijke instemming van de gemeente, door de eigenaar, huurder en/of houder van rechten niet overgegaan worden tot: - het oprichten van gebouwen of gesloten lokalen. Elk ontwerp dient aan de dient aan de gemeente voorgelegd te worden opdat de te eerbiedigen veiligheidsafstanden overeenkomstig de vereisten van elk geval in het bijzonder zouden bepaald worden; - het wijzigen van het maaiveldniveau; - het opstapelen van goederen of materialen met een gewicht groter dan 1 ton/m²; - het heien van palen of piketten in de grond die de infrastructuur kunnen beschadigen; - het rijden over de constructie met rollend materieel met een aslast zwaarder dan 12 ton incluis mechanische graaftuigen; - het planten van bomen of diepwortelende struiken. Alle uitgravingen of ontgrondingen welke de stabiliteit van de grond of de ondergrond
68
waarin de IBA zich bevindt in het gedrang zou kunnen brengen, zijn eveneens verboden. Alle kosten voor het herstellen van de IBA te wijten aan de hierbovenvermelde zaken zullen verhaald worden op de veroorzaker. § 7. De eigenaar, huurder en/of gebruiker dient de IBA te gebruiken als een goede huisvader. Alle kosten voor het reinigen en heropstarten van de installatie, te wijten aan een calamiteit ten gevolge van de aanwezigheid in het afvalwater van de stoffen die hierna worden opgesomd, zullen verhaald worden op de veroorzaker. De eigenaar, huurder en/of houder van zakelijke en persoonlijke rechten kopen best biologisch afbreekbare huishoudelijke reinigingsmiddelen. Volgende niet-limitatieve lijst van producten mogen door hen NIET geloosd worden: - regenwater; - bleekwater; - agressieve ontstoppers; - verf en spoelwater van verf; - white spirit; - thinner; - motorolie; - niet afbreekbare hygiënische doekjes; - desinfecterende middelen (bv. dettol); - tampons; - maandverband; - condooms: - luiers; - zure bestanddelen; - geneesmiddelen; - bestrijdingsmiddelen (bv. pesticide); - karton, plastic, … alle niet afbreekbare stoffen; - plantaardige of dierlijke oliën of vetten van frituurpan; - giftige producten De eigenaar, huurder en/of houder van rechten garanderen en betalen de permanente stroomtoevoer nodig voor de werking van de installatie. Artikel 3. Duur van de overeenkomst en diverse bepalingen §1. Deze overeenkomst gaat in op de datum van haar ondertekening om van rechtswege te eindigen bij het einde van de levensduur van de IBA of na het aflopen van het derde jaar nadat de overeenkomst getekend werd zonder dat de werken gestart zijn. § 2. Vooraleer een geschil aan de bevoegde rechtbank voor te leggen, verbinden partijen zich er toe te goeder trouw en met in acht name van de redelijke belangen van de andere partij te onderhandelen met het oog op een minnelijke schikking. Het Belgisch recht is op deze overeenkomst van toepassing. In geval van betwisting zijn de rechtbanken van Leuven uitsluitend bevoegd. artikel 2: Het college wordt opdracht gegeven de overeenkomsten af te sluiten. artikel 3: Deze beslissingen worden met algemene stemmen goedgekeurd. Vervoegt de zitting: Philippe Scheys.
69
30 Subsidiereglement in het kader van infrastructuurwerken aan jeugdlokalen. De gemeenteraad, gelet op de subsidiëring binnen het kader van het jeugdwerkbeleid in Herent; gelet op het subsidiereglement in het kader van infrastructuurwerken aan jeugdlokalen goedgekeurd op de gemeenteraad van 12.06.2001; gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; overwegende dat het wenselijk is het reglement te verduidelijken en leesbaar te maken, besluit ARTIKEL 1: Het huidige reglement voor subsidiëring van infrastructuurwerken aan jeugdlokalen uit het raadsbesluit, wordt met onmiddellijke ingang vervangen als volgt: SUBSIDIEREGLEMENT IN HET KADER VAN INFRASTRUCTUURWERKEN AAN JEUGDLOKALEN Dit reglement voorziet in de uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad op ..... 2012 Algemene bepalingen 1. De subsidies die de gemeente Herent voorziet, zijn beschikbaar voor erkende plaatselijke jeugdverenigingen. 2. Elke jeugdvereniging kan jaarlijks een aanvraag indienen. 3. Subsidies kunnen enkel worden toegestaan binnen de perken van de gemeentebegroting en de jaarlijks voorziene budgetten. Indien de kredieten niet volstaan, kunnen de aanvragen gespreid worden over 6 jaar. Als de kredieten dan nog niet toereikend zijn, worden de toelages proportioneel verlaagd. 4. Het gemeentebestuur heeft het recht werken waarvoor subsidies worden aangevraagd op echtheid en degelijkheid te controleren. Categorieën A. Oppervlakte-uitbreiding 1. Deze categorie omvat volledige nieuwbouwprojecten en uitbreidingswerken aan bestaande gebouwen. 2. De aanvraag moet voorzien zijn van - een plan van gebouw en terrein - een financieel plan - een werkplan met o.a. een beschrijving van de werken, de materialen, de prijsoffertes, de tijdsplanning, de eigen investering... - een afschrift van de bouwvergunning - een brandweeradvies bij ingebruikname 3. Elk project krijgt een subsidie ter waarde van 25% van het ingediende bedrag. 4. De jeugdraad kan beslissen dat het totaal van het jaarlijks budget aan één of meerdere verenigingen wordt toegekend. Bij gebreke aan akkoord kan een vereniging maximaal 75% van het volledig voorziene subsidiebudget innemen. 5. De eerstvolgende 10 jaar na uitvoering kan die jeugdvereniging enkel aanvragen doen voor herstellingswerken voor een maximum van 10% van het subsidiebudget. B.Verbeteringswerken 1. Deze categorie omvat 2 soorten aanvragen, aanvragen binnen het jaarthema en aanvragen buiten het jaarthema. 2. Alle aanvragen binnen het afgesproken jaarthema krijgen 100% terugbetaald van hun ingediende bedrag. Aanvragen buiten het jaarthema krijgen 60% terug.
70
3. Als de kosten van de aanvraag hoger liggen dan 5000€, dient de aanvraag vergezeld te zijn van een duidelijke motivatie. C. Huurtoelagen 1. Indien de huur van lokalen noodzakelijk is om de werking van de jeugdvereniging te garanderen, kan hiervoor ook een aanvraag ingediend worden. 2. De subsidie bedraagt 25% van de jaarlijkse huurprijs, met een maximum van 900€ per jaar. Procedure 1. De betrokken vereniging brengt de gemeentelijke jeugddienst een jaar op voorhand op de hoogte van de geplande werken. 2. Wat betreft brandveiligheid moeten de werken worden uitgevoerd volgens de voorschriften van de brandweerinspectie. 3. De aanvraag voor subsidie wordt ten laatste op 31 oktober op de gemeentelijke jeugddienst binnen gebracht. 4. De aanvraag gebeurt op de bijgevoegde formulieren en is vergezeld van nodige bewijzen. Na uitvoering van de werken worden de ‘voor echt verklaarde’ facturen aan het dossier toegevoegd. 5. Na uitvoering van de werken wordt de gemeentelijke jeugddienst verwittigd. De gemeente heeft het recht de subsidies in te trekken indien er wordt vastgesteld dat de subsidies niet aangewend werden zoals aangegeven in de aanvraag. 6. Na berekening van de subsidies wordt het subsidiedossier voorgelegd aan de jeugdraad. Zij formuleren een advies aan het college van burgemeester en schepenen. 7. Het goedgekeurde subsidiebedrag wordt uitbetaald in januari met als vermelding ‘infrastructuursubsidie’ ARTIKEL 2: Dit besluit wordt met algemene stemmen goedgekeurd.
31 Mededeling aan de gemeenteraad van de verslagen en einddocumenten van de raden en overlegstructuren georganiseerd door de gemeenteraad overeenkomstig artikel 200 § 1 van het gemeentedecreet.
32 Onderwerp aan de agenda toegevoegd door raadslid V. Dusauchoit: - Voorstel van motie om op korte termijn te komen tot duurzame mobiliteitsinvesteringen in de Vlaamse Rand in plaats van een uitbreiding van de ring rond Brussel. Raadslid J. Vandikkelen geeft een korte toelichting van het voorstel van motie van raadslid V. Dusauchoit om op korte termijn te komen tot duurzame mobiliteitsinvesteringen in de Vlaamse Rand in plaats van een uitbreiding van de ring rond Brussel. Schepen J. De Clercq antwoordt dat we niet de gewoonte hebben om moties te laten goedkeuren door de raad ; hij kan de motie volledig onderschrijven ; hij stelt voor om vanuit het college een brief te schrijven die iedereen die wil, mee kan ondertekenen.
71
33 Onderwerp aan de agenda toegevoegd door raadslid M. Forceville: - inrichting doortrekkersterrein in Herent Op de door raadslid M. Forceville gestelde vragen, antwoordt schepen A. Caes dat de bestendige deputatie in 2004 de gemeenten heeft aangeduid waar een doortrekkersterrein komt. Voor alle duidelijkheid, dergelijk terrein dient voor gezinnen die voor een beperkte tijd ergens willen verblijven. Een aantal locaties werd onderzocht, rekening houdende met de omgeving en de beheersbaarheid. In Herent werd geopteerd voor een terrein tegen Foresco. 34 Onderwerp aan de agenda toegevoegd door raadslid M. Forceville: - inrichting speelterrein aan Rijkestraat/Wijtham Raadslid M. Forceville geeft een toelichting bij zijn voorstel voor de inrichting van een speelterrein aan de Rijkestraat / Wijtham. De CD&V heeft hiervoor reeds een overeenkomst met de NMBS. Schepen M. Schouteden verwelkomt het voorstel, doch wenst toch eerst ter plaatse te gaan kijken. Ook moet men aandacht hebben voor de nabijheid van de spoorweg, rekening houdende met het aspect veiligheid.
*** BESLOTEN VERGADERING *** Vervoegt de zitting: Veer Dusauchoit. 1 Onderwerp aan de agenda toegevoegd door raadslid M. Forceville: - opvangcentrum uitgeprocedeerde asielzoekers te Veltem
- De raad keurt met algemene stemmen de notulen van de gemeenteraadsvergadering van 12 juni 2012 goed. - De voorzitter sluit de vergadering om 21u15 .
Herman ARTOIS Gemeentesecretaris
Willy KUIJPERS burgemeester
72