NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING OP 29 AUGUSTUS HERSAMENSTELLING BIBLIOTHEEKRAAD ADVIESRAAD VOOR SENIORENBELEID AANSTELLING

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28

29 30

31 32

NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING OP 29 AUGUSTUS 2013. HERSAMENSTELLING BIBLIOTHEEKRAAD. ............................................................................3 ADVIESRAAD VOOR SENIORENBELEID – AANSTELLING LEDEN. .......................................4 LOKAAL ECONOMISCHE RAAD, AANSTELLING VAN LEDEN. ...............................................5 GOEDKEURING BNIP ‘SINT BERNARDUSFEESTEN’ OP 23-24 EN 25 AUGUSTUS 2013. .............................................................................................................................................6 VASTSTELLING BEGROTINGSREKENING EN JAARREKENING DIENSTJAAR 2012. ..........6 BUDGETWIJZIGING NR 1 EN 2 DIENSTJAAR 2013. ................................................................7 RETRIBUTIE OP DE AFGIFTE VAN KOPIEËN VAN BESTUURSDOCUMENTEN AANVULLING. ..............................................................................................................................8 RETRIBUTIE HUISVUILZAKKEN, PMD ZAKKEN, HONDENPOEPZAKJES EN SPECIALE PLASTIEKZAKKEN - AANVULLING..........................................................................9 BELASTING OP HET VERSTREKKEN VAN STEDENBOUWKUNDIGE INLICHTINGEN. ........9 BELASTING OP HET PLAATSEN VAN BOTEN SCHEEPSGERIEF, GOEDEREN, AFVALKISTEN EN KETEN OP HET OPENBAAR DOMEIN IN DE VISSERS- EN HANDELSHAVEN. ......................................................................................................................10 BELASTING OP DE TWEEDE VERBLIJVEN. ...........................................................................12 BELASTING HAVENRECHTEN ZEEHAVEN VOOR SCHEPEN KLEINER DAN 500 BT. .......15 BELASTING HAVENRECHTEN ZEEHAVEN VOOR SCHEPEN GELIJK AAN OF GROTER DAN 500 BT. ..............................................................................................................18 ALGEMENE MILIEUBELASTING OP BEDRIJVEN MET MAATSCHAPPELIJKE ZETEL NIET IN DE GEMEENTE. ...........................................................................................................21 ALGEMENE MILIEUBELASTING OP BEDRIJVEN MET MAATSCHAPPELIJKE ZETEL IN DE GEMEENTE. .........................................................................................................................22 MOTIE IN VERBAND MET DE FINANCIËLE TOESTAND VAN DE LOKALE BESTUREN......24 AKTENAME DAGORDE OCMW-RAAD DD. 26 JUNI 2013. .....................................................26 OCMW ADVIES JAARREKENING 2012. ...................................................................................27 REGLEMENT JEUGD VOORDEELPAS. ...................................................................................27 BRANDVEILIGHEID – TE BETALEN VOORSCHOT DOOR DE GEMEENTEN MET ZCENTRA – DIENSTJAAR 2010- GEMEENTEREKENING 2009. ..............................................31 ONTWERPREGLEMENT HOUDENDE TOEKENNING ERETITEL AAN GEWEZEN SCHEPENEN. .............................................................................................................................32 OVEREENKOMST JACHTCLUBS INZAKE DE BETALING VAN EEN VRIJWILLIGE BIJDRAGE ZONDER INDEXERING 2013-2018. .......................................................................33 VASTSTELLING LASTENBOEK CONCESSIE UITBATING FOYER CITY – VALKESTRAAT. .........................................................................................................................34 VERKOOP PERCEEL RESTGROND JACHTHAVENWIJK – AANKOOPBELOFTE EN MODEL ONTWERPAKTE CASTELEYN – HARDEMAN. ..........................................................35 ONTWERPAKTE – AANLEG FIETSPAD N356 RAMSKAPELLESTRAAT – KOSTELOZE GRONDAFSTAND. .....................................................................................................................36 REINIGEN + HERBELIJNEN KUNSTSTOF ATLETIEKPISTE STEDELIJK SPORTPARK – GOEDKEURING. ........................................................................................................................36 VERNIEUWEN SANITAIR HEREN KINDERBOERDERIJ - GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE.........................................................................38 VERNIEUWEN VAN DE ZEEDIJK FASE 4A VAK HENDRIKAPLEIN/LOODSWEZENPLEIN EN FASE 4B VAK KINDERLAAN/MEEUWENLAAN – VERREKENING NUMMER 4. ............................................39 VERNIEUWEN VLOER ST. LAURENTIUSKERK - AANSTELLEN ONTWERPER GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE. ...........................................41 INTERNE STAATSHERVORMING – DOORBRAAK 63 DEEL WATERLOPEN – HERVORMING WATERBEHEER EN –BELEID. PRINCIEPSBESLISSING BETREFFENDE DE HERSCHALING VAN DE ONBEVAARBARE WATERLOPEN VAN DE 3E CATEGORIE NAAR DE 2E CATEGORIE.......................................................................42 VERNIEUWEN VALKESTRAAT - ONTWERP. ..........................................................................42 CONCESSIE VAN EEN OPENBARE DIENST INZAKE HET BOVENGRONDS PARKEERBEHEER EN EEN ERFPACHT VOOR DE BOUW VAN DRIE ONDERGRONDSE PARKINGS MET INBEGRIP VAN HET BEHEER – BIJAKTE NUMMER 2. ................................................................................................................................43

33

34

35 36 37 38 39 40

CONCESSIE VAN EEN OPENBARE DIENST INZAKE HET BOVENGRONDS PARKEERBEHEER EN EEN ERFPACHT VOOR DE BOUW VAN DRIE ONDERGRONDSE PARKINGS MET INBEGRIP VAN HET BEHEER – BIJAKTE NUMMER 3. ................................................................................................................................45 VERKAVELINGSAANVRAAG TOT VERKAVELEN VAN DE GROND GELEGEN P. DESWARTELAAN 57-59, NIJVERHEIDSTRAAT 2, W. DE ROOLAAN 28 EN 28A, KADASTRAAL GEKEND NIEUWPOORT 1° AFD., SECTIE A, NRS 0080G21, 0080G26, 0080H26, 0080K26, 0080S23, 0080X25, 0080Y25 EN 0080Z25 IN 2 LOTEN (DOSS. V118-1): OVERDRACHT GROND AAN STAD NIEUWPOORT. ...............................................46 SAMENSTELLING GEMEENTELIJKE COMMISSIE RUIMTELIJKE ORDENING (GECORO). .................................................................................................................................47 ONTWERP VAN MARIEN RUIMTELIJK PLAN EN HET MILIEUEFFECTENRAPPORT. OPENBARE RAADPLEGING. ADVIES. .....................................................................................49 AANKOOP NETWERKMATERIAAL NIEUW RUSTHUIS. .........................................................60 GOEDKEURING OVEREENKOMST PROJECT STUDIEONDERSTEUNING. ........................61 VRAGEN RAADSLEDEN ...........................................................................................................62 BRANDWEER: ONTSLAG BRANDWEERMAN VERMOTE JURGEN. .....................................62

NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING OP 29 AUGUSTUS 2013. Tegenwoordig:

Jos Decorte, Voorzitter; Roland Crabbe, Burgemeester; Geert Vanden Broucke, Els Filliaert-Vanlandschoot, Kris Vandecasteele, Rik Lips, Bert Gunst, Schepenen; Frans Lefevre, OCMW-Voorzitter; Xavier Braet, Philip Rathé, Greet Ardies-Vyncke, Roland Woestijn, Karin DebruyneVancoillie, Wim Demeester, Ann Gheeraert, Eddy Louwie, Arnel Lemaire, Matthias Priem, Jo Rousseau, Sabine Slembrouck, Adina Counye, Raadsleden; Benoit Willaert, Secretaris; Verontschuldigd: Els De Ceuninck, Raadslid; De Voorzitter zich verzekerd hebbende dat de raad overeenkomstig art. 26 van het gemeentedecreet wettelijk is samengesteld verklaart de zitting voor geopend en openbaar. Bij toepassing van art. 27 van het gemeentedecreet is het raadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over aangelegenheden waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten t/m de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Deze onverenigbaarheid geldt tevens voor de vaststelling of goedkeuring van de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of waarvan hij tot het uitvoerend orgaan behoort. Overeenkomstig art. 33 van het gemeentedecreet werden de notulen van de gemeenteraadszitting dd. 27 juni 2013 ter inzage gelegd acht dagen voor de zitting.

1

HERSAMENSTELLING BIBLIOTHEEKRAAD.

De Raad, Gelet op art. 42, 43, 200 van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet dd. 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact (bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen); Gelet op het decreet dd. 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een integraal en kwalitatief cultuurbeleid, gewijzigd bij de decreten dd. 21 maart 2003 en 23 december 2005 houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet dd. 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004 houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet dd. 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid; Gelet op het vernieuwde decreet Lokaal Cultuurbeleid van 6 juli 2012; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 26 oktober 2012 ter uitvoering van het decreet dd. 6 juli 2012; Gelet op het stedelijk algemeen reglement op de adviesraden van 21 juni 2007; Gelet op het raadsbesluit dd. 31 januari 2013 houdende de oprichting van de bibliotheekraad, goedkeuring statuten; Gelet op het raadsbesluit dd. 28 maart 2013 houdende de oprichting van de bibliotheekraad; Gelet op het raadsbesluit dd. 28 maart 2013 houdende de samenstelling van de bibliotheekraad; Gelet op de brief van de N-VA fractie dd. 25 juli 2013 over het ontslag van mevrouw Pierrette Lantsoght;

-blz

4

Overwegende dat in de bibliotheekraad individuele gebruikers, afgevaardigden van de culturele actoren en vertegenwoordigers van de politieke fracties zetelen; Overwegende dat mevrouw Pierrette Lantsoght, wonende in de Parklaan 18 8620 Nieuwpoort, in de bibliotheekraad zetelde namens de fractie van de N-VA; Overwegende dat de heer Gaëtan Billiau, wonende in de Arsenaalstraat 26 8620 Nieuwpoort, voorgesteld wordt als vervanger; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Het ontslag van mevrouw Pierrette Lantsoght uit de bibliotheekraad te aanvaarden.

BESLUIT BIJ GEHEIME STEMMING EN BIJ EENPARIGHEID: Art.2.- De kandidatuur van de heer Gaëtan Billiau, wonende in de Arsenaalstraat 26 8620 Nieuwpoort, als vervanger van mevrouw Pierrette Lantsoght, goed te keuren. Art.3.-

Kennis van dit besluit te geven aan aan de N-VA fractie Nieuwpoort, de heer Gaëtan Billiau, de heer Jacques De Kimpe (voorzitter bibliotheekraad) en de bibliothecaris.

Verlaat de zitting: Bert Gunst, Schepen.

2

ADVIESRAAD VOOR SENIORENBELEID – AANSTELLING LEDEN.

De Raad, Gelet op art. 57 § 1 en 200 van het gemeentedecreet; Gelet op het raadsbesluit dd. 21 juni 2007 betreffende het algemeen reglement op de adviesraden; Gelet op de gemeenteraadsverkiezingen dd. 14 oktober 2012 en de installatie van de nieuwe gemeenteraad dd. 2 januari 2013; Gelet op het raadsbesluit dd. 31 januari 2013 betreffende oprichting adviesraad voor seniorenbeleid en goedkeuring van de statuten; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 3 juni 2013 betreffende voorstel tot aanstelling van de leden van de adviesraad voor seniorenbeleid; Overwegende dat volgende kandidaturen ontvangen werden namens: - Seniorenwerking Sp.a Nieuwpoort: Adriaan Raemen, Oude Veurnevaart 70 8620 Nieuwpoort; - Gezinsbond: De Vlamynck Monique, Parklaan 3 8620 Nieuwpoort; - Rode Kruis Nieuwpoort: Cloet Monique, Duinkerkestraat 5 8620 Nieuwpoort; - OKRA 55+ trefpunt Nieuwpoort: Ramoudt Mia, Ankerstraat 29 8620 Nieuwpoort; - Bond der Senioren Ramskapelle: Coopman Frieda, Hemmestraat 18 8620 Nieuwpoort; - WZC De Zathe: Blomme Hendrik (*), Astridlaan 103 8620 Nieuwpoort; - Woon- en Zorgcentrum Ten Anker vzw: Van Cauwenberghe Griet, Albert I laan 71 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Nieuwpoort-stad: Gunst Frank, Kaai 46, 8620 Nieuwpoort en Dumon Joseph, Kokstraat 32 0101 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Monobloc: Vermeylen Fery, P.Braeckelaan 13 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Nieuwpoort-Bad: Caudron Arthur, Franslaan 103 B0201 8620 Nieuwpoort en De Groote Ginette, Elisalaan 49/301 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Jachthavenwijk: Mommerency Frieda (*), Cardijnlaan 86 8620 Nieuwpoort en Rotey Roland, Albert I-laan 64V/403 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Simli: Dierinck Harry, E.Kamplaan 14 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Ramskapelle: Counye Adina (*), Leistraat 16 8620 Nieuwpoort; (*) = niet-stemgerechtigd Overwegende dat het stadsbestuur vertegenwoordigd wordt door Vandecasteele Kris, schepen voor seniorenbeleid (*); Overwegende dat Micheline Poley (*), dienst voor toerisme, aangeduid werd als secretaris;

Gemeenteraad dd. 29 augustus 2013

-blz

5

Overwegende dat het samenstellen van een adviesraad een bevoegdheid is van de gemeenteraad; BESLUIT BIJ GEHEIME STEMMING EN BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

De adviesraad voor seniorenbeleid als volgt samen te stellen: - Seniorenwerking Sp.a Nieuwpoort: Adriaan Raemen, Oude Veurnevaart 70 8620 Nieuwpoort; - Gezinsbond: De Vlamynck Monique, Parklaan 3 8620 Nieuwpoort; - Rode Kruis Nieuwpoort: Cloet Monique, Duinkerkestraat 5 8620 Nieuwpoort; - OKRA 55+ trefpunt Nieuwpoort: Ramoudt Mia, Ankerstraat 29 8620 Nieuwpoort; - Bond der Senioren Ramskapelle: Coopman Frieda, Hemmestraat 18 8620 Nieuwpoort; - WZC De Zathe: Blomme Hendrik (*), Astridlaan 103, 8620 Nieuwpoort; - Woon- en Zorgcentrum Ten Anker vzw: Van Cauwenberghe Griet, Albert I-laan 71 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Nieuwpoort-stad: Gunst Frank, Kaai 46, 8620 Nieuwpoort en Dumon Joseph, Kokstraat 32 0101 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Monobloc: Vermeylen Fery, P. Braeckelaan 13 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Nieuwpoort-Bad: Caudron Arthur, Franslaan 103 B0201 8620 Nieuwpoort en De Groote Ginette, Elisalaan 49/301 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Jachthavenwijk: Mommerency Frieda (*), Cardijnlaan 86, 8620 Nieuwpoort en Rotey Roland, Albert I-laan 64V/403, 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Simli: Dierinck Harry, E.Kamplaan 14 8620 Nieuwpoort; - Doelgroep Ramskapelle: Counye Adina (*), Leistraat 16 8620 Nieuwpoort; namens het stadsbestuur: Kris Vandecasteele (*), schepen voor seniorenbeleid en Micheline Poley (*), secretaris (*) = niet-stemgerechtigd

Art.2.-

Kennis van dit besluit te geven aan de aangestelde leden, de dienst toerisme, de dienst communicatie en de dienst secretarie.

Verlaat de zitting: Karin Debruyne-Vancoillie, Raadslid.

3

LOKAAL ECONOMISCHE RAAD, AANSTELLING VAN LEDEN.

De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 200 van het gemeentedecreet; Gelet op het raadsbesluit dd. 21 juni 2007 houdende het algemeen reglement op de adviesraden; Gelet op de raadsbesluiten dd. 31 januari 2013 en 28 februari 2013 houdende goedkeuring van de statuten van de Lokaal Economische Raad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen dd. 28 juni 2013 om de volgende afgevaardigden aan te stellen in de Lokaal Economische Raad: - namens de v.z.w. Kamer van Koophandel (Voka) West-Vlaanderen: de heer Noël Van Hee; - namens Unizo Westhoek: Frank Gunst met als plaatsvervanger Luc Paeme; - namens Liberaal Verbond voor Zelfstandigen: Maurice Bellefroid met als plaatsvervanger An Gobert; - namens de v.z.w. Promovis Nieuwpoort: Romeo Rau; - namens de f.v. Shopping Handelaars: Carl Debruyne met als plaatsvervanger Daniel Verstraete; - namens de f.v. Horeca Nieuwpoort: Anne Sophie Van Hee met als plaatsvervanger Joost Vandecastele; - namens de f.v. Verenigd Nieuwpoort Bad: Yves De Jonckheere met als plaatsvervanger Roger Demanet; BESLUIT GEHEIME STEMMING EN BIJ 1 STEM NEEN VOOR DE HEER VAN HEE EN BIJ EENPARIGHEID VOOR DE OVERIGE KANDIDATEN:


-blz

Art.1.-

6

Overeenkomstig het gemeentedecreet en het raadsbesluit 21 juni 2007 houdende het algemeen reglement op de adviesraden, de volgende stemgerechtigde leden aan te stellen in de Lokaal Economische Raad:

- namens de v.z.w. Kamer van Koophandel (Voka) West-Vlaanderen: de heer Noël Van Hee; - namens Unizo Westhoek: Frank Gunst met als plaatsvervanger Luc Paeme; - namens Liberaal Verbond voor Zelfstandigen: Maurice Bellefroid met als plaatsvervanger An Gobert; - namens de v.z.w. Promovis Nieuwpoort: Romeo Rau; - namens de f.v. Shopping Handelaars: Carl Debruyne met als plaatsvervanger Daniel Verstraete; - namens de f.v. Horeca Nieuwpoort: Anne Sophie Van Hee met als plaatsvervanger Joost Vandecastele; - namens de f.v. Verenigd Nieuwpoort Bad: Yves De Jonckheere met als plaatsvervanger Roger Demanet. Art.2.- Kennis van dit besluit te geven aan de verantwoordelijke voor de Lokaal Economische Raad, de heer Marcel Madou. Vervoegt de zitting: Bert Gunst, Schepen, Karin Debruyne-Vancoillie, Raadslid.

4

GOEDKEURING BNIP ‘SINT BERNARDUSFEESTEN’ OP 23-24 EN 25 AUGUSTUS 2013.

De Raad, Gelet op art. 1 en art. 18 van het koninklijk besluit dd. 16 februari 2006 betreffende de bevoegdheden van de burgemeester in kader van noodplanning; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU1 dd. 26 oktober 2006 betreffende de Nood-en Interventieplanning; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU3 dd. 30 maart 2009 betreffende de goedkeuring van de noodplannen; Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU4 dd. 30 maart 2009 betreffende de disciplines; Gelet op art. 42 en 43 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 64 § 1 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet betreffende de verantwoordelijkheden van de gemeenten ten opzichte van de inwoners wat betreft veiligheid; Overwegende dat het Bijzonder Nood-en Interventieplan werd opgemaakt om reden de dat de ‘Sint Bernardusfeesten’ op 23-24 en 25 augustus 2013 een grootschalig evenement betreft waarbij specifieke veiligheidsmaatregelen werden genomen; Overwegende dat het Bijzonder Nood-en Interventieplan werd opgemaakt door de ambtenaar noodplanning samen met de organisatie; Overwegende dat het Bijzonder Nood-en Interventieplan specifieke richtlijnen en de nodige informatie bevat om het beheer van een noodsituatie tijdens het evenement te verzekeren; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Het Bijzonder Nood-en Interventieplan voor de ‘Sint Bernardusfeesten’ op 23-24 en 25 augustus 2013, goed te keuren.

Art.2.-

Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de dienst veiligheid en preventie, aan de Politie Westkust, de brandweer, de technische dienst en de Provincie West Vlaanderen.

5

VASTSTELLING BEGROTINGSREKENING EN JAARREKENING DIENSTJAAR 2012.


-blz

7

De Raad, Gelet op het verslag van de stadsontvanger van 13 augustus 2013 ref. RD/2013/IDB/17 betreffende de jaar- en begrotingsrekening dienstjaar 2012 ; Gelet op art. 96 en 240 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op art. 42, 43, 174, 252 en 253 § 1-11° van het gemeentedecreet; Gelet op het koninklijk besluit dd. 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit, inzonderheid op art. 72 tot 79; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd.19 juli 2013 houdende nazicht en verificatie van de jaarrekening dienstjaar 2012 overeenkomstig art. 78 van het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit; Overwegende dat de raadsleden, overeenkomstig art. 147 van het gemeentedecreet de rekening dienstjaar 2012 werden overgelegd op 13 augustus 2013; Overwegende dat de stadsrekening over het dienstjaar 2012 als volgt sluit: Ontvangsten Uitgaven Saldo

Gewone dienst 65.174.827,19 37.914.114,10 27.260.713,09

Buitengewone dienst 27.936.554,85 9.530.996,97 18.405.557,88

Gelet op de toelichting ter zitting door mevr. Els Filliaert-Vanlandschoot, Schepen van Financiën; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

De begrotings- en jaarrekening dienstjaar 2012 zoals voorgesteld door het college van burgemeester en schepenen in zitting dd. 19 juli 2013 goed te keuren.

Art.2.-

De begrotingsrekening en jaarrekening dienstjaar 2012 vast te stellen op hoger genoemde bedragen.

Art.3.-

De rekening, samen met de bewijsstukken, over te leggen aan de heer Gouverneur van de Provincie West-Vlaanderen.

Art.4.-

Kennis van dit besluit te geven aan de wd. financieel beheerder.

Bij de behandeling van dit punt vraagt raadslid Priem of de premies van de verzekeringen voor de stad ook zo gestegen zijn zoals in andere gemeenten en of het niet voordeliger zou zijn om alle verzekeringen samen aan te besteden. De secretaris licht toe dat de premies voor de verzekeringen van de stad niet drastisch zijn gestegen, dat zelfs voor een aantal verzekeringen goedkopere premies werden bedongen. Er wordt vermoed dat een bundeling van alle verzekeringen niet zal leiden tot goedkopere premies daar iedere verzekeraar zijn specialiteit heeft. De Burgemeester licht toe dat een gezamenlijke aanbesteding van een aantal gemeenten samen voor 1 specifieke polis wel tot besparingen kan leiden. Hiertoe zijn gesprekken aan de gang met De Panne en Koksijde.

6

BUDGETWIJZIGING NR 1 EN 2 DIENSTJAAR 2013.

De Raad, Gelet op het voorstel tot wijziging van het budget 2013 gewone en buitengewone dienst; Gelet op art. 28, 145, 148, 154, 252 § 2 en 253 § 1-2° van het gemeentedecreet; Overwegende dat de raadsleden, overeenkomstig art. 148 § 4 van het gemeentedecreet de ontwerpen van de budgetwijziging nrs 1 en 2, dienstjaar 2013 werden overgelegd op 21 augustus 2013;


-blz

8

Overwegende dat het budget 2013, na de wijzigingen, sluit als volgt:

ontvangsten eigen dienstjaar: verhogingen: verlagingen: ontvangsten eigen dienstjaar na wijziging uitgaven eigen dienstjaar: verhogingen: verlagingen: uitgaven eigen dienstjaar na wijziging ontvangsten vorige jaren na wijziging uitgaven vorige jaren na wijziging: ontvangsten overboekingen na wijziging uitgaven overboekingen na wijziging geraamd begrotingsresultaat van het dienstjaar na wijziging: geraamd algemeen resultaat van de begrotingsrekening van het vorig jaar: geraamd algemeen begrotingsresultaat:

Gewone dienst Buitengewone dienst 27.724.823,00 62.678,00 39.192,00 3.695.487,00 0,00 0,00 27.764.015,00 3.758.165,00 27.912.547,00 14.139.452,00 232.638,00 7.766.980,00 0,00 3.537.700,00 28.145.185,00 18.368.732,00 115.643,00 0,00 352.931,00 265.795,00 0,00 12.500.000,00 12.500.000,00 0,00 -13.118.458,00 -2.376.362,00 22.906.036,00

2.432.967,00

9.787.578,00

56.605,00

BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

De budgetwijziging nrs 1 en 2 gewone en buitengewone dienst, dienstjaar 2013, worden vastgesteld zoals in de ontwerpen voorzien.

Art.2.-

Deze budgetwijziging wordt aan de heer Gouverneur van de Provincie overgelegd.

7 RETRIBUTIE OP DE AFGIFTE VAN KOPIEËN VAN BESTUURSDOCUMENTEN AANVULLING. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet dd. 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het raadsbesluit dd. 19 maart 2009 houdende vaststelling van de retributie van kopieën van bestuursdocumenten; Overwegende dat regelmatig kopieën van bestuursdocumenten worden gevraagd in het kader van de openbaarheid van bestuur; dat de stad hiervoor een retributie kan aanrekenen voor de kosten van papier, toner en fotokopiemateriaal; Overwegende dat eveneens gegevens dienen doorgescand te worden; dat hiervoor een retributie kan aangerekend worden; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Het art.3. van het raadsbesluit dd. 19 maart 2009 houdende vaststelling van de retributie op de afgifte van kopieën van bestuursdocumenten wordt aangevuld met:

Art.2.-

- scan A4 formaat: € 0,20/scan; - scan A3 formaat: € 0,40/scan. Dit besluit wordt onmiddellijk van kracht.

Art.3.-

Dit besluit wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.

Art.4.-

Kennis van dit besluit te geven aan alle diensthoofden en de wd. financieel beheerder.


-blz

9

8 RETRIBUTIE HUISVUILZAKKEN, PMD ZAKKEN, HONDENPOEPZAKJES EN SPECIALE PLASTIEKZAKKEN - AANVULLING. De Raad, Gelet op art. 42, 43 §-15° en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet; Gelet op het raadsbesluit dd. 27 december 2012 houdende vaststelling van de retributie voor huisvuilzakken, PMD-zakken, hondenpoepzakjes en de speciale plastiekzakken van 1.000 l; Overwegende dat op diverse plaatsen ondergrondse afvalcontainers werden geplaatst; dat voor het deponeren van afval in de containers een retributie dient gevestigd; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Het art. 1 van het raadsbesluit dd. 27 december 2012 houdende vaststelling van de retributie huisvuilzakken, PMD-zakken, hondenpoepzakjes en speciale plastiekzakken wordt aangevuld met: - gebruik ondergrondse afvalcontainer met kleine schuif: € 0,20; - gebruik ondergrondse afvalcontainer met grote schuif: € 0,50.

Art.2.-

Dit besluit wordt onmiddellijk van kracht.

Art.3.-

Dit besluit wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.

Art.4.-

Kennis van dit besluit te geven aan de milieudienst, de uitvoeringsdienst - cel ontvangsten, aan het diensthoofd rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder.

Naar aanleiding van dit agendapunt ontstaat een debat over het plaatsen van afvalkorven op het openbaar domein en over het plaatsen van extra ondergrondse afvalcontainers. De Burgemeester licht toe dat er geen afvalkorven op het openbaar domein bijkomen omdat deze extra afval aantrekken. Wel is het de bedoeling om gespreid over het ganse grondgebied ondergrondse afvalcontainers te plaatsen. Volgens raadslid Lemaire is er in de Veurnestraat geen plaats genoeg om de container te ledigen.

9

BELASTING OP HET VERSTREKKEN VAN STEDENBOUWKUNDIGE INLICHTINGEN.

De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet dd. 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op het raadsbesluit dd. 30 mei 2013 houdende vaststelling van de belasting op het verstrekken van stedenbouwkundige inlichtingen; Overwegende dat de belasting wordt aangepast om de gemeentefinanciën in evenwicht te kunnen houden; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van rendabele belastingen; BESLUIT BIJ ACHTTIEN JA TEGEN TWEE NEEN (Matthias Priem, Sabine Slembrouck) Art.1.-

Vanaf 1 september 2013 tot en met 31 december 2018 wordt een belasting gevestigd op alle aanvragen om stedenbouwkundige inlichtingen.

Art.2.-

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de stedenbouwkundige inlichtingen aanvraagt.

Art.3.-

De belasting bedraagt € 100.


-blz

Art.4.-

Art.5.-

Art.6.-

10

De belasting is verschuldigd per kadastraal nummer vermeld in de aanvraag en dit volgens de meest recente door de diensten van het kadaster aan de gemeente verstrekte informatie. De belasting dient betaald te worden binnen de maand na vaststelling van de vordering. Bij niet-betaling binnen de gestelde termijn wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend. De indiening kan gebeuren door verzending, door overhandiging of via e-mail via het mailadres [email protected]. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. Het raadsbesluit dd. 30 mei 2013 houdende vaststelling van de belasting op het verstrekken van stedenbouwkundige inlichtingen wordt opgeheven bij het in voege treden van onderhavig besluit.

Art.7.-

Onderhavig besluit treedt in voege vanaf 1 september 2013.

Art.8.-

De aanvragen om stedenbouwkundige inlichtingen aangevraagd voor 1 september 2013 worden, als overgangsmaatregel, belast volgens het art. 3 van het raadsbesluit dd. 30 mei 2013 houdende vaststelling van de belasting op het verstrekken van stedenbouwkundige inlichtingen. De datum van de poststempel geldt als bewijs van datum aanvraag. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet dd. 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012 zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 t/m 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.

Art.9.-

Dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.

Art.10.- Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd rekenen belastingdienst, de stedenbouwkundige ambtenaar en de wd. financieel beheerder. Bij de behandeling van dit punt vraagt raadslid Priem naar de motivering van deze wijziging gezien het vorige reglement pas in mei werd goedgekeurd en nu al wordt gewijzigd. De Burgemeester antwoordt dat er met het invullen van de stedenbouwkundige inlichtingen een grote verantwoordelijkheid gepaard gaat, vandaar de verhoging. Raadslid Rousseau vraagt waarom in dit reglement geen indexaanpassing wordt voorzien. De Burgemeester antwoordt dat dit eventueel volgend jaar nog bij kan voorzien worden.

10 BELASTING OP HET PLAATSEN VAN BOTEN SCHEEPSGERIEF, GOEDEREN, AFVALKISTEN EN KETEN OP HET OPENBAAR DOMEIN IN DE VISSERS- EN HANDELSHAVEN. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet dd. 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op het raadsbesluit dd. 27 juli 2010 houdende vaststelling van de belasting op het plaatsen van boten, scheepsgerief, goederen, afvalkisten en keten op het openbaar domein in de vissersen handelshaven; Overwegende dat de belasting wordt aangepast om de gemeentefinanciën in evenwicht te houden;


-blz

11

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van rendabele belastingen; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Vanaf 1 september 2013 t/m 31 december 2018 wordt een belasting gevestigd op het plaatsen van boten scheepsgerief, goederen, afvalkisten en bureelketen op het openbaar domein in de vissersen handelshaven – linkeroever, tenzij deze ingebruikname van dat openbaar domein het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst of concessie.

Art.2.-

Onder de vissersen handelshaven – linkeroever wordt het gebied begrepen begrensd door de gewestweg N34 (niet inbegrepen), de onbevaarbare waterloop Oude Veurnevaart en de Havengeul.

Art.3.-

Het bezetten van het openbaar domein is slechts toegelaten na voorafgaandelijk schriftelijke vergunning overeenkomstig de politieverordening inzake het privatief gebruik van het openbaar domein.

Art.4.-

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon, die het openbaar domein in gebruik neemt. De ingebruiknemer, de uitbater en de eigenaar zijn solidair verantwoordelijk.

Art.5.-

De belasting wordt als volgt vastgesteld: - voor het plaatsen van boten al dan niet op trailer, gedurende een langere periode dan 4 dagen; - voor het plaatsen van scheepsgerief, goederen, afvalkisten en allerhande ander niet zelfstandig verrijdbaar materieel, gedurende een langere periode dan 24 u; - voor het plaatsen van werf- of bureelketens; bezetting kleiner of gelijk aan 10 m²: € 40/maand; bezetting groter dan 10 m² en kleiner of gelijk aan 20 m²: € 80/maand; bezetting groter dan 20 m² en kleiner of gelijk aan 30 m²: € 120/maand; ieder gedeelte van een maand wordt voor een volledig maand aangerekend.

Art.6.-

Zijn vrijgesteld van de belasting vermeld onder art. 5: - openbare besturen en de door hen aangestelde aannemers; - het scheepsgerief van de vissersschepen die in de loop van de maand hun vangst(en) verkopen of verkocht hebben in de Nieuwpoortse vismijn; - het scheepsgerief van de vissersschepen die ingevolge mechanisch defect geen visserij kunnen uitoefenen en dit voor een periode van max. 6 maanden (180 kalenderdagen) ingaand de eerste dag van de inname van het openbaar domein.

Art.7.-

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat periodiek wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Art.8.-

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Art.9.-

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend. De indiening kan gebeuren door verzending, door overhandiging of via e-mail via het mailadres [email protected]. De indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Het college van burgemeester en schepenen stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet dd. 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012 zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen


-blz

12

126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art.10.- Het raadsbesluit dd. 27 juli 2010 houdende vaststelling van de belasting op het plaatsen van boten, scheepsgerief, goederen, afvalkisten en keten op het openbaar domein in de vissersen handelshaven wordt opgeheven bij het in voege treden van onderhavig besluit. Art.11.- Onderhavig besluit treedt in voege vanaf 1 september 2013. Art.12.- Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 van het gemeentedecreet. Art.13.- Dit besluit wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden. Art.14.- Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd rekenen belastingdienst, de dienst algemene zaken landbouw en visserij en de wd. financieel beheerder.

11

BELASTING OP DE TWEEDE VERBLIJVEN.

De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet dd. 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen, Financiën en Personeel, Boudewijnlaan 30 bus 70 1000 Brussel – Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op het raadsbesluit dd. 27 december 2007 houdende vaststelling van de belasting op de tweede verblijven, gewijzigd bij raadsbesluiten dd. 15 mei 2008 en 17 september 2009; Overwegende dat de aanslagvoet gedifferentieerd wordt volgens de ligging en grootte van het tweede verblijf; Overwegende dat de gemeente de laatste jaren grote infrastructuurwerken gedaan heeft en nog zal uitvoeren; dat deze infrastructuurwerken eveneens de eigenaars van een tweede verblijf ten goede komen; Overwegende dat de gemeente gehouden is een goed budgettair en financieel beleid te voeren en haar begroting in evenwicht te houden; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID BIJ VIJF ONTHOUDINGEN (Philip Rathé, Jo Rousseau, Arnel Lemaire, Matthias Priem, Sabine Slembrouck): Art.1.-

Er wordt voor de aanslagjaren 2013 t/m 2018 een gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.

Art.2.-

Een tweede verblijf is elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf is van de eigenaar, de vruchtgebruiker of de huurder, maar die op elk moment door hen kan worden bewoond.

Art.3.-

Hoofdverblijf houdt in dat de eigenaar, de vruchtgebruiker of de huurder op het adres is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister. De hoedanigheid van tweede verblijf wordt beoordeeld op 1 januari van het aanslagjaar. Worden beschouwd als tweede verblijf:

Art.4.-

- landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger. Worden niet beschouwd als tweede verblijf: - het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit. Het vestigen van een maatschappelijke zetel houdt geen vrijstelling van belasting in; - garages, tenten, verplaatsbare caravans, mobilhomes en woonaanhangwagens;


-blz

Art.5.-

13

- de woongelegenheden waarvoor een huurcontract werd afgesloten met een erkend regionaal sociaal verhuurkantoor of met het OCMW-Nieuwpoort. Bewijs hiervan wordt geleverd door voorlegging van een geregistreerd huurcontract. Vrijstellingen: - ingeval van overlijden van de bewoner van de woongelegenheid in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar indien de woongelegenheid in het jaar van overlijden onmiddellijk te koop werd gesteld en niet verkocht is op 1 januari van het aanslagjaar wordt vrijstelling verleend van de belasting op de tweede verblijven. - ingeval een eigenaar of vruchtgebruiker sedert minimum 20 jaar is ingeschreven in het bevolkingsregister van de stad Nieuwpoort, opgenomen wordt in een rustoord, wordt vrijstelling van de belasting op tweede verblijven verleend voor de volledige periode van de opname die volgt op het jaar van de opname van de betrokkene. Deze vrijstelling geldt slechts voor het adres waar de betrokkene was ingeschreven in de bevolkingsregisters van Nieuwpoort.

Art.6.-

Art.7.-

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar. Ingeval van vruchtgebruik is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker op 1 januari van het aanslagjaar. De naakte of blote eigenaar is hoofdelijk verantwoordelijk voor het betalen van de belasting. Ingeval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar belastingplichtig voor zijn wettelijk deel. De belasting is ondeelbaar en is voor het gehele aanslagjaar verschuldigd. De belasting wordt differentieel vastgesteld volgens de grootte van de woongelegenheid en de zone waarin ze gelegen is. ZONE INDELING: Zone1: De hiernavolgende deelzones en straten met: Deelzone 1a: gevormd door de Zeedijk (inbegrepen) vanaf de Kinderlaan tot aan het Loodswezenplein; de Kinderlaan (inbegrepen) vanaf de Zeedijk tot aan de Albert I Laan; de Albert I Laan (niet inbegrepen); de Lombardsijdestraat (niet inbegrepen); het Loodswezenplein (inbegrepen). Deelzone 1b: gevormd door de Louisweg (inbegrepen) vanaf de Dienstweg Havengeul tot en met de promenade; de promenade (inbegrepen) vanaf de Louisweg tot en met de parking ‘Storms Harbour’ inbegrepen; de Dienstweg Havengeul kant IJzer inbegrepen vanaf de Louisweg tot en met de parking ‘Storms Harbour’. Deelzone 1c: gevormd door het Kattesas tussen de Kaai en de IJzer, Kaai inbegrepen (kant IJzer), Kustweg inbegrepen, militair domein en Noordzee; De promenade (inbegrepen) vanaf het Loodswezenplein tot aan de Louisweg. Deelzone 1d: gevormd door de Elisalaan (niet inbegrepen) vanaf het Nieuwlandplein tot aan de rotonde met de Albert I Laan; de Albert I Laan (niet inbegrepen) vanaf de rotonde (Albert I Laan/Elisalaan) tot aan de Louisweg; de Louisweg (inbegrepen) vanaf de Albert I Laan tot aan de Emile Verhaerenlaan; de Emile Verhaerenlaan met de percelen aan de westelijk zijde tussen de Louisweg en de Georges Rodenbachlaan, de Georges Rodenbachlaan met de percelen aan de westelijke zijde en het Nieuwlandplein met perceel aan de westelijke zijde. Zone 2: De hiernavolgende deelzones en straten met: Deelzone 2a: gevormd door de Albert I Laan (inbegrepen) vanaf de Lombardsijdestraat tot aan de Kinderlaan; de Kinderlaan (inbegrepen) vanaf de Albert I Laan tot en met de Elisalaan; de Elisalaan (inbegrepen) vanaf de Kinderlaan tot en met de rotonde (Elisalaan/Albert I Laan); de Albert I Laan (inbegrepen) tussen de rotonde Albert I Laan/Lombardsijdestraat en de rotonde Albert I laan /Elisalaan. Deelzone 2b: gevormd door de Albert I Laan (niet inbegrepen) tussen de rotonde Albert I Laan/Lombardsijdestraat en de rotonde Albert I Laan /Elisalaan; de Lombardsijdestraat (inbegrepen) tot aan het Loodswezenplein; de Dienstweg


-blz

14

Havengeul (inbegrepen) vanaf de Lombardsijdestraat tot en met de Elisalaan; de Elisalaan (inbegrepen) vanaf de Dienstweg Havengeul tot de Albert I Laan. De Dienstweg Havengeul tussen de Elisalaan en de parking ‘Storms Harbour’. De Albert I Laan (inbegrepen) vanaf de Elisalaan tot de Kaai; De Kaai (niet inbegrepen kaai kant IJzer). Zone 3: De resterende delen in Nieuwpoort. De zone waarin een gebouw is gelegen wordt bepaald volgens het officieel huisnummer dat aan de hoofdingang werd toegekend. Indien het gebouw gelegen is in meerdere zones met meerdere hoofdingangen wordt de belasting per woongelegenheid vastgesteld volgens het huisnummer toegekend aan de desbetreffende hoofdingang in de desbetreffende zone. GROOTTE INDELING Woongelegenheden met een totale oppervlakte kleiner of gelijk aan 40 m² worden een belastingvermindering toegekend. Voor stacaravans wordt een afzonderlijk tarief toegepast. De totale oppervlakte van een woongelegenheid wordt als volgt bepaald: - alleenstaande wooneenheden: de oppervlakte van het grondoppervlak rekening houdend met de maximale omtrek van de wooneenheid. - wooneenheden in meergezinswoningen: de oppervlakte die bekomen wordt door volgende lijnen: 1) gemeenschappelijke muren met een andere wooneenheid: de lijn die in het midden ligt van de gemeenschappelijke muur; 1) muren die niet gemeenschappelijk zijn met een andere woongelegenheid: de lijnen die de buitenrand vormen van de muren; 2) terrassen worden niet meegerekend bij de berekening van de oppervlakte. BEDRAG BELASTING Aanslagja ar 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Art.8.-

Art.9.-

Zone I < 40 m² € 850 € 868 € 886 € 904 € 922 € 940

Zone II > 40 m² € 900 € 918 € 936 € 954 € 972 € 990

< 40 m² € 800 € 817 € 834 € 851 € 868 € 885

Zone III > 40 m² € 850 € 867 € 884 € 901 € 918 € 935

< 40 m² € 750 € 766 € 782 € 798 € 814 € 830

Stacarava n > 40 m² € 800 € 816 € 832 € 848 € 864 € 880

€ 520 € 530 € 541 € 551 € 563 € 574

De belastbare elementen worden door het gemeentebestuur geteld. De belastingplichtigen of hun vertegenwoordigers (syndicussen, houders van verhuurkantoren, agentschappen e.d.) zijn gehouden ten allen tijde op verzoek van de met controle belaste personen van het stadsbestuur de nodige inlichtingen voor het vaststellen van de aanslag te verstrekken. De verkoper van een tweede verblijf is verplicht binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte, bij ter post aangetekende brief, de volgende gegevens aan het stadsbestuur, dienst belastingen, mede te delen: a) volledige identiteit en adres van de nieuwe eigenaar; b) datum van de akte en naam van de notaris; c) nauwkeurig aanduiding van het tweede verblijf. De nieuwe eigenaar of vruchtgebruiker is de belasting verschuldigd vanaf 1 januari volgend op datum van de authentieke akte die hem het eigendom of vruchtgebruik toekent. Als datum van de authentieke akte wordt genomen de datum van het verlijden van de akte voor de


-blz

15

notaris. Er zal geen rekening gehouden worden met de tussen de partijen gesloten overeenkomst. Art.10.- De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Art.11.- De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Art.12.- De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend. De indiening kan gebeuren door verzending, door overhandiging of via e-mail via het mailadres [email protected]. De indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Het college van burgemeester en schepenen stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. Art.13.- Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van deze verordening en de verordening belasting op terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven is alleen onderhavig reglement van toepassing. Art.14.- Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet dd. 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012 zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art.15.- Het raadsbesluit dd. 27 december 2007 houdende vaststelling van de belasting op de tweede verblijven, gewijzigd bij raadsbesluiten dd. 15 mei 2008 en 17 september 2009 wordt opgeheven. Art.16.- Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 van het gemeentedecreet. Art.17.- Deze verordening wordt aan de Gouverneur van de Provincie overgelegd. Art.18.- Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder. Bij de behandeling van dit punt stelt raadslid Rousseau dat tijdens de vorige legislatuur door de meerderheid werd verkondigd dat de belasting op tweede verblijven niet zou worden verhoogd, tweede verblijvers gingen er dus vanuit dat er geen verhoging zou komen. Nu wordt de belasting zelfs al verhoogd in 2013.Het raadslid stelt voor om voor 2013 enkel een indexering toe te passen op het tarief van 2012 en geen dergelijke drastische verhoging door de voeren. De indeling in zones is volgens het raadslid verwarrend, beter zou zijn een opsomming per straat. De indeling kleiner/groter 2 2 dan 40 m vindt het raadslid niet opportuun, beter zou zijn een driedeling nl: kleiner dan 50m , tussen 2 2 50 en 100m en groter dan 100m . Raadslid Priem vindt de opdeling in zones OK, hij kan echter niet akkoord gaan met de indexering en vraagt zich af waarom er nog een aparte categorie stacaravans is nu er een opdeling in zones is en waarom de categorie stacaravans niet navenant is meegestegen van tarief zoals de andere tarieven. De Burgemeester antwoordt dat de campings met stacaravans zelf voorzien in de verwerking van hun afval, dat de stad hiervoor niet moet langsgaan. Voor de bepaling van het basistarief werd rekening gehouden met een indexering t.o.v. het bedrag van 2012 (650 EUR) + 50 EUR voor afvalverwerking; bij de stacaravans werd dit niet bijgeteld.

12

BELASTING HAVENRECHTEN ZEEHAVEN VOOR SCHEPEN KLEINER DAN 500 BT.

De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet;


-blz

16

Gelet op het decreet dd. 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op het raadsbesluit dd. 27 december 2012 houdende vaststellen van de belasting havenrechten zeehaven; Overwegende dat de belasting wordt aangepast om de gemeentefinanciën in evenwicht te houden; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van rendabele belastingen; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2018 wordt een belasting geheven op het aanleggen, laden, lossen en dokken door schepen kleiner dan 500 BT in de zeehaven en op de pontons aangemeerd in de vissersen handelshaven die gebruikt worden voor het uitvoeren van onderhoudswerken aan boten en deel uitmaken van een eerste rangsconcessie die verleend werd door de gemeente aan de handels- en visserskaai, genoemd “havenrechten zeehaven”.

Art.2.-

Vallen onder de toepassing van deze verordening:

- binnenschip: een schip of vaartuig (o.a. aak, lichter, enz.) bestemd voor de binnenvaart, waarvoor een meetbrief voor binnenvaart werd afgeleverd; - zeeschip: een schip of vaartuig als dusdanig geregistreerd door een zeemeetbrief; - vissersvaartuig: een vaartuig bestemd voor de zeevisserij, de hoogzee- of kustvisserij, met bedrijfsdoeleinden; - pleziervaartuig: een vaartuig bestemd voor de pleziervaart en waaraan geen commerciële bedrijvigheid verbonden is; - sportvissersvaartuig: een vaartuig dat niet voor de bedrijfsvisserij bestemd is, wel voor de sportvisserij als tak van de vrijetijdsbesteding en al of niet betalende passagiers meeneemt en waaraan een commerciële bedrijvigheid verbonden is; - lijnvissersvaartuig: een vaartuig dat niet voor de bedrijfsvisserij bestemd is, wel voor de lijnvisserij als tak van de vrijetijdsbesteding en al of niet betalende passagiers meeneemt en waaraan een commerciële bedrijvigheid verbonden is; - ponton: drijvende aanlegplaats in de haven bestaande uit één of meer onderling gekoppelde, dichte bakken, waarover een (houten) dek is gelegd. Art.3.- Begripsbepalingen: - zeehaven: de kaaimuren, aanlegsteigers, enz. gelegen op de linker- en rechterhavenoever van de Havengeul tussen de Langebrug en het profiel 85 (Kaart haven Nieuwpoort – administratie Waterwegen dd. 13 juli 2001); - kaai: de wegverharding langs de kaaimuren; - aanleggen: met een schip tegen een oever, meerpaal, ponton of langszij een ander schip ligplaats nemen en daaraan vastmaken; - dokrecht: vaste vergoeding voor een permanente plaats in de zeehaven waarvoor een vergunning vereist is; - lading: alle door een zeeschip of binnenvaartuig geloste of geladen goederen en verpakkingsmateriaal (containers, trailers, kratten, enz.) met uitzondering van ballast, brandstof, proviand en alle voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden; - meetbrief: certificaat waarin de hoofdafmetingen van het schip vermeld staan; - (metrische) ton: slaat op het draagvermogen van het binnenvaartschip zoals vermeld op de meetbrief (gewichtseenheid van 1.000 kg); - bruto tonnenmaat (BT): wordt berekend met een formule waarin is opgenomen het scheepsvolume onder het bovendek en de ingesloten ruimtes boven het bovendek. Het verkregen volume in m³ wordt vermenigvuldigd met een factor (een logaritme van de m³) waarna het gevonden getal onbenoemd is (d.w.z. geen ton of m³);


-blz

17

- netto tonnenmaat (NT): is een onbenoemd getal dat in hoofdzaak de inhoud van de laadruimtes van het schip aangeeft voor het vervoer van goederen en passagiers. Bij de berekening van de netto tonnenmaat wordt vertrokken van de bruto tonnenmaat waarbij alle ruimtes die niet voor lading worden gebruikt (zoals ruimtes bestemd voor bemanning, navigatie, voortstuwing enz.) worden afgetrokken. Bruto en netto tonnenmaat worden berekend volgens de Internationale Conventie inzake Scheepsmeting dd. 23 juni 1969 te Londen en zijn vermeld op de internationale meetbrief van het schip. Art.4.- De belasting wordt als volgt vastgesteld: A. Aanlegrechten: - binnenschepen: € 0,075/metrische ton/reis; - zeeschepen, visserijschepen, plezier-, sportvissers- en lijnvissersvaartuigen: € 1,00/BT/reis; Het betalen van de aanlegrechten geeft de zeeschepen het recht op een continu verblijf in de zeehaven tot het einde van de desbetreffende kalendermaand. Het aanlegrecht wordt: verdubbeld voor: - alle vaartuigen die geen enkele activiteit meer uitoefenen; - alle vaartuigen die volgens het oordeel van het stadsbestuur in vervallen toestand verkeren of waarvan de reder/eigenaar geen gevolg heeft gegeven aan de sommatie van het stadsbestuur om de haven te verlaten. Het verdubbelde tarief vangt aan de dag van de sommatie. verviervoudigd voor: - alle vaartuigen die meer dan één jaar geen enkele activiteit meer uitoefenen; - alle vaartuigen die volgens het oordeel van het stadsbestuur in vervallen toestand verkeren en waarvan de reder/eigenaar na één jaar geen gevolg heeft gegeven aan de sommatie van het stadsbestuur om de haven te verlaten. Het verviervoudigd tarief vangt aan één jaar na de dag van de sommatie. B. Laad- en losrechten: - binnenschepen € 0,045/metrische ton/reis; - zeeschepen € 0,45/BT/reis; - schepen dienende voor pleziervaart of schip dienende voor lijnvisserij: € 0,45/BT/reis; - schepen met een bestendig verblijf in de haven: € 0,45 /BT/maand. Als bestendig verblijf in de haven wordt aanzien een ononderbroken verblijf van minstens 30 kalenderdagen; - vissersvaartuigen die na een reis hun lading niet verkopen in de Nieuwpoortse vismijn: € 250 per reis; De reder/rederij is gehouden dit binnen de 24 uur aan het stadsbestuur mede te delen. Bij niet-mededeling wordt het bedrag verdubbeld. C. Dokrechten - op pontons permanent aangemeerd aan de Kaai, dienstig voor het onderhoud van schepen: € 50,00 per lopende meter kaai per jaar. De belasting wordt ondeelbaar vastgesteld voor een volledig jaar volgens de op 1 januari van het aanslagjaar bestaande toestand. Art.5.- De belasting is verschuldigd door de eigenaar, uitbater, makelaar of consignataris van een onder art. 2 vermeld vaartuig of ponton. Art.6.-

Zijn van elk aanleg-, laad- en losrecht, dokrecht vrijgesteld: a) het vlottend materieel en de zee- en binnenschepen die aan de overheid toebehoren; b) de Belgische schoolschepen en de vreemde schoolschepen waarvan de staat van oorsprong vrijstelling verleent aan de Belgische schoolschepen;


-blz

18

c) binnen de grenzen van de onderneming, het vlottend materieel en de zee- en binnenschepen, voor rekening van de staat, gebruikt door aannemers, hetzij bij onderhouds- en verbeteringswerken aan de bevaarbare waterlopen, hetzij voor het vervoer in verband met deze werken; d) de zee- en binnenschepen die binnen de 48 uur na het uitvaren van de haven verplicht zijn, wegens overmacht, de haven weer binnen te lopen; e) de zee- en binnenschepen bestemd tot gebruik voor visserij en die hun lading geheel of gedeeltelijk in de vismijn te Nieuwpoort verkopen. De vrijstelling geldt per kalendermaand; f) de pontons die enkel dienstig zijn voor het inschepen van passagiers op de rondvaartboten; g) de overeenkomstig de milieuwetgeving vergunde pontons voor het bevoorraden van schepen en afname van vaste en vloeibare stoffen; h) voor een periode van maximum zes maand, de vissersvaartuigen die ingevolge breuk, overmacht of mechanisch defect niet bij machte zijn om hun vaartuig te exploiteren; i) vaartuigen die deelnemen aan marine of toeristische activiteiten met medewerking of in organisatie met het stadsbestuur. Art.7.- De belastingplichtige is gehouden binnen de 24 uur van het binnenvaren van elk schip waarvan de havenrechten verschuldigd zijn de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Art.8.- De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat periodiek wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Art.9.- De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend. De indiening kan gebeuren door verzending, door overhandiging of via e-mail via het mailadres [email protected]. De indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Het college van burgemeester en schepenen stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. Art.10.- Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet dd. 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012 zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 t/m 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art.11.- Het raadsbesluit dd. 27 december 2012 houdende vaststelling van de belasting havenrechten zeehaven wordt opgeheven bij het in voege treden van onderhavig besluit. Art.12.- Onderhavig besluit treedt in voege vanaf 1 januari 2014. Art.13.- Deze verordening wordt aan de Gouverneur van de Provincie overgelegd. Art.14.- Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd rekenen belastingdienst, de dienst algemene zaken, landbouw en visserij en de wd. financieel beheerder.

13 BELASTING HAVENRECHTEN ZEEHAVEN VOOR SCHEPEN GELIJK AAN OF GROTER DAN 500 BT. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet;


-blz

19

Gelet op het decreet dd. 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 7 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen, Financiën en Personeel, Boudewijnlaan 30 bus 70 1000-Brussel – Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op het raadsbesluit dd. 27 december 2012 houdende vaststellen van de belasting havenrechten zeehaven; Overwegende dat de belasting wordt aangepast om de gemeentefinanciën in evenwicht te houden; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van rendabele belastingen; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2018 wordt een belasting geheven op het aanleggen, laden en lossen door schepen gelijk aan of groter dan 500 BT in de zeehaven.

Art.2.-

Vallen onder de toepassing van deze verordening:

Art.3.-

- schip: een schip of vaartuig als dusdanig geregistreerd door een zeemeetbrief en/of een binnenschip waarvoor een meetbrief voor binnenvaart werd afgeleverd. Begripsbepalingen:

- zeehaven: de kaaimuren en aanlegsteigers gelegen op de linker- en rechterhavenoever van de Havengeul tussen de Langebrug en het profiel 85 (Kaart haven Nieuwpoort – administratie Waterwegen dd. 13 juli 2001); - kaai: de wegverharding langs de kaaimuren; - aanleggen: met een schip tegen een kaaimuur, een oever, meerpaal of langszij een ander schip ligplaats nemen en daaraan vastmaken; - lading: alle door een zeeschip geloste of geladen goederen en verpakkingsmateriaal (containers, trailers, kratten, enz.) met uitzondering van ballast, brandstof, proviand en alle voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden; - bruto tonnenmaat (BT): wordt berekend met een formule waarin is opgenomen het scheepsvolume onder het bovendek en de ingesloten ruimtes boven het bovendek. Het verkregen volume in m³ wordt vermenigvuldigd met een factor (een logaritme van de m³) waarna het gevonden getal onbenoemd is (d.w.z. geen ton of m³); - netto tonnenmaat (NT): is een onbenoemd getal dat in hoofdzaak de inhoud van de laadruimtes van het schip aangeeft voor het vervoer van goederen en passagiers. Bij de berekening van de netto tonnenmaat wordt vertrokken van de bruto tonnenmaat waarbij alle ruimtes die niet voor lading worden gebruikt (zoals ruimtes bestemd voor bemanning, navigatie, voortstuwing enz.) worden afgetrokken. Bruto en netto tonnenmaat worden berekend volgens de Internationale Conventie inzake Scheepsmeting dd. 23 juni 1969 te Londen en zijn vermeld op de internationale meetbrief van het schip. Art.4.- De belasting wordt als volgt vastgesteld: A. Aanlegrechten:

binnenschepen (tarief per metrische ton per reis) 2014 € 0,0750 2015 € 0,0765 Gemeenteraad dd. 29 augustus 2013

schepen (tarief per BT per reis) eerste 60 reizen € 0,3021 € 0,3081

schepen (tarief per BT per reis) volgende 50 reizen € 0,2706 € 0,2760

schepen (tarief per BT per reis) vanaf de 111e reis € 0,1688 € 0,1722

-blz

2016 € 2017 € 2018 €

0,0780 0,0796 0,0812

€ 0,3143 € 0,3206 € 0,3270

€ € €

0,2815 0,2872 0,2929

€ € €

20

0,1756 0,1791 0,1827

Het betalen van de aanlegrechten geeft de schepen het recht op een continu verblijf in de zeehaven voor een periode van vijf dagen. Het aanlegrecht wordt: verdubbeld voor: - alle vaartuigen die langer dan vijf dagen blijven liggen; - alle vaartuigen die geen enkele activiteit meer uitoefenen; - alle vaartuigen die volgens het oordeel van het stadsbestuur in vervallen toestand verkeren of waarvan de reder/eigenaar geen gevolg heeft gegeven aan de sommatie van het stadsbestuur om de haven te verlaten. Het verdubbelde tarief vangt aan de dag van de sommatie. verviervoudigd voor: - alle vaartuigen die meer dan één jaar geen enkele activiteit meer uitoefenen; - alle vaartuigen die volgens het oordeel van het stadsbestuur in vervallen toestand verkeren en waarvan de reder/eigenaar na één jaar geen gevolg heeft gegeven aan de sommatie van het stadsbestuur om de haven te verlaten. Het verviervoudigd tarief vangt aan één jaar na de dag van de sommatie. B. Laad- en losrechten:

binnenschepen (tarief per metrische ton per reis) € 2014 0,0450 2015 €

0,0459

2016 €

0,0468

2017 €

0,0478

2018 €

0,0487

schepen (tarief per geloste ton) € 0,0956 € 0,0975 € 0,0995 € 0,1015 € 0,1035

Art.5.-

De belasting is verschuldigd door de eigenaar, uitbater, makelaar of consignataris van een onder art. 2 vermeld vaartuig.

Art.6.-

Zijn van elk aanleg-, laad- en losrecht vrijgesteld: a) het vlottend materieel en de schepen en binnenschepen die aan de overheid toebehoren; b) de Belgische schoolschepen en de vreemde schoolschepen waarvan de staat van oorsprong vrijstelling verleent aan de Belgische schoolschepen; c) binnen de grenzen van de onderneming, het vlottend materieel en de schepen en binnenschepen, voor rekening van de staat, gebruikt door aannemers, hetzij bij onderhouds- en verbeteringswerken aan de bevaarbare waterlopen, hetzij voor het vervoer in verband met deze werken; d) de schepen die binnen de 48 uur na het uitvaren van de haven verplicht zijn, wegens overmacht, de haven weer binnen te lopen;


-blz

21

e) vaartuigen die deelnemen aan marine of toeristische activiteiten met medewerking of in organisatie met het stadsbestuur. Art.7.-

De belastingplichtige is gehouden binnen de 24 uur van het binnenvaren van elk schip waarvan de havenrechten verschuldigd zijn alle voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

Art.8.-

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat periodiek wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Art.9.-

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend. De indiening kan gebeuren door verzending, door overhandiging of via e-mail via het mailadres [email protected]. De indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Het college van burgemeester en schepenen stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. Art.10.- Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet dd. 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 t/m 9 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art.11.- Het raadsbesluit dd. 27 december 2012 houdende vaststelling van de belasting havenrechten zeehaven wordt opgeheven bij het in voege treden van onderhavig besluit. Art.12.- Onderhavig besluit treedt in voege vanaf 1 januari 2014. Art.13.- Deze verordening wordt aan de Gouverneur van de Provincie overgelegd. Art.14.- Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd rekenen belastingdienst, de dienst algemene zaken, landbouw en visserij en de wd. financieel beheerder.

14 ALGEMENE MILIEUBELASTING OP BEDRIJVEN MET MAATSCHAPPELIJKE ZETEL NIET IN DE GEMEENTE. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet dd. 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen, Financiën en Personeel, Boudewijnlaan 30 bus 70 1000 Brussel – Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op het raadsbesluit dd. 15 mei 2008 houdende vaststelling van de belasting op bedrijven, natuurlijke en rechtspersonen; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van rendabele belastingen; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Voor het aanslagjaar 2013 wordt een algemene milieubelasting geheven op bedrijven waarvan de maatschappelijke zetel niet gevestigd is in de gemeente.


-blz

Art.2.-

Art.3.-

Art.4.-

22

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke personen, de rechtspersonen en de feitelijke verenigingen die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente: - een nijverheids-, landbouw-, veeteelt-, tuinbouw-, of handelsbedrijf exploiteren; - een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefenen; - een andere economische activiteit uitoefenen. De belasting wordt berekend per afzonderlijke vestgingseenheid, zoals gekend met een vestigingseenheidsnummer bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen, als hoofd- en/of bijkomende activiteit, op het grondgebied van de gemeente. De belasting wordt vastgesteld op basis van de klasse van hinderlijke inrichting volgens Vlarem: - zonder klasse van hinderlijkheid: € 106,16; - hinderlijke inrichting klasse III: € 139,69; - hinderlijke inrichting klasse II: € 195,56; - hinderlijke inrichting klasse I: € 273,78. Voor bedrijven met een meervoudige graad van hinder wordt de belasting, per vestigingseenheid, gevestigd op de hoogste graad van hinderlijkheid.

Art.5.-

Vrijstelling:

Art.6.-

- de rechtspersonen bedoeld in art. 180, 181 en 182 van het WIB 1992; De belasting is ondeelbaar en voor het gehele jaar verschuldigd. Wijzigingen in de loop van het aanslagjaar hebben geen invloed op de belastingaanslag.

Art.7.-

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Art.8.-

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Art.9.-

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend. De indiening kan gebeuren door verzending, door overhandiging of via e-mail via het mailadres [email protected]. De indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Het college van burgemeester en schepenen stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. Art.10.- Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet dd. 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012 zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art.11.- Het raadsbesluit dd. 15 mei 2008 houdende vaststelling van de belasting op bedrijven, natuurlijke en rechtspersonen wordt opgeheven. Art.12.- Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 van het gemeentedecreet. Art.13.- Dit besluit wordt aan de heer Gouverneur van de Provincie overgelegd. Art.14.- Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd milieu, aan het diensthoofd rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder.

15 ALGEMENE MILIEUBELASTING OP BEDRIJVEN MET MAATSCHAPPELIJKE ZETEL IN DE GEMEENTE. De Raad,


-blz

23

Gelet op art. 42, 43 en 253 § 1-3° van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet dd. 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen, Financiën en Personeel, Boudewijnlaan 30 bus 70 1000-Brussel – Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op het raadsbesluit dd. 15 mei 2008 houdende vaststelling van de belasting op bedrijven, natuurlijke en rechtspersonen; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van rendabele belastingen; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Voor het aanslagjaar 2013 wordt een algemene milieubelasting geheven op bedrijven waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de gemeente.

Art.2.-

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke personen, de rechtspersonen en de feitelijke verenigingen die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente:

Art.3.-

Art.4.-

- een nijverheids-, landbouw-, veeteelt-, tuinbouw-, of handelsbedrijf exploiteren; - een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefenen; - een andere economische activiteit uitoefenen; De belasting wordt berekend per afzonderlijke vestgingseenheid, zoals gekend met een vestigingseenheidsnummer bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen, als hoofd- en/of bijkomende activiteit, op het grondgebied van de gemeente. De belasting wordt vastgesteld op basis van de klasse van hinderlijke inrichting volgens Vlarem: - zonder klasse van hinderlijkheid: € 78,22; - hinderlijke inrichting klasse III: € 111,75; - hinderlijke inrichting klasse II: € 167,62; - hinderlijke inrichting klasse I: € 245,84. Voor bedrijven met een meervoudige graad van hinder wordt de belasting, per vestigingseenheid, gevestigd op de hoogste graad van hinderlijkheid.

Art.5.-

Vrijstelling: - de rechtspersonen bedoeld in art. 180, 181 en 182 van het WIB 1992;

Art.6.-

De belasting is ondeelbaar en voor het gehele jaar verschuldigd. Wijzigingen in de loop van het aanslagjaar hebben geen invloed op de belastingaanslag.

Art.7.-

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Art.8.-

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Art.9.-

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend. De indiening kan gebeuren door verzending, door overhandiging of via e-mail via het mailadres [email protected]. De indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat.


-blz

24

Het college van burgemeester en schepenen stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. Art.10.- Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet dd. 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet dd. 28 mei 2010 en 17 februari 2012 zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art.11.- Het raadsbesluit dd. 15 mei 2008 houdende vaststelling van de belasting op bedrijven, natuurlijke en rechtspersonen wordt opgeheven. Art.12.- Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 van het gemeentedecreet. Art.13.- Dit besluit wordt aan de heer Gouverneur van de Provincie overgelegd. Art.14.- Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd milieu, aan het diensthoofd rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder.

16

MOTIE IN VERBAND MET DE FINANCIËLE TOESTAND VAN DE LOKALE BESTUREN.

De Raad, Overwegende dat de 13 centrumgemeenten recent via de media er op gewezen hebben dat hun financiële toestand onhoudbaar wordt. Deze centrumgemeenten verwijzen naar: - de stijging van de pensioenfactuur van de statutaire ambtenaren; - door de crisis en de vergrijzing doen steeds meer mensen beroep op het OCMW; - door het stijgende geboortecijfer zijn er extra kredieten nodig voor scholenbouw en kinderopvang; - de stijgende kosten van de politiehervorming; - de hervorming van de civiele veiligheidsdiensten en het niet uitvoeren van de wet van 15 mei 2007 (50% ten laste van de federale overheid en de lokale besturen) door de federale overheid (nu zijn 90% ten laste van de lokale besturen en 10% ten laste van de federale overheid); - de stijgende kosten van de energievoorziening; - het substantieel verminderen van de dividenden van de financierings- en energie intercommunales. Overwegende dat de centrumgemeenten eveneens wijzen naar de relatief kleine aangroei van de toelage van het Vlaams gemeentefonds; inzonderheid wat het Vlaams gemeentefonds betreft zijn deze 13 centrumgemeenten nochtans substantieel bevoordeeld tegenover de 295 andere Vlaamse gemeenten, die eveneens met dezelfde problemen geconfronteerd worden; Overwegende dat de toelage van het Vlaams gemeentefonds ten bedrage van (€ 2.098.051.000,00) voor 2012 voor 56,11% (€ 1.177.313.881,00) wordt toebedeeld aan de 13 centrumgemeenten, de andere 295 gemeenten moeten het stellen van 43,89% (€ 920.737.119,00). Deze verdeling wordt geregeld door artikel 6 van het decreet van 26 januari 2012; Overwegende dat de stad Nieuwpoort het moet stellen met 0,14% (€2.867.338,00) van de toelage van het Vlaams gemeentefonds en zonder federale toelage; Gelet op de verdeling van de kredieten van het Vlaams gemeentefonds voor de 13 centrumgemeenten en Nieuwpoort; Centrumgemeenten

Aalst Antwerpen Brugge Gent Hasselt Kortrijk Leuven

Gemeentefonds 2012 30.641.370,00 555.045.412,00 62.881,679,00 282.635.215,00 28.613.258,00 30.675.119,00 41.501.269,00


Toelage Gemeentefonds per inwoner € 374,35 € 1.104,34 € 536,67 € 1.138,55 € 383,62 € 407,81 € 424,97

% van het gemeentefonds 1,46% 26,46% 3,00% 13,47% 1,36% 1,46% 1,98%

Federale toelage stedenfonds 2012 2.759.804,00 58.955.036,00 3.977.406,00, 29.765.173,00 2.461.368,00 2.642.620,00 3.416.589,00

-blz

Maasmechelen Mechelen Oostende Roeselare Sint-Niklaas Turnhout

10.187.139,00 33.447.905,00 32.872.905,00 22.296.836,00 29.369.044,00 17.147.238,00

€ 272,61 € 406,28 € 467,72 € 379,05 € 402,96 € 412,47

0,49% 1,59% 1,57% 1,06% 1,40% 0,82%

0,00 3.781.211,00 4.134.015,00 1.934.680,00 2.418.890,00 1.448.635,00

Nieuwpoort

2.867.338,00

€ 252,23

0,14%

0,00%

25

Overwegende dat de problemen die de centrumgemeenten terecht signaleren nog harder aankomen voor de 295 andere Vlaamse gemeenten, (waaronder Nieuwpoort) die niet kunnen rekenen op de voorkeursbehandeling inzake de verdeling van de kredieten van het gemeentefonds en toch dezelfde dienstverlening moeten financieren, zij het op een andere schaal; dat ondanks het bijzonder statuut voor de centrumgemeenten (o.a. Gent en Mechelen) deze nu reeds overgaan tot het ontslag van personeelsleden en het niet of gedeeltelijk vervangen van diegenen die de diensten verlaten; dat terwijl de Vlaamse overheid de toelage van het gemeentefonds (jaarlijkse groei 3%) niet substantieel kan verhogen; Gehoord Raadslid Priem in zijn tussenkomst: - De motie is agressief neergeschreven - Gezien de budgettaire crisis zullen er sowieso geen middelen bijkomen - Op Vlaams niveau reeds beslist om nieuwe krijtlijnen uit te tekenen, de motie is dus al achterhaald - Beter zou zijn om meer in detail en in puntjes een verfijnder voorstel uit te werken zoals gemeente Alveringem deed; Gehoord Raadslid Rousseau in zijn tussenkomst: - Iedere gemeente heeft een basisfinanciering voor zijn basisproducten nodig die hij moet aanbieden, uit de verdeling blijkt duidelijk welke steden en gemeenten een sterke man in de Vlaamse / nationale politiek hebben. Een herverdeling met aandacht voor de behoeften van de niet-centrumsteden is aan de orde. Gehoord de Burgemeester in zijn tussenkomst: - De centrumsteden krijgen reeds zoveel middelen uit het federale stedenfonds en dan nog eens uit het Vlaams Gemeentefonds; ook niet-centrumsteden dienen betoelaagd te worden. - Essentieel is dat er transparantie komt over wat er met de middelen wordt gedaan; er zijn duidelijke richtlijnen nodig over hoe de middelen mogen worden aangewend en een kritische evaluatie nadien; hetgeen nu ontbreekt; Overwegende dat de Burgemeester voorstelt om een artikel toe te voegen aan het besluit met name de eis tot het uitvaardigen van duidelijke richtlijnen inzake de aanwending en het instellen van een evaluatie van hoe de middelen werden aangewend. Overwegende dat tot stemming over deze toevoeging wordt overgegaan; dat de raad bij eenparigheid bij twee onthoudingen (Raadslid Priem, Raadslid Slembrouck) beslist om het artikel toe te voegen; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID BIJ TWEE ONTHOUDINGEN (Matthias Priem, Sabine Slembrouck): Art.1.-

De gemeenteraad van Nieuwpoort verzoekt de Vlaamse overheid dringend de nodige middelen ter beschikking te stellen om het functioneren van de lokale basisdemocratie niet verder uit te hollen en dringt aan op een grondige herverdeling van de kredieten van het Vlaams gemeentefonds.

Art.2.-

Gezien de overmatige betoelaging van de 13 centrumgemeenten stelt de gemeenteraad van Nieuwpoort voor deze uit het Vlaams gemeentefonds te lichten, zonder de kredieten ervan te verminderen, en ze in een afzonderlijk fonds te groeperen naar analogie met de regeling van het stedenfonds.


-blz

26

Art.3.-

De Vlaamse overheid te verzoeken om een duidelijk en transparant systeem van evaluatie van de aangewende middelen op te zetten gecombineerd met duidelijke richtlijnen inzake de aanwending.

Art.4.-

Kennis van dit besluit te geven aan de Vlaamse overheid.

17

AKTENAME DAGORDE OCMW-RAAD DD. 26 JUNI 2013.

De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 31 van het OCMW-decreet dd. 19 december 2008 houdende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de latere wijzigingen; Gelet op de brief van het O.C.M.W. dd. 18 juni 2013 ref. Sec/2013/ betreffende de dagorde van de OCMW-raad dd. 26 juni 2013: OPENBARE ZITTING 1. Verslag vorige openbare zitting. 2. Nieuwbouw rusthuis: opvolging en verslagen, verrekeningen. 3. Nieuwbouw rusthuis: erfdienstbaarheid Rijkswachtstraat. 4. Nieuwbouw rusthuis: prijsvraag brandverzekering. 5. Vaststelling jaarrekening 2012. 6. Opmaak dossier voor aanvraag verhogen dagprijs nieuwe woonzorgcentrum. 7. Budgethouderschap. 8. Overdracht jachtpacht lot 1 en 6. 9. SEL Oostende - Veurne: intentieverklaring tot samenwerking tussen thuiszorg, woonzorgcentra en ziekenhuizen in de regio Oostende – Veurne. 10. Kennisname verslag klachtencoördinator. 11. Inrichten prijsvraag aankoop 2 passieve tilliften. 12. Inrichten prijsvraag planning en tijdsregistratie: goedkeuring lastenboek en gunningsprocedure. 13. Aanpassing personeelsformatie. 14. Inrichten examen hoofdverpleegkundige. 15. Inrichten examen verpleegkundigen. 16. Inrichten examen ergotherapeut(e). 17. Inrichten examen kinesitherapeut. 18. Principe aankoop woning Canadalaan met LOI-middelen. 19. Onderzoek en goedkeuring van de facturen conform art. 71 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 17/12/1997. 20. Rapportering budgethouder directeur woonzorgcentrum. 21. Rapportering budgethouder bijzonder comité voor de sociale dienst. 22. Rapportering budgethouder OCMW-secretaris. GEHEIME ZITTING 23. Verslag vorige geheime zitting. 24. Onderzoek en goedkeuring van de facturen conform art. 71 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 17/12/1997. 25. Rapportering budgethouder directeur woonzorgcentrum. 26. Rapportering budgethouder bijzonder comité voor de sociale dienst. 27. Rapportering budgethouder OCMW-secretaris. 28. Kennisgeving notulen bijzonder comité voor de sociale dienst. 29. Kennisgeving beslissingen dagelijks personeelsbeheer secretaris. 30. Overzicht ziektes en andere afwezigheden personeel. 31. Kennisname resultaat eenvoudige selectie bejaardenhelp(st)ers. 32. Aanvraag verlenging loopbaanvermindering bejaardenhelpster. 33. Aanvraag verlenging loopbaanvermindering onderhoudspersoneelslid. 34. Ontslag onderhoudspersoneelslid keuken. 35. Bekrachtiging aanstelling onderhoudspersoneelslid keuken. Gemeenteraad dd. 29 augustus 2013

-blz

27

36. Kennisname aanvraag binnendienst poetsvrouw. 37. Verlenging aanstelling bejaardenhelpster. 38. Proefperiode bachelor verpleegkundige. 39. Mededelingen. BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Akte te nemen van de dagorde van de OCMW-raad dd. 26 juni 2013.

Art.2.-

Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie en het OCMW Nieuwpoort.

18

OCMW ADVIES JAARREKENING 2012.

De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op de organieke wet dd. 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op art. 89 § 2; Gelet op het decreet dd. 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijke- Welzijn; Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn dd. 28 juni 2012 houdende goedkeuring van de jaarrekening 2011 van het OCMW; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 17 december 1997 betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het ministerieel besluit dd. 24 maart 1999 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het ministerieel besluit dd. 20 juni 2001 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, waarbij voormeld ministerieel besluit wordt opgeheven; Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn dd. 26 juni 2013 houdende vaststelling van de jaarrekening 2012 van het OCMW; Overwegende dat de jaarrekening 2012 waarbij de geconsolideerde resultatenrekening een negatief resultaat geeft van € 1.718.533 voor de gemeentelijke dotatie en na onttrekking van de gemeentelijke dotatie een negatief resultaat € 513.365 wordt vastgesteld; Gelet op de toelichting door de heer Frans Lefevre, OCMW-Voorzitter; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID BIJ DRIEONTHOUDINGEN (Philip Rathé, Jo Rousseau, Arnel Lemaire): Art.1.-

Geen opmerkingen te formuleren m.b.t. de jaarrekening van het OCMW dienstjaar 2012.

Art.2.-

Kennis van dit besluit te geven aan de heer Gouverneur van de Provincie West-Vlaanderen, aan het OCMW Nieuwpoort en de secretarie.

19

REGLEMENT JEUGD VOORDEELPAS.

De Raad, Gelet op art. 42 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op het raadsbesluit dd. 24 oktober 2011 houdende de invoering van de speel- en onderwijscheques;


-blz

28

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 14 maart 2011 houdende de cultuurpas; Overwegende dat er bij het opstellen van het reglement rekening gehouden werd met de huidige werking van de speel- en onderwijscheques; Overwegende dat er bij het opstellen van het reglement rekening gehouden werd met de ervaringen van de voorbije jaren; Overwegende dat er wordt voorgesteld om een overkoepelende pas op te maken die zowel de cultuurpas als de speel- en onderwijscheques omvat; Overwegende dat er wordt voorgesteld om de pas jaarlijks op te sturen naar de kinderen en jongeren; Overwegende dat er wordt voorgesteld om de cultuurkorting te behouden en alle kinderen en jongeren (3-25 jaar) met deze pas 50% korting te geven op activiteiten ingericht door de dienst cultuur; Overwegende dat de kinderen van gezinnen die voldoen aan bepaalde inkomensgerelateerde voorwaarden tevens een korting van 50% kunnen bekomen op vrijetijdsactiviteiten en in aanmerking komen voor de aankoop van onderwijscheques; Gehoord Raadslid Priem in zijn tussenkomst: - Zal er een folder verspreid worden zodat het reglement ook daadwerkelijk gekend en gebruikt wordt? Schepen Lips deelt mee dat alle scholen en jeugdverenigingen een flyer zullen bekomen; Gehoord Raadslid Rousseau in zijn tussenkomst: - Waarom is de korting voor lidmaatschap van een jeugdvereniging enkel beperkt tot Nieuwpoortse verenigingen? - Zou het niet mogelijk zijn om de onderwijscheques ook te kunnen gebruiken ter betaling van kosten tgv ‘geïntegreerde werkperiodes’, zijnde de officiële benaming van bos- en zeeklassen? - De inkomensgrens van 1,5x het leefloon is een laag bedrag, gevreesd wordt dat niet veel gezinnen in aanmerking zullen komen, zou het niet beter zijn te kijken naar de inkomensfiches Overwegende dat tot stemming wordt overgegaan om de terugbetaling van kosten n.a.v. geïntegreerde werkperiodes toe te voegen aan de onderwijscheques; de raad keurt deze toevoeging bij eenparigheid goed; BESLUIT: Art.1.-

Iedere inwoner van Nieuwpoort vanaf 3 jaar tot en met 25 jaar bekomt een Jeugd Voordeelpas.

Art.2.-

Binnen de op het budget voorziene kredieten geeft de Jeugd Voordeelpas recht op 50% korting voor deelname aan culturele activiteiten georganiseerd door de stad Nieuwpoort of het AGB Nieuwpoort

Art.3.-

Voor wie aan bepaalde inkomensgerelateerde voorwaarden voldoet (cfr. art. 5), geeft de Jeugd Voordeelpas, binnen de op het budget voorziene kredieten, daarnaast ook recht op 50 % korting op volgende vrijetijdsactiviteiten: - sport- en zwemkampen ingericht door de stad Nieuwpoort of het AGB Nieuwpoort; - sport- en zwemcursussen ingericht door de stad Nieuwpoort of het AGB Nieuwpoort; - swapactiviteiten van de jeugddienst Nieuwpoort; - activiteiten ingericht door de jeugddienst, sportdienst en zwembad waarvoor het college van burgemeester en schepenen beslist dat de Jeugd Voordeelpas van toepassing is. - speelpleinwerking van de stad Nieuwpoort - lidmaatschap erkende jeugd- en sportverenigingen in Nieuwpoort


-blz

29

- jeugd- en sportkampen ingericht door erkende Nieuwpoortse jeugd- en sportverenigingen - aankoop uniform erkende Nieuwpoortse jeugdvereniging of sportmateriaal erkende Nieuwpoortse sportvereniging Art.4.-

Voor wie aan bepaalde inkomensgerelateerde voorwaarden voldoet (cfr. art. 5), geeft de Jeugd Voordeelpas, binnen de op het budget voorziene kredieten, daarnaast ook recht op de aankoop van 10 onderwijscheques. De onderwijscheques kosten € 2 per stuk en hebben een nominale waarde van € 10. Per kind kunnen per werkjaar (1 sept – 31 aug) 10 onderwijscheques worden aangekocht.. Ongebruikte of verloren cheques worden niet terugbetaald of omgeruild.. De cheques kunnen enkel worden gebruikt voor de betaling van kosten voor het kind voor wie ze werden aangekocht. Daartoe vermeldt elke cheque volgende gegevens: - naam van het kind; - handtekening burgemeester en secretaris; - stempel van de stad Nieuwpoort. Onderwijscheques kunnen worden gebruikt bij de betaling aan de school waarin het kind is ingeschreven voor volgende kosten: - schoolreizen en uitstappen georganiseerd door de school; - sportdagen georganiseerd door de school of waaraan de school deelneemt tijdens de schooltijden; - zwemlessen georganiseerd door de school; - de aankoop van schoolboeken. - geïntegreerde werkperiodes

Art.5.-

Inkomensvoorwaarden: Om in aanmerking te komen voor de korting van 50% op vrijetijdsactiviteiten en voor het recht op de aankoop van 10 onderwijscheques dient men te voldoen aan één van de volgende voorwaarden: - Gezamenlijk netto-inkomen mag niet meer bedragen dan anderhalf keer het leefloon. Inkomen van bloedverwanten tot en met de derde graad worden niet meegerekend. - Gezinnen die onder budgetbeheer, schuldbemiddeling of collectieve schuldenregeling staan, kunnen na schriftelijk advies van de budgetbeheerder of schuldbemiddelaar in aanmerking komen om gebruik te maken van de extra kortingen met de Jeugd voordeelpas.- Het gezin moet op datum van de aanvraag nog minimum 6 maanden onder toezicht staan van de budgetbeheerder of schuldbemiddelaar. De aanvraag dient vergezeld te zijn van het recentste aanslagbiljet in de personenbelasting of indien van toepassing het attest van de schuldbemiddelaar of budgetbeheerder. Wie aan de inkomensvoorwaarden voldoet bekomt een speciale kortingscode op de Jeugd Voordeelpas.

Art.6.-

Afrekening: In het geval van betalingen d.m.v. onderwijscheques maakt de school de cheques over aan het college van burgemeester en schepenen samen met een door een gemachtigde van de school ondertekende vorderingsstaat die de naam en het adres van de school vermeldt alsook het rekeningnummer waarop de door het stadsbestuur verschuldigde som wordt overgemaakt. In het geval van betalingen d.m.v de Jeugd Voordeelpas aan het autonoom gemeentebedrijf maakt het autonoom gemeentebedrijf de factuur waarop de korting vermeld staat over aan het college van burgemeester en schepenen. In het geval van betalingen d.m.v. de Jeugd Voordeelpas aan de jeugddienst of de sportdienst maakt deze dienst de afrekening van de betreffende activiteit over aan de stadsontvanger.


-blz

30

In het geval van betalingen d.m.v. de Jeugd Voordeelpas aan een jeugd- en sportvereniging, maakt de jeugd- of sportvereniging een door een gemachtigde van de jeugdvereniging ondertekende vorderingsstaat die de naam en het adres van de jeugdvereniging vermeldt alsook het rekeningnummer waarop de door het stadsbestuur verschuldigde som wordt overgemaakt over aan het college van burgemeester en schepenen. Art.7.-

Jeugd Voordeelpas is geldig van 1 september tot 31 augustus van het daaropvolgende jaar en wordt elk jaar opgestuurd.

Art.8.-

De kortingscode op de Jeugd Voordeelpas en de onderwijscheques kunnen worden bekomen in het sociaal huis, de dienst bevolking en burgerlijke stand, de jeugddienst en het kabinet van de burgemeester.

Art.9.-

Kennis van dit besluit te geven aan de jeugddienst, sociaal huis, dienst bevolking en burgerlijke stand.

Schematisch: Jeugdvoordeelpas Alle jongeren van 3 tot en met 25 Jongeren van 3 tot en met 25 behorende tot een gezin dat aan volgende inkomensgerelateerde voorwaarden voldoet: - Gezamenlijk netto-inkomen bedraagt niet meer dan anderhalf keer het leefloon. Inkomen van bloedverwanten tot en met de derde graad worden niet meegerekend. OF - Gezinnen die onder budgetbeheer, schuldbemiddeling of collectieve schuldenregeling staan, kunnen na schriftelijk advies van de budgetbeheerder of schuldbemiddelaar in aanmerking komen om gebruik te maken van de extra kortingen met de Jeugd voordeelpas.- Het gezin moet op datum van de aanvraag nog minimum 6 maanden onder toezicht staan van de budgetbeheerder of schuldbemiddelaar. Bij te voegen bij aanvraag: recentste aanslagbiljet in de personenbelasting of indien van toepassing het attest van de schuldbemiddelaar of budgetbeheerder. Wie aan de inkomensvoorwaarden voldoet bekomt een speciale kortingscode op de Jeugd Voordeelpas.


50% korting op culturele activiteiten 50% korting op volgende vrijetijdsactiviteiten  sport- en zwemkampen ingericht door de stad Nieuwpoort of het AGB Nieuwpoort;  sport- en zwemcursussen ingericht door de stad Nieuwpoort of het AGB Nieuwpoort;  swapactiviteiten van de jeugddienst Nieuwpoort;  activiteiten ingericht door de jeugddienst, sportdienst en zwembad waarvoor het college van burgemeester en schepenen beslist dat de Jeugd Voordeelpas van toepassing is.  speelpleinwerking van de stad Nieuwpoort  lidmaatschap erkende jeugd- en sportverenigingen in Nieuwpoort  jeugd- en sportkampen ingericht door erkende Nieuwpoortse jeugd- en sportverenigingen  aankoop uniform erkende Nieuwpoortse jeugdvereniging of sportmateriaal erkende Nieuwpoortse sportvereniging

10 onderwijscheques, aan te kopen aan € 2/cheque met een waarde van € 10/cheque bruikbaar voor de betaling van:  schoolreizen en uitstappen georganiseerd door de school;  sportdagen georganiseerd door de school of waaraan de school deelneemt tijdens de schooltijden;  zwemlessen georganiseerd door de school;  de aankoop van schoolboeken.  Geïntegreerde werkperiodes.

-blz

31

20 BRANDVEILIGHEID – TE BETALEN VOORSCHOT DOOR DE GEMEENTEN MET Z-CENTRA – DIENSTJAAR 2010- GEMEENTEREKENING 2009. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, gewijzigd bij de wet dd. 15 januari 1999 en gewijzigd bij wet dd. 20 juli 2005; Gelet op het schrijven van de Gouverneur van de Provincie West-Vlaanderen dd. 26 juli 2013 met de omslag brandweerkosten – dienstjaar 2010- gemeenterekening 2009 met de mededeling dat het stadsbestuur een voorlopige bijdrage – voorschot dient te betalen; Overwegende dat de gemeenten met z-centra een bepaalde vergoeding dienen te betalen aan de y-centra voor eventuele interventies ter versterking; Overwegende dat vanaf dienstjaar 2007 de omslag van de brandweerkosten dient te gebeuren op basis van het koninklijk besluit dd. 25 oktober 2006 tot vaststelling van de normen voor de bepaling van de in aanmerking komende kosten en het aandeel, bedoeld in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming. Dit koninklijk besluit werd echter de oor de Raad van State vernietigd door haar arrest 204.782 van 4 juni 2010; Overwegende dat in afwachting van een nieuwe wetgeving de minister van Binnenlandse zaken aanraadt om te werken met voorschotten. Dit heeft als voordeel dat de continuïteit in het opvragen/uitbetalen van de brandweerkosten wordt verzekerd waardoor de hinder voor de gemeenten in het opstellen of naleven van hun eigen meerjarenplanning tot een minimum beperkt blijft. Van zodra de nieuwe wetgeving er is, zullen de correcte berekeningen worden gemaakt en zal de verrekening kunnen gebeuren. Concreet zal een gemiddelde worden berekend van de brandweeromslag van de laatste drie definitief berekende jaren (2006, 2005 en 2004), van dit gemiddelde zal 80% worden opgenomen; Overwegende dat de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken de achterstand in het opvragen van de omslag van de brandweerkosten zo snel mogelijk wilt weg werken. Dit rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden van de gemeenten. Vanaf 2012 tot de komst van de nieuwe regelgeving terzake, zal er jaarlijks driemaal overgegaan worden tot het afwerken van de brandweeromslag. Een eerste afrekening wordt verwacht in het voorjaar (periode januari- april). In de periodes mei-augustus en september-december volgen nog twee afrekeningen. De Gouverneur vraagt hiermee rekening te houden bij de opmaak van uw budgetten en meerjarenplanning; Overwegende dat het stadsbestuur Nieuwpoort een voorlopige bijdrage dient te betalen in de kosten van de brandbeveiliging voor het dienstjaar 2010- gemeenterekening 2009 ten bedrage van € 17.186,60, deze zal op 5 september 2013 afgenomen worden van de lopende rekening bij Belfius bank. Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder art. 351/435-01; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Gunstig advies te verlenen aan de te betalen voorschot van € 17.186,60 in de kosten voor de z-centra – dienstjaar 2010 – gemeenterekening 2009.

Art.2.-

Akkoord te gaan nopens de afneming van het bedrag van € 17.186,60 van de op naam geopende lopende rekening bij Belfius bank.

Art.3.-

Kennis van dit besluit te geven aan de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen, de secretarie, aan het diensthoofd rekenen belastingdienst, de wd. financieel beheerder.


-blz

32

21 ONTWERPREGLEMENT HOUDENDE TOEKENNING ERETITEL AAN GEWEZEN SCHEPENEN. De Raad, Gelet op het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het gemeentedecreet, meer bepaald art. 24; Gelet op art. 42 en 69 van het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 5 augustus 2013 houdende aktename ontwerpreglement houdende toekenning eretitel aan gewezen schepenen; Overwegende dat het nieuwe artikel 69 van het gemeentedecreet de bevoegdheid tot het toekennen van eretitels aan schepenen toekent aan de gemeenteraad, terwijl het toekennen van de eretitel van burgemeester de bevoegdheid blijft van de Vlaamse overheid; Overwegende dat het past de toekenning van de eretitel op objectieve basis te laten verlopen; dat het bijgevolg aangewezen is hiervoor een reglement goed te keuren; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Definitie

Art.2.-

De eretitel is een onderscheiding tot beloning van een langdurige en eervolle loopbaan voor een schepen van de gemeente. De eretitel kan postuum worden verleend.

Art.3.-

Aanvraag

Art.4.-

§ 1. De eretitel wordt niet automatisch verleend, doch dient aangevraagd te worden. § 2. De aanvraag kan gebeuren door de betrokkene of diens rechtsverkrijgers. De aanvraag dient schriftelijk, gedateerd en ondertekend, gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen en bevat de vermelding van de periode(n) waarin het ambt werd uitgeoefend. De procedure kan eveneens opgestart worden door het college van burgemeester en schepenen. In dit geval is de schriftelijke instemming van de betrokkene of diens rechtsverkrijgers vereist. Uitsluitingsgronden

Art.5.-

§ 1. De eretitel mag niet gevoerd worden als de betrokkene nog enig uitvoerend politiek ambt bekleedt in de gemeente aan wie de eretitel wordt gevraagd of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient, noch wanneer hij door die gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient bezoldigd wordt. § 2. De schepen van rechtswege heeft de keuze tussen de eretitel van ereschepen van rechtswege of de eretitel van erevoorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Beide eretitels kunnen niet samen gevoerd worden. Toekenningsvoorwaarden Om in aanmerking te komen voor de eretitel van schepen, dient de betrokkene: - Gedurende ten minste twee jaar schepen te zijn geweest in Nieuwpoort en ten minste vijf jaar gemeenteraadslid te zijn geweest in Nieuwpoort; Voor de berekening van die termijnen wordt rekening gehouden met de periode waarin de deputatie de gemeenteraadsverkiezingen heeft vernietigd of opgeschort en met de periode waarin de Raad voor Verkiezingsbetwistingen of de Controlecommissie voor Verkiezingsuitgaven de gemeenteraadsverkiezingen heeft vernietigd, voor zover de Raad van State deze beslissing heeft tenietgedaan, alsook met de periode waarin de installatie niet kon plaatsvinden omwille van een ongegrond gebleken klacht. - Van onberispelijk gedrag zijn; Onder ‘onberispelijk gedrag’ wordt verstaan dat de betrokkene tijdens zijn ambtsperiode, of na zijn ambtsperiode maar voor de toekenning van de eretitel, geen zware tuchtstraf of een zware strafrechtelijke veroordeling mag opgelopen hebben, noch dat andere erg onterende feitelijkheden hem ten laste kunnen worden gelegd, voor zover deze straffen of feitelijkheden een goed en efficiënt bestuur van de gemeente in het gedrang hebben gebracht.


-blz

33

Art.6.-

Procedure

Art.7.-

§ 1. Het college van burgemeester en schepenen legt elke aanvraag ter beoordeling aan de gemeenteraad voor. § 2. Alvorens de vraag aan de gemeenteraad ter beoordeling voor te leggen, onderzoekt het college van burgemeester en schepenen of aan de toekenningsvoorwaarden is voldaan. Het college van burgemeester en schepenen is hiervoor gemachtigd alle inlichtingen te vragen en handelingen te stellen teneinde een dossier samen te stellen dat de gemeenteraad toelaat met kennis van zaken over de aanvraag te beslissen. Het dossier dat aan de gemeenteraad wordt voorgelegd, bevat minstens: - Een bewijs dat de persoon op wie de aanvraag betrekking heeft van onberispelijk gedrag is. Hiertoe is het college van burgemeester en schepenen gemachtigd een uittreksel op te vragen uit het strafregister. Eveneens kan het college van burgemeester en schepenen het advies inwinnen van de procureur-generaal bij het hof van beroep van het rechtsgebied waarin de gemeente gelegen is teneinde te vernemen of er een informatie- of andere onderzoeksprocedure of gerechtelijke vervolgingen ten laste van de betrokkene hangende zijn. - De beslissingen tot verkiezing als schepen van de betrokkene, in voorkomend geval aangevuld met de aktenames van de eedaflegging als gemeenteraadslid. Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om bijkomende inlichtingen bij de betrokkene op te vragen. § 3. De gemeenteraad beslist in openbare zitting en bij geheime stemming over het al dan niet toekennen van de eretitel. De beslissing wordt genomen bij eenvoudige meerderheid van stemmen. Uitreiking

Art.8.-

Na de toekenning van de eretitel door de gemeenteraad organiseert het college van burgemeester en schepenen, in overleg met betrokkene, een ceremonie waarop de titel plechtig wordt toegekend. Intrekking

Art.9.-

De gemeenteraad is gerechtigd de door haar verleende eretitel in te trekken wanneer zou blijken dat de verkrijger ervan geen onberispelijk gedrag meer vertoonde na het toekennen van de ambtstitel. Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie.

Raadslid Rathé merkt op dat het lijstje van schepenen terug te vinden in het dossier niet volledig juist is. Daarnaast stelt hij dat het niet de gemeenteraad is die bevoegd is om de eretitel van OCMWVoorzitter toe te kennen maar wel de OCMW-Raad. De Burgemeester antwoordt voor wat de eerste opmerking betreft dat bij toekenning van de eretitel de concrete loopbaan van de aanvrager zal worden nagegaan. Wat betreft het tweede punt is het inderdaad zo dat de OCMW-raad bevoegd is, doch dat in het reglement van de stad wordt voorzien dat men de twee eretitels niet samen kan dragen. Raadslid Rousseau vraagt of dit reglement ook telt voor mandaten van voor 1970? De Burgemeester antwoordt dat dit het geval is.

22 OVEREENKOMST JACHTCLUBS INZAKE DE BETALING VAN EEN VRIJWILLIGE BIJDRAGE ZONDER INDEXERING 2013-2018. De Raad, Gelet op art. 42 van het gemeentedecreet; Gelet op het raadsbesluit dd. 10 juli 1990, gewijzigd bij raadsbesluit dd. 27 november 1990, houdende vaststelling van de belasting liggelden pleziervaartuigen; Gelet op het besluit van de Bestendige Deputatie dd. 24 maart 1994 waarbij uitspraak werd gedaan aangaande de ingediende bezwaarschriften en waarbij de jachtclubs in het gelijk werden gesteld;


-blz

34

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 2 mei 1994 waarbij beroep werd aangetekend bij het Hof van Beroep tegen de uitspraak van de Bestendige Deputatie dd. 24 maart 1994; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 20 november 1995 houdende goedkeuring van de dadingsovereenkomst tussen de stad Nieuwpoort en de drie jachtclubs; Gelet op het raadsbesluit dd. 16 april 2009 houdende wijziging overeenkomst met de jachtclubs inzake de betaling van een vrijwillige bijdrage met name het afzien van indexering vanaf het dienstjaar 2010; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 22 april 2013 houdende de verlenging van de overeenkomst voor de legislatuur 2013-2018 en de aanpassing van het bedrag (147.098,77 EUR betaald in 2009) aan de huidige index (160.858,11 EUR); Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 5 augustus 2013 houdende aktename vrijwillige bijdrage zonder indexatie jachtclubs voor de jaren 2013-2018; Overwegende dat voornoemde dadingsovereenkomst volgende regeling van het geschil voorzag: - de stad Nieuwpoort zag af van het ingestelde beroep; waardoor er werd berust in de uitspraak van de Bestendige Deputatie; - de jachtclubs gingen over tot betaling van een vrijwillige bijdrage ten bedrage van 25.000.000 Belgische Frank (te verdelen over de drie clubs à rato van 22.5 % WSKLum, 27.5 % KYCN, 50 % VVW) voor de periode 1990-1995; - de jachtclubs gingen over tot betaling van een bedrag van 4.500.000 Belgische Frank per jaar, te verdelen over de drie clubs à rato van het aantal ligplaatsen vanaf 1996 tot 2000. Dit bedrag wordt overeenkomstig art. 9 van de overeenkomst jaarlijks geïndexeerd. Overwegende dat de overeenkomst reeds tweemaal stilzwijgend werd verlengd (2001-2006 en 2007-2012); Gelet op het schrijven dd. 23 mei gericht aan de drie jachtclubs met de vraag om zich akkoord te verklaren met de aanpassing van het bedrag aan de huidige index; Gelet op het gezamenlijk schrijven van de drie jachtclubs, ontvangen dd. 3 juli 2013 betreffende het niet kunnen ingaan op het voorstel van de stad Nieuwpoort om de bijdrage aan te passen aan de huidige index; Overwegende dat wordt voorgesteld om het bedrag van de vergoeding voor de jachtclubs te bepalen op 147.098,77 EUR/jaar, zijnde het bedrag betaald in 2009 voor de komende legislatuur 2013-2018; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.- De gezamenlijke vrijwillige bijdrage voor de jachtclubs voor de legislatuur 2013-2019 te bepalen op 147.098,77 EUR/jaar, zijnde het bedrag betaald in 2009, 2010, 2011 en 2012. Art.2.- Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, wd. financieel beheerder en het diensthoofd rekenen belastingdienst.

23

VASTSTELLING LASTENBOEK CONCESSIE UITBATING FOYER CITY – VALKESTRAAT.

De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 12 augustus 2013 houdende goedkeuring voorstel lastenboek van de concessie foyer City gelegen Valkestraat 18; Overwegende dat de concessie de uitbating van de foyer van City betreft;


-blz

35

Overwegende dat het lastenboek voor de concessie foyer City dient goed gekeurd te worden door de gemeenteraad vooraleer kan overgegaan worden tot de toewijzingsprocedure; Overwegende dat voorgesteld wordt de concessie toe te kennen voor een periode van zes jaar, te starten vanaf de datum van toekenning door het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat voorgesteld wordt de minimum biedingsprijs te bepalen op € 2.500/jaar met opbieding met een minimum van € 250; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Het lastenboek betreffende de concessie uitbating foyer City gelegen Valkestraat 18 goed te keuren.

Art.2.-

Het college van burgemeester en schepenen te belasten met het instellen van de procedure tot het uitschrijven van de concessie.

Art.3.-

Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd rekenen belastingdienst, de wd. financieel beheerder en de secretarie.

Bij de behandeling van dit punt stellen raadsleden Priem en Rousseau dat het jammer is dat dit punt reeds gepubliceerd is terwijl het eigenlijk nog formeel moet goedgekeurd worden. De Burgemeester antwoordt dat er nog steeds een corrigerend bericht kan worden verspreid mocht dit nodig zijn. 24 VERKOOP PERCEEL RESTGROND JACHTHAVENWIJK – AANKOOPBELOFTE EN MODEL ONTWERPAKTE CASTELEYN – HARDEMAN. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op het raadsbesluit dd. 14 juni 2001 houdende principiële goedkeuring tot het desaffecteren en verkopen van het openbaar domein in de Jachthavenwijk; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 5 november 2012 houdende principieel akkoord opstart verkoop van een bijkomend perceel openbare groenzone aan de familie Casteleyn-Hardeman; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 27 augustus 2012 houdende de gunning van de studieopdracht ‘opmaken opmetingsplannen restgronden Jachthavenwijk’ aan de n.v. Plantec Nieuwpoortsesteenweg 399 8400 Oostende; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 17 september 2012 houdende akkoord opmetingsplannen opgesteld door studiebureau Plantec voor verkoop restpercelen gelegen Jachthavenwijk aan diverse kandidaat-kopers; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 27 mei 2013 houdende goedkeuring van het opmetingsplan opgesteld door studiebureau Plantec n.v. dd. 15 april 2013; Overwegende dat de kandidaat-kopers een restperceel palend aan hun eigendom gelegen in de jachthavenwijk wensen aan te kopen: Naam Ligging perceel Grootte perceel Bestemming Casteleyn-Hardeman Pemenhoek 19 127 m² Groenzone Overwegende dat de kandidaat-kopers een aankoopbelofte hebben ondertekend;

Prijs € 3.175

Overwegende dat het de verkoop van grond betreft die behoort tot het openbaar domein van de stad en die paalt aan de tuin van private personen; dat deze grond volgens de huidige verkavelingsvoorschriften de bestemming openbaar groen en woonzone heeft; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:


-blz

36

Art.1.-

Het restperceel gelegen Pemenhoek 19, afgebeeld op het opmetingsplan van de n.v. Plantec met een oppervlakte van 127 m² te desaffecteren en in te lijven in het privaat domein van de stad.

Art.2.-

De ontwerpakte opgemaakt door het Aankoopcomité Brugge houdende verkoop van voormeld perceel aan dhr. en mevr. Casteleyn-Hardeman tegen de prijs van € 3.175 goed te keuren.

Art.3.-

Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, het diensthoofd rekenen belastingdienst, de wd. financieel beheerder, de technische dienst en de stedenbouwkundig ambtenaar.

25 ONTWERPAKTE – AANLEG FIETSPAD N356 RAMSKAPELLESTRAAT – KOSTELOZE GRONDAFSTAND. De Raad, Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren; Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 algemene uitvoeringsregels; Gelet op het raadsbesluit dd. 28 december 2006, houdende de vaststelling van de aannemingsvoorwaarden en gunningswijze van het dossier TD/D2007-10: studieovereenkomst – aanleg van een fietspad langs de N356 Ramskapellestraat voor een ramingsbedrag van € 750.000 (BTW incl.); Overwegende dat bij ministerieel besluit dd. 20 april 2011 werd besloten dat het algemeen nut de onmiddellijke inbezitneming vordert van goederen ten behoeve van het Vlaamse gewest. De onteigeningen gebeuren met het oog op het waarborgen van de veiligheid van de zwakke weggebruiker en meer in het bijzonder door de aanleg van een fietspad langsheen de N356, Ramskapellestraat, tussen Sint Joris en Ramskapelle. Met het oog op deze werken is de verwerving van de innemingen op het aangehaalde plannen noodzakelijk; Overwegende dat het een perceel betreft, eigendom van de stad Nieuwpoort, een deel grond met opstanden met een oppervlakte van 1a 76ca te nemen uit een perceel thans of vroeger gekadastreerd als weiland gelegen Ambachtstraat sectie B nr. 340 H, met een totale oppervlakte volgens kadaster van 97a 21ca; Overwegende dat de overdracht wordt toegestaan en aanvaard zonder geldelijke vergoeding; Overwegende dat het Aankoopcomité een ontwerpakte dd. 9 juli 2013 overlegt die dient goed gekeurd te worden door de gemeenteraad; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

De ontwerpakte inzake de kosteloze grondafstand aan het Vlaams Gewest van een perceel gelegen Ambachtstraat met een oppervlakte van 97a21ca voor de aanleg van een fietspad N356 Ramskapellestraat goed te keuren.

Art.2.-

Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, Aankoopcomité Brugge en de technische dienst.

26 REINIGEN + HERBELIJNEN KUNSTSTOF ATLETIEKPISTE STEDELIJK SPORTPARK – GOEDKEURING. De Raad,


-blz

37

Gelet op art. 42 en 43 § 2-11° van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren; Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 algemene uitvoeringsregels; Gelet op de vraag van mevrouw Evelyn Vyvey, sportfunctionaris tot het uitvoeren van een groot onderhoud alsook het volledig herbelijnen van de atletiekpiste; Overwegende dat mevrouw Vyvey vraagt de piste te reinigen en te herbelijnen na de herstelling in het najaar; Overwegende dat de piste zich in een zeer vuile staat bevindt, door de bladeren die op de piste terechtkomen, door de voetballers die over de piste lopen, door de vele regen en wind, dient er geopteerd te worden voor een groot onderhoud; Overwegende dat de atletiekpiste na drie jaar opnieuw aan een groot onderhoud toe is, de piste is: -

zwartkleuring; glad door schimmels, bacteriën en mossen; de veiligheid van de gebruikers (blessures) komt in gedrang;

Overwegende dat bij een groot onderhoud, de kwaliteit van de belijning verminderd door het reinigen van de piste onder hogedruk, bovendien zijn de lijnen en markeringen op sommige plaatsen al aan het vervagen en onduidelijk geworden, nog voor het grote onderhoud werd uitgevoerd; Overwegende dat een pistebelijning gemiddeld 7 jaar meegaat; Overwegende dat de firma Sportinfrabouw de atletiekpiste in 2005 heeft aangelegd, de atletiekpiste ligt er dus 7 jaar; Overwegende dat een groot onderhoud voor de atletiekpiste zich opdringt, na het onderhoud zal het evenwel nodig zijn, de nu reeds vervaagde piste volledig te herbelijnen, bovendien is de kans reëel dat de piste opnieuw uitgemeten dient te worden, daar de belijning na het groot onderhoud niet meer zichtbaar zal zijn, het uitmeten zal als optie in het bestek opgenomen worden; Overwegende dat er ondertussen ook nieuwe belijning is bijgekomen, nl. 100 meter horden, die is er in de afgelopen 3 jaar bijgekomen en staat nog niet op de piste; Overwegende dat de kostprijzen voor het onderhoud en herbelijning van de piste als volgt geraamd kunnen worden: 1. algen- en mosbestrijding op de toplaag van de piste 2. grote reiniging 3. de complete belijning herbelijnen, zonder in te meten 4. nieuwe belijning horden, incl. inmeten 5. opnieuw inmeten belijning (indien noodzakelijk)

€ 730,- (BTW incl.); € 6.400,- (BTW incl.); € 13.100,- (BTW incl.); € 1.350,- (BTW incl.); € 3.500,- (BTW incl.);

Overwegende dat wanneer de piste zeer vuil is (wat nu het geval is) en/of de belijning wordt vernieuwd, het aan te raden is om een grote reiniging uit te voeren, deze reiniging werkt met zeer hoge druk, maar geeft ook een grotere slijtage op de belijning, dus als de piste zeer vuil is of indien men beslist om de piste te herbelijnen, wordt er best gekozen voor een grote reiniging; Overwegende dat tengevolge van nieuwe regelgeving, er belijning voor horden dient te worden voorzien, deze belijning staat er nu niet en dient aldus ook uitgemeten te worden; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen dd. 29 april 2013, besliste om het bestek aan te passen aan de opmerkingen van de atletiekbond; Overwegende dat de Vlaamse Atletiekliga de volgende opmerkingen had na een controle van de atletiekpiste: -

algemene belijning nazien, vervuilde toplaag;


-blz

38

-

aanduidingen op de rand: afstanden, aflossingen, horden; 10 meter lijn van het hoogspringen; aanduiding 4 m zone van het speerwerpen, gebogen lijn; baannummers aan de start van de 100m en de 200m; discus, hamer op B-terrein: uitstaplijnen; Overwegende dat de inschrijvers de garantie dienen te geven dat de staat van de piste niet gewijzigd zal zijn na de reiniging; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 28 juni 2013, houdende de goedkeuring van het bestek SD/EV/2013/004: “Reinigen en herbelijnen atletiekpiste” voor een ramingsbedrag van € 25.000 (BTW incl.); Gelet op het bestek SD/EV/2013/004: “Reinigen en herbelijnen atletiekpiste” met een kostenraming van € 25.000,- (BTW incl.); Overwegende dat de opdracht kan gegund worden bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij aanvang van de procedure aangezien het bedrag lager is dan voorzien in art. 53 § 3 van het koninklijk besluit dd. 8 januari 1996; Overwegende dat door de aankoopdienst een bestek SD/EV/2013/004: “Reinigen en herbelijnen atletiekpiste” opgemaakt werd om een leverancier aan te stellen voor bovenvermelde opdracht; Gelet op het gunstig advies van de preventieadviseur Luc David; Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder art. 764/744-51 nr. 13/39; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Het bestek SD/EV/2013/004: “Reinigen en herbelijnen atletiekpiste” te aanvaarden en goed te keuren.

Art.2.-

Het ramingsbedrag voor de werken vast te leggen op € 25.000 (BTW incl.).

Art.3.-

Op de opdracht zijn de volgende voorwaarden van toepassing: het bijzonder bestek SD/EV/2013/004: “Reinigen en herbelijnen atletiekpiste” en de algemene uitvoeringsregels.

Art.4.-

De opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder naleving van bekendmakingsregels bij aanvang van de procedure.

Art.5.-

Het gunningscriterium, nl. de prijs, bij de onderhandelingsprocedure te aanvaarden.

Art.6.-

Kennis van dit besluit te geven aan het afdelingshoofd technische dienst, het diensthoofd aankoopdienst, het diensthoofd rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder.

Bij de behandeling van dit punt vraagt raadslid Lemaire of de stad om de 7 jaar dergelijke kosten zal moeten maken. Schepen Lips antwoordt dat dit onderhoudskosten zijn die relevant zijn voor dergelijke piste.

27 VERNIEUWEN SANITAIR HEREN KINDERBOERDERIJ - GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE. De Raad, Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 29 juli 2013 inzake het voorstel tot het vernieuwen van het sanitair heren in de kinderboerderij; Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;


-blz

39

Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen 24 juli 2013 houdende voorstel tot het vernieuwen van het sanitair heren in de kinderboerderij; Gelet op het bestek TD/D2013-44 tot het vernieuwen van het sanitair heren in de kinderboerderij; Gelet op het kostenraming van de werken ten bedrage van € 19.576,25 (BTW excl.) of € 23.687,26 (BTW incl.); Overwegende dat in het kader van de opdracht “vernieuwen sanitair heren kinderboerderij” op 24 juli 2013 een bijzonder bestek met nr. D2013-44 werd opgesteld door de technische dienst; Overwegende dat het sanitair heren op de kinderboerderij aan vernieuwing toe is; dat er voorzien wordt in het vernieuwen van alle riolerings- en afvoerbuizen en de sanitaire toestellen; dat de vloer van het sanitair wordt vernieuwd; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de raming van de werken onder het voorziene het limietbedrag, zoals voorzien in artikel 26, § 1, 1° a van de wet 15 juni 2006 en artikel 105 van het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011; Overwegende dat de aannemingsvoorwaarden en gunningswijze door de gemeenteraad dienen vastgesteld; Overwegende dat de nodige kredieten dienen te voorzien bij budgetwijziging onder art. 76101/72460 nr. 13/76; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Het bestek TD/D2013-44 tot het vernieuwen van het sanitair heren van de kinderboerderij voor besluitvorming te aanvaarden en goed te keuren.

Art.2.-

De kostprijs te bepalen op € 23.687,26 (BTW incl.).

Art.3.-

De opdracht te gunnen bij middel van de onderhandelingsprocedure zonder bekenmaking.

Art.4.-

Kennis van dit besluit te geven aan de kinderboerderij, de technische dienst, aan het hoofd rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder.

28 VERNIEUWEN VAN DE ZEEDIJK FASE 4A VAK HENDRIKAPLEIN/LOODSWEZENPLEIN EN FASE 4B VAK KINDERLAAN/MEEUWENLAAN – VERREKENING NUMMER 4. De Raad, Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 24 december 1993, betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit dd. 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessie voor openbare werken; Gelet op het koninklijk besluit dd. 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op het raadsbesluit dd. 24 mei 1988, houdende de vaststelling van het studiecontract tot het vernieuwen van de Zeedijkverharding, goedgekeurd bij besluit van de heer Gouverneur van de Provincie dd. 2 september 1988; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 26 september 1988, houdende aanstelling van de n.v. Plantec Nieuwpoortsteenweg 399 8400 Oostende; Gelet op het studiecontract renovatie Zeedijk dd. 26 september 1988;


-blz

40

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 13 december 2010, houdende uitbreiding van de studieopdracht ‘renovatie Zeedijk’ met de renovatie van de Veurnestraat vak Zeedijk – Albert I laan en het herinrichten van het Hendrikaplein; Gelet op het raadsbesluit dd. 17 februari 2011, houdende goedkeuring van de bijakte aan de studieopdracht ‘renovatie zeedijk’ dd. 26 september 1988 met als opdracht de uitbreiding met de studieopdacht ‘renoveren van de Veurnestraat vak Zeedijk – Albert I laan en het herinrichten van het Hendrikaplein’. Gelet op het raadsbesluit dd. 17 februari 2011 houdende goedkeuring van de bijakte aan het studiecontract ‘renovatie zeedijk’ dd. 26 september 1988 met als opdracht de uitbreiding met de studieopdacht ‘veiligheidscoördinatie-ontwerp voor de renovatie Zeedijk fase 4 vak Veurnestraat – Loodswezenplein, de renovatie van de Veurnestraat vak Zeedijk – Albert I laan en het herinrichten van het Hendrikaplein’; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 14 februari 2012, houdende de goedkeuring van het voorontwerpdossier van de opdracht TD/D2012-15: vernieuwen van de Zeedijk fase 4a vak Hendrikaplein/Loodswezenplein en fase 4b vak Kinderlaan/Meeuwenlaan voor een totaal ramingsbedrag van € 2.466.296,09 (BTW incl.), zijnde € 1.309.002,73 (BTW incl.) ten laste van de stad Nieuwpoort, € 186.967,50 ten laste van de I.W.V.A. en € 970.325,86 (BTW incl.) ten laste van de Vlaamse overheid, Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, Afdeling Kust; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 2 april 2012, houdende de goedkeuring van het definitief ontwerpdossier van de opdracht TD/D2012-15: vernieuwen van de Zeedijk fase 4a vak Hendrikaplein/Loodswezenplein en fase 4b vak Kinderlaan/Meeuwenlaan voor een totaal ramingsbedrag van € 2.175.814,51 (BTW incl.), zijnde € 910.430,74 (BTW incl.) ten laste van de stad Nieuwpoort, € 274.644,90 ten laste van de I.W.V.A. en € 990.738,86 (BTW incl.) ten laste van de Vlaamse overheid, Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, Afdeling Kust; Gelet op het raadsbesluit dd. 19 april 2012, houdende de goedkeuring van het definitief ontwerpdossier van de opdracht TD/D2012-15: vernieuwen van de Zeedijk fase 4a vak Hendrikaplein/Loodswezenplein en fase 4b vak Kinderlaan/Meeuwenlaan voor een totaal ramingsbedrag van € 2.175.814,51 (BTW incl.), zijnde € 910.430,74 (BTW incl.) ten laste van de stad Nieuwpoort, € 274.644,90 ten laste van de I.W.V.A. en € 990.738,86 (BTW incl.) ten laste van de Vlaamse overheid, Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, Afdeling Kust; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 24 september 2012, houdende de gunning aan de N.V. D. Seru & Zonen, Bedrijvenlaan 14 8630 Veurne en de goedkeuring van het aandeel van de stad Nieuwpoort ten bedrage van € 674.911,67 (BTW excl.) ofwel € 816.643,12 (BTW incl.) voor de opdracht TD/D2012-15: vernieuwen van de Zeedijk fase 4a vak Hendrikaplein/Loodswezenplein en fase 4b vak Kinderlaan/Meeuwenlaan; Overwegende dat door de stad gevraagd werd om houten wanden achter de ondergrondse afvalcontainers te plaatsen als bescherming tegen het zand; Overwegende dat de houten wanden identiek zijn zoals deze in de fase 3; Overwegende dat de houten wanden voorzien zijn in witte kleur (RAL9010) Overwegende dat een verrekeningsvoorstel nummer 4 werd uitgewerkt van de uit te voeren werken:

Post

Nummer

Omschrijving

Bet. type

Eenheid

Hoeveelheid EHP

Seru TP

100% ten laste van de stad Nieuwpoort WERKEN IN MEER Leveren en plaatsen van een houten wand in azobé FSC en steunen in RVS - hoogte 1,12m boven maaiveld miv het schilderen van de onderdelen in wit RAL9010 Herleid naar datum aanbesteding (herzieningscoëfficient: 0,99191) OP1

kolom in hout 200x200x1100 mm, m.i.v. bevestigingen (o.a. aan steun in RVS)

VH

st

9

OP1a

hout voor wanden 210x40 mm, m.i.v. bevestigingen

VH

lm

OP1b

steunen in RVS, ingefreesd in kolommen

VH

st


242,27

2.180,43

115

22,65

2.604,75

9

198,75

1.788,75

-blz

41

Totaal stad Nieuwpoort (BTW excl.)

6.573,93

BTW (21%)

1.380,53

Totaal stad Nieuwpoort (BTW incl.)

7.954,46

Overwegende dat het studiebureau Plantec het verrekeningsvoorstel gunstig adviseert; Overwegende dat de kosten ten laste zijn van de stad Nieuwpoort; Overwegende dat de prijzen herleidt zijn naar datum aanbesteding; Overwegende dat er een termijnverlenging van twee werkdagen is; Overwegende het overzicht van de verrekeningen:

Nummer

Omschrijving

Afdeling Kust Bedrag Bedrag (BTW (BTW excl.) incl.)

IWVA Bedrag (BTW excl.)

Nieuwpoort Bedrag Bedrag (BTW (BTW excl.) incl.)

leveren en plaatsen van een 1 infiltratieriool

0,00

0,00

13.790,37

0,00

0,00

leveren en plaatsen van een 2 lijnvormige afwateringselementen 3 ondergrondse afvalcontainers

0,00 0,00

0,00 0,00

1.460,76 0,00

0,00 8.942,11

0,00 10.819,95

houten wand achter ondergrondse 4 afvalcontainers Totaal

0,00 0,00

0,00 0,00

0,00 6.573,93 15.251,13 15.516,04

7.954,46 18.774,41

Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder art. BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Het verrekeningsvoorstel nummer 4 – houten wand achter ondergrondse afvalcontainers ten bedrage van € 7.954,46 (BTW incl.) ten laste van de stad Nieuwpoort voor de opdracht TD/D2012-15: vernieuwen van de Zeedijk fase 4a vak Hendrikaplein/Loodswezenplein en fase 4b vak Kinderlaan/Meeuwenlaan te aanvaarden en goed te keuren.

Art.2.-

De termijnverlenging van twee werkdagen behorende bij het verrekeningsvoorstel 4 – houten wand achter ondergrondse afvalcontainers te aanvaarden en goed te keuren.

Art.3.-

Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd technische dienst, aan het diensthoofd rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder.

29 VERNIEUWEN VLOER ST. LAURENTIUSKERK - AANSTELLEN ONTWERPER GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE. De Raad, Ter zitting wordt door Schepen Vanden Broucke meegedeeld dat wordt voorgesteld dit punt te verdagen naar een volgende zitting. Ten gevolge het aantreden van een nieuwe pastoor in de SintLaurentiusparochie dient dit dossier eerst met de nieuwe pastoor besproken te worden.

BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Het agendapunt ‘Vernieuwen Vloer Sint-Laurentiuskerk – aanstellen ontwerper’ wordt verdaagd.

Art.2.-

Kennis van dit besluit te geven aan de technische dienst, het diensthoofd rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder.


-blz

42

30 INTERNE STAATSHERVORMING – DOORBRAAK 63 DEEL WATERLOPEN – HERVORMING WATERBEHEER EN –BELEID. PRINCIEPSBESLISSING BETREFFENDE DE HERSCHALING VAN DE ONBEVAARBARE WATERLOPEN VAN DE 3E CATEGORIE NAAR DE 2E CATEGORIE. De Raad, Gelet op art. 42, 43 § 2-1° en 252 § 1 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet van de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 22 juli 2013 houdende e e voorstel tot het laten inschalen van de onbevaarbare waterlopen van 3 categorie naar 2 categorie; Gelet op de indeling van de onbevaarbare waterlopen zoals vastgelegd in de Vlaamse Hydrologische atlas; Gelet op het witboek van 8 april 2011 inzake de interne Vlaamse staatshervorming, meer bepaald het principe doorbraak 63 – Waterbeleid en –beheer; Gelet op de vraag van de provincie West-Vlaanderen of de stad principieel bereid is om de e e onbevaarbare waterlopen van de 3 categorie te laten herschalen naar 2 categorie; Overwegende dat het doel van doorbraak 63 – waterbeleid en – beheer’ is om binnen de bestaande wetgeving naar een efficiënter en doelmatiger waterbeheer in Vlaanderen te komen; e

Overwegende dat de overdracht van de 3 categorie waterlopen naar de provincie volgende gevolgen heeft voor de stad: e - het onderhoud en beheer van de 3 categorie onbevaarbare waterlopen niet langer onder de verantwoordelijkheid van het stadsbestuur valt; - een financiële ontlasting van de begroting aangezien de provincie West-Vlaanderen geen financiële bijdrage vraagt; - de bevoegdheid en juridische verantwoordelijkheid rond waterbeheer en –beleid wordt overgedragen aan de provincie West-Vlaanderen. Overwegende dat deze herschaling het mogelijk maakt om te kunnen genieten van een ontlasting van de financiële bijdrage van de stad; Overwegende dat door de herschaling de provincie West-Vlaanderen instaat voor de financiering van de kosten voor onderhouds- en investeringswerken aan de waterlopen en van de kosten van e onderhoud, herstel en exploitatie van de kunstwerken op die waterlopen 2 categorie; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Principieel akkoord te gaan met het voorstel van de provincie West-Vlaanderen van 16 april e e 2013 om de onbevaarbare waterlopen van 3 categorie te herschalen naar 2 categorie.

Art.2.-

Kennis van dit besluit te geven aan de technische dienst, aan het hoofd van de rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder.

Bij de behandeling van dit punt vraagt Raadslid Priem om welke som het gaat dat de stad hiermee uitspaart. Schepen Vandecasteele antwoordt dat het om ongeveer 16.000 EUR gaat.

31

VERNIEUWEN VALKESTRAAT - ONTWERP.

De Raad, Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 24 december 1993, betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit dd. 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessie voor openbare werken; Gemeenteraad dd. 29 augustus 2013

-blz

43

Gelet op het koninklijk besluit dd. 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op het aangepast ontwerp vernieuwen Valkestraat dd. 27 juni 2013 en de kostenraming ten bedrage van € 484.180,65 (BTW medecontractant); Overwegende dat de rioleringswerken de aanleg van een gescheiden rioolstelsel en de afkoppelingswerken van de woningen op openbaar domein omvatten; dat de afvoer van hemelwater van de private woningen maximaal dient afgekoppeld zodat er zo weinig mogelijk hemelwater in de vuilwaterriool wordt geloosd; Overwegende dat de wegenwerken het opbreken van de wegenis en het vernieuwen van de rijweg, de voetpaden en parkeervakken omvatten; dat het materiaalgebruik identiek is als de reeds vernieuwde zijstraten van de Kaai; Overwegende dat de kostenraming als volgt wordt samengevat Aandeel Stad Aandeel I.W.V.A. Totaal Deel 1 311.519,25 311.519,25 Rioleringswerken Deel 2 172.661,40 172.661,40 Wegeniswerken Totaal 172.661,40 311.519,25 484.180,65 BTW 21% 36.258,89 nvt 36.258,89 Totaal 208.920,29 311.519,25 520.439,54 Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder art. 421/731-60 nr. 13/66; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Het aangepast ontwerpdossier ‘Vernieuwen Valkestraat’ dd. 27 juni 2013 goed te keuren.

Art.2.-

De kosten te ramen op € 484.180,65 (BTW medecontractant), waarvan € 311.519,25 (BTW medecontractant) ten laste van de I.W.V.A. en € 172.661,40 (BTW medecontractant) ten laste van de stad.

Art.3.-

De werken te gunnen bij openbare aanbesteding.

Art.4.-

Volgende voorwaarden zijn van toepassing:

Art.5.-

- het koninklijk besluit dd. 26 september 1996 en latere aanvullingen en wijzigingen; - het standaardbestek 250 versie 2.2. voor de wegenbouw; - het bijzonder bestek W1583-6 en de bijhorende plannen dd. 27 juni 2013. Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd technische dienst, het diensthoofd rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder.

32 CONCESSIE VAN EEN OPENBARE DIENST INZAKE HET BOVENGRONDS PARKEERBEHEER EN EEN ERFPACHT VOOR DE BOUW VAN DRIE ONDERGRONDSE PARKINGS MET INBEGRIP VAN HET BEHEER – BIJAKTE NUMMER 2. De Raad, Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 24 december 1993, betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit dd. 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessie voor openbare werken; Gelet op het koninklijk besluit dd. 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op het raadsbesluit dd. 16 augustus 2012, houdende de vaststelling van de aannemingsvoorwaarden en gunningswijze van het dossier TD/D2012-50: concessie van een


-blz

44

openbare dienst inzake het bovengronds parkeerbeheer en een erfpacht voor de bouw van drie ondergrondse parkings met inbegrip van het beheer; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 27 augustus 2012, houdende de goedkeuring van de publicatie van het dossier TD/D2012-50: concessie van een openbare dienst inzake het bovengronds parkeerbeheer en een erfpacht voor de bouw van drie ondergrondse parkings met inbegrip van het beheer; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 3 december 2012, houdende de gunning van de opdracht TD/D2012-50: concessie van een openbare dienst inzake het bovengronds parkeerbeheer en een erfpacht voor de bouw van drie ondergrondse parkings met inbegrip van het beheer aan Promotion en Building Company n.v. Albert I-laan 98 8620 Nieuwpoort; Gelet op het raadsbesluit dd. 24 november 2005, houdende de goedkeuring van de studieopdracht herinrichting parking Dienstweg Havengeul; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 6 februari 2006, houdende de gunning van de studieopdracht herinrichting parking Dienstweg Havengeul aan het studiebureau Plantec n.v. Nieuwpoortsesteenweg 399 8400 Oostende, overeenkomstig de offerte dd. 6 januari 2006 onder de volgende voorwaarden: - termijn voorontwerp - termijn ontwerp - termijn bouwdossier - termijn aanbestedingsverslag - ereloonpercentage wegenis- en rioleringswerken - ereloonpercentage veiligheidscoördinatie

8 kalenderweken; 8 kalenderweken; 10 kalenderdagen; 7 kalenderdagen; 4%; 0,25%.

Gelet op het raadsbesluit dd. 28 maart 2013, houdende de goedkeuring van de bijakte (zonder nr.) aan de studieovereenkomst - herinrichten parking Dienstweg Havengeul waarbij de initiële opdracht werd uitgebreid met Lombardsijdestraat tussen Albert I-laan/Dienstweg Havengeul (zone 4) en met Elisalaan tussen Albert I-laan/Dienstweg Havengeul (zone 5); Gelet op het raadsbesluit dd. 30 mei 2013, houdende de goedkeuring van de bijakte nummer 1 (aanpassing parkeerregeling Nieuwlandplein- toevoeging zone voormalige gemeenteschool) aan de opdracht ‘TD/D2012-50: concessie van een openbare dienst inzake het bovengronds parkeerbeheer en een erfpacht voor de bouw van drie ondergrondse parkings met inbegrip van het beheer’; Overwegende dat de studieopdracht volgende zones voorziet: - zone 1 inrichten parkzone; - zone 2 heraanleg Dienstweg Havengeul; - zone 3 heraanleg Lombardsijdestraat. Overwegende dat de bijakte aan de studieopdracht volgende zones voorziet: - zone 4 Lombardsijdestraat tussen Albert I-laan/Dienstweg Havengeul; - zone 5 Elisalaan tussen Albert I-laan/Dienstweg Havengeul. Overwegende dat er voor de studie van de zone 4 en 5 een bijkomende uitvoeringstermijn wordt bepaald van: - termijn voorontwerp - termijn ontwerp

3 kalenderweken; 3 kalenderweken.

Overwegende dat alle bestekbepalingen, termijnen en ereloon ongewijzigd blijven; Overwegende dat aan deze bijakte nummer 2 volgende bijlagen zijn gevoegd: -bijlage 1 - studieovereenkomst ‘herinrichting parking Dienstweg Havengeul’ (goedgekeurd bij raadsbesluit dd. 24 november 2006); -bijlage 2 - bijakte aan de studieovereenkomst ‘herinrichting parking Dienstweg Havengeul’(goedgekeurd bij raadsbesluit dd. 28 maart 2013). Overwegende dat de bijakte bepaalt dat de stad de studieopdracht herinrichting parking Dienstweg Havengeul met inbegrip van de bijakte aan de studieopdracht aan de opdrachthouder overdraagt; Gemeenteraad dd. 29 augustus 2013

-blz

45

Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder art. 424/733-60 nr. 06/791; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

De bijakte nummer 2 aan de opdracht ‘TD/D2012-50: concessie van een openbare dienst inzake het bovengronds parkeerbeheer en een erfpacht voor de bouw van drie ondergrondse parkings met inbegrip van het beheer’ te aanvaarden en goed te keuren.

Art.2.-

De bijakte nr. 2 bepaalt dat de stad de studieopdracht herinrichting parking Dienstweg Havengeul met inbegrip van de bijakte (zonder nr.) aan deze studieopdracht overdraagt aan de opdrachthouder.

Art.3.-


33 CONCESSIE VAN EEN OPENBARE DIENST INZAKE HET BOVENGRONDS PARKEERBEHEER EN EEN ERFPACHT VOOR DE BOUW VAN DRIE ONDERGRONDSE PARKINGS MET INBEGRIP VAN HET BEHEER – BIJAKTE NUMMER 3. De Raad, Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 24 december 1993, betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit dd. 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessie voor openbare werken; Gelet op het koninklijk besluit dd. 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op het raadsbesluit dd. 16 augustus 2012, houdende de vaststelling van de aannemingsvoorwaarden en gunningswijze van het dossier TD/D2012-50: concessie van een openbare dienst inzake het bovengronds parkeerbeheer en een erfpacht voor de bouw van drie ondergrondse parkings met inbegrip van het beheer; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 27 augustus 2012, houdende de goedkeuring van de publicatie van het dossier TD/D2012-50: concessie van een openbare dienst inzake het bovengronds parkeerbeheer en een erfpacht voor de bouw van drie ondergrondse parkings met inbegrip van het beheer; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 3 december 2012, houdende de gunning van de opdracht TD/D2012-50: concessie van een openbare dienst inzake het bovengronds parkeerbeheer en een erfpacht voor de bouw van drie ondergrondse parkings met inbegrip van het beheer aan Promotion en Building Company n.v. Albert I-laan 98 8620 Nieuwpoort; Gelet op het raadsbesluit dd. 16 oktober 2008, houdende de vaststelling van de aannemingsvoorwaarden en gunningswijze van het dossier TD/D2008-45: studieovereenkomst: Bouwen van een ondergrondse parking langs de Dienstweg Havengeul tussen de Lombardsijdestraat en het centrum Ysara; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 3 november 2008, houdende het aanvatten van de algemene offerteaanvraag; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 2 februari 2009, houdende de gunning van de opdracht TD/D2008-45: studieovereenkomst: Bouwen van een ondergrondse parking langs de Dienstweg Havengeul tussen de Lombardsijdestraat en het centrum Ysara aan het studiebureau VT & Partners Godshuislaan 24 8800 Roeselare, overeenkomstig de offerte dd. 16 januari 2009; Gelet op het raadsbesluit dd. 30 mei 2013, houdende de goedkeuring van de bijakte nummer 1 (aanpassing parkeerregeling Nieuwlandplein- toevoeging zone voormalige gemeenteschool) aan de


-blz

46

opdracht ‘TD/D2012-50: concessie van een openbare dienst inzake het bovengronds parkeerbeheer en een erfpacht voor de bouw van drie ondergrondse parkings met inbegrip van het beheer’; Overwegende dat alle bestekbepalingen, termijnen en ereloon ongewijzigd blijven; Overwegende dat aan deze bijakte nummer 3 volgende bijlagen zijn gevoegd; Bijlage 1 - TD/D2008-45: studieovereenkomst: Bouwen van een ondergrondse parking langs de Dienstweg Havengeul tussen de Lombardsijdestraat en het centrum Ysara (goedgekeurd bij raadsbesluit dd. 16 oktober 2008); Bijlage 2 – Inschrijvingsformulier VT & Partners, Godshuislaan 24, 8800 Roeselare; Bijlage 3 – toewijzingsbrief van de stad Nieuwpoort aan VT & Partners, dd. 2 maart 2009 met referentie TD/D2008-45/EB/4; Overwegende dat de bijakte bepaalt dat de stad de opdracht TD/D2008-45: studieovereenkomst: Bouwen van een ondergrondse parking langs de Dienstweg Havengeul tussen de Lombardsijdestraat en het centrum Ysara aan de opdrachthouder overdraagt; Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder art. 424/733-60 nr. 06/791; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

De bijakte nummer 3 aan de opdracht ‘TD/D2012-50: concessie van een openbare dienst inzake het bovengronds parkeerbeheer en een erfpacht voor de bouw van drie ondergrondse parkings met inbegrip van het beheer’ te aanvaarden en goed te keuren.

Art.2.-

De bijakte nr. 3 bepaalt dat de stad de opdracht TD/D2008-45: studieovereenkomst: Bouwen van een ondergrondse parking langs de Dienstweg Havengeul tussen de Lombardsijdestraat en het centrum Ysara aan de opdrachthouder overdraagt.

Art.3.-


34 VERKAVELINGSAANVRAAG TOT VERKAVELEN VAN DE GROND GELEGEN P. DESWARTELAAN 57-59, NIJVERHEIDSTRAAT 2, W. DE ROOLAAN 28 EN 28A, KADASTRAAL GEKEND NIEUWPOORT 1° AFD., SECTIE A, NRS 0080G21, 0080G26, 0080H26, 0080K26, 0080S23, 0080X25, 0080Y25 EN 0080Z25 IN 2 LOTEN (DOSS. V118-1): OVERDRACHT GROND AAN STAD NIEUWPOORT. De Raad, Gelet op art. 42 van het gemeentedecreet; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; Gelet op de aanvraag ingediend door de n.v. Groep Sleuyter Development Edward Vlietinckstraat 18 8400 Oostende met betrekking tot een perceel gelegen Pieter Deswartelaan 57-59-Nijverheidstraat G21 G26 2-W. De Roolaan 28-28a, kadastraal gekend, Nieuwpoort 1° Afd., sectie A, nrs 0080 , 0080 , H26 K26 S23 X25 Y25 Z25 0080 , 0080 , 0080 , 0080 , 0080 en 0080 en strekkende tot verkavelen van de grond gelegen P. Deswartelaan 57-59, Nijverheidstraat 2, W. De Roolaan 28 en 28a in 2 loten; Overwegende dat de verkavelingsplannen, inzonderheid plan 3, een plan met grondafstand omvat; dat het verkavelingsplan 3 voorziet dat de rooilijn van de Pieter Deswartelaan, kadastraal gekend, G21 G26 Nieuwpoort 1° Afd., sectie A, nrs 0080 en 0080 wordt rechtgetrokken; dat de grond, blauw aangeduid op verkavelingsplan 3 van de verkavelingsaanvraag V118-1, met een oppervlakte van 5 ca wordt overgedragen aan de stad Nieuwpoort om toegevoegd te worden bij het openbaar domein; Overwegende dat geen opmerkingen zijn tegen deze grondafstand, mits dit gratis wordt overgedragen aan de stad Nieuwpoort; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:


-blz

47

Art.1.-

De raad verklaart zich akkoord dat de grond, blauw aangeduid op verkavelingsplan 3 van de verkavelingsaanvraag V118-1, met een oppervlakte van 5 ca wordt overgedragen aan de stad Nieuwpoort om toegevoegd te worden bij het openbaar domein, mits deze gratis wordt overgedragen aan de stad Nieuwpoort.

Art.2.-

Kennis van dit besluit te geven aan de verkavelaar, de secretarie en de cel stedenbouw.

Verlaat de zitting: Karin Debruyne-Vancoillie, Raadslid.

35

SAMENSTELLING GEMEENTELIJKE COMMISSIE RUIMTELIJKE ORDENING (GECORO).

De Raad, Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen op 12 augustus met betrekking tot de samenstelling gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening; Gelet op art. 42 en art. 200 van het gemeentedecreet; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) in zonderheid art. 1.3.3.; Gelet op het schrijven van de deputatie West-Vlaanderen dd. 16 april 2013 ref. Verg.2013/03 betreffende de afzonderlijke toepassing van het 2/3-quotum (man/vrouw) op enerzijds de effectieve leden en anderzijds de plaatsvervangende leden; Overwegende dat een nieuwe gemeenteraad werd geïnstalleerd; dat ingevolge de VCRO dient overgegaan tot de benoeming van een nieuwe commissie voor ruimtelijke ordening; Overwegende dat de gemeenteraad de voorzitter, de leden, de plaatsvervangers en de vaste secretaris benoemt; dat de gemeenteraad onder de leden een ondervoorzitter kan aanwijzen; dat de benoeming ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de bestendige deputatie die haar beslissing binnen 30 dagen na de betekening opstuurt naar het college van burgemeester en schepenen en de Vlaamse regering, als ze dat niet doet wordt de beslissing van de gemeenteraad geacht te zijn goedgekeurd; dat de voorzitter en de vaste secretaris worden voorgedragen door het college van burgemeester en schepenen; dat de vaste secretaris niet stemgerechtigd is; Overwegende dat: - het college van burgemeester en schepenen in zitting op 14 januari 2013 besliste aan de gemeenteraad voor te stellen de GECORO te hernieuwen; - de gemeenteraad in zitting op 28 februari 2013 besliste het punt ‘samenstelling nieuwe GECORO: maatschappelijke geledingen’ te verdagen naar een volgende zitting; - het college van burgemeester en schepenen in zitting op 12 maart 2013 besliste het punt met betrekking tot de samenstelling van de GECORO in te trekken; dat het college besliste aan de gemeenteraad voor te stellen om een nieuwe GECORO op te richten met de volgende geledingen: - 4 deskundigen waarvan minstens één vrouwelijke deskundige; - 3 vertegenwoordigers van de middenstandorganisaties; - 2 vertegenwoordigers van de syndicale organisaties; - 2 vertegenwoordigers van de seniorenorganisaties; - 1 vertegenwoordiger van de landbouworganisaties; - de gemeenteraad in zitting op 28 maart 2013 dit voorstel volgt; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen in zitting op 6 mei 2013 akte heeft genomen van het schrijven van de deputatie West-Vlaanderen dd. 16 april 2013 ref. Verg. 2013/03; dat het college besliste dat de kandidaturen voor de organisaties voor samenstelling van de nieuwe GECORO zowel een mannelijke als een vrouwelijke kandidaat als effectief lid dient te bevatten en dat aan elke kandidaat als effectief lid een plaatsvervanger van hetzelfde geslacht dient gekoppeld te worden; Overwegende dat de bekendmaking tot oproep van kandidaten voor de GECORO werd gepubliceerd in het stadskrant “Nieuwpoort uw stad” van mei 2013; dat de kandidaturen dienden ontvangen te zijn op 31 mei 2013; Overwegende dat volgende kandidaturen werden ontvangen, ingedeeld volgens geleding: DESKUNDIGEN (4)

MOTIVATIE DESKUNDIGHEID


-blz

Etienne Dezeure Isabelle Deconinck Harry Dierinck Patrick Verbrugge Wolfgang Baert Lieve Donck Patrick Vercruysse

48

Diploma BIO-ingenieur, gerechtsdeskundige Vastgoedmakelaar Technisch industrieel ingenieur, projectcoördinator, preventie-adviseur, voorzitter GECORO Nieuwpoort Gegradueerde Topografie (landmeter), directeur sociale Woonmaatschappij Ijzer en Zee, GECORO-lid Nieuwpoort Vastgoedmakelaar Directeur WVI, GECORO-lid Nieuwpoort Directeur sociale Woonmaatschappij Ijzer en Zee, in diverse gemeenten GECORO-lid

Voorgedragen door

Geslacht

Effectieve kandidaat

Plaatsvervanger

Middenstandorganisaties(3) Shoppinghandelaars

Man

Carl Debruyne

Daniel Verstraete

Vrouw

Anne-Sofhie Van Hee

Lucie De Leye

Man

Noël Van Hee

Bernard Florizoone

Vrouw

Maya Strobbe

Ann De Decker

Man

Maurice Bellefroid

Romeo Rau

Vrouw

An Gobert

Sophie Bellefroid

Man

-

Frank Gunst

Vrouw

Ann Vanackere

-

Man

Yves De Jonckheere

André Deleu

Vrouw

-

-

Man

Dominiek Puype

Noël Vandamme

Vrouw

Saskia Ghysel

Micheline Verheye

Man

Hugo Demarcke

Peter Debaenst

Man

Norbert Couvreur

Tony Swennen

Vrouw

Mia Ramoudt

Suzette Verleene

VOKA LVZ UNIZO Nieuwpoort VNB Syndicale Organisaties (2) ABVV ACV

Vrouw Seniorenorganisaties (2) OKRA S-Plus

Landbouworganisaties (1) Boerenbond

Man

Adriaan Raemen

Noel Vandamme

Vrouw

Christiane Viaene

Sonja Maekelbergh

Man

Geert Defruyt

Johan Debergh

Vrouw

Marianne Debergh-Florizoone

Marie-Rose Dhondt

Overwegende dat: - er 2 vrouwelijke kandidaturen zijn voor deskundige; - de middenstandorganisatie ‘UNIZO Nieuwpoort heeft enkel een vrouwelijke effectief lid en een mannelijke plaatsvervanger voorgesteld; op de e-mail dd. 11 juni 2013 van de dienst stedenbouw tot het opgeven van één mannelijk effectief lid met mannelijke plaatsvervanger en tevens één vrouwelijk effectief lid met vrouwelijke plaatsvervanger werd geen reactie bekomen; - de middenstandsorganisatie VNB heeft enkel een mannelijk effectief lid met mannelijke plaatsvervanger voorgedragen; op de e-mail dd. 28 mei 2013 van de dienst stedenbouw tot het opgeven van tevens één vrouwelijk effectief lid met vrouwelijke plaatsvervanger werd geen reactie bekomen; - de syndicale organisatie ACV per mail dd. 14 augustus 2013 enkel een mannelijk lid en een mannelijke plaatsvervanger voorstelt,


-blz

49

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen de voorzitter en vaste secretaris van de GECORO voordraagt; dat de voorzitter een deskundige is en geen plaatsvervanger heeft; dat de vaste secretaris niet stemgerechtigd is; dat het college van burgemeester en schepenen in zitting op 12 augustus 2013 besliste de heer Harry Dierinck als voorzitter van de Gecoro voor te dragen en de heer Marc Vandevelde, gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar als vaste secretaris voor te dragen; BESLUIT BIJ GEHEIME STEMMING EN BIJ 1 STEM NEEN VOOR DHR DE JONCKHERE 1 STEM NEEN VOOR DHR DELEU 1 STEM NEEN VOOR DHR DEMARCKE 1 STEM NEEN VOOR DHR DEBAENST EN BIJ EENPARIGHEID VOOR DE OVERIGE KANDIDATEN: Art.1.-

De GECORO als volgt samen te stellen: - 4 deskundigen waarvan minstens één vrouwelijke deskundige: Effectief Voorzitter: Harry Dierinck Lieve Donck Patrick Verbrugge Etienne Dezeure

Plaatsvervanger Voorzitter heeft geen plaatsvervanger Isabelle Deconinck Patrick Vercruysse Wolfgang Baert

- 3 vertegenwoordigers van de middenstandorganisaties: Effectief Plaatsvervanger Carl Debruyne Daniel Verstraete Yves De Jonckheere André Deleu An Gobert Sophie Bellefroid - 2 vertegenwoordigers van de syndicale organisaties: Effectief Dominiek Puype Hugo Demarcke

Plaatsvervanger Noël Van Damme Peter Debaenst

- 2 vertegenwoordigers van seniorenorganisaties: Effectief Mia Ramoudt Christiane Viaene

Plaatsvervanger Suzette Verleene Sonja Maeckelbergh

- 1 vertegenwoordiger van de landbouworganisaties: Effectief Geert Defruyt

Plaatsvervanger Johan Debergh

Art.2.-

De heer Marc Vandevelde, gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar wordt aangeduid als vaste secretaris van de GECORO.

Art.3.-

Kennis van dit besluit te geven aan de betrokkenen, aan de cel stedenbouw, de personeelsdienst en de Deputatie.

Bij de behandeling van dit punt stelt raadslid Priem dat VNB geen regelmatige kandidatuur heeft ingediend maar toch wordt weerhouden terwijl VOKA wel een regelmatige kandidatuur indiende en niet werd weerhouden. Vervoegt de zitting: Karin Debruyne-Vancoillie, Raadslid. Verlaat de zitting: Greet Ardies-Vyncke, Raadslid.

36 ONTWERP VAN MARIEN RUIMTELIJK PLAN EN HET MILIEUEFFECTENRAPPORT. OPENBARE RAADPLEGING. ADVIES. De Raad, Gelet op de openbare raadpleging van 2 juli 2013 tot en met 29 september 2013 over het Marien ruimtelijk plan en het milieueffectenrapport, georganiseerd door de Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu; Gemeenteraad dd. 29 augustus 2013

-blz

50

Gelet op art. 42 van het gemeentedecreet; Overwegende dat het marien ruimtelijk plan een beoordelingskader vormt bij conflicten tussen verschillende menselijke activiteiten en bij het beheersen van de impact van deze activiteiten op het mariene milieu. Het doel van mariene ruimtelijke planning is om de verschillende sectorale belangen in evenwicht te brengen en een duurzaam gebruik van de mariene bronnen te bereiken; Overwegende dat voorliggend marien ruimtelijk plan zich ergens situeert tussen een ‘structuurplan’ (globale beleidsvisie, langetermijnskader, actie-programma, overlegproces) en een ruimtelijk uitvoeringsplan (juridische vertaling van de beleidsvisie, vertaling naar strategie en maatregelen en acties) in en wil deze beiden tot op zeker niveau combineren; Overwegende dat bezwaren en opmerkingen dienen overgemaakt per post met op de omslag de vermelding «raadpleging MARIEN RUIMTELIJK PLAN - STRATEGISCHE MILIEUBEOORDELING» gericht aan: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu DG Leefmilieu - Dienst Marien Milieu Victor Hortaplein 40, bus 10 1060 Brussel Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen de volgende opmerkingenbezwaren hierover formuleert: Opmerkingen in het algemeen ; - We zijn verheugd om het principieel standpunt van het ontwerp dat er geen visserijgronden worden afgesloten in functie van natuurbeleid. Dit standpunt wordt menigmaal herhaald, maar we vinden deze in het bijzonder terug in bijlage 2 – p34. - Ook wijzen we naar ons bezwaarschrift bij de afbakening van de marien gebieden in 2010, waarbij ons bezwaar vooral handelde over het niet opnemen van socio-economische studies bij de opmaak van de afbakening van deze gebieden. - Het is jammer dat de Nieuwpoortse visserij niet betrokken is geweest bij de opmaak van dit plan. Dit zou al heel wat opmerkingen in het huidige bezwaarschrift kunnen vermeden hebben. Opmerkingen in detail op het ontwerp-KB tot vaststelling van het marien ruimtelijk plan: Hoofdstuk 1, artikel 1. 6° 1: Er ontstaat een onduidelijkheid over de juridische term van kustvisserij. Voorstel is om deze onduidelijkheid weg te werken. Bij deze wensen we te wijzen op de verschillende definities van “kustvisserij”. 1. Bij de Vlaamse overheid is dit een onderdeel van het klein vlootsegment, waarbij de vaartuigen daarenboven zich aan bepaalde regels dienen te houden. Ieder vissersvaartuig uit het klein vlootsegment kan kiezen om ingedeeld te worden bij de kustvisserij of niet. Het klein vlootsegment is een vaartuig kleiner dan 24m, met een maximaal vermogen van 300 Pk (221 kW). 1. In Europese context is de definitie anders. Het zou jammer zijn, moest er nu nog een andere “federale” definitie voor kustvisserij ontstaan, waardoor de verwarring nog groter wordt. Ons voorstel is om in de context van dit marien ruimtelijk plan, te spreken over het Klein vlootsegment volgens de Vlaamse definitie met een bruto tonnenmaat van maximum gelijk aan 70 Bruto Tonnage. Deze lijst komt dan momenteel overeen met de opsomming in de ontwerptekst van de vissersvaartuigen, die opgesomd worden in de bijlage 2 (O2, O20, O62, O71, O82, O101, O116, O152, O190, O191, Z8, Z55, Z63, Z582, Z700, B65, N32, N34, N57, N58, N79, N86, N93, N95). Evenwel zouden we de aanbeveling geven om deze lijst niet te beperken tot de huidige vaartuigen. Onze aanbeveling is dan ook dat nieuwe vissersvaartuigen (geen vernieuwbouw of vervanging van bestaande schepen) deel mogen uitmaken van het klein vlootsegment volgens de Vlaamse definitie met een bruto tonnenmaat van maximum gelijk aan 70 Bruto Tonnage. Gemeenteraad dd. 29 augustus 2013

-blz

51

De Vlaamse regering voorziet nu immers al de mogelijkheid tot opsplitsen van visvergunningen, waardoor schepen van het groot vlootsegment kunnen gesplitst worden in kleinere visvergunningen. Daarbovenop is er bij de beroepsvisserij interesse om nieuwe vissersvaartuigen in de vaart te brengen met een lengte kleiner dan 12 m, die een duurzamer karakter hebben. Deze kleine vissersvaartuigen beoefenen voornamelijk de passieve visserij, inclusief het hengelen. Het grote struikelblok momenteel om dergelijke vaartuigen in de vaart te brengen zijn de bemanningsvoorwaarden. In die zin hadden we graag de mogelijkheid onderzocht om vissersvaartuigen met een lengte kleiner dan 12 m een speciaal statuut te geven. De huidige wetgeving betreffende de vaartuigen kleiner dan 24 m oordeelt dat er een schipper en een roerganger aanwezig dient te zijn. Daarom vragen wij om bij de wetgeving van 18-12-2009 – Hoofdstuk 2 – Art 14 de mogelijkheid te willen onderzoeken om dit artikel aan te vullen met: “Aan boord van een vissersvaartuig met een lengte kleiner dan 12 m dat vaart in een zeegebied dat beperkt is tot 25 zeemijl uit de Belgische kust en uitsluitend reizen onderneemt van maximum één etmaal moet minstens één schipper aanwezig zijn. Deze schipper dient houder te zijn van ten minste het vaarbevoegdheidsbewijs voor schipper beperkt vaargebied.” Hoofdstuk 2 – afdeling 1 – artikel 6 § 1, 1° 2: De zone 1 van artikel 6 § 1, 1° is te groot, waardoor de Nieuwpoortse visserij te weinig kansen krijgt om te overleven en om nog een groeimarge te krijgen door het in de vaart brengen van kleine professionele vissersvaartuigen. Voorstel is om dit gebied te verkleinen. Ons voorstel is om de beperkingen in zone 1 van artikel 6 § 1, 1° zeewaarts te beperken tot een afstand van 3 mijl, zoals de Trapegeer Stroombank. Dit komt neer op een verkleining van de zone 1. We menen dat dit te verantwoorden is om volgende redenen: - Gezien de biologische waarderingskaart in bijlage 1, p28. De 3-mijlsgrens komt ongeveer overeen met de grens tussen zeer hoog en hoog Biologische Waarderingskaart voor het macrobenthos. - Gezien de afmetingen van de Trapegeer Stroombank in bijlage 1, p4. - Tussen de afgebakende zone 1 (tot 3 mijl vanaf basislijn) en de afgebakende zone 2 (vanaf 4,5 mijl vanaf de basislijn) blijft dan een corridor, zodat de vaartuigen niet geconfronteerd worden met een grens, waarbij ze hun visreis kort dienen te onderbreken omdat ze tijdelijk een bepaalde visserijtechniek niet mogen toepassen. - De kleinere visserijschepen, die niet in de mogelijkheid zijn om over te schakelen op rolsloffen, krijgen dan de kans om op korte afstand van de kust te gaan vissen. Een afstand overbruggen van minstens 3 mijl is doenbaar; minstens 4,5 mijl zal deze kleinere vaartuigen qua rendabiliteit alleen maar moelijker en milieu-onvriendelijker maken wegens het vele gasolieverbruik om de visgronden te bereiken. - De kleinere visserijschepen dieper in zee zenden, zal het veiligheidsgevoel bij deze bemanning niet verhogen. - De passieve visserij staat in Vlaanderen nog in zijn kinderschoenen. De ervaringen met de N22 en de N32 leren ons dat deze niet-bodemberoerende visserij nog niet voldoende rendabel genoeg is; beide vaartuigen zijn dan ook gestopt met dit type visserij. De gevraagde overgangsmaatregelen zullen verder in de tijd moeten worden gespreid. - Er is zeker een markt voor kleine beroepsvaartuigen, daar er vorige zomer een vijftiental opereerden vanuit de jachthavens van Nieuwpoort ( voornamelijk Nederlandse beroepsvaartuigen uit Breskens). In België zijn de voorwaarden (nog) te streng om een dergelijke vloot op te bouwen. - Verscheidene vogel- en vissoorten leven van de teruggooi en de bodemberoering van de vissersvaartuigen. We moeten opletten dat we de bodem niet overbeschermen, zodat de biodiversiteit daalt. Het voedsel voor de vogels is terug te vinden in de teruggooi van ondermaatse vis en benthos die meekomt naar de oppervlakte; het voedsel voor de vissen in de teruggooi en het omwoelen van de zeebodem, waarbij wormpjes en kleine voedseldeeltjes vrijkomen.


-blz

52

3: Ook volledig nieuwe vissersvaartuigen zouden in de zone 1 van artikel 6 § 1, 1° moeten kunnen vissen op garnaal, mits rolsloffen en zeeflap. Daarbovenop willen we echter ook de mogelijkheid voorzien dat nieuwe professionele vissersvaartuigen zone 1 mogen bevissen voor garnaal aan dezelfde voorwaarden (rolsloffen en zeeflap) als de bestaande. Momenteel bestaat er geen enkele techniek om garnalen te vissen zonder bodemberoering. De verbeterde technieken met rolslof verminderen de bodemberoering, maar sluiten ze nog niet uit. Voor de gewone visvangst kan bij nieuwe professionele vissersvaartuigen een niet-bodemberoerende techniek als voorwaarde in de zone 1 gesteld worden. Deze vissersvaartuigen kunnen dan met bodemberoerende vistechnieken andere visgronden opzoeken, waar deze wel toegelaten is. Verscheidene vogel- en vissoorten leven van de teruggooi en de bodemberoering van de vissersvaartuigen. We moeten opletten dat we de bodem niet overbeschermen, zodat de biodiversiteit daalt. Het voedsel voor de vogels is terug te vinden in de teruggooi van ondermaatse vis en benthos die meekomt naar de oppervlakte; het voedsel voor de vissen in de teruggooi en het omwoelen van de zeebodem, waarbij wormpjes en kleine voedseldeeltjes vrijkomen. 4: Er ontstaat onduidelijkheid over de vernieuwingsbouw en vervanging van bestaande vissersvaartuigen. Voorstel is om dit duidelijk in het KB op te nemen dat de rechten en voorwaarden tot vissen overdraagbaar zijn. We juichen toe dat de bestaande vaartuigen hun vaartuig kunnen vervangen. Evenwel willen we wijzen op de tegenstelling tussen artikel 6 §1. 1° van het ontwerp KB en bijlage 2 – p.35 waarbij bijkomende of vernieuwde vaartuigen moeten werken met niet-bodemverstorende technieken. Ons standpunt is dat vernieuwde of vervangingsnieuwbouw dezelfde rechten zouden moeten kunnen behouden als de bestaande. Nieuwe vaartuigen( mits vernieuwbouw of vervanging van bestaand vaartuig) en bestaande vissersvaartuigen mogen dan in de zone 1 van artikel 6 § 1, 1° op vis jagen met boomkor met rolsloffen en op garnaal met boomkor met rolsloffen en zeeflap. Gevraagd/voorgesteld wordt: - dat de bestaande vaartuigen hun vaartuig kunnen vervangen met behoud van de bestaande rechten; - dat bij vernieuwing van een vaartuig of vervangingsnieuwbouw de bestaande rechten worden behouden; - dat bij opsplitsing van een bestaand vaartuig in meerdere vaartuigen, onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een maximum bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage, dezelfde rechten moeten worden behouden, dat dit beter expliciet vermeld wordt in de wettekst; - dat in zone 1 van artikel 6 § 1, 1° voor de visserij op garnaal met bodemberoerende visserijtechniek nieuwe vissersvaartuigen die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage mogen vissen met de rolslof en de zeeflap, dat dit volgens het ontwerp niet voorzien wordt, maar wel gewenst is; - dat in deze zone 1 voor de visserij op garnaal met bodemberoerende visserijtechniek nieuwe vissersvaartuigen, in vernieuwbouw van een bestaand of ter vervanging van een bestaand vaartuig, die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage mogen vissen met de rolslof en de zeeflap; - dat in deze zone 1 voor de visserij op garnaal met bodemberoerende visserijtechniek bestaande vissersvaartuigen die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage mogen vissen met de rolslof en de zeeflap;


-blz

53

- dat in deze zone 1 voor de visserij op vis nieuwe vissersvaartuigen, die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage, mogen vissen met nietbodemberoerende visserijtechnieken; - dat in deze zone 1 voor de visserij op vis nieuwe vissersvaartuigen in vernieuwbouw van een bestaand of ter vervanging van een bestaand vaartuig, die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage, mogen vissen met de boomkor met rolslof en niet bodemberoerende visserijtechnieken; - dat in deze zone 1 voor de visserij op vis bestaande visserijvaartuigen, die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage, mogen vissen met de boomkor met rolslof en niet bodemberoerende visserijtechnieken; 5: We vragen om ook in zone 1 van artikel 6 § 1, 1° een overgangsperiode van 3 jaar te voorzien, net zoals in de natuurbeschermingszone 2. We vragen in de zone 1 van artikel 6 § 1, 1°, zoals ook voorzien in de zone 2, een overgangsperiode van 3 jaar waar bestaande visserijtechnieken nog zijn toegelaten. Dit om de vissers toe te laten zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Hoofdstuk 2 – Afdeling 1 – Artikel 6 § 1, 2° 6: Er ontstaat onduidelijkheid over de definities van de verschillende vistechnieken. Voorstel is om dit duidelijker in het KB op te nemen. In die context wensen we tevens de tabel van bijlage 1 – p84 onder de loep te nemen: geen bodemberoering

alternatieve technieken

bodemberoering

Warrelnetten kieuwnetten potten lijnen fuiken

pulskor garnalen pulskor platvis Licht bordennet

boomkor bordennet (otter trawl) alternatieve boomkor garnalenkor sumwing

Naar onze mening klopt deze tabel niet met de definities die vooraan in het ontwerp-KB worden weergegeven. Ons tegenvoorstel is volgende tabel in de bijlage 1 op te nemen: PASSIEVE VISSERIJ Geen bodemberoering

ACTIEVE VISSERIJ Bodemberoerende visserijtechnieken (die het bodemhabitat verstoren door het slepen van vistuig over de bodem) Alternatieve Klassiek Warrelnetten (met aanpassingen met als doel (die geen aanpassingen kieuwnetten de impact op de bodem te hebben met al doel de impact potten verminderen) op de bodem te verminderen) lijnen Pulskor garnalen Boomkor fuiken Pulskor platvis* Bordennet Licht bordennet Garnalenkor Alternatieve boomkor Sumwing Garnalenkor met rolsloffen Onder rolslof wordt verstaan: iedere constructie die tot doel heeft te verhinderen dat de boomkor of gelijkaardig bodemcontact heeft. 7: Het is ons niet duidelijk dat pulskorvisserij (op de platvis) geen destructieve werking geeft op de vissoorten. Gemeenteraad dd. 29 augustus 2013

-blz

54

We vragen om verder wetenschappelijk onderzoek te verrichten om het milieu(on)vriendelijk karakter van het elektrische pulsvissen te onderzoeken, gezien de slechte ervaringen met gekwetste en gewonde vissen door de (Nederlandse) vissersvaartuigen, die in Belgische wateren opereren. Het zou een goede voorzorgsmaatregel zijn om dergelijke pulskor voor platvis te weren uit Belgische wateren in afwachting van een wetenschappelijk studie, die de milieu-impact op korte en lange termijn van dergelijk systeem bewijst. Alternatieven die milieuonvriendelijker zijn dan de huidige klassieke methoden moeten geweerd worden. Hoofdstuk 2 - Afdeling 3 – Artikel 8 §5 . 8: Er wordt te veel ruimte door een mogelijks energie-atol ingenomen van de zee, waarbij de visserij uit deze gebieden geweerd wordt. Er dienen garanties opgenomen te worden in het KB dat de visserij voldoende ruimte en kansen krijgt. Het ontwerp stelt voor om 2 zoekzones te voorzien om installaties te bouwen die werken op basis van elektrisch gegenereerde waterkracht en gericht zijn op de opslag van energie mogelijk te maken. In bijlage 2 – p.25 wordt voorgesteld dat de nieuwe reservatiezone voor energie-atol voor de kust van Blankenberge-De Haan; voor maximaal 1/3 van het aangewezen gebied kan een concessie verleend worden. Ons voorstel is om beide zoekzones te behouden, maar slechts 1 installatie toe te laten. De toegelaten oppervlakte van 1 installatie zou dan maximaal 1,5 x 2,5km bedragen, zoals medegedeeld op de hoorzitting in Oostende op 9/7/2013. Ons voorstel is om dit pas mogelijk te maken als de 4,5 mijlszone voor de visserij van het klein vlootsegment volgens de Vlaamse definitie met een bruto tonnenmaat van maximum gelijk aan 70 Bruto Tonnage een feit is. In die zin wordt er een garantie opgelegd dat de verloren visgronden voor de oprichting van het energie-atol op voorhand zal gecompenseerd zijn. We zien het oprichten van een energie-atol zeker als een opportuniteit om natuurwaarden uit te breiden en te versterken. In het bijzonder denken we dan aan broedzone van de meeuwen en een rustplaats voor de zeehonden. Hoofdstuk 2 - Afdeling 7 - Art. 12. §1. 9: Er wordt te veel ruimte door een experimentele realisatie ingenomen van de zee, waarbij de visserij uit deze gebieden geweerd wordt. Er dienen garanties opgenomen te worden in het KB dat de visserij voldoende ruimte en kansen krijgt. In het KB-ontwerp wordt de mogelijkheid beschreven van een experimentele realisatie, ter hoogte van een zone ter hoogte van de Broersbank met een rondvormig gebied met een straal van 1 nautische mijl. De beschrijving van wat hier mag en kan gebeuren is nogal vaag. Indien ook hier visgronden verloren zouden gaan omwille van vaste constructies of omwille van verbod van zeevaart, of dergelijke, zouden we willen vragen om de grens voor de visserij van het klein vlootsegment volgens de Vlaamse definitie met een bruto tonnenmaat van maximum gelijk aan 70 Bruto Tonnage nog verder zeewaarts te verleggen dan de 4,5 mijlsgrens. Gecumuleerd met de 4,5-mijlszone van hoofdstuk 2 – afdeling 3 – artikel 8 § 5 zou dit dan 6 mijl mogen zijn. Hoofdstuk 2 - Afdeling 10 – Artikel 15 § 1 10: Er wordt niet gesproken over strandvisserij, terwijl dit ook in de zeewaartse richting van de basislijn ligt. Graag een verduidelijking hierover, zodat de strandvisserij verder kan beoefend worden. We nemen akte van het feit dat strandvisserij niet wordt genoemd in dit ontwerp.


-blz

55

Ook het vissen in zee vanop diverse vaste constructies, verbonden met het vasteland, zoals pieren, golfbrekers, staketsels, strand,… komt niet ter sprake. Onder dit soort recreatieve visserij verstaan wij ook: het kruien, garnaalvissen te paard, hengelen, steeknetten, kruisnetten, het uitzetten vanaf het strand van netten of lijnen met haken in een zone gelegen tussen de hoogwaterlijn en de denkbeeldige lijn 150 m zeewaarts gelegen van de laagwaterlijn,… waarbij de gevangen vissoorten niet gecommercialiseerd mogen worden. We gaan er dan ook van uit dat deze niet ter discussie staan en verder toegelaten zijn, zoals de wetgeving dit momenteel anno 2013 voorziet. We wijzen er op dat we voorstander zijn om recreatieve warrelnetvisserij op zee, waarbij de netten aangebracht worden met vaartuigen, algemeen verboden wordt. 11: In het ontwerp is zone 1 van artikel 6 § 1, 1° niet meer toegankelijk voor recreatieve garnaalvissersvaartuigen (vrijetijd en vissersfolklore) met bodemberoerende technieken. Voorstel is om zone 1 open te stellen voor de bestaande recreatieve garnaalvissersvaartuigen, maar met randvoorwaarden. Een voorbeeld van randvoorwaarden: maximum 1 nautische mijl uit de basislijn gedurende de periode 15 augustus tot 31 oktober. 12: Opmerkingen uit hoofde van ruimtelijke ordening: - er dient rekening gehouden te worden met de contouren van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Strand en Dijk Nieuwpoort-Koksijde goedgekeurd bij ministerieel besluit van 19 september 2005; - er dient rekening gehouden te worden met de contouren van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur, regio KustPolders-Westhoek, Natuur- en landbouwgebieden “Strand Middenkust-West” goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van 24 april 2009; Vlaamse regering van 24 april 2009; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Onderstaande bezwaren en opmerkingen over te maken aan de DG Leefmilieu - Dienst Marien Milieu van het FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu:

Opmerkingen in het algemeen ; - We zijn verheugd om het principieel standpunt van het ontwerp dat er geen visserijgronden worden afgesloten in functie van natuurbeleid. Dit standpunt wordt menigmaal herhaald, maar we vinden deze in het bijzonder terug in bijlage 2 – p34. - Ook wijzen we naar ons bezwaarschrift bij de afbakening van de marien gebieden in 2010, waarbij ons bezwaar vooral handelde over het niet opnemen van socio-economische studies bij de opmaak van de afbakening van deze gebieden. - Het is jammer dat de Nieuwpoortse visserij niet betrokken is geweest bij de opmaak van dit plan. Dit zou al heel wat opmerkingen in het huidige bezwaarschrift kunnen vermeden hebben. Opmerkingen in detail op het ontwerp-KB tot vaststelling van het marien ruimtelijk plan: Hoofdstuk 1, artikel 1. 6° 1: Er ontstaat een onduidelijkheid over de juridische term van kustvisserij. Voorstel is om deze onduidelijkheid weg te werken. Bij deze wensen we te wijzen op de verschillende definities van “kustvisserij”. 2. Bij de Vlaamse overheid is dit een onderdeel van het klein vlootsegment, waarbij de vaartuigen daarenboven zich aan bepaalde regels dienen te houden. Ieder vissersvaartuig uit het klein vlootsegment kan kiezen om ingedeeld te worden bij de kustvisserij of niet. Het klein vlootsegment is een vaartuig kleiner dan 24m, met een maximaal vermogen van 300 Pk (221 kW).


-blz

56

3. In Europese context is de definitie anders. Het zou jammer zijn, moest er nu nog een andere “federale” definitie voor kustvisserij ontstaan, waardoor de verwarring nog groter wordt. Ons voorstel is om in de context van dit marien ruimtelijk plan, te spreken over het Klein vlootsegment volgens de Vlaamse definitie met een bruto tonnenmaat van maximum gelijk aan 70 Bruto Tonnage. Deze lijst komt dan momenteel overeen met de opsomming in de ontwerptekst van de vissersvaartuigen, die opgesomd worden in de bijlage 2 (O2, O20, O62, O71, O82, O101, O116, O152, O190, O191, Z8, Z55, Z63, Z582, Z700, B65, N32, N34, N57, N58, N79, N86, N93, N95). Evenwel zouden we de aanbeveling geven om deze lijst niet te beperken tot de huidige vaartuigen. Onze aanbeveling is dan ook dat nieuwe vissersvaartuigen (geen vernieuwbouw of vervanging van bestaande schepen) deel mogen uitmaken van het klein vlootsegment volgens de Vlaamse definitie met een bruto tonnenmaat van maximum gelijk aan 70 Bruto Tonnage. De Vlaamse regering voorziet nu immers al de mogelijkheid tot opsplitsen van visvergunningen, waardoor schepen van het groot vlootsegment kunnen gesplitst worden in kleinere visvergunningen. Daarbovenop is er bij de beroepsvisserij interesse om nieuwe vissersvaartuigen in de vaart te brengen met een lengte kleiner dan 12 m, die een duurzamer karakter hebben. Deze kleine vissersvaartuigen beoefenen voornamelijk de passieve visserij, inclusief het hengelen. Het grote struikelblok momenteel om dergelijke vaartuigen in de vaart te brengen zijn de bemanningsvoorwaarden. In die zin hadden we graag de mogelijkheid onderzocht om vissersvaartuigen met een lengte kleiner dan 12 m een speciaal statuut te geven. De huidige wetgeving betreffende de vaartuigen kleiner dan 24 m oordeelt dat er een schipper en een roerganger aanwezig dient te zijn. Daarom vragen wij om bij de wetgeving van 18-12-2009 – Hoofdstuk 2 – Art 14 de mogelijkheid te willen onderzoeken om dit artikel aan te vullen met: “Aan boord van een vissersvaartuig met een lengte kleiner dan 12 m dat vaart in een zeegebied dat beperkt is tot 25 zeemijl uit de Belgische kust en uitsluitend reizen onderneemt van maximum één etmaal moet minstens één schipper aanwezig zijn. Deze schipper dient houder te zijn van ten minste het vaarbevoegdheidsbewijs voor schipper beperkt vaargebied.” Hoofdstuk 2 – afdeling 1 – artikel 6 § 1, 1° 2: De zone 1 van artikel 6 § 1, 1° is te groot, waardoor de Nieuwpoortse visserij te weinig kansen krijgt om te overleven en om nog een groeimarge te krijgen door het in de vaart brengen van kleine professionele vissersvaartuigen. Voorstel is om dit gebied te verkleinen. Ons voorstel is om de beperkingen in zone 1 van artikel 6 § 1, 1° zeewaarts te beperken tot een afstand van 3 mijl, zoals de Trapegeer Stroombank. Dit komt neer op een verkleining van de zone 1. We menen dat dit te verantwoorden is om volgende redenen: - Gezien de biologische waarderingskaart in bijlage 1, p28. De 3-mijlsgrens komt ongeveer overeen met de grens tussen zeer hoog en hoog Biologische Waarderingskaart voor het macrobenthos. - Gezien de afmetingen van de Trapegeer Stroombank in bijlage 1, p4. - Tussen de afgebakende zone 1 (tot 3 mijl vanaf basislijn) en de afgebakende zone 2 (vanaf 4,5 mijl vanaf de basislijn) blijft dan een corridor, zodat de vaartuigen niet geconfronteerd worden met een grens, waarbij ze hun visreis kort dienen te onderbreken omdat ze tijdelijk een bepaalde visserijtechniek niet mogen toepassen. - De kleinere visserijschepen, die niet in de mogelijkheid zijn om over te schakelen op rolsloffen, krijgen dan de kans om op korte afstand van de kust te gaan vissen. Een afstand overbruggen van minstens 3 mijl is doenbaar; minstens 4,5 mijl zal deze kleinere vaartuigen qua rendabiliteit alleen maar moelijker en milieu-onvriendelijker maken wegens het vele gasolieverbruik om de visgronden te bereiken. - De kleinere visserijschepen dieper in zee zenden, zal het veiligheidsgevoel bij deze bemanning niet verhogen.


-blz

-

-

-

57

De passieve visserij staat in Vlaanderen nog in zijn kinderschoenen. De ervaringen met de N22 en de N32 leren ons dat deze niet-bodemberoerende visserij nog niet voldoende rendabel genoeg is; beide vaartuigen zijn dan ook gestopt met dit type visserij. De gevraagde overgangsmaatregelen zullen verder in de tijd moeten worden gespreid. Er is zeker een markt voor kleine beroepsvaartuigen, daar er vorige zomer een vijftiental opereerden vanuit de jachthavens van Nieuwpoort ( voornamelijk Nederlandse beroepsvaartuigen uit Breskens). In België zijn de voorwaarden (nog) te streng om een dergelijke vloot op te bouwen. Verscheidene vogel- en vissoorten leven van de teruggooi en de bodemberoering van de vissersvaartuigen. We moeten opletten dat we de bodem niet overbeschermen, zodat de biodiversiteit daalt. Het voedsel voor de vogels is terug te vinden in de teruggooi van ondermaatse vis en benthos die meekomt naar de oppervlakte; het voedsel voor de vissen in de teruggooi en het omwoelen van de zeebodem, waarbij wormpjes en kleine voedseldeeltjes vrijkomen.

3: Ook volledig nieuwe vissersvaartuigen zouden in de zone 1 van artikel 6 § 1, 1° moeten kunnen vissen op garnaal, mits rolsloffen en zeeflap. Daarbovenop willen we echter ook de mogelijkheid voorzien dat nieuwe professionele vissersvaartuigen zone 1 mogen bevissen voor garnaal aan dezelfde voorwaarden (rolsloffen en zeeflap) als de bestaande. Momenteel bestaat er geen enkele techniek om garnalen te vissen zonder bodemberoering. De verbeterde technieken met rolslof verminderen de bodemberoering, maar sluiten ze nog niet uit. Voor de gewone visvangst kan bij nieuwe professionele vissersvaartuigen een niet-bodemberoerende techniek als voorwaarde in de zone 1 gesteld worden. Deze vissersvaartuigen kunnen dan met bodemberoerende vistechnieken andere visgronden opzoeken, waar deze wel toegelaten is. Verscheidene vogel- en vissoorten leven van de teruggooi en de bodemberoering van de vissersvaartuigen. We moeten opletten dat we de bodem niet overbeschermen, zodat de biodiversiteit daalt. Het voedsel voor de vogels is terug te vinden in de teruggooi van ondermaatse vis en benthos die meekomt naar de oppervlakte; het voedsel voor de vissen in de teruggooi en het omwoelen van de zeebodem, waarbij wormpjes en kleine voedseldeeltjes vrijkomen. 4: Er ontstaat onduidelijkheid over de vernieuwingsbouw en vervanging van bestaande vissersvaartuigen. Voorstel is om dit duidelijk in het KB op te nemen dat de rechten en voorwaarden tot vissen overdraagbaar zijn. We juichen toe dat de bestaande vaartuigen hun vaartuig kunnen vervangen. Evenwel willen we wijzen op de tegenstelling tussen artikel 6 §1. 1° van het ontwerp KB en bijlage 2 – p.35 waarbij bijkomende of vernieuwde vaartuigen moeten werken met niet-bodemverstorende technieken. Ons standpunt is dat vernieuwde of vervangingsnieuwbouw dezelfde rechten zouden moeten kunnen behouden als de bestaande. Nieuwe vaartuigen( mits vernieuwbouw of vervanging van bestaand vaartuig) en bestaande vissersvaartuigen mogen dan in de zone 1 van artikel 6 § 1, 1° op vis jagen met boomkor met rolsloffen en op garnaal met boomkor met rolsloffen en zeeflap. Gevraagd/voorgesteld wordt: - dat de bestaande vaartuigen hun vaartuig kunnen vervangen met behoud van de bestaande rechten; - dat bij vernieuwing van een vaartuig of vervangingsnieuwbouw de bestaande rechten worden behouden; - dat bij opsplitsing van een bestaand vaartuig in meerdere vaartuigen, onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een maximum bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage, dezelfde rechten moeten worden behouden, dat dit beter expliciet vermeld wordt in de wettekst; - dat in zone 1 van artikel 6 § 1, 1° voor de visserij op garnaal met bodemberoerende visserijtechniek nieuwe vissersvaartuigen die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto Gemeenteraad dd. 29 augustus 2013

-blz

58

tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage mogen vissen met de rolslof en de zeeflap, dat dit volgens het ontwerp niet voorzien wordt, maar wel gewenst is; - dat in deze zone 1 voor de visserij op garnaal met bodemberoerende visserijtechniek nieuwe vissersvaartuigen, in vernieuwbouw van een bestaand of ter vervanging van een bestaand vaartuig, die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage mogen vissen met de rolslof en de zeeflap; - dat in deze zone 1 voor de visserij op garnaal met bodemberoerende visserijtechniek bestaande vissersvaartuigen die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage mogen vissen met de rolslof en de zeeflap; - dat in deze zone 1 voor de visserij op vis nieuwe vissersvaartuigen, die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage, mogen vissen met nietbodemberoerende visserijtechnieken; - dat in deze zone 1 voor de visserij op vis nieuwe vissersvaartuigen in vernieuwbouw van een bestaand of ter vervanging van een bestaand vaartuig, die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage, mogen vissen met de boomkor met rolslof en niet bodemberoerende visserijtechnieken; - dat in deze zone 1 voor de visserij op vis bestaande visserijvaartuigen, die vallen onder de voorwaarden van het klein vlootsegment met een bruto tonnenmaat van 70 Bruto Tonnage, mogen vissen met de boomkor met rolslof en niet bodemberoerende visserijtechnieken; 5: We vragen om ook in zone 1 van artikel 6 § 1, 1° een overgangsperiode van 3 jaar te voorzien, net zoals in de natuurbeschermingszone 2. We vragen in de zone 1 van artikel 6 § 1, 1°, zoals ook voorzien in de zone 2, een overgangsperiode van 3 jaar waar bestaande visserijtechnieken nog zijn toegelaten. Dit om de vissers toe te laten zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Hoofdstuk 2 – Afdeling 1 – Artikel 6 § 1, 2° 6: Er ontstaat onduidelijkheid over de definities van de verschillende vistechnieken. Voorstel is om dit duidelijker in het KB op te nemen. In die context wensen we tevens de tabel van bijlage 1 – p84 onder de loep te nemen: geen bodemberoering

alternatieve technieken

bodemberoering

Warrelnetten kieuwnetten potten lijnen fuiken

pulskor garnalen pulskor platvis Licht bordennet

boomkor bordennet (otter trawl) alternatieve boomkor garnalenkor sumwing

Naar onze mening klopt deze tabel niet met de definities die vooraan in het ontwerp-KB worden weergegeven. Ons tegenvoorstel is volgende tabel in de bijlage 1 op te nemen: PASSIEVE VISSERIJ Geen bodemberoering

Warrelnetten Gemeenteraad dd. 29 augustus 2013

ACTIEVE VISSERIJ Bodemberoerende visserijtechnieken (die het bodemhabitat verstoren door het slepen van vistuig over de bodem) Alternatieve Klassiek (met aanpassingen met als doel (die geen aanpassingen

-blz

59

kieuwnetten potten lijnen fuiken

de impact op de bodem te hebben met al doel de impact verminderen) op de bodem te verminderen) Pulskor garnalen Boomkor Pulskor platvis* Bordennet Licht bordennet Garnalenkor Alternatieve boomkor Sumwing Garnalenkor met rolsloffen Onder rolslof wordt verstaan: iedere constructie die tot doel heeft te verhinderen dat de boomkor of gelijkaardig bodemcontact heeft. 7: Het is ons niet duidelijk dat pulskorvisserij (op de platvis) geen destructieve werking geeft op de vissoorten. We vragen om verder wetenschappelijk onderzoek te verrichten om het milieu(on)vriendelijk karakter van het elektrische pulsvissen te onderzoeken, gezien de slechte ervaringen met gekwetste en gewonde vissen door de (Nederlandse) vissersvaartuigen, die in Belgische wateren opereren. Het zou een goede voorzorgsmaatregel zijn om dergelijke pulskor voor platvis te weren uit Belgische wateren in afwachting van een wetenschappelijk studie, die de milieu-impact op korte en lange termijn van dergelijk systeem bewijst. Alternatieven die milieuonvriendelijker zijn dan de huidige klassieke methoden moeten geweerd worden. Hoofdstuk 2 - Afdeling 3 – Artikel 8 §5 . 8: Er wordt te veel ruimte door een mogelijks energie-atol ingenomen van de zee, waarbij de visserij uit deze gebieden geweerd wordt. Er dienen garanties opgenomen te worden in het KB dat de visserij voldoende ruimte en kansen krijgt. Het ontwerp stelt voor om 2 zoekzones te voorzien om installaties te bouwen die werken op basis van elektrisch gegenereerde waterkracht en gericht zijn op de opslag van energie mogelijk te maken. In bijlage 2 – p.25 wordt voorgesteld dat de nieuwe reservatiezone voor energie-atol voor de kust van Blankenberge-De Haan; voor maximaal 1/3 van het aangewezen gebied kan een concessie verleend worden. Ons voorstel is om beide zoekzones te behouden, maar slechts 1 installatie toe te laten. De toegelaten oppervlakte van 1 installatie zou dan maximaal 1,5 x 2,5km bedragen, zoals medegedeeld op de hoorzitting in Oostende op 9/7/2013. Ons voorstel is om dit pas mogelijk te maken als de 4,5 mijlszone voor de visserij van het klein vlootsegment volgens de Vlaamse definitie met een bruto tonnenmaat van maximum gelijk aan 70 Bruto Tonnage een feit is. In die zin wordt er een garantie opgelegd dat de verloren visgronden voor de oprichting van het energie-atol op voorhand zal gecompenseerd zijn. We zien het oprichten van een energie-atol zeker als een opportuniteit om natuurwaarden uit te breiden en te versterken. In het bijzonder denken we dan aan broedzone van de meeuwen en een rustplaats voor de zeehonden. Hoofdstuk 2 - Afdeling 7 - Art. 12. §1. 9: Er wordt te veel ruimte door een experimentele realisatie ingenomen van de zee, waarbij de visserij uit deze gebieden geweerd wordt. Er dienen garanties opgenomen te worden in het KB dat de visserij voldoende ruimte en kansen krijgt. In het KB-ontwerp wordt de mogelijkheid beschreven van een experimentele realisatie, ter hoogte van een zone ter hoogte van de Broersbank met een rondvormig gebied met een straal van 1 nautische mijl. De beschrijving van wat hier mag en kan gebeuren is nogal vaag. Indien ook hier visgronden verloren zouden gaan omwille van vaste constructies of omwille van verbod van zeevaart, of dergelijke, zouden


-blz

60

we willen vragen om de grens voor de visserij van het klein vlootsegment volgens de Vlaamse definitie met een bruto tonnenmaat van maximum gelijk aan 70 Bruto Tonnage nog verder zeewaarts te verleggen dan de 4,5 mijlsgrens. Gecumuleerd met de 4,5-mijlszone van hoofdstuk 2 – afdeling 3 – artikel 8 § 5 zou dit dan 6 mijl mogen zijn. Hoofdstuk 2 - Afdeling 10 – Artikel 15 § 1 10: Er wordt niet gesproken over strandvisserij, terwijl dit ook in de zeewaartse richting van de basislijn ligt. Graag een verduidelijking hierover, zodat de strandvisserij verder kan beoefend worden. We nemen akte van het feit dat strandvisserij niet wordt genoemd in dit ontwerp. Ook het vissen in zee vanop diverse vaste constructies, verbonden met het vasteland, zoals pieren, golfbrekers, staketsels, strand,… komt niet ter sprake. Onder dit soort recreatieve visserij verstaan wij ook: het kruien, garnaalvissen te paard, hengelen, steeknetten, kruisnetten, het uitzetten vanaf het strand van netten of lijnen met haken in een zone gelegen tussen de hoogwaterlijn en de denkbeeldige lijn 150 m zeewaarts gelegen van de laagwaterlijn,… waarbij de gevangen vissoorten niet gecommercialiseerd mogen worden. We gaan er dan ook van uit dat deze niet ter discussie staan en verder toegelaten zijn, zoals de wetgeving dit momenteel anno 2013 voorziet. We wijzen er op dat we voorstander zijn om recreatieve warrelnetvisserij op zee, waarbij de netten aangebracht worden met vaartuigen, algemeen verboden wordt. 11: In het ontwerp is zone 1 van artikel 6 § 1, 1° niet meer toegankelijk voor recreatieve garnaalvissersvaartuigen (vrijetijd en vissersfolklore) met bodemberoerende technieken. Voorstel is om zone 1 open te stellen voor de bestaande recreatieve garnaalvissersvaartuigen, maar met randvoorwaarden. Een voorbeeld van randvoorwaarden: maximum 1 nautische mijl uit de basislijn gedurende de periode 15 augustus tot 31 oktober. 12: Opmerkingen uit hoofde van ruimtelijke ordening: - er dient rekening gehouden te worden met de contouren van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Strand en Dijk Nieuwpoort-Koksijde goedgekeurd bij ministerieel besluit van 19 september 2005; - er dient rekening gehouden te worden met de contouren van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur, regio KustPolders-Westhoek, Natuur- en landbouwgebieden “Strand Middenkust-West” goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van 24 april 2009; Vlaamse regering van 24 april 2009; Art.2.-

Kennis van dit besluit te geven aan Vlaams Minister-President Kris Peeters, DG Leefmilieu Dienst Marien Milieu van het FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, aan de dienst economie, landbouw en visserij, Gemeente De Panne, Gemeente Koksijde en aan de cel stedenbouw.

Bij de behandeling van dit punt stelt raadslid Rathé dat het niet klopt dat de Nieuwpoortse visserij niet werd betrokken bij de opmaak van het plan zoals in de tekst wordt gesteld, gezien een delegatie werd ontvangen door minister Vandelanotte. Voorts vraagt het raadslid om extra aandacht te besteden aan milieuvriendelijk vissen door bijvoorbeeld geen bodemberoerende technieken toe te laten. Raadslid Priem vraagt een afschrift van het besluit te sturen aan minister-president Kris Peeters.

37

AANKOOP NETWERKMATERIAAL NIEUW RUSTHUIS.

De Raad, Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 §1 van het gemeentedecreet; Gemeenteraad dd. 29 augustus 2013

-blz

61

Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren; Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 algemene uitvoeringsregels; Gelet op het raadsbesluit dd. 5 juli 2012 houdende de toetreding tot het IT raamcontract van de stad Kortrijk; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van de stad Kortrijk dd. 19 december 2012 waarbij de opdracht Lot 1 van het IT-aankoopcontract 2013-2017:"levering en installatie van basishard- en software en assistentie van specialisten en techniekers" werd gegund aan de nv Realdolmen A. Vaucampslaan 42 1654 Huizingen; Overwegende dat in het nieuwe rusthuis van het OCMW van Nieuwpoort, momenteel geen netwerkmateriaal voorzien is voor de aansluiting naar het stadhuis of netwerkapparatuur in het gebouw; Overwegende dat de 8 netwerkkasten in het rusthuis op diverse locaties zijn geïnstalleerd en er enkel glasvezelverbinding tussen de kasten beschikbaar is; Gelet op het bestek INF02-2013: aankoop netwerkmateriaal nieuw rusthuis; Overwegende dat na het installeren van een degelijke netwerkinfrastructuur in het serverlokaal in het nieuwe rusthuis de backup-site kan gebruikt worden voor het serverpark in het stadhuis; Overwegende dat de dienst informatica voorstelt om diverse switchen en glasvezelmodules aan te kopen; Overwegende dat de geschatte kostprijs voor deze aankoop € 50.000,00 (BTW incl.) bedraagt; Overwegende dat we kunnen gebruik maken voor deze aankoop van het IT-aankoopcontract van de regio Kortrijk; Overwegende dat voorgesteld wordt om de opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure met Europese bekendmaking; Overwegende dat er geen kredieten voorzien zijn; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Het bestek tot het aankopen van netwerkmateriaal voor het nieuwe rusthuis goed te keuren.

Art.2.-

De kostprijs van de opdracht te ramen op € 50.000 (BTW incl.);. De opdracht te gunnen bij onderhandelijksprocedure met europese bekendmaking;

Art.3.-

De kosten voor deze aankoop door te rekenen aan het O.C.M.W van Nieuwpoort.

Art.4.-

Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd rekenen belastingdienst, de wd. financieel beheerder, aan het afdelingshoofd technische dienst en de systeembeheerder.

38

GOEDKEURING OVEREENKOMST PROJECT STUDIEONDERSTEUNING.

De Raad, Gelet op art. 42,43 en 252 van het gemeentedecreet; Gelet op het raadsbesluit dd. 27 juli 2010 houdende de goedkeuring van de verlenging van het project studieondersteuning voor de periode 1 september 2010 t/m 31 augustus 2011; Gelet op het raadsbesluit dd. 25 augustus 2011 houdende de goedkeuring van de verlenging van het project studieondersteuning voor de periode 1 september 2011 t/m 31 augustus 2012;


-blz

62

Gelet op het raadsbesluit dd. 6 november 2012 houdende de goedkeuring van de verlenging van het project studieondersteuning voor de periode 1 september 2012 t/m 31 augustus 2013; Overwegende dat de overeenkomst project studieondersteuning tussen de VZW Golfbreker en het Stadsbestuur van Nieuwpoort vervalt per 1 september 2013; Overwegende dat het project als doelstelling heeft om kinderen met schoolse vertraging in hun te gezinnen te begeleiden; Overwegende dat het dagelijks beleid van het project zou worden waargenomen door mevrouw Trui Willaert, coördinator van de VZW en dit in samenwerking met de Stad Nieuwpoort, het LOP en de betrokken onderwijsinstellingen; Overwegende dat voor de uitvoering van dit project het stadsbestuur een halftijds personeelslid en de nodige werkingsmiddelen (bureel, …) ter beschikking stelt; het stadsbestuur ook de diverse kosten met betrekking tot dit project ten laste neemt (verplaatsingskosten, vormingskosten, …); Overwegende dat de gemeenteraad dient te beslissen inzake de verlenging van het project met één jaar; BESLUIT BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

De overeenkomst project studieondersteuning tussen VZW Golfbreker en Stad Nieuwpoort goed te keuren.

Art.2.-

Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd rekenen belastingdienst, de wd. financieel beheerder, de personeelsdienst, het LOP en VZW Golfbreker.

Vervoegt de zitting: Greet Ardies-Vyncke, Raadslid.

39

VRAGEN RAADSLEDEN 1) Schepen Els Filliaert-Vanlandschoot deelt mee dat dit de eerste zitting van de raad was die bijna volledig digitaal verliep. 2) Raadslid Rathé deelt mee dat er veel klachten zijn omtrent het betalend parkeren. Zo krijgen de mensen geen tijd om een ticket te nemen, zijn de parkeerwachters onbeleefd. Het raadslid vraagt wanneer de vergadering van de commissie hieromtrent doorgaat. De Burgemeester antwoordt dat wanneer men een boete krijgt men inderdaad meestal niet welgezind is hiermee. 3) Raadslid Rathé deelt mee dat er dringend werk dient gemaakt te worden van de vervanging van één van de ambulances. De Burgemeester deelt mee dat 1 ambulance voldoende is en dat er een kosten-batenanalyse e zal gemaakt worden van de inzet van een 2 ambulance. De Burgemeester wijst op de verantwoordelijkheid van de buurgemeenten gezien veel van de ritten van onze dienst 100 plaatsvinden in Koksijde of Middelkerke. 4) Raadslid Lemaire deelt mee dat men in de Markstraat niet meer overal even vlot doorkan op het voetpad. De Burgemeester deelt mee dat de politie moet optreden. 5) Raadslid Slembrouck herhaalt haar vraag naar het voorzien van een openbare wc. 6) Raadslid Priem vraagt hoeveel offertes reeds werden ingediend voor de overheidsopdracht tot het bouwen van het bezoekerscentrum. De Secretaris deelt mee dat dit zal moeten nagezien worden.

De openbare wordt opgeheven en de besloten zitting aangevangen.

40

BRANDWEER: ONTSLAG BRANDWEERMAN VERMOTE JURGEN.

De Raad,


-blz

63

Gelet op art. 27, 42, 43 en 253 § 1 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet dd. 15 mei 207 betreffende de civiele bescherming; Gelet op het koninklijk besluit van 8 november 1967, houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand; Gelet op het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten; Gelet op het raadsbesluit dd. 18 oktober 2010 houdende de vaststelling van het grondreglement van de brandweer; Overwegende dat de gemeenteraad dd. 29 november 2004 de heer Jürgen Vermote per 1 december 2004 heeft aangesteld als brandweerman-stagiair; Overwegende dat de gemeenteraad dd. 17 maart 2005 de heer Jürgen Vermote per 1 januari 2005 heeft aangesteld als brandweerman vrijwilliger bij het stedelijk korps; Overwegende dat de heer Jürgen Vermote in 2010 gemeld heeft aan het brandweerkader dat hij, om persoonlijke redenen, ruim één jaar lang minder beschikbaar zou zijn voor de brandweer; Overwegende dat de heer Jürgen Vermote in 2010 en 2011 voldoende oefeningen en interventies deed om te kunnen blijven functioneren als brandweerman; Overwegende dat de heer Jürgen Vermote in 2012 op 2 van de 20 verplichte oefeningen aanwezig was; Overwegende dat van de leden gevraagd wordt om minimum 40 %, op jaarbasis, beschikbaar te zijn voor de brandweer. Dit om steeds over voldoende personeel te beschikken om te kunnen voldoen aan de oproepen voor branden en interventies; Overwegende dat Jürgen Vermote tussen 1 januari 2012 en 31 december 2012 slechts 3,26 % of 286,67 uren beschikbaar was voor het korps en hij 96,74 % of 8497,33 uren onbeschikbaar was; Overwegende dat de afwezigheid van de heer Jürgen Vermote als oorzaak heeft: het niet wonen in een straal van 5 km rond de brandweerkazerne; Overwegende dat, indien de heer Jürgen Vermote terug in een straal van 5 kilometer rond de brandweerkazerne komt wonen, hij opnieuw kan aangeworven worden door de gemeenteraad gezien de heer Jürgen Vermote beroepsbrandweerman is in het korps van Oostende; Overwegende dat, onverminderd de bevoegdheden van de burgemeester, de dienst wordt geleid door de officier-dienstchef. Deze draagt, in het raam van het grondreglement, van het reglement van orde en van de onderrichtingen die hem door de burgemeester worden verstrekt, de verantwoordelijkheid voor de organisatie, de goede werking en de tucht van de dienst; Overwegende dat de heer Jürgen Vermote niet meer voldoet aan de voorwaarden vermeld in het grondreglement in het bijzonder art. 23.4.: het ambt van de leden-vrijwilligers van de dienst eindigt door ontslag van ambtswege: dit ontslag vindt plaats op initiatief van de indienstnemende overheid, wanneer de betrokkene de in art. 10 § 2 punt 1 t/m8 gestelde voorwaarden niet langer vervult; Overwegende dat de heer Jürgen Vermote niet meer voldoet aan art 10 § 2: woonachtig zijn in een straal van 5 kilometer rond de brandweerkazerne; BESLUIT BIJ GEHEIME STEMMING EN BIJ EENPARIGHEID: Art.1.-

Jürgen Vermote van ambtswege eervol te ontslaan, per 1 september 2013, als vrijwillig brandweerman bij de stedelijke brandweer;

Art.2.-

Hem te danken voor zijn inzet voor de veiligheid van de Nieuwpoortse bevolking.

Art.3.-

Kennis van dit besluit te geven aan FOD Binnenlandse Zaken Civiele veiligheid directie toezicht, Leuvense Weg 1 1000 Brussel, de betrokkene, de brandweerbevelvoerder, het diensthoofd personeel, het secretariaat en Dexia.

Geen andere punten meer te behandelen zijnde, wordt de zitting opgeheven.


-blz

De Secretaris,

De Voorzitter,

Benoit Willaert.

Jos Decorte.


64

NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING OP 29 AUGUSTUS HERSAMENSTELLING BIBLIOTHEEKRAAD ADVIESRAAD VOOR SENIORENBELEID AANSTELLING

Recommend Documents