NOTULEN OVERLEG KW MET DE VAKBONDEN
Beatrixzaal, Marinebasis Parera
7 april 2011
Aanwezig:
ABVO SEPPA STrAF/ACOM KW
: : : :
Notulist:
KW
: mevrouw N. Zink
13:00 uur – 15:00 uur
mevrouw A. Thodé E. Marlin, mevrouw J. Kelly-Van der Bliek O. Faneyte, L. van der Hulst BRIGGENMARNS D. Swijgman (DKW, voorzitter), J. Schreuder (PDKW), R. Eleonora (HP&S), KLTZA C. Kuiper (HE&O)
1. Opening DKW opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. DKW neemt een uitnodiging voor de viering van het 75 jarig bestaan van de ABVO in ontvangst. DKW geeft aan zelf niet bij de viering aanwezig te kunnen zijn maar zegt toe een afgevaardigde van de KW te zullen zoeken. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Mededelingen STrAF/ACOM: de heer Faneyte geeft aan dat de heer Van Lamoen verhinderd is voor het overleg. De heer Van der Hulst geeft aan dat in een brief aan de Minister Raad gesproken wordt over het Jaarplan KW 2011. De heer Van der Hulst vraagt namens STrAF/ACOM inzage in het Jaarplan 2011. DKW gaat hiermee akkoord. De heer Van der Hulst geeft aan dat tijdens het overleg van 16 februari jl. twee zaken zijn afgesproken die hij graag op de actiepuntenlijst zou willen zien. Het betreft de bespreking van de IKO nieuwe stijl en het voorleggen van het examenreglement IKO aan de bonden. ABVO: mevrouw Thodé excuseert de heer Calmes die niet aanwezig is in verband met andere verplichtingen. KW: DKW deelt mee dat twee lokale Kustwachters in NL zijn geslaagd voor de opleiding tot Sensoroperator. Die twee medewerkers volgen momenteel een specifieke opleiding op de Dash. DKW hoopt dat deze twee medewerkers zullen worden gezien als rolemodel en dat meer werknemers hun voorbeeld zullen volgen.
1
Overleg Kustwacht en Vakbonden 7 april 2011
3.
Goedkeuren notulen 9 december 2010
Tekstueel -. Naar aanleiding van -. Het verslag wordt goedgekeurd.
4. Actiepuntenlijst Stand van zaken per 7 april 2011: 12 Certificering KW opleiding: de KW heeft een uitnodiging ontvangen van het Opleidingsinstituut Rechtshandhaving en Veiligheidszorg (ORV) om te praten over mogelijkheden voor samenwerking. Het ORV wordt mogelijk erkend als SBO. Wellicht zou de IKO onder auspiciën van de ORV erkend kunnen worden. In een volgend overleg zal hierover worden teruggekoppeld. Er wordt aangegeven dat een eerste opleiding wordt gestart voor mensen uit BON en SXM onder leiding van het voormalige PVNA. De KW is ook uitgenodigd om enkele modules gezamenlijk te volgen. Voor de KW kwam de uitnodiging te vroeg. Wellicht kan de IKO in de toekomst een aantal modules volgen waarmee ze op die onderdelen gelijkgesteld worden aan Douane en Politie. De KW blijft betrokken bij de ontwikkelingen. De heer Marlin vraagt hoe het staat met de betrokkenheid van de KW bij plannen om op AUA een gezamenlijke opleiding op te zetten voor de justitiële keten. DKW geeft aan dat hij aan de Minister van Justitie en mevrouw Tromp heeft aangegeven dat de KW hier graag over wil meedenken. De Minister had echter de mogelijkheid nog niet in beschouwing genomen. DKW geeft aan dat het wellicht zou helpen als ook de bonden de Minister blijven wijzen op deze mogelijkheid. Gerelateerd aan het onderwerp benadrukt de heer Van der Hulst het belang van een nieuw examenreglement dat, conform de afspraak van 16 februari 2011, aan de bonden zou worden voorgelegd voordat de nieuwe IKO van start gaat. De heer Van der Hulst vraagt of de KW in het kader van de erkenning van de IKO de ESF-gelden in beschouwing heeft genomen. PDKW geeft aan dat die mogelijkheid wel in beschouwing is genomen maar dat de KW daar bij zijn weten niet voor in aanmerking komt. PDKW geeft aan dat hij de mogelijkheden andermaal zal inventariseren. 10.08.03 RI&E: PDKW geeft aan dat er op 24 maart 2011 een vergadering van de GMR heeft plaatsgevonden waaruit bleek dat de leden GMR nog niet geheel uit de voeten konden met de aan hun voorgelegde adviesaanvragen. PDKW heeft naar aanleiding hiervan het CAOP verzocht om dit aspect op te nemen in de volgende opleidingsronde. Ten aanzien van Integriteit is vooralsnog besloten door te gaan met het huidige beleid tot het advies van de GMR gereed is. 03.10.08 College van advies/Geschillencommissie MZR: de heer Ys is benaderd om samen met de heer Sikkel zitting te nemen in de Geschillencommissie. Aangezien dit onderwerp voor het Land kennelijk minder prioriteit heeft, stelt de KW voor om mevrouw L. Dindial voor te dragen als voorzitter van de commissie. Mevrouw Thodé vraagt waarom er niet eerst wordt nagegaan of het Land zelf geen kandidaat heeft. DKW geeft aan dat hij hierbij vertraging voorziet in de procedure. De heer Van der Hulst geeft aan dat het niet klopt dat het Land iemand moet voordragen als voorzitter. Volgens het Besluit is het aan de 2 leden om de onafhankelijke voorzitter te benoemen. DKW stemt hiermee in en stelt voor dat de beide kandidaten vóór juni 2011 iemand benoemen, zodat de Geschillencommissie voor de zomervakantie is vastgesteld. De heer Van der Hulst zegt toe de vertegenwoordiger van de bonden daarop te zullen wijzen. 09.10.13
Vaar- en vliegtoelagen / WRR cutters: PDKW heeft de commandanten van de 2
Overleg Kustwacht en Vakbonden 7 april 2011
cutters aangesproken op hun verantwoordelijkheid om de veiligheid aan boord te waarborgen in relatie tot de werk- en rusttijden. PDKW heeft HR&L verzocht om te inventariseren hoe ketenpartners en soortgelijke bedrijven met dit aspect omgaan. PDKW heeft in antwoord op zijn verzoek input ontvangen, maar is nog niet in staat geweest de input te analyseren. PDKW benadrukt dat er in ieder geval aandacht is voor veiligheid en dat de commandanten bezig zijn om samen met de bemanning dit vraagstuk op te pakken. 12.10.14 MR/WEF: HE&O geeft aan dat de door de MR/GMR opgegeven budget erg veel geld betreft, zonder een goede onderbouwing. De afdeling FEZ zal met de MR/GMR gaan praten om tot een onderbouwd budget te komen. Ten aanzien van de kosten voor het extern vergaderen van de MR/GMR geeft de heer Van der Hulst aan dat die voorkomen kunnen worden. Volgens de heer Van der Hulst moet de MR/GMR zichtbaar zijn voor de achterban en daarom bij voorkeur juist intern, op of nabij de werkplek moet vergaderen. DKW geeft aan vóór het zomerverlof een budget voor MR/GMR te willen vaststellen. Betreffende de vergoeding van de kosten van de bonden geeft DKW aan dit niet met het Presidium te hebben besproken. Omdat het Presidium nieuw is en te kampen heeft met allerlei ontwikkelingen en aanloopproblemen, acht DKW het niet opportuun om op dit moment dit onderwerp ter sprake te brengen. De heer Faneyte geeft aan dat bij een eventuele volgende deelname van de bonden aan een werk- of stuurgroep dergelijke zaken vooraf moeten worden vastgesteld. HE&O geeft aan dat dit dan in de instellingsbeschikking kan worden opgenomen. 12.10.15 Personeelsdossiers: HP&S geeft aan de betreffende circulaire niet te hebben gevonden. HP&S wil eerst de regels van de nieuwe landen raadplegen alvorens dit onderwerp te bespreken. HP&S geeft aan voornemens te zijn in juni 2011 dit onderwerp te willen bespreken en aan de hand van het vigerende protocol en autorisaties een DVKW te willen opstellen.
5. Update Personeelsbeleidsplan HP&S geeft een toelichting op het stuk ”Stand van zaken actiepunten 2010 uit Beleidskalender Personeel en Scholing”. Actiepunt 2.2.2 HP&S geeft aan dat actiepunt 2.2.2 geel gearceerd moet zijn aangezien de actie nog niet is gerealiseerd. Actiepunt 3.2.1 HP&S zegt dat het eindrapport van de werkgroep Rechtspositie aan de landen is aangeboden. De heer Van der Hulst geeft aan dat het opmerkelijk is dat stukken betreffende de rechtspositie van medewerkers aan de landen worden aangeboden zonder dat de bonden hierover zijn geïnformeerd. DKW zegt toe betreffende stukken per ommegaande naar de bonden te zullen sturen. Actiepunt 3.1.4 De heer Faneyte vraagt of ook de mogelijkheden worden bezien om uitstromende medewerkers opleidingen te laten volgen die hen meer kansen bieden op de arbeidsmarkt. HP&S beaamt dit en geeft aan dat exit-opleidingen onderdeel zijn van het uitstroombeleid. De heer Faneyte zegt dat de mogelijkheid er inderdaad is, maar vraagt of medewerkers ook de gelegenheid hebben om die opleidingen te volgen. Als de KW een exit opleiding betaalt, maar de medewerker vervolgens zo inroostert dat hij geen kans heeft om de opleiding te volgen, dan heeft de medewerker er niets aan. DKW geeft aan dat een jaar voordat het contract van medewerkers vervalt zij de mogelijkheid krijgen om een opleiding te volgen. De organisatie moet ze hierbij zo veel mogelijk faciliteren. Maar de medewerker staat nog wel op de loonlijst om werk te verrichten en dat brengt de nodige frictie. DKW geeft aan dat daarin in samenspraak een modus voor moet worden gevonden. De heer Marlin geeft aan dat dit op AUA ter sprake is geweest en dat duidelijk moet worden wat de richtlijnen zijn ten aanzien van exit-opleidingen. De richtlijnen dienen bekendgemaakt te worden. DKW stelt voor deze richtlijnen vast te leggen in een DVKW. Op het moment dat de richtlijnen rond zijn voor de landen CUR en SXM zullen ze ook voor die landen worden vastgelegd. Actiepunt 4.2.3 HP&S geeft aan dat het opmaken van beoordelingen weer is uitgesteld door het land CUR. DKW geeft aan dit ongepast te vinden en hoopt dat hij daarin de instemming heeft van de bonden. De heer Van der Hulst antwoordt dat het in deze belangrijk 3
Overleg Kustwacht en Vakbonden 7 april 2011
is dat de werkgever in gesprek blijft met zijn personeel. Hij vindt het jammer dat er nog steeds rechtspositionele gevolgen worden gekoppeld aan beoordelingen. 6. Rechtspositie KW’er na ontmanteling HP&S licht het stuk “Overzicht gevolgen ontmanteling” toe. DKW verzoekt HP&S voor de volgende vergadering een versie aanduiding op het overzicht op te nemen zodat de progressie kan worden gevolgd. Ten aanzien van het onderwerp “Overleg met vakbonden” wordt opgemerkt dat het personeel van het land SXM zich verlaten voelt door de vakbonden. Mevrouw Thodé geeft aan dat de ABVO een filiaal heeft op SXM met een eigen bestuur. Die had contact op moeten nemen met het personeel om te laten weten dat ze ter beschikking staat van het personeel. De heer Faneyte geeft aan dat ook de STrAF contact heeft met de medewerkers.
7. Resultaten Picture onderzoek HP&S licht het onderwerp toe. De resultaten van het Picture onderzoek zijn besproken met het personeel. Uit deze gesprekken zijn actiepunten geëxtraheerd. De hieruit voortvloeiende actiepuntenlijst wordt elke 3 maanden besproken met de benoemde actienemer en staat op de aandachtspuntenlijst van de GMR. De heer Van der Hulst geeft aan het jammer te vinden dat de bonden de actiepuntenlijst niet ontvangen hebben. De heer Van der Hulst zou graag zien dat voor het volgende Vakbondenoverleg het resultaat van het werkbelevingsonderzoek plus de daaruit voortvloeiende actiepuntenlijst aan de bonden wordt aangeboden zodat inhoudelijk op het onderwerp kan worden ingegaan. De heer Faneyte zegt het te betreuren dat steeds de vergelijking met Defensie wordt gemaakt. De heer Faneyte zou graag zien dat voor een volgende keer een andere aanpak wordt gehanteerd dat meer gebaseerd is op de lokale setting. DKW geeft aan te overwegen voor de volgende keer (naar verwachting in 2012) een lokale organisatie in de hand te willen nemen om het onderzoek af te nemen. DKW vraagt of de bonden behoefte hebben aan uitgebreidere bespreking van het onderwerp. De heer Van der Hulst zegt dat het onderwerp in eerste instantie een GMR-zaak is, maar dat de bonden voor een volgend onderzoek het wel op prijs zouden stellen om ter info de actiepuntenlijst te ontvangen. DKW zegt toe dat PDKW in het volgende Vakbondenoverleg verslag zal doen van de stand van zaken van de actiepuntenlijst. 8. Formalisering Reisbesluit KW HP&S geeft een toelichting op het stuk. Met betrekking tot het gestelde in hoofdstuk 1, artikel 2b, vraagt de heer Van der Hulst wat de aanpak is bij detacheringen in verband met opleidingen van langer dan 1 jaar. HP&S geeft aan dat de landen de studieopdracht kennen. Hier gelden aparte regelingen voor. De studieopdracht wordt echter bij wijze van hoge uitzondering gebruikt. DKW geeft aan dat je in een besluit niet alle uitzonderingen kunt noemen. Mocht een uitzonderingssituatie zich voordoen dan zal in de geest van het besluit worden gehandeld. De heer Van der Hulst geeft aan het niet eens te zijn met het genoemde in hoofdstuk 3, artikel 27.4. De heer Van der Hulst verzoekt opname van een bepaling dat afwijkende vergoeding geldt bij termijn van langer dan 1 maand en de toevoeging van een kookcursus. DKW gaat hiermee akkoord. Er wordt afgesproken dat het besluit bij indexering of ingrijpende wijzigingen geëvalueerd wordt. Het stuk wordt door het overleg aangenomen en zal aan de landen worden aangeboden met een verzoek tot goedkeuring en vastlegging, met de mededeling dat de KW de medewerkers, vooruitlopend op deze goedkeuring, conform het besluit zal behandelen pending vastlegging door de landen. Als voorgenomen ingangsdatum voor het stuk geldt 7 april 2011.
4
Overleg Kustwacht en Vakbonden 7 april 2011
9. Voortgang WEF 2005 DKW koppelt terug over de behandeling van het WEF-rapport in de vergadering van het Presidium van de Kustwachtcommissie van 24 maart 2011. Tijdens dat overleg hebben twee van de landen aangegeven dat zij geen mandaat hadden van hun land om het stuk te accorderen. Hierdoor is enige onzekerheid ontstaan over het onderwerp en heeft het Presidium geen toestemming gegeven om alvast aan de reorganisatie te gaan werken. Tijdens het overleg in mei 2011 zal het stuk weer aan het Presidium worden voorgelegd met een duidelijker geformuleerde aanbiedingsnota. De voorzitter van het Presidium heeft de landen verzocht om bij het volgende overleg zorg te dragen voor voldoende mandaat. Zowel de heer Van der Hulst als de heer Faneyte geven aan de nodige moeite te zullen doen om de Presidiumleden te overtuigen van het belang van het stuk en de accordering ervan. 10. Rondvraag en sluiting De heer Faneyte vraagt of hij een opgave kan krijgen van de openstaande stukken bij van het land CUR, zodat hij hierover gericht contact kan opnemen met de personeelsdienst. De heer Van der Hulst geeft aan dat de brieven van de KW aan banken als aanvulling voor de aanvraag van leningen nog steeds niet afdoende zijn waardoor mensen leningen mislopen. HP&S geeft aan dat er inderdaad enkele gevallen zijn geweest die door de vingers zijn geglipt, maar dat de brieven inmiddels anders worden geformuleerd, waarbij wordt aangegeven dat de banken bij vragen naar hem worden doorverwezen.
DKW dankt alle aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering.
5