Notulen bijeenkomst Kenniskring IJsselmeervisserij en Kenniskring Binnenvisserij; thema wolhandkrab Datum: Tijd: Locatie:
04-07-2012 19:00 – 22:00 De Roef, Zuiderzeepad 1, Harderwijk
Aanwezig:
Derk Jan Berends (voorzitter Kenniskring IJsselmeervisserij, PO IJsselmeer), Durk van Tuinen (secretaris Kenniskring IJsselmeervisserij, PO IJsselmeer), Arjan Heinen (voorzitter Kenniskring Binnenvisserij, CVB), Wim Zaalmink (LEI), Ap de Wit (Samen Sterk), Koos de Jong (Visgroothandel De Jong), Patrick Schilder (VD 64), Bart Last (HN 2), Jan Last (HN 35), Annemiek Last (HN 35), Ruub Klop, K. Klop, Buis (EH 15), Michiel Kotterman (IMARES), Sjaak Vonk (Ministerie van EL & I), Stefan van Leeuwen (RIKILT), Ben Timmerman (GM 57), Wiebe Timmerman (GM 57), Jappie Spiekstra (Friese binnenvisserij), Postma, Marjan Bouman (Productschap Vis), Koorneef (HPA), Westerink (HK 17), Marja en Bert Bekendam (GM 18), Ton Bakker (LEI), Wouter Klaassen (EH 49), Klaassen (EH 49), Blok (EH 15), Sjaak Bakker (WR 293), Bert Rotgans (WR 43), Siemen Wigbout (WR 161), Wigbout (WR 161).
Afwezig m.k.:
Dhr. J. de Vries (HL 6)
Agenda: 1. 2. 3.
Opening. Vaststellen van de agenda. Vaststellen van de notulen Kenniskring IJsselmeer/Binnenvisserij 14.02.2011 thema krab. Bijlage 3. 4. Mededelingen en ingekomen stukken. 5. Wolhandkrab en dioxine · Wolhandkrab in de gesloten gebieden (Michiel Kotterman, IMARES) · Vervuiling PCB’s en dioxine buiten gesloten gebieden (Stefan van Leeuwen, RIKILT) · Beleidsvragen (Sjaak Vonk, EL&I) 6. Wolhandkrabvisserij 2012 – Dhr. D.J.T. Berends en Dhr. A. Heinen · Ontheffing periode september t/m november · Controleplan Pvis en G4S · Kosten controleplan 7. Marktperspectieven wolhandkrab – Dhr. T. Bakker 8. Beheer en wet- & regelgeving – Dhr. D.J.T. Berends en Dhr. A. Heinen · Proef ontsnappingsmechanismen aal · Maatvoering wolhandkrab (discussie) · Overige beheermogelijkheden 9. Wat verder ten tafel komt 10. Rondvraag 11. Sluiting
1. Opening
Derk Jan Berends opent de bijeenkomst om 19:00 uur en heet de aanwezigen welkom. Het thema van de kenniskringbijeenkomst is wolhandkrab. Voor dit onderwerp is gekozen omdat over een tweetal maanden de visserij op wolhandkrab wordt opengesteld voor aal vissers. Hiervoor is een ontheffing aangevraagd bij het Ministerie van EL & I en kunnen geïnteresseerde vissers zich op korte termijn aanmelden bij het Productschap Vis.
1
2. Vaststellen agenda.
Agenda wordt onder dankzegging vastgesteld.
3. Vaststellen van de notulen Kenniskring IJsselmeer/Binnenvisserij 14.02.2011 thema krab
De notulen zijn ter kennisneming toegezonden naar de genodigden, de notulen van de vergadering op 14 februari 2011 te Harderwijk zijn eerder vastgesteld tijdens de gezamenlijke kenniskringbijeenkomst op 14 november 2011 te Grou. De actiepunten worden behandeld op verzoek van mevr. Bekendam: AP 011-007:
AP 011-008: AP 011-009: AP 011-010: AP 011-011: AP 011-012: AP 011-013: AP 011-014: AP 011-015: AP 011-016:
Afgerond, Durk benoemt dat navraag is gedaan bij Imares naar de voorwaarden van een onderzoek naar de dichtheid van de wolhandkrabpopulatie in diverse gebieden. Een dergelijk onderzoek was te kostbaar voor de Kenniskring en kan op dit moment niet worden uitgevoerd door een tekort aan financiën. Vervalt, Derk Jan vertelt dat het controlerapport door G4S niet wordt afgegeven na herhaaldelijk verzoek. Afgerond. Afgerond. Afgerond, Derk Jan heeft dit kenbaar gemaakt bij desbetreffende instanties. Afgerond. Afgerond, Derk Jan beantwoordt dat betreffende partijen hier een andere mening over hebben en geen akkoord kan worden bereikt. Afgerond. Niet afgerond, actiepunt blijft staan. Afgerond.
4. Mededelingen en ingekomen stukken Geen
5. Wolhandkrab en dioxine
Derk Jan licht het agendapunt toe aan de aanwezigen en geeft dhr. Kotterman het woord om het onderzoek van Imares toe te lichten. · Wolhandkrab in de gesloten gebieden – dhr. Kotterman (IMARES) Kotterman licht toe dat het onderzoek is uitgevoerd door Imares in opdracht van het Ministerie van EL & I. Het doel van het onderzoek was om na te gaan welk deel van de krabben die in de gesloten gebieden worden gevangen schoon zijn om de economische verliezen voor de vissers te kunnen berekenen door het invoeren van de sluiting voortvloeiend uit de dioxine- en PCB vervuiling van de betreffende gebieden. Bij dit onderzoek zijn aselect wolhandkrabben gevangen en daaruit zijn de grote krabben gezocht. Ap de Wit vraagt of de krabben eerst zijn ingevroren voordat de monsters zijn genomen, Kotterman bevestigt dat dezelfde werkwijze is aangehouden als het onderzoek van 2010. De limiet vanuit voedselveiligheid is gesteld op 8 pico gram som TEQ per gram vlees voor een opengestelde visserij, in 2012 is de berekeningswijze aangepast en is tevens deze limiet teruggebracht naar 6,5 picogram. Uit de conclusies blijkt dat verhoudingsgewijs de mate van vervuiling toeneemt wanneer de krab vetter is. De gegevens bieden geen houvast voor een situatieanalyse in de gesloten gebieden. De mate van vervuiling is in grote lijnen afhankelijk van het gebied waar de krab opgroeit. Voor een beperkt deel van de krabben zijn de analyses uitgevoerd voor zowel het lichaamsvlees als voor het potenvlees, en voor een deel van alleen het lichaamsvlees, dit vanwege de bewerkelijkheid om het potenvlees te ontleden. Het dioxinegehalte in het potenvlees lager ligt dan het gehalte in het pantser (bruinvlees). In dit onderzoek zijn 107 wolhandkrabben geanalyseerd. De spreiding in resultaten is dusdanig groot dat het gemiddelde % krabben die wel aan de norm van 8 picogram voldoen 15 % is, met een betrouwbaarheidsinterval tussen 1 en 40 %. Wanneer nu het onderzoek opnieuw uitgevoerd zou gaan worden is de kans aanwezig dat er andere uitkomsten zijn die weliswaar in dit betrouwbaarheidsinterval liggen. Ap vraagt hoe de limiet is onderbouwd van 8 picogram TEQ? Dhr. Vonk beantwoord dat de limiet in 2012 is vastgesteld op 6,5 picogram in plaats van 8 picogram TEQ in 2011. Het bruine vlees wordt gemiddeld met het
2
witte vlees van de wolhandkrab. Vonk motiveert dat beide vleessoorten worden gegeten en conform voedselveiligheid dan hetzelfde percentage wordt gebruikt. Het gaat hier om cijfers waarop de vergoeding is gebaseerd voor vissers in vervuilde gebieden. Marja Bekendam vraagt of dezelfde cijfers gelden voor het feit of er wel of niet wordt gevist? Dhr. Vonk geeft aan dat het om andere cijfers gaat. Bert Bekendam licht toe dat de regeling rondom de aal wordt begrepen, iedereen dient vanaf 1 september te stoppen en dus zal ook in het IJsselmeer weinig of geen schiere paling, afkomstig van IJssel en Ketelmeer worden gevangen. De wolhandkrabvisserij wordt per gebied gesloten en de IJsselmeervissers mogen bijvoorbeeld doorvissen op krab welke van de rivieren afkomstig zijn en door de natuurlijke trek in het IJsselmeergebied terecht komen. Ap de Wit ontvangt data van het onderzoek van Imares van dhr. Kotterman (AP012-001). Ruub Klop twijfelt of daadwerkelijk zowel de poten als het lijf wordt gegeten? Tom Bakker komt hier op terug in de presentatie gericht op het marktonderzoek. Koos de Jong bestrijdt dat het bruine vlees wordt gegeten, dit blijkt uit de gesprekken die hij voert met zijn klanten. Dhr. Vonk geeft aan dat de Tweede Kamer bewust kiest voor voedselveiligheid en niet voor het economisch gewin voor de visserijsector. · Vervuiling PCB’s en dioxine buiten gesloten gebieden – Dhr. S. van Leeuwen (RIKILT) Stefan van Leeuwen behandelt de vervuiling van wolhandkrab van zowel binnen als buiten de gesloten gebieden. De monsters van het onderzoek zijn verzameld door IMARES, er is dus overlap met het onderzoek van dhr. Kotterman. RIKILT heeft een analyse gemaakt van zware metalen, dioxines en PCB’s die zich bevinden in de wolhandkrab. Daarnaast is er getoetst met de oude en nieuwe normen op het gebied van vervuilingscijfers. Het rapport wordt op korte termijn afgerond. Het merendeel van de bemonsteringslocaties ligt binnen de gesloten gebieden, enkele locaties in de schone gebieden. Het TEQ gehalte is een optelsom van de afzonderlijke wegingen van de verschillende dioxines, furanen en PCB’s. Deze vormen gezamenlijk het dioxinegehalte. Van Leeuwen geeft aan dat de gehalten dioxines en PCB’s ophopen in het bruine vlees in het lijf. Het vervuilingsgehalte wordt gemiddeld berekend tussen de verhouding lichaamsvlees en vlees uit de poten. De nieuwe normstelling van 6,5 picogram laat zien dat er een strenger beleid is op het gebied van voedselveiligheid, maar door een andere berekeningsmethodiek is het verschil t.o.v. de vorige norm niet groot. In tegendeel: voorlopige conclusie is dat de nieuwe TEQ’s 2005 leiden tot ongeveer 30% lagere gehalten in de wolhandkrab, waardoor de voedselveiligheids-norm iets gemakkelijker gehaald wordt. Dat is de reden voor de verlaging van de limiet tot 6,5 pg TEQ in 2012. Derk Jan dankt Stefan voor de presentatie maar geeft aan dat het ingewikkelde materie is voor de aanwezigen. Conclusie is dat het vlees uit de poten ruim voldoet aan de gestelde norm. Aan het vlees uit het lijf is geen EUnormstelling verbonden, er is gebruik gemaakt van een zogenaamd gewogen gemiddelde om het algemene cijfer te bepalen. Patrick vraagt waarom we in Nederland vooruit lopen op de regelgeving in Europa waar ze alleen het vlees in de poten meten? Dhr. Vonk geeft aan dat er is nagedacht over een consumentenadvies zodat er door kan worden gevist. Hier is niet voor gekozen omdat de waarden dermate hoog waren dat er een volksgezondheidsrisico was en blijft. Een onafhankelijk bureau heeft een negatief advies gegeven om de poten te scheiden die wel aan de norm voldoen. Brussel heeft vooralsnog niet met de Nederlandse werkwijze ingestemd, deze voldoet dus ook niet aan de Europese normen. Ap de Wit benoemt dat de Europese Commissie heeft aangegeven dat er ondanks een verzoek van de Nederlandse autoriteiten niet is ingestemd met het aangepaste voorstel van de Nederlandse overheid, dit was geen noodzaak. Nederlandse handelaren staan wel vrij om vervuilde krab vanuit andere Europese landen te importeren en te verhandelen. Ap vraagt daarnaast aan Kotterman waarom er op het Lauwersmeer geen nieuwe monsters zijn genomen na de eerste maal waaruit bleek dat er te hoge mate van vervuiling was vastgesteld. Dhr. Kotterman beantwoordt dat hij simpelweg geen krabben heeft ontvangen. · Beleidsvragen – Dhr. S. Vonk (Ministerie van EL & I) De aanwezigen hebben gelegenheid om aan dhr. Vonk vragen te stellen gericht op beleidsmatige zaken. Dhr. Klop vraagt waarom de gesloten gebieden niet onderbouwd zijn afgebakend, er zijn verschillen tussen
3
bijvoorbeeld de Ketelbrug en de Nieuwe Waterweg. Dhr. Vonk kan hier geen antwoord op geven. Derk Jan stelt een aantal vragen voor waarmee het Ministerie van EL & I verder kan en wellicht de visserij tegemoet kan komen: -
-
Welk deel van de krab wordt daadwerkelijk geconsumeerd en kan op basis van deze uitkomsten toch als aangepast product op de markt worden gebracht, desgewenst met een passend consumptieadvies (AP012-002). Vanwaar het verschil tussen de Europese landen in de wet- en regelgeving (AP012-003)?
Ap de Wit vraagt aan dhr. Vonk of de verhoogde waarden in andere gebieden uit het onderzoek van RIKILT consequenties hebben voor de visserij, deze gebieden zijn op dit moment namelijk nog open voor visserij. Dhr. Vonk beantwoordt dat er nog geen limiet is voor het bruine vlees, hiervoor is wel gepleit in Brussel. Brussel heeft de lidstaten gevraagd gegevens over TEQ gehalten in wolhandkrab aan te leveren. Uit voorzorgsprincipe zijn de gebieden in 2010 gesloten in overleg met de NVWA met de motivatie om de voedselveiligheid te waarborgen. Voor de sluiting gaat het ministerie vooralsnog uit van de koppeling met het gesloten gebied voor de aal. Leidend is dus de aanwezigheid van vervuilde waterbodems en niet de nu gevonden TEQ gehalten in de wolhandkrab. Dhr. Vonk benoemt dat de waarden in de gesloten gebieden nog zeker het dubbele zijn van de hoogste verkregen cijfers uit de nog open visserijgebieden. Wanneer er geen waarden worden verbonden aan het bruine vlees door de Europese Unie dan kunnen de gesloten gebieden mogelijk weer open worden gesteld. Dhr. Vonk noemt het geen goede situatie om alleen het witte vlees te meten in verband met de voedselveiligheid. Bert Bekendam licht toe dat ondanks het vangstverbod toch vervuilde krab op de markt komt uit andere gebieden. Vonk beantwoordt dat de open gebieden ook onder de loep zullen worden genomen. Ap de Wit merkt op dat het probleem van de hoge TEQ gehalten niet beperkt is tot het thans gesloten gebied. Van belang is dus om dit als visserijsector gezamenlijk op te pakken.
6. Wolhandkrabvisserij 2012 – Dhr. D.J.T. Berends en Dhr. A. Heinen Derk Jan geeft Arjan het woord om het e.e.a. toe te lichten over de ontheffing voor de wolhandkrabvisserij in het najaar van 2012. Arjan benoemt dat geïnteresseerde en deelnemende vissers zich tot 27 juli 2012 aan kunnen melden. Het verzoek van Heinen is om deelname zo snel mogelijk door te geven aan het Productschap Vis. Controlerende instantie G4S zal met drie personen de controles uitvoeren. De kosten komen uit op € 1.000 bij een deelname van dertig visserijbedrijven. Het totale kostenplaatje is € 30.000 en zal worden benut door G4S en het Productschap Vis. Derk Jan vraagt Arjan of het mogelijk is om het blokkenschema uit de spieringvisserij van het IJsselmeer te gebruiken voor de controle instantie G4S.Dit is een stuk makkelijker in te vullen dan coördinaten voor de vissers. Derk Jan en Arjan stellen het voor en geven op korte termijn antwoord (AP012-004).
7. Marktperspectieven wolhandkrab – Dhr. T. Bakker Tom Bakker geeft een presentatie over de marktperspectieven van de wolhandkrab. Wouter Klaassen benoemt dat de visserij op wolhandkrab reeds meer dan 20 jaar plaatsvindt waarbij economisch gewin voor de visserij wordt genoten. Koos de Jong benoemt dat de ingewanden niet worden gegeten, Tom geeft aan dat dit wel het geval is. De frequentie van het eten van wolhandkrab bedraagt enkele malen per jaar bij de Chinese consument. De vangst van wolhandkrab in Nederland valt samen met enkele feestdagen in China wat de export stimuleert. Koos benoemt dat maar liefst 95% van de wolhandkrab vangsten in Europa blijven bij Chinese gemeenschappen in diverse grote steden. Tom benoemt dat certificering kansen biedt voor de Nederlandse wolhandkrab. Derk Jan antwoordt dat certificering op dit moment niet voldoende kan worden gedragen door de sector door hoge kosten en onzekerheid over de continuïteit van deze vorm van visserij. Tenslotte wordt er verteld dat de wolhandkrab levend wordt verkocht, het verkopen van enkel de poten zal door de markt niet worden geaccepteerd.
4
Dhr. Koornneef legt het belang uit van een onderzoek naar de consumentengegevens omdat in het huidige advies van Bureau Risicobeoordeling is uitgegaan van een consumptiegetal van 50 maal per jaar. Dat is bijzonder onterecht omdat de wolhandkrab hoofdzakelijk in drie of vier herfstmaanden wordt gevangen en levend wordt verhandeld. Wellicht kan het rapport van Tom worden gebruikt desgewenst met uitbreiding van de eerder geformuleerde kennisvraag.
8. Beheer en wet- & regelgeving – Dhr. D.J.T. Berends en Dhr. A. Heinen · Proef ontsnappingsmechanismen aal De proef is opgezet naar aanleiding van een verzoek van het Ministerie van EL & I. Uit de rapportage van G4S is gebleken dat er in 2011 vrijwel geen paling is aangetroffen in de wolhandkrabvisserij in het najaar. De nVWA heeft te kennen gegeven wel bijvangst van aal te hebben aangetroffen. Hieruit is het verzoek naar voren gekomen om onderzoek te doen naar alternatieve ontsnappingsmechanismen. Er zal getest worden met drie alternatieven: 1. PVC buis in het achtereind van rond de 65 mm. 2. Alternatieve ruif/paneel 3. Achtereind geheel van maaswijdte 70 mm voorzien. De PO IJsselmeer zal een ontheffing aanvragen voor het onderzoek bij het Ministerie van EL & I (AP012-005). Doel is om te rapporteren welke wijze van ontsnappingsmechanisme het meest effectief is. De kosten zijn beperkt doordat begeleiding van een wetenschappelijke organisatie niet is vereist, wel dient een wetenschappelijke organisatie het rapport te reviewen. Deelnemers aan de proef zijn VD64 (Schilder), HN35 (Jan Last), WR43 en WR293 (Bakker en Rotgans), Peter Kooistra en Ruub Klop. · Maatvoering wolhandkrab (discussie) Eerder heeft een discussie plaatsgevonden in de Kenniskring om een minimummaat in te voeren voor de wolhandkrab. Koos de Jong heeft eerder aangegeven dat dit voor de handel van belang is. Durk legt uit dat er steeds meer alternatieven zijn waarbij kwekers kleine krab opkopen om deze zelf op te kweken. Voor de visserij zal een keuze moeten worden gemaakt welk standpunt wordt ingenomen. Wouter Klaassen stelt voor om niet op korte termijn te denken, kleine krab moeten we collectief laten lopen. Jan Last stelt dat er regels genoeg zijn, een extra regel zijn we niet bij gebaat. Koos stelt voor om onderzoek te doen naar het vangstmiddel, hierbij kun je al een redelijke scheiding maken in de sortering. Bakker benadrukt dat hierbij alleen afspraken worden gemaakt voor de drie maanden tijdens de najaar visserij. Ruub Klop stelt dan ook voor om ook afspraken te maken over kuitkrabben. Binnen de vergadering worden er geen concrete afspraken gemaakt over beheermogelijkheden.
9. Wat verder ten tafel komt Geen.
10. Rondvraag Derk Jan vraagt aanwezigen naar inbreng voor de rondvraag: Bert Bekendam: Kunnen we collectief geen grondels wegvangen in bepaalde gebieden tegen een nader te bespreken vergoeding? Wim zal beoordelen of deze vraag via een kennisdocument LEI kan worden beantwoord (AP012-006). Jan Last: We horen niks over het elektrisch vissen op aal op het IJsselmeer. Volgens de geruchten wordt er behoorlijk meer pootaal gevangen. Derk Jan vraagt na of we inzage kunnen krijgen in dergelijke gegevens (AP012-007).
11. Sluiting 5
Derk Jan sluit de bijeenkomt om 22:15 uur en wenst iedereen een wel thuis.
Besluiten/actielijst kenniskring IJsselmeer / Binnenvisserij Bijgewerkt t/m 6 juli 2012 Nr.: Datum: Besluit/actie: 011-015 14.2.2011 Kennisvraag beantwoorden: dioxine in wolhandkrab 012-001 6.7.2012 Bewerkbare data van het IMARES onderzoek toesturen aan dhr. A. de Wit 012-002 6.7.2012 Kennisvraag: Welk deel van de krab wordt daadwerkelijk geconsumeerd en kan op basis van deze uitkomsten toch het aangepaste product op de markt worden gebracht, desgewenst met een passend consumptieadvies? 012-003 6.7.2012 Kennisvraag: Vanwaar het verschil tussen de Europese landen in de wet- en regelgeving? 012-004 6.7.2012 Navragen of spieringprotocol (blokkenschema) voldoende is voor registratie gebieden aan G4S 012-005 6.7.2012 Ontheffing aanvragen voor onderzoek ontsnappingsmechanismen 012-006 6.7.2012 Navraag doen of verzoek van dhr. Bekendam kan worden verwerkt in een kennisvraag 012-007 6.7.2012 Navraag doen naar pootaalbemonstering op het IJsselmeer bij ATKB
Actie door: IMARES IMARES – dhr. Kotterman LEI
LEI Derk Jan en Arjan Durk Wim Zaalmink Derk Jan
6