Auteur: Opdrachtgever:
Daniëlle Smeets Kenniskring & Lectoraat Toerisme en Cultuur
1
Auteur: Opdrachtgever: Plaats:
Daniëlle Smeets (2042467) Kenniskring & Lectoraat Toerisme en Cultuur Maastricht
Stagedocent- en mentor:
De heer D. Horembach
Opleidingsinstituut: Opleiding: Stageperiode:
Hogeschool Zuyd Facility Management, afstudeerrichting Tourism- & Eventmanagement Februari 2008 – Juni 2008
Plaats en datum:
Maastricht, 9 juni 2008 2
6DPHQYDWWLQJ
Kenniskring en Lectoraat Toerisme en Cultuur wil een innovatief kenniscentrum zijn op het gebied van toerisme en cultuur ten behoeve van het maatschappelijk werkveld, waarbij de kenniskring functioneert als aanspreekpunt, en de docenten en studenten van de Hogeschool Zuyd. De kenniskring is de opdrachtgever van dit onderzoek.
&753RQGHU]RHN
Doelstelling Het verkrijgen van inzicht in cultuurtoeristisch gedrag van bezoekers aan Maastricht aan de hand van het CTRP-onderzoek als onderdeel van het internationale ATLAS-onderzoeksprogramma, waarbij aspecten als de aanleiding van het bezoek, motivatie, toeristisch profiel, verblijf en activiteiten, informatiebronnen en uitgaven de leidraad vormen. Probleemstellingen - Welke kenmerken bezitten cultuurtoeristen die de stad Maastricht bezoeken? - Welke verbanden kunnen ontdekt worden tussen deze kenmerken? - Welke overeenkomsten en verschillen zijn te ontdekken tussen de stad Maastricht en andere (internationale) steden die participeren in het CTRP-onderzoek?
De onderzoeksopzet/werkwijze van beide dit onderzoek ziet er als volgt uit: allereerst is de populatie van de onderzoeksfasen bepaald. Vervolgens is de onderzoeksaanpak vastgesteld, welke gevolgd is door het bepalen van de soort steekproef dat getrokken dient te worden en de steekproefomvang. Een logische vervolgstap is het vaststellen van de onderzoeksmethode en de onderbouwing van de field research. De laatste stap van de onderzoeksopzet is de methode van gegevensverwerking. Ook zijn een aantal vervolgopdrachten geformuleerd naar aanleiding van dit onderzoek. De resultaten van het onderzoek hebben betrekking op de gedachten van de respondenten over de stad Maastricht, maar geven ook het profiel van de cultuurtoerist weer. Dit houdt in dat is weergegeven waar de respondenten vandaan komen, hoe oud ze zijn, wat hun arbeidssituatie is et cetera. Al deze resultaten zijn weergegeven aan de hand van frequentie- en kruistabellen, staaf- en taartdiagrammen om een zo duidelijk mogelijk beeld te creëren. Deze resultaten zijn vervolgens geïnterpreteerd en daaruit zijn conclusies en tot slot aanbevelingen geformuleerd.
3
,QKRXG
,QOHLGLQJ
5
$FKWHUJURQG
6
'RHOHQSUREOHHPVWHOOLQJHQ
8
2QGHU]RHNVRS]HW
4.1
CTRP-onderzoek
4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6
Populatie De onderzoeksaanpak Steekproef en -omvang Onderzoeksmethode en field research Gegevensverwerking Vervolgopdrachten
5HVXOWDWHQ
5.1 5.2 5.3
Verantwoording van de respons Resultaten CTRP-onderzoek Resultaten vervolgonderzoeken
16 16 16 24
5.3.1 5.3.2
Vergelijking met onderzoek van 2001 Stedenvergelijking
24 26
&RQFOXVLHV
$DQEHYHOLQJHQ
9 9 9 9 10 12 15 15
*HUDDGSOHHJGHOLWHUDWXXU
%LMODJHQ]LHELMODJHQERHN
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
ATLAS-enquête versie 1 ATLAS-enquête versie 2 Codeboek CTRP-onderzoek Resultaten CTRP-onderzoek Resultaten vervolgonderzoek ‘stedenvergelijking’
4
,QOHLGLQJ
Cultuurstad Maastricht... Waarom brengen toeristen eigenlijk een bezoek aan de stad Maastricht? Komen ze voor de vele winkels en boetiekjes? Of voor de culturele attracties en bezienswaardigheden? Of bezoeken ze de stad omdat deze zo een unieke uitstraling heeft? En indien toeristen deze stad bezoeken, wat zijn dit voor mensen? Jong of oud, Nederlands of buitenlands et cetera. Andere vragen die voor dit onderzoek van belang zijn, zijn: Is Maastricht eigenlijk wel een bezoek waard? Hieronder zijn de doelstelling en probleemstelling weergegeven die zijn voortgekomen uit de opdrachtformulering. Doelstelling Het verkrijgen van inzicht in cultuurtoeristisch gedrag van bezoekers aan Maastricht aan de hand van het CTRP-onderzoek als onderdeel van het internationale ATLAS-onderzoeksprogramma, waarbij aspecten als de aanleiding van het bezoek, motivatie, toeristisch profiel, verblijf en activiteiten, informatiebronnen en uitgaven de leidraad vormen. Probleemstellingen - Welke kenmerken bezitten cultuurtoeristen die de stad Maastricht bezoeken? - Welke verbanden kunnen ontdekt worden tussen deze kenmerken? - Welke overeenkomsten en verschillen zijn te ontdekken tussen de stad Maastricht en andere (internationale) steden die participeren in het CTRP-onderzoek?
De onderzoeksopzet/werkwijze van dit onderzoek is als volgt: allereerst is de populatie van de onderzoeksfasen bepaald. Vervolgens is de onderzoeksaanpak bepaald, welke gevolgd is door het vaststellen van de steekproef en de -omvang. Een logische vervolgstap is het bepalen van de onderzoeksmethode en de onderbouwing van de field research. De laatste stap van de onderzoeksopzet is de methode van gegevensverwerking.
In dit rapport komt allereerst de achtergrond van het onderzoek aan bod, ook wel de aanleiding genoemd. In hoofdstuk 3 wordt per fase de doel- en probleemstellingen weergegeven. In hoofdstuk 4 wordt de onderzoeksopzet behandeld. Hoofdstuk 5 geeft de resultaten weer van de onderzoeksonderdelen en in hoofdstuk 6 worden de conclusies besproken die geformuleerd zijn naar aanleiding van de resultaten. Een logisch vervolghoofdstuk is hoofdstuk 7, waarin aanbevelingen voor beide fasen worden gegeven.
5
$ FKWHUJURQG
Tegenwoordig wordt door overheden en gemeentes steeds meer geld geïnvesteerd in citymarketing. Door middel van citymarketing wordt onderzocht op welke manier een land of stad zich dient te “verkopen” aan het binnen- en buitenland, bedrijven en toeristen. Eerst dient er duidelijkheid te bestaan over het begrip toerisme. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) betekent dit: ³'HDFWLYLWHLWHQYDQSHUVRQHQGLHUHL]HQQDDUHQYHUEOLMYHQRSSODDWVHQEXLWHQKXQQRUPDOHRPJHYLQJ YRRU QLHWODQJHU GDQ HHQ DDQHHQJHVORWHQ MDDURPUHGHQHQYDQ YULMHWLMGVEHVWHGLQJ ]DNHQHQDQGHUH GRHOHLQGHQ GLH QLHW ]LMQ YHUERQGHQ PHW KHW XLWRHIHQHQ YDQ DFWLYLWHLWHQ GLH ZRUGHQ EHORRQG YDQXLW GH SODDWVGLHZRUGWEH]RFKW´
Voor landen, maar ook voor steden is het tegenwoordig steeds belangrijker dat er duidelijkheid bestaat over het soort toerisme dat de streek c.q. stad kan aantrekken. De term ‘toerisme’ valt uiteen in een aantal soorten, waaronder ook het cultuurtoerisme. Cultuurtoerisme is geïdentificeerd als een van de meest snel groeiende vormen van toerisme. De term cultuurtoerisme betekent: “HONHYRUPYDQ WRHULVPHZDDUELM FXOWXXUHHQYDQ GH DWWUDFWLHIDFWRUHQ LV´ . Kennis van het profiel van de cultuurtoerist is essentieel: leeftijd, geslacht, gezinssamenstelling, inkomen, land van herkomst, doel van het toeristisch bezoek enzovoort. Cultuur verschaft een karakteristieke en unieke identiteit aan landen, regio’s, steden en dorpen. Cultuur is namelijk dé onderscheidende factor. Maar de aanwezigheid van cultuur betekent geen garantie voor het aantrekken van meer toeristen. Landen, steden, regio’s en dorpen dienen aan de hand van adequate marketinginstrumenten een plaats te werven op de cultuurtoeristische markt 2. Het onderzoek is opgedeeld in twee fasen: de eerste fase heeft betrekking op bovenstaande uitleg. Het doel van deze fase is onderzoeken welke kenmerken Maastrichtse cultuurtoeristen bezitten. Zoals hierboven ook al is vermeld, kan gedacht worden aan leeftijd, geslacht, inkomen, doel van het toeristisch bezoek et cetera. De aanleiding van deze onderzoeksfase is het internationale onderzoek Cultural Tourism Research Project (verder genoemd als CTRP) dat door Association for Tourism and Leisure Education (verder genoemd als ATLAS) vanaf 1991 jaarlijks wordt uitgevoerd. ATLAS is een wereldwijd netwerk, waarvan 300 instituten in meer dan 70 landen lid zijn, en heeft als hoofddoel het bevorderen van onderzoek en onderwijsontwikkeling op het gebied van toerisme. Het CTRP werd gelanceerd in 1991, waarbij het onderzoek zich oorspronkelijke concentreerde op bezoekers van culturele trekpleisters in de Europese Unie. Het bereik van het onderzoek heeft zich nu verbreed tot een globale studie van cultuurtoerisme. De oorspronkelijke doelen van het onderzoeksprogramma waren: - Definieer definities van de aard en omvang van cultuurtoerisme; - Verzamel gegevens op het gebied van culturele bezoeken aan Europese trekpleisters; - Bepaal het profiel en de motieven van de cultuurtoeristen; - Ontwikkel case studies omtrent het managen van het cultuurtoerisme. Tijdens de 16 jaar dat het CTRP actief is, is er steeds meer informatie betreffende het cultuurtoerisme verzameld en verspreid. Zes verschillende consumentenonderzoeken zijn uitgevoerd en hebben een enorme hoeveelheid van informatie opgeleverd over cultuurtoeristische markttrends en toeristisch gedrag.
1 2
Munsters, W. (2007). Munsters, W. (2007).
. 4e herziene en vermeerderde druk. Leuven-Apeldoorn: Garant, pag. 11, 12. . 4e herziene en vermeerderde druk. Leuven-Apeldoorn: Garant, pag. 68-88.
6
De Kenniskring en Lectoraat Toerisme en Cultuur (verder genoemd als KLTC) is de opdrachtgever van beide onderzoeksfasen. Het KLTC wil een innovatief kenniscentrum zijn op het gebied van toerisme en cultuur ten behoeve van het maatschappelijk werkveld, waarbij de kenniskring functioneert als aanspreekpunt, samen met de docenten en studenten van de Hogeschool Zuyd. Aan de kennispoortmissie van de hogeschool wil KLTC bijdragen door gerichte kennisoverdracht ten dienste van bedrijven, instellingen en overheden, vooral binnen de Euregio. De keuze van de projecten wordt bepaald door de behoeften van het maatschappelijk werkveld. De kenniskring bestaat uit een lector, de heer Will Munsters en zes interne kenniskringleden en tien externen. Het KLTC speelt actief in op 3: - De beleving van het (cultuur)toeristisch product en de gastvrijheid door de consument in het kader van het onderzoek naar de mechanismen van de experience economy; - De toenemende aandacht voor de immateriële cultuur als toeristische attractiefactor; - De toepassing van maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen de context van de duurzame ontwikkeling van (cultuur)toerisme; - De erkenning en de sanctionering van cultureel ondernemerschap als volwaardig onderwerp van wetenschappelijk onderzoek; - De stimulering van de creatieve industrie door de nationale en regionale politiek met als doel de kruisbestuiving tussen cultuur en economie in gang te zetten; - De opkomst van creatief toerisme als cultuurtoeristische nichemarkt. Met betrekking tot bovenstaande onderwerpen biedt het KLTC opdrachten aan op het terrein van: -
Beleidsonderbouwing: - Marktonderzoeken; - Bezoekersonderzoeken; - Imago-onderzoeken; - Aanbodsanalyses; - Benchmarks; - Omgevingsanalyses; - Haalbaarheidsonderzoeken.
-
Beleidsontwikkeling: - Visie- en strategieontwerp; - Ondernemingsplanning; - Marketingplanning; - Salesplanning; - Communicatieplanning; - Productinnovatie; - Professionaliseringscursussen.
-
Beleidsevaluatie: - Bedrijvenscans; - Evenementenmonitoring; - Hospitality audits; - Destination experience audits; - Economische effectenmeting.
Beide fasen kunnen onder de noemers ‘bezoekersonderzoeken’ en ‘aanbodsanalyses’ worden geplaatst.
3
Kenniskring Toerisme en Cultuur. (2005).
. Maastricht: Kenniskring Toerisme en Cultuur.
7
'RHOHQSU REOHHPVWHOOLQJHQ
Nadat de opdracht is bekendgemaakt is de volgende fase de probleemformulering, welke uiteenvalt in het formuleren van de doelstelling en de probleemstellingen. De doelstelling geeft aan wat de relevantie van het onderzoek is, dus het belang van de eventuele beantwoording van de probleemstelling. Met een doelstelling wordt ook aangegeven hoe men tot de probleemstelling is gekomen. Een probleemstelling geeft richting aan het onderzoek dat moet worden uitgevoerd. In dit hoofdstuk wordt aangegeven wat de doelstelling is en de bijbehorende probleemstellingen.
'RHOVWHOOLQJ
Het verkrijgen van inzicht in cultuurtoeristisch gedrag van bezoekers aan Maastricht aan de hand van het CTRP-onderzoek als onderdeel van het internationale ATLAS-onderzoeksprogramma, waarbij aspecten als de aanleiding van het bezoek, motivatie, toeristisch profiel, verblijf en activiteiten, informatiebronnen en uitgaven de leidraad vormen.
3UREOHHPVWHOOLQJHQ
-
Welke kenmerken bezitten cultuurtoeristen die de stad Maastricht bezoeken? Welke verbanden kunnen ontdekt worden tussen deze kenmerken? Welke overeenkomsten en verschillen zijn te ontdekken tussen de stad Maastricht en andere (internationale) steden die participeren in het CTRP-onderzoek?
8
2QGHU]RHNVRS]HW
Nadat de doel- en probleemstellingen zijn geformuleerd, is een logische vervolgstap het vaststellen van de onderzoeksopzet (werkwijze). Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de werkwijze die gehanteerd is tijdens de gehele looptijd van het onderzoek. Bij de aanpak van het onderzoek dient na het formuleren van de doel- en probleemstellingen inzicht verkregen te worden in de populatie. De term populatie betekent volgens het Van Dale Groot woordenboek hedendaags Nederlands: ³YHU]DPHOLQJ YRRUZHUSHQ RI LQGLYLGXHQ ZDDUXLW PHQ HHQ VWHHNSURHI WUHNW´ . Wanneer de populatie is bepaald, dient vervolgens aan de hand van de opdrachtformulering worden vastgesteld of het onderzoek een beschrijvend-, exploratief-, toetsend- of een evaluatieonderzoek is. Daarna moet besloten worden of de onderzoeksfase kwantitatief dan wel kwalitatief van aard is. Deze laatste twee stappen vormen samen de onderzoeksaanpak. De vierde stap is bepalen of de steekproef select of aselect wordt getrokken uit de populatie, waarna de steekproefomvang berekend dient te worden. Vervolgens wordt een paragraaf gewijd aan de onderzoeksmethode en de field research. Tot slot zijn een aantal interessante vervolgopdrachten weergegeven.
&753RQGHU]RHN
In deze fase staat het CTRP-onderzoek van de internationale organisatie ATLAS centraal. Zoals in de inleiding van dit hoofdstuk al vermeld is, wordt eerst ingegaan op de populatie van het onderzoek en vervolgens komt de onderzoeksaanpak aan bod. Daarna wordt aangegeven of voor een selecte dan wel aselecte steekproef is gekozen, waarna als logische vervolgstap de berekening van de steekproefomvang aan bod komt. Bovendien wordt in deze paragraaf dieper ingegaan op de onderzoeksmethode en de field research. Tot slot worden twee vervolgopdrachten besproken die verband houden met dit onderzoek.
3RSXODWLH
Bij de opdrachtformulering is vastgesteld dat deze onderzoeksfase zich concentreert op een specifieke groep bezoekers van Maastricht, namelijk cultuurtoeristen. Dr. W. Munsters (2007) omschrijft het begrip cultuurtoerisme in zijn gelijknamige boek als: “HONH YRUP YDQ WRHULVPH ZDDUELM FXOWXXUHHQYDQGHDWWUDFWLHIDFWRUHQLV´
Hét evenement waarvoor tienduizenden cultuurtoeristen al eenentwintig jaar lang naar Maastricht komen is TEFAF (The European Fine Art Fair), welke dit jaar van 7 tot en met 16 maart heeft plaatsgevonden. Uit cijfers van het NRC Handelsblad is gebleken dat het aantal bezoekers in 2008 met 3,3% is gestegen ten opzichte van 2007 (ruim 70.800 bezoekers), tot een aantal van 73.245 bezoekers. Gezien dit hoge bezoekersaantal is dit de uitgerekende periode om de doelgroep te ondervragen.
'HRQGHU]RHNVDDQSDN
Voorafgaand aan de field research zijn eerst een aantal aspecten omtrent het onderzoek zelf vastgesteld. Ten eerste is vastgesteld of het onderzoek beschrijvend, exploratief, toetsend of evaluatief van aard is. Bij beschrijvend onderzoek gaat het om de nauwkeurige beschrijving van kenmerken van onderzoekseenheden. Exploratief onderzoek omhelst het ontdekken van verbanden of verschillen tussen kenmerken binnen een specifieke groep. Een derde onderzoek is het toetsend onderzoek. Bij dergelijke onderzoeken wordt gecontroleerd of een verklaring klopt. Soms is deze verklaring uitgewerkt in de vorm van een theorie, op basis waarvan hypothesen geformuleerd zijn. De hypothesen worden vervolgens in het onderzoek getoetst. Tot slot wordt ingegaan op het evaluatieonderzoek. Dit is een vorm van toetsend onderzoek, waarbij men meestal een duidelijke verwachting heeft over de uitkomst(en) van het onderzoek 4. Baarda, D., Goede de, M. (1998). Partners Nederland BV, pag. 91-100. 4
! " "$# %& " "
. Geheel herziene 2e druk. Utrecht: Educatieve
9
Op de eerste fase is het beschrijvend onderzoek van toepassing, aangezien louter de kenmerken van de cultuurtoeristen worden onderzocht. Na de uitvoering van deze onderzoeksfase is een beschrijving gegeven van de kenmerkende aspecten van deze toerist. Ook is aan de hand van de opdrachtformulering besloten of het onderzoek kwantitatief of kwalitatief van aard is. Kwantitatief onderzoek biedt cijfermatig inzicht en geeft veelal antwoorden op vragen die in termen van hoeveelheid kunnen worden uitgedrukt. Hierbij kan gedacht worden aan het aantal bezoeken aan de stad, het aantal overnachtingen et cetera. Ook de beoordeling van bepaalde producten of organisaties en zelfs steden wordt meestal kwantitatief onderzocht. Ten behoeve van dit soort onderzoek kan gebruikgemaakt worden van diverse methoden: schriftelijke- en mondelinge enquêtes (de laatste wordt ook wel face-to-face onderzoek genoemd), telefonisch- en online onderzoek (onderzoek via internet). Kwalitatief onderzoek is gericht op het verkrijgen van betrouwbare informatie over wat er leeft onder een bepaalde doelgroep en waarom. Deze vorm van onderzoek geeft diepgaande informatie door in te 5 gaan op achterliggende motivaties, meningen, wensen en behoeften van de doelgroep . Aan de hand van de opdrachtformulering is beoordeeld of dit onderzoek kwantitatief dan wel kwalitatief van aard is. De opdrachtformulering omtrent het CTRP-onderzoek luidt als volgt: +HWRQGHU]RHNHQYDQGHNHQPHUNHQYDQFXOWXXUWRHULVWHQLQ0DDVWULFKWWLMGHQV7()$)
Uit deze omschrijving blijkt dat de achterliggende gedachten en belevingen van de respondenten niet van belang zijn, maar dat het gaat om het onderzoeken van de kenmerken (kennis, houding en gedrag) van de doelgroep. Dus op deze fase is een kwantitatief onderzoek van toepassing. Een ander aspect dat vastgesteld is, is de onderzoeksmethode. In deze fase is gebruikgemaakt van een bestaande enquête van ATLAS (zie paragraaf 4.1.4 voor meer informatie). Deze enquête wordt al jaren onder cultuurtoeristen in tientallen (inter)nationale steden afgenomen.
6WHHNSURHIHQRPYDQJ
Een zeer belangrijk aspect van het onderzoek is het vaststellen van het type steekproefonderzoek dat op de onderzoeksfase van toepassing is en wat de omvang van de steekproef moet zijn. Er kunnen twee soorten steekproefonderzoeken onderscheiden worden, namelijk: - Kanssteekproeven (aselect); - Niet-kanssteekproeven (select). Ad 1 Wanneer men een aselecte kanssteekproef trekt uit de populatie dan kunnen de resultaten gegeneraliseerd worden. Dan kan met recht een uitspraak gedaan worden over de gehele populatie. Een ander kenmerk van de aselecte steekproef is dat de respondentenkeuze wordt gemaakt op basis van willekeurigheid; men hanteert geen selectiecriteria. Dit houdt in dat alle eenheden in de omschreven populatie een gelijke kans hebben, of in ieder geval een bekende kans, om in de steekproef terecht te komen. Ad 2 De resultaten die voortvloeien uit selecte kanssteekproeven gelden alleen voor de eenheden die in het onderzoek betrokken zijn, en zijn dus niet generaliseerbaar. Bij de selecte steekproef bepaalt de onderzoeker aan de hand van selectiecriteria of iemand in de steekproef terechtkomt. Voor dit soort steekproeven wordt gekozen indien men geen uitspraken over de totale populatie wil doen, bijvoorbeeld doordat men niet weet wie tot de populatie behoort. Een andere reden om voor een selecte steekproef te kiezen is wanneer men geen middelen heeft (tijd, budget, personeel et cetera) voor het trekken van een aselecte steekproef. Op deze eerste onderzoeksfase is de aselecte steekproef van toepassing, omdat aan de hand van deze steekproef een uitspraak gedaan kan worden die geldt voor de gehele populatie. Met andere woorden: de resultaten zijn generaliseerbaar. Ook is deze steekproef van toepassing, omdat de onderzoekseenheden (respondenten) uit de populatie willekeurig getrokken worden.
5
http://www.right-marktonderzoek.nl/default.asp
10
Een vervolgstap is het berekenen van de steekproefomvang. Zeer belangrijke aspecten bij de berekening van de steekproefgrootte zijn de betrouwbaarheid, validiteit, nauwkeurigheid en representativiteit. Aan deze voorwaarden dient voldaan te worden. Hierna worden deze begrippen nader omschreven. Betrouwbaarheid heeft te maken met de stabiliteit van het onderzoeksresultaat. Hierbij gaat het om de kans dat een in een onderzoek gevonden resultaat ook in werkelijkheid (bij alle personen die tot de doelgroep behoren) zou optreden. Met de term validiteit wordt bedoeld of men meet wat men wenst te meten. Bij de nauwkeurigheid gaat het om de afwijking ten opzichte van de werkelijkheid. De steekproefmarge/nauwkeurigheidsmarge is dus het percentage dat weergeeft welke afwijking de onderzoeksuitkomsten kunnen vertonen ten opzichte van de kenmerken van de populatie. Het laatste begrip, welke een belangrijk onderdeel vormt van de bepaling van de steekproefomvang, is de representativiteit. Dit houdt in dat er betrouwbare uitspraken gedaan kunnen worden over de populatie. Men weet dan zeker dat iedereen dezelfde kans heeft gehad om in de steekproef terecht te komen, waardoor de steekproef een goede afspiegeling is van de gehele populatie 6. Dan rest alleen nog de vraag: “hoe groot dient de steekproefomvang te zijn?” Aan de hand van een steekproefcalculator 7 is deze grootte berekend. Waarbij rekening is gehouden met de steekproefmarge, het betrouwbaarheidsniveau, de grootte van de populatie en tot slot de 8 spreiding . De steekproefmarge is de percentuele afwijking ten opzichte van de werkelijkheid. Bij de berekening van de steekproefgrootte is uitgegaan van een marge van 5%. Het betrouwbaarheidsniveau is de mate van onzekerheid die men wil toelaten. Er is gekozen voor een betrouwbaarheidsniveau van 95%. Dit betekent dat ongeveer 95% van alle mogelijke resultaten omvat worden die bij een herhaalde steekproeftrekking zouden zijn voorgekomen. De populatie is vastgesteld op 71.000, gezien het bezoekersaantal van TEFAF in 2007. De steekproefgrootte wijzigt in deze situatie niet meer na een populatie groter dan 69.000. Tot slot is gekozen voor een spreiding van 50%. Dit houdt in dat men geen specifieke resultaten verwacht voor de vragen, en dus niet weet in welke richting bepaalde antwoorden wijzen. Op deze manier wordt voor het meest neutrale percentage gekozen. Indien bovenstaande percentages en getallen worden ingevuld in de steekproefcalculator, dan wordt een steekproefomvang van 383 respondenten verkregen. De steekproefomvang kan ook berekend worden aan de hand van een formule. Zoals net beschreven is, gebruikt men bij het uitvoeren van een onderzoek veelal een betrouwbaarheidsniveau van 95%. Dit is voldoende voor het doen van uitspraken en dit betekent op het gebied van statistische formules dat de Z-waarde 1.96 gebruikt dient te worden. Ook hier wordt weer uitgegaan van een steekproefmarge van 5% en een spreiding van 50%. Nadat deze drie aspecten bekend zijn, kan aan de hand van de volgende formule steekproefomvang (n) worden bepaald.
9
de
Steekproefmarge = Z ¥S– p) / n oftewel n = Z ² pq / marge ² Wanneer deze formule wordt ingevuld dan wordt de steekproefomvang als volgt berekend: n = 1.96 ² x 0,5 x 0,5 / 0,05 ² = 384,16. Voor de uitvoering van het onderzoek is gemakshalve uitgegaan van het hoogste aantal, namelijk 384,16. Afgerond zijn dat 384 respondenten. Kortom: Bij een populatie van 71.000 personen zijn minimaal 384 respondenten nodig om te voldoen aan een steekproefmarge van 5%, een betrouwbaarheidsniveau van 95% en een spreiding van 50%.
Brinkman, J. (2001). ' ( ) *+ " ,.-. / "0 ! 1 Wolters-Noordhoff BV, pag. 47-53, 57, 58. 7 http://www.allesovermarktonderzoek.nl/Extra/Steekproef.aspx 8 http://www.journalinks.be/steekproef/ 9 http://www.tnsnipo.nl/pages/significantietools.asp#1 6
2 " ! 435 (
. 3e druk. Groningen/Houten:
11
2QGHU]RHNVPHWKRGHHQILHOGUHVHDUFK
Nadat besloten is welke soort steekproef van toepassing is en hoe groot deze moet zijn, is het van belang te bepalen welke onderzoeksmethode gebruikt dient te worden. Ook komt in deze paragraaf de uitvoering van het onderzoek (field research) aan bod. 2QGHU]RHNVPHWKRGH
Zoals in paragraaf 4.1.2 al is aangegeven, is in deze eerste fase gebruikgemaakt van een bestaande enquête van ATLAS (zie bijlage 1). Deze enquête is beschikbaar in een aantal talen, maar in deze fase is het onderzoek uitgevoerd met behulp van de Nederlands- en de Engelstalige enquête. Aan deze bestaande enquête zijn een aantal nieuwe vragen toegevoegd, waarmee specifiekere informatie wordt verkregen omtrent de stad Maastricht. 9HUDQWZRRUGLQJYDQGHQLHXZHYUDJHQHQVWHOOLQJHQ
Aan de bestaande vragenlijst van ATLAS zijn een aantal nieuwe vragen en stellingen toegevoegd die bepaalde informatie opleveren voor de gemeente Maastricht en daardoor een meerwaarde vormen voor het stadsbeleid. De nieuwe vragen luiden als volgt: 1. Maastricht heeft een groot aanbod op cultuurgebied; 2. Mijn verwachtingen van deze stad komen overeen met mijn SRVLWLHYH ervaringen (tot nu toe); 3. Het aspect dat ik het PHHVW waardeer in Maastricht is Maastricht als een: Bourgondische stad Winkelstad Europese stad Universiteitsstad “Made in Maastricht”: een stad met traditionele specialistische ondernemers (zoals banketbakkerijen en boetiekjes), restaurants, traiteurs, ateliers en galerieën, design- en ambachtswinkels (zelfgemaakte producten); Het aspect dat ik het PLQVW waardeer in Maastricht is Maastricht als een: Bourgondische stad Winkelstad Europese stad Universiteitsstad “Made in Maastricht”: een stad met traditionele specialistische ondernemers (zoals banketbakkerijen en boetiekjes), restaurants, traiteurs, ateliers en galerieën, design- en ambachtswinkels (zelfgemaakte producten); 4. Ik bezoek Maastricht vanwege de (unieke) uitstraling; 5. Verzamelt u iets?. Hieronder zijn deze nieuwe vragen en stellingen verantwoord. Ad 1. Het gehele onderzoek is gebaseerd op cultuur en culturele bezienswaardigheden, vandaar de toevoeging van deze vraag aan de enquête. Ad 2. Niet alleen voor een bedrijf, maar ook voor een land, provincie en stad is het van belang om te achterhalen tot in hoeverre de verwachtingen van (in deze situatie) een stad overeenkomen met de ervaringen. Op deze manier wordt inzicht verkregen in de tevredenheid van bezoekers over de stad Maastricht. Om dit inzicht te krijgen is een formule ontworpen, welke als volgt luidt: 7HYUHGHQKHLG
YHUZDFKWLQJHQ±HUYDULQJHQ
Voordat een toerist een stad bezoekt heeft deze zich een beeld gevormd van wat hij/zij kan verwachten, waarbij de eigen maatstaven worden gehanteerd. Tijdens het bezoek aan de stad vergelijkt de toerist de ervaringen met de stad, attracties en bezienswaardigheden met de verwachtingen. Indien de verwachtingen hoger zijn dan de ervaringen, dan betekent dit een tekortkoming in de ogen van de toerist. De kans dat deze persoon een volgende keer terugkomt, is uitermate klein. Een andere situatie kan zijn dat de verwachtingen gelijk zijn aan de ervaringen. Dit betekent dat aan de verwachtingen is voldaan, dus de toerist is tevreden. Een laatste scenario wat kan voorkomen, is dat de ervaringen hoger zijn dan de verwachtingen.
12
In deze situatie wordt meer of beter geleverd dan verwacht, wat door de toerist wordt gezien als een verrassing of wat wordt beleefd als een bovenmatige prestatie 10. Ad 3 en 4. Het gemeentelijk beleid van Maastricht richt zich sinds eind 2003 op de citymarketing van de stad. Het doel van citymarketing is een bijdrage leveren aan het aantrekken en vasthouden van de gewenste bedrijven, bezoekers en bewoners. De bijdrage die citymarketing daarin kan leveren is de marktprofilering van Maastricht ten opzichte van de concurrenten; de boodschap moet uitgedragen worden met geloofwaardigheid en kracht. Deze boodschap kan omschreven worden als het ‘Merk Maastricht’. Dat merk kan alleen maar succesvol worden gevestigd als alle beeldbepalende partijen in de stad samenwerken. Maastricht is te klein om de hevige concurrentie aan te gaan met andere middelgrote Europese steden, waardoor Maastricht zich alleen moet profileren met onderscheidende kenmerken 11. In het rapport Berenschot spreekt men over 16 dimensies, namelijk: -
Winkelstad Cultuurstad Bourgondische stad Historische stad Europese stad Dienstenstad Universiteitsstad New sciencestad
-
Industriestad Bereikbare stad Provinciestad Katholieke stad Drugsstad Woonstad Heuvellandstad Vrijetijdsstad
Na overleg met raadsleden en andere betrokkenen is overeengekomen dat Maastricht zich moet profileren met de volgende vijf dimensies: - Winkelstad; - Bourgondische stad; - Europese stad; - Universiteitsstad; - Industrie en cultuur: ‘Made in Maastricht’ 12. Aangezien het beleid van Maastricht zich concentreert op deze dimensies is het zeer interessant te achterhalen welke dimensies bezoekers het meest, dan wel het minst waarderen in de stad. Aan de hand van de resultaten van deze twee vragen kunnen aanbevelingen worden gedaan voor de gemeente Maastricht. Ad 5. Met deze vraag wordt geïnventariseerd of bezoekers Maastricht bezoeken omdat ze de stad aantrekkelijk, positief en uniek vinden. Ad 6. De doelgroep van de vragenlijst zijn cultuurtoeristen. In de enquête is een vraag opgenomen over de connectie van het beroep met cultuur en door deze vraag te stellen komt men meer te weten over de achtergrond van de respondenten en hun beweegredenen. Voor de gehele enquête met deze nieuwe vragen, wordt verwezen naar bijlage 2 .
Boomsma, S., Borrendam van, A. (2003). 63 7 "! " " " ,189 " "! " " 0 " : 3 " 0 " " . 4e druk. Deventer: Kluwer, pag. 22-24. 11 Rosier, E. (2007). / "<;' = " ,1>9+2 0 " " ? Maastricht: R2M, pag. 8-9. 12 Gehrels, C., Munster van, O., e.a. (2005). 5 " %& ! " ! 0@9 <' A "
9+2 0 " " 7 %&BD %& . Utrecht: Berenschot, pag. 1, 4, 5, 7, 9.
10
13
)LHOGUHVHDUFK
Bij de uitvoering van de onderzoeksfase hebben in totaal vijf tweedejaarsstudenten van de opleiding Facility Management enquêtes afgenomen onder de cultuurtoeristen. Dit heeft plaatsgevonden op verschillende locaties in de binnenstad, in de looptijd van TEFAF (7 t/m 16 maart 2008). Ook zijn enquêtes afgenomen in de periode van 8 t/m 10 april. Tijdens de eerste enquêteafname is gebleken dat de doelgroep moeilijk te bewegen is tot deelname aan het onderzoek. Toen is besloten dat een andere locatie voor de enquêteafname gezocht moest worden. Uiteindelijk is gekozen voor station Maastricht Randwyck, omdat veel bezoekers van TEFAF vanuit het Mecc met de trein naar Maastricht gaan. Voor de tweede enquêteafname is gebruikgemaakt van het Bonnefantenmuseum. De lokale bevolking is niet in het onderzoek meegenomen, omdat hierdoor een minder betrouwbaar resultaat zou ontstaan omtrent de kenmerken van de Maastrichtse cultuurtoeristen. Het aantal lokale inwoners, dat benaderd is door de studenten, is wel geturfd. Hierdoor heeft men inzicht verkregen in het aantal waarnemingen dat getracht is te verzamelen. De enquêteafname-locaties zijn als volgt: - St. Janskerk - La Bonbonnière - Station Maastricht Randwyck - Maastrichter Brugstraat - Grote Staat - Vrijthof - Stokstraat - Station Maastricht - Bonnefantenmuseum
-
Wyckerbrugstraat St. Servaasbrug Theater aan het Vrijthof Onze Lieve Vrouwenplein Platielstraat Papenstraat Entre Deux Muntstraat
Voorafgaand aan de enquêteafname is in overleg met de studenten een rooster gemaakt waarin per student is aangegeven op welke dagen, tijden en locaties geënquêteerd dient te worden (voor het format, zie bijlage 12). De dagen en tijdstippen waarop de studenten enquêtes hebben afgenomen, zijn als volgt: 0DDUW
VWXGHQWHQ
Vrijdag 7 maart: Zaterdag 8 maart: Zondag 9 maart: Maandag 10 maart: Woensdag 12 maart: Donderdag 13 maart:
18.00 uur – 20.00 uur 12.30 uur – 21.00 uur 12.00 uur – 19.00 uur 13.00 uur – 20.00 uur 9.30 uur – 17.30 uur 16.00 uur – 21.00 uur
$SULO
VWXGHQWHQ
Dinsdag 8 april: Woensdag 9 april: Donderdag 10 april:
9.00 uur – 18.00 uur 9.00 uur – 18.00 uur 9.00 uur – 18.00 uur
Om de studenten enige leidraad te geven voor de enquêteafname, is een instructie opgesteld. In deze instructie is aangegeven op welke wijze potentiële respondenten benaderd dienen te worden, op basis van welke criteria besloten kan worden welke voorbijgangers tot de doelgroep van het onderzoek behoren en tot slot de wijze van rapporteren. De instructie is opgenomen in bijlage 5. Zoals hierboven al vermeld is, is de enquêteafname niet soepel verlopen; weinig mensen waren bereid om deel te nemen aan het onderzoek. Om meer respons te krijgen, zijn enveloppen (port betaald) samengesteld met daarin de enquête en een begeleidende brief (deze brief is opgenomen in bijlage 4). Wanneer potentiële respondenten wel wilden meewerken maar op dat moment geen tijd hadden, had de betreffende student een envelop meegegeven. Op deze manier zijn de potentiële respondenten in de gelegenheid gesteld om op hun gemak de enquête in te vullen en terug te sturen.
14
Elke student heeft ongeveer 28 uur besteed aan het enquêteren, wat niet het minimale aantal enquêtes heeft opgeleverd. Hierdoor is getracht nieuwe studenten te werven. Dit heeft veel moeilijkheden opgeleverd en aangezien de deadline van het onderzoek steeds meer in zicht kwam, is besloten dat de tweede fase van het onderzoek niet uitgevoerd kan worden binnen de tijd die staat voor de afstudeerstage (voor meer uitleg, zie paragraaf 4.2). Een gevolg hiervan is dat een aantal wijzigingen zijn aangebracht in de bestaande enquête van ATLAS wat heeft geresulteerd in het verzamelen van nog meer specifiekere informatie over de stad Maastricht. Voor de tweede versie van de enquête, zie bijlage 2.
*HJHYHQVYHUZHUNLQJ
Nadat de enquêtes waren afgenomen, zijn ze verwerkt in het softwareprogramma SPSS. Op de website van de organisatie ATLAS (www.tram-research.com/atlas) is een SPSS-format opgenomen, waarin de enquêtevragen en een deel van de antwoordcategorieën reeds zijn verwerkt. De organisatie van ATLAS stelt op de website ook een codeboek beschikbaar, waarin het grootste deel van de variabelen en de bijbehorende labels zijn opgenomen. Aan de hand van een dergelijk overzicht is het eenvoudiger om de enquêtes in het programma SPSS in te voeren. Het aan de nieuwe vragen aangepaste codeboek is opgenomen in bijlage 3.
9HUYROJRSGUDFKWHQ
In 2001 is ditzelfde onderzoek reeds uitgevoerd door studenten van de Hoge Hotelschool Maastricht, waarbij de prioriteit ligt bij de gastvrijheid van Maastricht en een hospitality audit. Een interessante vervolgopdracht was om de twee onderzoeken, waar mogelijk, met elkaar te vergelijken en te achterhalen op welke aspecten het profiel van de Maastrichtse cultuurtoerist al dan niet is veranderd in zeven jaar tijd. In paragraaf 5.3 zijn de resultaten van deze vervolgopdracht verwerkt. Een andere vervolgopdracht was om het onderzoek van Maastricht van 2008 te vergelijken met de CTRP-onderzoeken van andere (inter)nationale steden. Op deze manier is onderzocht op welke aspecten het profiel van de Maastrichtse cultuurtoerist overeenkomt of verschilt met de cultuurtoeristen van andere steden. Ook deze resultaten zijn opgenomen in paragraaf 5.3.
15
5HVXOWDWHQ
Nadat de werkwijze van het onderzoek beschreven is, is een logische vervolgstap het beschrijven van de resultaten. De meest belangrijke en opmerkelijke resultaten worden besproken en de overige resultaten zijn opgenomen in bijlage 6. De resultaten van het CTRP-onderzoek zijn beschreven aan de hand van frequentietabellen, kruistabellen en staaf-/taartdiagrammen, waarbij is uitgegaan van de valide percentages. Bij deze percentages zijn de ‘missing values’ buiten beschouwing gelaten, waardoor de vermelde percentages alleen betrekking hebben op de ontvangen antwoorden. Een aantal vragen is toegevoegd na de eerste enquêteafname, waardoor minder respondenten deze vraag hebben kunnen beantwoorden; bij de betreffende vragen is dit aangegeven. In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op de verantwoording van de respons en vervolgens komen de resultaten van het CTRP-onderzoek aan bod. Tot slot worden de resultaten van de vervolgopdrachten weergegeven. 9HUDQWZRRUGLQJYDQGHUHVSRQV
Zoals in hoofdstuk 4 reeds vermeld is, zijn bij een populatie van 71.000 personen minimaal 384 respondenten nodig om te voldoen aan een steekproefmarge van 5%, een betrouwbaarheidsniveau van 95% en een spreiding van 50%. Als het gevolg van een zeer lage respons is dit aantal niet behaald; in totaal zijn 175 enquêtes verzameld. Dit betekent dat er een betrouwbaarheidsniveau geldt van 81% en een steekproefmarge (ook wel nauwkeurigheidsmarge genoemd) van 7,4%. Deze berekening is tot stand gekomen met behulp van de steekproefcalculator op de website www.allesovermarktonderzoek.nl. Tijdens de enquêteafname is geturfd hoeveel voorbijgangers geweigerd hebben deel te nemen aan het onderzoek en het aantal mensen dat uit de regio van Maastricht komt (de laatstgenoemde groep behoort niet tot de doelgroep van het onderzoek). Op deze manier wordt een indicatie gegeven van het aantal waarnemingen dat getracht is te verzamelen. In totaal hebben 896 voorbijgangers geweigerd deel te nemen aan het CTRP-onderzoek en zijn er 327 personen benaderd die afkomstig zijn uit Maastricht en directe omgeving. Dit betekent dat in totaal 1398 waarnemingen gedaan konden worden in plaats van 175.
5HVXOWDWHQ&753RQGHU]RHN
In deze paragraaf worden de meest belangrijke en opvallende resultaten besproken die verkregen zijn uit deze onderzoeksfase. De overige resultaten zijn opgenomen in bijlage 6. 9UDDJ+HHIWXGH]HSOHNDOHHQVHHUGHUEH]RFKW"
Zoals in de frequentietabel te zien is, heeft 81,7% van de ondervraagden al eens eerder een bezoek gebracht aan Maastricht.
EGF7H'I$J'K9LMI7H'I5NGO.I2I5PRQSKTQVUW XMF5NYI2FZO.I1[SK9NYI'\
Valid
Yes No Total
Frequency 143 32 175
Percent 81,7 18,3 100,0
Valid Percent 81,7 18,3 100,0
Cumulative Percent 81,7 100,0
16
9UDDJ+RHYDDNKHHIWXGH]HSOHNDOEH]RFKW"
Een vervolgvraag heeft betrekking op het aantal eerdere bezoeken van de cultuurtoerist. Hieruit is gebleken dat 19,4% van de respondenten Maastricht nog niet eerder heeft bezocht. 11,2% heeft al een keer een bezoek gebracht aan de stad, 12,9% van de ondervraagden heeft de stad voorafgaand aan dit bezoek al twee keer bezocht. 15,9% van de ondervraagden heeft 3 à 4 keer een bezoek gebracht aan de stad en 40,6% van de respondenten geeft aan Maastricht vijf keer of vaker bezocht te hebben.
]*^'_a`Mb5c2d$egf `Mh1iZj.b1k1h$d.^9lZm.h2h5cZj.h5n4hTm.h1oY^9n4h'p
Valid
Missing Total
0 1 2 3-4 5-> Total System
Frequency 33 19 22 27 69 170 5 175
Percent 18,9 10,9 12,6 15,4 39,4 97,1 2,9 100,0
Valid Percent 19,4 11,2 12,9 15,9 40,6 100,0
Cumulative Percent 19,4 30,6 43,5 59,4 100,0
De onderlinge verhoudingen tussen het aantal bezoeken zijn duidelijk weergegeven in onderstaand staafdiagram.
17
9UDDJ:DDUZRRQWX"
Uit de frequentietabel blijkt dat 80,6% van de ondervraagden in Nederland woont en 19,4% in het buitenland.
q0rsgs4t5u2vxwy z.{1tR|'}xs4t1~ 5t5u'{1t
Valid
Rest of the country Abroad Total
Frequency 141 34 175
Percent 80,6 19,4 100,0
Valid Percent 80,6 19,4 100,0
Cumulative Percent 80,6 100,0
9UDDJ:DWLVXZJHVODFKW"
Van de ondervraagde cultuurtoeristen is 50,6% man en 49,4% vrouw.
5'55
Valid
Missing Total
Male Female Total System
Frequency 88 86 174 1 175
Percent 50,3 49,1 99,4 ,6 100,0
Valid Percent 50,6 49,4 100,0
Cumulative Percent 50,6 100,0
9UDDJ7RWZHONHOHHIWLMGVJURHSEHKRRUWX"
1,1% van de respondenten behoort tot de leeftijdsgroep 16-19, 13,1% tot de groep 20-29. 16,6% van de ondervraagden is in de leeftijd van 30-39, 17,7% behoort tot de categorie 40-49, 22,3% tot de categorie 50-59 en tot slot behoort 29,1% van de respondenten tot de leeftijdscategorie 60 jaar of ouder.
5R9Y9
Valid
16 - 19 20 - 29 30 - 39 40 - 49 50 - 59 60 or over Total
Frequency 2 23 29 31 39 51 175
Percent 1,1 13,1 16,6 17,7 22,3 29,1 100,0
Valid Percent 1,1 13,1 16,6 17,7 22,3 29,1 100,0
Cumulative Percent 1,1 14,3 30,9 48,6 70,9 100,0
In het onderstaande staafdiagram zijn de onderlinge verhoudingen duidelijk weergegeven.
18
9UDDJ:DWLVXZKRRJVWJHQRWHQHQDIJHURQGHRSOHLGLQJ"
Uit de tabel is op te maken dat 0,6% van de respondenten het basisonderwijs heeft afgerond, met betrekking tot het middelbaar onderwijs geldt dit voor 12,6% en 8,6% van de ondervraagden heeft een VMBO/MBO-opleiding afgerond. 50,6% van de respondenten heeft een hbo-opleiding afgerond en 27,6% een universitaire studie.
9.12x 725 '.9'11g 9.5 9.5 g 11g 9
Valid
Missing Total
Primary school Secondary school Vocational education Bachelor degree Master or Doctoral degree Total System
Frequency 1 22 15 88 48 174 1 175
Percent ,6 12,6 8,6 50,3 27,4 99,4 ,6 100,0
Valid Percent ,6 12,6 8,6 50,6 27,6 100,0
Cumulative Percent ,6 13,2 21,8 72,4 100,0
In het onderstaande taartdiagram is deze verdeling duidelijk te zien.
9 2¡¢ £ ¤'¥ ¢¦ ¢7¥§¨1¢©.ª« ¬ ¤Y §. ¬7¥®.ª ¬7¥ ¨4 « ¬ ¤4 §. Primary school Secondary school Vocational education Bachelor degree Master or Doctoral degree Missing
19
9UDDJ:DWLVXZEHURHSRIYRRUPDOLJHEHURHS"
26,5% van de respondenten is/was werkzaam als directeur of manager, gevolgd door 41 personen (24,7%) die een vrij/- of academisch beroep hebben/hadden, bijvoorbeeld een dokter, docent of advocaat. Vervolgens is/was 13,3% van de ondervraagden een kantoor-/administratief medewerker, 10,2% is/was ambtenaar, 6,0% heeft/had een baan als service- of verkoopmedewerker, van 5,4% van de ondervraagden houdt/hield het werk verband met techniek, 3,0% is/was werkzaam in een beroep anders dan de genoemde categorieën en tot slot is/was 1,2% van de respondenten arbeider. n/a houdt verband met de vorige vraag; indien een respondent student is, is deze vraag omtrent het (voormalige) beroep niet van toepassing.
¯0°±g±4²5³2´µ¶2¶'°·.¸1´g¹ µ9³.¸5º »9±Yµ9°·
Valid
Missing Total
Director or manager Professional Technical profession Clerical/Administration Service and sales personnel Manual or crafts worker Civil/Public servant Other n/a Total System
Frequency 44 41 9 22
Percent 25,1 23,4 5,1 12,6
Valid Percent 26,5 24,7 5,4 13,3
Cumulative Percent 26,5 51,2 56,6 69,9
10
5,7
6,0
75,9
2 17 5 16 166 9 175
1,1 9,7 2,9 9,1 94,9 5,1 100,0
1,2 10,2 3,0 9,6 100,0
77,1 87,3 90,4 100,0
In onderstaand diagram is duidelijk weergeven wat de verhoudingen zijn op het gebied van het (voormalige) beroep van de respondenten.
¼½5¾S¾4¿'À1ÁÂ5Ã1Ã.½5Ä2Å7ÁgÆ ÂÀ2Å'Ç È¾4½5Ä Director or manager Professional Technical profession Clerical/Administration Service and sales personnel Manual or crafts worker Civil/Public servant Other n/a Missing
20
9UDDJ:HONHFDWHJRULHEHVFKULMIWKHWEHVWHKHWEUXWRMDDULQNRPHQYDQXZKXLVKRXGHQ"
Zoals in de tabel te zien is, is het bruto jaarinkomen van 7,2% van de ondervraagden, die deze vraag wilden beantwoorden, ¼RIPLQGHUKHHIWHHQ LQNRPHQWXVVHQ¼- ¼HQ van de respondenten tussen ¼ - ¼ YDQ GH RQGHUYUDDJGHQ KHHIW HHQ EUXWR jaarinkomen tussen ¼ – ¼ HQ WXVVHQ ¼ 40.001 - ¼ YDQ GH respondenten heeft aangegeven een jaarinkomen te hebben tussen ¼ - ¼KHHIW een bruto jaarinkomen van meer dan ¼
ÉÊÊË.Ì5Í1Î'Ï9Ë2Ð.Ñ5Î'Ï9Í ÒZÓ9ÔYÏ'Ð2ÐZÕ Ê'Ö2Ï×MÑRÓ9ÔYÏ9ËØ
Valid
Missing Total
5,000 Euro or less 5,001 - 10,000 Euro 10,001 - 20,000 Euro 20,001 - 30,000 Euro 30,001 - 40,000 Euro 40,001 - 50,000 Euro 50,001 - 60,000 Euro More than 60,000 Euro Total System
Frequency 9 3 4 16 20 24 23 24 123 52 175
Percent 5,1 1,7 2,3 9,1 11,4 13,7 13,1 13,7 70,3 29,7 100,0
Valid Percent 7,3 2,4 3,3 13,0 16,3 19,5 18,7 19,5 100,0
Cumulative Percent 7,3 9,8 13,0 26,0 42,3 61,8 80,5 100,0
In het onderstaande taartdiagram zijn de verhoudingen tussen de categorieën weergegeven.
ÙxÚÚÛ Ü ÝÞ ß1Ûà á Þ ß7Ý âã7ä ß ààå Ú æß7ç*áGã7ä ß1Ûè 5,000 Euro or less 5,001 - 10,000 Euro 10,001 - 20,000 Euro 20,001 - 30,000 Euro 30,001 - 40,000 Euro 40,001 - 50,000 Euro 50,001 - 60,000 Euro More than 60,000 Euro Missing
21
:DWLVXZJHVODFKW";9HU]DPHOWXLHWV"
Uit de tabel is af te leiden dat 56,8% van de ondervraagde mannen iets verzamelen. Van de vrouwen verzamelt 41,9% kunstvoorwerpen, design et cetera. ! "#%$& (')!! '
Gender
Male Female
Total
Do you collect something? Yes No 50 38 56,8% 43,2% 36 50 41,9% 58,1% 86 88 49,4% 50,6%
Count % within Gender Count % within Gender Count % within Gender
Total 88 100,0% 86 100,0% 174 100,0%
:DDU ZRRQW X" ; +RH WHYUHGHQ EHQW X RYHU XZ EH]RHN DDQ GH]H UHJLR RS HHQ VFKDDO YDQ WRW "
Uit de tabel is af te leiden dat 3,6% van de respondenten, die woonachtig zijn in de rest van Nederland, hun tevredenheid over hun bezoek aan deze regio gewaardeerd kan worden met een 6. 25,7% van deze zelfde groep drukt de tevredenheid uit met een 7, 55,0% met een 8, 11,4% met een 9 en tot slot waardeert 4,3% van de respondenten die woonachtig zijn in de rest van het land, het bezoek met een 10.
éëê1ì4ì í7î ï5ð1ñ òó íô õ5ì í ö1÷ ø7í7î ó í/ù9úôûüöò ïY÷ ö õY÷ íøò7ì í*ý7ô.ê/û÷ ïYþ/ý7ô.ê1ì ÿ1÷ ö1÷ ï1ï ô0ïYþ1÷ öò7ì í ò<éëì ô ö ö ï ò1ê1ñ ò ïY÷ ô.î 5 Current place of residence
Rest of the country
Abroad
Total
Count % within Current place of residence Count % within Current place of residence Count % within Current place of residence
0
How satisfied are you with your visit to this area? 6 7 8 9 5 36 77 16
10 6
Total 140
,0%
3,6%
25,7%
55,0%
11,4%
4,3%
100,0%
1
1
6
15
5
5
33
3,0%
3,0%
18,2%
45,5%
15,2%
15,2%
100,0%
1
6
42
92
21
11
173
,6%
3,5%
24,3%
53,2%
12,1%
6,4%
100,0%
9UDDJ :HONH 9,-) VWHGHQ NRPHQ YROJHQV X ELM XLWVWHN LQ DDQPHUNLQJ YRRU HHQ FXOWXUHOH YDNDQWLH"
Zoals in onderstaande tabel te zien is, komt Parijs door 52,5% van de respondenten in aanmerking voor een culturele vakantie, gevolgd door Amsterdam (44,0%), Barcelona (40,5%), Rome (38,6%) en tot slot Londen (38,0%).
22
+HW DVSHFW GDW LN KHW PHHVW ZDDUGHHU LQ 0DDVWULFKW LV 0DDVWULFKW DOV HHQ ; 7RW ZHONH OHHIWLMGVFDWHJRULHEHKRRUWX"
Van de respondenten die de dimensie Bourgondische stad het meest waarderen in Maastricht: - Is 1,2% in de leeftijd van 16-19; - Behoort 4,8% tot de leeftijdscategorie 20-29; - Heeft 17,9% een leeftijd tussen 30-39 jaar; - Is 20,2% in de leeftijd van 40-49; - Behoort 23,8% tot de leeftijdscategorie 50-59; - Heeft 32,1% een leeftijd van 60 jaar of ouder. Van de respondenten die de dimensie Winkelstad het meest waarderen: - Is 0% in de leeftijd van 16-19; - Behoort 20,7% tot de leeftijdscategorie 20-29; - Is 27,6% in de leeftijd van 30-39 jaar; - Heeft 17,2% een leeftijd tussen 40-49; - Behoort 13,8% tot de leeftijdscategorie 50-59; - Heeft 20,7% een leeftijd van 60 jaar of ouder. Van de ondervraagden die de dimensie Europese stad het meest waarderen in de stad Maastricht: - Is 0% in de leeftijd van 16-19; - Behoort 17,6% tot de leeftijdscategorie 20-29; - Heeft 23,5% een leeftijd tussen 30-39 jaar; - Is 29,4% in de leeftijd van 40-49; - Behoort 17,6% tot de leeftijdscategorie 50-59; - Heeft 11,8% een leeftijd van 60 jaar of ouder. Van de respondenten die de dimensie Universiteitsstad het meest waarderen in Maastricht: - Is 11,1% in de leeftijd van 16-19; - Behoort 66,7% tot de leeftijdscategorie 20-29; - Heeft 0% een leeftijd tussen 30-39 jaar; - Is 11,1% in de leeftijd van 40-49; - Behoort 0% tot de leeftijdscategorie 50-59; - Heeft 11,1% een leeftijd van 60 jaar of ouder. Van de ondervraagden die de dimensie Made in Maastricht het meest waarderen in de stad: - Is 0% in de leeftijd van 16-19; - Behoort 9,4% tot de leeftijdscategorie 20-29; - Heeft 3,1% een leeftijd tussen 30-39 jaar; - Is 9,4% in de leeftijd van 40-49; - Behoort 37,5% tot de leeftijdscategorie 50-59; - Heeft 40,6% een leeftijd van 60 jaar of ouder.
23
*%+-,/.01,23234 5768 ,/. 5:9;<=.8 >@?A,7,=<=.(4 8 6+=.8 <@8 . <6+-,4 ,76/. 54,=<,B/CD!E35E4 ;F32:G4 ;<7<=. ,H3F3I ,/.(8 ;>
16 - 19 What I appreciate most in Maastricht is its character as a:
Burgundian city
Shopping city
European city
University town
Made in Maastricht
Total
Count % within What I appreciate most in Maastricht is its character as a: Count % within What I appreciate most in Maastricht is its character as a: Count % within What I appreciate most in Maastricht is its character as a: Count % within What I appreciate most in Maastricht is its character as a: Count % within What I appreciate most in Maastricht is its character as a: Count % within What I appreciate most in Maastricht is its character as a:
20 - 29
Age group 30 - 39 40 - 49 15 17
50 - 59 20
60 or over 27
20,2%
23,8%
32,1%
100,0%
8
5
4
6
29
20,7%
27,6%
17,2%
13,8%
20,7%
100,0%
0
3
4
5
3
2
17
,0%
17,6%
23,5%
29,4%
17,6%
11,8%
100,0%
1
6
0
1
0
1
9
11,1%
66,7%
,0%
11,1%
,0%
11,1%
100,0%
0
3
1
3
12
13
32
,0%
9,4%
3,1%
9,4%
37,5%
40,6%
100,0%
2
22
28
31
39
49
171
1,2%
12,9%
16,4%
18,1%
22,8%
28,7%
100,0%
1
4
1,2%
4,8%
17,9%
0
6
,0%
5HVXOWDWHQYHUYROJRQGHU]RHNHQ
In 2001 is door een aantal studenten van de Hoge Hotelschool Maastricht een soortgelijk onderzoek als het CTRP-onderzoek uitgevoerd. Alleen lag in dit eerste onderzoek de prioriteit bij de gastvrijheid van Maastricht en een hospitality audit, maar niet direct bij het CTRP-onderzoek. Toch kunnen de twee onderzoeken op bepaalde aspecten met elkaar vergeleken worden. Niet alleen in Maastricht wordt het CTRP-onderzoek uitgevoerd, ook in andere (inter)nationale steden. Van een aantal steden (Athene, Letland, Mexico) zijn de resultaten al bekendgemaakt. Een vervolgopdracht is om deze steden op een aantal gebieden met Maastricht te vergelijken. In deze paragraaf wordt allereerst ingegaan op de resultaten van het vergelijkingsonderzoek van de twee onderzoeken uit 2001 en 2008. Tot slot worden de drie steden met Maastricht vergeleken.
9HUJHOLMNLQJPHWRQGHU]RHNYDQ
Zoals hierboven reeds vermeld is, is een dergelijk onderzoek al in 2001 uitgevoerd. Dit betekent dat de resultaten van de twee onderzoeken vergeleken kunnen worden. Op deze manier wordt een beeld geschetst van de veranderingen en/of overeenkomsten tussen de cultuurtoeristen van 2001 en 2008. De belangrijkste aspecten waarop de twee onderzoeken met elkaar vergeleken zijn geworden, zijn: - Leeftijd; - Scholing; - Beroep; - Verblijfsaccommodatie; - Verblijfsduur; - Favoriete cultuurbestemming; - Bezochte culturele attracties; - Inkomen.
24
Total 84
In deze paragraaf wordt ingegaan op de overeenkomsten en verschillen op het gebied van deze aspecten tussen de twee onderzoeken. /HHIWLMG
Uit het onderzoek van 2001 is gebleken dat de meeste cultuurtoeristen in de leeftijd waren van 40-49 en van 60 jaar en ouder. Het onderzoek van 2008 heeft uitgewezen dat de cultuurtoerist van Maastricht in de leeftijd is van 50-59 en van 60 jaar en ouder. 6FKROLQJ
De cultuurtoerist van 2001 had een hbo-opleiding afgerond. Het onderzoek van 2008 bevestigt dit; maar liefst 88 respondenten hebben een hbo-opleiding afgerond. %HURHS
Het onderzoek uit 2001 heeft uitgewezen dat de cultuurtoerist voornamelijk de functie van werknemer bekleedt, waarbij het beroep geen verband houdt met cultuur. Uit het onderzoek van 2008 is ook gebleken dat de cultuurtoerist voornamelijk de functie heeft of had (indien gepensioneerd) als werknemer. Het beroep van de cultuurtoerist houdt over het algemeen geen verband met cultuur. 9HUEOLMIVDFFRPPRGDWLH
De cultuurtoerist van 2001 verbleef vooral in een hotel of in zijn/haar eigen huis. Dit geldt ook voor de cultuurtoerist van 2008. 9HUEOLMIVGXXU
In 2001 verbleef het merendeel van de cultuurtoeristen meerdere dagen in Maastricht en directe omgeving. 65% van de ondervraagden was verblijfstoerist en 35% dagtoerist. De resultaten uit het onderzoek van 2008 bevestigen dit, alleen is er een kleine verschuiving opgetreden in de percentages: 57,2% van de respondenten is verblijfstoerist en de overige respondenten (37,1%) is dagtoerist. )DYRULHWHFXOWXXUEHVWHPPLQJ
Uit het onderzoek van 2001 is gebleken dat de Maastrichtse cultuurtoerist voor een culturele vakantie naar de volgende steden zou gaan: 1. Parijs 2. Rome 3. Barcelona 4. Londen 5. Maastricht Dit komt gedeeltelijk overeen met de resultaten van 2008 en deze luiden als volgt: 1. Parijs 2. Amsterdam 3. Barcelona 4. Rome 5. Londen Uit deze resultaten blijkt dat Parijs voor de Maastrichtse cultuurtoerist nog steeds de beste bestemming is voor een culturele vakantie. %H]RFKWHFXOWXUHOHDWWUDFWLHV
De cultuurtoerist van 2001 bracht vooral een bezoek aan musea, historische panden en monumenten. De toerist van 2008 brengt ook een bezoek aan musea en historische panden- en locaties, maar monumenten worden amper bezocht. De twee onderzoeken komen op dit aspect voor het grootste gedeelte overeen. ,QNRPHQ
Het bruto jaarinkomen van de cultuurtoerist van 2001 is in te delen in de categorieën - ¼HQ¼ - ¼+HWEUXWRMDDULQNRPHQYDQGHFXOWXXUWRHULVWYDQ OLJW voornamelijk tussen ¼ - ¼HQLQ GH FDWHJRULHµPHHUGDQ¼¶ 'LWEHWHNHQWGDWHHQ verschuiving heeft plaatsgevonden op het gebied van het bruto jaarinkomen van de Maastrichtse cultuurtoerist. ¼
25
6WHGHQYHUJHOLMNLQJ
In deze subparagraaf worden Athene, Mexico en Letland met Maastricht vergeleken op de volgende aspecten: - Het profiel van de cultuurtoerist; - Verblijfsduur; - Het aantal culturele bezienswaardigheden; - Stedenvergelijking met betrekking tot de vijf meest aantrekkelijke bestemmingen voor het doorbrengen van een cultuurvakantie. In deze subparagraaf worden de resultaten alleen beschreven. De frequentietabellen, inclusief de bijbehorende resultaatbeschrijvingen, zijn opgenomen in bijlage 7.
3URILHO
9UDDJ:DDUZRRQWX"
0DDVWULFKW
80,6% van de ondervraagden woont in de rest van Nederland en 19,4% in het buitenland. $WKHQH
7,0% van de ondervraagden komt uit de regio van Athene, 4,0% uit de rest van het land en 89,0% van de ondervraagden is afkomstig uit het buitenland. /HWODQG
37,4% van de respondenten komt uit de regio, 52,6% uit de rest van het land en 10,0% van de ondervraagden is buitenlander. 0H[LFR
Van de ondervraagden komt 4,0% uit de eigen regio, 67,4% uit de rest van het land en 28,7% uit het buitenland. 9UDDJ%XLWHQODQGODQG
0DDVWULFKW
34 respondenten uit het buitenland, waarvan 10 respondenten (29,4%) uit België. $WKHQH
178 respondenten komen uit het buitenland, waarvan het merendeel (14,0%) uit Amerika. /HWODQG
Van de 100 ondervraagde buitenlanders is het grootste deel (16,4%) afkomstig uit Duitsland. 0H[LFR
Van de 355 ondervraagden die afkomstig zijn uit het buitenland, is het merendeel (38,4%) woonachtig in Amerika. 9UDDJ:DWLVXZJHVODFKW"
0DDVWULFKW
Van de ondervraagde cultuurtoeristen is 50,6% man en 49,4% vrouw. $WKHQH
40,5% van de respondenten is man en 59,5% is vrouw. /HWODQG
45,7% van de ondervraagden is man en de overige 54,3% is vrouw.
26
0H[LFR
Van de respondenten is 45,6% man en 54,4% vrouw. 9UDDJ7RWZHONHOHHIWLMGVJURHSEHKRRUWX"
0DDVWULFKW
1,1% van de respondenten behoort tot de leeftijdsgroep 16-19, 13,1% tot de groep 20-29. 16,6% van de ondervraagden is in de leeftijd van 30-39, 17,7% behoort tot de categorie 40-49, 22,3% tot de categorie 50-59 en tot slot behoort 29,1% van de respondenten tot de leeftijdscategorie 60 jaar of ouder. $WKHQH
1,0% van de respondenten is in de leeftijd van 15 jaar of jonger, 5,0% behoort tot de categorie 16-19 en 35,0% tot de categorie 20-29. 32,5% is in de leeftijd van 30-39 jaar, 17,0% is in de leeftijd van 40-49, 5,0% behoort tot de categorie 50-59 en 4,5% tot de groep 60 jaar of ouder. /HWODQG
2,4% van de ondervraagden behoort tot de categorie 15 jaar of jonger, 10,6% tot de leeftijdsgroep 1619, 40,8% is in de leeftijd van 20-29 en tot de categorie 30-39 behoort 22,7%. 13,6% van de respondenten is in de leeftijd van 40-49, 6,3% is tussen 50-59 jaar en tot slot behoort 3,6% tot de groep 60 jaar of ouder. 0H[LFR
4,5% van de ondervraagden is in de leeftijd van 16-19, 28,6 behoort tot de leeftijdscategorie 20-29, 25,7% tot de groep 30-39 en 23,1% is in de leeftijd van 40-49. 13,0% behoort tot de categorie 50-59 en 5,2% is in de leeftijd van 60 jaar of ouder. 9UDDJ:DWLVXZKRRJVWJHQRWHQHQDIJHURQGHRSOHLGLQJ"
0DDVWULFKW
Uit de tabel is op te maken dat 0,6% van de respondenten het basisonderwijs heeft afgerond als hoogste opleiding, met betrekking tot het middelbaar onderwijs geldt dit voor 12,6% en 8,6% van de ondervraagden heeft een VMBO/MBO-opleiding afgerond. 50,6% van de respondenten heeft een hboopleiding afgerond en 27,6% een universitaire studie. $WKHQH
2,0% van de ondervraagden heeft het basisonderwijs als hoogste opleiding afgerond, 11,5% van de respondenten heeft het middelbaar onderwijs afgerond, 8,0% het VMBO/MBO, 39,0% het HBO en 39,5% het WO. /HWODQG
Uit de tabel is op te maken dat 3,9% van de respondenten het basisonderwijs als hoogste opleiding heeft afgerond, met betrekking tot het middelbaar onderwijs geldt dit voor 13,6% en 12,4% van de ondervraagden heeft een VMBO/MBO-opleiding afgerond. 22,2% van de respondenten heeft een hboopleiding afgerond en 47,9% een universitaire studie. 0H[LFR
4,1% van de ondervraagden heeft het basisonderwijs als hoogste opleiding afgerond, 9,3% van de respondenten heeft het middelbaar onderwijs afgerond, 7,3% het VMBO/MBO, 52,8% het HBO en 12,8% het WO. 13,7% van de ondervraagden is ingedeeld in categorie ‘6’, maar het is niet bekend wat voor een opleiding hieraan gekoppeld is.
27
9UDDJ+RHNDQXZKXLGLJHDUEHLGVVLWXDWLHKHWEHVWHZRUGHQRPVFKUHYHQ"
0DDVWULFKW
Uit de frequentietabel blijkt dat 42,0% van de respondenten een baan heeft als werknemer, 19,5% is zelfstandige en 22,4% is gepensioneerd. Van de ondervraagden is 6,3% huisvrouw/-man en 9,8% is student. $WKHQH
Uit de tabel is af te lezen dat 55,0% van de respondenten werknemer is, 14,5% is zelfstandige, 3,5% is gepensioneerd, 4,0% van de ondervraagden is huisvrouw/-man, 21,0% is student en 2,5% is werkloos/arbeidsongeschikt. /HWODQG
55,9% van de respondenten is werknemer, 7,7% is zelfstandige en 2,3% van de ondervraagden is gepensioneerd. 2,3% is huisvrouw/-man, 8,7% is student en 2,3% is werkloos/arbeidsongeschikt. 0H[LFR
Uit de tabel blijkt dat 54,4% van de respondenten een baan heeft als werknemer, 10,2% is zelfstandige en 5,5% is gepensioneerd. Van de ondervraagden is 8,6% huisvrouw/-man, 19,1% is student en 1,4% is werkloos/arbeidsongeschikt. 9UDDJ:DWLVXZEHURHSRIYRRUPDOLJHEHURHS"
0DDVWULFKW
26,5% van de respondenten is/was werkzaam als directeur of manager, gevolgd door 41 personen (24,7%) die een vrij/- of academisch beroep hebben/hadden, bijvoorbeeld een dokter, docent of advocaat. Vervolgens is/was 13,3% van de ondervraagden een kantoor-/administratief medewerker, 10,2% is/was ambtenaar, 6,0% heeft/had een baan als service- of verkoopmedewerker, van 5,4% van de ondervraagden houdt/hield het werk verband met techniek, 3,0% is/was werkzaam in een beroep anders dan de genoemde categorieën en tot slot is/was 1,2% van de respondenten arbeider. n/a houdt verband met de vorige vraag; indien een respondent student is, is deze vraag omtrent het (voormalige) beroep niet van toepassing. $WKHQH
Van de respondenten is 24,0% directeur of manager van beroep (geweest), 45,5% heeft een vrij beroep, 11,0% is werkzaam in een technisch beroep, 8,4% is kantoor-/administratief medewerker, 9,1% is werkzaam als service- of verkoopmedewerker en 1,9% is arbeider. /HWODQG
11,8% is werkzaam als directeur of manager, 24,7% heeft een vrij beroep en 14,7% is werkzaam in een technisch beroep. Van de ondervraagden is 9,5% kantoor-/administratief medewerker, 11,4% service- of verkoopmedewerker en 4,2% arbeider. 0H[LFR
Van de respondenten is 8,1% werkzaam als directeur of manager, 56,5% heeft een vrij beroep en 9,4% is werkzaam in een technisch beroep. 8,1% is werkzaam als kantoor-/administratief medewerker, 16,8% als service- of verkoopmedewerker en 1,0% als arbeider. 9UDDJ+RXGWXZYRRUPDOLJH EHURHSYHUEDQGPHWFXOWXXU"
0DDVWULFKW
Van de respondenten heeft 22,7% een baan welke verband houdt met cultuur. $WKHQH
32,7% van de ondervraagden heeft een baan waarin cultuur aan de orde komt. /HWODQG
Van de ondervraagden heeft 32,7% aangegeven een baan te hebben welke een connectie heeft met cultuur.
28
0H[LFR
33,2% van de respondenten heeft een baan welke verband houdt met cultuur. 9UDDJ:HONHFDWHJRULHEHVFKULMIWKHWEHVWHKHWEUXWRMDDULQNRPHQYDQXZKXLVKRXGHQ"
0DDVWULFKW
Zoals in de tabel te zien is, is het bruto jaarinkomen van 7,3% van de ondervraagden, die deze vraag wilden beantwoorden, ¼RIPLQGHUKHHIWHHQ LQNRPHQWXVVHQ¼- ¼HQ van de respondenten tussen ¼ - ¼ YDQ GH RQGHUYUDDJGHQ KHHIW Hen bruto jaarinkomen tussen ¼- ¼WXVVHQ¼- ¼HQWXVVHQ ¼ - ¼ YDQ GH UHVSRQGHQWHQ KHHIW DDQJHJHYHQ HHQ MDDULQNRPHQ WH KHEEHQ tussen ¼- ¼KHHIWHHQEUXWRMDDULQNRPHQYDQPeer dan ¼ $WKHQH
8,0% van de respondenten heeft een bruto jaarinkomen van ¼ RI PLQGHU KHHIW HHQ inkomen tussen ¼ - ¼ HQ WXVVHQ ¼ - ¼ YDQ GH ondervraagden heeft aangegeven dat het inkomen tot de categorie ¼ - ¼ EHKRRUW 13,5% heeft een bruto jaarinkomen tussen ¼ - ¼ WXVVHQ ¼ - ¼ 8,5% tussen ¼- ¼HQKHHIWDDQJHJHYHQHHQLQNRPHQWHKHEEHQYDQPHHUGDQ ¼
Letland Zoals in de tabel te zien is, is het bruto jaarinkomen van 51,5% van de ondervraagden, die deze vraag wilden beantwoorden, ¼ RI PLQGHU KHHIW HHQ LQNRPHQ WXVVHQ ¼ - ¼ HQ 13,6% van de respondenten tussen ¼ - ¼YDQ GHRQGHUvraagden heeft een bruto jaarinkomen tussen ¼- ¼WXVVHQ¼- ¼HQWXVVHQ ¼- ¼YDQGHUHVSRQGHQWHQKHHIWDDQJHJHYHQHHQMDDULQNRPHQWHKHEEHQWXVVHQ ¼- ¼KHHIWHHQEUXWRMDDULnkomen van meer dan ¼ 0H[LFR
28,1% van de respondenten heeft een bruto jaarinkomen van ¼ RI PLQGHU KHHIW HHQ inkomen tussen ¼ - ¼ HQ WXVVHQ ¼ - ¼ YDQ GH ondervraagden heeft aangegeven dat het inkomen tot de categorie ¼- ¼EHKRRUW heeft een bruto jaarinkomen tussen ¼ - ¼ WXVVHQ ¼ - ¼ tussen ¼- ¼HQKHHIWDDQJHJHYHQHHQLQNRPHQWHKHEEHQYDQPHHUGDQ ¼
9HUEOLMIVGXXU
9UDDJ+RHYHHOQDFKWHQYHUEOLMIWXLQGH]HUHJLR"
0DDVWULFKW
39,4% van de respondenten heeft niet overnacht tijdens het bezoek aan Maastricht. 7,3% is een nacht gebleven, 16,4% twee nachten, 17,6% drie nachten, 8,5% vier nachten en tot slot is 10,9% vijf of meer nachten in Maastricht en omgeving gebleven. $WKHQH
2,1% van de respondenten heeft niet overnacht tijdens het bezoek aan Maastricht. van de ondervraagden heeft 12,3% aangegeven een nacht in de regio te hebben verbleven, 32,6% twee nachten, 13,9% drie nachten, 9,1% vier nachten en het restpercentage (30,0%) is vijf nachten of meer in de regio van Maastricht verbleven. /HWODQG
14,2% van de respondenten heeft niet overnacht tijdens het bezoek aan Maastricht. 22,1% is een nacht gebleven, 15,8% twee nachten, 18,6% drie nachten, 5,1% vier nachten en tot slot is 24,2% vijf of meer nachten in Maastricht en omgeving gebleven.
29
0H[LFR
Van de ondervraagden heeft 27,6% aangegeven een nacht in de regio te hebben verbleven, 35,4% twee nachten, 9,2% vier nachten en het restpercentage (27,8%) is vijf nachten of meer in de regio van Maastricht verbleven. &XOWXXUDDQERG 6WHOOLQJ(U]LMQYHHOLQWHUHVVDQWHEH]LHQVZDDUGLJKHGHQ
0DDVWULFKW
5,2% van de respondenten vindt niet dat Maastricht veel interessante bezienswaardigheden bezit. 19,1% heeft een neutrale mening (oneens/eens), 51,4% vindt wel dat de stad over veel interessante bezienswaardigheden beschikt en 24,3% is het geheel eens met de stelling. $WKHQH
Van de respondenten is 2,0% het oneens met de stelling, 12,0% staat hier neutraal tegenover, 28,0% vindt dat Athene veel interessante bezienswaardigheden bezit en 58,0% is het hier geheel mee eens. /HWODQG
1,0% van de respondenten vindt dat Letland helemaal geen interessante bezienswaardigheden bezit. 6,4% is het oneens met de stelling en 17,0% staat neutraal tegenover de stelling. 35,7% vindt dat Letland wel over veel interessante bezienswaardigheden beschikt en 39,9% is het geheel eens met de stelling. 0H[LFR
Van de respondenten is 0,5% het oneens met de stelling, 1,9% staat hier neutraal tegenover, 12,7% vindt dat Mexico veel interessante bezienswaardigheden bezit en 84,9% is het geheel eens met de stelling.
6WHGHQYHUJHOLMNLQJ 9UDDJ :HONH 9,-) VWHGHQ NRPHQ YROJHQV X ELM XLWVWHN LQ DDQPHUNLQJ YRRU HHQ FXOWXUHOH YDNDQWLH"
0DDVWULFKW
Zoals in onderstaande tabel te zien is, komt Parijs door 52,5% van de respondenten in aanmerking voor een culturele vakantie, gevolgd door Amsterdam (44,0%), Barcelona (40,5%), Rome (38,6%) en tot slot Londen (38,0%). $WKHQH
70,5% van de respondenten vindt Rome een goede bestemming voor het doorbrengen van een cultuurvakantie, gevolgd door Athene (68,5%), Parijs (60,5%), Londen (37,0%) en als laatste door Venetië (35,0%). /HWODQG
De respondenten hebben aangegeven dat Parijs als eerste in de top-5 in aanmerking komt voor een culturele vakantie (42,8%), vervolgens Athene met 35,1%, gevolgd door Londen (29,4%), Sibiu/Hermanstad (26,9%) en tot slot Wenen met 24,6%. 0H[LFR
De antwoorden van de respondenten in Mexico zijn onbekend.
30
&RQFOXVLHV
Nadat de resultaten zijn beschreven is de vervolgstap het formuleren van de conclusies. In dit hoofdstuk worden allereerst de conclusies van het CTRP-onderzoek weergegeven en vervolgens die van het vergelijkingsonderzoek tussen de twee onderzoek van 2001 en 2008. Tot slot worden de conclusies met betrekking tot de stedenvergelijking besproken. Bij de conclusies is uitgegaan van de percentages vermeld in de frequentietabellen.
&RQFOXVLHV&753RQGHU]RHN
0RWLYDWLH
-
-
-
Het merendeel van de respondenten heeft aangegeven Maastricht al eens eerder bezocht te hebben. De meeste ondervraagden hebben vijf keer of vaker een bezoek gebracht aan de stad. Meer dan de helft van de respondenten is van mening dat Maastricht een groot aanbod heeft op het gebied van cultuur. Het merendeel vindt dat de stad de kennis en nieuwsgierigheid stimuleert. Meer dan de helft van de ondervraagden vindt het zeer aangenaam om in Maastricht te zijn. Maastricht wordt door het gros gezien als een aantrekkelijke stad. Ruim meer dan de helft van de respondenten heeft aangegeven dat de verwachtingen van de stad overeenkomen met hun ervaringen. Het merendeel geeft ook aan het geheel eens te zijn met de stelling omtrent het overeenkomen van de verwachtingen met de positieve ervaringen. Het grootste deel van de respondenten geeft aan dat de verwachtingen overeenkomen met de positieve ervaringen op het gebied van interessante bezienswaardigheden. De verwachtingen van de ondervraagden komt voor het merendeel overeen met de positieve ervaringen met betrekking tot de aanwezigheid van de lokale bevolking. Meer dan de helft van de ondervraagden vindt dat de verwachtingen overeenkomen met de positieve ervaringen op het gebied van Maastricht als unieke stad. Het merendeel vindt dat de verwachtingen van de stad niet overeenkomen met de ervaringen betreffende de stelling omtrent het feit dat men in Maastricht kan ontsnappen aan de werkelijkheid. Het grootste deel van de ondervraagden heeft Maastricht bezocht vanwege de uitstraling en deze groep heeft ook aangegeven dat de verwachtingen overeenkomen met de positieve ervaringen. Uit de enquêteafname is gebleken dat het grootste deel van de respondenten het Bourgondische aspect het meest waardeert in de stad Maastricht. Het Bourgondische aspect wordt het meest, maar tevens het minst gewaardeerd door ondervraagden van 60 jaar of ouder. Respondenten in de leeftijdscategorie 30-39 waarderen Maastricht als winkelstad het meest, personen van 60 jaar of ouder waarderen deze dimensie het minst. Van de ondervraagden die de dimensie Europese stad het meest waarderen in de stad Maastricht, is het grootste deel in de leeftijd van 40-49. Respondenten in de leeftijdscategorieën 50-59 en 60 jaar of ouder appreciëren deze dimensie het minst. Maastricht als universiteitsstad wordt het meest gewaardeerd door personen tussen 20-29 jaar en het minst door respondenten van 60 jaar of ouder. De dimensie Made in Maastricht wordt het meest, maar tevens het minst geapprecieerd door respondenten van 60 jaar of ouder. Het merendeel van de respondenten waardeert Maastricht als Europese stad het minst. Het merendeel van de respondenten vindt dat Maastricht niet in aanmerking komt voor een culturele vakantie. Deze groep heeft ook aangegeven de dimensie Europese stad het minst te waarderen. Van de personen die vinden dat Maastricht wel in aanmerking komt voor een cultuurvakantie, waardeert het merendeel de dimensies Europese- en Universiteitsstad het minst. Het absolute merendeel vindt dat Maastricht over veel interessante bezienswaardigheden beschikt. De stelling ‘het is plezierig om bij de lokale bevolking te zijn’, wordt door het merendeel van de respondenten beaamd.
31
-
Het merendeel van de ondervraagden vindt dat Maastricht uniek is of een unieke uitstraling heeft. Het grootste deel vindt dat men niet kan ontsnappen aan de werkelijkheid tijdens het bezoek aan de stad. Een bezoek brengen aan de stad vanwege de uitstraling, is de beweegreden van een groot deel van de respondenten. Meer dan de helft van de ondervraagden heeft een bezoek gebracht aan Maastricht met als hoofddoel het bezoeken van een cultureel evenement/attractie. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat de Maastrichtse cultuurtoeristen tevreden tot zeer tevreden over de bezienswaardigheden, bevolking et cetera, kortom: de gehele stad zijn.
3URILHO
-
Het grootste deel van de respondenten is afkomstig uit Nederland. Van de buitenlandse ondervraagden komt het merendeel uit België. De meeste respondenten zijn mannen in de leeftijd van 60 jaar of ouder. De respondenten van dit onderzoek behoren voornamelijk tot de leeftijdscategorie 60 jaar of ouder. Het merendeel van de ondervraagden heeft een hbo-opleiding of hoger afgerond. Dit geldt ook voor mannen en vrouwen afzonderlijk. De meeste mannen in de leeftijd van 60 jaar of ouder hebben een universitaire studie afgerond. Vrouwen in deze zelfde leeftijdscategorie hebben voornamelijk een hbo-opleiding afgerond. Het grootste deel van de ondervraagden is werknemer in de leeftijd van 40-49 en 50-59. De meeste respondenten zijn werkzaam (geweest) als directeur of manager. Van de respondenten die hebben aangegeven dat hun (voormalig) beroep verband houdt met cultuur, verzamelt het merendeel kunstvoorwerpen, design et cetera. De meeste mannen, van 60 jaar of ouder, verzamelen kunstvoorwerpen, design et cetera. Twee inkomenscategorieën zijn het meest vertegenwoordigd door de ondervraagden, namelijk de categorieën ¼40,001 - ¼HQPHHUGDQ¼
9HUEOLMIHQDFWLYLWHLWHQ
-
-
-
Qua type accommodatie gaat de voorkeur uit naar een hotel. Het merendeel van de bezoekers aan Maastricht maakt een dagtrip. Tijdens de trip of het verblijf in Maastricht gaat de voorkeur van de respondenten uit naar een bezoek aan een museum. De respondenten die vinden dat Maastricht een groot aanbod op cultuurgebied heeft, bezoeken vooral musea tijdens hun bezoek aan de stad. Bovenstaande conclusie geldt ook voor de volgende stellingen: - De stad stimuleert mijn nieuwsgierigheid; - Het is zeer aangenaam om in Maastricht te zijn; - Dit is een aantrekkelijke stad. Het grootste deel van de ondervraagden geeft aan het bezoek aan de stad te waarderen met een 8 of hoger. Dit geldt ook voor de Nederlandse- en buitenlandse respondenten afzonderlijk. Het merendeel van de respondenten die vinden dat Maastricht een groot aanbod heeft op cultuurgebied, waardeert het bezoek aan de regio met een 8 of hoger. Ditzelfde geldt voor de stellingen: - De stad stimuleert mijn nieuwsgierigheid; - Het is zeer aangenaam om in Maastricht te zijn; - Dit is een aantrekkelijke stad. Een zeer klein deel van de respondenten, dat het bezoek aan de stad waardeert met een 8 of hoger, vindt Maastricht een goede bestemming voor een culturele vakantie. Van de respondenten die Maastricht voorheen nog nooit bezocht hebben, heeft het merendeel de tevredenheid over het bezoek een 8 of hoger gegeven. Meer dan 50% van de bezoekers dat de stad al vaker heeft bezocht, waardeert het bezoek ook met een 8 of hoger. Geconcludeerd kan worden dat het qua tevredenheid over de stad geen verschil maakt of een toerist Maastricht voor de eerste keer bezoekt of voor de vijfde keer.
32
,QIRUPDWLHEURQQHQ
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Meer dan de helft van de ondervraagden boekt de reis en het verblijf afzonderlijk van elkaar. De ‘all-in’ reis (reis en verblijf) wordt het meest geboekt door respondenten in de leeftijd van 40-49. Het afzonderlijk boeken van het transport en de accommodatie wordt het meest gedaan door respondenten die behoren tot de leeftijdscategorie 60 jaar of ouder. Van te voren niets organiseren qua reis en verblijf wordt ook het meest gedaan door personen in de leeftijd van 60 jaar of ouder. Internet is voor het grootste deel van de respondenten de meest gebruikte bron, voor het inwinnen van informatie over Maastricht en omgeving (voorafgaand aan het bezoek). Het merendeel raadpleegt geen familie/vrienden voor aankomst. Degenen die dit wel doen zijn vooral mannen en vrouwen in de leeftijd van 20-29. Het grootste deel van de respondenten gebruikt een eerder bezoek niet als informatiebron voor het herhaalbezoek. Indien dit toch het geval is, dan is dit van toepassing op mannen in de leeftijdscategorie van 60 jaar of ouder en vrouwen in de leeftijd tussen 40-49. Internet wordt, voor aankomst, het meest geraadpleegd door mannen in de leeftijd van 30-39 en vrouwen in de leeftijd van 50-59. Geen van de respondenten heeft een verkeersbureau om informatie gevraagd voor aankomst in de regio. Het merendeel van de ondervraagden heeft geen reisagent geraadpleegd voor aankomst in de regio. Indien dit toch het geval is, dan vragen vooral mannen in de leeftijd van 40-49 en vrouwen in de leeftijd van 30-39 en 50-59 om informatie. Het merendeel van de mannen heeft geen tv en/of radio geraadpleegd voor informatie over de stad. Als ze dit toch hebben gedaan, dan zijn dit vooral mannen tussen 40-49 jaar. Geen van de vrouwelijke respondenten heeft deze informatiebron voor aankomst geraadpleegd. Het grootste deel van de respondenten heeft geen kranten/tijdschriften geraadpleegd voor informatie. Indien respondenten dit toch hebben gedaan, dan is dit voornamelijk door mannen en vrouwen van 60 jaar of ouder. Brochures van touroperators zijn amper geraadpleegd voorafgaand aan het bezoek aan Maastricht. Indien de respondenten toch dergelijke brochures hebben geraadpleegd, dan is dit vooral door mannen in de leeftijd van 30-39 en door vrouwen tussen 40-49 jaar. Het merendeel van de respondenten heeft aangegeven geen gids(en) gebruikt te hebben voor informatie. Indien dit toch het geval is, dan zijn de gidsen vooral geraadpleegd door mannen tussen 30-39 jaar en vrouwen die tot de leeftijdscategorie 50-59 behoren. Na aankomst in de regio zijn lokale brochures het meest geraadpleegd. Maar een klein deel van de ondervraagden heeft zich bij familie en/of vrienden geïnformeerd over de stad. Van deze groep laten mannen en vrouwen in de leeftijd van 20-29 zich het meest informeren na aankomst in de regio. De VVV is door de respondenten zeer beperkt bezocht. Een aantal respondenten heeft deze informatiebron wel geraadpleegd; dit zijn vooral mannen tussen 40-49 jaar en vrouwen in de leeftijd van 50-59 jaar. Na aankomst is het medium internet vrijwel niet geraadpleegd. De respondenten die dit wel gedaan hebben, zijn voornamelijk mannen in de leeftijdscategorie 16-19 en vrouwen in de leeftijd van 20-29. Geen van de respondenten heeft na aankomst in de regio, een touroperator om informatie over de omgeving gevraagd. Een klein deel van de ondervraagden heeft aangegeven kranten en/of tijdschriften geraadpleegd te hebben na aankomst in de regio. Dit kleine deel wordt vooral vertegenwoordigd door mannen tussen 30-39 jaar en vrouwen in de leeftijd van 20-29 jaar. Lokale brochures worden vooral geraadpleegd door mannen in de leeftijd van 50-59 en vrouwen tussen 40-49 jaar. Ook na aankomst in de stad worden gidsen vrijwel niet bestudeerd. Een aantal respondenten heeft dit wel gedaan; dit zijn voornamelijk mannen in de leeftijdscategorie 20-29 en vrouwen in de leeftijd van 50-59. Geen van de mannelijke respondenten heeft tv of radio geraadpleegd voor informatie over de stad. Wat betreft de vrouwelijke ondervraagden: het overgrote deel van deze respondenten heeft na aankomst, ook geen gebruikgemaakt van tv en/of radio. De enige vrouwelijke respondent welke deze informatiebron heeft geraadpleegd, behoort tot de leeftijdscategorie 20-29. Geen van de mannelijke- noch vrouwelijke respondenten heeft een gids (persoon) om informatie gevraagd tijdens het bezoek aan de stad.
33
6WHGHQYHUJHOLMNLQJ
-
Het doorbrengen van een culturele vakantie in Parijs geniet voor meer dan de helft van de respondenten de voorkeur. Parijs, Amsterdam en Barcelona komen vooral in aanmerking voor een culturele vakantie voor respondenten die werkzaam zijn/waren in een vrij- of academisch beroep. Rome en Londen zijn vooral in trek bij ondervraagden die van beroep directeur of manager zijn (geweest). Maastricht komt bij een zeer klein deel van de respondenten in aanmerking voor een culturele vakantie.
Algemene conclusie naar aanleiding van de conclusies op het gebied van de motivatie en de stedenvergelijking: Enerzijds zijn de Maastrichtse cultuurtoeristen zeer tevreden over de bezienswaardigheden, de bevolking, de unieke uitstraling van de stad et cetera. Anderzijds geeft maar een zeer klein deel van de ondervraagden aan dat Maastricht in aanmerking komt voor het doorbrengen van een cultuurvakantie. 8LWJDYHQ
-
Het grootste deel van de bezoekers aan Maastricht heeft (afzonderlijk) tussen ¼ - ¼ DDQ reis- en accommodatiekosten besteed. Het merendeel van de respondenten heeft (afzonderlijk) aan eten en drinken, winkelen en entreegelden een bedrag tussen ¼- ¼XLWJHgeven. De totale uitgaven van het merendeel van de ondervraagden ligt tussen ¼- ¼
&RQFOXVLHVYHUYROJRSGUDFKWµYHUJHOLMNLQJPHWRQGHU]RHNYDQ¶
/HHIWLMG
De leeftijd van de cultuurtoerist is veranderd van 40-49 en 60 jaar en ouder in 50-59 en 60 jaar en ouder. Dit betekent dat de cultuurtoerist van 2008 in de twee hoogste leeftijdscategorieën ingedeeld kan worden. Er heeft dus een verschuiving plaatsgevonden in de leeftijd van de cultuurtoerist. 6FKROLQJ
De resultaten van de twee onderzoeken komen overeen betreffende dit aspect; het merendeel van de cultuurtoeristen heeft een hbo-opleiding afgerond. %HURHS
De resultaten van de twee onderzoeken komen ook op dit aspect met elkaar overeen. De cultuurtoerist heeft of had (indien gepensioneerd) voornamelijk de functie als werknemer en het beroep van de cultuurtoerist houdt over het algemeen geen verband met cultuur. 9HUEOLMIVDFFRPPRGDWLH
De cultuurtoerist van 2001 verbleef vooral in een hotel of in zijn/haar eigen huis. De keuze van de cultuurtoerist van 2008 is op het gebied van de accommodatie niet veranderd; deze toerist prefereert nog steeds de eigen woning en een hotel boven de overige verblijfsaccommodaties. 9HUEOLMIVGXXU
Na het vergelijken van de twee onderzoeken kan geconcludeerd worden dat de cultuurtoerist, over het algemeen, een verblijfstoerist is. )DYRULHWHFXOWXXUEHVWHPPLQJ
Uit de resultaten blijkt dat Parijs voor de Maastrichtse cultuurtoerist nog steeds het meest in aanmerking komt voor een culturele vakantie. %H]RFKWHFXOWXUHOHDWWUDFWLHV
De cultuurtoerist van beide jaren bezoekt voornamelijk musea, historische panden- en locaties.
34
,QNRPHQ
Het bruto jaarinkomen van de cultuurtoerist is verschoven van ¼- ¼HQ ¼- ¼QDDU¼- ¼HQPHHUGDQ¼ &RQFOXVLHVYHUYROJRSGUDFKWµVWHGHQYHUJHOLMNLQJ¶
3URILHO
-
-
-
Het merendeel van de Maastrichtse en Mexicaanse respondenten woont in de rest van het land. De bezoekers aan Athene zijn voornamelijk afkomstig uit het buitenland en de bezoekers aan Letland komen vooral uit de regio. Wat betreft buitenlanders, krijgt Maastricht vooral bezoek van mensen uit België, Athene en Mexico worden voornamelijk bezocht door Amerikanen en Letland is vooral aantrekkelijk voor Duitse toeristen. Maastricht wordt over het algemeen meer bezocht door mannen. Athene, Letland en Mexico door vrouwen. De cultuurtoerist van Maastricht is voornamelijk in de leeftijd van 60 jaar of ouder. De toeristen van Athene, Letland en Mexico zijn vooral in de leeftijd van 20-29 jaar. Het merendeel van de toeristen aan Maastricht en Mexico heeft een hbo-opleiding afgerond. Het grootste deel van de bezoekers aan Athene en Letland heeft een universitaire studie voltooid. Het merendeel van de toeristen van alle vier de steden, is werknemer. De respondenten van Maastricht zijn vooral werkzaam als directeur of manager. De respondenten van Athene, Letland en Mexico zijn voornamelijk werkzaam in een vrij beroep. Het grootste deel van de respondenten van alle vier de steden, heeft aangegeven dat het (voormalige) beroep geen verband houdt met cultuur. Het bruto jaarinkomen van de Maastrichtse cultuurtoerist behoort tot de categorie ¼ - ¼ HQ PHHU GDQ ¼ 'H EH]RHNHUV DDQ $WKHQH KHEEHQ YRRUQDPHOLMN HHQ inkomen van meer dan ¼HQGHUHVSRQGHQWHQYDQ/HWODQGHQ0H[LFRKHEEHQHHQLQNRPHQ van ¼RIPLQGHU
9HUEOLMIVGXXU
-
Het grootste deel van de respondenten van Maastricht heeft niet overnacht tijdens het bezoek aan de stad. De bezoekers aan Athene en Mexico zijn over het algemeen twee nachten verbleven en de toeristen van Letland voornamelijk vijf nachten of meer.
&XOWXXUDDQERG
-
Een groot deel van de respondenten vindt dat Maastricht veel interessante bezienswaardigheden heeft. De bezoekers aan Athene, Letland en Mexico zijn het geheel eens met de stelling ‘er zijn veel interessante bezienswaardigheden’ met betrekking tot de betreffende stad.
6WHGHQYHUJHOLMNLQJ
-
Parijs wordt door bezoekers aan Maastricht en Letland gezien als een goede bestemming voor een culturele vakantie. De respondenten van Athene vinden dat Rome in aanmerking komt voor een dergelijke vakantie en de resultaten van Mexico zijn niet bekend op dit aspect.
35
$ DQEHYHOLQJHQ
Nadat de conclusies zijn beschreven is de allerlaatste stap het formuleren van de aanbevelingen.
Een eerste aanbeveling heeft betrekking op de dimensies van Maastricht. Zoals in hoofdstuk 4 reeds uitgelegd is, concentreert de gemeente zich op vijf dimensies welke geselecteerd zijn uit een veel groter aantal. Aan de hand van deze dimensies wil Maastricht zich positioneren om het Merk Maastricht te creëren, wat dus te maken heeft met het imago van de stad. Uit het onderzoek is duidelijk naar voren gekomen dat de twee dimensies Bourgondische- en Winkelstad het meest gewaardeerd worden door de bezoekers. De andere drie dimensies worden het minst gewaardeerd. De aanbeveling is dat de gemeente Maastricht zich meer moet gaan concentreren op de dimensies Europese-, Universiteitsstad en Made in Maastricht. Dit, om de bezoekers aan de stad alle vijf de dimensies positief te laten waarderen in plaats van twee dimensies, aangezien dit voorgenomen beleid duidelijk naar voren komt in het Berenschot-rapport. Een andere aanbeveling heeft te maken met de culturele bezienswaardigheden/-attracties. Het gros van de respondenten heeft aangegeven musea en historische locaties te bezoeken tijdens hun bezoek aan Maastricht. Bezienswaardigheden als monumenten, religieuze locaties, theaters et cetera worden amper bezocht. Een advies is om deze bezienswaardigheden nog meer onder de aandacht te brengen in de rest van Nederland en het buitenland. Dit kan bijvoorbeeld door veel meer toeristische informatie op de website www.maastricht.nl te plaatsen. Maar ook door meer concrete informatie over de vele bezienswaardigheden, zoals de vele kerken en de grotten, op de website van de VVV Zuid-Limburg te vermelden. Websites zijn tegenwoordig veel vaker het eerste contactmoment voor bezoekers, dus deze dienen ook zeer gedetailleerde informatie te verschaffen.
36
*HUDDGSOHHJGHOLWHU DWXXU
%RHNHQ
e
Baarda, D., Goede de, M. (1998). %DVLVERHN0HWKRGHQHQ7HFKQLHNHQ. Geheel herziene 2 druk. Utrecht: Educatieve Partners Nederland BV. Boomsma, S., Borrendam van, A. (2003). .ZDOLWHLW YDQ GLHQVWYHUOHQLQJ e 4 druk. Deventer: Kluwer.
'H
LQWHJUDWLH
YDQ
GLHQVWHQPDUNHWLQJNZDOLWHLWHQPDQDJHPHQW
Boon den, C. A., Geeraerts, D. (2005). 9DQ'DOH*URRWZRRUGHQERHNKHGHQGDDJV1HGHUODQGV. 14e druk. Utrecht: Van Dale Lexicografie BV. e
Brinkman, J. (2001). &LMIHUV VSUHNHQ 6WDWLVWLHN HQ PHWKRGRORJLH YRRU KHW KRJHU RQGHUZLMV. 3 druk. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff BV. Heuvel, J. (2005). 'LHQVWHQPDUNHWLQJ Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff BV Jansen, E.P.W.A. (2004). (QTXrWHUHQ KHW Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff BV.
RSVWHOOHQ HQ JHEUXLNHQ YDQ YUDJHQOLMVWHQ
3e druk.
Munsters, W. (2007). &XOWXXUWRHULVPH. 4e herziene en vermeerderde druk. Leuven-Apeldoorn: Garant. Munsters, W. (2004). &XOWXXU ; 7RHULVPH ORXWHU HHQ YHUVWDQGVKXZHOLMN" Maastricht: Kenniskring en Lectoraat Toerisme en Cultuur. Verhage, B. (2001). BV.
. 5e druk. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff
*URQGVODJHQ YDQ GH PDUNHWLQJ
Verhoeven, N. (2003). :DWLVRQGHU]RHN". Amsterdam: Uitgeverij Boom.
5DSSRUWHQ
Gehrels, C., Munster van, O., e.a. (2005). 0DDVWULFKW. Utrecht: Berenschot. Gehrels,
C.,
Munster
van,
O.,
e.a.
'H (XURSHVH %HORIWH 0HUN HQ 5HSXWDWLHPDQDJHPHQW
(2005). &RQFOXGHUHQGH . Utrecht: Berenschot.
1RWLWLH
&LW\PDUNHWLQJ
5HSXWDWLHPDQDJHPHQW0DDVWULFKW% :0DDVWULFKW
Kenniskring Toerisme en Cultuur. (2005). Toerisme en Cultuur.
-DDUYHUVODJ
. Maastricht: Kenniskring en Lectoraat
Maastrichts Uitburo, VVV Maastricht. (2007). +LJKOLJKWV (YHQHPHQWHQ HQ )HVWLYDOV 0DDVWULFKW . Maastricht: Maastrichts Uitburo en VVV Maastricht. Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen. (2008). (FRQRPLVFK EHODQJ WRHULVPH HQ YULMH WLMG. Leidschendam: Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen. OWP Research. (2007). 7RHULVPH,QGH[0DDVWULFKW. Maastricht: OWP Research. Rosier, E. (2007). 0HUNLQ8LWYRHULQJ5HSXWDWLHPDQDJHPHQW Maastricht: R2M.
37
:HEVLWHV
http://www.2reflect.nl/validiteit_en_betrouwbaarheid.htm http://www.allesovermarktonderzoek.nl/Extra/steekproef.aspx http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/methoden/begrippen/default.htm?conceptid=3205 http://www.evenementkalender.nl/evenementen-maastricht.shtml http://www.maastrichtsuitburo.nl/ http://www.minocw.nl/schoolvakanties/572/Vakantiedata-20072010-en-voorlopige-data-daarna.html http://www.multiscope.nl/kennis/begrippen.html http://www.nrc.nl/kunst/article976165.ece/Veel_kunst_aangekocht_op_TEFAF http://www.preuvenemint.nl/ http://www.tnsnipo.nl/pages/significantietools.asp#1 http://www.tram-research.com/atlas/
38