Kenniskring Binnenvisserij www.kenniskringvisserij.nl
Verslag 3e bijeenkomst te Rijswijk, 21 januari 2009 (16.00-18.30 uur) Aanwezig: Peter Kooistra, Leendert Nobel, Wilkin de Boer, Theo Rekelhof, Doede Visser, Hein Ril, Arjan Heinen, Han Walders (voorzitter), Ton van der Spiegel (gastspreker), Wim Zaalmink (verslag) en Floor Quirijns (verslag). Afgemeld: Ingeborg de Boois, Ellen Hoefnagel, Marijke de Visser, Ruub Klop, Jaap Geleijnse
Agenda 1. 2. 3. 4.
5.
6. 7. 8.
Opening Mededelingen Verslag vorige bijeenkomst (bijgevoegd) . Zie ook www.kenniskringvisserij.nl Inventarisatie van kenniskringvragen. Uit de mailwisseling blijkt dat er veel belangstelling is voor: uitwerking streekproduct promotie zoetwatervisproducten visbeheer samen met waterbeheerders (Aanvulling: ontwikkeling van een businessplan voor het visserijbedrijf in 2020) Discussie: Hoe kan de beroepsgroep of individuele visser een taak vervullen bij het monitoren van visstanden en het beheersen ervan (verwijderen brasem en karper). Ton van der Spiegel zal dit onderwerp inleiden aan de hand van zijn ervaringen. Hoe verder met de kenniskring? (Activiteiten, kenniskringplan, trekker kenniskring) Wat verder ter tafel komt en rondvraag Volgende bijeenkomst en sluiting
2. Mededelingen Geen
3. Verslag vorige keer Geen wijzigingen. Verslag geaccordeerd (kan op de website worden gezet).
4. Inventarisatie Kennisvragen Hier wordt op dit moment niet op ingegaan. Aan het eind van de vergadering (bij punt 6) wordt dit verder besproken.
5. Rol van beroepsvisserij bij monitoring Ton van der Spiegel geeft een inleiding. Sinds de Kader Richtlijn Water (KRW) is er veel veranderd bij het waterkwaliteitsbeheer, waar veel meer aandacht nodig is voor ecologische doelen, waaronder de visstand. De kern van het verhaal is dat beroepsvissers een rol zouden moeten nemen in het monitoren van vangsten en inspanning en het beschikbaar maken van hun kennis. Zie bijlage voor het verhaal. Er is bij waterbeheerders steeds meer vraag naar monitoringsgegevens. Nu worden dat soort gegevens door onderzoeksbureaus verzameld. Die onderzoeksbureaus zijn vaak duur en vissen soms met verkeerde vistuigen, op de verkeerde plek en het verkeerde tijdstip. Dat maakt de gegevens die gebruikt worden in het water-/visserijbeheer minder betrouwbaar. Vissers kennen de wateren het beste, zijn het hele jaar door op het water en verzamelen bij het uitvoeren van hun werk een schat aan informatie. Als vissers meer aan vangst- en inspanningsregistratie zouden doen, levert dat gecombineerd met alle kennis die zij hebben over de visgebieden en het visgedrag heel waardevolle informatie op. Als vissers ervoor zor1
gen dat die gegevensregistratie op een goede manier worden verzameld, dan komt dat de betrouwbaarheid van de gegevens ten goede. De bestaande cursus vismonitoring en het bijbehorende keurmerk kan ervoor zorgen dat de kwaliteit van de gegevensverzameling hoog is. Deze cursus kan ook gegeven worden aan waterbeheerders, zodat ook zij inzien dat het verzamelen van gegevens zoals alleen vissers dat kunnen de beste manier is. Als de beroepsvisserij gegevens verzamelt en zorgt voor een goed kennisplatform, zorgt dat voor goede profilering naar buiten toe: vissers laten zien dat ze kennis van zaken hebben en dat ze zich inzetten voor het water- en visbeheer. In de discussie komt een aantal winstpunten aan bod: Betere monitoring van de visserij dan nu het geval is. Jaarrond, door het hele land. Mogelijkheden om (georganiseerd) gegevens en kennis te verkopen aan waterbeheerders en onderzoeksbureaus. In ‘beeld’ komen dus bij deze organisaties. Ontwikkelen van kennis bij de vissers over de visserij in het hele land, het hele jaar rond. Meer inspraak in waterbeheer doordat de belangrijkste informatiebron in eigen beheer is. Naast monitoring kan de beroepsgroep ook een rol vervullen bij het visstandbeheer. Het ontwikkelen van de dienst ‘informatie en kennis delen’ past heel goed binnen de plannen om een businessplan Visserijbedrijf 2020 te maken. Over een aantal zaken werd gesproken: Gaat het financieel zoveel opleveren dat het zin heeft hier energie in te steken? Het is nog onbekend hoe groot de markt is voor door visserij verzamelde gegevens. Er moet over nagedacht worden hoeveel gegevens & kennis waard zijn en er moet gevraagd worden bij beheerders en onderzoeksbureaus wat ze ervoor over hebben. Onderzoeksbureaus als concurrent of als partner? Uit de discussie komt dat beroepsvissers niet willen concurreren met onderzoeksbureaus. Het is duidelijk dat enerzijds vissers kennis en ervaring hebben met betrekking tot vangsten en inspanning en vis- en visserijgedrag en dat anderzijds onderzoekers kennis ervaring hebben mbt het schrijven van offertes, doen van analyses en het maken van rapporten. De activiteiten van de beroepsvissers zouden een aanvulling kunnen zijn op wat onderzoeksbureaus doen. Hoe zorg je ervoor dat de gegevens betrouwbaar zijn en gevonden worden? Een altijd terugkerende vraag als het gaat om gegevens verzameld door vissers is: zijn de gegevens wel betrouwbaar? Je moet zeker weten dat vissers echt de juiste gegevens registreren. Dat krijg je voor elkaar door ze bewust te maken van het belang van de juistheid van gegevens en door er iets tegenover te stellen (bijv. een vergoeding). Een visbemonsteringskeurmerk kan helpen de buitenwereld te overtuigen van de betrouwbaarheid van de gegevens: zo’n keurmerk laat zien dat de visserij serieus bezig is met het verzamelen van gegevens en databeheer en dat volgens een standaardmanier wordt gewerkt. Hoe zorg je ervoor dat er geen misbruik wordt gemaakt van de gegevens? Er bestaat vrees dat als geregistreerde gegevens in handen van anderen komen, de gegevens tegen de vissers gebruikt zouden kunnen worden of dat ze verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden. Om dat te voorkomen blijven de gegevens in principe in eigen beheer. En er wordt gezegd dat het altijd beter is om wel gegevens te hebben met het risico dat ze verkeerd worden gebruikt, dan om helemaal geen gegevens te hebben. Individueel of samen verzamelen? Hoe krijg je iedereen mee? De voorkeur gaat ernaar uit om het verzamelen van gegevens landelijk te organiseren. Liefst via de VBC’s, wat de gegevens ook een hogere status zou kunnen geven. Als iedereen op dezelfde manier gegevens verzamelt, dan is het beheren en opwerken van de gegevens be-
2
ter te doen. Daarom is er een landelijk kader nodig waar vissers zich als deelnemer kunnen aanmelden. Hoe kun je als beroepsvisser de waterkwaliteitsbeheerder overtuigen dat er veel kennis in huis is? Allereerst inzichtelijk maken dat de kennis in de praktijk betrouwbaar is. Het keurmerk en de organisatiegraad kan hierbij een grote rol spelen. Verder kan ook helpen om de waterbeheerders een cursus visbemonstering aan te bieden. Dan wordt duidelijk welke kennis daarvoor nodig is en dat die kennis in de vissersberoepspraktijk aanwezig is. Een derde punt is de mogelijkheid om monitoring te koppelen aan visstandbeheer. In het begin is het misschien moeilijk om iedereen mee te laten werken: er wordt extra inzet gevraagd van de vissers en men moet het vertrouwen krijgen dat het zinnig is om mee te werken. Daarom is het een idee om met een kleine groep te beginnen en daarmee laten zien dat het kan en dat het nuttige informatie oplevert. Daarmee zijn waarschijnlijk ook weer anderen over de streep te trekken.
6. Hoe verder met de kenniskring De kenniskring begint een steeds vastere vorm te krijgen. Volgende keer moet duidelijk zijn wie definitief de deelnemers zijn. Elke deelnemer ondertekent een intentieverklaring waarin staat, dat hij/zij zal deelnemen aan de kenniskring en zich daarvoor zal inzetten (richtperiode: 2 jaar). Er is een trekker nodig voor de kenniskring. Deze trekker moet uit de visserij komen en wordt het gezicht naar buiten toe. De trekker wordt de aanjager van de groep. Hij/zij kan de voorzittersrol op zich nemen en kan bijvoorbeeld vergaderingen beleggen, de agenda vaststellen. Doede en Wilkin voelen hier wel voor. De onderwerpen die tot nu toe zijn genoemd waar aandacht aan besteed wordt in de kenniskring zijn: uitwerking streekproduct promotie zoetwatervisproducten visbeheer samen met waterbeheerders: zelf gegevens en kennis verzamelen & beheren cursus vis(serij)monitoring & bijbehorend keurmerk ontwikkeling van een businessplan voor het visserijbedrijf in 2020 Het idee ontstaat om 2 werkgroepen te maken die de volgende bijeenkomst met de volgende onderwerpen aan de slag gaan: Werkgroep 1: visbeheer samen met waterbeheerders Werkgroep 2: productontwikkeling en promotie van het streekproduct Voor de volgende keer werkt een kleiner groepje (per email/telefoon) uit hoe deze onderwerpen in deze werkgroepen aangepakt kunnen worden. Dit groepje bestaat uit Wim Zaalmink, Doede Visser, Arjan Heinen en Wilkin de Boer.
7. Rondvraag Arjan Heinen: verzoek van Derk Jan Berends: mogen er 2 IJsselmeervissers deelnemen aan deze kenniskring? Antwoord: ja, het kan interessant zijn om die vissers met een ander visgebied in de kenniskring erbij te hebben dus als ze een constructieve bijdrage leveren zijn ze zeker welkom. Vraag: kunnen ook anderen zich nog aanmelden bij de kenniskring? Antwoord: als ze een zinvolle bijdrage kunnen leveren en zich willen inzetten ja. De huidige leden bepalen wie nog kan toetreden. Een te grote kenniskring leidt tot te weinig kennisdeling. Het is dan beter om onderscheid te maken tussen de kern van de kenniskring en de communicatie naar de buitenring.
3
8. Volgende vergadering 4 of 11 maart 2008 te Rijswijk Daarna een keer bij Wilkin of Hein op het bedrijf.
4
BIJLAGE Relatie waterkwaliteitsbeheer, visstandbeheer en visserij Ton van der Spiegel Inleiding Sinds KRW veel veranderd waterkwaliteitsbeheer in Nederland Voor KRW alleen chemische doelen, met KRW daarnaast ook ecologische doelen en zelfs leidend Waterbeheerders nu niet alleen verplicht bepaalde chemische kwaliteitsdoelen te behalen, maar ook om ecologische doelen te halen, waaronder de visstand! Voor de visstand zijn zelf voor elk watertype zgn. vismaatlatten samengesteld waarmee de waterbeheerder moet kunnen nagaan of hij zijn doelen bereikt. Momenteel liggen er voor het opp.water in Nederland 6 concept stroomgebiedsbeheerplannen ter inzage waarin oa de visdoelen zijn aangegeven. Het zijn: Rijn-West, Rijn-Midden, Rijn-Oost, Rijn. Om te kunnen meten of de visdoelen worden of zijn bereikt voeren de waterbeheerders vismonitoringen uit. Monitoringen om de nul-situatie te kunnen bepalen (2006) en monitoringen om de vooruitgang in verbetering van de visstand te kunnen volgen, de zgn toestand & trendmonitoringen. Daarnaast hebben ze ook nog als middel de operationele monitoring en monitoring nader onderzoek, als blijkt dat tussentijds als blijkt dat doelen niet gehaald dreigen te worden of als maatonderzoek nodig is waarom doelen niet gehaald worden. Kortom: de waterbeheerders hebben sinds de invoering van de KRW ineens aandacht voor vis. Dat kan zowel negatieve als positieve kanten hebben. Negatief omdat we als visserij aan strakkere regels worden gebonden en sommige dingen niet meer mogen, zoals vis uitzetten of bepaalde vissoorten onttrekken cq oogsten. Kansen zijn er ook; en daar zitten we hier in kenniskring oa voor. Beroepsvissers inzetten bij monitoring Keurmerk en opleiding. Zie activiteiten hiervoor vanuit CvB. Niet genoeg; beroepsvissers worden nog steeds niet door opdrachtgevers – waterschappen – en opdrachtnemers – onderzoeksbureaus – voor vol aangezien als het gaat om vismonitoring. Heeft een aantal oorzaken: - te weinig goede profilering - onderzoeksbureaus hebben soms eigen visploegen - waterschappen en onderzoeksbureaus kijken bij opdrachten teveel naar de wetenschappelijke onderbouwing van de monitoring, maw als de visgegevens maar goed genoeg dwz vlg richtlijnen KRW worden verwerkt. Men vergeet daarbij dat bij vismonitoring de kennis over de monitoringinstrumenten, het gebruik van vistuigen dus, de kennis waar vis zich ophoudt, de belangrijkste basis hiervoor is. En die kennis is nu juist bij uitstek aanwezig bij de beroepsvissers, zeker als ze een Keurmerk hebben. Terug naar profilering. De beroepsvissers zullen zich individueel (niet hun sterkste kant oha) en vooral als groep kenbaar moeten maken bij de waterschappen en ook bij onderzoeksbureaus. Daarvoor is in ieder geval een plan nodig bestaande uit een mix van PR-activiteiten, zoals brochures, website en regelmatig in het nieuws komen. Ook zal deze beroepsgroep zich vanuit een eigen kennisplatform meer moeten laten gelden, dat is iets wat de sportvisserij momenteel heel nadrukkelijk doet. Bijv. technische kennis over de visserij; bepaalde adviesbureaus hebben zich al jaren geleden nadrukkelijk in de allereerste discussies over vismonitoring gemengd. Resultaat is dat daaruit richtlijnen voor de monitoring zijn gekomen die geheel in het uitvoeringsstraatje van deze bureaus pasten (voorbeeld veelvuldig gebruik van de kuil; met weinig mensen en snel uit te voeren; commercieel belang dus; niet altijd de beste methode vanuit vismonitoring). Er zijn ook andere manieren om je als beroepsgroep met veel kennis te profileren. Bijv. met de vele visvangstgegevens die je als beroepsvissers in de loop der jaren hebt verzameld. Nu wordt die kennis vaak ter beschikking gesteld aan instituten of bureaus die daar nav opdracht om vragen. Denk aan trendmonitoring grote rivieren die ooit door het voormalige RIVO is gestart of nu nota bene een vrijwilligersorganisatie als het RAVON die dat heeft overgenomen. Waarom geen eigen fuikenregistratie met een eigen kennisbank daarachter????
5
Andere kansen Kansen om je als groep naar de waterbeheerder te profileren: • als uitvoerder van maatregelen op het gebied an visstand- en of natuurbeheer • als uitvoerder van activiteiten in aalreservaten (vangen van aal voor vooronderzoek naar verontreiniging met PCB's/dioxines, vervoer en uitzet glasaal, tussentijdse monitoring rode aal, wegvangen en vervoer naar zoet-zout overgang van schieraal, • wegvangen van kreeften in gebieden met kreeftenplaag (momenteel in het Groene Hart rond Wilnis, Woerden, Gouda, Reeuwijk).
6