Notitie Vrijwilligerswerk November 2012
Inhoudsopgave
1. Inleiding
3
2. Definitie
4
3. Trends
5
4. Cijfers
6
5. Beleid
7
6. Aandachtspunten
9
7. Gemeentelijke inzet
10
8. Nieuwe ontwikkelingen
12
2
1. Inleiding Vrijwilligers zijn onmisbaar voor de samenleving, maar vrijwilligerswerk gaat niet vanzelf. De gemeente, de gemeenschap Loppersum, heeft er dus alle belang bij dat de vrijwilligers zich vrij blijven voelen om de handen uit de mouwen te steken. Dat is iets waar de inwoners van onze gemeente sterk in zijn. Ze nemen initiatieven, regelen het voor hun familie, dorp en sociale groep. De gemeente wil dit stimuleren en er aan bijdragen dat vrijwilligers zo min mogelijk problemen tegen komen op hun weg en dat ze zich gewaardeerd voelen. De gemeente doet dit door ondersteuning te organiseren zodat vrijwilligers het leuk blijven vinden wat ze doen en het ook goed kunnen volhouden, en zodat ook nieuwe vrijwilligers zich blijven aanmelden. 1
In de Wmo-kadernota DAL 2012 -2015 wordt een grote rol weggelegd voor vrijwilligers. Met vrijwillige inzet door burgers op allerlei vlakken wordt sociale binding en steun in de samenleving bevorderd, waarmee gelijk het zelfoplossend vermogen en de eigen kracht van de samenleving wordt versterkt. Als gevolg van de vergrijzing zal het beroep op (zorg) vrijwilligers in de komende jaren toenemen. De noodzaak tot een goede ondersteuning vanuit de gemeente neemt hiermee toe. Het beleid rondom vrijwilligers heeft sinds de invoering van de Wmo een grote stimulans gekregen. Jarenlang werd de doelgroep vrijwilligers als vanzelfsprekend beschouwd en werd er weinig aandacht besteed aan beleid. De gemeente Loppersum heeft met de notitie Vrijwilligersbeleid 2008-2010 een (voorzichtige) stap gezet om, naast de reguliere vormen van stimulans, specifieke aandachtspunten rondom vrijwilligers te formuleren. In de evaluatie vrijwilligersbeleid 2008-2010 is te lezen dat een deel van de speerpunten is behaald. Ook moeten we concluderen dat sommige speerpunten niet, niet zo snel of in een andere vorm zijn geslaagd. Proces In de commissievergadering van 10 april 2012 heeft de gemeenteraad de evaluatie vrijwilligerswerk 2008-2010 besproken. Vervolgens is er een interne brainstorm georganiseerd. In deze brainstorm is intern met beleidsmedewerkers, Wmo consulenten en portefeuillehouder gesproken over de beelden die wij hebben over vrijwilligerswerk en wat wij allemaal al doen. Ook is hierbij nadrukkelijk de link met de Wmo gelegd Tegelijkertijd is de Wmo adviesraad gevraagd om aan de hand van een gespreksnotitie mee te denken over het vrijwilligerswerk. Dit vooruitlopend op de formele adviesaanvraag die zij hebben ontvangen voor de verdiepingsnotitie. De evaluatie, de Wmo kadernota, de commissiebehandeling, de brainstorm en de reactie van de adviesraad bieden basis en inhoud voor deze notitie.
1
Delfzijl Appingedam Loppersum (DAL)
3
2. Definitie Onze gemeente is een van de koplopers in de provincie voor wat betreft het aantal vrijwilligers dat zich actief inzet voor verenigingen en organisaties. Ze zijn allemaal verschillend en voeren hele uiteenlopende taken uit. Te denken valt aan seniorenvoorlichters, dorpsbelangen, Zonnebloem, vrijwilligers bij het zwembad en voetbalverenigingen. De rode draad in deze notitie is dat vrijwillige inzet een belangrijke rol speelt als bindend element in de samenleving, omdat we vrijwilligerswerk zien als een manier om jezelf te ontplooien, een opstapje naar werk of maatschappelijke participatie en vooral ook leuk om te doen. Daarnaast doen zowel gemeenten als (zorg)instellingen steeds meer een beroep op vrijwilligers. Bijvoorbeeld bij de organisatie van activiteiten en het doen van een boodschap. Wat is vrijwilligerswerk? Een definitie: Vrijwilligerswerk kan worden omschreven als: Werk dat in enig organisatorisch verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van andere mensen of de samenleving. Vrijwilligerswerk is niet verplicht, maar ook niet vrijblijvend! Vrijwilligerswerk is in principe niet vrijblijvend maar bestaat wel in verschillende gradaties. Incidenteel vrijwilligerswerk, wat ook nog te onderscheiden is in goed burgerschap en vrijwilligerswerk en structureel vrijwilligerswerk. Zeker dat laatste heeft niet zelden een formeel karakter, te denken hierbij valt aan bestuursfuncties. Alhoewel dit vrije keuzes betreft is het daadwerkelijke vrijwilligerswerk veelal niet vrijblijvend. Maatschappelijke stages en het inzetten van uitkeringsgerechtigden is feitelijk een tegenprestatie of vanuit maatschappelijk oogpunt en heeft een verplichtend karakter. Gekeken naar de definitie van vrijwilligerswerk vallen deze activiteiten niet onder de noemer vrijwilligerswerk. Ook het wel of niet hebben van een dienstverband is een criterium voor wanneer iets wel of niet vrijwilligerswerk is. Mantelzorg wordt niet gezien als vrijwilligerswerk, het is een morele/sociale verplichting waarbij weinig keus wordt ervaren. Tegenwoordig wordt de term “vrijwillige inzet” vaak gebruikt. Dit impliceert dat er éénmalige inzet mogelijk is. We spreken dan over de volgende onderverdeling: - Éénmalige inzet: b.v. een éénmalige activiteit of een jaarlijks terugkomende activiteit - Projectmatige inzet: b.v. een project bij een (sport)club, de inzet is dan voor de duur van het project, - Structurele (langdurige) inzet: b.v. een bestuursfunctie, trainerschap, bezoekwerk. Conclusie Door de hier gehanteerde definitie wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen verplicht (maatschappelijke stages en uitkeringsgerechtigden) en niet verplicht vrijwilligerswerk. Gelet op deze definitie richt deze notitie zich op het niet verplichte vrijwilligerswerk.
4
3. Trends Er is een verschuiving te zien in het Nederlandse vrijwilligerswerk. Sinds het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in 2004 rapporteerde over vrijwilligers is het werk meer korte termijn gericht 2 geworden. Uit het rapport ´vrijwilligerswerk in meervoud´ uit mei 2009 blijkt dat vrijwilligers bovendien minder vergaderen dan voorheen en liever geld dan tijd doneren. Tijdsintensieve vormen van betrokkenheid hebben plaatsgemaakt voor kapitaalintensieve vormen. Er zijn enkele trends zichtbaar: a. Vrijwilligers kiezen voor overzichtelijke taken en perioden b. Niet vergaderen maar doen c. Er wordt bewuster gekozen voor vrijwilligerswerk d. Vrijwilligersondersteuning is nodig Ad a. Vrijwilligers kiezen voor overzichtelijke taken en perioden Sinds enkele jaren wordt melding gemaakt van ´een nieuw soort vrijwilliger´. Er wordt gesproken van een nieuwe vorm van sociale samenhang en er is een opkomst van de “flex-vrijwilliger”. Dit is de vrijwilliger die zich niet zo snel voor langere tijd bindt, kritisch staat tegenover organisatorisch falen en duidelijk maakt wat hij of zij terug wil krijgen van het 3 vrijwilligers werk. Volgens Movisie wil de nieuwe vrijwilliger: Zich meer dan vroeger kunnen ontwikkelen in het vrijwilligerswerk De tijdsbesteding duidelijk afperken (afspraken over de hoeveelheid tijd); Niet alleen wat geven, maar verwacht ook wat terug te krijgen (ontwikkeling en waardering); Meer kortlopende activiteiten en projecten doen dan functies vervullen; Zelf invulling geven aan vrijwilligerswerk; Ad b. Niet vergaderen maar doen Een duidelijk afgebakende klus uitvoeren; Duidelijke afspraken over wat er van elkaar verwacht kan worden; Een duidelijk, bereikbaar resultaat zien (met evaluatie en terugkoppeling); Alleen informatie over het project waar hij/zij op dat moment mee bezig is. Ad c. Er wordt bewuster gekozen voor vrijwilligerswerk Een bijdrage leveren aan de maatschappij is een belangrijk motief voor vrijwilligers. Maar ook het vergroten van persoonlijke kennis en de vele contacten zijn redenen om vrijwilligerswerk te doen. Van ´iets voor een ander´ willen doen tot werken aan een arbeidstoekomst, van tijdverdrijf tot integreren in de Nederlandse samenleving, van zorgen voor tot enthousiasmeren over hobby of passie. Iedereen heeft zijn eigen redenen om zich vrijwillig in te zetten. Ad d. Vrijwilligersondersteuning is nodig Door de veranderende maatschappij – individualisering, keuzevrijheid, vergrijzing en ontgroening - wordt het moeilijker om mensen te motiveren. Daarom is het voor behoud en ontwikkeling van deze samenleving nodig vrijwilligers en hun organisaties goed te ondersteunen bij het in stand houden van het vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk is leuk, kan dienen als opleiding en om arbeidsritme op te doen. Voor bijvoorbeeld allochtone vrijwilligers kunnen taalstages, werkervaring en de opbouw van een c.v. benadrukt worden Conclusie Vrijwilligerswerk past zich aan de ontwikkelingen in de maatschappij aan en richt zich steeds meer op kortdurende concrete activiteiten.
2
Vrijwilligerswerk in meervoud, SCP publicatie 2009/7 onder redactie van Paul Dekker en Joep de Hart Toespraak op AbvaKabobijeenkomst 23 april 2009 over verenigingsvernieuwing door David Wijnperle van Movisie
3
5
4. Cijfers Waar zijn vrijwilligers actief? Het meest populaire vrijwilligerswerk is dat voor een sportvereniging (13% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder), gevolgd door scholen (9%) en levensbeschouwelijke groepen (9%). Voor culturele verenigingen, zoals die voor muziek, zang en toneel, zet 5% van de bevolking zich in en voor politieke organisaties 1%. Hoeveel vrijwilligers zijn actief? Het landelijke beeld is dat zowel bij mannen als vrouwen doet gemiddeld 33% aan vrijwilligerswerk. Bij de groep tussen 35 en 54 jaar is dat 37%, bij jongeren onder de 35 jaar 29%. De rest bevindt zich tussen deze twee uitersten. Van de hoogopgeleiden houdt 43% zich bezig met vrijwilligerswerk; bij laagopgeleiden is dat 23%. Autochtonen zijn vaker vrijwilliger (35%) dan westerse (27%) en niet-westerse allochtonen (22%). Gemiddeld zijn 65-plussers meer vrijwilligerswerk gaan doen en alleenstaanden minder. 4
De GGD heeft het vrijwilligerswerk onderzocht in de Groninger gemeenten . Provinciebreed doet 30% van de inwoners aan vrijwilligerswerk. De gemeente Loppersum bleek een van de koplopers: maar liefst 48% van de inwoners verricht vrijwilligerswerk. Een ander opvallend punt uit het onderzoek is dat de vrijwilligers (regio Noord-Oost) relatief jong zijn, in vergelijking met het gemiddelde voor de provincie. In de leeftijd van 19 tot 35 jaar is 29% vrijwilliger, provinciaal is dit aandeel 25%. Conclusie Vrijwilligerswerk is sterk vertegenwoordigd in de Lopster samenleving met een stevig aandeel van jonge vrijwilligers.
4
Kengetallen Wmo, GGD Groningen, 2011
6
5. Beleid Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Vanuit de Wmo, die op 1 januari 2007 is ingevoerd, is vrijwilligerswerk een zeer belangrijk instrument. Daarom nu eerst aandacht voor die wet. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft in de jaren 2001-2005 door middel van de Tijdelijke Stimuleringsregeling Vrijwilligersbeleid (TSV) middelen beschikbaar gesteld om vrijwilligersbeleid te formuleren. Om de resultaten van de TSV regeling te borgen is de invoering van de Wmo op 1 januari 2007 de ondersteuning van het vrijwilligerswerk expliciet opgenomen in prestatieveld 4. Doel van van de Wmo is dat iedereen kan meedoen in de samenleving Het ministerie van VWS belicht twee hoofdlijnen voor vrijwilligerswerkbeleid: het aangaan van bondgenootschappen met andere partijen om gezamenlijk het vrijwilligerswerk te versterken en gemeentelijke verantwoordelijkheid voor goede ondersteuning op lokaal niveau. 5 De 5 basisfuncties voor vrijwilligersondersteuning - Vertalen: het ontwikkelen van een visie en formuleren van beleid - Verbinden en makelen: partijen met elkaar verbinden en vraag en aanbod afstemmen Versterken: opbouwen en onderhouden van een ondersteuningsstructuur - Verbreiden: promoten en waarderen van vrijwilligerswerk - Verankeren: opgedane kennis en ervaring borgen. Wmo kadernota Uit de kadernota komt naar voren dat de wij met name de maatschappelijke participatie van de burgers willen vergroten. De burger is op alle beleidsterreinen in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor zichzelf en zijn omgeving. De vrijheid voor het maken van eigen beslissingen staat centraal. Het is de taak van ons om de regelingen in de diverse beleidsterreinen zo op elkaar af te stemmen dat er voldoende mogelijkheden voor burgers gecreëerd worden om te participeren in de maatschappij. Het gaat hier om samenwerking op alle beleidsterreinen. Voor mensen die de eigen verantwoordelijkheid niet kunnen dragen en niet in staat zijn tot het nemen van eigen beslissingen maakt de gemeente de participatie mogelijk. De gemeente zorgt voor preventie en voorlichting. Hierdoor kan de burger op voorhand maatregelen nemen die in de toekomst ervoor zorgen dat er minder zorg nodig is. De eigen mogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid van burgers staat voorop. Er moet veel aandacht zijn voor mantelzorg en vrijwillige zorg. Wij willen hierin ondersteunen en faciliteren en zien hier ook een rol voor zorgaanbieders weggelegd. Vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatieven spelen een belangrijke rol. Het streven is de ondersteuning en voorlichting te centreren in de buurt, wijk of dorp van de burger. Uitgangspunt is dat in de nabijheid van de burger wordt georganiseerd wat nodig is voor participatie van de burger. Kern is dat er een sterk sociaal netwerk wordt gecreëerd waarin alle burgers elkaar actief helpen en ondersteunen. De gemeente schept hiertoe mogelijkheden en zorgt voor ondersteuning. Zodat organisaties zo nodig hun werkwijze moeten afstemmen, zodanig dat op basis van professionaliteit die voorwaarden worden geschapen, dat burgers alvorens een beroep te doen op de gemeente elkaar ondersteunen (= voorliggende voorziening). Participatie In de nota ‘Achter het stuur achter de stuurman’ stellen de DAL gemeenten en de sociale partners6 zich het doel participatie mogelijk te maken. Iedereen doet mee en draagt naar vermogen bij aan de samenleving. Dat kan zowel via betaald werk als onbetaald werk. De nota geeft een gezamenlijke opdracht aan de gemeenten en de sociale organisaties.
5 6
Ministerie van VWS, 2009 SW&D, Fivelingo, ASWA, VKB, ISD
7
Evaluatie vrijwilligerswerk 2008-2010 Het beleid rondom vrijwilligers heeft sinds de invoering van de Wmo een grote stimulans gekregen. Jarenlang werd de doelgroep vrijwilligers als vanzelfsprekend beschouwd en weinig aandacht besteed aan beleid. De gemeente Loppersum heeft met de notitie Vrijwilligersbeleid 2008-2010 een (voorzichtige) stap gezet om, naast de reguliere vormen van stimulans, specifieke aandachtspunten rondom vrijwilligers te formuleren. De belangrijkste aanbeveling uit deze evaluatie betrof: Het versterken van de makelaarsfunctie Een coördinator die vraag en aanbod bijhoud en partijen met elkaar verbindt kan aangesteld worden als contactpersoon tussen de gemeente en vrijwilligersorganisaties. Ook met als doel vrijwilligersorganisaties te ondersteunen bij de werving van nieuwe leden en vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. In de toekomst kan een coördinator vrijwilligersorganisaties op de hoogte houden van landelijke en gemeentelijke ontwikkelingen en kennisoverdracht, bijvoorbeeld over het subsidiebeleid. Conclusie Een focus op de 5 basisfuncties zoals verwoord door het ministerie van VWS bied een kapstok voor uitwerking van het vrijwilligerswerk in deze notitie. De formulering van een visie in het Wmo beleid en de uitwerking van het beleid in deze notitie geven vorm aan de basisfunctie Vertalen.
8
6. Aandachtspunten De gemeente Loppersum heeft de Vrijwilligerscentrale (VC), onderdeel van de Stichting Welzijn & Dienstverlening te Delfzijl, in 2009 opdracht verstrekt om onderzoek te doen naar de stand van zaken binnen het algemene vrijwilligerswerk in de gemeente. De VC heeft het onderzoek in de vorm gegoten van een brede enquête over vrijwilligerswerk. Uit dit onderzoek komt naar voren dat er een hoge organisatiegraad is onder de inwoners van de gemeente Loppersum. Men is over het algemeen tevreden over de gang van zaken bij de eigen organisatie en er is sprake van daadkracht. Er zijn echter ook punten van aandacht binnen het vrijwilligerswerk. De meeste organisaties doen geen beroep op ondersteuning en zij geven aan dat er voldoende expertise in de eigen omgeving is om het organisatiebelang te dienen. Organisaties zijn voldoende selfsupporting en hebben andere maatschappelijke organisaties in beeld (netwerk). Naast die positieve punten zijn er verwachtingen richting de gemeente en zijn er enkele belangrijke onderwerpen voor de toekomst t.a.v. vrijwilligerswerk, waaraan volgens de respondenten gemeentelijk aandacht besteed moet worden: o Communiceer duidelijk met de maatschappelijke organisaties over gemeentelijk beleid en ondersteuning en stel een vaste ambtenaar aan als aanspreekpunt. o Maak duidelijk wat je als gemeente kunt bieden op het gebied van ondersteuning en communiceer daar structureel en helder over. o Zorg voor minder regeldruk en administratieve procedures. o Het verdient aanbeveling om de praktische ondersteuning van vrijwilligerswerk onder te brengen bij een steunpunt voor vrijwilligerswerk. o Informeer maatschappelijke organisaties structureel en met regelmaat over ontwikkelingen op het gebied van vrijwillige inzet. o Geef actief uitvoering aan waardering van- en structurele aandacht voor vrijwilligerswerk. In het proces om te komen tot deze notitie vrijwilligerswerk kwam een aantal zaken duidelijk naar voren. Zo gaven diverse partijen (de Gemeenteraad, de Wmo-adviesraad, het College) aan dat er behoefte is aan coördinatie van de vraag en het aanbod naar vrijwilligerswerk, zodat deze op elkaar afgestemd kunnen worden. Het vrijwilligers vacaturebankje zoals dat nu georganiseerd is in de hal van het gemeentehuis voldoet niet aan deze behoefte. De wens is dat deze geactualiseerd en verbeterd wordt. Daarbij heeft het de voorkeur om te gaan werken met een coördinator. Het is de vraag of dat een vrijwilliger of een professional moet zijn. Het beeld is dat een dergelijke taak meer vraagt dan alleen maar matchen van vraag en aanbod. Een dergelijke coördinator moet ook een verbinder zijn tussen vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties die gebruiken maken van vrijwilligers. Er is behoefte aan een eensluidende definitie van vrijwilligerswerk. Hierbij moet er een onderscheid gemaakt worden tussen vrijwilligerswerk wat volledig vrijwillig is en functioneel vrijwilligerswerk als maatschappelijke stages. Ook zijn er zorgen om de steeds grotere rol die vrijwilligers moeten spelen in de maatschappij, waarbij de vergrijzing van het vrijwilligerswerk ook aan de orde is. De groep ouderen in onze gemeente zal dus een steeds groter beroep moeten doen op vrijwilligers, terwijl er minder (jonge) vrijwilligers aanwezig zijn. Daarnaast is er de discussie gevoerd of de gemeente zich enkel moet richten op zorgvrijwilligers of ook op vrijwilligers vanuit de sportverenigingen. Gelet op de rol van de gemeente voor al haar burgers richt de gemeente zich in eerste aanleg ook op alle vrijwilligers. Vanuit de inhoud wordt wel een aantal concrete groepen vrijwilligers ondersteund. Te denken hierbij valt aan seniorenvoorlichters en de formulierenbrigade. Conclusie Aan diverse aandachtspunten uit het onderzoek van de VC is de afgelopen jaren aandacht besteed en heeft een plek gekregen binnen de dagelijkse werkzaamheden van de gemeente Loppersum. Duidelijk kot naar voren dat er behoefte is aan een coördinerende functie die ook werkt aan informatie- en kennisoverdracht.
9
7. Gemeentelijke inzet Als gemeente verrichten we al diverse taken m.b.t. vrijwilligerswerk. Zo geven we informatie aan vrijwilligers met een vraag via de verschillende inhoudelijk deskundige ambtenaren. Het e gemeentelijke Klant Contact Centrum treedt hierin op als 1 contact en verdeeld waar nodig de vragen over de organisatie. Hiermee wordt ingespeeld op de behoefte om via 1 contactpersoon de gemeente te kunnen bereiken. Ook via Beheer Openbare Ruimte wordt op verschillende manieren vrijwilligerswerk gefaciliteerd. Hierbij valt te denken aan het beschikbaar stellen van: Gereedschap Graszaad Adviezen Afzettingen e.d. In het gemeentehuis wordt ook op incidentele basis vergaderruimte beschikbaar gesteld als de vrijwilligersorganisatie een directe verbinding heeft met de gemeente. Inzet SW&D Het gesubsidieerde jongerenwerk ondersteunt besturen van jeugdsozen en hanteert hierbij een actieve benadering. De vrijwillige seniorenvoorlichters worden met subsidie van de gemeente actief ondersteund door de SW&D. Middels de formulierenbrigade ondersteunt de SW&D vrijwilligers die mensen helpen bij het invullen van formulieren. De vrijwilligers die worden ingezet door de SW&D ontvangen periodiek een training of cursus. Hiervoor heeft de gemeente budget beschikbaar gesteld binnen de reguliere middelen van de SW&D. Vrijwilligers krijgen eerst een specifieke opleiding voordat ze ingezet kunnen worden. Hiermee willen we de kwaliteit van het vrijwilligerswerk zoveel mogelijk waarborgen. Ook subsidieert de gemeente vrijwilligers organisaties De Schutse en de formulierenbrigade van Humanitas met een kleine bijdrage. Vrijwilligersdag Jaarlijks zet de gemeente één bepaalde groep vrijwilligers in het zonnetje door middel van het organiseren van een bijeenkomst speciaal voor de groep vrijwilligers. Waarderingsprijs Jaarlijks reikt de gemeente Loppersum tijdens de nieuwjaarsreceptie de waarderingsprijs uit aan één persoon of een groep inwoners uit de gemeente Loppersum. Zij hebben een bijzondere prestatie op sportief, maatschappelijk of cultureel gebied geleverd of de gemeente op een positieve wijze in het nieuws hebben gebracht. Dit is een prestatie die ook zeker de leefbaarheid in de gemeente of in een dorp van de gemeente heeft bevorderd. NL DOET NL DOET wordt georganiseerd door het Oranje fonds en biedt (potentiële) vrijwilligers de mogelijkheid om als groep een positieve bijdrage aan de samenleving te leveren, nieuwe vaardigheden op te doen en vooral samen een leuke dag (of dagdeel) te hebben! Het college gaat op NL DOET aan de slag bij vrijwilligersorganisaties die zich hiervoor aangemeld hebben. Hiervoor plaats de gemeente een verzoek op de mededelingen pagina en de gemeentelijke website. Verzekering Sinds het ingevoerde vrijwilligersbeleid in 2008 is ervoor gekozen om zowel de Vrijwilligers BasisPolis als de VrijwilligersPlusPolis af te sluiten. Hierdoor zijn zowel de vrijwilligers als de vrijwilligersorganisaties afdoende verzekerd. Daarnaast brengen deze verzekeringen geen administratie of registratieverplichtingen met zich mee. De regeldruk voor vrijwilligersorganisaties is met de komst van de vrijwilligersverzekering verbeterd. Door middel van deze verzekering zijn alle inwoners van de gemeente verzekerd, wanneer zij activiteiten verrichten als vrijwilliger.
10
Vrijwillige brandweerlieden en vrijwillige politiemedewerkers zijn uitgesloten van dekking voor deze verzekeringen. Dit vloeit voort uit de speciaal voor hen getroffen rechtspositieregelingen. Mantelzorgers worden, ook vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, niet beschouwd als vrijwilliger. Echter door diverse vragen uit de gemeentelijke wereld heeft Centraal Beheer Achmea en de VNG verzekeringen besloten om mantelzorgers, binnen de kaders van de VNG Vrijwilligersverzekeringen, een passende dekking te geven. Mantelzorgers zijn nu meeverzekerd op de Ongevallen- en Persoonlijke Eigendommenverzekering voor Vrijwilligers. Met ingang van 1 januari 2011 is de dekking van de VNG-polis verbeterd. Het eigen risico voor organisaties bij aansprakelijkheid voor vrijwilligers van € 100,00 is geschrapt. En het eigen risico voor organisaties bij verkeersaansprakelijkheid van € 500,00 is geschrapt. Daarnaast zijn maatschappelijk stagiaires, vrijwilligers van de toekomst, volledig "meegenomen" in de dekking. Aandachtspunt is de bekendheid van deze verzekering. Cursus voor vrijwilligers Via Lentis wordt een aantal voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd zowel voor vrijwilligers als mantelzorgers. De afgelopen twee jaren concentreerde de bijeenkomsten voor vrijwilligers zich op oplossingsgerichte communicatie. Over waarom het soms beter is om ‘op je handen te zitten’. Het doel van de bijeenkomsten en schriftelijke voorlichting is het informeren van vrijwilligers over een mogelijke verbetering van hun werkwijze op een praktische en interactieve manier. Beschikbare middelen 2013 Vrijwilligersdag: Vrijwilligersverzekering Formulierenbrigade Seniorenvoorlichting Cursus voor vrijwilligers Ondersteuning Jeugdsozen
€ 913,€ 2.650,€ 2.671,- (budget maatschappelijke stages/vrijwilligerswerk) € 8.345 Onderdeel budget WCPV, Volksgezondheid Onderdeel budget Jeugd en Jongerenwerk.
Binnen het budget Wmo is € 3.800,- beschikbaar binnen de post Activiteiten WWZ. Gelet op het belang van vrijwilligerswerk wordt voorgesteld dit bedrag in te zetten voor vrijwilligerswerk. Conclusie Vanuit de gemeente wordt diverse wijzen aandacht besteed aan de basisfuncties Versterken en Verankeren van vrijwilligerswerk.
11
8. Nieuwe ontwikkelingen Gekeken naar de basisfuncties voor het vrijwilligerswerk zoals opgesteld door het ministerie kan geconcludeerd worden dat aan de basisfuncties Vertalen, verbreiden en verankeren voldoende aandacht wordt besteed. Dat houdt in dat we ons voor nieuwe initiatieven richten op Verbinden en makelen en Versterken. Verbinden en makelen Gelet op de beschikbare middelen is het niet realistisch om als gemeente Loppersum een eigen professionele coördinator voor het vrijwilligerswerk aan te stellen. Omdat de coördinator het netwerk van organisaties goed moet kennen en de relatie met deze organisaties moet onderhouden ligt de voorkeur in eerste instantie bij een professionele medewerker. Mede doordat ook het beroep op vrijwilligers vanuit de gemeente (Wmo, sport, volksgezondheid) steeds groter wordt. Belangrijke aandachtpunten hierbij zijn: Vrijwilligers opzoeken Geen belangenbehartiger zijn Koppeling leggen met informele zorgstructuren Ontzorgen Geen bestaande taken overnemen Verbinden Kennisbijeenkomsten faciliteren Voor de coördinatiefunctie moet niet alleen maar gebruik gemaakt worden van 1 medium. Dus niet alleen een fysieke vacaturebank of alleen maar een digitale vacaturebank. Daarnaast moet er ook gebruik gemaakt worden van de lokale kranten en andere media. Er is duidelijk de behoefte aan een koppelfunctie (intermediair) waarbij vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties aan elkaar worden gekoppeld. De professionele organisaties beschikken vaak over een groot netwerk van vrijwilligers. Van belang is afstemming van vraag en aanbod en het delen van kennis en expertise. Het werven van vrijwilligers is het effectiefst als dit proactief en laagdrempelig gebeurt. De bovengenoemde ambitie vraagt om een professionele coördinatie van vrijwilligerswerk die bereikbaar, lokaal gebonden en ter zake kundig is. Uitgangspunt is een inzet van zo’n 4 uur per week. Verdeeld over 40 weken vergt dit een inzet van 160 uur. Gelet op de geldende uurprijs voor de inzet van een HBO werker in het welzijnswerk vergt dit, afgerond, een structureel budget van € 12.500,- De begroting 2013 biedt hier geen ruimte voor. Binnen het budget activiteiten WWZ is een budget vrij te maken van € 3.800,-. De keuze is derhalve om of te onderzoeken op welke wijze er met het beschikbare budget vorm gegeven kan worden aan een vrijwillige invulling, met professionele ondersteuning, van de Verbinden en makelen functie. Of om in 2013 met incidentele middelen de functie professioneel op te zetten en 2013 te gebruiken om, ook op basis van een evaluatie, structurele middelen te begroten voor 2014 en verder. Gelet op de genoemde ambitie heeft het laatste de voorkeur. Versterken De gemeente wil inzetten op de ontwikkeling van informele zorgnetwerken in de dorpen. Hiermee voldoet zij aan een aantal doelen die zij zichzelf heeft gesteld in de Wmo kadernota. Een informeel zorgnetwerk ondersteunt burgerinitiatieven en (vrijwilligers)organisaties en bevindt zich dichtbij de burger, in het dorp. De uitgangspunten voor een zorgnetwerk zijn: 1. informatie geven en ondersteuning bieden bij vragen over wonen, welzijn en zorg in de brede zin van het woord; 2. signaleren wat er in het dorp speelt en aangeven wat de “witte vlekken” zijn, waar ontbreekt een aanbod?;
12
3. zorgen dat de gesignaleerde problemen worden opgepakt in het dorp zelf of door het Wmo loket. 4. het activeren van de inwoners van het dorp om vrijwilliger te worden en een rol te spelen binnen het informele zorgnetwerk Deze vrijwillige zorgstructuur kan per dorp andere accenten leggen met betrekking tot de bovenstaande uitgangspunten. Het is een netwerk voor en door de inwoners en het is dus belangrijk dat het door de inwoners zelf gedragen wordt. De bewoners van de dorpen zullen dan ook benaderd worden over hun zienswijze. Wat heeft het dorp nodig om betrokken bij elkaar te blijven en voorbereid te zijn op de verdere vergrijzing en ontgroening? Hierbij ligt ook een rol voor de zorginstellingen. Zij kunnen via de zorgnetwerken inwoners informeren en gebruikmaken van de signaalfunctie van het netwerk of op deze manier incidentele vrijwilligerstaken aandragen. Bovenstaande is natuurlijk wel afhankelijk van het type zorgnetwerk dat ontstaat in de dorpen. In ’t Zandt en Stedum vindt in 2012 onderzoek plaats naar de behoeften en mogelijkheden bij de opzet van een informeel zorgnetwerk. De komende jaren vindt uitrol plaats naar andere dorpen. Het is aan de gemeente om verbinding en afstemming te zoeken met de sociale partners hierbij. De opzet van informele zorgnetwerken wordt op dit moment uitgevoerd vanuit de reguliere uren van de SWD. Het opzetten van een informeel zorgnetwerk is niet zomaar iets en vraagt een plan van aanpak en de nodige inspanning. Het is aannemelijk dat hier extra uren voor benodigd zijn. Hiervoor zijn een aantal incidentele budgetten voor handen. Conclusie Met het inzetten op een coördinatiefunctie en met het opzetten van informele zorgstructuren wordt grotendeels voldaan aan de 5 basisfuncties zoals opgesteld door het ministerie van VWS binnen de financiële mogelijkheden van de gemeente Loppersum.
13