Notitie Samenwerken aan een dementievriendelijke gemeente
Stichting Drechtzorg
Hansje Pontier Coördinator Ketenzorg Dementie, regio Waardenland Maart 2015
STICHTING DRECHTZORG
Karel Lotsyweg 3318 AL Dordrecht
Telefoo : 8 1 E- ail: i fo@drechtzorg. l
1
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
Pagina 2
1. Inleiding 1.1 Aanleiding notitie In december 2013 is vanuit de Ketenzorg dementie een adviesnotitie voor gemeenten verspreid, waarin gemeenten gestimuleerd werden lokaal beleid voor mensen met dementie te ontwikkelen en om zich aan te sluiten bij de ketenzorg dementie Waardenland. Vanwege de transities in de zorg is het tijd voor een update van dit advies. Ook Alzheimer Nederland heeft een notitie geschreven over de dementievriendelijke gemeenten. Als gemeenten voldoen aan de eisen genoemd in voorliggend advies, dan voldoen zij ook aan de voorwaarden van Alzheimer Nederland. Voor het schrijven van deze notitie is ook gebruik gemaakt van ervaringen in andere regio´s, zoals Brabant en Twente. Deze notitie is geschreven voor de Wmo-regio’s Drechtsteden en Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. 1.2 Doel Het is belangrijk te beseffen dat er geen blauwdruk te geven is voor het ontwikkelen van een dementievriendelijke gemeente. Affiniteit met en betrokkenheid bij dementie in de gemeente is bepalend voor het oppakken van de zorg voor mensen met dementie. De grootte van de gemeente speelt hierbij een rol. In kleinere kernen zijn vaak makkelijker vrijwilligers te vinden of de kracht van de burgers te mobiliseren, dan in grotere woonplaatsen. De rol van de gemeente verschilt daarmee ook, in kleinere kernen wellicht meer faciliterend, in grotere woonplaatsen meer initiërend. In deze notitie beschrijven we de kenmerken van een dementievriendelijke gemeente. De lokale situatie is bepalend voor het startpunt en de aanpak. Aansluiten bij wat er al is en samenwerken met actieve, betrokken lokale partijen, geeft de meeste kans op succes. Wij hopen dat de inhoud van deze notitie de gemeenten in Drechtsteden en de AlblasserwaardVijfheerenlanden inspireert en handvatten geeft om lokaal het beleid voor mensen met dementie vorm te geven. Ter ondersteuning van het belang van een dementievriendelijke gemeente geven we nog enkele regionale feiten en cijfers. 1.3 Regionale feiten en cijfers In de regio Waardenland wonen op dit moment ruim 6.500 mensen met dementie. Een groeiende groep ouderen met dementie woont alleen. 90% van de mensen met dementie wordt uiteindelijk opgenomen in een zorginstelling en overlijdt daar na een gemiddelde verblijfsduur van 2,8 jaar. Mantelzorgers leveren gedurende gemiddeld 5 jaar gemiddeld 20 uur zorg aan mensen met dementie. 82% van de mantelzorgers is overbelast of loopt een groot risico op overbelasting. Partners van mensen met dementie hebben een vier keer zo grote kans op depressie als mensen met een partner zonder dementie.
2
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
Pagina 3
In de regio Drechtsteden zijn naar verwachting nu ongeveer 4550 mensen met dementie. In de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden zijn dat er ongeveer 2000.. Zie voor een uitsplitsing van de cijfers per lokale gemeente, bijlage 2 bij deze notitie. Ongeveer 25% van de mensen met dementie verblijft intramuraal, dus ongeveer 1500 mensen in de regio Waardenland. Het aantal mensen die begeleiding krijgen van een dementieconsulent is dit kwartaal fors gestegen. Bijna 2500 mensen in Waardenland met dementie krijgen begeleiding van een dementieconsulent, een stijging van 30 naar ruim 38%. Dat betekent dat 2500 mensen met dementie in onze regio nog geen begeleiding krijgen van een dementieconsulent. Dat is ook 38%, een daling van 8% vergeleken met het 2 e kwartaal.
1.4 Indeling Deze notitie zal eerst een korte introductie geven van het begrip dementievriendelijke gemeente. Daarna wordt er beschreven wat belangrijks is in de zorg voor mensen met dementie. Afsluitend zullen we beschrijven hoe gemeenten aan de slag kunnen gaan met de ontwikkelingen van een dementievriendelijke gemeente.
. Ee de e ievrie delijke ge ee te 2.1 Introductie dementie Dementie is een progressieve ziekte die naast de patiënten ook de mantelzorgers en de samenleving raakt. Mensen met dementie ondervinden ernstige problemen met het voeren van de regie over hun leven. Hierdoor zijn zij kwetsbaar. De komende jaren vindt een sterke stijging plaats van het aantal mensen met dementie. Het is van belang dat deze mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen met steun van hun mantelzorgers. Om dit mogelijk te maken is intensieve (regionale en lokale) samenwerking nodig tussen alle partijen op het gebied van welzijn, wonen en zorg. 2.2 Beschrijving dementievriendelijke gemeente Vanuit de ketenzorg dementie ondersteunen wij graag de ontwikkeling van dementievriendelijke gemeenten. Wij zijn van harte bereid met u samen te werken om dit te realiseren. Een dementievriendelijke gemeente is een gemeenschap waar het taboe op dementie is doorbroken, waar iedereen normaal omgaat met dementie: de bakker, buurman, de wijkagent. Een gemeenschap waarin mensen met dementie kunnen blijven functioneren. Waar ze iets mogen vergeten. Waar ze thuis gebracht worden als ze verdwalen. Waar activiteiten beschikbaar zijn voor mensen met dementie en hun naasten en waar mensen met dementie zo lang mogelijk aan het verenigingsleven kunnen blijven deelnemen. Waar betrokkenheid is bij mensen met dementie en hun naasten. In een dementievriendelijke gemeente kunnen mensen met dementie als volwaardige burgers meedoen aan de samenleving. Ook mantelzorgers krijgen ondersteuning. De beschikbaarheid van activiteiten en opvang is noodzakelijk voor mantelzorgers om de zorg thuis te kunnen blijven volhouden. Ook gaat het hierbij om het verbeteren van de levenskwaliteit van de partners, familie, mantelzorgers en vrienden, doordat zij in een dementievriendelijke gemeenschap een grotere acceptatie ervaren en minder in een sociaal isolement komen.
3
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
Pagina 4
In een dementievriendelijke gemeente: Worden (eerste) signalen van dementie herkent door burgers, vrijwilligers en medewerkers zorg en welzijn, (vroegsignalering door voorlichting en sholing). Is informatie over het ziektebeeld beschikbaar en er is een herkenbaar loket voor informatie. Wordt samengewerkt tussen huisarts, wijkteams en dementieconsulenten. Zijn medewerkers van het wijkteam geschoold in het herkennen en het omgaan met mensen met dementie. Zijn werkafspraken gemaakt voor het inschakelen van een dementieconsulent. Wordt het verwijzen voor onderzoek en diagnose bevorderd. Zijn er voldoende ontmoetingsplekken en activiteiten op maat voor mensen met dementie. Is er een voorziening voor dagopvang/behandeling. Is gerichte mantelzorgondersteuning beschikbaar. Is een overzicht van alle voorzieningen voor mensen met dementie beschikbaar. Om dit te realiseren is het belangrijk dat: Beleidsmedewerkers de specifieke kenmerken van mensen met dementie en hun specifieke behoeften kennen. Beleidsmedewerkers het aanbod aan ondersteuning, zorg en voorzieningen voor mensen met dementie kennen. De gemeente gericht beleid heeft voor zorg en welzijn van mensen met dementie. Aansluiting wordt gezocht bij de Ketenzorg dementie Waardenland.
. Wat is va bela g i de zorg voor
e se
et de e ie?
3.1 Vroegtijdige ondersteuning Mensen met dementie en hun naasten hebben voordat een diagnose wordt gesteld vaak al een lange periode van zorgen en andere moeilijkheden ervaren. De cognitie van de cliënt gaat achteruit en voor de naasten wordt de zorg altijd zwaarder. Het is belangrijk dat gemeenten zich realiseren dat ondersteuning in de zorg voor mensen met dementie vroegtijdig moet worden ingezet. Om het mogelijk te maken dat cliënten zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen, is het van belang dat mantelzorgers goed geïnformeerd worden over wat hen te wachten staat, hoe zij goed kunnen blijven omgaan met hun partner en hoe zij goed voor zich zelf kunnen en moeten zorgen. Van gemeenten wordt gevraagd om te zorgen voor informatie, de bevordering van (vroeg)signalering, het stimuleren van de verwijzing naar de huisarts, het ondersteunen mantelzorgers en het faciliteren van een aanbod van activiteiten voor mensen met dementie realiseren. Een proactief beleid van lokale gemeenten op dit terrein is noodzakelijk en bespaart de gemeente uiteindelijk kosten. Wachten op signalen van mantelzorgers dat de zorg hen te zwaar wordt betekent veelal te laat ingrijpen en maakt zwaardere en duurdere zorg nodig.
4
Pagina 5
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
3.2 Lokale samenwerking versterken
Figuur Overzicht sa e
erki g i de ijk
3.2.1 Het wijkteam Het wijkteam speelt een belangrijke rol bij mensen met dementie in het activeren van het sociaal netwerk, het begeleiden van deelname aan activiteiten en het zorgdragen voor continuïteit in contact met en steun aan de cliënt. Medewerkers van het wijkteam worden geschoold op het herkennen van signalen van dementie en krijgen voorlichting over de ziekte en de benadering van mensen met dementie. Tussen het wijkteam en de dementieconsulent worden taken en verantwoordelijkheden verdeeld en duidelijke werkafspraken gemaakt. Vanuit het wijkteam worden cliënten gevolgd en bij verandering/verslechtering van de situatie van de cliënt wordt de dementieconsulent geïnformeerd. Het wijkteam werkt nauw samen met vrijwilligers.
3.2.2 Huisarts en praktijkondersteuner Zolang een persoon met dementie thuis woont is de huisarts de verantwoordelijk behandelaar. Alle lijnen van behandeling, zorg en welzijn komen bij de huisarts samen. Het terrein waarover de huisarts regie moet voeren is breed en complex, daarmee is het lastig overzicht te hebben over alle elementen. Begeleiding door een dementieconsulent zorgt voor structuur, regelmaat en continuïteit. Met een vermoeden van dementie moet men bij de huisarts zijn. De huisarts kan zelf een diagnose stellen of daarvoor verwijzen naar de geheugenpoli in het Albert Schweitzer Ziekenhuis, het Geriatrisch Onderzoeks- en Adviescentrum van Rivas Zorgroep, het expertteam thuis van het Parkhuis of de GGZ, Yulius. Huisarts of specialist kan verwijzen naar een dementieconsulent door aanmelding via het centrale aanmeldpunt. De aanmelding wordt direct doorgezet naar het “gemeenteteam” van de woonplaats van de patiënt. De huisarts wordt binnen 2 weken schriftelijk geïnformeerd over welke dementieconsulent begeleiding van de patiënt en mantelzorgers op zich gaat nemen.
5
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
Pagina 6
3.2.3 Dementieconsulent De dementieconsulent is een partner in de zorg voor de cliënt, zijn naasten en de reguliere zorg. Bij een complexe hulpvraag is voor een optimale ondersteuning van de cliënt en zijn naasten de specifieke deskundigheid van een dementieconsulent vereist. Door haar helikopterview is de dementieconsulent in staat over de verschillende domeinen van professionals heen te kijken en afstemming te zoeken tussen de verschillende betrokken organisaties. (Zie ook de professionele standaard Dementieconsulent, te vinden op de website van Drechtzorg.) In de regio Waardenland is de Ketenzorg Dementie sterk ontwikkeld. Het team van gespecialiseerde dementieconsulenten is een belangrijke schakel in de ketenzorg dementie. De dementieconsulent heeft een belangrijke rol in het informeren van cliënt en mantelzorger(s) over wat het betekent om dementie te hebben en de mogelijkheden die er zijn op het gebied van zorg en ondersteuning. De dementieconsulent monitort het functioneren van de cliënt op het gebied van lichamelijk, mentaal en sociaal functioneren, inventariseert welke hulpvragen de cliënt en zijn naasten hebben en schakelt indien nodig de betreffende zorg en ondersteuning in. 3.2.4 Coördinerend wijkverpleegkundige en poh De Praktijkondersteuner van de huisarts stemt af met het wijkteam over kwetsbaarheid. Als er sprake is van een vermoeden van dementie, maar er is nog geen diagnose gesteld, kan de POH zorgen dat of de huisarts dit oppakt of doorverwijst naar de geheugenpoli/GOAC. Als de diagnose is gesteld wordt de dementieconsulent ingeschakeld. Belangrijk is dat de POH checkt of bij de patient/client niet al een dementieconsulent betrokken is. De dementieconsulent start de begeleiding op en kan zich weer wat op de achtergrond houden als een wijkteam of wijkverpleegkundige vinger aan de pols kan houden. Zodra wijkteam of wijkverpleegkundige constateert dat de client achteruitgaat of vragen heeft die de dementieconsulent moet beantwoorden, nemen zij direct contact op. (Rol en taakverdeling tussen POH en coördinerend wijkverpleegkundige moet de komende tijd meer duidelijk worden.)
3.3 Samenwerken met de regionale ketenzorg dementie Waardenland We werken als dementieketen graag met u samen en kunnen u het volgende bieden. Kennis over dementie. inzicht in de hulpvraag van mensen met dementie en hun naasten overzicht over het hulpaanbod voor mensen met dementie en hun naasten feiten en cijfers over dementie, regionaal en lokaal kennis over cliënten die begeleiding krijgen van een dementieconsulent in uw gemeente (mogelijk) een antwoord op uw specifieke vraag over dementie regionale innovaties tot stand brengen landelijke ontwikkelingen vertalen naar de regio coördinatie van het team van dementieconsulenten Zie voor meer informatie over de regionale ketenzorg onze webpagina: http://www.drechtzorg.nl/ ketens__amp__netwerken/ketenzorg_dementie.
6
Pagina 7
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
3.4 Zorgtrajecten bij dementie Met de (nieuwe) verbindingen wordt de keten aan de voorkant versterkt. Doel is zo vroeg mogelijk met mensen met dementie in contact te komen. Door tijdige en gerichte ondersteuning van cliënt, familie en mantelzorgers wordt bevorderd dat de oudere zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen. De ondersteuning moet niet alleen gericht zijn op de cliënt met dementie, maar ook op het welzijn van familie en mantelzorgers. Op die manier kunnen zij de zorg langer volhouden. Het team van dementieconsulenten weet hoe deze ondersteuning goed kan worden ingericht. Met hun expertise en specialistische kennis kunnen zij huisartsen en wijkteams ondersteunen in het begeleiden van (een steeds groter wordende) groep mensen met dementie (Zorgtraject 1). Met de medewerkers van de wijkteams en de praktijkondersteuner van de huisarts (Poh) moeten daarom afspraken worden gemaakt over hoe zij ondersteuning kunnen krijgen bij zorgvragen waar specialistische kennis voor nodig is.
7
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
Pagina 8
Zorgtraject 1 Reguliere eerstelijns zorg en welzijn voor mensen met beginnende dementie In de wijkteams zijn duidelijke werkprocedures afgesproken bij vermoeden van dementie. De werkprocedures zijn gebaseerd op het bevorderen van onderzoek en diagnosestelling. In situaties van de cliënt die stabiel zijn kunnen cliënt en mantelzorger daar waar nodig worden ondersteund. De Poh is het primaire aanspreekpunt. De POH zoekt afstemming met de verantwoordelijke medewerker van het wijkteam. Het wijkteam heeft de verantwoordelijkheid voor het volgen en ondersteunen van de situatie van de cliënt. Bij verandering van de situatie of achteruitgang schalen zij de ondersteuning op, informeren de huisarts/poh. Ondersteuning is gericht op het bieden van structuur voor mensen met dementie en het ontlasten van de mantelzorgers. Daar waar mensen met dementie alleenstaand zijn zal ondersteuning ook gericht moeten zijn op het huishouden. Zo nodig zorgt het wijkteam, naast het mobiliseren en activeren van het sociale netwerk, voor inzet van vrijwilligers. Zolang de verantwoordelijkheid voor de cliënt is belegd bij het wijkteam dragen zij ook zorg voor het informeren van en afstemmen met de huisarts en praktijkondersteuner. Periodiek zal moeten worden gemonitord of de problematiek verandert of verergert. Voor een goed overzicht en efficiënte afstemming is een communicatiesysteem nodig, waartoe zowel de verantwoordelijke van het wijkteam als de Poh/huisarts en een eventuele vrijwilliger (beperkt) toegang hebben. Op die manier kunnen alle betrokkenen signaleren en informatie delen. Dementieconsulent heeft weet van de casus en is op afstand betrokken. De dementieconsulent komt in beeld als specialistische expertise noodzakelijk is, bijvoorbeeld bij het multidisciplinair overleg voor de betreffende casus.
Zorgtraject 2 Gespecialiseerde begeleiding met als doel het bevorderen van de eigen regie en inzetten van disciplines waardoor de thuissituatie hanteerbaar blijft of wordt. De huisarts, geriater, neuroloog of specialist ouderengeneeskunde verwijst na diagnose door voor begeleiding van een dementieconsulent. De dementieconsulent is verantwoordelijk voor coördinatie en begeleiding. Het wijkteam kan een belangrijke rol spelen bij mensen met dementie in het activeren van het sociaal netwerk, het begeleiden van deelname aan activiteiten en zorgdragen voor continuïteit in contact met en steun aan de cliënt, zoals ook in zorgtraject 1. Het delen van informatie in een communicatiesysteem met de huisarts is ook hier van groot belang. De dementieconsulent stemt ook regelmatig af met de Poh, met name over de gezondheidssituatie van de cliënt. Bij complexe cliëntsituaties neemt de dementieconsulent deel aan het MDO.
Zorgtraject 1 en 2, zie schema Afhankelijk van de behoefte aan ondersteuning van de individuele cliënt wordt zorgtraject 1 of 2 ingezet. In de loop van de tijd kan afgewisseld worden tussen de zorgtrajecten als de behoefte aan ondersteuning van de cliënt is veranderd.
8
Pagina 9
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
9
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
Pagina 10
. Uitdagi ge voor ge ee te 4.1 Vormen van een kerngroep Toename van het aantal mensen met dementie, de extramuralisering en afnemende opnamemogelijkheden zorgt voor toenemende druk op gemeenten. Om een start te kunnen maken met de verdere ontwikkeling naar een dementievriendelijke gemeente, adviseren wij de gemeente om lokaal een kerngroep samen te stellen die hiermee aan de slag gaat. De kerngroep wordt samengesteld met actieve, bij de zorg voor mensen met dementie betrokken, burgers en professionals. Deze kerngroep start met het in kaart brengen van wat er reeds aan mogelijkheden en voorzieningen is voor mensen met dementie. Vervolgens kan bepaald worden waar aanknopingspunten liggen om ontwikkeling verder op te pakken. Vanuit de regionale keten leveren wij graag een bijdrage aan een dergelijke kerngroep. 4.2 Specifieke aandachtspunten vanuit de regionale ketenzorg Vanuit de keten zijn er ook nog specifieke aandachtspunten geformuleerd. Hierbij hebben wij in de tekst steeds aangegeven wat de rol van de gemeente kan zijn. 4.2.1 Mantelzorgondersteuning Voor goede ondersteuning aan mantelzorgers van mensen met dementie is begrip van de ziekte dementie een voorwaarde. Samenwerking en afstemming is beslist noodzakelijk. Een dementieconsulent speelt hierin een centrale rol. Organisaties moeten hierin niet een eigen weg ingaan. Gerichte (mantelzorg)ondersteuning bij dementie vraagt om werken vanuit een gedeelde visie en zorgvuldige afstemming. De samenwerking met Mee is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Gemeenten kunnen deze samenwerking bevorderen door voorwaarden te stellen op het gebied van dementiezorg aan organisaties die mantelzorgondersteuning bieden. 4.2.2 Informele zorg Naasten/partners/familie, vrienden en buren spelen vrijwilligers een grote rol in de zorg voor mensen met dementie. Werken met kwetsbare ouderen - en zeker met mensen met dementie betekent vragen, kijken en aanvoelen. Ook voor vrijwilligers is het belangrijk dat zij kennis hebben van de ziekte en weten van benaderingswijze. De situatie van de cliënt veranderd, vrijwilligers moeten hierin inzicht hebben en gesteund worden, om het vol te kunnen houden. Voor mensen met dementie kan iedere verandering leiden tot grote verwarring, voor zekerheid en stabiliteit is het wenselijk dat een vrijwilliger lange tijd beschikbaar blijft. Gemeenten kunnen specifieke werving, scholing en ondersteuning van vrijwilligers, die in gezet willen worden bij mensen met dementie, faciliteren en/of opdracht geven hiertoe aan coördinatoren van steunpunten voor vrijwilligerswerk. Vanuit de ketenzorg kunnen wij scholingen geven en meedenken over het ondersteunen van vrijwilligers als zij bij mensen met dementie zijn ingezet. Daarnaast zijn er in elke gemeente meerdere (soms veel) organisaties die inzet van vrijwilligers regelen, waardoor onduidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is/ingeschakeld kan worden. De gemeente kan bevorderen dat aanvragen voor vrijwilligers en de inzet van vrijwilligers bij mensen met dementie gecoördineerd worden vanuit een centraal punt.
10
Pagina 11
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
4.2.3 Specifieke activiteiten Het is de kunst voldoende bezigheden of activiteiten te organiseren waaraan de mensen met dementie werkelijk behoefte hebben. Als zij zich goed voelen/ondersteund voelen, dan draagt dat bij aan langer in de eigen omgeving te kunnen verblijven. De “volhoudtijd” van de mantelzorger kan daardoor worden verhoogd. Belangrijk is vast te stellen of er voldoende “activiteiten” zijn voor mensen met dementie. Er kan hierbij gedacht worden aan het toegankelijk houden van bestaande activiteiten voor mensen met (beginnende) dementie. Bijvoorbeeld door voorlichting te geven aan begeleiders of de leden van de groep. Naast individuele mogelijkheden is het van belang ook groepsactiviteiten/opvang/ontmoeting te organiseren. In samenhang met de ontwikkelingen in de dagopvang is een visie nodig op flexibel en makkelijk toegankelijk aanbod op maat voor mensen met dementie en hun mantelzorgers. Een aanbod waarbij steeds kan worden afgestemd op de veranderende vraag van de cliënt en waarbij niet steeds overplaatsingen naar andere groepen nodig zijn. Gedacht kan worden aan een “inloophuis”, waar kan worden deelgenomen aan activiteiten en gebruik gemaakt kan worden van faciliteiten, bijvoorbeeld voor beweging/fitness, en waar mensen met dementie en hun partners welkom zijn. Het “inloophuis” zou een continuüm van ondersteuning moeten bieden; van een uurtje bewegen tot opvang van meerdere uren per dag. 4.2.4 Respijtzorg Er zijn maar zeer beperkte mogelijkheden voor respijtzorg. Voor mantelzorgers is het belangrijk af en toe tijd voor zichzelf te kunnen nemen. Zij zullen alleen van deze mogelijkheden gebruik maken als zij weten dat hun partner zich prettig voelt bij deze vorm van zorg. Deze vorm van zorg is ook nodig voor mensen met dementie in een gevorderd stadium. Dit stelt eisen aan zorg en toezicht. Uit ervaring weten we dat partners van mensen met dementie het moeilijk vinden hun partner tijdelijk ergens te laten wonen/ logeren. Vaak is de vreemde omgeving oorzaak tot grote verwardheid. Hoewel noodzakelijk voor mantelzorg is het wenselijk zorgvuldig te werk te gaan.
11
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
Bijlage
Pagina 12
- Checklist ge ee te
De volgende checklist kan behulpzaam zijn bij het samenstellen van een lokaal beleidsplan voor de doelgroep dementerenden. De gemeente werkt aan een dementievriendelijke gemeente door: voorlichting en informatie te geven over dementie aan burgers beleids- en loketmedewerkers die werken met/voor mensen met dementie te scholen in ken nis over de ziekte, de ondersteuningsbehoefte van mensen met dementie en hun naasten een Informatieloket Dementie/een plek waar informatie beschikbaar is, te realiseren gerichte ondersteuning van mantelzorgers de medewerkers van het wijkteam te scholen in het herkennen en omgaan met mensen met dementie samenwerking tussen wijkteam en dementieconsulent te bevorderen voldoende mogelijkheden voor ontmoeting en activiteiten voor mensen met dementie voldoende vrijwilligers die ingezet kunnen worden bij mensen met dementie voldoende respijtzorg voor mensen met dementie bevorderen van voldoende opnamemogelijkheden in de buurt
12
Pagina 13
Samen werken aan een dementievriendelijke gemeente
Bijlage : Cijfers e prog ose Prognose dementie per gemeente regio Waardenland
Drechtsteden
2013
2014
2020
2030
2040
Alblasserdam
325
329(1%)
379 (+17%)
492 (+51%)
558 (72%)
Hendrik-Ido-Ambacht
377
398(+6%)
510 (+35%)
703 (86%)
889 (+136%)
Dordrecht
1923
1948(1%)
2179 (+13%)
2796 (+45%)
3443 (+79%)
Papendrecht
484
503(+4%)
629 (+30%)
880 (+82%)
1043 (+116%)
Sliedrecht
471
489(+4%)
603 (+28%)
822 (+74%)
1099 (133%)
Zwijndrecht
857
884(+3%)
1025 (+20%)
1334 (+56%)
1597(+86%)
2013
2014
2020
2030
2040
183
192 (+5%)
225 (+23%)
326 (78%)
406 (+122%)
Gorinchem
592
609 (+3%)
701 (+218%)
883 (+49%)
1105 (87%)
Hardinxveld-Giessendam
296
303 (+2%)
351 (+18%)
439 (+48%)
560 (+89%)
Leerdam
345
347 (+1%)
393 (+14%)
569 (+65%)
734 (+113%)
Zederik
186
189 (+2%)
233 (+25%)
347 (+87%)
(133%)
Molenwaard
362
371 (+2%)
469 (30%)
687 (89%)
Vijfheerenlanden/ Alblasserwaard Giessenlanden
821 (55%)
Cijfers 2014 Kwartaal Wijk teams:
1
2
3
4
Dordrecht I
251
281
327
355
+28
Dordrecht II
226
256
281
254
-27
Zwijndrecht / Hendrik-Ido-Ambacht
255
248
291
299
+8
SPA
395
429
530
571
+41
Gorinchem
303
325
345
308
-37
Leerdam
262
296
312
334
+22
Kleine gemeenten
303
215
355
323
-32
Totaal aantal cliënten in zorg
1995
2050
2441
2453
+12
13
Toename