Samenwerken aan een veilige en leefbare regio www.veiligheidshuisdordrecht.nl
Het Veiligheidshuis
samenwerken aan een veilige en leefbare regio
‘Veiligheid en het gevoel veilig te zijn, zijn essentieel voor het menselijk welbevinden. En hoewel dat in een welvarend land zo op het eerste gezicht gemakkelijk te realiseren lijkt, is de werkelijkheid soms anders. Mensen worden helaas nog te vaak geconfronteerd met overlast en criminaliteit. Gelukkig staan misdaadbestrijding en het verbeteren van de leefbaarheid hoog op de politieke agenda. Opsporing, vervolging en berechting zijn hierbij belangrijke instrumenten om overlast en criminaliteit terug te dringen. Maar het zijn niet de enige instrumenten die worden ingezet. In de praktijk blijkt vaak dat alléén straffen overtreders van de wet er niet van weerhoudt om in herhaling te vallen. In veel gevallen is er bij deze mensen sprake van meerdere problemen. Criminaliteit en overlast gaan samen met bijvoorbeeld drugs- en drankproblemen, schulden en woningproblematiek. Naast het opleggen van een straf zijn preventie, hulpverlening en nazorg daarom belangrijke tools om de overlast te verminderen. Tal van hulporganisaties in de regio Zuid-Holland Zuid richten zich op daders en slachtoffers, elk vanuit een eigen perspectief op veiligheid en leefbaarheid; denk aan de GGD, GGZ en Bureau Jeugdzorg. Maar wie zorgt er nu voor dat al die organisaties uit de justitie- en zorgketen niet langs elkaar heen werken? Wie zorgt voor een optimale afstemming tussen repressie, preventie, hulpverlening en nazorg?
Deze brochure illustreert de identiteit van het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid aan de hand van vier kernthema’s:
Daar moet het Veiligheidshuis voor zorgen. Sinds maart 2009 kent ook de regio Zuid-Holland Zuid haar eigen Veiligheidshuis en deze is volop in ontwikkeling. In het Veiligheidshuis werken partners uit de justitie- en zorgketen onder één dak samen om overlast, criminaliteit en huiselijk geweld in de regio terug te dringen. De ‘harde’ kant van repressie en handhaving gaat hierbij hand in hand met de ‘zachte’ kant van preventie en zorg. De partners signaleren problemen, bedenken oplossingen en voeren die samen uit. Bij de gekozen aanpak krijgt uiteraard ook het slachtoffer de aandacht die nodig is. Werkprocessen worden op elkaar afgestemd, zodat strafrecht en zorg elkaar aanvullen.
2. Maatwerk voor de overlastgever of veelpleger
1. Effectieve bestrijder van overlast, criminaliteit en huiselijk geweld
3. Focus op lokale problemen
4. Samenwerken werkt!
Het Veiligheidshuis is nadrukkelijk géén overleghuis, maar een operationeel samenwerkingsverband dat moet leiden tot een daadwerkelijke verbetering van de veiligheid en leefbaarheid in de regio. Bij het Veiligheidshuis draait alles om het resultaat voor de burger.
3
‘De intensievere samenwerking geldt ook op het terrein van jeugdzorg’, vervolgt Van der Vaart. ‘Zo vind ik het bijvoorbeeld ook van groot belang dat er een hechte samenwerking komt met de diverse Centra voor Jeugd en Gezin. Als hulpverleners in opgroei- en opvoedingsproblematiek kunnen zij het Veiligheidshuis van zeer waardevolle informatie voorzien over bijvoorbeeld de gezinssituatie. In die zin hebben zij een essentiële rol in de vroegtijdige signalering en preventie van overlast door jongeren. En omgekeerd is het voor de Centra voor Jeugd en Gezin nuttig op de hoogte te zijn van de risicogezinnen waar het Veiligheidshuis extra aandacht voor heeft.’
Inske van der Vaart, ketenmanager Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid:
‘Door de naadloze aansluiting van preventie, repressie en (na)zorg is de doeltreffendheid van maatwerk in het Veiligheidshuis verhoogd. De komende jaren staat naast deze persoonsgerichte aanpak ook de groeps- en gebiedsgerichte aanpak centraal. We maken gezamenlijke risicoanalyses en bekijken hoe we de specifieke problematiek het meest doeltreffend kunnen benaderen. Gemeenschappelijke overlastvraagstukken worden op deze manier efficiënt én effectief afgestemd en behandeld. Hoe vroeger het stadium waarin we kunnen ingrijpen om erger te voorkomen, des te beter het uiteraard is voor de veiligheidssituatie in Zuid-Holland Zuid.’
‘Maximaal effect door goede aansluiting preventie, repressie en zorg’
Het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid richt zich primair op drie groepen: • veelplegers • daders, slachtoffers en eventuele gezinsleden van huiselijk geweld • criminele en overlastgevende jeugd
‘In het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid hebben we een sterke netwerkstructuur’, zegt ketenmanager Inske van der Vaart. ‘Een nauwe samenwerking tussen de gemeenten in de regio en justitie- en zorgpartners is essentieel om overlast, onveiligheid en criminaliteit nog beter te kunnen aanpakken. Juist alle verschillende perspectieven en verantwoordelijkheden van de ketenpartners samen maken het Veiligheidshuis tot een heel krachtige organisatie. Samen zorgen zij in het Veiligheidshuis voor een sluitende keten waar niemand van de risicogroepen uit beeld verdwijnt.’
Doelstellingen Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid: • Het voorkomen van eerste delicten en terugdringen van recidive; • Het zijn van een betrouwbaar informatieknooppunt voor partners in veiligheid; • Het koppelen van strafrechtelijke reactie en zorg; • Het bieden van nazorg.
‘Het draait bij het Veiligheidshuis om doen, met als hoofddoel het verbeteren van de veiligheidssituatie in de regio. Minder overlast en recidive en méér perspectief voor burgers, óók voor degenen die de fout in zijn gegaan. Hiervoor moet de huidige praktische samenwerking tussen de gemeente en diverse partners worden uitgebouwd. De lokale input moet worden gekoppeld aan regionaal beschikbare kennis en kunde. Dit vergroot de effectiviteit van de verschillende inspanningen. Een Veiligheidshuis is een uitgelezen middel om die koppeling te realiseren.
4
5
Politie Zuid-Holland-Zuid:
‘Persoonsgericht bestrijden van criminaliteit’
André Kraaijeveld, medewerker Bureau Veelplegers: ‘Vanuit het regionaal Bureau Veelplegers is de politie de constante factor om veelplegers uitgebreid in beeld te brengen. Het Openbaar Ministerie, of een van de andere ketenpartners, beslist of een veelpleger in het Veiligheidshuis wordt ingebracht. Als dat gebeurt, gaan alle registers open. Wij maken een allesomvattend persoonlijk logboek en houden daarop alle informatie van de betreffende veelpleger bij. We monitoren de veelplegers nauwgezet en vanuit diverse disciplines. In onze veelplegersaanpak staat het effectief - dus persoonsgericht - bestrijden van criminaliteit centraal.’
1. Effectieve bestrijder van overlast, criminaliteit en huiselijk geweld
Het vergroten van de veiligheid en leefbaarheid in de regio Zuid-Holland Zuid is het uiteindelijke doel van het Veiligheidshuis. De personen die in het Veiligheidshuis aan bod komen, zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de overlast en criminaliteit. Zij dienen daarom bekend te zijn bij zowel de veiligheids- als bij de zorgketen. Het in kaart brengen en vervolgens monitoren van de risicogroepen is dan ook een eerste, belangrijke stap. Nieuwe gevallen van overlast en geweld kunnen worden voorkomen of beperkt door een vroegtijdige signalering in het Veiligheidshuis. In een effectieve aanpak wordt de beschikbare regionale kennis en kunde op het gebied van strafrecht en zorg aan elkaar gekoppeld en onder regie tot uitvoer gebracht. Een dergelijke ketensamenwerking is bewezen doeltreffend. De insteek van het Veiligheidshuis is een vroegtijdige, intensieve en volledige trajectbenadering; een doeltreffende benadering die gaat leiden tot een zichtbare afname van recidive.
GGD Zuid-Holland-Zuid:
‘Intensieve samenwerking tussen zorg, veiligheid en jeugd’
Harm van Twillert, veldregisseur Centrale Toegang: ‘De meest effectieve manier om overlast te bestrijden, is de koppeling van de zorgketen aan de veiligheidsketen. Intensieve samenwerking tussen partners op het gebied van zorg en veiligheid, maar ook jeugd, is nodig om de vaak complexe problemen op te lossen. Gegarandeerde (na)zorg, in combinatie met bijvoorbeeld een voorwaardelijke invrijheidstelling, is soms effectiever dan alleen afstraffen.
Steunpunt Huiselijk Geweld-Dordrecht:
‘Systeemgerichte benadering’
1.
Linda Vermeulen en Gerda Thiele, coördinatoren:‘ Alle meldingen van huiselijk geweld die bij de politie binnenkomen, worden doorgemeld aan het Meldpunt Zorg en Overlast/Steunpunt Huiselijk Geweld. Deze meldingen, tot wel vijftig per week, komen in het Veiligheidshuis direct op de agenda van het screeningsoverleg huiselijk geweld. Wanneer de agenda is rondgestuurd, kijkt elk van de ketenpartners na of de betrokkenen bekend zijn. Tijdens het overleg kan op deze manier snel een casemanager worden aangewezen. Door de ketenaanpak functioneert het steunpunt effectiever: meldingen zijn uitgebreid in kaart gebracht, inclusief de onderliggende problematiek, en worden vanuit de diverse ketenpartners systeemgericht benaderd. De intensieve samenwerking binnen de ketens zorgt voor beter passende oplossingen, in een combinatie van straf en zorg.’
Reclassering Nederland:
‘Veiligheidshuis is essentiële schakel in de keten’
Soraya Beumer, regiomanager van Reclassering Nederland: “Wij richten ons op daders en verdachten. We rapporteren aan de rechtbank, houden toezicht en organiseren de uitvoering van werkstraffen. Recidivevermindering en hierdoor een bijdrage leveren aan een veiligere samenleving is onze missie. Bij de uitvoering van ons werk is ketensamenwerking belangrijk. Het Veiligheidshuis is een essentiële schakel in de keten. Het overleg in het Veiligheidshuis, zoals over de nazorg van ex-gedetineerden en de aanpak van huiselijk geweld en veelplegers, is een belangrijk middel om strafrecht, zorg en veiligheid te verenigen.”
6
7
2. Maatwerk voor de overlastgever of veelpleger Bij risicojongeren, veelplegers en plegers van huiselijk geweld is vaak sprake van multiproblematiek: een combinatie van bijvoorbeeld alcohol- en drugsverslaving, geweld en dakloosheid. Alleen straffen is in dergelijke situaties vaak niet afdoende. Hulp en begeleiding, op elkaar afgestemd en bewaakt door de juiste instanties, is noodzakelijk om recidive of terugval te voorkomen. Het Veiligheidshuis biedt een persoonsgerichte aanpak, waarbij elk van de ketenpartners de bij hen bekende persoonlijke omstandigheden en reeds ondernomen acties nauwkeurig in kaart brengt. Het dossier dat op deze manier gezamenlijk wordt gevormd vanuit de straf- en zorgketen is vollediger, zodat ook een passender oplossing gevonden kan worden. Telkens neemt één van de ketenpartners het voortouw om voor de individuele cliënt een op maat gesneden plan van aanpak te maken. Dit bestaat veelal uit een strafrechtelijke afdoening (taakstraf, boete of gevangenisstraf ) in combinatie met een aanbod van hulpverlening en/of zorg.
Bouman GGZ, verslavingsreclassering:
‘Persoonsgebonden aanpak vanuit de keten’
Monique Chapel, reclasseringsmedewerker: ‘Binnen het Veiligheidshuis werken we met een systeemaanpak om te voorkomen dat veelplegers tussen wal en schip vallen. De agenda voor het overleg in het Veiligheidshuis bevat steeds een overzicht van onder meer gedetineerde veelplegers die vrijkomen. Is dat mét toezicht, dan overleggen we met de partners over het vervolg. Een veelpleger met toezicht is verplicht zich met regelmaat te melden, dus zo iemand kunnen we vrij eenvoudig volgen. Ook wanneer de rechter géén toezicht heeft geëist, wordt naar de veelpleger omgekeken; in een dergelijke situatie houden de betrokken partijen de persoon in de gaten aan de hand van zijn vaste leefpatroon. Signaleert één of meerdere partners in het Veiligheidshuis dat de kans op recidive toeneemt, dan maken we opnieuw een plan van aanpak om hem weer op het juiste spoor te zetten. Het Veiligheidshuis schept de samenhang om snel en efficiënt te schakelen in dergelijke situaties.’
Penitentiaire Inrichting Dordrecht
‘Nazorgtraject volgt persoonlijk plan PI’
Indra Zichem, medewerker maatschappelijk dienstverlener: ‘Bij een gevangenisstraf van drie maanden of langer krijgt elke gedetineerde een persoonsgebonden trajectplan, waar bijvoorbeeld schuldsanering, verslavingszorg en persoonlijkheidstrainingen onderdeel van kunnen uitmaken. Na detentie neemt de gemeente de verantwoordelijkheid voor de gedetineerde over. Veelplegers worden als cliënt ingebracht in het Veiligheidshuis. Oók wanneer een gemeente niet aangesloten is en er geen nazorgconsulent is, wordt het nazorgtraject van de gedetineerde veelpleger in het Veiligheidshuis besproken. De regie na detentie wordt overgedragen aan één van de ketenpartners. Deze past het trajectplan aan. Het is essentieel dat partners in het Veiligheidshuis met elkaar meekijken en openstaan voor overleg en samenwerking. Hoe meer we dat doen, des te effectiever is het maatwerk dat we met elkaar leveren.’
Gemeente Dordrecht
‘Structuur door arbeidsreïntegratie’
2.
Sander Schreur, beleidsmedewerker WERK: ‘Binnen het Veiligheidshuis pleit ik voor een combinatie van straf, zorg en werk. Werk betekent immers tegelijkertijd structuur. Ik zet me in voor een vlotte reïntegratie van veelplegers in de maatschappij. De penitentiaire inrichting en de Sociale Dienst overleggen nu over arbeidstoeleiding in de gevangenis, onder het mom van ‘uit de bak-aan de bak’. De kracht van het Veiligheidshuis zit hem met name in de samenwerking: allerlei individuele initiatieven zijn lang niet zo krachtig als één gezamenlijk plan.’
8
9
Gemeente Cromstrijen:
‘Toegevoegde regionale kennis en kunde’
Giel Janssen, burgemeester: ‘In onze gemeente hebben we met name te maken met jeugdproblematiek: baldadigheid, vernielzucht, overmatig drankgebruik en overlast door jongeren. Wij kennen een aantal van de notoire overlastgevers inmiddels goed. Onze ‘taskforce jeugd’ bespreekt de probleemjongeren op regelmatige basis. Het Veiligheidshuis is als het ware een verlengstuk van onze taskforce. Wanneer blijkt dat de leden van de taskforce niet meer voldoende kunnen anticiperen op het gedrag en een strafrechtelijke afdoening nodig is, dragen wij cliënten over aan het Veiligheidshuis. In de praktijk zie je dat er vaak sprake is van multiproblematiek, waarbij bijvoorbeeld ook de gezinssituatie meespeelt. In het Veiligheidshuis wordt de situatie op allerlei manieren gewogen; zo wordt aan de lokale informatie die wij inbrengen, op regionaal niveau kennis en kunde toegevoegd.’
3. Focus op lokale problemen
Gemeente Gorinchem:
‘‘Stok achter de deur’’
Geert van der Schoor, coördinator Veiligheid: “Hinder van jongeren kun je vaak op lokaal niveau aanpakken met partijen als politie, school, jeugdzorg, jongerenwerk, woningcorporatie en gemeente. Bij zwaardere gevallen van overlast lukt dat echter soms ook niet. Dan heb je een gecombineerde inzet nodig van zorg, hulpverlening en justitiële partijen. Juist die samenwerking tussen zorg en justitie biedt het Veiligheidshuis. In het Veiligheidshuis wordt informatie over jongeren en gezinnen gedeeld om te komen tot één gezamenlijke aanpak van overlastgevende of criminele personen. Daarbij zorgt het Openbaar Ministerie met haar strafrechtelijke mogelijkheden voor een stok achter de deur. Dat helpt om, daar waar nodig, de harde kern van een groep aan te pakken. Het Veiligheidshuis maakt die aanpak mogelijk, maak er gebruik van!”
Het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid is één van de regionaal werkende veiligheidshuizen in Nederland. Alle negentien gemeenten in de Drechtsteden, Hoeksche Waard en Alblasserwaard/Vijfheerenlanden zijn aangesloten bij het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid. Met elkaar richten zij zich op het voorkomen en bestrijden van overlast en criminaliteit in Zuid-Holland Zuid en het creëren van een veiligere en leefbaardere regio. Lokale veelplegers, jongeren die een strafbaar feit hebben begaan en plegers van huiselijk geweld komen automatisch in het vizier van het Veiligheidshuis bij hun aanraking met justitie. Bij overlastgevende jongeren ligt dat genuanceerder. Enkelvoudige problematiek bij jeugdige overlastgevers is vrijwel in alle gevallen binnen de gemeente op te lossen. Is er echter sprake van zwaardere delicten of meervoudige problematiek, dan is de coördinatie van justitie en zorg in het Veiligheidshuis op haar plaats. Het Veiligheidshuis koppelt de kennis en kunde van regionale en lokale partijen en speelt op deze manier snel en effectief in op plaatselijke problemen en specifieke overlastgevers en criminelen.
Gemeente Zwijndrecht:
‘Winst in coördinatie’
3.
Miranda de Vries, wethouder Jeugd: ‘De netwerken van onze gemeente waren al goed; veel jeugdproblematiek kunnen we lokaal met reguliere partners oplossen, al dan niet geholpen door onze digitale verwijsindex. Maar juist wanneer specialistische hulp nodig is of de problemen groter zijn, heeft het Veiligheidshuis een toegevoegde waarde. De regionale kennis en ervaring van ketenpartners uit de veiligheidskolom kan op deze manier op gemeentelijk niveau worden toegepast. De ketenoverleggen zorgen voor die verbinding. Waar wij als gemeente veel aan hebben, is het trajectberaad, waarin de nazorg wordt besproken van jongeren die verblijven in een justitiële jeugdinrichting. Winst zit ook in de coördinatie wie wat doet: zónder afstemming is er grote kans dat er dubbel werk gedaan wordt, wat voor geen van de betrokkenen positief is.’
Wekelijks worden, op een vaste dag in de week, in het screeningsoverleg huiselijk geweld, het veelplegersoverleg, de jeugdoverleggen, het overleg van de hulpverleningsteams en het casusoverleg overlastgevende jeugd alle relevante situaties binnen een team van professionals uit de straf- en zorgketen besproken en gevolgd.
10
11
4. Samenwerken werkt!
Jeugdreclassering Dordrecht, Bureau Jeugdzorg:
‘Duidelijke afspraken’
Intensieve samenwerking zorgt ervoor dat partners uit de straf- en zorgketen elkaars organisaties leren kennen en elkaar beter weten te vinden. De schakels van de ketens sluiten beter op elkaar aan. Samenwerken betekent ook informatie delen en werkprocessen afstemmen, zodat justitie en zorg elkaar optimaal aanvullen. Met elkaar kan een effectieve, persoonsgerichte aanpak worden ontwikkeld waardoor overlast, criminaliteit en huiselijk geweld in de regio verder kan worden teruggedrongen.
Sandra Bindels, reclasseringsmedewerker: ‘Een medewerker van de afdeling Jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg begeleidt jongeren tussen de 12 en 18 jaar gedurende en na een straftraject. Jeugd die in aanraking is gekomen met politie of justitie wegens leerplichtzaken of het plegen van strafbare feiten. Jeugdreclassering vertegenwoordigt de zorgkant en blijft in het Veiligheidshuis casusbegeleider. Als we zelf niet direct hulp kunnen bieden, zoeken we hulp bij onze partners in het Veiligheidshuis. De ketenpartners kennen elkaar inmiddels goed en weten elkaar, ook buiten de vaste overlegdagen, te vinden. Het veelplegersoverleg en het trajectberaad zie ik als een grote meerwaarde van de samenwerking binnen het Veiligheidshuis: afspraken worden meteen verwerkt en vragen aan ketenpartners kunnen direct worden gesteld.’
Het Veiligheidshuis faciliteert de dagelijkse samenwerking tussen de straf- en zorgketen en binnen de afzonderlijke ketens. Samenwerken onder één dak betekent ook dat partijen elkaar sneller en gemakkelijker kunnen aanspreken op de gemaakte werkafspraken. Partijen kunnen de betrokken partners direct informeren, om advies vragen of met raad en daad terzijde staan. In die zin fungeert het Veiligheidshuis als informatieknooppunt waar gemeenten gebruik van kunnen maken.
Openbaar Ministerie:
‘Vitaal platform voor informatie-uitwisseling’
Wim van Natijne, beleidsofficier van Justitie: ‘Het Veiligheidshuis is een slim schakelpunt. Dat Justitie zich bezighoudt met de formele afhandeling van strafbare feiten is logisch. Maar in het bijzonder waar het ‘lastige gevallen’ betreft, is het essentieel om vanuit diverse perspectieven na te denken over oplossingen. We kunnen met elkaar een sluitend systeem bedenken en meer bereiken. Het is een goede ontwikkeling dat ketenorganisaties elkaar op regelmatige basis zien en spreken. Zo ontstaat meer en meer een vitaal platform dat informatie-uitwisseling faciliteert. Het Veiligheidshuis heeft nog voldoende groeimogelijkheden en moet zich ook blijven ontwikkelen. Nu ligt onze gezamenlijke focus op drie doelgroepen, als fundament van het Veiligheidshuis. In de toekomst kunnen we die basis verder gaan uitbreiden.’
Halt Zuid-Holland Zuid:
‘Afstemming op beleids- en zaakniveau’
Paul Vermeulen, coördinator: ‘Wanneer de politie of Bureau Leerplicht een jongere heeft doorverwezen naar Halt, stemmen wij op zaakniveau in het Veiligheidshuis af. Wij kijken met de leerplichtambtenaar, politie, Openbaar Ministerie en het Jeugd Preventie Team wat er in hun systemen over deze jongere bekend is. Omdat wij wekelijks bij elkaar komen, zijn de lijnen kort en is de afstemming zeer efficiënt. Het onderlinge contact tussen de ketenpartners is zoveel gemakkelijker gelegd als je mensen en wensen van de organisaties kent. Met de doorgroei van het veiligheidshuis hopen wij in de toekomst ons aanbod op het gebied van preventie (nog) beter aan te laten sluiten op de jeugdproblematiek van gemeenten. Halt is ook in de stuurgroep van het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid vertegenwoordigd. Hier stemmen we op beleidsniveau met elkaar af hoe de keten optimaal aansluit en er geen jongeren tussen wal en schip vallen.’
Raad voor de Kinderbescherming:
‘De lijnen zijn kort’
Eveline Schurink, Raad voor de Kinderbescherming: ‘De Raad heeft bij jeugdstrafzaken een regierol. Wij moeten zorgen voor samenhang tussen de activiteiten van de partners in het jeugdstrafrecht. Het betekent concreet dat de Raad het gehele straftraject van de jeugdige volgt, vanaf de melding van de politie tot en met de nazorg door de jeugdreclassering. Juist het Veiligheidshuis biedt ons de mogelijkheid om die regietaak concreet in te vullen. In het Veiligheidshuis overleggen wij op casusniveau met politie en OM, maar stemmen wij bijvoorbeeld ook af met Bureau Leerplicht en OM over jongeren die schoolverzuimen. Met elkaar worden we steeds creatiever om de persoonsgerichte aanpak van het Veiligheidshuis concreet invulling te geven. In het Veiligheidshuis brengen en halen we informatie. De lijnen zijn kort, de betrokkenheid groot en is er goed zicht op de lokale problematiek.’
12
4.
13
In het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid werken de volgende partners samen: Politie Zuid-Holland Zuid | Raad voor de Kinderbescherming | Reclassering Nederland, Bouman GGZ en Leger des Heils | Bureau Jeugdzorg waaronder Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en Jeugdreclassering | GGD | Halt Zuid-Holland Zuid | Penitentiaire Inrichtingen Dordrecht en Hoogvliet | Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaters (BLVS) | Openbaar Ministerie | Gemeenten.
Bij het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid zijn alle negentien gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid aangesloten. Alblasserdam | Binnenmaas | Cromstrijen | Dordrecht | Giessenlanden | Gorinchem | Graafstroom | HardinxveldGiessendam | Hendrik-Ido-Ambacht | Korendijk | Leerdam | Liesveld | Nieuw-Lekkerland | Oud-Beijerland | Papendrecht | Sliedrecht | Strijen | Zederik | Zwijndrecht
Contactgegevens: Het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid is ondergebracht bij het arrondissementsparket Dordrecht. Bezoekadres:
Burgemeester de Raadtsingel 93c 3311 JG Dordrecht
Postadres:
Postbus 7005 3300 GE Dordrecht
Telefoon: 078 888 23 45 Fax: 078 888 24 03 E-mail:
[email protected] Internet: www.veiligheidshuisdordrecht.nl
14
Redactie: Bruggeling Communicatie Grafisch ontwerp: BuroGeus creatie & communicatie
15
www.veiligheidshuisdordrecht.nl
16