SAMENWERKEN AAN EEN NIEUW EVENWICHT De Driemaster legt verantwoording af over 2015
Inhoudsopgave 1
2
3
De Driemaster: verantwoording 2015............................................................................................. 3 1.1
Aanleiding en doel ................................................................................................................... 3
1.2
Cijfers en informatie ................................................................................................................ 3
1.3
Grenzen en beperkingen ......................................................................................................... 3
1.4
Resultaten in beeld.................................................................................................................. 3
Conclusies ........................................................................................................................................ 5 2.1
Inleiding ................................................................................................................................... 5
2.2
Belangrijkste conclusies........................................................................................................... 5
Thematische analyse ....................................................................................................................... 7 3.1 3.1.1
Bewust bezig........................................................................................................................ 7
3.1.2
In contact ............................................................................................................................. 9
3.2
Groei en ontwikkeling ........................................................................................................... 12
3.3
Maatschappelijke betrokkenheid .......................................................................................... 17
3.3.1
Mantelzorgers en zorgvrijwilligers .................................................................................... 17
3.3.2
Vrijwilligers en verenigingen ............................................................................................. 19
3.4 3.4.1 3.5 3.5.1 4
Gezondheid en bewegen ......................................................................................................... 7
Maatschappelijke ondersteuning .......................................................................................... 23 Zelfstandig met een zetje .................................................................................................. 23 Werken en leren .................................................................................................................... 28 Werken loont, betaald en onbetaald. ............................................................................... 28
Projecten in 2015 .......................................................................................................................... 30 4.1
Dementievriendelijke gemeente ........................................................................................... 30
4.2
Pilot Binders .......................................................................................................................... 31
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-2-
1 De Driemaster: verantwoording 2015 1.1 Aanleiding en doel Op 8 oktober 2012 heeft de gemeenteraad van Kaag en Braassem de Maatschappelijke Agenda 20132016 (MAG) vastgesteld. Hiermee omarmde de gemeente een nieuwe manier van (samen)werken en een andere aanpak van maatschappelijke vraagstukken en opgaven. Halverwege 2013 is De Driemaster van start gegaan met haar werkzaamheden. De eerste periode besloeg juli 2013 tot en met december 2014. Deze verantwoording betreft de inhoudelijke verantwoording over 2015, waarbij we waar mogelijk de vergelijking trekken met de eerste periode. Dit document maakt inzichtelijk wat tot nu toe de resultaten zijn op de maatschappelijke opgaven die de raad heeft vastgesteld. Het document dient drie doelen: 1. ter ondersteuning van de subsidieafrekening 2015-2016; 2. ter illustratie van de behaalde resultaten uit de Maatschappelijke Agenda; 3. als mogelijke input voor de monitor sociaal domein.
1.2 Cijfers en informatie De informatie die op dit moment beschikbaar is, geeft een goede indruk van de resultaten die De Driemaster in 2015 heeft geboekt. Voor het eerst zijn dit jaar KPI’s gemeten, zowel middels klanttevredenheidsonderzoeken als door stakeholders te bevragen en door het registreren van gegevens door medewerkers van De Driemaster. Daarover rapporteren wij in dit document. Daarnaast gebruiken we zoveel mogelijk beschikbare statistieken en beschrijven wij wat deze informatie betekent.
1.3 Grenzen en beperkingen In 2013 en 2014 werkte De Driemaster met scorekaarten, die weliswaar veel informatie, maar ook veel registratiedruk gaven. Tegelijkertijd concludeerden De Driemaster en de gemeente dat de scorekaarten vaak niet genoeg inzicht gaven in de behaalde resultaten. In gezamenlijk overleg is toen besloten om deze scorekaarten niet meer te hanteren. Daardoor kunnen we op onderdelen geen kwantitatieve vergelijking maken met ons werk in 2013 en 2014. Een andere belangrijke ontwikkeling is de samenwerking, sinds 2015, met het Kernteam en TOM in de Buurt om de Maatschappelijke Agenda uit te voeren. Dit betekent dat er verschuivingen in onze werkzaamheden hebben plaatsgevonden, bijvoorbeeld op het gebied van het meerpartijenoverleg en het 1-gezin-1-planoverleg. Een vergelijking met 2014 is op deze punten dus lastig.
1.4 Resultaten in beeld Ondanks deze kanttekeningen kunnen wij op grond van de beschikbare informatie een goed beeld geven van de stand van zaken. In hoofdstuk 3 geven wij per thema inzicht in de (tot nu toe) behaalde resultaten op de maatschappelijke opgaven. We beschrijven steeds wat we zien en wat dit betekent. Deze combinatie van constateren en duiden vertalen we vervolgens naar een tabel. De kolom ‘toelichting’ geeft beschikbare cijfers of andere relevante informatie weer. in de tabel gebruiken we de kleuren groen, lichtgroen, oranje en wit:
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-3-
Het afgesproken resultaat is behaald Het resultaat is deels behaald OF we zijn goed op weg om het resultaat te behalen Het resultaat is niet behaald Het resultaat is niet meetbaar. Er kunnen op dit moment (nog) geen conclusies worden getrokken ten aanzien van het te behalen resultaat.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-4-
2 Conclusies 2.1 Inleiding Sinds 2015 werkt De Driemaster samen met haar partners TOM in de Buurt, het Kernteam en het WMO-loket aan de uitvoering van de Maatschappelijke Agenda. 2015 stond daarom in het teken van kennismaken, aftasten en gezamenlijk optrekken. Afgesproken is dat het Kernteam het toegangsteam voor Kaag en Braassem is. Samen bieden we een passend aanbod op elke vraag, waarbij de inwoner van Kaag en Braassem zelf verantwoordelijk blijft voor zijn eigen leven. We zetten hulp en ondersteuning in; zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig. De komst van de twee nieuwe teams betekent dat het werk voor de medewerkers van De Driemaster in 2015 op onderdelen aanzienlijk is veranderd. Zo maken twee maatschappelijk werkers van De Driemaster nu onderdeel uit van het Kernteam. De vacaturebank van De Driemaster wordt bemenst door een medewerker die zowel deel uitmaakt van TOM als van De Driemaster. Andere medewerkers merken dat sinds de start van de nieuwe teams zwaardere zorgvragen op hen afkomen. Ook voor gecompliceerde situaties worden steeds vaker vrijwilligers gevraagd en de vraag naar bijvoorbeeld de Papierwinkel en individuele begeleiding door jeugdwerkers neemt sterk toe. Tegelijkertijd wordt De Driemaster op andere gebieden niet of minder dan in 2014 ingeschakeld: voor schoolmaatschappelijk werk, voor 1-gezin-1-plangesprekken en voor Meerpartijenoverleg. Blijkbaar zijn alle partijen nog op zoek naar een nieuw evenwicht, wat vraagt om een kritische, gezamenlijke evaluatie of we als teams de hulp op de meest effectieve manier inzetten. De Driemaster blijft alert hoe zij het Kernteam en TOM in de Buurt het best kan ondersteunen door onze expertise en lokale ervaring aan te bieden. Wat ons positief stemt, is dat steeds meer medewerkers elkaar weten te vinden. Soms gaan vrijwilligers van De Driemaster direct mee op intake met een Kernteammedewerker, of geven de vrijwilligers zinvolle signalen door aan professionals. Die verbinding is en blijft de stuwende kracht van De Driemaster, versterkt door de maatschappelijke cohesie die Kaag en Braassem kenmerkt.
2.2 Belangrijkste conclusies Kijken we naar de thema’s die Gemeente Kaag en Braassem voor de MAG heeft geformuleerd, dan kunnen we over 2015 de volgende conclusies trekken. Deze conclusies worden verderop in dit document onderbouwd en toegelicht.
Gezondheid en bewegen Stakeholders (Brijder, Halt, JPT, Politie, Kernteam, Gemeente) geven aan dat er door politieonderzoek en de inzet van De Driemaster nu meer zicht is op het drugsgebruik door jongeren in de gemeente. Het terugdringen van het gebruik van alcohol en drugs vraagt echter blijvende aandacht. Het is een kwestie van de lange adem, omdat het ook een cultuurprobleem is. Ook de rol van de ouders verdient nadrukkelijker onze focus. Ouderen worden toegerust om langer thuis te blijven wonen, o.a. door inzet van Valpreventietrainingen door de STIWO’s met medewerking van diverse verenigingen.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-5-
Groei en ontwikkeling Het CJG wordt goed gewaardeerd door gebruikers en ruim 82% van de ouders maakt gebruik van het ondersteuningsaanbod. Stakeholders kunnen het CJG goed vinden en verwijzen ouders ook door. Medewerkers van De Driemaster signaleren dat zij in 2015 slechts eenmaal betrokken zijn geweest bij een nieuw 1G1P-overleg. Dit is een scherpe daling ten opzichte van 2014. In 2015 is geen beroep gedaan op schoolmaatschappelijk werk. Inmiddels hebben 28 verenigingen meegedaan aan de training In veilige handen: hierdoor neemt de veiligheid van kinderen toe. Steeds meer verenigingen zijn actief op het thema Groei en Ontwikkeling: daardoor ontstaat een ruim aanbod waarin vrijwilligers en professionals samenwerken.
Maatschappelijke betrokkenheid Via het Kernteam en TOM komen steeds meer mantelzorgers in beeld. Dit zijn per definitie vaak mantelzorgers die in een complexe situatie zorg verlenen, en daardoor ook vaker overbelast zijn. Het vinden van de juiste zorgvrijwilliger voor deze complexe zorgvragen kost ook extra tijd. Nieuwe samenwerkingsverbanden met vrijwilligersorganisaties maken het mogelijk elkaars respijtvrijwilligers in te zetten en gezamenlijk te trainen. Bij aanvang in 2013 namen 76 verenigingen deel aan de MAG. In 2015 hebben 86 verenigingen een MAG-bijdrage ontvangen. Met extra budget en verschuivingen in het bestaande budget voor verenigingen hebben we in 2015 inzet op actuele onderwerpen door de verenigingen gerealiseerd. Er zijn 6 nieuwe MAG-verenigingen aangesloten en 21 bestaande MAG-verenigingen hebben extra activiteiten opgezet. In totaal werken 10 verenigingen in 2015 samen met TOM en 3 met het Kernteam. De meeste verenigingen voldoen goed aan hun MAG-opdracht. Een aantal heeft extra ondersteuning gevraagd en gekregen. Met een vereniging worden naar aanleiding van de verantwoording 2015 nadere gesprekken over de MAG-bijdrage 2016 gevoerd.
Maatschappelijke ondersteuning De bekendheid van de vraagbakens is hoog onder de stakeholders. De nieuwe werkwijze werpt zijn vruchten af: er wordt minder een beroep gedaan op individuele voorzieningen. Sinds de komst van het Kernteam en TOM in de Buurt komen zwaardere hulpvragen terecht bij de Papierwinkel, het jeugdwerk en de mantelzorgconsulent. Ook de vrijwilligersvacaturebank krijgt regelmatig ingewikkelde zoekvragen. Het toenemende beroep op de Papierwinkel heeft een positieve keerzijde: de instroom in de schuldhulpverlening is in 2015 gedaald. Verenigingen zijn bereid om samen te werken met de nieuwe partners TOM in de Buurt en het Kernteam: zo kan een deel van de ondersteuning door vrijwilligers en vrijwilligersverenigingen worden opgepakt.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-6-
3 Thematische analyse 3.1 Gezondheid en bewegen 3.1.1 Bewust bezig Wat zien we?
Het percentage inwoners met overgewicht neemt bij alle leeftijdsgroepen af. Tijdens de stakeholderbijeenkomst, eind 2015 gehouden met vertegenwoordigers van jongerensociëteiten en verenigingen met aanbod voor jeugd, signaleren de deelnemers weinig jongeren met overgewicht1. Voor kinderen met overgewicht is er Super Fit Kids, dat in samenspraak met CJG ontwikkeld is. Met behulp van de diëtiste, fysio en orthopedagoog worden kinderen geholpen bij het bereiken en behouden van een gezond gewicht. 63,5% van de jongeren die lid zijn van een sport- of muziekvereniging in Kaag en Braassem voldoet aan de beweegnorm van 7 uur sporten of meer per week. Ten opzichte van het regionale gemiddelde sporten jongeren in Kaag en Braassem meer en zijn meer kinderen lid van een sportvereniging2. 71% van deze jongeren kent eind 2015 tenminste 3 gezonde leefregels3. Cijfers tonen een afname van het aantal jongeren dat bingedrinkt. Toch blijft het aantal hoger dan het regionale gemiddelde. Eind 2015 zijn jeugdverenigingen en jongerensociëteiten bevraagd naar hun beeld over alcoholgebruik. De meeste stakeholders stellen dat het alcoholgebruik niet is verminderd. Jongerensociëteiten melden dat veel jongeren al bij binnenkomst onder invloed zijn. Verenigingen geven aan dat er een cultuur heerst waarbij ouders het normaal vinden dat jongeren onder de 18 drinken. In datzelfde overleg wordt de zorg geuit dat drugs bijna gemakkelijker te verkrijgen zijn dan alcohol. Het drugsgebruik lijkt daardoor toe te nemen. Door de aandacht voor drugsgebruik binnen de MAG zijn de sociëteiten wel beter toegerust om te signaleren en te handelen. De groep die ouder is dan 21 jaar lijkt verstandiger om te gaan met drugs sinds het overlijden van een leeftijdsgenoot4. Hoewel cijfers een afname laten zien van het soft- en harddrugsgebruik onder jongeren tussen 11-18 jaar, signaleren professionals juist een toename van gebruik en tolerantie ten aanzien hiervan5. Het politieonderzoek naar drugsgebruik in Kaag en Braassem van 2015 ondersteunt dit beeld. Stakeholders (Brijder, Halt, JPT, Politie, Kernteam, gemeente) geven aan dat er door politieonderzoek en de inzet van De Driemaster nu meer zicht is op het drugsgebruik in de gemeente. Het is moeilijk om een uitspraak te doen over de daadwerkelijke toename dan wel afname van het drugsgebruik. Het aantal incidenten lijkt afgenomen, maar het aantal meldingen bij Brijder is wel toegenomen6.
1
Rapportage Driemaster evaluatie kpi’s stakeholders, Necker en Van Naem. Driemaster KPI-meting 2015, KPI: Gezondheid en bewegen – bewust bezig.. 3 Driemaster KPI-meting 2015, KPI: Gezondheid en bewegen – bewust bezig. 4 Rapportage Driemaster evaluatie kpi’s stakeholders, Necker en Van Naem, p. 3. KPI: Gezondheid en bewegen – bewust bezig. 5 Jongeren die meedoen aan de onderzoeken rapporteren mogelijk een lager gebruik dan werkelijk het geval is. 6 Rapportage Driemaster evaluatie kpi’s stakeholders, Necker en Van Naem, p. 3. KPI: Gezondheid en bewegen – bewust bezig. 2
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-7-
Gerelateerd aan het drugsgebruik zien de Jeugdwerkers een toename van seksueel overschrijdend gedrag bij de jongeren. Hier spelen normvervaging en groepsdruk een belangrijke rol7. Tweemaal per jaar vindt het Alcohol en Drugs Preventie Overleg plaats, gecoördineerd door De Driemaster. Samenwerkingspartners kunnen hun preventieve aanbod daarmee beter op elkaar aansluiten. Op de jaarlijkse Pubermarkt (in 2015 bezocht door 90 ouders) wordt o.a. voorlichting over alcohol en drugs gegeven. Jeugdwerkers van De Driemaster bezochten in 2015 diverse basisscholen en gaven voorlichting over alcohol en drugs en over het weerstaan van groepsdruk. Ook samenwerkingspartner Brijder is actief op scholen met voorlichting. Jeugdwerkers signaleren dat zelfs basisschoolleerlingen al (te) veel weten over alcohol en drugs. Hun inzet is erop gericht om jongeren weerbaarder te maken tegen verleidingen van alcohol en drugs. Vanuit het CJG wordt de training ‘Rots en Water’ (sociale weerbaarheid) gegeven op het Bonaventuracollege. Ook organiseerde het CJG in 2015 twee keer een Brugklastraining, gericht op ouders en pubers, om bewustwording te creëren voor alcohol- en drugspreventie. Daarnaast is een faalangsttraining voor pubers gegeven in 2015. Brugklastraining, faalangsttraining en Pubermarkt vallen ook onder Groei en Ontwikkeling. Deze onderwerpen zijn nauw met elkaar verbonden, omdat weerbaarheid jongeren helpt om groepsdruk te weerstaan en eigen, gezonde keuzes te maken. Het percentage inwoners tussen 19-65 jaar dat overmatig drinkt, neemt af. Het percentage volwassenen dat alcohol drinkt, ligt nog steeds hoger dan het regionale en landelijke gemiddelde. Het aantal inwoners tussen 19-65 jaar en 65+ dat voldoet aan de beweegnorm is toegenomen. Samen met de STIWO’s en de KBO heeft De Driemaster ‘De dag van de gezonde leefstijl 50+’ georganiseerd. Met de drie STIWO’s zijn aanvullende MAG-afspraken gemaakt om in 2015-2016 trainingen Valpreventie op te zetten onder leiding van een fysiotherapeute, met ondersteuning vanuit verenigingen, en met medewerking van de ouderenadviseur die zorgt voor een follow up. Deze trainingen voorzien duidelijk in een behoefte; inmiddels is de tweede training gestart. In 2015 hebben Tweesprong, Kindkracht en De Driemaster twee subsidieverzoeken ingediend voor een zogenaamde Sportimpuls. Beide aanvragen, waarbij ook sportverenigingen uit Kaag en Braassem betrokken zijn, zijn afgewezen omdat de gezondheidssituatie van volwassenen en kinderen in Kaag en Braassem (te) gunstig afsteekt ten opzichte van het regionale en landelijke gemiddelde. Met extra uren via de combinatiefunctionarisregeling zijn verenigingen en inwoners gestimuleerd om meer te bewegen en is voorlichting gegeven over een gezonde leefstijl. Dit geldt zowel voor senioren als voor jongeren en kinderen. Voor kinderen in de dorpen met weinig voorzieningen is de Superpretbus ingezet, waarmee kinderen gestimuleerd worden meer buiten te spelen in hun eigen omgeving. De jeugdwerkers, maatschappelijk werkers en vrijwilligers van de Papierwinkel hebben in 2015 meer aanvragen bij het Jeugdsportfonds gedaan8. Wij vermoeden dat dit komt doordat steeds meer mensen gebruik maken van de Papierwinkel, die informatie over het Jeugdsportfonds krijgen.
7
In Woubrugge heeft Jeugdwerk drie gevallen van seksueel overschrijdend gedrag bij minderjarigen besproken met de wijkagent, scholen en de BSO. Een van deze signalen heeft geleid tot een zorgmelding. 8 Jaarrapportage Kaag en Braassem JSF 2015 (concept).
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-8-
Het aantal nieuwe MAG-verenigingen dat bijdraagt aan het thema Gezondheid en Bewegen, dan wel bestaande MAG-deelnemers die in 2015 extra bijdragen aan Gezondheid en Bewegen: 5.
Wat betekent dit?
Hoewel de schadelijke gevolgen van alcohol- en drugsgebruik voor jongeren steeds duidelijker worden, lijkt dat nog niet te leiden tot een afname van het alcohol- en drugsgebruik. Het terugdringen van het gebruik en het sturen op bewustwording vergen blijvende aandacht. Dit is een kwestie van de lange adem, vooral omdat het ook een cultuurprobleem is. De rol van de ouders vraagt daarom om nadrukkelijker aandacht. Door regelmatig overleg van professionals (Focusoverleg en Alcohol- en Drugspreventie Overleg) komt sneller in beeld waar de problemen liggen rondom alcohol en drugs. Het effect van het Preventieoverleg kan echter beter. Financieringsstromen van inzet van Halt en Brijder lopen nu nog via de gemeente en regio, en afspraken over inzet komen daardoor nog onvoldoende tijdens het Preventieoverleg op tafel. Jongeren, volwassenen en ouderen in Kaag en Braassem bewegen voldoende. Dit heeft een zichtbaar positief effect op het aantal inwoners met overgewicht. Geld hoeft geen belemmering te zijn: meer kinderen sporten met een bijdrage van het Jeugdsportfonds. Jongeren voldoen niet altijd aan de beweegnorm, maar sporten en bewegen wel veel. Tijdens de Dag voor de gezonde leefstijl 50+ zijn 450 ouderen bereikt die zich hebben laten voorlichten over preventieve aspecten van een gezonde leefstijl. Kennelijk is er behoefte aan informatievoorziening over dit onderwerp. Ouderen worden toegerust om langer thuis te blijven wonen, o.a. door inzet van Valpreventietrainingen door de STIWO’s met medewerking van verenigingen.
3.1.2 In contact Wat zien we?
9
Er is een lichte afname van het aantal inwoners dat zich (ernstig) eenzaam voelt. In het onderzoek van 2015 onder 50 ouderen geeft 48% aan zich wel eens eenzaam te voelen, van wie 42% af en toe, 3% regelmatig en 3% altijd. Opvallend is dat deze mensen deelnemen aan een of meerdere groepsactiviteiten9. In 2015 zijn welzijnshuisbezoeken gedaan bij mensen, die geboren zijn in 1929 - 1933. 364 mensen zijn aangeschreven, van wie 239 uiteindelijk hebben meegedaan aan het welzijnsbezoek. Met een score van 65% is dit een hogere respons dan in het onderzoek van 2007-2013. Ouderen hebben voldoende sociale contacten of voldoende mogelijkheden om sociale contacten op te doen. Door middel van sociaal-recreatieve activiteiten en sportactiviteiten zorgt De Driemaster ervoor dat de senioren contacten kunnen opdoen en onder de mensen komen.
Driemaster KPI-meting 2015, KPI: Gezondheid en bewegen – in contact.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-9-
Ten opzichte van het aanbod van 2014 is er in 2015 sprake van een lichte stijging van het aanbod voor senioren in Jacobus en Woudsoord. Het Zomerpalet organiseerde in 2015 meer activiteiten en trok ook meer deelnemers10. De meeste ouderen (88%) zijn bekend met één of meerdere activiteiten die De Driemaster organiseert. 39% van de ouderen geeft aan bekend te zijn met de ouderenadviseur of de mantelzorgconsulent11. In 2015 hebben 30 mensen via hun huisarts een welzijnsrecept gekregen. 24 senioren zijn met hulp van een welzijnscoach van De Driemaster geactiveerd, vaak naar een activiteit. De politie meldt dat het aantal incidenten huiselijk geweld stijgt: van 23 in 2013 naar 27 in 201512. Het aantal huisverboden in 2015 is twee, en is daarmee gelijk gebleven aan 2014. Ook in 2015 zijn Niet-pluistrainingen gegeven voor vrijwilligers die in aanraking komen met ouderen: in 2015 aan 41 vrijwilligers van 6 verenigingen. (zie ook Groei & Ontwikkeling). Het veiligheidsgevoel in de gemeente Kaag en Braassem is erg groot: 80% van de inwoners geeft in 2015 aan zich veilig te voelen13. Deze subjectieve beleving wordt ook gestaafd door een daling in het aantal woninginbraken14.
Wat betekent dit?
Het netwerk van kwetsbare inwoners verbetert. Inwoners worden hierdoor zelfredzamer en/of beter ondersteund. Vrijwilligers zijn steeds beter toegerust om signalen door te spelen aan professionals. De bekendheid van de vraagbakens (Kernteam, TOM , Driemaster en WMO-loket) is hoog onder stakeholders. Tegelijkertijd geven stakeholders aan dat inwoners soms niet weten bij welke van de drie partijen zij terecht kunnen. Heldere en gezamenlijke communicatie blijft een punt van aandacht. De door de politie geconstateerde stijging van het aantal meldingen huiselijk geweld kan ook positief geïnterpreteerd worden als een hogere meldingsbereidheid. Politie en partners moeten blijven investeren in dit veiligheidsvraagstuk, opdat het geweld afneemt en incidenten minder ‘achter de voordeur’ verborgen blijven. De Driemaster doet dit o.a. door vrijwilligers te scholen. Hoewel het aantal activiteiten voor senioren toeneemt, blijven ook deelnemers aan activiteiten aangeven dat zij zich (soms) eenzaam voelen.
10
In 2014: 730 inschrijvingen van 220 deelnemers voor 34 activiteiten. In 2015: 895 inschrijvingen van 311 deelnemers voor 35 activiteiten. KPI: Gezondheid en bewegen: in contact. 11 Driemaster KPI meting 2015, KPI: Gezondheid en Bewegen – in contact. 12 Samen werken aan veiligheid en vertrouwen, Bestuurlijke twaalfmaandsrapportage 2015 district AG (concept). 13 Driemaster KPI-meting 2015, KPI: Gezondheid en bewegen – in contact. 14 Samen werken aan veiligheid en vertrouwen, Bestuurlijke twaalfmaandsrapportage 2015 district AG (concept).
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-10-
Resultaat benoemd in de Maatschappelijke Agenda 20132016
Resultaat 2015?
Toelichting
Gezondheid en bewegen – Bewust bezig
1. Een afname van het percentage ernstig overgewicht en obesitas of tenminste geen verdere toename bij alle leeftijdsgroepen, maar vooral bij jeugd en jongeren. 2. Een afname van het percentage jeugd en jongeren dat bingedrinkt.
3. Een afname van het drugsgebruik onder jeugd en jongeren
4. Een toename van inwoners die aan beweegnorm voldoen
15
12-18 jaar: licht afgenomen van 7% naar 5% . Overgewicht 16 onder kinderen in KB lager dan regionaal gemiddelde . 19-65 jaar: licht afgenomen van 50% naar 48% 65+: afgenomen van 78% naar 61%. Meting KPI: 71% van de jongeren noemt tenminste 3 gezonde leefregels. Score moet eind 2016 75% zijn. Binge drinken 11-18 jaar: afgenomen van 43% naar 28% 17 (Hollands Midden 22%). Regionaal gemiddelde: 22%. 18 Overmatig drinken 19-64 jaar: afgenomen van 18% naar 11% . Meting KPI: meeste stakeholders stellen dat het alcoholgebruik niet is verminderd. Ze hebben geen zicht op bingedrinken. Voor KPI moet bingedrinken eind 2016 verminderd zijn. Gebruik softdrugs: afgenomen van 5% naar 4.4%. Gebruik 19 harddrugs: afgenomen van 2% naar 0.6% Meting KPI: stakeholders (Brijder, Halt, JPT, Politie, Kernteam, Gemeente) geven aan dat door politieonderzoek en inzet van De Driemaster meer zicht is op drugsgebruik door jongeren. Terugdringen van alcohol- en drugsgebruik bij jongeren is vraagt langdurige en gezamenlijke aanpak. Voor KPI moet drugsgebruik eind 2016 verminderd zijn. 19-65 jaar: toegenomen van 51% naar 68% 20 65+: toegenomen van 70% naar 74% 11-18 jaar: afgenomen van 24% naar 19%. Meting KPI: 63,5% van de jongeren voldoet eind 2015 aan beweegnorm. Score moet eind 2016 hoger zijn.
Gezondheid en bewegen – In contact
1. Het percentage ouderen dat aangeeft voldoende sociale contacten te hebben, is stabiel gebleven
2. Inwoners die ondersteuning/hulp ontvangen,
Meting KPI: 48% geeft eind 2015 aan zich wel eens eenzaam te voelen, 42% af en toe, 3% regelmatig en 3% altijd. Score 2016 moet lager zijn dan in 2015. Binnen de doelgroep geboren tussen 1929-1933 zijn 239 welzijnshuisbezoeken afgelegd. Meting KPI: Het aantal wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse sociaal recreatieve activiteiten voor ouderen is in 2015 licht toegenomen. KPI 2015 behaald. Meting KPI: 88% van de ouderen kent een of meerdere activiteiten van de Driemaster. KPI 2016 in 2015 reeds behaald. Medewerkers van De Driemaster registreren niet de zelfredzaamheid van klanten. Dit gebeurt door medewerkers
15
De cijfers die de basis vormen voor de nulmeting op dit thema dateren uit 2009 en 2010. Voor het opstellen van deze verantwoording zijn daar de meest recente beschikbare cijfers tegenover gezet. Deze komen uit 2012, 2013 en 2014, namelijk Jongerenpeiling Kaag en Braassem (GGD 2013), Volwassenen- en ouderenpeiling Kaag en Braassem (GGD 2012), OGGZ monitor 2012-2013, politiegegevens over 2014, Jaarverslag 2014 Meldpunt Zorg en Overlast. 16 Kaag en Braassem in beeld 2015, p.25. 17 Kaag en Braassem in beeld 2015, p.26. 18 Kaag en Braassem in beeld 2015, p.26. 19 Kaag en Braassem in beeld 2015, p.26. 20 Kaag en Braassem in beeld 2015, p.30.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-11-
Resultaat benoemd in de Maatschappelijke Agenda 20132016
Resultaat 2015?
zijn vooruit gegaan op de zelfredzaamheidsmatrix of zijn in ieder geval niet achteruit gegaan 3. Een afname van het aantal inwoners dat zich eenzaam voelt en dit als problematisch ervaart 4. Een toename van de bekendheid van vraagbakens zoals het WMO loket 5. Een toename meldingsbereidheid huiselijk geweld
Toelichting
van het Kernteam en TOM.
19-65 jaar van 45% naar 44% (39% sociaal eenzaam, 5% ernstig 21 eenzaam ). Welzijnshuisbezoeken leveren informatie. Zie maatschappelijke ondersteuning bij ‘Bekendheid van vraagbakens is toegenomen’ Incidenten huiselijk geweld: van 23 in 2013 naar 27 in 2015 22 (Politie) Huisverboden: 2 in 2015 (cijfers Politie en AMW Driemaster), 2 in 2014 en 1 in 2013 (Politie). Er is een stijging van het aantal meldingen bij Veilig thuis en het Meldpunt Zorg en Overlast in 2015. Ook is het aantal 23 meldingen van kindermishandeling toegenomen . Meting KPI: toename van aantal getrainde verenigingen. KPI gehaald.
3.2 Groei en ontwikkeling In deze paragraaf bespreken we de onderstaande effecten in onderlinge samenhang: Alle kinderen groeien op in een veilige omgeving en ontwikkelen talenten Opvoeden doen we samen
Wat zien we?
71,5% van het aantal ondervraagde gebruikers van het CJG geeft een rapportcijfer van 8 of hoger voor de ondersteuning door het CJG24. Ruim 82% van alle ouders maakt gebruik van het ondersteuningsaanbod van het CJG. Bijna 37% geeft aan (ook) naar school te gaan bij vragen en twijfels over de opvoeding of ontwikkeling. 30% raadpleegt (ook) de huisarts en 4% geeft aan ook gebruik te maken van het Kernteam. Verreweg de meeste ouders praten bij twijfels met familie of vrienden: 59%. 17,4% maakt géén gebruik van diensten van het CJG. Bij opvoedproblemen of –vragen maken zij echter wel gebruik van andere ondersteuningskanalen. 9% raadpleegt geen professional. Zij vragen ondersteuning aan het eigen netwerk: familie, vrienden of buren25.
21
Kaag en Braassem in beeld 2015, p.22. Samen werken aan veiligheid en vertrouwen, Bestuurlijke twaalfmaandsrapportage 2015 district AG (concept). 23 Kaag en Braassem in beeld 2015, p. 9. 24 Meting KTO 2015 gebruikers CJG: Klanten van het CJG kregen in sept t/m oktober 2015 kaarten met vragen uitgereikt op het CJG. Ter plekke worden deze kaarten anoniem ingevuld en ingeleverd. KPI: Groei en ontwikkeling – opvoeden doen we samen. 25 Meting KTO 2015 ouders: tenminste 30 ouders in het zwembad, basisschool of sportvereniging vullen eind 2015 antwoordkaarten anoniem in. KPI: Groei en ontwikkeling – Opvoeden doen we samen. 22
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-12-
De meeste stakeholders van De Driemaster die met het CJG te maken hebben, geven aan dat er genoeg informatie beschikbaar is over het CJG. Met name op het gebied van preventie verwijzen zij door naar het CJG. De verbinding tussen het CJG en de basisschool en het voortgezet onderwijs wordt positief beoordeeld26. De bereidheid van inwoners om hulp te vragen wordt door stakeholders met een 6 beoordeeld. 39% van de stakeholders geeft aan dat dit wel verbeterd is de afgelopen jaren, terwijl 61% denkt dat de vraagverlegenheid op hetzelfde niveau is gebleven27. Sinds de komst van het Kernteam heeft De Driemaster geen zicht meer op het totaal aantal ingezette MPO’s (meerpartijenoverleggen). In 2015 is het maatschappelijk werk niet betrokken geweest bij een MPO. Vanaf 2015 zijn medewerkers van het Kernteam contactpersonen voor de (basis)scholen. De jeugdverpleegkundige van het CJG is in 2015 35 keer aanwezig geweest bij een ondersteuningsteam van het basisonderwijs, 13 keer bij een ondersteuningsteam van de peuterspeelzalen/kinderopvang. Medewerkers van De Driemaster (waaronder de twee maatschappelijk werkers in het Kernteam) zijn in 2015 slechts één keer betrokken geweest bij een nieuw 1-gezin-1-plan-overleg (1G1P); dit is een scherpe daling ten opzichte van 2014. De jeugdverpleegkundige van het CJG is in 2015 10 keer aangesloten bij een 1G1P. Dit waren echter allen overleggen die in 2014 gestart zijn en in 2015 doorliepen. Maatschappelijk werkers in het Kernteam en in De Driemaster signaleren dat in 2015 geen beroep is gedaan op de inzet van het schoolmaatschappelijk werk. Met de komst van het Kernteam is de invulling van het CJG veranderd. Het JGT maakt onderdeel uit van het Kernteam, JGZ van CJG/Driemaster. Deze opsplitsing zal geëvalueerd worden. Het CJG krijgt steeds meer bereik dankzij de inzet van sociale media en artikelen in de lokale kranten, bijvoorbeeld over het thema Alcohol en Drugs. De stakeholders geven aan deze zichtbaarheid te waarderen28. Het CJG organiseerde in 2015 4 preventieve trainingen gericht op ouders én jongeren. In 2015 zijn vier trainingen ‘In veilige handen’ georganiseerd, waaraan 7 verenigingen hebben deelgenomen. Het totaal aantal getrainde verenigingen komt daarmee op 28. De aandachtsfunctionaris meldcode en huiselijk geweld voor verenigingen wordt steeds beter gevonden door verenigingen die vragen hebben rondom dit thema29. Samen met samenwerkingspartners uit kinderopvang en peuterspeelzalen is een VVE (voor- en vroegschoolse educatie) meetinstrument ontwikkeld. De eerste meting per 1-10-2015 laat zien dat er sprake lijkt van een toename van het aantal doelgroepkinderen. 44 kinderen zijn gesignaleerd door het CJG, waarvan 11 kinderen ondanks inspanningen niet terecht zijn gekomen bij een van de VVE-instellingen. Ondanks dat is er in het basisonderwijs (SSBA) eind groep 2 nauwelijks sprake van achterstanden bij kinderen. De eerste resultaten van de gezamenlijke aanpak zijn positief. Stakeholders schatten de rol van De Driemaster bij het verminderen van het aantal kinderen dat met een taalachterstand op de basisschool komt nog relatief klein in. Aangegeven wordt dat de
26
Rapportage Driemaster evaluatie kpi’s stakeholders, Necker en Van Naem, p. 5. Rapportage Driemaster evaluatie kpi’s stakeholders, Necker en Van Naem, p. 5. 28 Rapportage Driemaster evaluatie kpi’s stakeholders, Necker en Van Naem, p. 5. 29 De aandachtsfunctionaris kreeg in 2015 6 signalen van verenigingen. 27
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-13-
groep kinderen waar het in Kaag en Braassem om gaat vaak kinderen met een Poolse achtergrond zijn, waarvoor de hulp van De Driemaster niet wordt ingeschakeld30. In 2015 zijn 17 jongeren via individuele trajecten begeleid door de jeugdwerkers, deels (10 trajecten) gefinancierd uit extra gelden voor talentcoaching. Door middel van een ondersteuningsaanbod aan ouders en eerder signaleren, is geïnvesteerd in het preventieve voorveld. Het Kernteam verwijst jonge cliënten door naar individuele trajecten van het Jeugdwerk van De Driemaster, of zet met hulp van De Driemaster vrijwilligers in voor de begeleiding van jongeren. Politiecijfers over 2015 laten een scherpe daling van het aantal meldingen van jeugdoverlast zien (van 157 in 2014 naar 116 in 2015)31. Outreachend Jeugdwerk speelt hier mogelijk een rol in. De Driemaster heeft slechts een bescheiden rol in de participatie van kinderen en jongeren met behulp van speelruimtebeleid. De gemeente is eerst aan zet om een speelruimte-uitvoeringsplan te maken. In 2015 is De Driemaster niet betrokken geweest bij de ontwikkeling van nieuwe speelruimte van kinderen. Wel heeft een jeugdwerker van De Driemaster een groep jongeren ondersteund die een Bark Park wilden realiseren. Hoewel dit uiteindelijk niet van de grond kwam, beoordeelden de jongeren de ondersteuning van de jeugdwerker met een ruime 7.32 Vanuit de vraag van jongeren en netwerkpartners heeft het Jeugdwerk gewerkt aan een locatie waar jongeren op een ongedwongen manier en in een veilige omgeving kunnen samenkomen om hun kansen voor de toekomst te vergroten. In december 2015 is de Hangout (in het pand van Het Farm) geopend waar twee dagen in de week een inloop wordt georganiseerd. Jeugdwerk zet daar samen met stagiaires en de jongeren zelf activiteiten op. Verenigingen in de groeikernen organiseerden in 2015 gezamenlijk 202 activiteiten voor jeugd en jongeren. Dit aantal is exclusief het reguliere sportaanbod van sportverenigingen voor jeugd in die kernen33. In 2015 zijn 5 nieuwe MAG-verenigingen gestart die bijdragen aan Groei en Ontwikkeling, en heeft één bestaande vereniging aangegeven nieuwe activiteiten op dit thema op te pakken.
Wat betekent dit?
Het CJG wordt goed gewaardeerd door gebruikers en veel ouders maken gebruik van het ondersteuningsaanbod. Met 4 preventieve trainingen heeft het CJG ook een aanbod voor jongeren. Stakeholders kunnen het CJG goed vinden en verwijzen ouders ook daadwerkelijk door. Stakeholders zijn zeer tevreden over de zichtbaarheid van het CJG, het gebruik van social media en artikelen in lokale kranten. De maatschappelijk werkers signaleren dat in 2015 geen beroep is gedaan op de inzet van het schoolmaatschappelijk werk. Mogelijk heeft de komst van specialisten van het Kernteam ertoe geleid dat scholen specialistische begeleiding vragen en krijgen.
30
Rapportage Driemaster evaluatie kpi’s stakeholders, Necker en Van Naem, p. 4. KPI: Groei en Ontwikkeling – Alle kinderen groeien we op.. 31 Samen werken aan veiligheid en vertrouwen Bestuurlijke twaalfmaandsrapportage 2015 district AG (concept). 32 Rapportage Driemaster evaluatie kpi’s stakeholders, Necker en Van Naem, p. 4. KPI: Groei en Ontwikkeling – alle kinderen groeien op… 33 Driemaster KPI-meting 2015, KPI: Groei en Ontwikkeling – alle kinderen groeien op…
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-14-
Medewerkers van De Driemaster (waaronder de maatschappelijk werkers in het Kernteam) signaleren dat zij in 2015 slechts eenmaal betrokken zijn geweest bij een nieuw 1G1P-overleg. Ook hier vermoeden we dat in 2015 kennelijk meer het accent is komen te liggen op de inzet van de specialistische hulpverlening van het Kernteam. Aangezien er geen registratie is van aantallen ingezette 1G1P-overleggen in 2015, kunnen wij dit vermoeden niet verifiëren. De jeugdwerkers bereiken veel jongeren, collectief en sinds 2014 ook steeds meer individueel. De inzet van jeugdwerkers op straat lijkt zijn vruchten af te werpen. Inmiddels hebben in totaal 28 verenigingen deelgenomen aan de training In veilige handen. Hierdoor neemt de veiligheid van (de omgeving van) kinderen toe. Doordat (integrale) ondersteuning en vroegsignalering worden bevorderd, kunnen kinderen zich beter ontwikkelen. Doordat steeds meer verenigingen aangemoedigd worden om actief bezig te zijn op het thema Groei en Ontwikkeling ontstaat er een ruim aanbod waarin vrijwilligers en professionals samenwerken. Family Factory voor de ondersteuning van ouders met opvoedvragen in Leimuiden, Autisme Kaag en Braassem voor voorlichting over autisme en lotgenotencontact, Alkmania met G-voetbal, Dorpshuis Rijnsaterwoude met een aanbod voor jongeren in hun kern. De MAG zorgt voor een verruiming van activiteiten voor jeugd en jongeren in de groeikernen: in 2015 voerden verenigingen 202 activiteiten uit voor deze specifieke doelgroep.
Een voorbeeld uit de praktijk: Family Factory De Family Factory is een mooi initiatief van betrokken moeders uit Leimuiden. Uit hun MAG-aanvraag: “Niets is zo bepalend voor de ontwikkeling van een kind, als het gezin waarin het opgroeit. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor hun gezin en de opvoeding van hun kinderen, maar zij hoeven dit niet alleen te doen! De Family Factory maakt het mogelijk dat ouders elkaar ontmoeten, inspireren en waar nodig een handje helpen. “ Family Factory is gestart met koffieochtenden, die rouleren op de drie scholen in deze kern. Ongeacht op welke school deze koffieochtend wordt gehouden, zijn alle ouders van alle scholen welkom. Daarnaast organiseren de ouders workshops om zich met elkaar verder te verdiepen in diverse thema’s rondom opvoeden. Inmiddels is de Family Factory de samenwerking aangegaan met het CJG, Jeugdwerk en Vluchtelingenbegeleiding van De Driemaster.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-15-
Resultaat benoemd in de Maatschappelijke
Resultaat
Agenda
in 2015?
Toelichting
2013-2016
Groei en ontwikkeling – Alle kinderen groeien op in een veilige omgeving en ontwikkelen talenten
1. Eén passende speelplek per 75 kinderen tot zes jaar en één passende speelplek voor 100 kinderen van 7 jaar en ouder is gerealiseerd. Er wordt gestreefd naar minimaal één speelplek per kern 2. In groeikernen zijn verenigingen/organisaties aanwezig waar kinderen kunnen sporten, muziekonderwijs kunnen krijgen en/of aan andere culturele activiteiten kunnen meedoen 3. Alle vrijwilligers (die met kinderen te maken hebben) en professionals herkennen tekenen van huiselijk geweld en handelen adequaat 4. Een afname van kinderen die met achterstand op het basisonderwijs komen
Groei en ontwikkeling – Opvoeden doen we samen 1. Een afname van ouders die opvoedstress of opvoedonzekerheid ervaren 2. Een toename van het gebruik van lokale zorg voor jeugd waardoor minder vraag naar gespecialiseerde zorg ontstaat
3. Een toename van geboden en ontvangen informatie en advies (o.a. toename bezoek van CJG websites voor ouders en jongeren) 4. Een toename van tevredenheid van ouders en kinderen over geboden ondersteuning 5. Vanuit het CJG wordt op werkdagen binnen 24 uur contact met ouders/kinderen opgenomen wanneer zij zich hebben gemeld met een vraag. 6. Afname van de uitval uit ondersteuningsaanbod voor de beëindiging
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
In het realiseren van speelplekken heeft De Driemaster geen verantwoordelijkheid. De ondersteuning van jongeren door jeugdwerkers is met een ruime 7 gewaardeerd door stakeholders. KPI 2015 gehaald. Meting KPI: In 2015 zijn 202 activiteiten georganiseerd voor kinderen in de vier groeikernen. Dit aantal is exclusief het reguliere sportaanbod. KPI gehaald. Meting KPI: aantal verenigingen dat deelgenomen heeft aan trainingen In Veilige Handen of Niet Pluis is in 2015 toegenomen van 17 (2014) naar 34. t.o.v. 2014. KPI gehaald. Meting KPI: stakeholderbijeenkomst heeft geen duidelijk beeld. Eerste meting nieuw meetinstrument VVE: in het basisonderwijs (SSBA) eind groep 2 nauwelijks (meer) sprake van achterstanden bij kinderen. KPI nog niet gehaald.
Het resultaat van de ondersteuning zit nog niet in de monitors en is dus niet meetbaar. SMW niet ingezet op scholen in 2015. Aantal 1G1P-overleggen toegenomen van 10 (2013) naar 67 (2014). Totaal aantal 1 G1P-overleggen niet geregistreerd. In 2015 is zijn medewerkers Driemaster bij één nieuw 1G1P aanwezig; JGZ 10 keer bij 1G1P. Totaal aantal MPO’s in 2015 is onbekend. (2013: 30; 2014: 52). In 2015: JGZ 35 keer bij ondersteuningsteam basisonderwijs. Meting KPI: 82% van de ouders maakt (ooit) gebruik van ondersteuningsaanbod CJG. 67,4% van de ouders maakt bij vragen en twijfels gebruik van ondersteuningsaanbod professionals. KPI behaald. Stakeholders: CJG krijgt steeds meer bereik met het inzetten van sociale media en artikelen in de lokale kranten. Deze zichtbaarheid wordt gewaardeerd. Meting KPI: de klanttevredenheid is gemeten. 71,5 % van de klanten geeft een rapportcijfer van 8 of hoger. KPI behaald. Er is geen registratie van of er binnen 24 uur contact is opgenomen. Er zijn geen klachten van ouders bekend over dat er geen contact is opgenomen. Hiervan is (nog) geen registratie, dus meting is niet mogelijk.
-16-
Resultaat benoemd in de Maatschappelijke
Resultaat
Agenda
in 2015?
Toelichting
2013-2016
van het zorgtraject.
3.3 Maatschappelijke betrokkenheid In onderstaande paragrafen behandelen we de volgende gewenste effecten: mantelzorgers voelen balans tussen eigen leven en zorg geven; vrijwilligerswerk is voor iedereen en door iedereen.
3.3.1 Mantelzorgers en zorgvrijwilligers34 Wat zien we?
Via het Kernteam en TOM in de Buurt worden mantelzorgers in zware, complexe zorgsituaties doorverwezen naar de mantelzorgconsulent. Er wordt daardoor een toenemend beroep gedaan op de mantelzorgconsulent voor de individuele ondersteuning en voor het vinden van een geschikte zorgvrijwilliger. In 2015 zijn 32 nieuwe mantelzorgers bereikt. In totaal is het aantal bereikte mantelzorgers daarmee toegenomen tot 341. Van de 32 nieuwe mantelzorgers in 2015 geven 25 mensen zorg in een complexe situatie. Tenminste 7 van hen geven bij de intake aan overbelast te zijn. Vaak neemt die overbelasting af door ondersteuning van de mantelzorgconsulent. In 2015 is dat nog niet actief gemonitord, daar zijn we in 2016 mee gestart. De vraag naar ondersteuning door vrijwilligers neemt toe en ook hier worden de ondersteuningsvragen complexer. In 2015 zijn MAG-afspraken gemaakt met de (nieuwe) vrijwilligersorganisatie Amandi Thuis voor palliatieve thuiszorg. Respijtvrijwilligers van Amandi Thuis kunnen ook ingezet worden voor de vrijwilligersgroep van de mantelzorgconsulent. Respijtvrijwilligers van Amandi Thuis en Vrijwilligers Vervangende Mantelzorg zijn samen getraind. Het aantal vrijwilligers dat deel uitmaakt van de Vrijwilligersgroep Vervangende Mantelzorg groeit. Daarnaast is een stagiaire van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening ingezet bij een specialistische zorgvraag. Het aantal koppelingen tussen zorgvragers en vrijwilligers is toegenomen35. De oudste zorgvrager voor wie een vrijwilliger is ingezet, is 90 jaar; de jongste 10 jaar.
34
De vrijwilligers van De Driemaster nemen geen zorgtaken op zich, dit hoort bij de professionele thuiszorg. Als gesproken wordt van zorgvrijwilligers bedoelen wij: vrijwilligers vervangende mantelzorg. 35 Aantal actieve koppelingen in 2015 60; in 2014 54. Driemaster KPI-meting 2015, KPI: Maatschappelijke Betrokkenheid – mantelzorgondersteuning.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-17-
Met extra geld van de gemeente is eind 2015 het project Mantelzorginnovatie van start gegaan. Het project zet in op het aanbieden van digitale tools, het creëren van collectief aanbod en meer trainingen voor mantelzorgers en doorverwijzers. In 2016 zullen daarvan de resultaten zichtbaar worden. Mantelzorgers van mensen met dementie hebben behoefte aan extra ondersteuning. In 2015 zijn in het kader van het project Dementievriendelijke gemeente o.a. vier Alzheimer Informatieavonden gehouden. Alzheimer Nederland heeft op basis van deze succesvolle pilot besloten in 2016 te starten met een Alzheimer Café Kaag en Braassem/Nieuwkoop. Sinds eind 2015 neemt de mantelzorgconsulent van De Driemaster deel aan de gesprekgroep met mantelzorgers van bezoekers van het Ontmoetingscentrum Dementie, iedere vijf weken in de Hof van Alkemade. In 2015 is een samenwerkingsverband van Buurtzorg, Activite, WIJdezorg en De Driemaster gestart waarbij trainingen voor mantelzorgers uit Kaag en Braassem worden aangeboden. We trekken gezamenlijk op om mantelzorgers te versterken en te ondersteunen. 74% van de mantelzorgers is tevreden tot zeer tevreden over de ondersteuning van de mantelzorgconsulent. Alle ondervraagde mantelzorgers voelen zich ten minste voldoende ondersteund. 20 van de ondervraagde 50 mantelzorgers krijgen ondersteuning van een vrijwilliger van de Vrijwilligers Vervangende Mantelzorg (VVM); 90% van hen zegt voldoende tot zeer tevreden te zijn over die ondersteuning; 75% is tevreden tot zeer tevreden36.
Een voorbeeld uit de praktijk: de mantelzorgconsulent Een overbelaste zoon vraagt ondersteuning van de mantelzorgconsulent. Zijn hoogbejaarde ouders zijn beiden ernstig ziek. Vader is 91 jaar, bedlegerig en moet regelmatig naar het ziekenhuis voor een bloedtransfusie. Moeder heeft borstkanker met uitzaaiingen. Ook zij is inmiddels bedlegerig. De ouders zijn incontinent: extra huishoudelijke hulp is daarom zeer gewenst. Via de WMO-consulent krijgt men op dat moment 2,5 uur per week huishoudelijke hulp. De alleenstaande zoon kan de zorg voor zijn ouders niet meer aan. Alle bekenden van de ouders zijn hoogbejaard en ook de zoon heeft weinig mensen die hij kan inschakelen voor hulp. Zijn moeder is terminaal. De mantelzorgconsulent regelt dat een vrijwilliger van de palliatieve thuiszorg komt, 4 x per dag wijkzorg, en ook ’s nachts. Dit geeft de zoon rust en ook de gelegenheid om af en toe iets voor zichzelf te doen. Hij geeft aan dat hij de zorgtaken zo weer langer kan volhouden. Met de WMO-consulent kan uiteindelijk huishoudelijke hulp op maat geregeld worden. Dan belt de wijkverpleegkundige dat de vader plotseling is overleden. Zijn vrouw wil graag naar zijn uitvaart. De mantelzorgconsulent regelt dat Stichting Ambulancewensen mevrouw ophaalt, zodat zij de begrafenis van haar man kan bijwonen. Een week later overlijdt mevrouw.
Wat betekent dit?
36
De druk op mantelzorgers neemt toe. Er wordt steeds meer van hen gevraagd. Inwoners moeten langer thuis blijven wonen en dit vergt zowel méér als andere inzet van onze mantelzorgers. In
Driemaster KPI-meting 2015, KPI: Maatschappelijke betrokkenheid: mantelzorgondersteuning.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-18-
dit kader is extra inzet nodig om de toenemende vraag aan te kunnen (op aantal en inhoud) en zo het beroep op zorg door professionals uit te stellen en/of te beperken. Ook op zorgvrijwilligers wordt een groeiend beroep gedaan. Steeds meer vrijwilligers bieden ondersteuning, maar dat betekent niet dat er minder professionele mantelzorgondersteuning kan worden ingezet. Er zal meer ingezet moeten worden op betere samenwerking met netwerkpartners, als ook op digitale tools. De mantelzorgconsulent begeleidt steeds meer mensen, steeds langer. Nieuwe samenwerkingsverbanden met verenigingen (bijvoorbeeld met Amandi Thuis) maken het mogelijk elkaars zorgvrijwilligers in te zetten en ook gezamenlijk te trainen. Meer mensen maken gebruik van collectief aanbod, zoals de Alzheimer Informatie avonden Mantelzorgcafés en de Informatieavonden van Autisme Kaag en Braassem. Deze bijeenkomsten bieden informatie en lotgenotencontact, waardoor mantelzorgers zich ondersteund voelen. Via het Kernteam en TOM in de Buurt komen steeds meer mantelzorgers in beeld. Dit zijn per definitie vaak mantelzorgers die in een complexe situatie zorg verlenen, en daardoor ook vaker overbelast. Het vinden van de juiste zorgvrijwilliger voor een complexe zorgvraag kost extra tijd.
Een voorbeeld uit de praktijk: werving van een zorgvrijwilliger Via een collega van het Kernteam krijg ik een vraag door van een vrouw met een niet-aangeboren hersenaandoening, die in een rolstoel zit. Mevrouw is 42, in verwachting en alleenstaand. De verwachting is dat ze veel hulp nodig heeft om de komende tijd door te komen. Er zijn mantelzorgers, maar verwacht wordt dat zij het de komende tijd niet alleen aankunnen. Samen met de collega van het Kernteam beleggen we een netwerkberaad om te kijken wie wat doet binnen het eigen netwerk. Aan de aanstaande moeder vragen we zoveel mogelijk mensen uit te nodigen. Op de bijeenkomst zijn alleen opa en oma zijn aanwezig. In het gesprek inventariseren we hoe zij het beste ondersteund kan worden. Omdat deze vraag te zwaar is voor onze eigen vrijwilligersgroep opper ik een vacature uit te zetten voor een vrijwilliger: ‘oma gezocht’. Hiermee stemt de vrouw in. Een paar weken later wordt een jongetje geboren; er zijn zorgen over zijn gezondheid. Inmiddels heeft de vacature in de krant en op de site van De Driemaster gestaan. Er meldt zich een enthousiaste vrouw. Ik ga kennis met haar maken en ze lijkt geschikt. Een afspraak voor kennismaking met de moeder wordt gepland. Naast moeder zijn ook opa en oma aanwezig. Moeder en de vrijwilliger zijn positief; we spreken af dat ze er nog allebei over nadenken en dat de moeder twee dagen later zal laten weten of ze het ziet zitten. Als ik niets hoor, neem ik weer contact op en hoor ik dat moeder er toch van af ziet. Een tante neemt de ‘omataak’ op zich.
3.3.2 Vrijwilligers en verenigingen Wat zien we?
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-19-
Steeds meer inwoners verrichten een vorm van vrijwilligerswerk. In 2015 hebben 77 nieuwe mensen zich gemeld voor vrijwilligerswerk. 60 van hen zijn via de gezamenlijke vacaturebank van De Driemaster en TOM in de Buurt bemiddeld naar een vereniging of professionele organisatie die met vrijwilligers werkt. Het totale aantal vrijwilligers dat via de vacaturebank bemiddeld is, is 153.37 12 kwetsbare vrijwilligers zijn in 2015 begeleid naar vrijwilligerswerk. Het totaal aantal ingezette kwetsbare vrijwilligers komt daarmee op 40.38 Drie verenigingen zijn geworven om tegenprestatiekandidaten van TOM in de Buurt een plek te bieden39. Aangezien in 2015 geen tegenprestatiekandidaten geplaatst zijn in Kaag en Braassem, zijn deze vacatures niet ingevuld. Na bemiddeling van De Driemaster is TOM in de Buurt in Nieuwe Wetering een samenwerking aangegaan met Muziekvereniging DGV, Natuurbelevingstuin De Bult en Stichting Groen Licht. Iedere vrijdagmiddag houdt TOM in de Buurt daar een inloopspreekuur, regelmatig aangevuld met de Papierwinkel van De Driemaster. Focus bij deze locatie is de inzet van tegenprestatievrijwilligers voor onderhoud van de Natuurbelevingstuin, vrijwilligersinloop voor vrijwilligers die iets willen betekenen voor hun medeburger en voor vragen over invulling van dagbesteding40. De Driemaster heeft Het Schoolhuis in Rijnsaterwoude en TOM in de Buurt gekoppeld. Op dinsdag heeft TOM een inloopspreekuur in Het Schoolhuis. TOM heeft plannen om met tegenprestatievrijwilligers Het Schoolhuis te ondersteunen41. Door de komst van TOM in de Buurt en het Kernteam neemt het aantal zorgvragen toe - qua aantal en inhoud - dat niet kan worden doorgeleid naar een zorgvrijwilliger van de VVM (Vrijwilligers Vervangende Mantelzorg) toe. In dat geval wordt gestreefd naar een koppeling tussen een zorgvrager en een individuele vrijwilliger, onder begeleiding van een medewerker van het Kernteam of TOM. Omdat het in deze gevallen vaak gaat om complexe zorgvragen, vergt de invulling van deze vacatures extra inzet. De samenwerking tussen De Driemaster en TOM in de Buurt is geïntensiveerd, omdat we sinds september 2015 gezamenlijk de vacaturebank uitvoeren. In alle groeikernen zijn sportverenigingen en jeugdverenigingen (zie verder Groei en Ontwikkeling) actief. Bij aanvang in 2013 namen 76 verenigingen deel aan de uitvoering van de Maatschappelijke Agenda. In 2015 hebben 86 organisaties een MAG-bijdrage voor hun deelname ontvangen. Op de stakeholderbijeenkomst beoordelen de verenigingen de ondersteuning, adviezen en de deskundigheid van Driemaster met een 7,6. Dat geldt ook voor de beschikbaarheid van Driemaster42. Tijdens de stakeholdersbijeenkomst vertelden aanwezigen dat sommige verenigingen aanvankelijk sceptisch waren over de nieuwe werkwijze en dus ook over de samenwerking met De Driemaster. Deze terughoudendheid is geleidelijk verdwenen en nu werken stakeholders en Driemaster gezamenlijk aan het realiseren van de beoogde resultaten van de MAG. Stakeholders
37
Driemaster KPI-meting 2015, KPI Maatschappelijke Betrokkenheid - vrijwilligerswerk. Managementsrapportage Driemaster 2014, p. 14: tot eind 2014 28 kwetsbare vrijwilligers bemiddeld. 39 Verantwoording Binders 2015: Voetbalvereniging Alkmania, Schoolhuis Rijnsaterwoude, Natuurbelevingstuin De Bult. 40 Verantwoording Binders 2015. 41 Verantwoording Binders 2015. 42 Rapportage Driemaster evaluatie kpi’s stakeholders, Necker en Van Naem, p. 6. KPI: Maatschappelijke betrokkenheid – vrijwilligerswerk. 38
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-20-
zijn zeer tevreden over de samenwerking en interactie met De Driemaster. Er is veelvuldig contact tussen De Driemaster en de stakeholders, bijvoorbeeld om te kijken of programma’s of activiteiten aansluiten bij de doelen van de MAG43. Dit blijkt ook uit de enquête voorafgaande aan de stakeholderbijeenkomst. Op de vraag: ‘wat doet De Driemaster goed?’ wordt het vermogen om verbindingen te leggen in het sociale domein vaak als antwoord genoemd. Ook wordt de zichtbaarheid van De Driemaster onder de doelgroepen (verenigingen, vrijwilligers) positief gewaardeerd. Tot slot worden de kennis en kunde genoemd als een kwaliteit van De Driemaster, bijvoorbeeld als het gaat om de professionele ondersteuning of de betrokkenheid bij cliënten44.
Een voorbeeld uit de praktijk: de crisisnoodopvang De crisisnoodopvang toonde het succes van de MAG aan: een snelle en humane crisisopvang van 120 vluchtelingen die we samen met de verenigingen, vrijwilligers en de gemeente hebben gerealiseerd. Verenigingen verzorgden activiteiten voor de vluchtelingen: van muziekworkshops, tot duofietsen en samen voetballen. Zelfs de was werd zes dagen lang door een vrijwilliger van DOSR gedaan. Reeds gehuisveste vluchtelingen fungeerden als vrijwillige tolk voor deze nieuwe groep en willen dat in de toekomst blijven doen. Zo werd in harmonie en met medewerking van de bevolking en haar verenigingen een goede en humane opvang geregeld.
De meeste verenigingen voldoen goed aan hun MAG-opdracht. Een aantal heeft extra ondersteuning gevraagd en gekregen. Met een vereniging worden naar aanleiding van de verantwoording 2015 nadere gesprekken over de MAG-bijdrage 2016 gevoerd. Net als in 2014 hebben verenigingen zich ingezet op alle thema’s van de Maatschappelijke Agenda. Met een extra budget en verschuivingen in het bestaande budget voor verenigingen hebben we in 2015 inzet op actuele onderwerpen gerealiseerd. Er zijn 6 nieuwe MAGverenigingen aangesloten en 21 bestaande MAG-verenigingen hebben extra activiteiten opgezet. In totaal werken 10 verenigingen in 2015 samen met TOM en 3 met het Kernteam. Verenigingen die plekken voor tegenprestatiekandidaten willen bieden, of een inloopspreekuur voor TOM mogelijk willen maken. Verenigingen als Autisme Kaag en Braassem, die zich richt op voorlichting over autisme en lotgenotencontact en ondersteuning voor hun mantelzorgers mogelijk maakt. Andere verenigingen hebben mensen tijdens de crisisnoodopvang een aangename dagbesteding geboden, en zijn bereid ook in de toekomst een helpende hand uit te steken om statushouders te helpen integreren in Kaag en Braassem. Drie STIWO’s bieden trainingen Valpreventie, zodat ouderen langer thuis kunnen blijven. Deze extra inzet in door verenigingen is als volgt over de verschillende thema’s verdeeld: MAG thema
Aantal verenigingen
43
Rapportage Driemaster evaluatie kpi’s stakeholders, Necker en Van Naem, p. 7. KPI: Maatschappelijke betrokkenheid – vrijwilligerswerk. 44 Rapportage Driemaster evaluatie kpi’s stakeholders, Necker en Van Naem, p. 8.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-21-
Gezondheid en Bewegen
7
Groei en Ontwikkeling
7
Wonen en Leefomgeving
7
Maatschappelijke Betrokkenheid
9
Maatschappelijke Ondersteuning
21
Wat betekent dit?
Verenigingen en De Driemaster kennen elkaar steeds beter en kunnen elkaar ook steeds sneller vinden voor samenwerking. Nieuwe initiatieven van verenigingen maken een verschuiving van professionele inzet naar verenigingen mogelijk. Het succes van de Maatschappelijke Agenda werd duidelijk tijdens de crisisnoodopvang. In een paar dagen tijd werd door inzet van vrijwilligers en verenigingen een veelzijdig programma voor de vluchtelingen gecreëerd. Daarmee was minder inzet van professionals nodig en werden de inwoners betrokken bij een belangrijke opdracht waar we allen voor staan. In 2015 zijn extra budget en verschuivingen in het budget gebruikt voor inzet op belangrijke, actuele thema’s binnen de MAG. 10 verenigingen werken samen met TOM in de Buurt, 3 met het Kernteam. Daarmee wordt de samenwerking tussen de verenigingen en De Driemaster, TOM in de Buurt en het Kernteam meer gebundeld en versterkt.
Resultaat benoemd in de
Resultaat
Maatschappelijke Agenda 2013-2016
in 2015?
Toelichting
Maatschappelijke betrokkenheid - Mantelzorgers voelen balans tussen eigen leven en zorg geven
1. Een reductie van het beroep op professionals.
2. Een toename van het aantal mantelzorgers dat aangeeft het aan te kunnen.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
De omvang van inzet van vrijwillige ondersteuning door De Driemaster is in beeld; met 34 zorgvrijwilligers zijn 60 mantelzorgers ondersteund. Steeds vaker worden zorgvrijwilligers ingezet door Kernteam en TOM in de Buurt ter vervanging van dure professionele zorg of begeleiding. Afspraken met Amandi Thuis over inzet respijtvrijwilligers. Het aantal overbelaste mantelzorgers is nog steeds hoog. Toch geven mensen aan dat de belasting verminderd wordt na interventie van de mantelzorgconsulent. Door de komst van Kernteam en TOM in de Buurt komen steeds meer complexe zorgvragen bij de mantelzorgconsulent terecht. Meting KPI: 74% van de mantelzorgers is tevreden tot zeer tevreden over de ondersteuning van de mantelzorgconsulent. 100% is tenminste voldoende tevreden. 90% van de mantelzorgers is voldoende tot zeer tevreden over ondersteuning vrijwilliger. KPI ruim
-22-
Resultaat benoemd in de
Resultaat
Maatschappelijke Agenda 2013-2016
in 2015?
Toelichting
gehaald. Maatschappelijke betrokkenheid – Vrijwilligerswerk is voor iedereen en door iedereen 1. De vraag naar en het aanbod van Het aantal actieve (zorg)vrijwilligers tussen de 20 en 50 vrijwilligers is in evenwicht. jaar is toegenomen van 18 in 2013, naar 59 in 2015. 77 vrijwilligers hebben zich aangemeld in 2015 bij de vacaturebank, daarvan zijn in 2015 60 geplaatst. Meting KPI: toename van aantal matches. KPI gehaald. Meting KPI: verenigingen geven 7,6 voor ondersteuning en adviezen Driemaster. KPI gehaald. 2. Een toename van het aantal Meting KPI: in 2014 was sprake van 54 matches, in 2015 geslaagde matches tussen van 60 geslaagde matches tussen zorgvrager en zorgvrager en vrijwilliger. vrijwilliger. KPI gehaald.
3.4 Maatschappelijke ondersteuning 3.4.1 Zelfstandig met een zetje Wat zien we?
81% van de klanten van De Driemaster is tevreden tot zeer tevreden over de ondersteuning door medewerkers van De Driemaster. Ruim 78% is tevreden tot zeer tevreden over de snelheid waarmee men geholpen is45. 77% van de stakeholders weet voor welke vragen je terecht kan bij Driemaster. De meeste respondenten (81%) vinden dat de samenwerking tussen de vier partners is verbeterd sinds de invoering van de nieuwe werkwijze. Datzelfde geldt voor de wijze waarop de partners in gesprek zijn met inwoners van de gemeente en de ondersteuning die inwoners krijgen om zelf problemen op te lossen46. Het aantal algemeen toegankelijke activiteiten in Jacobus en Woudsoord is in 2015 licht toegenomen47. Het aantal algemene voorzieningen is gestegen; zo zijn we in 2015 bijvoorbeeld gestart met Alzheimer Informatieavonden, met 110 bezoekers uit Kaag en Braassem. In het kader van het project Binders is Werkplaats om de Hoek omgebouwd tot een plek waar mensen vrijwilligerswerk doen, verenigingen klussen laten uitvoeren en mensen langskomen voor koffie
45
Ondervraagd zijn klanten van het maatschappelijk werk, de ouderenadviseurs, de mantelzorgconsulent, de Papierwinkel, de jeugdwerkers, Welzijn op Recept en de vrijwilligersvacaturebank. Driemaster KPI meting 2015, KPI: Maatschappelijke Ondersteuning - zelfstandig met een zetje. 46 Resultaten Evaluatie nieuwe werkwijze sociaal domein 2015: uitkomsten digitale vragenlijst en stakeholdersbijeenkomst Kaag en Braassem, Necker en Van Naem. 47 Driemaster KPI meting 2015, KPI: Gezondheid en bewegen – in contact.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-23-
en een praatje. Ook het gebruik van een aantal bestaande algemeen toegankelijke voorzieningen is toegenomen48. Zes verenigingen hebben in 2015 deelgenomen aan Niet-pluisavonden. Daarmee proberen we de drempel voor vrijwilligers zo laag mogelijk te maken om vermoedens van o.a. beginnende dementie te signaleren. Alle deelnemers ontvingen een Signalenkaart, een instrument om vast te leggen welke signalen men waarneemt. Deze inventarisatie helpt bij het besluit om wel of geen melding te doen en geeft informatie over de situatie. Het spreekuur van de Papierwinkel vindt in 2015 niet langer uitsluitend één keer per week op het Hof van Alkemade plaats. De Papierwinkel sluit nu aan bij Vluchtelingenspreekuur en bij diverse spreekuren van TOM in de Buurt (Nieuwe Wetering, Rijpwetering en Rijnsaterwoude). Daarnaast zorgen de komst van TOM en het Kernteam ook voor extra doorverwijzingen. In 2015 is het aantal gebruikers van de spreekuren gestegen met bijna 60%. Het aantal vragen aan de ouderenadviseurs is met de komst van het Kernteam en TOM in de Buurt licht gedaald49. De ouderenadviseurs gaven meerdere malen advies over aanvragen van individuele vervoersvoorzieningen vanuit de WMO, zoals een scootmobiel of fiets met zijwielen. Dit jaar is de regeling van kracht geworden, dat men een eigen bijdrage voor deze voorzieningen betaalt. Mensen overwegen steeds bewuster of zij deze voorzieningen particulier aanschaffen of een beroep op de gemeente doen. De ouderenadviseurs signaleren dat, met de komst van TOM in de Buurt, het veel toegankelijker is geworden om mensen te begeleiden naar dagbesteding. Het aantal aanvragen bij het WMO-loket is in 2015 gedaald van 365 naar 270. De daadwerkelijke inzet van WMO-voorzieningen is ook gedaald: van 289 in 2014 naar 217 in 2015. In 2015 zijn 30 mensen via Welzijn op recept geactiveerd en ondersteund. In 2015 zijn twee maatschappelijk werkers van De Driemaster ingezet als medewerkers van het Kernteam. Binnen het Kernteam bieden zij eerstelijns algemeen maatschappelijk werk, aanpak van psychosociale problematiek, hulpverlening aan gezinnen, ondersteuning bij inkomen, wonen en financiën. Zij bieden kennis van huiselijk geweld en het uitvoeren van huisverboden, interculturele hulpverlening, crisisdienst buiten werktijd en outreachende hulpverlening. In 2015 zijn de maatschappelijk werkers in het Kernteam 7 maal betrokken bij huisuitzettingen, 2 maal is een uitzetting voorkomen. In 2015 zijn 37 nieuwe statushouders gehuisvest en begeleid door De Driemaster, 2 meer dan de door het COA opgelegde taakstelling.
48
Driemaster KPI meting 2015: toename van 59,7% in aantal gebruikers spreekuren Papierwinkel; toename gebruik Vrijwilligers Vervangende mantelzorg 11%. Daarnaast is aantal ouders die met vragen naar spreekuren op locatie (CJG) gaan in 2015 110. KPI: maatschappelijke ondersteuning – zelfstandig met een zetje. 49 In 2015: 164 (tegen 178 in 2014) cliënten met 211 (tegen 230 in 2014) hulpvragen. Van de cliënten kwamen 122 (131 in 2014) cliënten uit west en 31 (47 in 2014) uit oost Kaag en Braassem. In west waren 71 (69 in 2014) nieuwe cliënten en 52 (62 in 2014) bekende cliënten. In oost waren 23 (26 in 2014) nieuwe cliënten en 18 (21 in 2014) reeds bekenden.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-24-
In 2015 zijn 11 MAG-verenigingen gestimuleerd samen te werken met (klanten van) TOM in de Buurt en het Kernteam: Natuurbelevingstuin De Bult, Groen Licht, Door Gunst Verkregen, Het Schoolhuis Rijnsaterwoude, Alkmania, ZPCA, Wij presenteert, Dorpsraad Hoogmade, Autisme Kaag en Braassem, Amandi Thuis, en Family Factory.
Complexe casus voor de maatschappelijk werker in het Kernteam De afdeling Werk en Inkomen maakt zich zorgen over een Pakistaans gezin dat zich vestigt in Kaag en Braassem en vraagt het Kernteam om poolshoogte te nemen. Het gezin bestaat uit een vader, moeder en zoontje van 4 jaar, die eerder in Nederland gewoond hebben, daarna in Engeland, en zich nu weer vestigen in Kaag en Braassem. Het gezin heeft geen inkomen, is onverzekerd en heeft geen eigen huis. Zij wonen tijdelijk in bij een broer. Beide ouders spreken geen Nederlands en zijn analfabeet. De maatschappelijk werker van het Kernteam schat in dat er veel praktische zaken te regelen zijn, en neemt daarom een vrijwilliger van de Papierwinkel mee naar het intakegesprek. Deze vrijwilliger regelt direct de praktische zaken. Bij de intake vermoedt de maatschappelijk werker dat de ouders verstandelijk beperkt zijn. Daarom schakelt ze TOM in de Buurt in. Daarnaast zijn er zorgen om het kind. Hij spreekt moeizaam zijn moedertaal, eet alleen chips en is niet zindelijk. Na toestemming van de ouders worden het CJG en de huisarts ingeschakeld. Daarna wordt de Ambulante Spoedhulp gevraagd om te onderzoeken of de ouders opvoedingsvaardig zijn, en collega’s van het Kernteam om te kijken of ook het zoontje een verstandelijke beperking heeft. Vader heeft een psychiatrisch ziektebeeld en blijkt onder behandeling bij de GGZ te zijn geweest en had medicatie. Daarmee is hij gestopt. Dit geeft veel spanningen in het gezin. De maatschappelijk werker houdt nauw contact met de huisarts om in de gaten te houden of het veilig is voor de hoogzwangere moeder en haar zoontje.
Wat betekent dit?
De bekendheid van de vraagbakens (Kernteam, TOM , Driemaster en WMO-loket) is hoog onder stakeholders. Tegelijkertijd geven zij aan dat inwoners de weg soms nog niet goed weten, en welk team voor welke vraag benaderd kan worden. De klanttevredenheid onder klanten van De Driemaster is goed. De ouderenadviseurs zien een lichte daling in de cijfers ten opzichte van vorig jaar. Dit is niet verwonderlijk, aangezien het Kernteam als belangrijkste toegangspoort is aangemerkt. Wel is het belangrijk alert te blijven of er voldoende afgeschaald wordt naar de ouderenadviseur. De nieuwe werkwijze begint zijn vruchten af te werpen: er wordt minder een beroep gedaan op individuele voorzieningen. De gevolgen van de economische crisis zijn in 2015 merkbaar. Meer inwoners maken gebruik van de Papierwinkel. Waren er in 2014 nog 87 bezoekers op de spreekuren, in 2015 waren dat er 139. Deze preventieve inzet draagt bij aan het voorkomen van zwaardere schuldenproblematiek (en duurdere schuldhulpverleningstrajecten). De instroom in de schuldhulpverlening is in 2015 gedaald (van 15 in 2014 naar 12 in 2015). De toename van het aantal Papierwinkelklanten betekent dat er meer inwoners in beeld zijn met financiële problemen. Een deel van de problemen kan verzacht worden door een betere
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-25-
samenwerking met het Serviceplein in Alphen aan den Rijn. Dit geldt zeker voor de financiële problemen van statushouders.
Een voorbeeld uit de praktijk: signalering door vrijwilliger Papierwinkel Mevrouw neemt contact op met de Papierwinkel. Ze heeft vragen over haar verzekeringen. Omdat ze op woensdag werkt, kan ze niet naar het wekelijkse spreekuur in de Hof van Alkemade. Een vrijwilliger van de Papierwinkel maakt een afspraak voor een huisbezoek. Mevrouw blijkt een brief te hebben ontvangen van haar inboedelverzekeraar. Die heeft de verzekering opgezegd omdat mevrouw de premie niet heeft betaald. Ze vraagt zich af of het verplicht is om zo’n verzekering te hebben. Ze begrijpt dat het wel verstandig is, maar hikt aan tegen de kosten. Mevrouw woont alleen en heeft een verstandelijke beperking. Tijdens het gesprek blijkt dat mevrouw schulden heeft. Het bedrag is beperkt, maar het zit haar heel erg dwars. De oorzaak is gelegen in het feit dat zij een nul-urencontract heeft bij een seizoengevoelig bedrijf. Sommige periodes heeft zij daardoor onvoldoende inkomen om haar vaste lasten te kunnen bepalen. In de periode dat er wèl werk is, maakt zij om de schuldenlast te beperken meer uren dan zij eigenlijk aankan. Dat leidt, zoals zij zegt, tot chaos in haar hoofd. Die chaos is terug te vinden in haar woning, het is een absolute puinhoop. Het is vol, vies en gevaarlijk. De vrijwilliger bespreekt de verzekering. In gezamenlijk overleg wordt besloten dat mevrouw toch weer een inboedelverzekering én een aansprakelijkheidsverzekering afsluit, zij het tegen een veel lagere premie dan zij eerst betaalde. Daarnaast zegt hij toe haar te helpen bij het op orde brengen van de financiën. Met het oog op de woon- en leefsituatie neemt de vrijwilliger contact op met het Kernteam. De kwestie wordt uitvoerig, maar anoniem besproken. Het Kernteamlid ziet mogelijkheden om mevrouw te helpen. De vrijwilliger neemt contact op met mevrouw en stelt haar voor dat ze een gesprek aan gaat met het Kernteamlid. Ze gaat akkoord en het gesprek komt tot stand. Er wordt maatschappelijk werk georganiseerd en periodieke hulp in de huishouding. De vrijwilliger neemt contact op met het Serviceplein voor een aanvullende uitkering in de periodes dat het inkomen van mevrouw onder het bijstandsniveau ligt en begeleidt mevrouw bij het intakegesprek in Alphen aan den Rijn. Ook het Kernteamlid neemt contact op met de consulente van het Serviceplein. Mevrouw wordt voorlopig vrijgesteld van sollicitatieplicht. De vrijwilliger en het Kernteamlid bezoeken mevrouw nog met enige regelmaat om te kijken hoe de zaken er voor staan. Zo nodig informeren zij elkaar.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-26-
Het inzetten op preventie en vroegsignalering van schulden wordt steeds belangrijker. Het aantal huisuitzettingen neemt toe, en het aantal voorkomen huisuitzettingen neemt af. Maatschappelijk werk signaleert dat het uitzettingsproces soms erg snel gaat en dat zij te laat zijn ingeschakeld. Ook signaleren zij dat de woningbouwcorporaties steeds strenger worden. In 2015 konden daardoor slechts 2 huisuitzettingen voorkomen worden. Hierover moeten betere afspraken met de woningbouwcorporaties worden gemaakt. Vrijwilligers van verenigingen die Niet-Pluisavonden bezochten, kunnen eerder vermoedens van (onder andere) dementie signaleren. Op die manier kan De Driemaster de ondersteuning van mensen met dementie en hun mantelzorgers zo vroeg mogelijk inzetten. Sinds de komst van TOM en het Kernteam komen zwaardere hulpvragen bij de Papierwinkel, het Jeugdwerk en de mantelzorgconsulent terecht. Ook de vrijwilligersvacaturebank krijgt regelmatiger ingewikkelder zoekvragen. Welzijn op recept zorgt voor een betere samenwerking tussen zorg en welzijn. We bereiken meer mensen die zelf niet de stap zetten om deel te nemen aan een activiteit of het doen van vrijwilligerswerk. De verwijzing van de huisarts en de begeleiding door de welzijnscoach zorgen ervoor dat mensen op een passende manier actief zijn. Tijdens de begeleiding komen we ook bij de mensen thuis en hebben we tevens een signalerende rol. Verenigingen zijn bereid om samen te werken met nieuwe partners TOM in de Buurt en Kernteam: zo kan een deel van de zorg door vrijwilligers en vrijwilligersverenigingen opgepakt worden.
Resultaat benoemd in de
Resultaat
Maatschappelijke Agenda 2013-2016
in 2015?
Toelichting
Maatschappelijke ondersteuning – Zelfstandig met een zetje 1. Minder mensen zijn langdurig afhankelijk van een uitkering.
2. De instroom in schuldhulpverlening is afgenomen of ten minste stabiel is gebleven.
3. Bekendheid van vraagbakens is toegenomen.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
Sinds 2015 is het aantal inwoners met een bijstandsuitkering gestegen van 130 (2013) naar 232. Het aantal inwoners dat langer dan één jaar afhankelijk is van een uitkering, is nagenoeg gelijk gebleven (van 144 naar 148). De toename is een gevolg van de economische crisis en de toename van het aantal gehuisveste statushouders. De instroom in schuldhulpverlening is gedaald: van 15 mensen In 2014 naar 12 in 2015. In 2013 waren er 41 openstaande dossiers en 5 dossiers afgerond. In 2015 56 openstaand en 18 afgerond. Het aantal schuldhulpverleningstrajecten is in 2015 gelijk gebleven aan 2014: 62. Het aantal voorkomen huisuitzettingen is toegenomen: van 4 naar 7. Stakeholderbijeenkomst: 77% van de respondenten weet voor welke vragen hij terecht kan bij De Driemaster. Stakeholders weten steeds beter bij wie ze terecht kunnen (Kernteam, TOM , Driemaster, gemeente). Anderzijds: inwoners geven vaak aan
-27-
Resultaat benoemd in de
Resultaat
Maatschappelijke Agenda 2013-2016
in 2015?
Toelichting
niet te weten welk team ze voor wat moeten inschakelen. Meting KPI: eind 2016 TOM, Kernteam, Driemaster gezamenlijk meten bekendheid vraagbakens. Meting KPI: 81% van de klanten van De Driemaster is tenminste tevreden over ondersteuning. 78% is tenminste tevreden over snelheid waarmee ze geholpen zijn. KPI ruim behaald. In 2015 is het aantal aanvragen/meldingen bij het WMO-loket gedaald: van 365 in 2014 naar 270 in 2015. Het aantal keren dat daadwerkelijk WMO voorzieningen moeten worden ingezet is ook gedaald: van 289 naar 217. Meting KPI: toename algemeen toegankelijke voorzieningen met 30% eind 2016.Het gebruik van de Papierwinkelspreekuren is in 2015 aanzienlijk gestegen: met bijna 60%. Stijging gebruik VVM in 2015: 11%. KPI eind 2016 deels behaald eind 2015.
4. Afname beroep op individuele voorzieningen (omdat mensen het probleem zelf oplossen).
3.5 Werken en leren 3.5.1 Werken loont, betaald en onbetaald. Het thema Werken en leren zit niet in de MAG-opdracht van De Driemaster. Wel zijn afspraken gemaakt over de Social Return on Investment. In dat verband is voor 2015 en 2016 als kritische prestatie-indicator vastgelegd: het leveren van drie stageplaatsen en twee werkervaringsplekken.
Wat zien we?
De Driemaster heeft in 2015 8 stageplekken en een onderzoeksplek aan een HBO-student geboden. 3 stagiaires zijn ingezet op het Dienstencentrum Jacobus, 4 bij de voorbereiding van) de Hangout. Deze stagiaires hebben tevens meegeholpen met het uitvoeren en analyseren van de klanttevredenheidsonderzoeken. 1 stagiaire heeft meegedraaid in de vrijwilligersgroep VVM. Het CJG heeft een onderzoeksplek geboden aan een HBO-student. Het onderzoek is helaas voortijdig afgebroken. Daarnaast hebben twee mensen een werkervaringsplek gekregen. Beide mensen hebben inmiddels een arbeidscontract bij De Driemaster.
Resultaat benoemd in Maatschappelijke Agenda
Resultaat in 2015
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
Toelichting op cijfers
-28-
Resultaat benoemd in Resultaat in Maatschappelijke Agenda 2015 Werken en leren: werken loont, betaald of onbetaald
Toelichting op cijfers
3 stageplaatsen
In 2015 hebben 8 stagiaires en 1 onderzoek50 student een plek gehad binnen De Driemaster . KPI gehaald. In 2015 hebben 2 vrijwilligers binnen De Driemaster werkervaring opgedaan, wat in beide gevallen geleid heeft tot een betaalde baan (binnen De Driemaster). KPI gehaald.
2 werkervaringsplekken
50
Het aantal van 9 is 3 hoger dan in de KPI meting 2015 vermeld staat, omdat 3 stagecontracten begin 2016 (nog) niet beschikbaar waren voor de accountantscontrole. De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-29-
4 Projecten in 2015 4.1 Dementievriendelijke gemeente Doelstelling: Vergroten van de mogelijkheden tot lotgenotencontact; kennisvermeerdering op het gebied van dementie (van bv vrijwilligers); vermindering van knelpunten voor mensen met dementie en hun mantelzorgers, organisatie van communicatie met de diverse partijen.
Wat zien we?
In 2015 zijn in het kader van het project Dementievriendelijke gemeente vier Alzheimer Informatieavonden gehouden. Daarbij zijn 110 bezoekers uit Kaag en Braassem aanwezig geweest. Alzheimer Nederland heeft op basis van deze succesvolle pilot besloten in 2016 te starten met een Alzheimer Café Kaag en Braassem/Nieuwkoop. Via de projectgroep voor de Alzheimer Informatieavonden is de samenwerking tussen de deelnemende organisaties versterkt: Activite, WIJdezorg, Buurtzorg, Driemaster en TOM in de Buurt. Sinds eind 2015 neemt de mantelzorgconsulent van De Driemaster deel aan de gesprekgroep met mantelzorgers van bezoekers van het Ontmoetingscentrum Dementie, iedere vijf weken in het Hof van Alkemade. In 2015 is een samenwerkingsverband van Buurtzorg, Activite, WIJdezorg en De Driemaster van start gegaan, waarbij trainingen voor mantelzorgers uit Kaag en Braassem worden aangeboden. We trekken gezamenlijk op om mantelzorgers te versterken en te ondersteunen. Zes verenigingen hebben in 2015 deelgenomen aan Niet-pluisavonden. Daarmee proberen we de drempel voor vrijwilligers zo laag mogelijk te maken om vermoedens van o.a. beginnende dementie te signaleren. Alle deelnemers ontvingen een Signalenkaart, een instrument om vast te leggen welke signalen men waarneemt. Deze inventarisatie helpt bij het besluit om wel of geen melding te doen en geeft informatie over de situatie. Samen met Transmuralis is een nieuwe sociale kaart dementie gelanceerd op de website van De Driemaster. De Driemaster heeft naast de signaalkaarten voor vrijwilligers ook 5000 signaalkaarten voor een breder publiek verspreid. Op 26 november 2015 heeft de drukbezochte werkconferentie Op weg naar een dementievriendelijk Kaag en Braassem plaatsgevonden. 185 mensen waren aanwezig: mantelzorgers, nabestaanden, vrijwilligers, mensen die beroepshalve te maken hebben met de ziekte Alzheimer/dementie maar ook geïnteresseerde inwoners.
Wat betekent dit?
Het onderwerp dementie leeft in Kaag en Braassem. Het succes van de Alzheimer Informatie Avonden toont aan dat er behoefte is aan lotgenotencontact en informatie over het verloop en de consequenties van de ziekte voor de mantelzorgers. Vrijwilligers van verenigingen die Niet-Pluisavonden bezocht hebben kunnen eerder vermoedens van (onder andere) dementie signaleren. Op die manier kan De Driemaster de ondersteuning van mensen met dementie en hun mantelzorgers zo vroeg mogelijk inzetten. Door de samenwerking in de projectgroep voor de Alzheimer Informatieavonden is de afstemming en communicatie tussen deelnemende partijen verbeterd: WIJdezorg, Buurtzorg,
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-30-
Activite en De Driemaster ontwikkelen nu ook samen trainingen voor mantelzorgers. Activite heeft de mantelzorgconsulent van De Driemaster gevraagd om aan te sluiten bij de gespreksgroepen voor mantelzorgers van mensen van dementie die het OCD bezoeken. Resultaat benoemd in Plan van Aanpak
Resultaat in 2015
Dementievriendelijke gemeente Het vergroten van de mogelijkheden voor lotgenotencontact Kennisvermeerdering op het gebied van vroegsignalering en dementie bij vrijwilligers Kennisvermeerdering op het gebied van dementie en de dementievriendelijke gemeente Kaag en Braassem
Het bevorderen van communicatie met de verschillende partijen, zodat ervaren knelpunten van dementerenden en hun mantelzorgers afnemen.
Toelichting op cijfers
Vier Alzheimer Informatie Avonden in Kaag en Braassem en Nieuwkoop. Zes verenigingen zijn getraind in NietPluiswerkwijze van GGD. Sociale kaart dementie op website van De Driemaster. Signaalkaarten voor vrijwilligers. 5000 signaleringskaarten voor breed publiek verspreid over Kaag en Braassem. Werkconferentie Op weg naar een dementievriendelijke gemeente In 2015 meer overleg en samenwerking tussen diverse partijen: via projectgroep Alzheimer Informatieavonden waaraan Activite, WIJdezorg, Buurtzorg, Driemaster en TOM deelnamen.
4.2 Pilot Binders Doelstelling: Klanten van de extramurale dagbesteding èn klanten met een Wajong- of WWB-uitkering een zinvolle dagbesteding of vrijwilligerswerk bieden in Kaag en Braassem zelf. Besparing van de kosten, o.a. doordat vervoerskosten verminderen. Nieuwe verbindingen leggen tussen deze mensen en scholen, verenigingen, bedrijven en buurtbewoners.
Wat zien we?
Natuurbelevingstuin De Bult, Groen Licht, Door Gunst Verkregen, Het Schoolhuis, Alkmania, ZPCA, Wij presenteert, Dorpsraad Hoogmade, Autisme Kaag en Braassem, Amandi Thuis: 10 verenigingen die in 2015 afspraken maakten met De Driemaster om samen te werken met TOM in de Buurt. Eind 2015 houdt TOM in de Buurt spreekuur op drie locaties van niet-professionele organisaties: in het Schoolhuis in Rijnsaterwoude, Plein 13 in Rijpwetering en op de locatie van DGV in Nieuwe Wetering. Met drie verenigingen zijn afspraken gemaakt om plekken te bieden voor tegenprestatievrijwilligers: Natuurbelevingstuin De Bult, Alkmania en Het Schoolhuis in Rijnsaterwoude.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
-31-
Het Mantelzorgcafé van De Driemaster was op 28 oktober 2015 op TOM-locatie Het Schoolhuis. Ook de tweede Alzheimer Informatieavond in Kaag en Braassem (22 september 2015) vond daar plaats. De Papierwinkel van De Driemaster heeft eind 2015 spreekuren in Het Schoolhuis, TOM in de Rip en bij Door Gunst Verkregen tijdens de inloopspreekuren van TOM in de Buurt. Vanaf 1 september 2015 is een van de TOM-coaches ook werkzaam voor De Driemaster en verantwoordelijk voor de matching van vrijwilligers en het werven van vrijwilligersplekken. Met ondersteuning van De Driemaster zijn drie locaties gereed gemaakt voor Binders: Werkplaats om de hoek in Oud Ade, Schoolhuis in Rijnsaterwoude en de locatie van DVG in Nieuwe Wetering. Door het uitblijven van tegenprestatiekandidaten heeft het Bindersidee eind 2015 alleen gestalte gekregen in Werkplaats om de Hoek.
Wat betekent dit?
Verenigingen zijn bereid om samen te werken met TOM. Diverse verenigingen bieden ook plekken voor tegenprestatiekandidaten. In het kader van het project Binders is Werkplaats om de hoek omgebouwd tot een plek waar mensen vrijwilligerswerk doen, verenigingen klussen laten uitvoeren en mensen langs komen voor koffie en een praatje.
Resultaat benoemd in Plan van Aanpak
Resultaat in 2015
Pilot Binders Tenminste 10% van de MAGverenigingen (8) geven in hun MAGbijdrageformulier aan samen te werken met TOM . TOM houdt spreekuur op tenminste drie locaties van niet-professionele organisaties. Tenminste twee MAG-verenigingen geven in hun MAG-bijdrageformulier aan met tegenprestatiekandidaten met begeleiding van TOM te willen samenwerken. De Driemaster heeft op tenminste drie locaties van TOM een spreekuur van de Papierwinkel en/of een mantelzorgcafé. TOM werkt samen met De Driemaster in de vacaturebank en zijn samen verantwoordelijk voor de werving van TOM-vrijwilligers en het werven van vrijwilligers plekken voor TOM-cliënten. Op tenminste twee locaties werkt TOM met cliënten en tegenprestatiekandidaten samen met verenigingen.
De Driemaster: thematische verantwoording 2015
Toelichting op cijfers
10 verenigingen hebben MAG-afspraken gemaakt over samenwerking met TOM. KPI gehaald. TOM-spreekuren in Het Schoolhuis, Plein 13, en locatie DGV. KPI gehaald. Voetbalvereniging Alkmania; Schoolhuis en Natuurbelevingstuin De Bult afspraken over tegenprestatiekandidaten. KPI gehaald. Mantelzorgcaféplus Alzheimerinformatieavond in Schoolhuis. De Papierwinkelspreekuur op drie TOM-locaties. KPI gehaald. Sinds september 2015 gezamenlijke vacaturebank voor TOM + Driemaster. KPI gehaald.
Drie locaties gereed voor Binders. Door het uitblijven van tegenprestatiekandidaten tot eind 2015 alleen Oud Ade operationeel. KPI deels gehaald.
-32-