VERSTERKENV RKENVERNIEU RNIEUWENVE AGENDA DELTRI PLATFORM 3 JUNI 2013, ROTTERDAM
1
SAMENWERKEN AAN EEN MARITIEME EN LOGISTIEKE TOPREGIO
INHOUDSOPGAVE
1. Deelnemers
4
2. Programma
6
3. Samenwerken aan een maritieme en logistieke topregio
9
4. Afspraken DelTri agenda 2013 4.1 Havenvisie Rotterdam & Havenstrategie Moerdijk 4.2 Ruimte voor economie 4.3 Bereikbaarheid 4.4 Kwaliteit leefomgeving 4.5 Arbeidsmarkt 4.6 Logistieke innovaties
2
BIJLAGE: verslag Platformbijeenkomst 29 augustus 2012 CONTACTGEGEVENS EL
HAND KOOP R VAN DERLAND E M A E K EST-N ZUIDW
EL
HAND
KOOP R VAN KAME DAM ER ROTT
10 10 14 21 26 28 30
32
3
DELTRI PLATFORM 3 JUNI 2013 1. Deelnemers
4
Gemeente Rotterdam Stadsregio Rotterdam Gemeente Dordrecht Drechtstede Regio West-Brabant Havenbedrijf Rotterdam Provincie Noord-Brabant Provincie Zuid-Holland Milieufederatie Zuid-Holland Brabantse Milieufederatie Havenschap moerdijk BZW West-Brabant Wergevers Drechtsteden MKB Nederland
Mevrouw Jeannette Baljeu (voorz. Deltri) Mevrouw Christel Mourik De heer Jasper Mos De heer Hans Tanis De heer Peter van der Velden De heer Hans Smits De heer Yves de Boer De heer Govert Veldhuijzen De heer Alex Ouwehand De heer Nol Verdaasdonk De heer Ferdinand van den Oever De heer Anton van Beers De heer Teun Muller De heer Martin van Dijk
Havenbedrijf Rotterdam
De heer Henk de Bruijn
Verhinderd: Gemeente Moerdijk KVK Rotterdam e.o. KVK Brabant
Mevrouw Ada Grootenboer De heer Jos van der Vegt De heer Rob van Renterghem
2. Programma
5
3 JUNI 2013, Dordrecht Ontvangst 17.00
Voortgang overige onderwerpen 19.20
Ontvangst op De Nieuwe Maze. De boot ligt aan de steiger achter Hotel New York. Parkeren kan in de garage van het Havenbedrijf.
-
Welkom 17.15
TEN-T Bedrijventerreinenstrategie Arbeidsmarkt (korte presentatie techniekpact) Logistieke innovaties
Welkom door Hans Smits op de boot van het Havenbedrijf Rotterdam en toelichting rondvaart
Sluiting vergadering 19.50
Opening en mededelingen 17.25
Uitstappen 20.00
Opening Jeannette Baljeu
6
Kaderstellende visies 17.35 Presentatie update havenvisie Rotterdam 2030 door Henk de Bruijn
17.50 Presentatie havenstrategie Moerdijk door Ferdinand van den Oever
18.05 Discussie over synergiekansen tussen havens van Rotterdam, Moerdijk en Dordrecht en wat er voor nodig is om deze kansen te benutten.
Kwaliteit leefomgeving 18.20 Voorstel uitwerking thema kwaliteit leefomgeving. Presentatie Milieufederaties
18.35 Discussie over afspraken in dit kader.
Lopend buffet 18.50
7
3.
Samenwerken aan een maritieme en logistieke topregio
De missie van het DelTri Platform om te komen tot een maritieme en logistieke topregio is richtinggevend voor de inhoudelijke agenda en de onderlinge samenwerking, en de relatie met partners daarbuiten. In internationaal perspectief heeft Nederland een sterke maritieme positie. Deze positie wordt bepaald door een samenhangend netwerk van zeehavens en achterlandknooppunten in de vorm van containertransferia, inland terminals, natte en droge zeehavengerelateerde werklocaties met duurzame en innovatieve maritieme industrie en dienstverlening. De regio’s Rotterdam, Drechtsteden en West-Brabant vormen de thuisbasis van dit haven industrieel complex.
8
DelTri staat voor: - De drie regio’s Rotterdam, Drechtsteden en West-Brabant in de Zuidwestelijke Delta. - Drie urgente opgaven: economie, bereikbaarheid en leefkwaliteit - Tripartiete samenwerking tussen overheid, marktpartijen en maatschappelijke organisaties De drie regio’s vormen samen met de betreffende provincies en het Havenbedrijf Rotterdam de bestuurlijke kerngroep. Zij bereiden onder voorzitterschap van de gemeente Rotterdam en in samenwerking met de andere partners (Havenschap Moerdijk, bedrijfsleven, KvK’s en milieufederaties) de bijeenkomsten van het platform voor. Tijdens de bijeenkomsten ontmoeten topbestuurders en maatschappelijke sleutelfiguren elkaar en worden de opgaven voor de ontwikkeling van deze maritieme en logistieke topregio opgepakt.
9
4. Afspraken DelTri 2013 In dit hoofdstuk wordt de DelTri agenda toegelicht. Deze agenda bestaat uit vijf thema’s: - Ruimte voor economie - Bereikbaarheid - Kwaliteit leefomgeving - Arbeidsmarkt - Logistieke innovaties Per thema worden één of meer afspraken geformuleerd voor het komende jaar of half jaar. Ook worden kort de achtergronden en de resultaten van het afgelopen half jaar geschetst. Alvorens de agenda DelTri 2013 uit te werken, wordt ingegaan op de kaderstellende visies voor de DelTri samenwerking.
10
4.1 KADERSTELLENDE VISIES Het DelTri Platform maakt afspraken op basis van een aantal kaderstellende visies. De MIRT-VAR (Dynamische Delta 2020 – 2040) en de Havenvisie Rotterdam 2030 zijn voor de DelTri samenwerking het meest belangrijk. Daarnaast wordt er momenteel gewerkt aan een Havenstrategie Moerdijk 2030. Deze strategie kan ook een kaderstellende betekenis voor de DelTri-samenwerking krijgen. DYNAMISCHE DELTA 2020 - 2040 De visie Dynamische Delta 2020 -2040 is het resultaat van de MIRT-verkenning Antwerpen Rotterdam (MIRT-VAR). Deze visie en de daaraan gekoppelde afspraken zijn in de betreffende bestuurlijke overleggen MIRT in het voorjaar van 2011 door rijk en regionale overheden vastgesteld. In deze visie staat de samenhangende ontwikkeling van de delta met twee gezichten centraal: een stedelijke, logistieke delta en het deltalandschap.
11
12
In dit kader zijn onder andere de volgende afspraken gemaakt: • De uitwerking en beleidsmatige verankering van het concept logistieke delta in de betreffende gremia (o.a. Zeehavenoverleg en DelTri Platform); • Ruimtereservering in de provinciale structuurvisies voor de gewenste omleidingen van het goederenspoor tussen Rotterdam en België, de VEZA-spoorboog, en nieuwe bedrijvenlocaties bij Terneuzen en Moerdijk. In de provinciale structuurvisie van Brabant zijn deze reserveringen al opgenomen. • Erkenning van de ‘klem op de stedelijke ontwikkeling’ door de milieueffecten van het, groeiende, goederentransport; met name het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor door bestaand stedelijk gebied in het bijzonder in Dordrecht en Zwijndrecht. De regionale partijen zullen de effecten van goederentransportstromen verder onderbouwen en monitoren. Het Rijk zal in het MIRT-onderzoek goederen vervoer lange termijn de transportstromen in beeld brengen. Rijk en regio zullen begin 2013 de resultaten uit bovenstaande acties bespreken en deze betrekken bij het Externe veiligheid-onderzoek (2018) en/of de uitwerking van de Logistieke Delta (Zeehavenoverleg). HAVENVISIE ROTTERDAM 2030 De Havenvisie 2030 is eind 2011 door de gemeenteraad van Rotterdam (met algemene stemmen) vastgesteld. Deze visie vormt een belangrijk kader voor de DelTri samenwerking. In deze visie wordt de ambitie uitgesproken om het Rotterdamse haven- en industriecomplex te ontwikkelen als een ijzersterke combinatie van Global Hub en Europe’s Industrial Cluster, welke beide koploper zijn op het gebied van efficiëntie en duurzaamheid. Daarbij wordt ingezet op een verdere integratie van netwerken op een hoger schaalniveau. Ook in de aan deze visie gekoppelde uitvoeringsagenda speelt het hogere schaalniveau, o.a. DelTri, een belangrijke rol. Inmiddels is er een eerste voortgangsrapportage opgesteld, waarin verslag wordt gedaan van de voortgang van de Havenvisie 2030. In 2012 is allereerst een structuur met betrokken partners opgezet om die realisatie te organiseren en voortgang te monitoren. De belangrijkste conclusie van deze rapportage is dat de
organisatie van de realisatie van de Havenvisie goed in gang is gezet en dat op tal van terreinen meters zijn gemaakt. HAVENSTRATEGIE MOERDIJK 2030 De Gemeente Moerdijk, Provincie Noord Brabant en Havenschap Moerdijk zijn bezig met het proces om te komen tot een eenduidige en breed gedragen Havenstrategie voor de toekomstige positie van de haven en het industrieterrein van Moerdijk. Met de havenstrategie ligt er straks een heldere visie op hoe de kansen voor de zeehaven van Moerdijk in de Vlaams Nederlandse delta te benutten. Met enerzijds een helder beeld op de economische waarde vanuit een bovenregionaal perspectief, anderzijds met oog voor de lokale en regionale context als het gaat om veiligheid en leefbaarheid. Het is dat de zogenoemde drie P’s goed in balans zijn (People, Planet en Profit). De verwachting is nu dat voor de zomer van 2013 de conceptvisie wordt aangeboden ter visie. SYNERGIEKANSEN HAVENS ROTTERDAM, MOERDIJK EN DORDRECHT Tijdens de platformbijeenkomst van 3 juni 2013 zal op basis van presentaties van het Havenbedrijf Rotterdam en het Havenschap Moerdijk gesproken worden over de synergiekansen tussen de havens van Rotterdam, Moerdijk en Dordrecht, en over wat er voor nodig is om deze kansen te benutten.
Afspraak 1: gezamenlijke reactie DelTripartners op Havenstrategie Moerdijk De gemeente Moerdijk en de provincie Noord-Brabant zijn de initiatiefnemers van de Havenstrategie Moerdijk. Zij nodigen de andere DelTri partners uit om gezamenlijk te reageren op de conceptversie van deze havenstrategie, die binnenkort ter visie zal worden aangeboden.
13
4.2 RUIMTE VOOR ECONOMIE Na bespreking in het DelTri-platform is de agenda bedrijventerreinen aangepast en door de betrokken overheden vastgesteld als richtinggevend kader. De beide provincies, de drie betrokken regio’s en het Havenbedrijf hebben de agenda, na een zorgvuldig intern proces, vastgesteld. Op 9 april j.l. heeft de provincie Noord Brabant de agenda vastgesteld. Er wordt momenteel gewerkt aan een gezamenlijke presentatie van de agenda, middels vormgeving van de agenda en publicatie op de diverse websites van de partners.
14
De agenda is zowel een richtinggevend kader voor beleidsvorming van de diverse partners alsmede een gezamenlijke agenda van activiteiten die door de partners in wisselende coalities moeten worden opgepakt. Tegelijkertijd is de agenda levend; aanpassingsvermogen is het uitgangspunt om in te kunnen spelen op de externe ontwikkelingen. Regulier zal op basis van een goede monitoring van ontwikkelingen binnen de logistieke en maritieme sector de agenda moeten worden bijgesteld. Een goede monitoring van vraag en aanbod van bedrijventerreinen is de komende
periode van belang. De huidige wijze waarop de behoefte in de toekomst wordt bepaald is onvoldoende om daadwerkelijk op de actuele ontwikkelingen binnen logistiek en maritieme economie in te kunnen spelen. Elke actie in de agenda kent een eigen eindverantwoordelijke, die in samenwerking met andere partners, de actie oppakt (zie schema pag. 16,17). De agenda benoemt de volgende acties: - Ontwikkeling prioritaire locaties Nieuw Reijerwaard, Dordtse Kil IV en Logistiek - Verkenning planologische reserveringen na 2020 - Uitwerking tien clusters maritieme industrie - Instrumentarium herstructurering - Multimodale ontsluiting bedrijventerreinen - Arbeidsmarkt De diverse acties worden momenteel door de betrokken partners opgepakt. De aard van de acties is divers en vragen elk een eigen aanpak. 15
16
17
Maritieme hoofdstructuur Deltri-regio
conceptversie 27 mei 2013 Hotspot maritieme industrie Scheepsbouw - Werkschepen Scheepsbouw - Binnenvaartschepen Scheepsbouw - Standaardschepen Scheepsbouw - Jachten Scheepsbouw en constructiebouw t.b.v. Offshore Toeleveranciers
18
Onderwijs
19
Aan de ontwikkeling van de prioritaire locaties wordt door de betrokken partners volop gewerkt. Belangrijke stappen in de planologische procedures zijn gezet. De onderlinge afstemming van de ontwikkeling van Dordtse Kil IV en Logistiek Park Moerdijk is gaande via bestuurlijk overleg tussen zowel de regio’s als de beide provincies. In het kader van de herziening van de provinciale Structuurvisie van Zuid Holland zijn vraag en aanbod van (havengerelatieerde) bedrijventerreinen nadrukkelijk een aandachtspunt.
20
De uitwerking van de tien clusters maritieme industrie is op 22 mei ambtelijk gepresenteerd en besproken in een bijeenkomst met de betrokken gemeenten, regio’s, provincies, koepelorganisaties, Kamer van Koophandel. De uitwerking biedt zicht op de verwachte ontwikkelingsrichting van de clusters. Het geeft daarnaast inzicht in de noodzakelijke randvoorwaarden en vestigingscondities van de verschillende clusters. Een belangrijke conclusie is dat de partijen (gemeenten, Maritieme Delta, e.d.) waarde hechten aan een duidelijke positionering van het maritieme cluster. De economische betekenis van dit cluster is groot. De internationale positie van deze regio en Nederland is nauw verbonden met deze maritieme economie. De zichtbaarheid en bekendheid van dit cluster zijn in dit opzicht onvoldoende. Het bijgevoegde kaartje Maritieme hoofdstructuur (pag. 18,19) is in dat kader relevant. De belangrijkste generieke vraagstukken en kansen in relatie tot de vestigingscondities liggen op het vlak van bereikbaarheid, waterveiligheid/buitendijks, milieubeperkingen, regionale spreiding van activiteiten, binnenhavens en arbeidsmarkt. Per locatie is tevens in beeld gebracht welke kwesties er liggen. De eindrapportage wordt komende weken afgerond, waarna een voorstel voor het oppakken van de diverse vervolgacties kan worden opgesteld.
4.3 BEREIKBAARHEID Bereikbaarheid is één van de kernthema’s van de DelTri agenda. Een goede, hoogwaardige infrastructuur en een slim gebruik van deze infrastructuur (mede in relatie tot leefkwaliteit ruimtelijke ontwikkelingen) is randvoorwaardelijk voor de ambities van deze maritieme en logistieke topregio. Dit infrastructuurnetwerk is van belang voor zowel het dagelijkse woon-werkverkeer als voor de import van goederen als de export van goederen vanuit Noord West-Europa. Binnen dit thema wordt aandacht besteed aan de volgende opgaven: - Afstemming met het Rijk en Europa aan de hand van een gezamenlijke bereikbaarheidsagenda. - Faciliteren groei goederenvervoer over spoor in relatie tot leefkwaliteit en ruimtelijke ontwikkeling. - Beter benutten bestaande infrastructuur. - Logistieke innovaties stimuleren. Er bestaat een gedeeld beeld over welke investeringen in de infrastructuur nodig zijn om de ambities voor de maritieme en logistieke topregio waar te maken. Dit geldt zowel op het schaalniveau van de Vlaams Nederlandse delta als op het schaalniveau van DelTri. Er is een gezamenlijke bereikbaarheidsagenda opgesteld. Zie agenda en verslag DelTri Platform 29 augustus 2013 DELTRI-INZET TEN-T De EU streeft naar de realisatie van een Trans European Network- Transport voor het goederenvervoer (TEN-T; naast een netwerk voor energie en buis); geïllustreerd op bijgevoegd ‘metro’-kaartje. Voor het ontwikkelen van deze netwerken geeft de EU subsidie vanuit het cohesiefonds. Het tot stand komen van de trans-Europese netwerken moet bijdragen aan een goede werking van de interne markt, en de economische en sociale samenhang van Europa versterken. Voor de komende periode 2014-2020 is naar het zich laat aanzien een budget beschikbaar van rond de €23 miljard (en nog 5 miljard voor energie en 1 voor ICT).
21
22
Voor het Deltri-gebied zijn de corridors 9 en 6 relevant, respectievelijk Amsterdam – Basel/Lyon - Marseille en Rotterdam – Genua. De spoorverbinding RotterdamAntwerpen valt onder corridor 9. Tijdens het vorige DelTri Brede Platform is afgesproken voor een vijftal infrastructuurprojecten een aanvraag bij dit nieuwe TEN-T programma 2014 - 2020 van de EU voor te bereiden: 1) Sluizen vaarroute Seine-Scheldeverbinding: Krammersluizen, sluis GentTerneuzen 2) Sluizen route Rotterdam – Antwerpen: (Volkeraksluizen en Kreekraksluizen ) inclusief verkeersmanagement vaarroute Rotterdam - Antwerpen 3) Studieproject Calandspoorbrug 4) Studieproject Goederenlijn Rotterdam – Antwerpen, incl VeZa-boog 5) De Nieuwe Westelijke Oeververbinding Aangezien er voldoende aandacht is voor de opgaven rond de sluizen, wordt de komende jaren vanuit de DelTri partners men name ingezet op studieprojecten rond spoor: Calandspoorbrug en de goederenlijn Rotterdam-Antwerpen (incl. VEZA-boog). Daarnaast wordt wat betreft de Nieuwe Westelijke Oeververbinding in een later stadium bekeken of een TEN-T aanvraag zinvol is. Wat betreft het goederenspoor is
van belang dat het Europees parlement bij de behandeling van de Connecting Europe Facility een amendement over deze goederenlijn heeft aangenomen. Door dit amendement van Wortmann staat de opgave “Rotterdam – Antwerpen: Spoor vernieuwing van de goederenspoorlijn” (in het Engels heet het “Upgrading Rail Freight”) op de Europese agenda. Daarnaast is van belang dat de veiligheidsituatie rond het goederenvervoer over spoor hoog op de agenda is gekomen door het ongeval bij Wetteren. Daardoor is er een momentum om nu een aanvraag voor een studieproject naar de spoorlijn Rotterdam Antwerpen en de veiligheidssituatie rond dit spoor in te dienen. Wat betreft een alternatief voor het Calandspoor wordt op dit moment een projectorganisatie opgericht die zal bestaan uit het Ministerie van I&M, Rijkswaterstaat ,Prorail en het Havenbedrijf Rotterdam. Het Ministerie zal daarbij fungeren als opdrachtgever. De periode tot begin 2014 staat in het teken van een gezamenlijke verkenning waarbij een aantal scenario’s zal worden onderzocht en uitgewerkt. Vervolgens zal de Minister een voorkeursbeslissing kunnen nemen.
Afspraak 3: initiatief studieproject goederenvervoer en veiligheid spoor Rotterdam Antwerpen DelTri partners nemen in overleg met het Rijk en Vlaanderen het initiatief voor een studieproject goederen vervoer over spoor tussen Rotterdam en Antwerpen voor te bereiden. Dit studieproject richt zich op de vraag hoe het goederenvervoer over spoor tussen Rotterdam en Antwerpen kan groeien en tegelijkertijd de veiligheidsituatie rond het spoor kan worden verbeterd en de barrièrewerking kan worden verminderd. Daarbij wordt ook gekeken naar mogelijkheden om gevaarlijke stoffen over andere modaliteiten te vervoeren. In overleg met het Rijk en Vlaanderen word een strategie bepaald voor het indienen van een TEN-T aanvraag voor deze opgave
23
24
25
4.4 KWALITEIT LEEFOMGEVING De DelTri-partners strevenwerken, aansluitend op de Havenvisie 2030, gezamenlijk aan een haven- en industrieel complex dat koploper is op het gebied van efficiency en duurzaamheid. De Havenvisie heeft als ambitie om onderdeel te zijn van de meest duurzame logistieke ketens met de laagste ecologische footprint ter wereld in combinatie met het meest duurzame chemie- en energiecomplex. Tegelijkertijd hebben de partners aangegeven met elkaar in gesprek te gaan op welke wijze tot een kwaliteitsimpuls voor de leefbaarheid en natuur in de regio kunnen komen. Het gaat hier nu om het concretiseren van deze afspraak.
26
Als resultaat van de workshop “ Werk maken van een vitale Delta “ , voorjaar 2012, is het noodzakelijk gebleken om deze dubbele doelstelling verder uit te werken, zowel op het vlak van de wijze waarop tot een kwaliteit in de leefomgeving kan worden gekomen als de gewenste koppelingen met de ruimtelijk-economische ontwikkelingen. De Milieufederaties hebben hiertoe een eerste inhoudelijke verkenning opgesteld, zie bijgevoegd visiedocument: Samen werken aan een vitale Delta. De nu te nemen besluiten zijn op de aanbevelingen gebaseerd.
een voorbeeldwerking op waarmee mondiaal en Europees kan worden aangetoond dat economie, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit wel degelijk te verenigen zijn. In dit kader is het noodzakelijk om in DelTri-verband een bestuurlijke trekker aan te wijzen voor de realisatie van de duurzaamheidsdoelstellingen. De bestuurlijke trekker kan zorgen voor een evenwichtige inbreng in alle op stapel staande activiteiten. Op dit moment is de milieugebruiksruimte in juridische zin veelal grotendeels benut. Nieuwe activiteiten zijn daardoor lastig te vergunnen. Maximale innovatie is nodig om de ruimtelijk-economische ontwikkelingen mogelijk te maken. Een toekomstig uitvoeringsprogramma, waarin de dubbele doelstelling in alle aspecten is meegenomen, zal juridische en planologische procedures vereenvoudigen en ruimte bieden voor nieuwe ontwikkelingen. Waardoor ook bestaande activiteiten minder gebruiksruimte nodig zullen hebben. De DelTri beleidsvoornemens passen hierdoor ook in grotere verbanden.
Afspraak 4: Uitwerken visie “Samen werken aan een vitale Delta” 1.
BESTUURLIJKE, POLITIEKE EN JURIDISCHE ASPECTEN Het realiseren van een dubbele doelstelling vergroot het politieke en bestuurlijke draagvlak voor de besluiten omtrent de duurzame en robuuste groei van activiteiten in het havengebied en aangrenzende gebieden. Het levert bovendien
2.
3.
Benoemen van de bestuurlijke trekker voor de realisatie van de duurzaamheidsdoelstellingen en akkoord gaan met zijn opdrachtformulering. - Voorstel : dhr. Peter van der Velden. - Opdracht: Het uitwerken van de visie “Samen werken aan een vitale Delta” door de uitvoering van kansrijke verbeteringen van de groenblauwe structuur te versnellen via een gezamenlijk uitvoeringsagenda, de geschetste opgaven gezamenlijk uit te werken en een checklist duurzaamheid op stellen ten behoeve van ruimtelijk-economische ontwikkelingen in de DelTri-regio. In de visie is reeds een niet-limitatieve lijst van kansrijken verbeteringen opgenomen. In het najaar van 2013 wordt een ambtelijke workshop georganiseerd waarin bovenstaande opdracht nader geconcretiseerd wordt. Begin 2014 wordt onder leiding van Peter van der Velden een bestuurlijke bijeenkomst georganiseerd. Kennis nemen van het visiedocument en de aanbevelingen daarin. De deelnemers spreken af in het vervolgtraject deze visie en aanbevelingen mee te nemen.
27
4.5 ARBEIDSMARKT In de DelTri regio ontstaan in toenemende mate tekorten in de technische beroepen en in de transportsector. Het thema arbeidsmarkt wordt in zowel de Havenvisie, de gesprekken met marktpartijen nadrukkelijk als belangrijk thema benoemd. Ook bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen is de arbeidsmarkt en de bereikbaarheid van deze terreinen voor de werknemers een relevant thema. Uitwisselen van kennis en ervaringen tussen de DelTri-partners vergroot het gezamenlijk inzicht, om in de regio’s de oplossingen voor deze tekorten daadwerkelijk te vinden. In 2012 zijn twee arbeidsmarktbijeenkomsten georganiseerd met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, het onderwijs en de overheid in de DelTriregio. Tijdens deze bijeenkomsten zijn kennis en ervaringen rond problematiek en best practices uitgewisseld. Afgesproken is om jaarlijks zo’n bijeenkomst te organiseren.
28
TECHNIEKPACT Ondanks alle bestaande initiatieven en plannen neemt het aantal technici niet snel genoeg toe. Uit analyses van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) blijkt dat op termijn jaarlijks 30.000 extra technici nodig zijn om in de groeiende behoefte aan technisch personeel te voorzien. Dat vraagt om extra inspanningen. Onderwijsinstellingen, werkgevers, werknemers, jongeren, topsectoren,
regio’s en Rijk hebben daarom een nationaal Techniekpact gesloten. Het Techniekpact verenigt de ambities uit de bestaande plannen en initiatieven, maar wil die sneller (in 2020) en met meer daadkracht realiseren. Om dat te bereiken zet het Techniekpact in op drie actielijnen met als horizon 2020: - Kiezen voor techniek: meer leerlingen kiezen voor een techniekopleiding. - Leren in de techniek: meer leerlingen en studenten met een technisch diploma gaan ook aan de slag in een technische baan. - Werken in de techniek: mensen die werken in de techniek behouden voor de techniek, en mensen met een technische achtergrond die met ontslag bedreigd worden of al langs de kant staan elders inzetten in de techniek. Elk landsdeel heeft zijn eigen techniekpact. Zo is er ook een techniekpact Zuidwest Nederland. Deze regio omvat de subregio’s Rotterdam-Rijnmond, Drechtsteden, West-Brabant, Haaglanden, Holland Rijnland en Zeeland. In de totale regio wordt in uiteenlopende samenstellingen samengewerkt op basis van verschillende regiovisies, onder andere in Centra voor Innovatief Vakmanschap en Centres of Expertise, in Deltriplatform, Maritieme Delta, Zuidvleugel, Techniekagenda Haaglanden, Ons Platform in Holland-Rijnland, Regionaal Platform Arbeidsmarkt West-Brabant, Pact Brabant, de Strategic Board Zuid-West Nederland, in Havenvisieen Metropoolverband en op specifieke sectoren zoals de luchtvaart, in Medical Delta, Clean Tech Delta en The Hague Security Delta. Er ligt een startdocument dat een overzicht biedt van de huidige inzet op techniek in deze regio. Deze lopende en geplande inzet wordt onverkort voortgezet. In verdere uitwerkingsfase techniekpact bepalen de subregio’s gezamenlijk wat ze op niveau van Zuidwest Nederland willen oppakken om daarmee hun eigen inzet versterken. Streven is om najaar 2013 deze overkoepelende inzet bepaald te hebben, alsmede de aanpak (inclusief middelen).
29
4.6 LOGISTIEKE INNOVATIES Onlangs heeft de OESO de Rotterdamse haven als een goed presterende haven gekenschetst. Zo’n positie wordt alleen bereikt door goede samenwerking tussen bedrijfsleven en overheden in de DelTri-regio. Goede logistieke concepten en innovaties zijn voor de DelTri-regio van groot belang om die positie te behouden.
30
Logistieke innovaties zijn van belang voor de economie en het milieu. • Allereerst biedt het voordelen voor de logistieke dienstverleners zelf en daarnaast ook voor de verladers en handelaren in de regio. Kosten worden bespaard door snel, efficiënt en servicegericht de afzetmarkt te benaderen. Bedrijven (o.a. in de topsectoren) die gebruik maken van deze dienstverleners en efficiëntere logistieke ketens profiteren eveneens. • Verladers zullen in de toekomst hogere eisen stellen aan logistieke dienstverleners, o.a. door duurzaamheidcriteria mee te nemen in de selectie van een logistieke dienstverlener. Met name de CO2 footprint van logistieke ketens wordt naar verwachting een concurrentiefactor van belang. Logistieke innovaties zijn van belang voor de DelTri-regio. • Het gebied Maasvlakte 2 – Moerdijk/ West Brabant wil zich ontwikkelen als dé Global Hub voor bestaande en nieuwe goederensoorten. Dit betekent dat deze havenregio in 2030 één van ’s werelds grootste knooppunten van logistieke ketens en netwerken is. • De Global Hub is in 2030 ook onderdeel van de meest duurzame logistieke ketens met de laagste ecologische footprint per tonkilometer ter wereld.
•
Behoud van een sterke concurrentiepositie van de topsectoren Biobased/ Energie, High Tech/Maintenance, Maritiem en Greenports.
Om een indruk te krijgen van een mogelijke functie van het DelTri platform bij de ondersteuning van logistieke innovaties is een aantal oriënterende gesprekken gevoerd met ondernemers, projectleiders en vertegenwoordigers van intermediaire organisaties zoals Syntens en de Kennis Distributie Centra. Geconstateerd is dat alle DelTri partners, meestal afzonderlijk binnen hun eigen regio, betrokken zijn bij succesvolle door de markt geïnitieerde ontwikkelingen van logistieke concepten en innovaties, zoals Fresh Corridor en Branbant Intermodal. De DelTri partners zijn daarbij vaak ondersteunend en voorwaardenscheppend betrokken, vooral op het gebied van de bereikbaarheid, de ruimtelijke facilitering van overslagpunten, lobby en de verbinding met grotere thema’s als duurzaamheid. Daarnaast ondersteunen zij samenwerking vanuit het bedrijfsleven, daar waar dit nog niet vanzelfsprekend is. Bij een nadere verkenning waar DelTri-partners en partijen als Syntens, Dinalog en Kennisdistributiecentra, logistieke concepten en -innovaties kan ondersteunen willen we vooral meer te weten komen over: 1. Het beter en sneller signaleren van de marktbehoefte aan logistieke concepten en -innovaties en het delen van de kennis hierover. 2. Succesvolle pilots die in de DelTri-regio kunnen worden uitgerold. Belangrijke thema’s in de DelTri-regio zijn: • Synchromodaal transport Rotterdam-Moerdijk-Tilburg • Ketenregie en achterlandverbindingen • Het beter benutten van de infrastructuur • Duurzame innovaties: small scale LNG binnenvaart
Afspraak 5: Verkenning logistieke innovaties op DelTri-niveau Samen met marktpartijen, Kennis Distributie Centra, Dinalog en Syntens wordt nader verkend welke logistieke concepten en –innovaties afstemming en/of ondersteuning op DelTri-niveau nodig hebben. Inhoudelijk ligt daarbij de focus op synchromodaliteit, ketenregie/achterlandverbindingen, het beter benutten van de infrastructuur en small scale LNG binnenvaart.
31
BIJLAGE: Verslag bijeenkomst 29 augustus 2012 Dordrecht Bespreking: DelTri-Platfrom Datum: 29 augustus 2012 Aanwezig: Jeannette Baljeu (Rotterdam, voorzitter), Ada Grootenboer (Regio West Brabant), Ewald van Vliet (Stadsregio Rotterdam), Jasper Mos (Drechtsteden), Yves de Boer (Provincie Noord Brabant), René van der Plas (Havenbedrijf Rotterdam), Cees Jan Asselbergs (Deltalinqs), Theo Schut (Kamer van Koophandel Rotterdam e.o.), Marcel Voeten (Kamer van Koophandel Brabant), Alex Ouwehand (Milieufederatie Zuid Holland), Nol Verdaasdonk (Brabantse Milieufederatie), Ron van der Helm (Provincie Zuid Holland) Gasten: Peter de Langen (TU Eindhoven en Havenbedrijf Rotterdam) en Caroline van Doorn (Havenbedrijf Rotterdam)
32
Ondersteuning: Paul Meijer (Stadsregio Rotterdam), Marielle Overboom (Drechtsteden), Albert Reijlink (West Brabant), Arend de Jong (Provincie Zuid Holland), Tom de Graaf (Provincie Noord Brabant), Jasper Nagtegaal (Havenbedrijf Rotterdam), Marco den Heijer (gemeente Rotterdam) Afwezig: Hans Smits (Havenbedrijf Rotterdam), Peter van der Velden (Regio West-Brabant), Govert Veldhuijzen (provincie Zuid Holland), Christel Mourik (Stadsregio Rotterdam), Jos van der Vegt (Kamer van Koophandel Rotterdam e.o.), Rob van Renterghem (Kamer van Koophandel Brabant), Wim van Sluis (Deltalinqs), Ferdinand van den Oever (Havenschap Moerdijk), Bruno Tideman (MKB) Opening en mededelingen • Jeannette Baljeu opent de bijeenkomst. • Yves de Boer vraagt aandacht voor een zorgvuldige planning van de bijeenkomsten om een maximale bestuurlijke vertegenwoordiging in dit platform te bereiken. • Ada Grootenboer en Yves de Boer moeten eerder weg vanwege een bijeenkomst rondom de Havenvisie Moerdijk.
Arbeidsmarkt • Ada Grootenboer geeft een toelichting op de activiteiten rondom het thema Arbeidsmarkt. Grootenboer meldt dat op 26 november een bestuurlijke bijeenkomst wordt georganiseerd, waarin de best-practices worden uitgewisseld. Jeannette Baljeu wijst op de evaluatie van de KMR en de betekenis hiervan voor de regio Rotterdam-Drechtsteden. Cees Jan Asselbergs vraagt aandacht voor stageplekken in relatie tot vaste plekken. Havenvisie 2030, Havenstrategie Moerdijk • Ada Grootenboer stelt voor om in een eerstvolgend platform de resultaten van het traject Havenstrategie Moerdijk in het platform DelTri te bespreken. • Jasper Mos vraagt aandacht voor de gezamenlijk uitgevoerde MIRT Verkenning Antwerpen-Rotterdam: visie Dynamische Delta 2020 - 2040. Hij vraagt om dit gezamenlijk kader gelijk te positioneren als de Havenvisie 2030 en de Havenstrategie Moerdijk.
Ruimte voor economie A. Peter de Langen start dit drieluik met een presentatie over de logistieke clustervoordelen van diverse typen bedrijventerreinen. Clustering van logistieke bedrijven zoals op de freshparken leiden tot diverse synergetische voordelen. Dit betreft benutten transportcapaciteit, efficient ruimtegebruik, handelstromen tussen bedrijven en dergelijke. Dit onderzoek maakt duidelijk dat bij de locatiekeuze van logistieke bedrijven niet alleen interne processen bepalend zijn, maar clustering leidt tot extra voordelen voor zowel bedrijven als overheden. Peter presenteert vervolgens de voordelen van een meer klantgerichte, regionaal samenhangende aanpak van gronduitgifte. Hij presenteert een drietal modellen om dit te bereiken varierend van een onfhankelijke, commerciele exploitatiemaatschappij tot (minder vergaande) een gezamenlijke organisatie van logistieke acquisitive. Ten opzichte van de huidige situatie bieden alle modellen volgens Peter voordelen, omdat concurrentie tussen gemeentes wordt voorkomen, sturing plaatsvindt op juiste bedrijf op juiste plaats, de regionale schaal leidt tot professionalisering en een pro-actieve benadering van de markt.
33
Alex Ouwehand vraagt aandacht voor de duurzaamheidsaspecten van gronduitgifte voor bedrijventerreinen. Hij vraagt zich af in hoeverre deze drie gepresenteerde modellen ook leiden tot duurzaamheidseffecten. Peter geeft aan dat deze inderdaad niet specifiek zijn benoemd in deze studie. Tegelijkertijd bieden de betere sturing op het juiste bedrijf op de juiste plek, de betere benutting van ruimte en transportcapaciteit een belangrijke bijdrage levert aan het verminderen van de ecologische footprint. Tegelijkertijd is het goed om deze duurzaamheidsaspecten mee te nemen in het uitgifteproces.
34
B. Ewald van Vliet presenteert namens de bestuurlijke werkgroep ruimte voor bedrijventerreinen de agenda bedrijventerreinen. Hij benadrukt het belang van een grensoverschrijdende aanpak van dit vraagstuk. Ewald benoemt, aansluitend op de presentatie van Peter de Langen, het specifieke van de logistieke en maritieme economie. In tegenstelling tot vele andere sectoren is het een duidelijke groeimarkt. In de totale uitbreidingsbehoefte wordt tweederde veroorzaakt door deze logistieke bedrijven. Binnen deze logistieke uitbreidingsbehoefte betreft circa tweederde vervolgens weer de groei van de (inter)nationale logistieke activiteiten. Ewald licht tenslotte toe dat de gezamenlijke agenda diverse acties benoemt die de komende periode door de verschillende partners zullen moeten worden uitgewerkt. De agenda is nadrukkelijk geen statisch document, maar zal continu moeten worden bijgesteld op basis van de ontwikkelingen. Yves de Boer vraagt aandacht voor een zorgvuldig proces en compleetheid rondom deze agenda bedrijventerreinen. De gezamenlijke agenda bedrijventerreinen vergt draagvlak bij alle betrokken partners. Het belang van een gezamenlijke uitwerking van de agenda is groot. De komende periode zullen de diverse partners deze agenda bedrijventerreinen behandelen. De resultaten hiervan zullen worden meegenomen in de afronding, rekening houdend met het levende karakter van de agenda, waarna deze kan worden gepubliceerd. Jeannette Baljeu stelt voor om de komende weken weken te gebruiken om deze agenda af te ronden, waarna besluitvorming kan plaatsvinden bij de diverse partners. C. Yves de Boer geeft een korte introductie, waarna Tom de Graaf een toelichting geeft op de stand van zaken “Inland Hubs”. De Graaft wijst op de geografische scope van het onderwerp InlandHubs. Het bij het DelTri-platform centraal staande gebied (RotterdamDrechtsteden-WestBrabant) beslaat een kleiner gebied dan het relevante gebied bij de
analyse van de inlandhubs. De gehele provincies Zuid Holland en Noord Brabant zijn in beeld. Tom geeft aan dat hij samen met het Havenbedrijf in geprek is over de wijze waarop een optimale structuur van verbindingen en hubs kan worden opgezet. Er wordt voorgesteld om dit onderwerp niet op de DelTri-agenda op te nemen, maar in een gezamelijke agenda Inland Hubs van de provincie Noord-Brabant en het Havenbedrijf Rotterdam in het kader van de Havenvisie 2030. In de discussie wordt gewezen op de economische haalbaarheid van inlandhubs. Uiteindelijk bepaalt de markt in hoeverre kosten en baten tegen elkaar opwegen. Jeannette Baljeu vraagt om een terugkoppeling van de resultaten rondom de Inland Hubs in het DelTri Platform en wijst op de samenhang met de agenda bedrijventerreinen. Bereikbaarheid Caroline van Doorn presenteert de achtergronden bij het TEN-T programma van de Europese Unie en de mogelijkheden die dit biedt in relatie tot het bereikbaarheidsprogramma voor de DelTri-regio. Caroline wijst op de grote betekenis van de corridors 6.Genua-Rotterdam en 9.Amsterdam-Basel/Lyon-Marseille. Zij geeft aan dat het zowel lonend kan zijn om een bijdrage in de onderzoekskosten aan te vragen als een bijdrage aan de dekking van de uiteindelijke investeringskosten. De lidstaten, in dit geval via het ministerie van I&M, zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de aanvraag bij de Europese unie. Rene van der Plas wijst op noodzaak van eigen middelen. TEN- betreft altijd cofinanciering. De benoemde projecten worden herkend. CeesJan Asselbergs wijst op het ontbreken van buisleidingen in de voorstellen. Caroline geeft aan dat TEN-T geen buisleidingen betreft. Voor energie infrastructuur is een apart programma TEN-E. De betekenis van pijpleidingen in de multimodaliteit wordt breed onderkend. Er wordt afgesproken ook de TEN-E projecten actief onder de aandacht te brengen van het rijk en Europa. Dubbele Doelstelling Havenvisie 2030 Alex Ouwehand presenteert namens de beide mileufederaties een gezamenlijk voorstel om de dubbele doelstelling verder uit te werken. Alex geeft aan dat een succesvolle workshop gezamenlijk met het Havenbedrijf en het secretariaat van het platform is georganiseerd. De beide milieufederaties hebben inmiddels veel
35
material “ op de plank” om te komen tot een inhoudelijke verkenning van de invulling van de impulsen in de kwaliteit van de leefomgeving op diverse schaalniveaus. Alex Ouwehand geeft aan dat de beide milieufederaties gaarne bereid zijn om dit verder op te pakken, maar dat een financiele bijdrage vanuit de partners noodzakelijk is. De beide milieufederaties hebben berekend dat een bijdrage van 15.000 euro toereikend moet zijn om te komen tot een verdere uitwerking. Jeannette Baljeu geeft aan dat in de ambtelijke voorbereidingsgroep moet worden nagegaan in hoeverre deze kosten kunnen worden gedekt door de primaire partners van DelTri, met als inzet te komen tot een gezamenlijk dekkingsvoorstel zodat eind 2012 de resultaten kunnen worden besproken.
36
Samenhang DelTri en Vlaams Nederlandse delta Jeannette Baljeu meldt dat op 17 september zij een presentatie zal geven over de samenhang tussen dit DelTri-platform en de Vlaams Nederlandse Delta. Jeannette wijst er op dat de gedeputeerden Govert Veldhuijzen en Yves de Boer in beide gremia een rol hebben. Sluiting Jeannette Baljeu dankt eenieder voor zijn/haar haar aanwezigheid en sluit de vergadering.
CONTACTGEGEVENS Dit is een uitgave van de: - Gemeente Rotterdam - Stadsregio Rotterdam - Drechtsteden - Regio West-Brabant - Havenbedrijf Rotterdam - Provincie Zuid-Holland - Provincie Noord-Brabant Voor vragen over het DelTri Platform kunt u contact opnemen met de secretaris van het Platform. Frank van den Beuken |
[email protected] 010 - 48 97 224 | 06 – 23 08 25 11 Bezoekadres: Galvanistraat 15 | 3029 AD Rotterdam Postadres: Postbus 6575 | 3002 AN Rotterdam
37
ENV ENVERSTER ENVE