Notitie Evaluatie visbeleid Oktober 2010
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Woord vooraf Ontstaan van het visbeleid Doelen en maatregelen Doelrealisatie Effectiviteit en efficiëntie Communicatie en vis Conclusie en aanbevelingen
2 2 2 4 6 7 8
1.
Woord vooraf
Het Hoogheemraadschap van Delfland is als waterbeheerder verantwoordelijk voor een ecologisch gezond watersysteem, waar ook vis deel van uitmaakt. Voor u ligt de evaluatie van Delflands visbeleid. De evaluatie geeft inzicht in het gevoerde visbeleid in de periode 2006-2009. De doelstelling van deze evaluatie is: in beeld brengen van de voortgang, effectiviteit en efficiëntie van het gevoerde visbeleid binnen het beheergebied van Delfland; dit dient als input voor het actualiseren van Delflands beleid op gebied van vis. Het visbeleid is geëvalueerd door middel van een ex-post evaluatie. Met een dergelijke evaluatie wordt onderzocht in welke mate de inzet van beleidsinstrumenten heeft bijgedragen aan het al dan niet realiseren van de beleidsdoelstellingen. De evaluatie is uitgevoerd door middel van een bureaustudie van de relevante beleidsstukken en interviews met medewerkers van Delfland en externen. Op basis van de uitkomsten is een ambtelijk werkdocument opgesteld. De voorliggende notitie is daarvan de samenvatting en omvat de volgende onderwerpen: Ontstaan van het visbeleid; doelformulering en maatregelen; doelrealisatie; doeltreffendheid en doelmatigheid. Ook is een beknopte beschrijving opgenomen van de veranderende omgeving die betrekking heeft op het visbeleid. 2. Ontstaan van het visbeleid Het visbeleid van het Hoogheemraadschap van Delfland stamt uit 2006 en is ontstaan naar aanleiding van het Waterbeheerplan 2006-2009 (WBP3). In WBP3 was het ontwikkelen van visbeleid opgenomen, tegen de achtergrond van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). In de KRW is vis een belangrijk biologisch kwaliteitselement, waarop wateren gemonitord en beoordeeld worden. In de periode vóór 2006 hield Delfland zich wel bezig met vis, maar de inzet was relatief beperkt en er was geen helder en afgebakend beleidskader. De Nota visbeleid1 uit 2006 is daarmee het eerste Delflandse beleidsdocument met betrekking tot vis. Op basis van dit beleidsdocument is het Uitvoeringsprogramma vis2 opgesteld . Dit uitvoeringsprogramma bevat maatregelen voor de periode 2006-2009. Zowel het beleid als het uitvoeringsprogramma hebben als belangrijkste doel het voldoen aan de wettelijke kaders. Door het ontwikkelen van visbeleid heeft Delfland de bestaande wet- en regelgeving met betrekking tot vis een plek gegeven binnen de organisatie. 3. Doelen en maatregelen Nota visbeleid (2006) In de Nota visbeleid is de volgende beleidsdoelstelling opgenomen: Delfland voldoet aan de wet- en regelgeving die betrekking heeft op visstand en vishabitat.
1 2
kenmerk 604845, VV 23 november 2006 kenmerk 630053, D&H 20 maart 2007
Notitie evaluatie visbeleid
2
Deze doelstelling loopt als rode draad door de beleidsnota, maar is hierin niet nader gespecificeerd. De doelstelling is dus niet SMART3, wat het bepalen van doelrealisatie, doeltreffendheid en doelmatigheid compliceert. Zo is bijvoorbeeld niet aangegeven aan welke wet- en regelgeving Delfland moet voldoen en is de doelstelling slecht meetbaar. Ook is in de doelstelling geen tijdpad opgenomen voor de realisatie. De insteek van het visbeleid is dus vrij operationeel: gericht op de implementatie van wet- en regelgeving met betrekking tot visstand en vishabitat. In 2006 is bewust de keuze gemaakt voor deze basisstrategie. Er zijn geen doelen op strategisch niveau opgesteld en in de Nota visbeleid is geen nadere visie op visstand, vishabitat of vismigratie beschreven. Stap één was om vis op de agenda te krijgen, om als vervolgstap (na het implementeren van wet- en regelgeving) mogelijk in een later stadium een meer concrete visie te ontwikkelen op het gebied van vis. Uitvoeringsprogramma vis (2007) In de Nota visbeleid staat het Uitvoeringsprogramma vis genoemd als beleidsinstrument om de doelstelling te bereiken. Het Uitvoeringsprogramma vis beoogt hetzelfde als de Nota visbeleid, namelijk het voldoen aan wet- en regelgeving. In het Uitvoeringsprogramma vis is concreet als doelstelling opgenomen: Een gezonde, passende en evenwichtige visstand bevorderen door voor vis actief te anticiperen op wet- en regelgeving en door een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de KRW. Evenals de doelstelling van de beleidsnotitie is deze doelstelling niet nader gespecificeerd en is niet SMART geformuleerd. Zo is er geen tijdpad opgenomen voor het bereiken van de doelstelling en is de term ‘actief anticiperen’ weinig specifiek en meetbaar. Bovendien is de terminologie ‘anticiperen op wet- en regelgeving’ (uitvoeringsprogramma) niet consistent met ‘voldoen aan wet- en regelgeving’ (beleidsnota). Het Uitvoeringsprogramma vis beschrijft elf maatregelen (zie Tabel 1): 6 zogenaamde in-compliance-maatregelen; 4 zogenaamde meeliftmaatregelen; 1 zogenaamde eigeninitiatiefmaatregel. In-compliance-maatregelen Deze maatregelen dragen direct bij aan de implementatie van vigerende wet- en regelgeving. Hieronder valt onder andere het implementeren van de Kaderrichtlijn Water, de Flora- en Faunawet en de Benelux beschikking vrije vismigratie uit 1996. Uit de evaluatie blijkt dat Delfland de doelstellingen uit de onderliggende wet- en regelgeving heeft doorvertaald in zijn beleid. Zo zijn bijvoorbeeld de doelen uit de Benelux beschikking vrije vismigratie geïmplementeerd in Delflands Visie op vismigratie en de implementatie daarvan (maatregel 5). In 2009 is er een herziening op deze beschikking gekomen, waarmee een langere tijdhorizon is opgenomen voor het realiseren van vrije vismigratie. Dit is in lijn met de koers die Delfland heeft gekozen in de Kadernota 2011. Meeliftmaatregelen De vier meeliftmaatregelen betreffen de reeds voor 2007 ingezette activiteiten met de visstandbeheercommissies, conform de daartoe afgesloten overeenkomsten. De term meeliftmaatregelen is hiervoor niet helemaal juist. De laatste meeliftmaatregel is wel een echte meeliftmaatregel: het realiseren van inrichtingsverbetering ten behoeve van vis in reeds geplande of lopende projecten. Deze maatregelen gaan verder dan de oorspronkelijke doelstelling van de Nota visbeleid.
3
SMART staat voor: specifiek, meetbaar, afgestemd, realistisch en tijdgebonden
Notitie evaluatie visbeleid
3
Eigeninitiatiefmaatregel De ‘eigeninitiatiefmaatregel’ is ook een maatregel die verder gaat dan de doelstelling van de Nota visbeleid. Het betreft het visvriendelijker uitvoeren van beheer en onderhoud. De laatste vijf maatregelen geven invulling aan een verdere ambitie op gebied van vis dan puur het voldoen aan de vigerende wet- en regelgeving. In de Nota visbeleid heeft Delfland het standpunt ingenomen om zich te richten op ‘dat wat moet’. In de evaluatie van het visbeleid is daarom vooral ingezoomd op de ‘in-compliance-maatregelen’.
Tabel 1 Maatregelen uit het Uitvoeringsprogramma vis
In compliance
Meeliften
Eigen initiatief
1. KRW-monitoring visstand in waterlichamen (maatregel uit KRW programma) 2. Detailanalyse KRW, onderdeel opstellen ecologische doelen en maatregelen (maatregel uit KRW programma)
7. Delfland participeert in de twee VBC’s in het gebied en geeft een jaarlijkse financiële bijdrage 8. Voor de periode 2006-2009 geldt dat maatregelen uit de visstandbeheerplannen zijn uitgevoerd, geactualiseerd of opnieuw opgesteld 9. Delfland stelt zich ten doel dat er in de VBC’s afspraken worden gemaakt over maatregelen voor het verbeteren van de visgerelateerde waterkwaliteit 10. Verbeteren van de inrichting t.b.v. visstand, vishabitat en visserijmogelijkheden op basis van inrichtingsvoorstellen VBC’s en ABC-Delflandprojecten en meeliften in hiervoor relevant beleid
11. Ecologische eisen aan het beheer en onderhoud zullen worden uitgebreid voor visvriendelijk baggeren en maaien voor zover mogelijk
3. Werken aan verbetering van inrichting, beheer en onderhoud om normdoelstellingen voor vis te bereiken 4. Implementatie gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen 5. Onderzoek en realisatie van vrije vismigratie 6. Aanpassen huurovereenkomsten aan de landelijke uniforme voorwaarden t.a.v. regelgeving
4. Doelrealisatie Delfland voldoet aan wet- en regelgeving Voor het bepalen van de doelrealisatie van de Nota visbeleid is als effectindicator gehanteerd de uitvoering van de in-compliance-maatregelen uit het Uitvoeringsprogramma vis. In Tabel 2 is weergegeven of de ‘in compliance maatregelen’ zijn uitgevoerd. De tabel laat zien dat Delfland in de periode 2007-2010 vijf van de zes in-compliance-maatregelen heeft afgerond. De zesde maatregel, het aanpassen van huurovereenkomsten aan landelijke uniforme voorwaarden is in een vergevorderd stadium en wordt naar verwachting in 2010 afgerond. Er zijn concept huurovereenkomsten opgesteld die KRW-proof zijn en voldoen aan landelijke voorwaarden. Deze treden per 1 januari 2011 in werking. Hiermee voldoet Delfland aan de wettelijke kaders en is er dus wel sprake van doelrealisatie als de huurovereenkomsten conform planning worden afgerond.
Notitie evaluatie visbeleid
4
Tabel 2 Stand van zaken uitvoering ‘in compliance maatregelen’ Uitvoeringsgprogramma vis. maatstand bereikt effect doelrealisatie regel van (ja/nee) zaken 1
afgerond
2
afgerond
3
afgerond
4
afgerond
5
afgerond
6
loopt
Delfland heeft door de nulmonitoring inzicht gekregen in de visstand. Hiermee is beoordeeld in hoeverre de visstand voldoet aan de deelmaatlatten van de KRW. Dit is noodzakelijk voor de implementatie van de KRW. Delfland voert KRW maatregelen uit die zijn vastgelegd in WBP 2010-2015 en SGBP 2010-2015. De KRW is dus geïmplementeerd: doelen zijn opgesteld en maatregelen zijn geformuleerd. Delfland werkt bij het inrichten en in het beheer en onderhoud volgens werkprotocollen, beheerplannen, etc., die rekening houden met vis. Hiermee wordt voldaan aan wet- en regelgeving. Delfland voldoet bij inrichting en bij beheer en onderhoud aan de Flora- en Faunawet. Delfland werkt met aangepaste werkprotocollen, conform de gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen Delfland heeft daarvoor de Visie vismigratie & implementatie gemaakt en de plannen zijn verankerd in het WBP 2010-2015. Delfland werkt in zijn beheergebied aan het realiseren van vrije vismigratie. Delfland past de huurovereenkomsten en het huurovereenkomstenbestand aan. De oorspronkelijke planning was realisatie eind 2007. De prognose is dat deze maatregel eind 2010 gereed is. Dit valt nog binnen de wettelijke kaders.
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Meeliftmaatregelen en eigeninitiatiefmaatregelen De meeliftmaatregelen en eigeninitiatiefmaatregelen uit het Uitvoeringsprogramma Vis hebben een verdergaande ambitie dan de kerndoelstelling van de Nota visbeleid. Uitvoering van deze maatregelen is niet nodig om aan de vigerende wet- en regelgeving te voldoen. De uitvoering heeft wel de realisatie van de in-compliance-maatregelen ondersteund en daarmee op indirecte wijze bijgedragen aan de realisatie van de kerndoelstelling van het visbeleid. In Tabel 3 is weergegeven of de maatregelen zijn uitgevoerd. Tabel 3 Stand van zaken uitvoering meelift- en eigeninitiatiefmaatregelen Uitvoeringsgprogramma vis. maatstand van opmerkingen regel zaken 7
loopt
Delfland participeert in twee VBC’s en geeft een jaarlijkse financiële bijdrage.
8
loopt
Een deel van de maatregelen uit de visstandbeheerplannen is uitgevoerd. Een ander deel is nog niet uitgevoerd. Sommige maatregelen moeten worden geactualiseerd of opnieuw opgesteld.
9
loopt
In de VBCs zijn afspraken gemaakt over maatregelen. De VBCs hebben maatregelen uitgevoerd, zoals het project om glasaal te monitoren door middel van een aalcollector. Ook hebben de VBCs input geleverd aan Delflands vismigratiebeleid.
10
loopt
Het verbeteren van de inrichting gebeurt vooral via KRWmaatregelen, zoals het aanleggen van vispaaiplaatsen.
11
afgerond
Notitie evaluatie visbeleid
Deze maatregel is ‘meegelift’ met de implementatie van de Flora- en Faunawet. Delfland heeft de wettelijke verplichting om visvriendelijk te baggeren en te maaien voor het behoud van beschermde soorten. Niet-beschermde soorten liften mee met het aangepaste beheer en onderhoud.
5
Verandering beleidsomgeving Wet- en regelgeving met betrekking tot vis(stand en –habitat) staan niet stil. Internationaal is er sinds het opstellen van de Nota visbeleid de Europese Aalverordening (2007) bijgekomen. Deze verordening geeft een kader voor de bescherming en duurzame benutting van het bestand van aal. In Nederland is de richtlijn beleidsmatig vertaald in het Aalbeheerplan dat in juli 2009 is vastgesteld. Het doel van dit plan is om aalsterfte als gevolg van menselijke invloeden te verminderen. In het plan zijn hiervoor concrete maatregelen opgenomen. Delfland moet deze maatregelen nog implementeren in zijn eigen beleid. In 2009 is er ook een herziening gekomen op de Benelux beschikking vrije vismigratie uit 1996. Deze herziening is in lijn met het vismigratiebeleid van Delfland (WBP 2010-2015 en Kadernota 2011) en biedt meer tijd voor het wegwerken van barrières voor vis. Ook nationale ontwikkelingen zijn van invloed op Delflands visbeleid. Zo heeft de minister van LNV aangekondigd dat het opstellen van visplannen belangrijker wordt voor regionale wateren en op termijn waarschijnlijk zelfs verplicht. De basis voor de visplannen vormen de visstandbeheerplannen, waarin kaders zijn beschreven voor visstandbeheer en visserijactiviteiten. Delfland is verantwoordelijk voor het opstellen van visstandbeheerplannen, de visrechthebbenden (beroepsvisser, hengelsportvereniging,) voor het opstellen van visplannen.
5. Effectiviteit en efficiëntie Effectiviteit van maatregelen Met de uitvoering van de in-compliance-maatregelen heeft Delfland de doelstelling van de Nota visbeleid gerealiseerd. Het Uitvoeringsprogramma vis is dus effectief geweest om de beleidsdoelstelling te bereiken. De uitvoering van de in-compliance-maatregelen is meestal volgens planning verlopen. In een enkel geval is de uitvoering vertraagd (huurovereenkomsten) of is de uitvoering beïnvloed door externe factoren. Zo is het gebruik van de Gedragscode Flora- en Faunawet voor de waterschappen een half jaar niet mogelijk geweest, omdat er landelijk bezwaar was aangetekend tegen de Gedragscode. Delfland werkt met de Gedragscode Flora- en Faunawet voor het instandhouden van beschermde plant- en diersoorten, waaronder vissen als bittervoorn en grote modderkruiper Delfland doet dit bijvoorbeeld door niet te baggeren in perioden die cruciaal zijn voor bepaalde vissoorten. Omdat landelijk bezwaar was aangetekend tegen de Gedragscode was het voor Delfland een half jaar niet mogelijk om met de Gedragscode te werken. Tot aan de uitspraak van de rechter in hoger beroep (juni 2010) heeft Delfland zijn onderhoudswerkzaamheden daarom conform een ander (maar vergelijkbaar) protocol moeten uitvoeren. Op dit moment is de Gedragscode Flora- en Faunawet voor de waterschappen weer van kracht. Efficiëntie van maatregelen Voor het bepalen van de efficiëntie (doelmatigheid) van beleid is inzicht nodig in de ingezette middelen in relatie tot de effecten. Voor het visbeleid is het bepalen van de efficiëntie niet goed mogelijk. Hiervoor zijn twee oorzaken: 1. De effecten zijn niet goed toetsbaar, omdat de doelstelling niet SMART is geformuleerd (geen goede effectindicatoren, geen planning); 2. Het beleid is niet gemonitord, waardoor voortgang van doelbereik en de inzet van middelen niet is te concretiseren. Hieronder zijn kwalitatief de belangrijkste bevindingen en leerpunten beschreven met betrekking tot de efficiëntie van specifieke maatregelen. De implementatie van het vismigratiebeleid verloopt goed en volgens planning. De input van de VBC’s is meegenomen bij de planvorming en er is een goede samenwerking met Rijkswaterstaat voor de gemalen op de overgangen tussen rijks- en regionaal water. In samenwerking met Rijkswaterstaat worden twee gemalen vispasseerbaar gemaakt.
Notitie evaluatie visbeleid
6
Het proces rondom het aanpassen van de huurovereenkomsten is vooral in de beginfase niet altijd even doelmatig verlopen. Het was onduidelijkheid waar in de organisatie dit project belegd moest worden en welk organisatieonderdeel waarvoor verantwoordelijk was. Dit heeft geleid tot duidelijke afspraken over de verantwoordelijkheidsverdeling binnen Delfland. De meeliftmaatregelen en eigeninitiatiefmaatregelen dragen bij aan de achterliggende taak van Delfland, namelijk een ecologisch gezond ecosysteem, waar ook vis deel van uitmaakt. De meelift- en eigeninitiatiefmaatregelen hebben ook indirect bijgedragen aan de doelstelling van de Nota visbeleid. Gezien de doelformulering is die bijdrage aan de doelstelling van de Nota visbeleid echter niet direct herleidbaar. Daardoor is er binnen Delfland gedurende de uitvoeringsperiode discussie geweest over nut en noodzaak van deze maatregelen. Toch hebben bijvoorbeeld de VBC’s een belangrijke meerwaarde gehad in het proces om te gaan voldoen aan wet- en regelgeving. Delfland participeert in de Visstandbeheercommissie Delfland en het Overlegplatform Visstandbeheer Haagse Wateren en heeft aan beide VBC’s een financiële bijdrage geleverd. De VBCs hebben in belangrijke mate bijgedragen aan een goede samenwerking tussen de drie belangrijkste bij vis betrokken partijen: beroepsvisser, de hengelsportvertegenwoordiging en het waterschap. Niet alleen heeft de VBC bijgedragen aan de kennis van en het begrip voor de standpunten van de partijen onderling. De samenwerking heeft ook door concrete producten bijgedragen aan de ontwikkeling van beleid en daarmee aan het realiseren van Delflands doelstelling. Een aantal voorbeelden hiervan zijn: Onderzoek naar glasaal (aalcollector); Kennisuitwisseling over visserijgerelateerde zaken en waterkwaliteit; Bijdrage aan het opstellen van vismigratiebeleid (waaronder de identificatie van gemaal drs. P.H. Schoute als knelpunt); Advies over maatregelen ter verbetering van de leefomgeving van de vis (bijvoorbeeld verwijderen van bagger of schonen van duikers); Ontwikkelen Visserijkansen- en knelpuntenkaart (VBC Delfland); Reflectie op en inbreng in beleidsvorming, monitoring en onderzoek. Bovenstaande voorbeelden hebben Delflands samenwerking en relatie tussen beroepsvisser en sportvisser versterkt. 6. Communicatie en vis Bij het maken van beleid en de uitvoering van plannen is communicatie een onmisbaar instrument. Het onderwerp vis blijkt tot de verbeelding te spreken bij een breed publiek. Dit heeft voor- en nadelen, aan de ene kant kan Delfland zich profileren door maatregelen voor vis uit te voeren en hierover te communiceren. Aan de andere kant kunnen activiteiten – indien voor een bepaalde doelgroep nadelig – weerstand oproepen. De spanning hiertussen moet daarom goed in ogenschouw worden genomen bij communicatie over concrete maatregelen. In voorgaande jaren heeft Delfland al gecommuniceerd over verschillende onderzoeken naar de visstand en proeven om de trek van paling te bewerkstelligen. Een van de pijlers van het programma Schoon water is vismigratie. In de komende jaren gaat Delfland verschillende projecten uitvoeren voor het verbeteren van de visstand, waardoor er meer aandacht moet worden gegenereerd voor dit onderwerp. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de kennis en ervaring die is opgedaan met de communicatie over dit onderwerp. Door meer samenhang in communicatie en een opmaataanpak richting verschillende doelgroepen, wil Delfland het onderwerp beter onder de aandacht brengen. Het huidige visbeleid heeft er direct aan bijdragen dat Delfland communiceert met hengelsporters en de beroepsvisser en participeert in de VBC’s. Delfland is dus via de VBC in contact met diverse externe partijen. Delfland heeft veel geleerd over wat leeft onder (belangenvertegenwoordiging van de) hengelsporters door het pilot-onderzoek ‘Visstandbeheer in lijnvormige wateren’. Ingrijpen in de visstand ligt gevoelig bij bepaalde
Notitie evaluatie visbeleid
7
belangengroepen. Delfland is zich ervan bewust (geworden) dat een groot deel van de bevolking zich betrokken voelt bij vis en neemt deze lessen mee in de toekomst. Reflectie externen op Delflands visbeleid De drie geïnterviewde externe vertegenwoordigers uit de Visstandbeheercommissies4 zijn overwegend positief over de inzet van Delfland op het gebied van vis. Met name de participatie en opstelling van Delfland in de VBC’s wordt als positief ervaren. De geïnterviewden geven aan dat het visbeleid van Delfland vrij pragmatisch is ingestoken. Hierbij plaatst men de kanttekening dat een duidelijke visie op vis(stand) ontbreekt. Daaraan is wel een groeiende behoefte bij de VBC-leden. Het vismigratiebeleid van Delfland heeft wel een duidelijke visie en is goed ontvangen bij de VBC-leden. Met betrekking tot de KRW geven de geïnterviewden aan dat Delfland soms wat veel focust op de formele KRWdoelen voor vis(samenstelling) en wat te weinig nadruk legt op het op orde brengen van de randvoorwaarden (inrichting van de watergangen en chemische waterkwaliteit). De inspanningen van Delfland om vis op de agenda te krijgen worden als positief ervaren.
7. Conclusies en aanbevelingen 1.
2.
3. 4. 5. 6. 7.
8.
De doelstelling van de Nota visbeleid is gerealiseerd. Delfland voldoet aan de wet- en regelgeving met betrekking tot visstand en vishabitat. Het Uitvoeringsprogramma vis is dus effectief geweest om de doelstelling in de Nota visbeleid te bereiken. De zes hiertoe geformuleerde in-compliance-maatregelen zijn uitgevoerd; De doelstelling van de Nota visbeleid (2006) is pragmatisch, maar niet SMART. De wijze van doelformulering compliceert de beleidsmonitoring, omdat concreetheid, effectindicatoren en een tijdpad ontbreken. Het vaststellen van doelrealisatie, effectiviteit en efficiëntie is daardoor bemoeilijkt; Het Uitvoeringsprogramma vis (2007) bevat maatregelen die verder gaan dan de doelstelling in de Nota visbeleid. Het Uitvoeringsprogramma voegt een ambitie toe aan de kaderstellende beleidsnotitie; In de periode 2006-2010 is de voortgang van de implementatie van het visbeleid beperkt gemonitord. In april 2008 is de Voortgangsrapportage uitvoering visbeleid ter kennisname aangeboden aan de VV; De VBC’s hebben bijgedragen aan het versterken van de samenwerking tussen de beroepsvisser, de sportvisserijvertegenwoordiging en Delfland en aan het realiseren van de doelstelling van de Nota visbeleid; De pragmatische insteek van de Nota visbeleid heeft er toe bijgedragen dat vis een duidelijke plek heeft gekregen in Delflands werkpakket. De onderwerpen visstand en vismigratie zijn volwaardig opgenomen in het programma Schoon Water; Nieuwe wet- en regelgeving, externe ontwikkelingen en het aflopen van het Uitvoeringsprogramma vis vragen om een actualisatie van Delflands visbeleid. Het formuleren van een heldere samenhangende visie en strategie is hierbij wenselijk. Dit om het beleid toekomstbestendig te maken en om duidelijkheid te verschaffen aan belanghebbende partijen in de omgeving. Specifieke onderwerpen vragen nadere uitwerking, waaronder het nationale Aalbeheerplan, visstandbeheerplannen, visplannen en beheer en onderhoud ten behoeve van vis. Delfland heeft zijn doelen, maatregelen en instrumenten met betrekking tot visstand, vishabitat en vismigratie nu nog niet in samenhang beschreven. Het is wenselijke om, bij actualisatie van het visbeleid, aandacht te besteden aan integraliteit en samenhang.
4
Een beroepsvisser, een afvaardigde van de hengelsporters en een belangenbehartiger van Sportvisserij Zuidwest Nederland
Notitie evaluatie visbeleid
8