Oktober 1998
NOTITIE ‘ZEGENING DOOR HANDOPLEGGING’ 1
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding
2.
Begripsomschrijving
3.
Handoplegging bij huwelijk, doop, belijdenis en bevestiging ambtsdragers
4.
Handoplegging op andere momenten -handoplegging bij zieken, stervenden en nabestaanden -handoplegging voor alleengaanden -handoplegging voor mensen die scheiden -handoplegging op een kruispunt van het leven -handoplegging om kinderen te zegenen
5.
Handoplegging bij alternatieve relaties
6.
Samenvatting
1. INLEIDING Onder gemeenteleden kan de behoefte bestaan om op bepaalde momenten een zegen te ontvangen vanuit de kerk. Bijvoorbeeld een zegen over hun relatie, bij ziekte of op een kruispunt van het leven. Het is dan meestal de bedoeling om deze zegening middels handoplegging zichtbaar en tastbaar te maken, naast de (bijbel)woorden die hierbij gesproken kunnen worden. Daarbij gaat het niet om een plotselinge, modieuze, vraag of behoefte. De bijbel laat namelijk al een praktijk zien waarin zegening en handoplegging zowel in het dagelijkse leven als in de kring van de gemeente veel ruimer een plaats krijgen toebedeeld dan in deze tijd het geval is. Op dit moment is er duidelijk een herontdekking gaande van andere dan verbale elementen die onze geloofsbeleving kunnen voeden en versterken. Het symbool en het gebaar ondergaan een herwaardering. In deze regeling pleiten wij voor een ruimere praktijk van het begrip 'handoplegging' . Hierbij onder andere geïnspireerd door de visie van Rootmensen (Oases in de Woestijn, Zoetermeer 1993). Wij delen zijn visie dat mensen al zegenend ruim baan maken voor alle goedheid van het leven, door dit te benoemen en te bevestigen. Daarmee nemen zij een voorschot op de door God beoogde en beloofde heelheid van het bestaan, die in het hier en nu alleen nog maar fragmentarisch is. Al zegenend grijpen we vooruit op Zijn komende Rijk.
NOTITIE ‘ZEGENING DOOR HANDOPLEGGING’ 2
2. BEGRIPSOMSCHRIJVING Zegenen gebeurt in de bijbel in verschillende richtingen. God wil mensen zegenen, zo lezen we vele keren. Bijzonder aansprekend is in dit verband de zegen die Jacob ontvangt, na zijn worsteling bij Pniël(Gen.32), voordat hij zijn levensweg vervolgt. Maar het omgekeerde, mensen die op hun beurt God zegenen, vindt evenzeer plaats. Zij loven en zegenen de grote Naam des Heren (Ps.103). Zij spreken uit wie de Betrouwbare en Algoede in hun leven is. Het Nieuwtestamentische woord voor zegenen (eu-logein) betekent dan ook letterlijk 'goed-spreken'. Tenslotte vertelt de bijbel ook hoe mensen elkaar zegenen. Daarin bevestigen zij bij elkaar wat waardevol in hun leven is, en Wiens nabijheid onmisbaar blijft. In de zegen worden mensen gesterkt in en bepaald bij dat wat goed en heilzaam is. Een zichtbare handoplegging symboliseert in de bijbel onder andere wiens eigendom je bent. Als God Zijn hand op ons legt, dan laat dit zien dat wij Hem volledig toebehoren. En dit gebaar bezegelt Zijn belofte van trouw. Ook duidt de zichtbare hand erop, dat wij mogen leven in Zijn hoede en onder de leiding van Zijn Geest. Dat betekent niet dat ons leven geen lijfelijk gevaar zou lopen. Maar wel dat Hij ons wil beschermen tegen de macht van de zonde en uiteindelijk de dood. Zo is de handoplegging een teken van onze geborgenheid in God en de nabijheid van Zijn Geest, wat een mens ook overkomt. Als mensen elkaar zegenen en in de naam van de Heer de handen opleggen, dan spelen daarin twee momenten of bewegingen een rol van betekenis; die van ontvangen en aanbieden, van toewending en toewijding. ontvangen (de toewending van God naar een mens) het mogen delen in de heilzame nabijheid van de Schepper; het mogen leven uit de gemeenschap met Christus; het mogen ontvangen van de gaven van de Geest. aanbieden (de toewijding van een mens aan God) een moment van persoonlijk belijden van je geloof; het je beschikbaar stellen voor een taak in de gemeente; op welke andere wijze dan ook in je leven gericht willen zijn op wat God voor ogen staat in Zijn komende Koninkrijk. Voor een verdere bijbelse en historische bezinning op zegeningen kunnen we verwijzen naar het artikel van G. van de Kamp in 'De weg van de liturgie; Tradities, achtergronden, praktijk' (Zoetermeer, 1998). 3.
HANDOPLEGGING BIJ HUWELIJK, DOOP, BELIJDENIS EN BEVESTIGING AMBTSDRAGERS Het huidige beleid, zoals is vastgesteld in de vergadering van de wijkkerkenraad van 21/11/1994 , is erop gericht dat bij huwelijk, doop, belijdenis en bevestiging van ambtsdragers de handoplegging plaatsvindt. Wel met de aantekening dat vooraf een gesprek met de betrokkene(n) plaatsheeft.
NOTITIE ‘ZEGENING DOOR HANDOPLEGGING’ 3
4. HANDOPLEGGING OP ANDERE MOMENTEN Een volgende vraag is of er in de gemeente niet meer ruimte gemaakt moet worden om op andere momenten mensen een zegen, middels handoplegging, mee te geven. Of, als die ruimte er in de praktijk al blijkt te zijn, om deze mogelijkheid vaker openlijk te noemen en aan te bieden aan mensen. Onderstaand noemen wij enkele van deze momenten waarop handoplegging kan plaatsvinden. Handoplegging bij zieken, stervenden en nabestaanden In het Nieuwe Testament zijn meerdere voorbeelden van handoplegging bij zieken of stervenden te vinden. Bij ons kan het ontbreken van een ziekenzalving, zoals de Rooms Katholieke kerk die kent, als een gemis ervaren worden. Ook binnen onze kerk moet het mogelijk zijn om, na overleg met de betrokkene(n), de zieke of stervende de handen op te leggen. Daarbij wordt niet een genezing langs occulte weg beoogd, maar ontvangt een mens de verzekering dat Christus lichamelijk en geestelijk met hem is. Gedacht kan worden aan een huisliturgie, ingebed in zorgvuldig pastoraat, waarbinnen de zegening haar plek krijgt. Ook kan aan de nabestaanden Gods zegen meegegeven worden. Handoplegging voor alleengaanden Mensen die geen levenspartner vinden, kunnen het op een gegeven moment als hun levenstaak zien om alleen door het leven te gaan. Over die vaak niet gewenste en moeilijke levensweg kunnen zij Gods zegen vragen, zoals anderen dat over hun gezamenlijke weg doen. Handoplegging voor mensen die scheiden Het lijkt zacht gezegd schrijnend dat mensen bij de vreugde over hun huwelijk de kerk wel weten te betrekken, maar dat een scheiding zich vaak geruisloos buiten diezelfde kerk om voltrekt. Het zou een goede zaak zijn, daar waar dit nog mogelijk is in een stukgelopen relatie, dat mensen het verbreken van hun belofte ook bij God willen brengen. Vervolgens kunnen zij of één van beiden een zegen vragen over de weg die ze alleen of met kinderen verder gaan. Het gaat dus niet om het zegenen van een scheiding,die suggestie mag nergens worden gewekt, maar mensen ontvangen na deze crisis in hun leven opnieuw een zegen van de Heer. Handoplegging op een kruispunt van het leven Er kunnen momenten in het leven zijn waarop mensen vragen om een zegen of om de vernieuwing van een eerder ontvangen zegen. Te denken valt aan een bijzondere maatschappelijke taak, een nieuwe levensfase, vertrek naar het buitenland of een huwelijksjubileum. Ook kunnen we denken aan een situatie waarin mensen, na een donkere periode in hun leven, een nieuwe start willen maken. Gezegend willen zij de toekomst tegemoet. Handoplegging om kinderen te zegenen In de kerk groeit het aantal ouders dat aarzelt bij de kinderdoop. Daaraan liggen heel verschillende redenen ten grondslag. Sommigen vinden bijvoorbeeld dat hun kind deze beslissing zelf, op latere leeftijd, moet kunnen nemen. Zij zijn principiële voorstanders van de volwassendoop. Dikwijls leeft bij hen wel de behoefte om in het openbaar God dank te brengen en het kind een teken van Zijn nabijheid mee te geven, in de vorm van een zegening met handoplegging. In onze visie is het een goede zaak dat een kerk, terwijl zij de visie van deze ouders niet tot de hare maakt, hiervoor wel ruimte biedt. Moeilijk is de vraag wat te doen met ouders die zichzelf te weinig kerkelijk in het geloof vinden, om voor de doop van hun kind te kunnen kiezen. Op zich is het eerlijk wanneer ze dit melden en niet
NOTITIE ‘ZEGENING DOOR HANDOPLEGGING’ 4
willen huichelen. Maar moet je ingaan op hun eventuele verzoek tot zegening? Graag verwijzen we naar het standpunt van het Samenwerkingsorgaan voor de Eredienst van de SOW-kerken. Dit orgaan pleit op ruime wijze voor de mogelijkheid van kinderzegening, namelijk wanneer ouders hier zelf om vragen. Tegelijk plaatst zij deze tegen de achtergrond van een toeleven naar de doop, waarbij ouders zich verplicht weten tot het ter hand nemen van de geloofsopvoeding. Hun motivatie hiertoe, ook reeds het sleutelwoord bij onze doopbediening , wordt vooraf serieus besproken. Voor deze laatste groep ouders kan dit betekenen dat hun kind, na een vroege zegening, later op nog jonge leeftijd alsnog de doop ontvangt. Bij dit alles mag meespelen dat in het kerkelijk leven toch al vragen bij de kinderdoop bestaan, zeker nu de beaming door de dopeling in de persoonlijke belijdenis steeds vaker uitblijft. Trouwens, de volwassendoop (beter: de doop op persoonlijk belijden) is door de calvinistische kerken ook altijd erkend en gepraktizeerd. Je kunt zeggen dat beide wegen meer en meer als 'gelijkwaardig' erkend gaan worden: die van de volwassendoop naast die van de kinderdoop met de beoogde latere belijdenis. Zie daarvoor bijvoorbeeld ook de nieuwe Kerkorde…:'De doop wordt bediend aan hen voor wie of door wie de doop begeerd wordt.' Het is goed om de kinderzegening niet als alternatief voor de doop te presenteren, maar-zoals deze notitie suggereert-op te nemen in het verlengde van de kruispunten in een mensenleven. Het gaat hierin dan om 'geboorte vieren' en om de markering van Gods' nabijheid aan het begin van de levensweg. Noties die typerend zijn voor de doop (verbond, genade, gemeente) blijven op de achtergrond. Bij de liturgische vormgeving moet de zegening ook duidelijk onderscheiden worden van de doopbediening. Beide mogen niet in dezelfde dienst plaatsvinden. Verder worden geen doopliederen gezongen of kaarsen uitgedeeld en kan bijvoorbeeld van een doopjurk geen sprake zijn. De beloofde toewijding van ouders aan de geloofsopvoeding mag genoemd worden, maar de belofte zelf kan beter achterwege blijven. Eenvoudigweg kan de volgende opzet gelden: ouders met hun kind worden naar voren geroepen; dankzegging en voorbede worden uitgesproken; het kind ontvangt de zegen met handoplegging; de gemeente zingt een lied. Het is ons inziens een goede zaak wanneer we in "De Goede Reede" op deze wijze, vanuit bovenbetoogde achtergrond, de mogelijkheid bieden aan ouders om hun kind te laten zegenen. Dit zegenen is zowel liturgisch als pastoraal gezien een verrijking van ons kerkelijk leven. Bovendien sluit het aan bij de eerder uitgezette lijn rond belijdenis en doop in "De Goede Reede", om helderheid aan mensen te geven en tegelijk de doop 'zuiver' te houden. Daarbij realiseren wij ons dat de doop zo verankerd is in de structuur van de kerkorde dat je ervoor moet waken dat deze niet wordt ontkracht. Uitgangspunt zal altijd in eerste instantie de doop zijn. In onze Samen op Weg wijkgemeente stellen wij deze doop centraal wanneer wij een bezoek brengen aan ouders en hun pasgeboren kindje. De doop is inzet van gesprek en voor ons het zegel waarin wij het bewijsstuk ontvangen dat God ons als Zijn kinderen wil aannemen (zie ook Mattheus 28:16-20 :Het zendingsbevel).
NOTITIE ‘ZEGENING DOOR HANDOPLEGGING’ 5
We hoeven echter niet te vrezen dat gezegende kinderen kerkelijk dakloos worden, In de Hervormde gemeente worden ze geboortelid, in de Gereformeerde Kerk kunnen ze gastlid worden en de nieuwe SoW-kerkorde biedt de ruimte hen te rekenen tot 'de gemeente in bredere zin'. Bijbels gezien kan er nauwelijks bezwaar zijn tegen het zegenen van een kind. Jezus zelf omarmde de kinderen, legde hun de handen op en zegende hen (Marcus 10: 13-16). Tenslotte is het goed om af te spreken dat een verzoek tot kinderzegening eerst in het moderamen wordt behandeld. Daar wordt ook het meest geschikte moment vastgesteld. 5. HANDOPLEGGING BIJ ALTERNATIEVE RELATIES Een moeilijke vraag tenslotte is die naar handoplegging bij andere dan huwelijkse relatievormen. In het bijzonder denken we dan aan het meegeven van de zegen aan twee homoseksuele mensen die samenwonen in liefde en trouw. Mogen we dat doen als kerkelijke gemeente? Of andersom: mogen we dat wel weigeren als het verzoek naar ons toekomt? Meteen beseffen we dat , welke keuze je ook maakt, dit altijd bij een deel van de gemeente tot problemen zal leiden. In de acceptatie van homofilie is wel veel veranderd in de afgelopen jaren, maar dit betekent niet dat alle neuzen dezelfde richting op wijzen. Nu is het niet de bedoeling om hier het hele gesprek over de homofiele naaste, dat in de jaren '70 en '80 uitgebreid in de kerken gevoerd is, over te doen. Wel is het goed om te benadrukken dat er meer zicht is gekomen op wat de bijbel wel en niet zegt. Enerzijds valt moeilijk te ontkennen dat de bijbel een boek van zijn tijd is, een tijd waarin men weinig wist van de achtergronden van homoseksualiteit,en met huiver en afkeer hierover kon spreken. Anderzijds valt op dat de bijbel met name homoseksuele ontsporingen veroordeelt, zoals ze dat ook bij heteroseksuele uitspattingen doet. Paulus bijvoorbeeld ( Romeinen 1) spreekt over getrouwde hetero-mannen die zich vergrijpen aan jonge knapen. En voor het vaak geciteerde verhaal over Sodom en Gomorra (Genesis 19) geldt evenzeer dat het hier om een wellustig vergrijp jegens de vreemdelingen gaat, dat trouwens allereerst geduid moet worden als een ernstige schending van de gastvrijheid (Ezech. 16:49, Luc.10:10). Velen zoeken in deze tijd aansluiting bij de grondhouding van liefdevolle acceptatie die Jezus in woord en daad uitdroeg. Juist ook in de richting van mensen die lange tijd werden uitgestoten en veroordeeld. Deze evangelische grondhouding zouden we graag willen onderstrepen. De vraag waar we als gemeente van 'De Goede Reede' op dit moment voor staan is deze: 'Willen wij verder gaan dan een vrij breed levende tolerantie ten aanzien van homofilie en durven wij het samenleven van twee homoseksuele mensen, naar de bijbelse richtlijnen van liefde en trouw, ook inderdaad 'goed' te noemen?' Als je uitspreekt dat het goed is wanneer twee mensen elkaar gevonden hebben en samen door het leven gaan dan moet je hen ook Gods zegen durven meegeven. Dienen wij als wijkkerkenraad dan ook niet deze beslissing te nemen? Eerder al gaven we er blijk van dat homoseksuelen van harte welkom zijn aan het Avondmaal en dat het ambt voor hen openstaat. Ook spreekt in de pastorale omgang met elkaar een houding van meer dan tolerantie. Een zegen over hun relatie mogen we hen desgevraagd dan ook niet onthouden. Dit geldt evenzeer voor twee heteromensen die samenwonen, maar niet wensen te trouwen. Daarbij zal het met name gaan om mensen die al eerder getrouwd waren. Te denken valt hierbij aan mensen die nu gescheiden zijn, een weduwe of een weduwnaar. Zij hebben vaak iets van: trouwen doe je maar één keer. Wel kunnen ze een zegen over hun nieuwe relatie verlangen, nu ze weer in liefde en trouw willen samenleven. In de Bijbel staat het monogame huwelijk zeker hoog aangeschreven, maar het is daar niet de enige en normatieve relatievorm en het kan dan ook moeilijk als scheppingsordening of sacrament geduid worden. Het lijkt een goede zaak in de kerk aan verschillende relatievormen ruimte te bieden en die
NOTITIE ‘ZEGENING DOOR HANDOPLEGGING’ 6
in een zegen te betrekken, waarbij het elkaar 'in liefde trouw zijn' het criterium vormt. In zijn studie 'Zegen vieren' voegt C.F.G.E. Hallewas daaraan de vraag toe of we in de kerk bepaalde relatievormen zegenen, of mensen die hun relatie naar bijbelse richtlijnen en onder Gods zegen vorm willen geven. Het voorgaande samenvattend mogen wij ons gedragen weten door de bijbel die ons richtlijnen geeft die dienstbaar zijn bij het bepalen van een visie inzake 'handoplegging bij niet-huwelijkse relaties'. De bijbel geeft ons een aantal kernwoorden die door het hele boek terugkomen. Woorden als liefde, trouw, gerechtigheid en bevrijding zijn in die zin niet tijd- en cultuurgebonden. Praten over relaties komt dan in een ander perspectief te staan dan 'zo hoort het toch!' Het komt te staan in het perspectief van de schepping. Hoe kunnen mensen zo met elkaar omgaan dat ze mens kunnen zijn zoals God bedoelt. Daarbij kunnen weer woorden van Rootmensen (1993) ons allen tot steun zijn: 'God zegent mensen, mensen zegenen God en elkaar om te bevestigen wat goed en heilzaam is!' Bij dit alles moet goed overwogen worden op welke wijze een dergelijk voornemen niet alleen met de Algemene Kerkenraad, maar tevens met de wijkgemeente besproken wordt. Onverkwikkelijke gesprekken waarin gevoelens gekwetst worden, dienen te allen tijde te worden vermeden. Ook moet duidelijk zijn op welke momenten de wijkkerkenraad betrokken zal zijn bij bepaalde verzoeken en voornemens van gemeenteleden. . 6. SAMENVATTING Wij hebben in het voorgaande een aantal momenten geschetst waarop de handoplegging, na overleg en goede gezamenlijke voorbereiding met de betrokkene(n), kan plaatsvinden. Zonder mensen overijld de handen op te leggen (1 Timotheus 5:22) kunnen er meer situaties of omstandigheden zijn, waarin het als zinvol en verrijkend ervaren wordt wanneer mensen elkaar de handen op kunnen leggen en daaraan de naam van de Heer verbinden. Ons voorstel luidt dan ook om als kerkenraad in de gemeente inderdaad op bovengenoemde momenten meer ruimte te maken voor zegening en handoplegging. Daarbij is het een goede afspraak om, daar waar de tijd dit toelaat, ieder verzoek of voornemen tot zegening vooraf te melden op het moderamen of de kerkenraad. Verder betekent dit concreet dat rond de praktijk van handoplegging en zegening een aantal zaken geregeld en ontwikkeld moeten worden. Er kunnen bijvoorbeeld speciale ochtend- en/of middagdiensten worden vastgesteld waarin zegening middels handoplegging plaatsvindt. Ook zullen liturgische vormen voor vieringen in de kerk en thuis verzameld of ontwikkeld moet worden. Meestal zal de handoplegging een taak voor de predikant zijn, maar dit is zeker geen voorschrift. Ook anderen, denk bijvoorbeeld aan de ambtsdragers, kunnen zich er in betrokken weten. Het is de taak van de wijkkerkenraad deze dingen in goede banen te leiden voor heel de kerkelijke wijkgemeenschap. Soms een moeilijke, maar ongetwijfeld een dankbare taak! Veenendaal-West,1 oktober 1998 SoW-Wijkkerkenraad 'De Goede Reede'
NOTITIE ‘ZEGENING DOOR HANDOPLEGGING’ 7