Notitie Kennisbijeenkomst Oud Krispijn Safari en Inspiratiesessies 4 oktober 2012
Oud Krispijn: geliefd én verguisd… Welke wijk in Dordrecht is zo geliefd en tegelijkertijd zo verguisd als Oud Krispijn? Geliefd bij vele bewoners die er al jaren wonen, zich er thuis voelen en die geen kwaad woord willen horen over hun wijk. Maar lang verguisd bij mensen buiten Oud Krispijn, die alleen de negatieve kanten zien en horen. Met een stevige aanpak, die inmiddels al meer dan tien jaar loopt, werken de gemeente, corporaties, bewoners en overige partijen uit de wijk hard om dit imago te veranderen. Kenmerkend voor die aanpak is de succesvolle verbinding tussen het fysieke en sociale programma. De ministeries van VROM en VWS wezen Oud Krispijn in 2003 niet voor niets aan als ‘landelijk voorbeeld’ van sociaalfysieke wijkaanpak. Ook bijzonder voor die tijd was het samenwerkingsverband dat gemeenten en corporaties opzetten voor de aanpak van Oud Krispijn. Met een pandenbank, grondbank en sociale bank kwamen zij tot een integrale financiering. Echter, eind 2013 houdt de aanpak ‘Oud Krispijn Vernieuwt’ op. Een kantelmoment dus. Hoe gaat de wijk straks verder? Daarover denkt en praat u mee tijdens een van de inspiratiesessies. Deze notitie schetst een beeld van de aanpak in Oud Krispijn van de afgelopen tien jaar en kunt u gebruiken ter voorbereiding van de sessie. Aan het einde van de notitie staat het vraagstuk van uw sessie beschreven.
De wijk Oud Krispijn Oud Krispijn is gebouwd in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Rond 1920 breidde Dordrecht zich voor het eerst uit met een nieuwe wijk, buiten de historische schil: Oud Krispijn. De wijk heeft een mooie ligging ten zuiden van het Dordtse centrum, dichtbij het station en verschillende uitvalswegen. Oud Krispijn heeft een tuindorpkarakter, veel groen en een speels stratenpatroon. De woningen kregen bijzondere aandacht met verspringende gevels, afwisselende dakvlakken en opvallende baksteenversieringen. Het resultaat is een buurt met een eigen stijl en een zeer sociaal karakter.
In de jaren zeventig en tachtig zijn delen van de wijk vernieuwd. Door de bouwtechnische staat en het einde van de exploitatietermijn kwamen veel woningen later opnieuw in aanmerking voor ingrijpend onderhoud of vervanging. Oud Krispijn werd door woningzoekenden en bewoners slecht gewaardeerd en kende een hoge mutatiegraad. Naast een lage woonwaardering kreeg Oud Krispijn in de jaren negentig met een flinke sociale problematiek te maken. De wijk veranderde, bewoners zochten hun woonruimte in nieuwere wijken. Nieuwe bewoners, vaak uit de lagere inkomensgroepen, waaronder veel arbeidsmigranten en later vluchtelingen, vestigden zich in Oud Krispijn. De komst van nieuwe bewoners heeft er toe geleid dat de sociale samenhang verminderde. Oud Krispijn kreeg ook te maken met een groeiende werkloosheid, onveiligheid, drugshandel
1
en parkeerdruk. Daarnaast leidde het gebrek aan activiteiten voor kinderen en jongeren tot verveling en daarmee overlast. Antilliaanse bewoners uit Oud Krispijn wisten begin jaren negentig regelmatig negatief het nieuws te halen met de relletjes die zij veroorzaakten bij een aantal straten en pleinen van de wijk. De gemeente en drie woningcorporaties Woondrecht (inmiddels Woonbron Dordrecht), Interstede en Progrez (inmiddels gefuseerd tot Trivire) stelden dat structureel ingrijpen in het zuidelijke deel van Oud Krispijn noodzakelijk was. Ook de actieve bewonersgroep OKBZ (Oud Krispijn Bewoners Zelforganisatie) gaf aan dat het zo niet langer door kon gaan. De problemen hadden zich dermate opgestapeld (slechte kwaliteit woningen en woonomgeving, sociale problemen, werkloosheid, overlast, criminaliteit), dat gemeente en woningcorporaties het project Oud Krispijn Vernieuwt (2000 - 2013) startten. De OKBZ bedong hierbij dat er voor iedere gulden in ‘stenen’ ook een gulden aan een sociaal programma besteed werd. Het breed gedragen doel van Oud Krispijn Vernieuwt was om de leefbaarheid te verbeteren, het aantal huurwoningen te verminderen (sloop en vervanging door nieuwbouw van overwegend koopwoningen, ruimte creëren voor groen, speelruimte en parkeren) en de sociale problemen aan te pakken (aandacht voor scholing, wijkeconomie, activeren van bewoners, zorgnetwerk en veilig verkeer). Na verschillende inhoudelijke visies en discussies over de rolverdeling verschijnt in 2000 het ‘Raamwerk 2010, plan van aanpak Nieuw Wonen in Oud Krispijn’. In 2004 wordt dit herzien en aangevuld tot het ‘Raamwerk 2013’, met een uitgebreid fysiek en sociaal programma.
2
Drie banken… Wanneer het eerste Raamwerk in 2000 verschijnt, zetten gemeente en corporaties een voor die tijd uniek samenwerkingsverband op met een pandenbank (corporaties), grondbank (gemeente) en sociale bank (gemeente). In de grondbank werden alle activiteiten van het gemeentelijk grondbedrijf en de diensten Stadsontwikkeling en Stadsbeheer ondergebracht (sloop, gronduitgifte, bouwrijp maken en openbare ruimte). In de sociale bank wed al het geld voor het sociale programma opgenomen. Dit is aanvullend op het reguliere programma.
…en de oprichting van de WOM De corporaties Woondrecht, Interstede en Progrez richtten in 2001 een pandenbank op in de vorm van een wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM): Krispijn Wonen. Dit was een van de eerste landelijk opgerichte wijkontwikkelingsmaatschappijen. Het doel van de oprichting was om als één partij, samen met gemeente Dordrecht, slagvaardiger aan de wijkvernieuwing van Oud Krispijn te werken. Ook voor huurders in de wijk was dit duidelijker en overzichtelijker. In eerste instantie verliep de oprichting van de WOM moeizaam door de dubbele overdrachtsbelasting, het vaststellen van de boekwaarde, het bepalen van de verhouding van inbreng van bezit, de te kiezen juridische vorm en het ontwikkelen van een toegelaten instelling. De corporaties losten de problemen op door van de WOM een vennootschap onder firma te maken. Hierin werd het economische eigendom en de beschikkingsmacht ingebracht. Het juridische eigendom bleef achter bij de corporaties. De WOM werd opgericht voor een periode van tien jaar. Krispijn Wonen nam het bezit van de drie corporaties tegen boekwaarde over en heeft dit in 2010, toen de WOM werd opgeheven, tegen bedrijfswaarde weer overgedragen aan de corporaties. De verdeling van investeringen in en opbrengsten uit Krispijn Wonen tussen de drie corporaties vond plaats naar rato van inbreng: Woondrecht 45%, Progrez 41% en Interstede 14%. Krispijn Wonen nam zowel het beheer als de ontwikkeling voor haar rekening. De WOM maakte een investeringsprogramma en bepaalde welke woningen al dan niet werden gerenoveerd of vervangen door nieuwbouw. Hierdoor was voor het vastgoeddeel van de vernieuwing maar één plan van aanpak nodig in plaats van drie afzonderlijke. Met de oprichting van de WOM ontstond er in feite één nieuwe organisatie voor alle huurders van sociale huurwoningen in Oud Krispijn Zuid. Dat maakte het mogelijk eenduidige afspraken te maken met huurders, de te herhuisvesten bewoners en de nieuwe kopers en huurders. De WOM werkte intensief samen met de gemeente in het samenwerkingsverband Oud Krispijn Vernieuwt. De gemeente nam enerzijds het sociaal programma en de openbare ruimte voor haar rekening, en dacht mee over de nieuwbouw. Krispijn Wonen verzorgde anderzijds de renovatie, het beheer en de nieuwbouw van de woningen. Een unieke samenwerking en een goed voorbeeld van integrale wijkaanpak. Eind 2010 werd de WOM Krispijn Wonen ontbonden. Naast de ontbinding van Krispijn Wonen droeg Woonbron haar woningbezit binnen Krispijn Wonen over aan Trivire. Woonbron en Trivire spraken al eerder af dat Trivire het beheer van alle huurwoningen in Oud Krispijn Zuid voor haar rekening zou nemen. Sinds december 2010 is Trivire dan ook officieel eigenaar van de woningen. Trivire rondt samen met gemeente Dordrecht de vernieuwing van Oud Krispijn af tot en met 2013 in het samenwerkingstraject Oud Krispijn Vernieuwt.
3
Oud Krispijn Vernieuwt: sociaal en fysiek verbonden Met het Raamwerk 2013 -een herziene versie van het eerdere Raamwerk 2010- is de aanpak van Oud Krispijn zowel op fysiek als sociaal vlak heel stevig ingezet. Ondanks een ingrijpend bouwpgrogramma, is de fysieke vernieuwing altijd ondergeschikt geweest aan sociaal in Oud Krispijn. Een uitgebreid investeringsprogramma stond aan de basis van een groot aantal activiteiten, gekoppeld aan vier hoofddoelen van het sociaal programma: 1. het blijvend vergroten van de betrokkenheid en activering van bewoners 2.het verbeteren van de sociale en fysieke veiligheid; 3.het verbeteren van de sociale infrastructuur; 4.vermindering van de werkloosheid en verbetering van de economische bedrijvigheid.
Betrokkenheid bij de wijk De verschillende bevolkingsgroepen in Oud Krispijn zijn in de loop der tijd langs elkaar heen gaan leven. De bewoners, en de communicatie met hen, spelen daarin in het algemeen een belangrijke rol in de aanpak. Oud Krispijn Vernieuwt gebruikt veel verschillende manieren om bewoners te informeren en te laten participeren. De wijkwebsite bevat dagelijks vers nieuws. Er is een wijknieuwsbrief die maandelijks verschijnt, maar ook regelmatig een extra uitgave kent rond een thema of over een buurt. Ook de lokale pers verhaalt regelmatig over de wijk. Aanvullend zijn er dan nog de instrumenten die meer op ad hoc-basis, in specifieke gevallen, worden ingezet. Een goed voorbeeld hiervan is de stemming onder de bewoners (via de wijkwebsite) over de komst en inrichting van een nieuw speelplein in de Mauvebuurt (zie meer informatie hieronder). Het allerbelangrijkst blijkt echter het persoonlijk contact te zijn. Oud Krispijn Vernieuwt heeft in de zeer betrokken Oud Krispijn Bewoners Zelforganisatie een goede gesprekspartner. Hierin hebben de meeste bewoners- en huurdergroepen zich verenigd. Verder schuiven de bewoners aan in het wijkoverleg en vele werkgroepen.
4
Een belangrijke doelgroep die de partijen willen betrekken bij de vernieuwing van de wijk zijn de jongeren. In het kader van de sociale vernieuwing zijn wijkconsulenten en recreatiesportleiders actief en worden dagelijks sport- en spelactiviteiten geboden zoals het opvangprogramma ‘Thuis Op Straat’, dat gericht is op het verhogen van de veiligheid op de pleinen en in de straten. Uitgaande van de potenties en kansen van jongeren is er ook veel aandacht voor het terugdringen van het aantal jongeren dat zonder startkwalificatie op de arbeidsmarkt komt.
e-participatie Mauveplein Een voorbeeld van een geslaagd experiment om bewoners meer te betrekken bij de vernieuwing van de wijk was het e-participatieproject voor de herinrichting van het Mauveplein in 2008. De bewoners van de Mauvebuurt in Oud Krispijn hadden de mogelijkheid om via de wijkwebsite hun stem uit te brengen over het nieuwe plein. Zij konden in twee stemronden aangeven wat voor soort plein hun voorkeur heeft en hoe de inrichting er uit moest komen te zien. Van de direct omwonenden heeft 52% mee gedaan. Bij dit project is er voor gekozen om naast alle reguliere middelen ten behoeve van informeren, publiciteit, participatie, ook gebruik te maken van e-participatie.
Projectleider Pieter Bekkers zei hierover: "e-participatie was een leuke aanvulling op wat we normaal al doen bij participatie omdat we veel meer mensen en leeftijden bereikt hebben dan ‘normaal". Bekkers was verheugd over het grote bereik via internet. "De meningen komen zo veel scherper en vrijer beschikbaar. Op een reguliere bewonersavond zijn er vaak enkele ‘spelbepalers’, waar de rest van de bewoners niet gemakkelijk tegen in durft te gaan."
5
Veiligheid Bij de start van de wijkaanpak in Oud Krispijn was er geen sprake meer van een gezamenlijk veiligheidsgevoel. De politie is actief de buurt ingegaan en er zijn programma’s gestart gericht op herstel van orde en rust. De politie heeft in de wijk ook een nieuw onderkomen gekregen zodat er meer toezicht is, waardoor de onveiligheidsgevoelens steeds meer afnemen. Bovendien is de personele capaciteit van de politie uitgebreid. Er is, naast repressie, veel aandacht voor preventie en communicatie. Ook is er veel aandacht voor het vergroten van de verkeersveiligheid in de Oud Krispijn. De Veiligheidsmonitor (voorheen monitor Leefbaarheid en Veiligheid) laat een positieve verbetering op het gebied van leefbaarheid, woonomgeving en veiligheid.
Rapportcijfer leefbaarheid
Rapportcijfer woonomgeving
rapportcijfer veiligheid in de buurt
Veiligheidsmonitor (L&V)
Veiligheidsmonitor (L&V)
Veiligheidsmonitor (L&V)
jaar
Oud Krispijn
2005
6,2
Dordrecht 6,9
2009
6,6
7,1
2011
7
7,2
Dordrecht
jaar
Oud Krispijn
2005
6,2
7
2009
6,6
7,2
2011
7
7,3
jaar
Oud Krispijn
Dordrecht
2005
5,8
6,7
2009
6,3
7
2011
6,2
6,8
6
MFA Koloriet Een belangrijk onderdeel binnen het sociale programma is de bouw van en de in januari 2008 geopende multifunctionele wijkaccommodatie (MFA) Koloriet. Naast het buurtcentrum huisvest Koloriet twee basisscholen, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang, een servicecentrum voor ouderen, ruimte voor (allochtone) zelforganisaties en een sporthal.
Werkloosheid De bewoners van Oud Krispijn waren veelal laag of niet geschoold, er heerst een relatief grote werkeloosheid, terwijl in de wijk ook weinig arbeidsplaatsen zijn. Het vergroten van een succesvolle schoolcarrière en de stimulering van de sociale, creatieve en emotionele ontwikkeling van kinderen is een belangrijk uitgangspunt in het sociale programma voor Oud Krispijn. Daarnaast zijn de activiteiten er vooral op gericht om de afstand tussen de arbeidsmarkt en de nieuwkomers in de wijk te verkleinen. Daartoe worden onder andere gecoördineerde individuele trajectafspraken met de nieuwkomers gemaakt.
Fysieke aanpak De gemeente Dordrecht, Krispijn Wonen en de Oud Krispijn Bewoners Zelforganisatie (OKBZ) streven met de fysieke aanpak van de wijk naar een meer evenwichtige samenstelling van de bevolking, met meer ruimte voor de midden en hogere inkomens. “Dit laatste is hard nodig om de draagkracht in de wijk te verbeteren en het economische draagvlak te vergroten. Maar ook voor de huidige bewoners moeten er voldoende huisvestingsmogelijkheden blijven’, aldus de partijen in het Raamwerk 2013. Het ambitieniveau is dus om met o.a. het woningbouwprogramma hogere inkomens aan te trekken, middengroepen vast te houden en ruimte te bieden voor lage inkomensgroepen die willen blijven.
7
Concreet had Krispijn Wonen bij aanvang van de herstructurering 2.076 huurwoningen in beheer in Oud Krispijn Zuid. Meer dan de helft van deze huurwoningen is de afgelopen jaren gesloopt en een groot deel is gerenoveerd. Om de openbare ruimte te vergroten, is slechts de helft van de gesloopte woningen teruggebouwd. Daarnaast is er een woningaanbod gecreëerd om de middengroepen in de wijk te behouden en mensen met hogere inkomens aan te trekken. In getallen ziet de fysieke ingreep van de afgelopen jaren in Oud Krispijn er als volgt uit: •
•
•
Van de 2.076 huurwoningen zijn er 1.128 gesloopt, 550 huurwoningen zijn gerenoveerd (uiteenlopend van gevelrenovatie tot een totaal aanpak). 170 nieuwbouwwoningen zijn verkocht. Daarnaast zijn nog 50 huurwoningen uit het bestaande bezit verkocht. Op peildatum 04-10-2012 zijn 216 huurwoningen en 351 koopwoningen nieuw gebouwd. Na afronding van het Raamwerk bedraagt de nieuwbouw: 290 huurwoningen en 390 koopwoningen. Door alle ingrepen in de woningen is er sprake van verdunning. In 2013 is de verhouding tussen huur en koop (bezit Trivire): 67% huur en 33% koop.
Oud Krispijn bestaat uit drie buurten, ieder met een eigen karakter. Hieronder een korte schets van de ingrepen in de Mauvebuurt, Vincent van Goghbuurt en de Goeverneurbuurt.
Behoud tuindorpkarakter Mauvebuurt en Vincent van Goghbuurt De monumentale Mauvebuurt en de nieuwe Vincent van Goghbuurt hebben een 'tuindorpkarakter': bredere straten, met aandacht voor groen en spelen. De Mauvebuurt bestaat uit oorspronkelijke authentieke arbeiderswoningen in jaren 20-stijl. De Mauvebuurt (deelgebied 4 op de kaart) is in 2003 en 2004 geheel gerenoveerd en heeft een monumentenstatus. De woningen zijn in aangepast aan de woonwensen van deze tijd. Er is, mede door acties van de bewoners, gekozen voor kwaliteit, zodat het originele tuindorpkarakter uit de jaren twintig is behouden. Op de plaats van de voormalige Mauveschool is een nieuw groen speelplein aangelegd: het Mauveplein.
8
De nieuwbouw en de inrichting van de openbare ruimte in de Vincent van Goghbuurt (deelgebieden 2 en 3) sluit daar qua karakter goed op aan. In dit tuindorp gaat het om de ruimte, ruim wonen in een ruim opgezette omgeving. Het is een gezinsbuurt, met onderlinge zorg en een veilig en intieme uitstraling. Ook hier speelt het groen een belangrijke rol in de wijk. Op de plaats van de oude Mondriaanschool is de multifunctionele accommodatie (MFA) Koloriet gebouwd.
Goeverneurbuurt: een nieuw stedelijk milieu In het oostelijk deel van Oud Krispijn, ook wel de Krispijnse Driehoek genoemd, is gewerkt aan de nieuwe Goeverneurbuurt (deelgebieden 8, 9, 10 en 11). Deze buurt heeft een meer gemengd karakter gekregen dan de tuindorpen Mauve- en Vincent van Goghbuurt. Door sloop van woningen is er ruimte ontstaan voor spelen, groenvoorziening en parkeren. Vooral de aanleg van enkele grote nieuwe pleinen geeft de buurt meer openheid en ruimte voor de vele jonge inwoners van Oud Krispijn. Rondom de nieuwe pleinen ligt de nadruk op nieuwbouw, variërend van eengezinswoningen tot woningen voor diverse doelgroepen zoals jongeren, senioren en begeleid wonen. Beheer van de openbare ruimte speelt een belangrijke rol.
Particuliere woningverbetering Dichterskwartier In het Dichterskwartier kunnen woningeigenaren ondersteuning krijgen bij de verbetering van hun woning. De kwaliteit van deze woningen staat in schril contrast met de kwaliteit van de nieuwbouwwoningen in de aangrenzende Goeverneurbuurt. Naast het beschikbaar stellen van de subsidie en de laagrentende lening, stimuleert de gemeente een gezamenlijke aanpak en ondersteunt technische en sociale begeleiding. Uitgangspunt is dat de woningeigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor het verbeteren van de woningen. De gemeente wil er samen met eigenaren voor zorgen dat de woningen weer minimaal 25 jaar mee kunnen. Nadat in 2010 het plan van aanpak werd goedgekeurd heeft een aantal woningeigenaren al een bouwkundig opname rapport (BOR) laten maken en op basis hiervan een verbeterplan 9
opgesteld. Bouwadviesbureau de Groene Werf begeleidt de eigenaren bij het opstellen van de verbeterplannen.
Sloop zuidelijk deel Oud Krispijn Het zuidelijk deel van Oud Krispijn (deelgebied 1) wordt tegen het einde van de planperiode in 2013 gesloopt. 296 portiekwoningen maken hier plaats voor 140 eengezinswoningen, waarvan 18 sociale huurwoningen, 18 sociale koopwoningen en 104 middeldure koopwoningen. Ondanks dat de woningmarkt in zwaar weer verkeerd, blijft de ambitie staan. De bouw van deze laatste fase is wel uitgesteld. Dit betekent dat woningen die al leegstaan gesloopt worden en de uitverhuistermijn voor de laatste fase uitverhuizers wordt verlengd tot 2017. Oud Krispijn Vernieuwt zoekt naar een oplossing om het gebied tijdelijk in te vullen.
Financiering In 2000 hebben de woningcorporaties en de gemeente afspraken gemaakt over de verdeling van de financiële verantwoordelijkheden. Uitgangspunt was een 50-50 verdeling. Hiermee onderstreepten de partijen de gezamenlijke inzet en het gemeenschappelijk belang. Tijdens de eerdergenoemde herijking van het Raamwerk in 2004 bleek dat er meer middelen nodig waren voor onder andere nieuwe bouwprojecten, parkeren, groenvoorzieningen en spelen. Corporaties en gemeente hebben de 50-50 verhouding daarom losgelaten. Afspraak daarna was dat de gemeente (grondbank en sociale bank) en de corporaties (pandenbank) zelf zorgen voor de extra financiële middelen. Pandenbank Krispijn Wonen werd opgericht voor een periode van tien jaar. Ze heeft in het bezit van de drie corporaties in Oud Krispijn tegen boekwaarde overgenomen. Gedurende tien jaar exploiteerde Krispijn Wonen alle woningen. Waarnodig zijn woningen gerenoveerd, verkocht, gesloopt en nieuw gebouwd. Het bezit heeft in Krispijn Wonin in 2010 tegen bedrijfswaarde weer aan de corporaties overgedragen. Het tekort wat in de VOF achterbleef is verdeeld naar naar rato van hun inbreng in de VOF verdeeld: Woonbron (voorheen Woondrecht) 45%, Progrez 41% en Interstede 14%. De corporaties delen daarbij niet alleen de gemeenschappelijke voor- en nadelen, maar ook de risico’s. De opbrengsten van de pandenbank moesten vooral komen uit de verkoop van de bestaande huurwoningen. De resultaten daarvan vielen tegen. Oorzaken waren onder meer de markt, de leefbaarheid in een buurt waar wordt verkocht en de noodzaak voldoende huurwoningen beschikbaar te houden voor mensen die na sloop moeten verhuizen. Een optelsom in 2004 dreigde uit te komen op het negatieve saldo van de pandenbank op 31 december 2013 van € 61 miljoen. Een verdubbeling ten opzichte van de prognose bij start. In eerste instantie konden de drie corporaties hiervan ongeveer de helft dekken. Omdat een landelijke matching van corporatiegelden mislukte, moest voor het resterend tekort een andere oplossing worden gezocht. Dit gebeurt op drie manieren: • Progrez heeft in 2007 het oorspronkelijke aantal te verkopen woningen in de Mauvebuurt tegen verkoopwaarde vervroegd uit de VOF genomen; • de gemeente voor enkele bouwprojecten in de startfase van Oud Krispijn Vernieuwt lagere grondprijzen heeft gerekend.; • de drie vennoten de rente op de leningen aan Krispijn Wonen naar 4% hebben verlaagd.
10
Grondbank De financiële resultaten voor de grondbank zijn in eerste instantie beter dan voorzien in het Raamwerk 2010. Dat heeft vooral te maken met een omvangrijker sloopnieuwbouwprogramma (met meer koopwoningen, dus hogere grondopbrengsten). Daar staan extra kosten tegenover voor het beeldkwaliteitplan. Totaal € 7 miljoen. Sociale bank Voor de uitvoering van het sociale programma is, inclusief alle reguliere gelden die worden besteed in de wijk, een investering nodig van € 24 miljoen.
De inspiratiesessies In drie parallelle inspiratiesessies tijdens de Kennisbijeenkomst is er ruimte is om dieper in te gaan op een aantal wezenlijke toekomstvragen voor Oud Krispijn. Want er is straks sprake van een kantelpunt. Hoe gaat de wijk verder wanneer de aanpak van Oud Krispijn Vernieuwt eindigt? Hoe houd je de opgebouwde waarde in de wijk in stand en wat is de (nieuwe) rol van bewoners, ondernemers en andere partijen? De sessies hebben ieder een verschillende insteek: - sessie 1 gaat in op de vraag wat men straks nog mag verwachten in Oud Krispijn als de aanpak van Oud Krispijn Vernieuwt stopt. En van wie? - sessie 2 gaat in op de vraag of en hoe de doorgaans traditionele vorm van bewonersparticipatie kan veranderen in een vorm die meer richting zelforganisatie gaat. Wat is er nodig voor een dergelijke verandering en wie zouden daar de eerste aanzet toe kunnen geven? - In sessie 3 wordt gekeken hoe een nieuwe samenwerking tussen bewoners, gemeente en corporaties er na 2013 uitziet in Oud Krispijn. Oud Krispijn Vernieuwt was met de WOM een samenwerkingsverband. Kan deze vorm inspiratie bieden voor de toekomst? SESSIE 1: Op zoek naar een nieuwe balans Tijd: 13.15 – 15.45 uur Plaats: De Buitenwacht, Bosboom Toussaintstraat 67, 3314 GB Dordrecht Kenmerkend voor de aanpak Oud Krispijn Vernieuwt is de steeds terugkomende balans in de plannen (zowel sociaal als fysiek). Het einde van de aanpak betekent dat er gezocht moet worden naar een nieuwe balans in de wijk. Vragen: • Wat is het basisniveau in de leefomgeving (vervuiling, overlast, veiligheid, openbare orde) dat men mag verwachten in de wijk? Waar kunnen bewoners, maatschappelijke instellingen en ondernemers in Oud Krispijn straks op terugvallen en waar niet meer op? • Van wie mag dat verwacht worden, waar zijn welke partijen op aanspreekbaar? • En welke rol speelt de economische crisis hierin? Sessie 1 staat onder leiding van Olof van de Wal (Platform31) en Arie van Zanten verzorgt een toelichting op het vraagstuk namens Dordrecht.
11
SESSIE 2: Van participatie naar (co)producent Tijd: 13.15 – 15.45 uur Plaats: ‘Het Kolorietbos’, wijkcentrum Koloriet, Jacob Marisstraat 70, 3314 TK Dordrecht Oud Krispijn Vernieuwt heeft participatie van bewoners hoog in het vaandel. Er is de afgelopen 10 jaar een heel palet aan participatievormen ontwikkeld. De ene wat succesvoller dan de andere. Een bekend en succesvol voorbeeld is het experiment met e-participatie over de herinrichting van het Mauveplein. Toch heeft ook die vorm van participatie niet opgeleverd dat omwonenden zich verantwoordelijk voelen voor het medebeheer van het plein. Participatie is meedoen, maar nog niet mee-eigenaar zijn. Vragen: • Hoe ontstaat er een voedingsbodem in Oud Krispijn waarbij bewoners, ondernemers en maatschappelijke instellingen zelf kijken en initiatieven oppakken? • Wie en/of welke partijen kunnen hier een belangrijke eerste stap in zetten? • In de woorden van de WRR, hoe maak je de stap van beleidsparticipatie naar maatschappelijk initiatief? Sessie 2 staat onder leiding van Dave van Ooijen (Platform31) en Evert Peereboom verzorgt een toelichting op het vraagstuk namens Dordrecht. SESSIE 3: van WOM naar...? Tijd: 13.15 – 15.45 uur Plaats: ‘Het Kolorietbos’, wijkcentrum Koloriet, Jacob Marisstraat 70, 3314 TK Dordrecht Er is met de WOM in Oud Krispijn een cultuur ontstaan van vanzelfsprekende samenwerking. Na de opheffing van de WOM eind 2010, zijn corporatie Trivire en de gemeente inmiddels goed op elkaar ingespeeld met de aanpak Oud Krispijn Vernieuwt. Het raamwerk loopt in 2013 echter ten einde en er is veel verricht met behulp van deze samenwerkingsconstructie. De aard en inhoud van de samenwerking tussen instituties en bewoners verandert na 2013. Vragen: • In hoeverre trekken gemeente en corporatie zich na 2013 terug uit Oud Krispijn? • Hoe kan het succes van de WOM en de aanpak van Oud Krispijn Vernieuwt bijdragen aan het succes van het vervolg? • Kan er in Oud Krispijn een nieuwe institutionele vorm van samenwerking ontstaan, bijvoorbeeld in de vorm van een Bewonersbedrijf? • En hoe wordt de nieuwe samenwerking tussen partijen dan geborgd? Sessie 3 staat onder leiding van Jurgen van der Heijden (AT Osborne) en Esther van Beelen verzorgt een toelichting op het vraagstuk namens Dordrecht.
Opbouw van de sessies Na een inspirerende introductie op het vraagstuk is er ruimte om hier kort eerste vragen op te stellen. Vervolgens maakt u een wandeling door Oud Krispijn om inspiratie op te doen en informeel met uw groepsgenoten te praten. Na de wandeling wordt in groepsverband nagedacht en gediscussieerd over de (nabije) toekomst van Oud Krispijn. Het doel van de sessies is vooral om Dordrecht te inspireren met (nieuwe) denk- en 12
oplossingsrichtingen voor Oud Krispijn. Geen bindend advies dus, maar eerder het meegeven van inspiratie op dit vraagstuk vanuit uw eigen praktijk en expertise voor deze wijk. De resultaten uit iedere sessie komen terug tijdens het afsluitende tafelgesprek in ‘De Wereld Draait Door’-stijl.
13