NOTITIE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSZORG HOEKSCHE WAARD
Inleiding Op 1 januari 2003 is de gewijzigde Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid in werking getreden. De gewijzigde wet verplicht gemeenten om elke vier jaar een lokale nota volksgezondheid vast te stellen. Door de bestuurders van de Hoeksche Waard is in 2002 de wens geuit om ook op subregionaal, Hoeksche Waards niveau, activiteiten te ontplooien en projecten op te zetten. Voor de uitvoering van de activiteiten op subregionaal niveau is een regionaal medewerker volksgezondheid aangetrokken. Voor 2004 is een subregionale nota/werkplan opgesteld waarin de op te pakken thema’s en activiteiten zijn opgenomen. Een van deze activiteiten is een klein onderzoek naar (een tekort aan) huisartsen, apotheken, tandartsen, fysiotherapeuten en consultatiebureaus in de Hoeksche Waard. Met dit onderzoek wordt inzicht gegeven in de vraag of er een tekort is binnen de Hoeksche Waard of dat een tekort in de komende jaren dreigt. Als een tekort wordt geconstateerd worden oplossingsrichtingen benoemd voor het scheppen van een aantrekkelijker vestigingsklimaat.
Aanleiding De eerstelijnszorg is een essentiële sector voor de preventieve zorg. Een directe aanleiding om aandacht te besteden aan de eerstelijnszorg is het huisartsentekort dat in veel gemeenten al aanwezig is of dreigt. Vooral in grote steden en in plattelandsgebieden groeien de tekorten aan bv huisartsenzorg. De aard van de problemen en de oplossingen zijn ook in grote lijnen bekend, zeker op landelijk niveau. Om problemen echter te kunnen signaleren op lokaal niveau en daarbij als gemeente de juiste oplossingsrichtingen te kiezen is ook informatie op gemeentelijk niveau nodig.
Kengetallen voorzieningen Om te kunnen constateren of er binnen de Hoeksche Waard een tekort aan eerstelijnsvoorzieningen is of kan ontstaan, dient allereerst een koppeling gemaakt te worden met de landelijke normen die gelden voor aantallen voorzieningen ten opzichte van de bevolking en bevolkingsgroei. Landelijke normen ten opzichte van aantallen voorzieningen per gemeente Voor consultatiebureaus zijn geen normen vastgesteld. De consulten en consulttijden en huisbezoeken zijn vastgelegd in landelijke normen en richtlijnen. De formatie van de consultatiebureaus en de hoeveelheid consultatiebureaus worden hierop aangepast. Voor huisartsen, fysiotherapeuten, apotheken en tandartsen zijn landelijke normen per fte vastgesteld. Deze zijn: Huisartsen per fte. : 2350 Fysiotherapie : 1695 Apotheek : 9000 Tandartsen : 2700
Wanneer deze normen (benodigd) worden afgezet tegen inwoneraantal en aantal daadwerkelijke voorzieningen (werkelijk) levert dit het volgende beeld op. In dit overzicht is niet meegenomen het aantal niet full-time werkenden. Uitgegaan is van een volle formatie. Daarnaast is niet meegenomen het aantal 55+ en ouder. Een hoog percentage uitstroom is van invloed op een eventueel tekort aan 1e lijns voorzieningen in de toekomst. Korendijk inwoners B1 11019 Huisarts 4,7 Fysiotherapeut 6,5 Apotheek 1,2 Tandarts 4
Strijen inwoners B 9312 5 4 4 5,5 geen3 1 3 3,4
Binnenmaas inwoners B 19230 Huisarts 8,2 Fysiotherapeut 11,3 Apotheek 2 Tandarts 7
’s-Gravendeel inwoners B 8860 9 3,8 12 5,2 1 1 4 3,3
W2
W
Cromstrijen W inwoners B 13102 3 5,6 3,5 7,7 1 1,5 2 4,8
W 4 1 1 2
Oud-Beijerland inwoners B 23366 10 13,8 2,6 8,6
W 5 12 1 4
W 7 6 2 7
Uit bovenstaand schema kan in eerst instantie worden afgeleid dat op dit moment bij de gemeente OudBeijerland een tekort aan huisartsen bestaat. Bij de overige gemeenten is een klein tekort dan wel zijn voldoende huisartsen aanwezig. Ten aanzien van het huidige aantal fysiotherapeuten kan worden geconstateerd dat de gemeenten Korendijk, Strijen, Binnenmaas, ’s-Gravendeel en Oud-Beijerland minder voorzieningen hebben dan benodigd. Ten aanzien van het aantal apotheken kan worden geconstateerd dat hier geen noemenswaardige verschil aanwezig is tussen benodigd en werkelijk. In alle gemeenten is het aantal benodigde tandartsen ten opzichte van werkelijk benodigd minder, met als grootste verschil de gemeente Binnenmaas.
1
B=benodigd W=werkelijk 3 Er is geen aparte apotheek in Korendijk. De huisartsen hebben apotheek aan huis 2
Bevolkingsgroei Om te kunnen constateren of het mogelijke tekort aan eerstelijnsvoorzieningen zal toenemen, dient een relatie gelegd te worden met de bevolkingsgroei de komende jaren en de toenemende vergrijzing waardoor de vraag nog kan toenemen en er een wijziging van aanbod zal plaatsvinden. De onderstaande gegevens zijn gebaseerd op een onderzoek van de Provincie Zuid Holland4 2005
Gemeente Binnenmaas Cromstrijen Korendijk O-Beijerl. s-Gravend. Strijen
65-74 1597 1009 844 1578 643 711
Aantallen personen 75+ 1187 798 563 1349 583 575
65-74 2054 1317 1014 1875 753 884
Aantallen personen 75+ 1361 873 648 1475 602 633
65-74 2633 1762 1265 2551 1033 1161
Aantallen personen 75+ 1592 1006 751 1609 647 74-
Tot. 65+ 2784 1807 1407 2927 1226 1286
Inw.tot. 19269 13313 11009 22895 8735 9264
65-74 8,3 % 7,6 % 7,7 % 6,9 % 7,4 % 7,5 %
% van totaal 75+ 6,2 % 6,0 % 5,1 % 5,9 % 6,7 % 6,1 %
Tot. 65+ 14,4 % 13,6 % 12,8 % 12,8 % 14,0 % 13,6 %
65-74 10,6 % 9,8 % 8,9 % 8,1 % 8,4 % 9,3 %
% van totaal 75+ 7,0 % 6,5 % 5,7 % 6,4 % 6,7 % 6,6 %
Tot. 65+ 17,6 % 16,3 % 14,7 % 14,5 % 15,1 % 15,9 %
65-74 13,7 % 13 % 10,9 % 11 % 11,2 % 12,2 %
% van totaal 75+ 8,3 % 7,4 % 6,5 % 6,9 % 7,0 % 7,8 %
Tot. 65+ 22,0 % 20,5 % 17,4 % 17,9 % 18,2 % 20,0 %
2010
Gemeente Binnenmaas Cromstrijen Korendijk O-Beijerl. s-Gravend. Strijen
Tot. 65+ 3406 2190 1662 3350 1355 1517
Inw.tot. 19332 13465 11333 23137 8973 9522
2015
Gemeente Binnenmaas Cromstrijen Korendijk O-Beijerl. s-Gravend. Strijen
Tot. 65+ 4225 2768 2016 4160 1680 1901
Inw.tot. 19205 13518 11606 23180 9227 9485
De gemiddelde provinciale bevolkingsprognose ligt op ongeveer 16,4 %. Uit bovenstaande gegevens blijkt dat de gemeente Binnenmaas in 2015 relatief het meeste aantal ouderen heeft. Op basis van het provinciale gemiddelde kan ook worden gesteld dat de Hoeksche Waard als regio een toename heeft van het aantal 65 plussers die hoger ligt dan het gemiddelde.
4
Rapportage huisarts in beeld, Provincie Zuid Holland, Den Haag, februari 2004
Trends en ontwikkelingen Landelijk Apotheken Uit landelijke onderzoeken blijkt nergens dat er sprake is van een mogelijk tekort aan apotheken. De meeste gemeenten hebben voldoende apotheken binnen haar gemeente om aan de vraag te voldoen. Reden hiervoor is vooral dat er voor apotheken weliswaar landelijke normen zijn per aantal personen per apotheek maar een overschrijding hierop heeft minder effecten voor de vraag. Tandartsen Uit een onderzoek van het RIVM5 blijkt dat er momenteel een onevenwichtige leeftijdsopbouw van tandartsen bestaat. Door deze onevenwichtige leeftijdsopbouw zullen op korte en middellange termijn meer tandartsen uittreden dan dat er nieuwe bijkomen. Na 2010 dreigt er een (groot) tekort aan tandartsen te ontstaan. Het rapport geeft ook aan dat naast de onevenwichtige leeftijdsopbouw, ook andere trends leiden tot tekorten in de tandheelkundige zorg. Zo zal de vraag toenemen, doordat de bevolking tot op oudere leeftijd de tanden en kiezen behoudt en daardoor langduriger mondzorg zal verlangen. Huisartsen Uit een onderzoeksrapport van de Provincie Zuid-Holland6 blijkt dat er in de Provincie Zuid-Holland een structureel tekort aan huisartsen bestaat en deze tekorten in de toekomst zullen toenemen. Voor deze dreigende tekorten zijn hoofdzakelijk 3 oorzaken aan te wijzen: 1. onvoldoende instroom; 2. toenemende taakverzwaring die leidt tot overbelasting en burn out van praktiserende huisartsen en tot een negatief imago; 3. te hoge uitstroom. Deze oorzaken beïnvloeden elkaar: zo resulteren feitelijke tekorten in overbelasting van de zittende huisartsen en vormt de overbelasting mede een oorzaak voor een verhoogde uitstroom en verminderde instroom. Fysiotherapeuten Uit een onderzoek van het RIVM7 blijkt dat het gebruik van fysiotherapie de laatste jaren is toegenomen. Deze groei was het hoogst onder 0 – 19 jarigen en 65 plussers. Daarnaast blijkt dat, in vergelijking met andere paramedische beroepsgroepen, fysiotherapeuten een wat oudere leeftijdsopbouw hebben; 7% is ouder dan 54 jaar. Op basis hiervan wordt verwacht dat in de komende 10 jaar circa 7% van de fysiotherapeuten het beroep om leeftijdsredenen zullen verlaten. Gezien de leeftijdsopbouw van de beroepsgroep kunnen na 2010 tekorten ontstaan. De vervangingsvraag zal dan door de vergrijzing van de beroepsgroep toenemen. Ook in verband met de vergrijzing van de bevolking zal de vraag naar fysiotherapeuten toenemen waardoor in de toekomst tekorten zullen ontstaan. Eilandelijk Hoeksche Waard Er zijn op dit moment in twee gemeenten in de Hoeksche Waard wel ontwikkelingen gaande die van invloed zijn op het aantal eerste lijnsvoorzieningen. In de gemeente Strijen wordt momenteel de start een van gezondheidscentrum voorbereid. In het gezondheidscentrum zal 1 extra huisarts (in opleiding) worden opgenomen. In Oud-Beijerland wordt momenteel een HOED (Huisartsen Onder Een Dak) gebouwd waarin 3 huisartsen gevestigd worden. In de overige gemeenten zijn geen ontwikkelingen gaande in relatie tot de eerste lijnsvoorzieningen.
5
Tandheelkundige zorg: hoe groot is het aanbod en neemt het toe of af? 2004 Prognose van het tekort aan huisartsen in de Provincie Zuid Holland, januari 2003 7 Paramedische zorg: kort en bondig 2003 6
Conclusie Uit de geraadpleegde rapporten en op basis van de landelijke informatie blijkt dat de Hoeksche Waard in toenemende mate zal vergrijzen waardoor de druk op de eerste lijnsvoorzieningen zal toenemen. Daarnaast blijkt dat er momenteel al kleine tekorten zijn op deze voorzieningen die in de toekomst verder zullen toenemen. Dit mede uitgaande van de landelijke ontwikkelingen die tevens effect zal hebben op de eerstelijnsvoorzieningen in de Hoeksche Waard.
Oplossingsrichtingen Ideeën eerste lijnsgezondheidszorg zelf Uit de diverse landelijke onderzoeken8 blijkt dat de eerste lijnspartijen zoals huisartsen, tandartsen en fysiotherapeuten vaak in samenwerkingsverband willen werken (uit dezelfde beroepsgroep). Dit houdt in dat meerdere huisartsen of tandartsen een praktijk delen (HOED of TOED) omdat dit mogelijkheden biedt om in deeltijd te werken. Daarnaast is er ook de behoefte om met mensen buiten de eigen discipline samen te werken. Daarbij bestaat het idee om gezondheidsaccommodaties te creëren waarin verschillende beroepsgroepen zijn gehuisvest. Multidisciplinaire samenwerking zoals in eerste lijnsaccommodaties is een belangrijke ontwikkeling in het kader van het verbeteren van de eerste lijnsgezondheidszorg. Uitgangspunten gemeentelijk beleid In eerste instantie kan de gemeente haar uitgangspunten van haar gemeentelijk beleid formuleren. In het kader van het verbeteren van het zorgaanbod is het van belang om aandacht te besteden aan de principes die de gemeenten hanteren bij het ontwikkelen van beleid op het terrein van de volksgezondheid en zorg. Het gemeentelijke beleid inzake het optimaliseren van de eerste lijnsvoorzieningen kan op de volgende principes gestoeld zijn: 1. Vraagsturing: Dit betekent dat er binnen de structuur en financiering van de zorg en de direct aanpalende beleidsterreinen mogelijkheden worden gecreëerd om beter in te spelen op wat cliënten willen en belangrijk vinden. 2. Toegang tot de zorg: Vraagsturing betekent dat de toegang tot de zorg goed moet zijn. Belangrijke elementen hierbij zijn het voorzieningenpeil (voldoende zorg, voldoende kwaliteit), de directe toegang tot de zorg (versnippering van de zorg) en het tussen wal en schip raken van mensen. (terugval, wachtlijsten) 3. Zorg voor risicogroepen: Tot de risicogroepen behoren mensen met een chronische ziekte of een lage sociaal economische status, zorgmijders, migranten, vluchtelingen en ouderen. Gemeentelijke rol Om een dreigend tekort in de eerste lijnsgezondheidszorg op te lossen kan de gemeente op een aantal manieren helpen bij het ontwikkelen van geschikte accommodaties. De mogelijkheden zijn als volgt: - de gemeente kan voor zo ver mogelijk meewerken aan wijzigingen van bestemmingsplannen als bestaande bestemmingen niet voldoen; - de gemeente kan een bemiddelende rol spelen in het zoeken naar partners die eventueel accommodaties kunnen ontwikkelen; - de gemeente kan (in het uiterste geval) eerste lijnspartijen faciliteren door middel van het inzetten van haar onroerend goed. Uitgangspunt bij de drie mogelijkheden is dat de verantwoordelijkheid voor het realiseren van een geschikte accommodatie bij het veld blijft liggen. Slechts indien zich knelpunten voordoen, zal de gemeente overwegen ondersteuning te verlenen.
8
Deze ideeën worden onderschreven door de geraadpleegde betrokken 1e lijnsvoorzieningen in de Hoeksche Waard