RAADSLEDENOVERLEG HOEKSCHE WAARD Verslag van de vergadering van het Raadsledenoverleg Hoeksche Waard van 1 juli 2015 in de grote zaal van het kantoor van de SVHW in Klaaswaal. Aanwezig
De heer A.J. Borgdorff (voorzitter), de heer M.J.W. Tobeas (griffier), de heer J.A.M. Nieland (Fractie Nieland, Binnenmaas), de heer L.V.M. Niemantsverdriet (VVD, Binnenmaas), de heer A.D. van der Wulp (SGP, Binnenmaas), mevrouw A. van GemerenBokstijn (VVD, Cromstrijen), de heer D.L. Polderdijk (Cromstrijen ’98), de heer J.G. Stokman (D66, Cromstrijen), mevrouw M. den Tuinder-van Meteren (D66, Cromstrijen), mevrouw M.C.M. Boorsma-Ruitenberg (VVD, Korendijk), de heer A. de Bruin (SGP, Korendijk), de heer J. Stelpstra (PvdA, Korendijk), de heer W. de Jonge (BINT, Oud-Beijerland), de heer I.K. Mahadew (PvdA, Oud-Beijerland), mevrouw A.F. Vervelde- Tuk (SGP-ChristenUnie, Oud-Beijerland), de heer A. de Vries (CDA, Oud-Beijerland), de heer J.A.M. Lagendijk (PvdA, Strijen), de heer A.P. de Man (VVD, Strijen), mevrouw P. Rijsdijk-Mudde (Strijens Belang), mevrouw C. Smeets (GroenLinks, Strijen), de heer A. Steenbergen (CDA, Strijen) en de heer A.P. van Steenselen (ChristenUnie/SGP, Strijen), raadsleden
Mede aanwezig
De heer G.J. Metselaar (SOHW), de heer M. Alderlieste (Rabobank Haringvliet), de heer S. Corijn (Ondernemersvereniging Hoeksche Waard), de heer A.J. Moerkerke (stuurgroep Pact van de Waard), de heer N. de Pijper (Zorgwaard), de heer H.C.J. van Etten (pfo), mevrouw A. Goslings, griffier Korendijk en de heer E. Bunt, griffier Oud-Beijerland
Verslag
Mevrouw R. Hootsen
1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering om 20.30 uur en heet de aanwezigen welkom. Hij meldt dat wethouder Van Buuren verhinderd is en bij agendapunt 6 wordt vervangen door de heer Moerkerke en bij agendapunt 7 door de heer Van Etten. De griffier vult aan dat bericht van verhindering is ontvangen van de dames Vorthoren en Van Wetten en de heer Scheerhoorn. Verder vervangt de heer De Vries de heer Sintmaartensdijk, mevrouw Van Gemeren de heer Heuvelmans, mevrouw Smeets de heer Bouman en de heer De Bruin de heer Van der Linden. De agenda wordt vastgesteld. 2. Vaststellen verslag d.d. 17 december 2014 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Spreekrecht burgers Van het spreekrecht wordt geen gebruik gemaakt. 4. Rondvraag Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. 5. Ingekomen stukken - Monitor projecten Uitvoeringsprogramma 2015/Jaarplan eerste helft 2015: De voorzitter geeft aan dat het db met waardering kennis heeft genomen van dit nieuwe instrument. - Natuurbeheerplan - Brief Regiegroep Zuidelijke Delta Verslag vergadering raadsledenoverleg Hoeksche Waard d.d. 1 juli 2015
1
- Meerjarenbegroting 2015-2019. Het ROHW neemt bovengenoemde ingekomen stukken voor kennisgeving aan. - Jaarrekening 2014 De heer Van der Wulp constateert dat het rekeningresultaat positief is, maar dat dat vooral wordt veroorzaakt vanuit het programma Bestuur. Dit programma wordt voornamelijk gedekt door de inwonerbijdrage. Waarom is ervoor gekozen om de middelen binnen SOHW te houden en niet terug te storten naar de gemeenten? De heer Metselaar antwoordt dat de becijfering in de begroting enigszins is gewijzigd. Het was tot nu toe gebruikelijk om een aantal uren van programmamanagers toe te rekenen aan projecten. Dat gebeurt niet meer, waardoor er een overschot is ontstaan. Er is daarvan een bedrag van 29.000 euro in de post Algemene reserve gestort en een bedrag van 32.000 euro beschikbaar gesteld voor het sociaal domein. Hij zegt toe dat de portefeuillehouder het antwoord schriftelijk verder zal toelichten. 6. Stand van zaken Pijler 1 van het Uitvoeringsprogramma SOHW Bij dit agendapunt zijn de heren Moerkerke (stuurgroep Pact van de Waard), de heer Alderlieste (Rabobank Haringvliet) en de heer Corbijn (Ondernemersvereniging Hoeksche Waard) aanwezig voor een presentatie en toelichting. De heer Moerkerke memoreert dat eind 2014 het Uitvoeringsprogramma SOHW 20152018 is vastgesteld, waarin drie pijlers zijn benoemd. Het ROHW krijgt vanavond een overzicht van de stand van zaken van de pijler Vitaliteit in de dorpen. Graag hoort de stuurgroep een reactie op de vraag in hoeverre de raadsleden klaar zijn voor veranderingen op een aantal gebieden, gezien de veranderende rol van de politiek en bestuurders op een aantal gebieden. Daarnaast spelen aspecten als demografische ontwikkelingen en het afnemen van publieke middelen een rol. In de presentatie van vanavond besteedt de regiosecretaris, de heer Metselaar, aandacht aan de volgende thema’s: Cijfers op een rij - Bevolkingsprognoses: De ontgroening is binnen de provincie Zuid-Holland in de Hoeksche Waard het grootst (16%) en daarnaast is sprake van sterke vergrijzing. Deze gegevens hebben gevolgen voor de vitaliteit en de leefbaarheid. In het kader van ontgroening zijn onderwijsvoorzieningen een aandachtspunt. De vergrijzing maakt nodig dat wordt nagedacht over de zorg en het aanpassen van woningen. - Krimp- en anticipeerregio’s: De Tweede Kamer heeft recentelijk landelijk negen krimpregio’s en elf anticipeerregio’s benoemd, waaronder de Hoeksche Waard. De regio’s Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Goeree-Overflakkee zijn afgevallen. Vanuit de Hoeksche Waard is er contact met deze regio’s en daar worden vergelijkbare programma’s uitgevoerd. Het bepalen van krimp- en anticipeerregio’s gebeurt op basis van cijfers over de bevolkingsgroei of -krimp. Het betekent dat het Ministerie van BZK en de provincie zich samen met de regio actief bezighouden met de bevolkingsontwikkeling. Een voordeel is ook dat kennis wordt uitgewisseld met andere anticipeerregio’s. De programmamanager Ruimte/Economie van SOHW is voorzitter van de landelijke werkgroep anticipeerregio’s, die onder meer beleidsadvies aan de minister voorbereidt. Een punt waarvoor vanuit SOHW aandacht is gevraagd bij de nieuwe gedeputeerde is het gegeven dat in het provinciale collegeprogramma niets staat over krimp of antipeerregio’s. Zij heeft toegezegd dat op dat punt wel wat gaat gebeuren. Vanuit het ministerie is budget beschikbaar gesteld voor het maken van een samenwerkingsagenda per regio. De verwachting is dat daar in de volgende vergadering van het ROHW meer over gezegd kan worden. Vitaliteit in de dorpen - Vitale economie: Naast genoemde demografische factoren moet rekening worden gehouden met de veranderende rol van de samenleving en van de overheid. Er is geen sprake van groei Verslag vergadering raadsledenoverleg Hoeksche Waard d.d. 1 juli 2015
2
-
-
meer en er is nu een ander type kennis en expertise nodig. Er is een aantal deelgebieden benoemd. Het deelgebied Vitale economie richt zich op de strategie voor de bedrijventerreinen, waarover met de provincie al afspraken zijn gemaakt. Er wordt gewerkt aan een startnotitie die voor de volgende vergadering aan het ROHW zal worden gepresenteerd. Op het gebied van samenwerking hebben vijf bedrijventerreinen in de Hoeksche Waard een webportal opgericht als eerste stap op weg naar een bedrijvenloket. Onderwijs en arbeidsmarkt: De onderwijsinstellingen hebben al een plan voor het primair onderwijs opgesteld en er wordt nu gewerkt aan een plan voor het voorgezet onderwijs, waarbij aandacht is voor de koppeling aan de arbeidsmarkt. Wonen, welzijn en zorg: Komt bij het volgende agendapunt aan de orde. Voorzieningen en leefbaarheid: Komt terug in de samenwerkingsagenda. Regioprofilering: Is actief opgepakt door Rabobank, OHW, Zorgwaard en onderwijs. SOHW heeft zich bij deze partijen aangesloten. Decentralisaties sociaal domein: In de bijeenkomst van eerder vandaag is daar uitgebreid aandacht aan besteed.
De heer Corijn licht toe dat de Transitieatlas Detailhandel vorig jaar is opgenomen in het uitvoeringsprogramma van SOHW en in het Pact van de Waard. Dit instrument heeft tot doel om de gevolgen van de demografische ontwikkelingen zichtbaar te maken en op basis daarvan naar oplossingen te zoeken. De detailhandel heeft ook te maken met trends als internetaankopen en schaalvergroting en de economische crisis laat sporen na. Op 3 juni vond op initiatief van een begeleidingscommissie, bestaande uit ondernemers, SOHW en provincie, een interactieve bijeenkomst plaats voor ondernemers, gemeenten en raadsleden. Aan de orde kwamen de samenwerking in de anticipeerregio, de mogelijke gevolgen voor de detailhandel en de noodzaak om hierop te anticiperen. Er werden landelijke details geschetst en de uitdagingen voor de regio werden benoemd. Vergrijzing en toenemende internetaankopen kunnen tot 20% minder behoefte aan vierkante meters detailhandel betekenen. Er was ook een interactief gedeelte en daaruit werd duidelijk welke normen, waarden en criteria belangrijk worden gevonden bij het maken van keuzes in het winkelaanbod. Conclusies zijn: inzetten op grotere diversiteit, inzetten op een betere organisatie van detaillisten, aanpakken van leegstand, inzetten op marketing van de Hoeksche Waard, het vergroten van de leefbaarheid van kernen en de levensvatbaarheid van de detailhandel door spreiding van dagelijkse detailhandel en niet door concentratie ervan. Uit de discussie die daarop volgde kwam onder meer naar voren dat cultuur een belangrijk kernpunt kan zijn. Ook is het van belang om in te spelen op de vergrijzende bevolking door de dagelijkse detailhandel dichtbij aan te bieden en aandacht te hebben voor mobiliteit van bewoners. SOHW en Pact van de Waard willen de ingeslagen weg voortzetten. Een twaalftal deelnemers zijn bereid om zich hiervoor in te zetten en in september wordt een vervolgbijeenkomst georganiseerd. Er zal dan worden gesproken over de vraag hoe partijen verder willen. De uitkomsten zullen met alle andere betrokkenen worden gedeeld. Eventuele acties zullen in het uitvoeringsprogramma en het Jaarprogramma 2016 worden opgenomen. Mevrouw Den Tuinder zegt uit ervaring te weten hoe het voelt als het niet goed gaat bij een bedrijf en is blij dat actie wordt ondernomen. Zij constateert dat er anticipeerregio’s van de kaart zijn verdwenen en vraagt zich af wat deze daartoe hebben gedaan en of de Hoeksche Waard ervan kan leren. Maakt men op Goeree-Overflakkee bijvoorbeeld beter gebruik van de buitenwereld? Zou het eiland Hoeksche Waard niet meer naar buiten moeten treden? De heer Alderlieste stelt de aanwezigen de tegenvraag wat zij onder regioprofilering verstaan. Verslag vergadering raadsledenoverleg Hoeksche Waard d.d. 1 juli 2015
3
Mevrouw Den Tuinder hoopt dat dit inhoudt om de buitenwereld te laten zien hoe geweldig het is om in de Hoeksche Waard te ondernemen en te wonen; er kinderen te laten opgroeien en er ouders oud te laten worden. De heer Alderlieste licht toe dat bij de start van het project is geconstateerd dat men in de rest van Nederland niet weet hoe mooi de Hoeksche Waard is. Men rijdt via de Heinenoordtunnel naar de vakantiebestemming Zeeland, terwijl men eerder zou moeten stoppen. Het winkelbestand zou zich meer moeten onderscheiden van andere regio’s. Dit vraagt beleid en lef van ondernemers en andere partijen. Hij gaat in zijn presentatie over het onderwerp profilering nader in op de volgende aspecten: - Uitgangspunten: Trots zijn op het eiland en de parels in de Hoeksche Waard. Wonen is een belangrijk facet dat niet los van werken, sociale voorzieningen en recreatie kan worden gezien. - Doelgroep: Jonge gezinnen. Op dit moment verlaten veel jongeren de Hoeksche Waard als zij gaan studeren. Geprobeerd moet worden om hen terug te krijgen. - Hoe: Gezien de doelgroep is gekozen is voor het speerpunt Virtueel (Facebook, websites et cetera). Er wordt wel iets met traditionele middelen gedaan, maar de budgetten zijn beperkt. Op de vraag van mevrouw Den Tuinder of jonge mensen ook worden aangesproken en naar de reden van hun vertrek worden gevraagd, antwoordt de heer Alderlieste dat de mensen niet individueel zijn bevraagd, maar dat er wel onderzoek aan ten grondslag ligt. De tendens is om studie of werk achterna te gaan. Het is zaak om de goede punten te benoemen waardoor mensen terugkomen naar de regio. - Start en voortgang: Als extern bureau om het project te begeleiden is DM Desk uit Rotterdam geselecteerd. Dit bureau was onder meer betrokken bij het project Katendrecht. Op 22 januari is de Facebookpagina life gegaan. Van de website is de eerste fase gereed; met de twee fase wordt volgende week gestart. Daarnaast zijn er presentaties geweest op de Fenix Food Factory, de woonbeurs, de markt in Oud-Beijerland en bij Campolife. Facebook heeft al bijna 5000 volgers. Van de bezoekers hoort 47% tot de leeftijdscategorie 25 tot 44 jaar. Er wordt een schema van de herkomst van de bezoekers getoond. Op de vraag van de heer De Vries op welke leeftijdscategorie de focus ligt, antwoordt de heer Alderlieste dat dit de jong volwassenen tot circa 45 jaar zijn. De heer De Vries wijst erop dat Instagram steeds populairder wordt. De heer Alderliefste geeft aan dat men alert is op nieuwe ontwikkelingen. Hij sluit zijn presentatie af met een foto-impressie. De heer Moerkerke geeft als reactie op de vraag over het wegvallen van anticipeerregio’s dat het twijfelachtig is of men daar blij mee moet zijn. Het gaat om 23 indicatoren en marginale percentages kunnen ervoor zorgen dat een regio wel of niet het stempel anticipeerregio krijgt. De activiteiten in de betreffende regio’s zijn niet beter of anders dan in de Hoeksche Waard. De Hoeksche Waard wordt landelijk eerder als voorbeeldregio gezien door de projecten die worden uitgevoerd. Een voordeel is ook dat de Hoeksche Waard meedraait in de activiteiten van de provincie en het Rijk. Voor elke krimpregio gelden voornamelijk dezelfde redenen waarom jongeren wegtrekken. Veel jongeren gaan voor vervolgopleidingen naar steden in de omgeving en bouwen daar een sociaal leven op. Voor jonge gezinnen is een veilige woonomgeving vaak weer belangrijk en geprobeerd wordt deze doelgroep te binden. De heer De Vries stelt dat marketing voortkomt uit een bestaand probleem. De jeugd amuseert zich kennelijk niet voldoende en daar ligt volgens hem ook de oplossing.
Verslag vergadering raadsledenoverleg Hoeksche Waard d.d. 1 juli 2015
4
De heer De Man vindt dat er gebruik van moet worden gemaakt als het label anticipeerregio kan dienen om geld binnen te krijgen. Hij noemt het bijzonder dat Goeree-Overflakkee het label niet meer krijgt. Deze regio presenteert zich als een regio die dicht bij steden als Antwerpen en Rotterdam ligt, terwijl er nog tussenliggende regio’s zijn. De Hoeksche Waard moet zich focussen op de eigen toekomst en branding is een goed middel bij het oplossen van de problemen. Verder plaatst hij de kanttekening dat het woord voorzieningen veelal verschillend wordt geïnterpreteerd en stelt hij dat de markt zelf bepaalt hoe de detailhandel zich ontwikkelt. De gemeenten hebben alleen een rol bij de ruimtelijke ontwikkeling. Zijn suggestie voor het bereiken van jongeren is om naast de sociale media ook evenementen als muziekfestivals als podium te gebruiken. De heer Corijn denkt dat het bij de detailhandel niet alleen ontbreekt aan voldoende samenwerking, maar ook aan visie. Er spelen meerdere aspecten een rol en de Hoeksche Waard kent ook verschillende gebieden. Hij is ervan overtuigd dat er door de detailhandel in combinatie met het bedrijvenpark voldoende te verdienen valt. Er zal daarbij rekening moeten worden gehouden met trends als internet en er zullen nieuwe concepten ontwikkeld moeten worden. Er ligt op dat gebied een grote uitdaging voor de regio. De heer Alderlieste hoort de oproep om de Hoeksche Waard zo breed en sexy mogelijk onder de aandacht te betrekken. Het budget is echter beperkt en er moeten speerpunten benoemd worden. De suggesties worden zeker meegenomen. Mevrouw Boorsma is blij met het antwoord, waaruit ook het aspect werkgelegenheid naar voren komt. Zij denkt dat mensen die er een goede boterham kunnen verdienen in de regio zullen komen wonen. Het is van belang dat de regio zich kan onderscheiden en op dit moment is dat niet het geval. Mevrouw Rijsdijk noemt de Kiltunnel als een grote blokkade. De infrastructuur als geheel kan naar haar mening wel een oppepper gebruiken. De heer Alderlieste is het eens met deze inbreng. Mevrouw Smeets vraagt zich af waarom de vergrijzing niet als een kans wordt gezien. De Hoeksche Waard kan worden gepresenteerd als een regio waar men zijn ouders kan verzorgen en waar kinderen veilig kunnen opgroeien. Vanuit de gemeenten zou het aanpassen van woningen goed gestimuleerd moeten worden. Ook in het licht van de participatiemaatschappij wordt er dan een slag gemaakt. De heer Corbijn is het ermee eens dat vergrijzing op zich geen bedreiging hoeft te zijn. Men moet echter wel bedacht zijn op de leefbaarheid van de gemeenschap voor de langere termijn. Het project richt zich in eerste instantie op de leefbaarheid door een gemêleerde bevolkingssamenstelling te krijgen. Hij noemt verder als aandachtspunt dat veel bedrijven in de problemen komen door een gebrek aan technische vakmensen. De voorzitter dankt de heren Moerkerke, Corijn en Alderlieste voor hun inbreng, die een levendige discussie heeft opgeleverd. 7. Woningbouw en volkshuisvesting/woonvisie Bij dit agendapunt zijn de heren De Pijper van Zorgwaard en wethouder Van Etten van Binnenmaas aanwezig, die de bestuurlijk trekker, de heer Van Buuren, vervangt bij de presentatie van de regionale woonvisie. De heer Van Etten noemt als aanleiding om tot het actualiseren van de woonvisie te komen de forse druk vanuit de provincie, die in het kader van de visie Ruimte en mobiliteit heeft bepaald dat alle regio’s per 1 juli 2015 een nieuwe woonvisie moeten hebben. Daarnaast is de woningmarkt dynamisch en zaken als vergrijzing, ontgroening, krimp, kleiner wordende gezinnen en veranderingen in de zorg zijn er van invloed op. Het wordt in toenemende mate duidelijk dat de vraag bepaalt wat er gebouwd moet gaan worden. Wat de procedure betreft is bij het opstellen van de nieuwe visie zo veel mogelijk samengewerkt met het maatschappelijk middenveld. In het pfo Ruimte van 2 Verslag vergadering raadsledenoverleg Hoeksche Waard d.d. 1 juli 2015
5
juli zal de conceptvisie worden behandeld en vervolgens zal deze aan de gemeenteraden worden aangeboden. Het document zal ook als voorlopige visie naar de provincie worden gestuurd, zodat de datum van 1 juli niet te veel wordt overschreden. Als de raden instemmen, kan de visie in september definitief worden. De heer Mahadew vraagt wat inbreng van de raden kan zijn als de woonvisie tegelijkertijd naar de provincie wordt gestuurd. De heer Van Etten antwoordt dat de conceptvisie naar de provincie wordt gestuurd onder het beding dat deze nog in de gemeenteraden moet worden behandeld. Hij vervolgt zijn presentatie met een overzicht van de opgaven waar de Hoeksche Waard voor staat, zoals zorgen voor voldoende woningen voor mensen die zorg ontvangen (huur en koop), voorkomen dat er leegstand van eengezinswoningen ontstaat, zorgen voor adequate voorzieningen, het faciliteren van behoeften van starters (vooral vanuit de bestaande voorraad), betaalbare huren, oog hebben voor duurzaamheid. De heer Van Steenselen merkt op dat hij in de visie niets leest over statushouders. In hoeverre kan het probleem van leegstand van eengezinswoningen daardoor beïnvloed worden? De heer Van Etten beaamt dat er een voortdurend oplopende taakstelling is rond het huisvesten van statushouders. Er zal daarbij rekening gehouden moeten worden met hun draagkracht, waardoor de drukte in de sector van lage huren nog toeneemt. De vrijkomende eengezinswoningen zullen echter met name uit de koopsector komen. De vraag is hoe het nieuwbouwbeleid kan worden afgestemd op verwachte vraag. Projectontwikkelaars kijken voornamelijk naar de type woning waar op dit moment vraag naar is. Bij het bouwen van huurwoningen is de zorg van HW Wonen dat deze op de langere termijn verhuurd blijven. De heer Mahadew wijst erop dat de gemeenten aan de knoppen draaien en niet HW Wonen. De heer Van Etten antwoordt dat geprobeerd wordt goede prestatieafspraken te maken. Er is echter een spanningsveld tussen wat nu wordt gebouwd en de toekomstige vraag. Hij onderstreept dat het geen kritiek op HW Wonen is, maar de gemeenten bepalen niet hoeveel woningen de corporatie op welke locatie bouwt. De heer De Man merkt op dat HW Wonen een risico draagt rond de huidige woonvoorraad. Een landelijke trend is dat de corporaties het niet gemakkelijk gaan krijgen en hun grootste zorg is de leegstand op termijn. Nieuwbouw vindt plaats op huurniveau, waardoor doorstroming niet van de grond komt en scheefgroei in stand blijft. HW Wonen doet haar best, maar heeft haar beperkingen. Wellicht kunnen corporaties in de toekomst de verhuur van projectontwikkelaars overnemen, zonder dat zij zelf het risico dragen. De heer Van Etten is het daarmee eens en noemt ter aanvulling dat nieuwbouw afgezet tegen de bestaande voorraad slechts een klein deel is en dat HW Wonen in haar toekomstbeleid veel nadruk legt op het aanpassen daarvan. Zij neemt daarin aspecten als duurzaamheid en zorg goed mee. De heer Stelpstra heeft gezien dat een geactualiseerde versie van het woningbouwprogramma al in mei aan de provincie is aangeboden; dus voordat de visie was vastgesteld. In het programma is te zien dat in de Hoeksche Waard 500 woningen meer worden gebouwd dan de provincie in haar woningbehoefteraming aangeeft. Hij zegt moeite te hebben met de volgorde in de procedure en het gebrek aan informatie aan de raden. Het woningbouwprogramma komt in de presentatie niet naar voren. Wat is de status daarvan en welke invloed kan de woonvisie er nog op hebben? De heer Van Etten licht toe dat op basis van de nieuwe woonvisie een nieuw woningbouwprogramma moet worden gemaakt, dat niet veel zal afwijken van het vorige. De bedoeling is om dit aan te laten sluiten bij de door de provincie genoemde behoefte. Daarnaast worden de eigen ervaringen van de gemeenten erin meegenomen. Er wordt Verslag vergadering raadsledenoverleg Hoeksche Waard d.d. 1 juli 2015
6
dezelfde procedure gevolgd als bij de woonvisie; het programma wordt ook op 2 juli in het pfo behandeld. Van projecten in Cromstrijen en Binnenmaas, die al in het vorige programma stonden, is aan de provincie gemeld dat deze gehandhaafd blijven. De heer De Pijper gaat in zijn deel van de presentatie dieper in op de relatie tussen wonen, welzijn en zorg. Hij stelt dat zorg, los van intramurale voorzieningen, in de toekomst veel meer een leverbaar product zal zijn, dat niet altijd vooraf georganiseerd hoeft te zijn. De kerngroep was blij dat zij een rol mocht hebben bij het opstellen van de woonvisie, omdat zorg een belangrijk aspect is in relatie tot wonen. Hij noemt de stelselwijziging, die vooral mensgericht is. Dit brengt een solidariteitsvraagstuk met zich mee. Hij complimenteert de gemeenten met hetgeen zij in deze hectische tijd presteren. Hij noemt ook factoren als scheiden van wonen en zorg en de afbouw door zorgverzekeraars van intramurale capaciteit; vanaf 2016 ook van ‘zware’ capaciteit. Kijkend naar de demografie van de Hoeksche Waard zou echter minstens behouden moeten blijven wat er is. Het is ook niet iedereen gegeven om zelfstandig te blijven wonen. De transities hebben daarom naar zijn mening grote invloed op zowel de bestaande en sociale huizenvoorraad als op nieuwbouw. Omdat slechts 30% van de bestaande voorraad van de corporaties is, is een aandachtspunt hoe bij particulieren bevorderd kan worden dat zij, preventief, investeren in de eigen woning. Er zal vraag komen naar kleinschalige voorzieningen, waar mensen de mogelijkheid hebben om voor elkaar te zorgen. Betaalbaarheid is een aandachtspunt. Daarnaast zal goed naar het voorzieningenniveau en het vervoer moeten worden gekeken. In het kader van de sociale voorraad is de vergrijzing een belangrijk vraagstuk. In de Hoeksche Waard heeft slechts een deel van de babyboomers voldoende geld om de eigen leefstijl te kunnen bepalen. Een ander vraagstuk is dat door de gewijzigde wetgeving in de zorg voor verstandelijk gehandicapten en de geestelijke gezondheidszorg jongeren zelfstandig moeten gaan wonen, waardoor er meer vraag naar betaalbare woningen komt. Ook de huisvesting van statushouder dient gezamenlijk goed ingevuld te worden. De nieuwbouw, hoe beperkt dan ook, zal op de vraag afgestemd moeten worden. Juist HW Wonen heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de kernen en dorpen. De heer De Pijper onderstreept het belang van een gezamenlijke visie op het wenselijke woningbouwprogramma. Zorgorganisaties kunnen helpen om een goede keuze te maken. De visie zal ook dorpoverstijgend moeten zijn en voor het hele eiland moeten gelden. Hij nodigt iedereen uit om daaraan mee te doen. Er zal een grote mate van flexibiliteit moeten zijn en minder regelgeving. Verder is het nodig om samen te investeren in leefbaarheid. Sociale structuren moeten worden gekoesterd. Het vraagt een cultuurslag bij de burger, het maatschappelijk middenveld en gemeenten om bij initiatieven een andere denkwijze toe te passen. De heer Van der Wulp vraagt zich af wat de overheid kan doen om initiatieven van de grond te krijgen, terwijl zorgkantoren soms tegengas geven uit het oogpunt van financiering. De heer De Pijper antwoordt dat de zorgverzekeraars de aanbieders vorig jaar gevraagd hebben om voor de afbouw van zware capaciteit gezamenlijk een oplossing te bedenken, maar dat de Mededingingsautoriteit het daar niet mee eens was. De zorgverzekeraars gaan nu samen met de gemeenten kijken naar de demografie. De gemeenten wijzen vervolgens de zorgaanbieders aan wat zij moeten afbouwen of kunnen laten staan. Verder noemt hij een voorbeeld van een cliënt van een zorginstelling die in een caravan woonde die aan vervanging toe was. Toen daartoe een aanvraag werd gedaan, werd een praktische oplossing door regelgeving onmogelijk gemaakt. Mevrouw Boorsma geeft als suggestie mee om HW Wonen te betrekken, omdat de corporatie voor een groot deel van haar structurele inkomsten afhankelijk is van de verhuur aan zorgaanbieders. Zij zal te maken krijgen met leegstand waarvoor geen andere bestemming is.
Verslag vergadering raadsledenoverleg Hoeksche Waard d.d. 1 juli 2015
7
De heer Stelpstra hoort graag van de heer De Pijper of hij het idee heeft dat de door hem geschetste randvoorwaarden zijn meegenomen in de woonvisie. De heer Pijper antwoordt dat in de visie vooral de wensen worden aangegeven. De realisatie ervan is een kwestie van uitwerking. Met name het aspect van een dorpoverstijgende aanpak vraagt nog aandacht. De heer Mahadew vraagt wat de heer De Pijper onder voorzieningen verstaat. Verder hoort hij graag of de bestuurders beseffen dat het vraagstuk op een andere manier moet worden benaderd, waarbij de autonomie van de gemeenten moet worden opgegeven. De heer De Pijper antwoordt dat hij vooral spreekt over voorzieningen die de zelfstandigheid van de burger zo lang mogelijk borgen. Het kan om aanwezigheid van detailhandel gaan of om ondersteuning en begeleiding. Hij zou maximaal gebruik willen maken van bestaande voorzieningen, organisaties en gebouwen. De heer Van Etten merkt op dat de gemeenten op het eiland al goed samenwerken op het gebied van wonen. Er is ook goed overleg met het maatschappelijk middenveld. Hij kent in geen van de vijf gemeenten een project dat niet is doorgegaan door de opstelling van een andere gemeente. De heer De Man zou op de problematiek willen focussen door te kijken welke voorzieningen er niet zijn in een bepaalde kern en die wellicht een impuls zouden krijgen door er een activiteit onder te brengen. Hij vraagt zich af of er op dit moment door de individuele bestuurders van de vijf gemeenten de bereidheid bestaat om over de eigen grenzen heen te kijken. Is er een gunfactor ten gunste van een andere gemeente? De heer Van Etten is benieuwd hoe de gemeenteraadsleden daar tegenaan kijken. Zij sturen immers de bestuurders aan. De heer Polderdijk zou zich kunnen voorstellen dat het gemeentehuis in de toekomst in Klaaswaal komt. Op de vraag van de heer De Man of hij het dan de gemeente Korendijk gunt dat er 100 seniorenwoningen in Piershil gerealiseerd worden, antwoordt hij dat dat in overweging zou kunnen worden genomen. De heer Van der Wulp stelt voor om de vraag van de heer Van Etten in de bijeenkomst van 8 juli aan de orde te stellen. De heer Van Etten onderstreept nog eens dat het van het grootste belang is dat de woningbouw aansluit bij de vraag. De heer De Man meent dat het niet alleen om de vraag moet gaan, maar ook om kansen. Het aspect om een kern beter tot ontwikkeling te kunnen brengen door een zorgaanbieder er de benodigde woningen te laten bouwen, zou in de overweging meegenomen moeten worden. De voorzitter dankt de heren voor de manier waarop zij het onderwerp hebben gepresenteerd. Hij constateert dat er een zinvolle en constructieve discussie uit voortkwam. 10. Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 22.15 uur.
Verslag vergadering raadsledenoverleg Hoeksche Waard d.d. 1 juli 2015
8