2014/238281
notitie Burenakkoord
een instrument om draagvlak in te zetten bij afwijken van gemeentelijke regels en kaders
OORD
AKK BUREN
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
Het aanbrengen van focus in gebieden, thema's en doelgroepen maakt een effectievere inzet van de gemeente mogelijk Zoals genoemd in de notitie ‘Prioritering: Kiezen is noodzakelijk’ (2013/153170) kiest Zaanstad voor een gedifferentieerde aanpak: we geven prioriteit aan bepaalde gebieden en nemen in andere situaties een terugtredende rol, uitgaande van de verantwoordelijkheid van burgers en ondernemers. Dit is in het zogenaamde kwadrantenmodel uitgewerkt.
De prioritering van gebieden en thema’s wordt tot uitdrukking gebracht in gewijzigde kaders. De gemeente zal in de gebieden waar `ruimte geven' en ‘regisseren, kernkwaliteiten behouden’ het devies is vooral toetsen aan de kaders en daar niet van afwijken. Om in deze gebieden efficiënt te kunnen werken zijn eenvoudig te toetsen regels een voorwaarde. Deze regels kunnen ruimer zijn dan de huidige regels, maar er wordt géén maatwerk verricht. Hierdoor kan de efficiëntie op gespannen voet staan met het mogelijk maken van ontwikkelingen. Het is immers onmogelijk om de kaders zo in te richten dat op alle trends en toekomstige ontwikkelingen voldoende is geanticipeerd. In het kwadrant ‘ruimte geven’ wordt minimale sturing en minimale bemoeienis voorgesteld, geboren uit noodzaak vanwege de economische crisis, maar biedt tegelijkertijd kansen aan allerlei initiatieven en ontwikkelingen vanuit private partijen. In het kwadrant ‘regisseren, kernkwaliteiten behouden’ ligt de nadruk op het bewaken van de kernkwaliteiten met een juiste balans tussen sturing op de ruimtelijke kwaliteit enerzijds en het bieden van ontwikkelruimte anderzijds. ‘Programmeren en stimuleren’ gaat uit van een proactieve houding van de gemeente waarbij maatwerk wordt ingezet om ruimte te bieden aan initiatieven met maatschappelijke urgentie en die de strategische positie van Zaanstad in de regio kunnen versterken. In het kwadrant ‘kansen ondersteunen’ is er ruimte voor initiatieven die bijdrage aan de kwaliteiten in de stad met ‘slechts’ een faciliterende rol van de gemeente. 2
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
Draagvlak: op efficiënte wijze ruimte bieden en meer lokale zeggenschap. Om in deze gebieden toch medewerking te verlenen aan (bouw)initiatieven door van de gemeentelijke kaders af te wijken wordt draagvlak in de omgeving gezien als mogelijke oplossing, zonder daarvoor maatwerk te hoeven bieden. Met andere woorden, als de omgeving steun uitspreekt voor een initiatief, kan efficiënt gewerkt worden en toch ruimte worden geboden. Naast efficiency als argument kunnen we ook zeggen dat draagvlak een manier is om de omgeving meer zeggenschap te geven over de wijze waarop zij willen omgaan met gemeentelijke normen en regels die zijn opgesteld voor hun bescherming. We hoeven niet altijd op de stoel van individuele Zaanse burgers en ondernemers te gaan zitten en hun belangen te behartigen, maar kunnen meer zeggenschap over het al dan niet afwijken van regels neerleggen bij de doelgroep waarvoor die regels immers in het leven zijn geroepen. De regels en kaders kunnen zo meer afgestemd worden op de maatschappelijke behoefte en een vertaling krijgen in aangepaste beleidslijn(en) en kaders in bestemmingsplannen. Deze notitie laat zien wat de mogelijkheden zijn om draagvlak op die manier in te zetten. We geven aan hoe ruimte geven en efficiency kunnen samengaan, laten zien welke risico’s dit met zich meebrengt hoe die te ondervangen (deel A). De wijze waarop Zaanstad draagvlak inzet staat beschreven in deel B. Dit voorstel beperkt zich tot ruimtelijke initiatieven. Het gaat dus om initiatieven die betrekking hebben op het bouwen en gebruiken van gronden en gebouwen en waarvoor een omgevingsvergunning of andere ruimtelijke vergunning of toestemming nodig is. Het kan gaan om activiteiten van tijdelijke of permanente aard zowel op openbaar gebied als op privéterrein.
3
notitie Burenakkoord
een instrument om draagvlak in te zetten bij afwijken van gemeentelijke regels en kaders
deel A OORD
AKK BUREN
Notitie Burenakkoord
5
gemeente Zaanstad, oktober 2014
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
Deel A Hoe werkt het momenteel? Wanneer iemand een dakkapel wil plaatsen, een woning wil bouwen of een standplaats voor een viskraam wil hebben is een vergunning nodig. Aanvragen worden getoetst aan het bestemmingsplan en eventuele andere beleidsregels en verordeningen. Wanneer het initiatief strijdig is met de regels, kijkt de gemeente of het wenselijk is om daarvan af te wijken. Als het past in de afwijkingsmogelijkheden die de bestemmingsplannen, verordeningen of beleidsregels bieden dan wordt doorgaans snel en efficiënt de vergunning verleend. Wanneer het ook daar niet in past wordt het initiatief in de organisatie uitgezet bij verschillende adviseurs. Zij kijken of het initiatief wel aansluit bij beleidsuitgangspunten die zijn opgenomen in de diverse beleidsnota’s zoals de Ruimtelijke en Economische Structuurvisie en het beeldkwaliteitsplan Buitengebied1. Daarnaast wordt gekeken naar de mate van hinder of overlast die omwonenden kunnen ondervinden als gevolg van het initiatief. In het algemeen stellen we dus steeds drie vragen: Willen we het? (hogere schaal/beleid/visie). Willen we het hier? (hogere schaal/beleid/visie). Past het hier? (concreet/locatiegericht). De adviezen leiden uiteindelijk tot een besluit om al dan niet af te wijken van de kaders. In de besluitvorming zal duidelijk naar voren moeten komen welke belangen er spelen en welke de doorslag hebben gegeven. Daarbij geldt dat de motivering logisch en begrijpelijk moet zijn. Of een initiatief kan rekenen op steun van de omgeving wordt doorgaans niet vooraf in beeld gebracht (behalve bij meer grootschalige plannen). Het punt draagvlak komt meestal pas aan de orde wanneer buurtbewoners hun zienswijze indienen als reactie op een aanvraag. Dat levert veel werk op en in veel gevallen had dit voorkomen kunnen worden als de initiatiefnemer de plannen vooraf met de omwonenden had besproken.
Hoe kan het beter? Meer aansturen op het gesprek en minder op de escalatie is een lijn die het college omarmt. In het coalitieakkoord; ‘Samen het verschil maken’, wordt een beroep gedaan op burgers om meer zelf en met elkaar te realiseren en op te lossen. Het college legt het volgende accent: “een deel van het ambtelijk apparaat wordt in staat gesteld (potentiële) geschillen via bemiddeling en (gesprek)technieken op te lossen, opdat juridische trajecten minder nodig zijn”. Het inzetten van draagvlak als argument om af te wijken van de kaders –het Burenakkoord- kan hiervoor een instrument zijn. Hierbij hanteren we de volgende uitgangspunten: 1
Afwijkingsmogelijkheden die in bestemmingsplannen, verordeningen of beleidsregels bestaan doorgaans uit eenvoudig te toetsen regels. Beleid waar in tweede instantie aan wordt getoetst is van een andere orde: abstracter en gericht op doelstellingen. Advisering vraagt in deze gevallen om meer specialistische kennis.
6
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
Toetsing van collectief en individueel belang: Wanneer er collectieve belangen in het spel zijn is de overheid zelf aan zet om een uitspraak te doen over de wenselijkheid van de afwijking. De vraag of we willen afwijken van regels die bijdragen aan het behalen van Zaanse ambities en doelstellingen zoals het zorgen voor voldoende aanbod van onderscheidende woonmilieus of het openhouden van het veenweidelandschap, blijft primair een verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit vloeit voort uit de zorg voor de leefomgeving (artikel 21 Grondwet ) en de centrale rol bij het efficiënt verdelen en benutting van de schaarse ruimte binnen de gemeentegrenzen voor verschillende functies. Hetzelfde geldt ook voor individuele belangen van de omwonenden zoals de openbare orde en veiligheid. Kortom, draagvlak is géén doorslaggevend argument voor afwijking als er andere zwaarwegender belangen in het spel zijn2. Transparantie: de manier waarop draagvlak initiatieven toch mogelijk kan maken moet voor burgers transparant zijn. Er zullen namelijk verschillende uitkomsten ontstaan. Het moet duidelijk zijn waarom dat zo is en dat dat geen willekeur of zwalkend beleid van de gemeente is. Efficiency: het bieden van mogelijkheden via draagvlak mag niet ten koste gaan van de efficiency in de organisatie. Eigen regels: draagvlak kan alleen reden zijn om af te wijken van onze eigen regels, maar niet voor regels van andere overheden buiten onze invloedssfeer. Met deze uitgangspunten in het achterhoofd kan het Burenakkoord worden ingezet bij: kleine afwijkingen met beperkte impact waar alleen de directe buren belanghebbend zijn en initiatieven met iets meer impact in de straat of de buurt. De mogelijkheden waarop draagvlak voor een initiatief ruimte kan bieden bij afwijkingen lopen uiteen. Ze verschillen verder in de wijze waarop efficiency wordt geboekt en de manier waarop de aanvraag behandeld wordt.
2
Overigens is het onderscheid tussen regels die het belang van buren beschermen en regels die (ook) het algemeen belang behartigen soms lastig te maken. Een dakkapel aan de voorzijde van een woning heeft ook effect op het aanzicht van het straatbeeld (mits zichtbaar) en dus betrekking op collectieve belangen. Een dakkapel niet zichtbaar vanaf het openbaargebied heeft dat niet.
7
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
Ruimte bieden met het Burenakkoord Het Burenakkoord bij afwijkingen met beperkte impact Het gaat hier om initiatieven waarbij de buren hinder3 zouden kunnen ondervinden door kleine afwijkingen met betrekking tot bijvoorbeeld de bouwhoogte, aan- en uitbouwen, dakkapellen, bijgebouwen en te bebouwen oppervlakte. Wanneer een dergelijk (bouw)initiatief normaliter geen doorgang kan vinden omdat het volgens de geldende regels belangen van omwonenden schaadt, vragen we de initiatiefnemer om aan te tonen dat de direct betrokkenen desondanks akkoord gaan met de gewenste ontwikkeling. Wie zijn de direct betrokkenen? Als vuistregel geldt in deze gevallen dat de eigenaren van de kadastraal aangrenzende percelen waar het initiatief betrekking op heeft benaderd worden. Wanneer is er voldoende draagvlak? We spreken in dat geval pas van voldoende draagvlak als álle buren unaniem akkoord gaan. De initiatiefnemer dient dit met getekende akkoordverklaringen te laten 4 zien . Kan niet aan deze voorwaarde worden voldaan, dan volgt een weigering5. In die gevallen kan er namelijk niet vanuit worden gegaan dat de omgeving de hinder of overlast accepteert die zij ondervindt als gevolg van het initiatief. Zeggenschap om af te wijken van de regels ligt in handen van direct omwonden in plaats van bij de gemeente6. Dit kan omdat hier géén collectieve belangen spelen. De gemeente hoeft de vergunning hier ‘slechts’ te weigeren of af te geven. Het Burenakkoord bij afwijkingen met meer impact Bij initiatieven met een iets grotere impact (zoals een functiewijziging of de bouw van één of enkele woningen) volstaat het niet om alleen draagvlak te verkrijgen bij de directe buren, maar is (een deel van) de rest van de straat of buurt ook belanghebbend. Met behulp van een ‘draagvlakhandleiding’, waarin voorbeeldsituaties zijn opgenomen7, kijkt de initiatiefnemer wie de betrokkenen zijn. Bij twijfel bespreekt hij/zij dit samen met de gemeente. Het in beeld brengen van draagvlak gebeurt met een buurtgesprek, waarna de initiatiefnemer bijvoorbeeld via een door de aanwezigen getekend 8 gespreksverslag laat zien dat de bepaalde relevante onderwerpen 3
Hinder zoals verminderde bezonning en aantasting van privacy. Een pilot zou moeten uitwijzen welke vorm uiteindelijk juist is. 5 Een akkoord geldt hier als voorwaarde om af te wijken. 6 Op de achtergrond houdt de gemeente wel een rol. Zo zal bijvoorbeeld op grond van het gelijkheidsbeginsel ook zonder akkoord een vergunning worden verleend als blijkt dat identieke aanvragen die in het verleden ook zijn vergund (trendsetters). 7 De voorbeelden geven een richting aan op basis waarvan de initiatiefnemer kijkt wie van de buren benaderd wordt voor een gesprek, toegesneden op de eigen situatie en rekening houdend met de specifieke feiten en omstandigheden. 8 Denk hierbij aan onderwerpen als: waarom dit initiatief, wat wil de initiatiefnemer bijdragen aan de omgeving, mogelijke hinder en overlast als gevolg van privacy vermindering, schaduw, verkeer e.d. 4
8
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
besproken zijn, wie welke eventuele bezwaren heeft en in hoeverre er draagvlak is. Dit gespreksverslag wordt vervolgens door de gemeente meegenomen in de belangenafweging. De belangenafweging blijft hier in handen bij de gemeente. Dit heeft te maken met het feit dat bij initiatieven met meer impact naast individuele belangen van de omwonenden ook collectieve belangen spelen. Draagvlak alleen is dus niet doorslaggevend. Overigens kan de aanvrager niet verplicht worden het draagvlak in beeld te brengen (maar het vergroot natuurlijk wel de kans op een snellere vergunningverlening). NB. Overigens geldt dat bij initiatieven met grotere impact op de omgeving óók nog steeds een akkoord nodig kan zijn, oftewel met unanieme goedkeuring van de directe buren. Voorbeeld: een ruime meerderheid van de buurt vindt het prima als een nieuwbouwwoning in het lint wordt gebouwd, maar als de te hoge bouwhoogte van de garage hinder oplevert voor de directe buren en zij niet akkoord gaan, is er dus onvoldoende draagvlak om het bouwplan met draagvlak als doorslaggevend argument goed te keuren. Grootschalige initiatieven Wanneer het gaat om nog grootschaliger projecten, zoals herstructurering, grotere nieuwbouwprojecten (Saendelft) of grootschalige voorzieningen (Ikea, PI Hoogtij), is draagvlak in de omgeving uiteraard nog steeds van groot belang. Bij dit soort strategische projecten is lokaal draagvlak uiteraard lang niet meer de enige factor van belang in de afweging. Projecten van dergelijke schaal en importantie bevinden zich doorgaans in de rechterkant van het model in de kwadranten 'programmeren en stimuleren' en 'kansen ondersteunen'. Hier geldt het uitgangspunt dat niet zozeer de regel bepaald wat mogelijk is maar de doelstellingen die gelden. Niet efficiency staat voorop maar een toegesneden aanpak en budget.
Inzetbaarheid per kwadrant Het Burenakkoord richt zich bij kleine afwijkingen enkel op initiatieven waarbij sprake is van strijdigheid met regels die het belang van buren beschermen. Sturing vanuit de gemeente op dit (micro)niveau vormt geen bedreiging ten aanzien van de ambitie om in bepaalde gebieden sterk te sturen op kwaliteit. Hier kan dus ruimte worden geboden aan meer lokaal zeggenschap. Bij initiatieven met meer impact blijft de belangenafweging -en daarmee de mogelijkheid om regie te voeren en te sturen- sowieso bij de gemeente Bovenstaande pleit ervoor om het instrument in alle kwadranten in te zetten. In gebieden die onder het linker gedeelte van het model vallen wordt een beroep gedaan op initiatiefnemers. Zij zijn aan zet om de mate van draagvlak inzichtelijk te maken, de gemeente heeft hier vooral een toetsende rol. Bij ontwikkelingen in de kwadranten ‘programmeren en stimuleren’ en ‘kansen ondersteunen’ kunnen initiatiefnemers rekenen op meer begeleiding bij het vinden van draagvlak voor het initiatief afgestemd op de specifieke situatie en beschikbare middelen.
9
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
Effect van Burenakkoord Door de omgeving bij kleine afwijkingen met beperkte impact via het Burenakkoord meer zeggenschap te geven over het al dan niet afwijken van gemeentelijke normen en regels die zijn opgesteld voor bescherming van die omgeving, ontstaat meer ruimte voor de initiatiefnemer. Mits de omgeving dus steun uitspreekt voor een initiatief. Per saldo mogen we dus verwachten dat er meer initiatieven doorgang kunnen vinden dan in de huidige situatie. De mate waarin dat het geval zal zijn is slecht te voorspellen, maar we verwachten niet dat het effect heel groot zal zijn. Het aantal initiatieven dat geweigerd wordt is immers niet groot en heel veel winst is dus getalsmatig niet te boeken9. De praktijk zal moeten uitwijzen hoe groot het effect is. Bij initiatieven met wat meer impact is draagvlak niet de bepalende factor, maar het blijken van draagvlak in de buurt vergroot wel de kans op meewerking. Een voorbeeld hiervan is een verzoek om grondaankoop: naast de aanwezigheid van kabels- en leidingen weegt de veronderstelde importantie van de plek voor de buurt mee in de afweging. Zelden is vooraf duidelijk hoeveel waarde de buurt echt hecht aan de plek. Als dit wel het geval zou zijn, leidt dit wellicht tot een andere uitkomst. Door de buurt vroegtijdig te laten delen in de plannen kunnen potentiële geschillen opgelost worden en burenruzies voorkomen, omdat zij meer invloed kunnen uitoefenen op de planvorming. Mogelijk dat dus ook hier het aantal gerealiseerde initiatieven stijgt, maar ook hier is nog moeilijk in te schatten hoe dit uiteindelijk uitpakt.. De praktijk zal moeten uitwijzen hoe groot het effect daadwerkelijk is. Een belangrijk effect van het inzetten van draagvlak is dat een aanvraag/initiatief zowel ruimtelijk als maatschappelijk beter verankerd is in zijn omgeving.
Bijdragen aan efficiëntie Als we naar de planologische keten als geheel kijken kan het Burenakkoord –zowel bij initiatieven met beperkte als grotere impact op de buurt- bijdragen aan een efficiënter vergunningenproces. Hoe meer overeenstemming er vooraf over een initiatief is, des te kleiner de kans op zienswijzen en bewaren. Dat levert een directe besparing op. Landelijke ervaringen met deze informele aanpak bij 10 bezwarenprocedures zijn indrukwekkend . Als met het Burenakkoord 9
Omgevingsvergunningen 2012 en 2013: totaal 1.609 aanvragen waarvan 88 geweigerd, 1.135 verleend en 386 ingetrokken: Bron: afdeling Bouw- en milieuvergunningen. Overige aanvragen 2012 en 2013 (grondaankoop, standplaatsvergunning (tijdelijk en vast), objectvergunning, tijdelijke verkeersmaatregel): totaal 316 waarvan 11 geweigerd, 291 verleend en 14 waarvan het eindresultaat niet is aangegeven: Bron afdeling Klant Contact Vergunningen. 10 Met de informele aanpak boekten de betrokken overheidsorganisaties ten opzichte van de reguliere procedure een efficiencywinst van ongeveer 26 procent. Bron onderzoek van TNS NIPO, de Katholieke Universiteit Leuven in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Utrecht, de Rijksuniversiteit Groningen, de Universiteit Tilburg, Sira consulting B.V. en StibaboIn.
10
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
daar maar een klein aandeel van behaald kan worden zou dat al directe winst zijn. Daarnaast geldt dat kleinschalige initiatieven die strijdig zijn met gemeentelijke regels met een Burenakkoord direct afgehandeld kunnen worden door de afdeling Omgevingsvergunningen. Er hoeft dan intern geen advies meer te worden ingewonnen11. Dat draagt bij 12 aan efficiëntere werkwijze . Het effect op het aantal adviesuren zal waarschijnlijk beperkt zijn. De winst zit hem waarschijnlijk vooral in een snellere afhandeling van de aanvraag.
Juridische consequenties Draagvlak als voorwaarde voor afwijking Zoals eerder is geschetst is voor bepaalde afwijkingen toestemming van buren nodig om medewerking te krijgen. Voorbeeld: de ene initiatiefnemer mag wel zijn erfscheiding verhogen naar 2,5 meter omdat zijn/haar buren de negatieve gevolgen accepteren, de andere krijgt geen vergunning. Naar verwachting is hiermee geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel. Er ligt immers geen inhoudelijke afweging ten grondslag aan het besluit om af te wijken, maar het feit dat buren de gevolgen op de bezonning en zicht accepteren. Voorwaarde is wel dat er dan ook géén onderscheid wordt gemaakt in de inzetbaarheid van het Burenakkoord per kwadrant. Alle ‘buren’ zijn gelijk als het gaat over de vraag hoe zij om willen omgaan met het afwijken van gemeentelijke normen en regels die zijn opgesteld voor hun bescherming. Er is echter géén jurisprudentie die deze redenering bekrachtigt - noch jurisprudentie die het ontkracht. Een proefproces kan uitsluitsel geven. Een getekende akkoordverklaring door de buren heeft géén publiekrechtelijke status. De instemming wordt gebruikt als voeding voor een publiekrechtelijk besluit om af te wijken van de kaders13. Het is een manier waarmee inzichtelijk wordt gemaakt of de omgeving de hinder of overlast die zij ondervindt als gevolg van het initiatief, accepteert of niet. Het Burenakkoord is bedoeld om meer ruimte te bieden voor afwijkingen van bestemmingsplannen/beheersverordeningen en onderliggende beleidsregels. Een akkoord van de buren/buurt op een initiatief betekent niet automatisch dat er ook een vergunning wordt verleend. Immers het initiatief zal óók moeten voldoen aan regels die met een ander doel zijn opgesteld. Denk hierbij aan bovengemeentelijke regels zoals die in het Bouwbesluit staan en gemeentelijke eisen van welstand. Voor het laatste geval geldt overigens dat het overgrote deel van de gebieden die vallen onder het kwadrant ‘ruimte geven’ géén eisen van welstand gelden.
11
Een adviesverzoek is gemiddeld in twee weken afgerond. Op termijn is wellicht een koppeling met het flitsvergunningen-proces mogelijk. 13 Een medische indicatie (privaat) is een ander voorbeeld dat wordt ingezet om af te wijken van publiek rechterlijke ruimtelijke regels: nota Woonbebouwing. 12
11
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
Risico’s De te verwachten risico’s:
Draagvlak als voorwaarde voor afwijking schept precedent. Een proefproces wijst uiteindelijk uit dat er -op basis van het gelijkheidsbeginsel- toch een vergunning moet worden verleend aan een initiatiefnemer die géén akkoord heeft van de buren. Hierdoor bestaat de kans dat buren negatieve gevolgen ondervinden als gevolg van het initiatief. Er bestaat een kans dat die dan gecompenseerd moeten worden. Er is een vergunning verleend op grond van een akkoordverklaring van de buren terwijl er ook collectieve belangen aan de orde waren. Het onderscheid tussen regels die bedoeld zijn ter bescherming van algemene of individuele belangen is soms lastig te maken. Als blijkt dat een vergunning is verleend op oneigenlijke gronden kan dit leiden tot een vernietiging van het besluit. De consequentie hiervan kan zijn dat de aanvrager financieel gecompenseerd moet worden. De kans dat dit zich voordoet is niet erg groot. Immers al tijdens de zienswijze periode zal naar voren komen dat er ook andere gronden spelen. De gemeente baseert haar besluitvorming op onjuiste weerspiegeling van draagvlak. De initiatiefnemer kan de werkelijkheid, bewust of onbewust, anders voordoen. Ook kunnen buurtbewoners zich onder druk gezet voelen om zijn/haar steun uit te spreken voor een initiatief. Vaak kunnen dergelijke signalen tijdig opgepikt worden en kunnen daardoor meegenomen worden in de afweging. Uiteraard blijft voor iedereen de mogelijkheid open staan om zienswijze in te dienen en bezwaar en beroep aan te tekenen. Misverstanden kunnen op deze manier rechtgetrokken worden. Buren ervaren in de praktijk meer negatieve effecten als gevolg van het initiatief dan van te voren was ingeschat Het kan zijn dat buren de gemeente hierop aanspreken en financieel gecompenseerd willen worden. Om in aanmerking te komen voor schadevergoeding (zoals bijvoorbeeld recht op planschade) is het van belang dat de aanvrager van de planschade deze schade niet kon voorzien, het niet een normale maatschappelijke ontwikkeling betrof, daadwerkelijk sprake is van schade (waardevermindering) en degene niet op een andere manier schadevergoeding heeft gekregen. Goede voorlichting vooraf doormiddel van een bijsluiter bij het burenakkoord- kan helpen de omgeving te wijzen op mogelijke negatieven effecten als gevolg van het initiatief. Het initiatief kan rekenen op steun van de omgeving maar er wordt toch geen medewerking verleend aan de afwijking. Dit kan leiden tot teleurstelling bij de initiatiefnemer. Het is daarom belangrijk om duidelijk te zijn dat steun van de omgeving niet automatisch leidt naar een vergunning. Goede voorlichting is een manier waarop dit bestreden kan worden.
12
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
De actieve benadering van de initiatiefnemer roept weerstand op in de buurt. Steun vinden voor een initiatief is geen vanzelfsprekendheid. Hoewel een buurtgesprek een laagdrempelig vorm is vraagt het wel om communicatieve vaardigheden van initiatiefnemers. Het kan zijn dat de wijze van benaderen juist weerstand oproept. Een draagvlakhandleiding met tips over de wijze en manier waarop initiatiefnemers met de omgeving in gesprek kunnen gaan kan helpen om de juiste toon te vinden. Ook het uitwisselen van ervaring van initiatiefnemers onderling is een manier.
Resumerend Op beperkte schaal en op lokaal niveau kan met een akkoord (instemming) van de omgeving op efficiënte wijze ruimte geboden worden aan afwijkingen. Daarbij kunnen risico’s optreden en de juridische haalbaarheid is bovendien onzeker. Bij initiatieven met meer impact op de omgeving is een akkoord van de buurt niet de enige bepalende factor als het gaat om ruimte maken voor een initiatief. Maar het blijken van draagvlak in de buurt vergroot wel de kans op meewerking. Inzicht in de mate van draagvlak stelt de gemeente in staat om tot betere belangenafweging te komen, wat de juridische haalbaarheid van een besluit om af te wijken ten goede komt. Het Burenakkoord is bij uitstek- een instrument dat kan bijdragen aan het verder uitbouwen van de verantwoordelijkheid van burgers en ondernemers in de eigen leefomgeving. Door initiatieven en ideeën vroegtijdig te delen met de omgeving kunnen (potentiële) geschillen opgelost worden, zonder dat daar de overheid voor nodig is. Kortom, door het inzetten van draagvlak kan een aanvraag/initiatief zowel ruimtelijk als maatschappelijk beter verankerd worden in zijn omgeving.
13
notitie Burenakkoord
een instrument om draagvlak in te zetten bij afwijken van gemeentelijke regels en kaders
deel B OORD
AKK BUREN
Notitie Burenakkoord
15
gemeente Zaanstad, oktober 2014
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
Deel B Aanpak In deel B van de notitie Burenakkoord is beschreven op welke wijze Zaanstad draagvlak wil inzetten bij het afwijken van bestemmingsplannen/beheersverordeningen en onderliggende 14 beleidsregels . De manier waarop draagvlak ingezet wordt is van toepassing op het gehele gemeentelijke grondgebied. Experimentele werkwijze Zaanstad zet in op een aanpak/(experimentele) werkwijze waarbij vanuit een beschrijving in hoofdlijnen- wordt toegewerkt (lerend proces) om draagvlak als instrument te verankeren in bestaande gemeentelijke regels en kaders. Op basis van ervaringen die werkende weg worden opgedaan is de gemeente namelijk beter instaat om haar beleid optimaal aan te laten sluiten bij de praktijk. De wijze waarop Zaanstad draagvlak inzet: het Burenakkoord Als blijkt dat een ruimtelijk initiatief strijdig is met gemeentelijke kaders en regels en steun vindt in de omgeving wordt ruimte geboden voor afwijkingen door: 1. Bij kleine afwijkingen met beperkte impact medewerking te verlenen aan initiatieven waarbij de initiatiefnemer instemming van de buren heeft aangetoond. 2. Bij initiatieven met meer impact draagvlak mee te nemen als belangrijk onderdeel bij de belangenafweging voor vergunningverlening. Ad1] Kleine afwijkingen met beperkte impact. Bij omgevingsvergunning kan medewerking verleend worden aan het in geringe mate afwijken van het bestemmingsplan/ beheersverordening en onderliggende beleidsregels met betrekking tot situering, voorgeschreven oppervlaktematen, bebouwingspercentages en bouwhoogte van: bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen), bouwwerken, geen gebouwen zijnde (dakterrassen, zwembaden, boothuizen, erfscheidingen, sport- en speltoestellen, vlaggenmasten, keermuren, dakramen, daklichten en zonnepanelen); dakkapellen. met inachtneming van het volgende: 1. Het om initiatieven gaat waarbij géén collectieve belangen spelen en ‘slechts’ eigenaren van de kadastraal aangrenzende percelen hinder zouden kunnen ondervinden als gevolg van het initiatief. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hinder zoals verminderde bezonning en aantasting van privacy. 14
Niet zijnde: afwijkingen van APV (regels hoofdzakelijk gericht op openbare orde en veiligheid), Bouwverordening, Bouwbesluit (bovenwettelijk), Welstand (prioriteringsgedachte is reeds geïmplementeerd) en regels met betrekking tot gemeentelijke monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten..
16
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
2. De initiatieven primair betrekking hebben op het achter/zijerf, de achter/zijgevel en het dakvlak aan de achterzijde en zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) niet gekeerd is naar openbaar toegankelijk gebied. 3. Er sprake is van voldoende draagvlak -doordat álle eigenaren van de kadastraal aangrenzende percelen- unaniem akkoord zijn met het initiatief en de initiatiefnemer dit met getekende akkoordverklaringen kan aantonen.
Ad 2] Initiatieven met grotere gevolgen voor de omgeving. Bij initiatieven met grotere impact op de omgeving zoals een functiewijziging, de bouw van enkele woningen of het uitbouwen van panden die zichtbaar zijn vanuit het openbaar gebied is het blijken van draagvlak in de buurt een aspect die betrokken wordt bij de belangenafweging voor vergunningverlening. Naast ruimtelijke en functionele afwegingen is het één van de onderdelen, maar niet de enige bepalende factor. De volgende aspecten worden daarbij in acht genomen: 1. Het gaat om initiatieven waar zowel collectieve belangen als individuele belangen van derden aan de orde zijn. 2. In gebieden waar de Zaanse ambities hoog zijn zal draagvlak minder vaak doorslaggevend zijn dan bijvoorbeeld in gebieden waar minimale sturing en minimale bemoeienis het devies is. 3. Via een door de aanwezigen getekend gespreksverslag laat een initiatiefnemer zien welke onderwerpen zijn besproken, wie welke eventuele bezwaren heeft en in hoeverre er sprake van draagvlak is. Dit gespreksverslag wordt door de gemeente meegenomen in de belangenafweging.
17
Notitie Burenakkoord
gemeente Zaanstad, oktober 2014
Uitvoeringsagenda Het moet uiteraard niet bij ambities blijven, de bedoeling is dat de lijn uit deze draagvlaknotitie wordt uitgewerkt en opgepakt. Hiervoor is het uitvoeringprogramma gemaakt. Van 2014 tot en met 2016 is duidelijk welke acties we uitvoeren. We gaan initiatiefnemers erop wijzen dat er mogelijkheden zijn om draagvlak in te gaan zetten bij afwijkingen van bestemmingsplannen. Tegelijkertijd werken we verder aan de acties die hieronder staan beschreven.
Communicatiestrategie Maken van interne werk- en instructies afspraken gericht op het efficiënt doorlopen van het vergunningenproces voor initiatieven met een Burenakkoord/verslag Buurtgesprek Vervaardigen van een ‘burenakkoord’: een A4-tje waarin buren een handtekening zetten en verklaren dat zij akkoord zijn met het initiatief Opstellen van een ‘risicobijsluiter Burenakkoord’. In deze voorlichtingsfolder worden buren/buurt gewezen op mogelijke effecten van initiatieven Ontwikkelen van een handleiding: ‘draagvlak in beeld. Hierin is o.a. uitgelegd hoe initiatiefnemers kunnen bepalen wie ze moeten benaderen voor een gesprek Aanpassing algemene afwijkingsregels bestemmingsplannen en beheersverordeningen op basis van opgedane ervaringen tijdens werkproces Mogelijkheden voor tariefdifferentiatie leges vergunningen onderzoeken Opstellen evaluatie criteria: wanneer is de proef geslaagd? Onderzoeksresultaten en bevindingen beschrijven in eindrapportage
18
2014
2015
2016
Uitvoeren Uitvoeren
Uitvoeren Uitvoeren ste (gereed 1 kwartaal)
Uitvoeren
Uitvoeren
Uitvoeren
Uitvoeren ste (gereed 1 kwartaal)
Uitvoeren
Uitvoeren ste (gereed 1 kwartaal)
Uitvoeren
Uitvoeren
Uitvoeren
Uitvoeren
Uitvoeren
gemeente Zaanstad
Stadhuisplein 100, 1506 MZ Zaandam Postbus 2000, 1500 GA Zaandam T 14 075
[email protected] www.zaanstad.nl