Nota van Inlichtingen Handleiding Zorginkoop 2011
1
Beoordelingskader Bij het beoordelingskader voor het ophogen van het startbudget wordt niet aangegeven hoe de aangeleverde informatie wordt beoordeeld (bijlage 5). Er wordt geen norm of richtlijn aangegeven, alleen onderwerpen waarop beoordeeld wordt. Daarmee is het voor zorgaanbieders onduidelijk wat zij precies moeten aanleveren om punten te scoren en is onduidelijk hoe tot een bepaalde score wordt gekomen. Wat is ‘voldoende’ ingaan op genoemde onderwerpen en hoe vindt de weging op de verschillende onderwerpen per onderdeel van het beoordelingkader plaats? In het beoordelingskader is aangegeven wat de maximale te behalen score per criterium is. Tevens is beschreven op welke wijze de zorgaanbieder de maximale score kan behalen. Indien mogelijk is bij het criterium aangeven op welke onderwerpen ingegaan moet worden die meetellen in de score. De zorgaanbieder bepaalt op welke wijze hij de bedoelde onderwerpen verwerkt in zijn antwoord. Met voldoende ingaan op een onderwerp wordt bedoeld dat niet volstaan kan worden met een mededeling dat iets wel of niet geboden wordt of dat er wel of geen aandacht aan iets wordt besteed tijdens de behandeling. Voldoende betekent dat er informatie verstrekt wordt aan Justitie waaruit opgemaakt kan worden wat de zorgaanbieder daadwerkelijk doet of op welke wijze het gevraagde onderwerp bijdraagt aan de behandeling. Op pagina 59 van de handleiding inkoop forensische zorg is de weging van de scores beschreven. Hoe wordt omgegaan met de forensische prestatie-indicatoren in relatie tot het ophogen van het startbudget (bijlage 5)? Is het registreren en aanleveren voldoende, of wordt ook op inhoud beoordeeld? Het registreren en aanleveren is voldoende. In het jaardocument maatschappelijke verantwoording gaat de zorgaanbieder in op de forensische prestatie-indicatoren van zichtbare zorg. Justitie wil zoveel als mogelijk forensische zorg inkopen waarvan de bijdrage aan het verminderen van recidive aannemelijk is gemaakt (3.4). Betreft dit (alleen) door de Erkenningscommissie Gedragsinterventies erkende interventies? Justitie brengt momenteel in beeld wat de rol van de erkenningscommissie kan zijn. Ook interventies waarvan op andere wijze wordt aangetoond dat ze bijdragen aan het verminderen van recidive kunnen door Justitie worden ingekocht. Bij het segment verslavingszorg (3.5.4) wordt gesproken over de Community Reinforcement Approach en het stimuleren daarvan. In hoeverre past deze interventie in (groei)voorstellen van andere (ambulante) segmenten? CRA richt zich op verslaving. Echter, de methodiek die CRA kenmerkt en ook ACT, is voor Justitie een wezenlijk element in al het ambulant behandelaanbod
2
van instellingen. In de beoordeling is CRA echter alleen voor het segment ambulante verslavingszorg van toepassing. In de inkoopdocumenten wordt aangegeven (onder h1) dat de aspecten risicogebieden/factoren en risicomanagement moeten worden toegelicht. Kan jij op deze aspecten een korte toelichting geven wat daarmee wordt bedoeld? Dan kunnen wij daarna iets specifieker ingaan op deze aspecten bij onze toelichting. Risicogebieden/risicofactoren: Dit betreffen de (levens)gebieden en de factoren van de cliënt die leiden tot crimineel gedrag. Enkele voorbeelden hiervan zijn een antisociaal netwerk, psychopathologie en verslaving. Teneinde herhaling van het delictgedrag te voorkomen dienen de behandel- begeleidingsdoelen te zijn afgestemd op de risicogebieden/risicofactoren. Risicomanagement: Dit betreft de wijze waarop de risico’s op herhaald delictgedrag in de behandeling/begeleiding worden beheerst. Enkele voorbeelden hiervan zijn behandelinterventies, afspraken met betrekking tot vrijheden en controle op middelengebruik. Informatie aanlevering Zorgaanbieders moeten informatie aanleveren aan Justitie om het startbudget op te hogen en om eventueel een groeivoorstel te doen. Daarnaast moeten aanbieders prestatie-indicatoren aanleveren. Wat gaat Justitie doen met deze informatie? Komt hiervan een terugkoppeling in de vorm van een benchmark of anderszins naar de instellingen toe? Met de informatie die de zorgaanbieder aanlevert om in aanmerking te komen voor verhoging van het startbudget kan het ministerie van Justitie vaststellen in welke mate de zorgaanbieder bijdraagt aan de uitvoering van het beleid voor de forensische zorg. De individuele zorgaanbieder krijgt in de inkoopgesprek met het ministerie van Justitie terugkoppeling op de aangeleverde informatie. De prestatie-indicatoren van zichtbare zorg worden door het ministerie van Justitie niet inhoudelijke beoordeeld. De inhoudelijke toelichting is onderdeel van het maatschappelijk jaardocument van de zorgaanbieder. Continuïteit van zorg na afloop strafrechtelijke titel Voor de continuïteit van zorg na afloop van de strafrechtelijke titel lijkt Justitie de verantwoordelijkheid (grotendeels) bij de instellingen neer te leggen (zie paragraaf 3.3, p.16). Wij wijzen er op dat dit primair een financieel probleem is tussen Justitie en VWS. De financiering hiervan moet tussen Justitie en VWS geregeld worden. Zorgaanbieders hebben uiteraard wel een rol in de inhoud van het zorgtraject, maar niet in de financiering. Hoe gaat Justitie dit concreet oppakken met VWS? Continuïteit van zorg is een professioneel belang van alle zorgaanbieders. Om uitvoering te kunnen geven aan continuïteit van zorg moeten de randvoorwaarden optimaal zijn. Het ministerie van Justitie, het ministerie van VWS en zorgverzekeraars kunnen de randvoorwaarden optimaliseren. Daarover worden gesprekken gevoerd en zijn initiatieven gestart. Ketensamenwerking
3
Op het gebied van ketensamenwerking geeft Justitie aan dat de mogelijkheid van terugplaatsing van belang kan zijn. Hoe ziet Justitie dit voor zich? Moet het bed vrijgehouden worden en (hoe) is dit verwerkt in de bekostiging? Het ministerie van Justitie vraagt de zorgaanbieders in hun offerte in te gaan op de wijze waarop eventuele afspraken over terugplaatsing zijn gemaakt. Het ministerie van Justitie heeft hierover op voorhand geen vastomlijnde ideeën, maar verneemt deze graag van zorgaanbieders.
4
Wet vernieuwing forensische zorg/ Interim-besluit Het laatste uitvoeringsprotocol handelt over 2009/2010. In de loop van 2010 zijn er enkele aanvullingen geweest. Gezien de veranderingen in 2011 is een nieuw uitvoeringsprotocol geen overbodige luxe. Wanneer verschijnt nieuwe editie van dit protocol? Met de inwerkingtreding van het Interimbesluit forensische zorg wordt een aantal zaken geregeld rond indicatiestelling, plaatsing, bekostiging en facturatie. Het programma vernieuwing forensische zorg van het ministerie van Justitie beoordeelt in hoeverre een nieuw uitvoeringsprotocol 2011 noodzakelijk is. Wanneer wordt de zak- en kleedgeldregeling voor gedetineerden verwacht (blz. 8, punt 8)? U zult voor 1 januari 2011 separaat worden geïnformeerd over de zak- en kleedgeldregeling gedetineerden. Gebouwelijke beveiligingsaspecten (5.1.2). Genoemd wordt dat de zogenoemde ‘DJI-eisen’ vanaf 2008 gelden. Betreft dit nieuwbouw die vanaf 2008 is aangevraagd of ook bouw die in 2008 is opgeleverd of is opgeleverd in de ‘oude’ regeling? Nieuwbouw opgeleverd na 2008 voldoet in principe aan de door DJI gestelde eisen. DJI eisen betreffen een nadere specificatie van de College Bouweisen 2003.
5
DBBC Bevoorschotting (5.1.3). Wordt 90% van het startbudget (97.5% van de klinische productieafspraak, respectievelijk 90% van de ambulante afspraak) of 90% van de gemaakte productieafspraak bevoorschot? De bevoorschotting zal zijn op basis van 90% van de definitieve productieafspraak. Bevoorschotting (5.1.3). De drempel tot daadwerkelijke betaling van de facturen wordt maandelijks met 10% opgehoogd. Hoe wordt omgegaan met DBBC’s die lang lopen, bijvoorbeeld bij klinische productie met een lage turn-over? De genoemde DB(B)C’s zullen altijd over een periode van maximaal 1 jaar (365 dagen) worden gedeclareerd. De drempel wordt ook na elke declaratie cumulatief verrekend. Daarnaast wordt maandelijks sowieso 90% bevoorschot, ongeacht of de drempel al dan niet gehaald is. Wordt er met het afbouwen van de bevoorschotting (90% van het startbudget) rekening gehouden met instellingen die minder kapitaalkrachtig zijn? Deze wijze van bevoorschotten is ingesteld om een prikkel te geven aan het indienen van DB(B)C facturen. De 10% die niet wordt bevoorschot kan door de zorgaanbieder worden verkregen middels het versturen van DB(B)C facturen aan de Directie Forensische Zorg. In de loop van 2011 wordt bekend gemaakt op welke wijze er voor het jaar 2012 gefinancierd zal gaan worden. Welke credittarieven gelden voor de aftrek op de overloop-dbbc? Moeten daarin ook tariefskortingen van 2010 meegeteld worden? Of wordt het allemaal standaard aftrek omdat toch de oude NZa-parameterwaarde als opbrengst nog geldt in 2011. Op basis van de standaard Nza parameters zullen de credittarieven worden vastgesteld. Een eventuele tariefskorting wordt na de omrekening vanuit de DBBC naar Nza parameters toegepast.
6
Offerte/ proces Kan ik per e-mail de bijlage 1 t/m 7 als word documenten van u ontvangen? Bijlagen 1 t/m 3 en bijlage 7 staan in Word cq. Excel op www.dji.nl . Bijlage 2 zal aangepast worden. Zijn er voornemens om de mogelijkheid tot tariefskorting te laten vervallen? Er zijn geen voornemens om deze mogelijkheid te laten vervallen. Het is een instelling vrij om een tariefskorting te offreren. Dit is echter geen criterium binnen het beoordelingskader. Vanaf 2011 wordt alleen naar Wtzi toegelaten instellingen toegeleid. Wat als er voor die tijd reeds een verbintenis is aangegaan? Vanuit het oogpunt van zorgcontinuïteit lopen reeds aangegane verbintenissen door in 2011. Kunnen er naar aanleiding van nieuwe stukken (bijvoorbeeld de herschikking of nieuwe formulieren) nieuwe vragen gesteld worden? Er kunnen over de zorginkoop 2011 na 9 september geen vragen meer worden gesteld. Vragen over de herschikking 2010 kunnen wel worden gesteld. Art. 10.3.b (pagina 90) verwijst naar de Handleiding Overige inkoop 2011. Waar is die? Via de website komen we op de Handleiding van 93 pagina’s van waaruit deze vraag juist rees. Dit betreft dezelfde, te weten de Handleiding Forensische Zorg 2011
7
FPC Op pagina 8 van de handleiding Inkoop Forensische Zorg wordt in de tweede alinea gesproken over de mogelijkheid voor niet justitiële fpc's tbs-capaciteit te substitueren naar fpk-capaciteit. Wat wordt hiermee concreet bedoeld? Bijvoorbeeld voor welke termijn kunnen dan concrete afspraken worden gemaakt? Voor 1 jaar of langer? Worden voorwaarden gesteld met betrekking tot de rechtspositie van patiënten, de vermenging van tbs- en fpk-patiënten? In beginsel worden afspraken gemaakt voor 1 jaar. Door de afnemende behoefte aan TBS-capaciteit neemt het aantal te plaatsen TBS-gestelden in 2011 af. Daardoor ontstaat de mogelijkheid om deze capaciteit te substitueren zodat er andere strafrechtelijke titels kunnen worden opgenomen. Gelet op het feit dat in bestaande FPK’s de interne rechtspositie van TBS-gestelden en anderszins gestraften gelijk is, worden geen nadere voorwaarden gesteld. Gelet op de behoefte aan FPK-capaciteit voor gedetineerden kan deze capaciteit ook voor deze bestemd doelgroep worden. Op pagina 27 onder 4.5 worden aanbieders uitgenodigd kortingen te offreren op de NZa-tarieven. In feite wordt hiermee concurrentie bevorderd en nemen de risico's met betrekking tot de bedrijfsvoering voor fpc's verder toe. Het blijven vasthouden aan de voorwaarde dat het eigen vermogen niet meer mag bedragen dan 10% van het budget past ons inziens niet in deze ontwikkeling. Is er sprake van voornemens om deze voorwaarde te laten vervallen? En zo ja per wanneer? De voorwaarde dat het eigen vermogen van de justitiële FPC’s niet meer mag bedragen dan 10% van het laatst vastgestelde budget, komt voort uit het feit dat op dit moment sprake is van een subsidierelatie. Met het oog op de invoering van het wetsvoorstel wet forensische zorg per 1/1/’12 wijzigt deze relatie in een inkooprelatie. Justitie zal dan een nieuwe standpunt innemen t.a.v. gemaximeerde reservevorming. Financiering transmuraal verlof in FPA Op welke wijze wordt transmuraal verlof bij FPA’s (anders dan die onder FPC’s vallen) gefinancierd? Verblijf in een FPA in het kader van transmuraal verlof wordt gefinancierd vanuit de FPC. Justitie is voornemens deze zorg rechtstreeks aan de betreffende FPA te vergoeden. Hiertoe start in 2011 een Pilot (financieringsconstruct) met de Oostvaarderskliniek en een aantallen zorginstellingen waar de Oostvaarderskliniek in het kader van transmuraal verlof afspraken mee heeft.. Risico’s en tarieven Hoe gaat Justitie de door de stelselwijziging toegenomen risico’s voor de aanbieders meenemen in de tarieven? Mede gezien de eigenvermogenseis aan de FPC’s? Het ministerie van Justitie is van mening dat de risico’s voor de zorgaanbieders niet noodzakelijkerwijs toenemen. Een aanpassing van de tarieven in dit kader is dan ook niet aangewezen.
8
ZZP Als wij de lichte variant van het contract krijgen is rapportage per 4 maanden voldoende. Geldt dat ook bij het leveren van ZZPs? Pagina 35 meldt declaratie per maand op cliëntniveau. Voor lichte contractpartijen geldt dat de ZZP rapportage per 4 maanden afdoende is. Bevoorschotting: artikel 10.3 (lichte variant) geeft aan 1/12 van het jaarbedrag per maand. Pagina 35 meldt: declaratie per maand op cliëntniveau. Moeten wij declaratie lezen als productieverantwoording? Dat kunt u inderdaad lezen als productieverantwoording. Zie verder voor beantwoording de vorige vraag. Kan contractering in ZZPs gebeuren boven de door VWS toegelaten capaciteit? Dit is de keuze van de instelling zelf. De kanttekening hierbij is dat er geen vergoeding is voor de kapitaallasten. Kan naast een ZZP-C een DB(B)C geopend worden (hoofdstuk 5)? Ja dat kan. Voor zover de DBBC niet ook het verblijf betreft kunnen er een ZZP en een DBBC naast elkaar bestaan. In dat geval dient er een aparte indicatie te worden gesteld. Het Zorgkantoor staat toe om boven de toegelaten GGZ-ZZP-capaciteit ook VPT (Volledig Pakket Thuis) te leveren op een andere dan de toegelaten locatie (in verband met de regionale werking van het Zorgkantoor en de rompslomp tot aanvraag van aparte toelatingen bij andere zorgkantoren). Kan daar dan voor DFZ ZZPs afgesproken worden? De vergoeding van kapitaalslasten loopt nog via de zorgkantoren. Indien de zorgaanbieder een vergoeding vanuit boven de toegelaten capaciteit wenst kan men verkrijgt men vergoeding van de kapitaalslasten. Er kan daardoor niet boven de toegelaten capaciteit worden afgesproken. Indien u voor het bedrag zonder de vergoeding van de kapitaalslasten een aan de te declareren ZZP gelijkwaardige zorg kan leveren, heeft Justitie hier geen bezwaar tegen. Als wij als RIBW instelling willen groeien en daarbij ZZPs willen offreren (omdat we dat in 2010 niet met Justitie hebben afgesproken), treffen wij die categorie niet aan bij het beoordelingskader groei (pagina 63 t/m 67). Het segment RIBW als zodanig is geen groeisegment. Wel is op pagina 20 aangegeven dat Justitie enige coulance wil betrachten ten opzichte van beperkte groeiaanvragen van RIBW's, mits dit slechts (een) enkel(e) bed(den) betreft en voor zover het de grens van een licht contract niet overschrijdt. Voor het segment VG Verblijf is er wel groei mogelijk.
9
De registratie is niet ingericht op inzicht in doorlooptijden / hoe kunnen wij doorlooptijden aanleveren? Indien de zorgaanbieder deze gegevens niet registreert en derhalve geen inzicht hierin kan bieden, dan dient dit vermeld te worden. In Handleiding Inkoop en in de uitgangspunten zorginkoop wordt specifiek verwezen naar de term zorgboerderijen. Ik neem aan dat het hier in breder (en realistischer) kader gaat om zinvolle dagbesteding/arbeidsrehabilitatie. Het aanbieden van allerlei educatieve en arbeidsintegrerende activiteiten moet toch onder deze paragraaf bedoeld worden ....? Het ministerie van Justitie wil het aanbod van zorgboerderijen vergroten, aangezien de Reclassering op dit moment de mogelijkheden ontbeert om cliënten door te verwijzen naar niet Wtz-toegelaten instellingen. Voor zover educatieve en arbeidsintegrerende activiteiten passen binnen de dagbesteding en begeleiding die ook bij zorgboerderijen wordt geboden, kan dit worden opgenomen in de offerte voor groei. Indien de activiteiten passen binnen een van de andere groeisegmenten, dan kan het onder een van de andere segmenten worden aangeboden. RIBW’s en beveiligingsniveau Het Ministerie van Justitie constateert een behoefte aan RIBW’s met een hoger beveiligingsniveau dan de huidige ingekochte capaciteit. Om dit beveiligingsniveau te genereren dienen RIBW’s (forse) investeringen te doen. Dit, gecombineerd met het feit dat door de veelal relatief kleine omvang van de contracten in dit segment kleine schommelingen in het aanbod grote gevolgen voor het totaal beeld hebben, vragen wij ons af wat Justitie hier tegenover zet om dit rendabel te maken. Bekostiging van Justitiabelen in RIBW’s dient plaats te vinden binnen de bestaande bekostigingsparameters. Een ‘bundeling’ van verschillende cliënten met een strafrechtelijke titel binnen één voorziening kan om zowel zorginhoudelijke als doelmatigheidsoverwegingen gewenst zijn. Bij paragraaf 5.2.1 wordt verwezen naar het invullen van een webapplicatie (score van de cliëntenpopulatie): www.zorgzwaartebekostiging.nl : geldt dit ook voor nieuwe zorgaanbieders? Indien u cliënten op uw wachtlijst heeft kunt u gebruik maken van de genoemde applicatie. DB(B)C productievoorstel: dient dit alleen door klinische instellingen (dus bij behandeling) ingevuld te worden? Maw als wij aanbesteden op RIBW en Ambulante zorg zonder behandeling gaat het via de ZZP-productievoorstel? Het DB(B)C productievoorstel dient alleen ingevuld te worden door instellingen die behandeling leveren. Indien een instelling offreert op het RIBW-segment en ambulante zorg zonder behandeling dient zij dit in te dienen in ZZP’s en ambulante NZa (begeleidings)parameters.
10
Voor de geleverde extramurale begeleidingsprestaties vindt de declaratie van geleverde productie per prestatie plaats op prestatieniveau (5.2.2). Wat wordt bedoeld met prestatieniveau? Hiermee worden bedoeld de geleverde aantallen per Nza parameters (zoals vastgelegd in Repad). Ambulante zorg op psychosociale grondslag. De RIBW’s leveren deze zorg ook. Justitie koopt ook in 2011, in afwijking van de AWBZ, ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag in. Kan er voor patiënten bij een zorgboerderij uitbreiding voor behandeling c.q. nazorg worden gegeven? Dit kan, mits de zorg binnen de strafrechtelijke titel geleverd wordt en onder het contract van een WTZI-erkende instelling. Dit betreft dan begeleiding en dagactiviteit. Hier moet wel een aparte indicatie voor bestaan. Moet voor alle cliënten de ZZP-tool worden ingevuld? Voor alle bestaande cliënten hoeft u niet de ZZP tool in te vullen. U kunt volstaan met een representatieve steekproef, op basis waarvan u een productievoorstel voor 2011 kunt doen. Voor alle nieuwe cliënten dient u wel de tool in te vullen. Dagbesteding Als nieuwe aanbieder is het moeilijk om de omvang van deze zorg in te schatten. Hoe moeten we hiermee omgaan? Er kan door de aanbieder voorwerk worden gedaan in de regio, zoals informatie inwinnen bij Veiligheidshuizen, Reclassering, NIFP etc. In de offerte kan dan een schatting worden gegeven. Bij de herschikking in september kunnen de productieafspraken vervolgens bijgesteld worden. In het inkoopbeleid wordt gesproken over het gebruik van RePaD. De handleiding daarvan heb ik doorgenomen. Ik vraag me nu af hoe dit systeem geïnstalleerd wordt voor nieuwe zorgaanbieders. Moeten zij daar speciale software voor aanschaffen, of krijgen zij automatisch toegang tot RePaD wanneer zij een contract met het DJI hebben? Nieuwe zorgaanbieders worden via een online applicatie verbonden met Repad. Hiervoor hoeft geen extra of speciale software te worden aangeschaft. Na ondertekening van het contract krijgt de nieuwe zorgaanbieder een (mondelinge) toelichting over de wijze waarop kan worden ingelogd. Daarnaast wordt de werking van de applicatie nader toegelicht.
11
Contracten/ voorwaarden Hoe kom ik in aanmerking voor de lichte contractsvariant? Indien u in aanmerking wenst te komen voor het lichte contract dan verzoeken wij u dit kenbaar te maken bij de indiening van uw offerte. De omvang van de productieafspraak voor het lichte contract is beperkt tot maximaal € 500.000,-. Checklist & Akkoordverklaring Onder voorstel van bestaande contractanten wordt onder punt 6 verwezen naar paragraaf 5.5.1. -> Waar kan ik deze paragraaf vinden? Deze verwijzing is abusievelijk onjuist. Dat moet zijn paragraaf 5.2.1 In 2011 gaan wij onder een ‘licht contract’’ vallen. Is al duidelijk hoe er om gegaan wordt met het spanningsveld in de overeen te komen productieafspraken en de plaatsings’dwang’ ( “er wordt geplaatst binnen vastgestelde ......... op de eisen die het strafrechtsproces stelt”) via geautomatiseerd IFZO-systeem? De ervaringen uit de afgelopen 3 jaren wijzen uit dat dat aanmeldingen/ indicaties en plaatsingen erg varieren in aantallen en in tijdsperioden gedurende een kalenderjaar. Het ‘vrijhouden’ van plekken levert derving van inkomsten op en kan dan ook niet gewaarborgd worden. Plaatsing geschiedt op basis van de gemaakte productie- en plaatsingsafspraken. Daarmee beoogt Justitie gericht justitiabelen naar uw voorziening toe te leiden. Justitie betaalt bij leegstand alleen de vaste bed component. Om die reden eisen we niet dat zorgaanbieders met een licht contract bedden vrijhouden voor Justitie. Ik wijs u erop dat wij bij de offerte 2011 en gedurende het komend jaar flexibel omgaan met eventuele overproductie bij lichte contracten. In de handleiding hiervoor staat bij paragraaf 10.2 aangegeven bij toelatingseisen: ‘de zorgaanbieder dient te beschikken over een door de Raad van Accreditatie goedgekeurd kwaliteitskeurmerk”. Op dit moment beschikken wij nog niet over een dergelijk kwaliteitskeurmerk, maar zijn daar volop mee bezig omdat te verkrijgen. Aan de overige toelatingseisen kunnen wij voldoen. Het in bezit zijn van kwaliteitskeurmerk geldt als als selectie-eis bij de inkoop van forensische zorg. Bij het ontbreken hiervan kan geen contract worden gesloten. Wanneer moet je een WTZi-toelating aanvragen? Kunt u duidelijkheid verschaffen over hoe het Ministerie van Justitie zal handelen bij de aanvraag voor een uitbreiding van bijvoorbeeld een RIBW, uitsluitend omdat er meer forensische cliënten zullen worden begeleid. Indien een zorgaanbieder een contract wil sluiten is het noodzakelijk dat de zorgaanbieder op uiterlijk 31 december 2010 over een dergelijke toelating beschikt. De toelating moet passen bij de te leveren zorg. Dit betekent dat indien een zorgaanbieder begeleiding wil leveren, deze ook moet zijn toegelaten voor
12
begeleiding, indien een zorgaanbieder behandeling wil leveren de toelating hiertoe ook moet zijn afgegeven. Een wtzi toelating kunt u aanvragen bij het CIBG. Dit is een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van VWS. Een aanvraag voor uitbreiding van verblijfsplaatsen dient te worden ondersteund door het zorgkantoor. Dit omdat de kapitaalslasten voor de uitbreiding nog door het zorgkantoor worden vergoed. Het ministerie van Justitie heeft geen rol in het toekennen van dergelijke uitbreidingsvraagstukken. Vrijwaring Artikel 5. Vrijwaring (p.77) stelt: “Indien de Minister wordt aangesproken, neemt de Zorgaanbieder de zaak over en voert zo nodig mede namens de Minister verweer. De zorgaanbieder informeert de Minister over het verloop van de zaak.” Het lijkt er sterk op dat Justitie het risico vanuit VWS en de Minister wil verplaatsen naar de instelling. Logischerwijze betekent dit dat het risico in het tarief moet worden verdisconteerd. Hoe neemt Justitie dit mee in de tarieven? Het voorgestelde artikel 5 inzake vrijwaring is een aanpassing van het eerder gehanteerde vrijwaringsartikel. Deze aanpassing is het gevolg van discussie met GGZ Nederland en een grote verzekeraar. Er was bezwaar geuit tegen het oude vrijwaringsartikel, aangezien dit de minister de mogelijkheid bood zich in te laten met de afhandeling van een vordering tot schadevergoeding en dat de redelijke kosten van rechtsbijstand van de minister vergoed dienden te worden. De oplossing is gevonden in het laten behandelen van de zaak door de Zorgaanbieder. Vrijwaring is per definitie het verschuiven van een risico. Echter, dit is geen nieuw beginsel ten opzichte van eerdere inkoophandleidingen en -contracten. DJI gaat er dan ook van uit dat dit valt onder de verzekering die Zorgaanbieders hebben en ook geen invloed heeft op de tarifering Declaratie en betaling Artikel 9. Declaratie en betaling (9.5, p.80) stelt: “Behoudens toestemming van de Minister zal de zorgaanbieder niet meer dan 10% per prestatie substitueren. Uitgesloten is substitutie tussen intramurale en extramurale zorg en substitutie tussen zorg geleverd voor patiënten met tbs met dwangverpleging en overige intramurale zorg.” Dit strookt niet met de informatie op p.7 (o.a.), waarin wordt gesteld dat substitutie kan plaatsvinden “van klinisch zorgaanbod naar ambulant zorgaanbod indien sprake is van onderbezetting”. Hoe verklaart u dit? Het is correct dat deze passages elkaar uitsluiten. Deze contractuele bepaling zal aangepast worden zodat bij toestemming van DJI substitutie van klinisch naar ambulant mogelijk is.
13
Plaatsingsafspraken In 2011 gaan wij onder een ‘licht contract’’ vallen. Is al duidelijk hoe er om gegaan wordt met het spanningsveld in de overeen te komen productieafspraken en de plaatsings’dwang’ ( “er wordt geplaatst binnen vastgestelde ......... op de eisen die het strafrechtsproces stelt”) via geautomatiseerd IFZO-systeem? De ervaringen uit de afgelopen 3 jaren wijzen uit dat dat aanmeldingen/ indicaties en plaatsingen erg varieren in aantallen en in tijdsperioden gedurende een kalenderjaar. Het ‘vrijhouden’ van plekken levert derving van inkomsten op en kan dan ook niet gewaarborgd worden. Plaatsing vindt plaats binnen de overeengekomen productie- en plaatsingsafspraken. Voor instellingen met een klein contract wordt enige flexibiliteit betracht ten aanzien van de plaatsing. U hoeft geen bed vrij te houden indien er geen client wordt aangemeld. Plaatsingsmatrix Hoe moet de plaatsingsmatrix voor het klinisch zorgaanbod ingevuld worden als een zorginstelling in meerdere arrondissementen werkzaam is? In dit geval moeten er meerdere plaatsingsmatrixen ingevuld worden. Indien dezelfde zorg in verschillende arrondissementen wordt geleverd, kan volstaan worden met 1 plaatsingsmatrix waarop de namen van de verschillende arrondissementen aangegeven moeten worden. Hoe moeten de plaatsingsmatrixen voor het ambulante zorgaanbod en Beschermd Wonen ingevuld worden als een zorginstelling meerdere locaties c.q. vestigingen heeft? Indien een zorginstelling op meerdere locaties zorg levert, dan dient voor iedere locatie een aparte plaatsingsmatrix ingevuld te worden. Als de aangeboden zorg exact hetzelfde is op meerdere locaties dan volstaat 1 plaatsingsmatrix, waarop dan wel alle betreffende locaties ingevuld moeten worden.
14
Budget/ financiering Mag ik er van uit gaan dat 'groei' alleen van toepassing is op bestaande zorgaanbieders? Nee, nieuwe aanbieders worden ook uitgenodigd om een voorstel te doen op één van de groeisegmenten. Toekenning van groeibudget is vervolgens afhankelijk van de score van uw offerte. De materiële kosten worden voor 2011 negatief geïndexeerd (4.5). Wat is de reden van een negatieve indexatie? De indexatie is conform voorgaande jaren overgenomen van de NZA. Er dient dan ook bij de NZA navraag te worden gedaan. Op de NZA site is het volgende terug te vinden: “Met ingang van 1998 worden voor zorginstellingen en beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg de materiële kosten en de investeringen in inventaris trendmatig aangepast op basis van het prijsindexcijfer particuliere consumptie uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau. Het definitieve percentage voor een bepaald jaar is rond de maand juli van dat jaar bekend. De indexering wordt met terugwerkende kracht naar 1 januari in de budgetten verwerkt en door een inhaaltoeslag in de tarieven verrekend”. Tarieven Justitie geeft aan dat voor de tariefstelling 2011 geldt dat de tarieven 2010 worden opgehoogd (p.27). Echter, later stelt Justitie dat zij zich het recht voorbehoudt de indexering voor 2011 niet door te voeren indien de financiële situatie daar aanleiding toe geeft. Op basis waarvan gaat Justitie dit beslissen, en hoe valt dit te rijmen met een gezonde bedrijfsvoering van de instellingen? Daarnaast willen wij benadrukken dat het voor instellingen helder moet zijn of voor hen tariefsverhoging geldt of niet, vóór zij hun offerte in moeten dienen. Het ministerie van Justitie is zich bewust van de noodzaak van duidelijkheid voor de zorgaanbieders ten aanzien van de tarieven. Het ministerie van Justitie wil de indexering toepassen voor zover de financiële situatie van de overheid dit toelaat. Voor ISD-ers hanteert Justitie het resocialisatietarief (3.5.3). Het betreft een complexe doelgroep, waarbij de ervaring is dat deze groep behandeling behoeft. Wat is de motivatie om voor deze doelgroep het resocialisatietarief te rekenen? Justitie is van mening dat voor de betreffende doelgroep de behandeling en beveiligingsnoodzaak voorop staat, maar dat aan het eind van een traject en wellicht voor een deel van de doelgroep, het accent verschuift naar resocialisatie, waarbij de behandelintensiteit afneemt. Substitutie van zorgaanbod Zorgaanbieders mogen in 2011 substitueren van klinisch zorgaanbod naar ambulant zorgaanbod indien sprake is van onderbezetting. Echter, een dergelijke flexibiliteit in zorgaanbod is niet zonder meer mogelijk. Zo kan personeel niet
15
zomaar overgezet worden van klinische voorzieningen naar ambulante voorzieningen. Ook blijft bij substitutie van klinisch naar ambulant een deel van de voorziening, te weten de kosten voor gebouwen die inherent zijn aan klinisch zorgaanbod, onbetaald. Substitutie zal dus onder de huidige omstandigheden veel klinieken in exploitatiemoeilijkheden kunnen brengen. Hoe gaat Justitie om met problemen die deze substitutie oplevert? Vooral kleine aanbieders zoals FPA’s worden hiermee namelijk sterk benadeeld. Wanneer Justitie langdurige leegstand constateert zal zij uit het oogpunt van een doelmatige inkoopverantwoordelijkheid de capaciteitsafspraken hierop moeten aanpassen. Bij de afrekening geldt de systematiek waarbij de vaste bedcomponent wordt vergoed. Hierbij geldt het uitgangspunt dat wanneer er geen sprake is van feitelijke leegstand er dan vanuit wordt gegaan dat de vaste beddencomponent niet gefinancierd wordt vanuit de ZVW/AWBZ. Mocht dit wel het geval zijn dan zal wordt dit bij de nacalculatie corrigeren. Startbudget Zorgaanbieders kunnen, als ze aan alle criteria voldoen, uitkomen op een maximaal budget van 100% ten opzichte van de herschikking 2010. Waarom kiest Justitie voor een maximaal budget op instellingsniveau? Het ministerie van Justitie wil inkopen op basis van kwalitatieve argumenten en de mate waarin de zorgaanbieder bijdraagt aan de uitvoering van het beleid van het ministerie van Justitie. Een percentage stellen biedt de mogelijkheid om meer zorgaanbod in te kopen bij aanbieders die naar mening van het ministerie van Justitie het meeste bijdragen aan de uitvoering van het beleid in kwalitatieve zin. Het startbudget kan vervolgens nog verhoogd worden door eventuele toekenning vanuit het groeibudget. Overproductie Het aangeven van de behoefte aan zorg is soms moeilijk. Hoe kan je als aanbieder het risico inschatten of er ruimte is voor overproductie bij de herschikking? Het tijdig en correct invullen van RePad is heel belangrijk. Op deze manier is er actuele informatie over de uitnutting van de productieafspraken. Belangrijk is om tijdig contact op te nemen met de zorginkoper bij dreigende overproductie. Er kan echter geen 100% garantie gegeven worden voor volledige financiering van de overproductie. De instelling blijft hier zelf voor verantwoordelijk. Bij herschikking (4.1.1) wordt genoemd dat overproductie alleen mogelijk is binnen de voorwaarde dat de (totaal) beschikbare contracteerruimte niet wordt overschreden. Betreft dit het beschikbare budget van de instelling of bij DJI? Dit betreft het totale beschikbare macro-budget wat bij DJI beschikbaar is voor forensische zorg. Onderproductie Wat te doen indien er onderproductie ontstaat doordat er als vervolg op de strafrechtelijke titel van een patiënt een AWBZ indicatie is afgegeven?
16
Hier moet duidelijk een knip gemaakt worden tussen zorg tijdens de strafrechtelijke titel en zorg na afloop titel. Het budget kan in dit geval niet teruggeheveld worden naar de AWBZ. De afspraken kunnen wel bijgesteld worden. Het komt voor dat patiënten van de een op de andere dag hun strafrechtelijke titel kwijtraken, soms horen we dat achteraf zelfs. Hoe te handelen met deze patiënten en de vergoeding hiervan? Justitie vergoedt de kosten gedurende de strafrechtelijke titel. Indien de behandeling, begeleiding na afloop nog doorloopt valt bekostiging afhankelijk van het soort zorg onder de zorgverzekeringswet dan wel de AWBZ. Hoe bekostigt Justitie ambulante reguliere zorg die start tijdens strafrechtelijke titel als deze niet is geïndiceerd door justitie maar door bijv. Huisarts. Wordt dit bekostigd uit de reguliere GGZ zorg die justitie inkoopt waarvoor geen beveiligingscomponent aanwezig hoeft te zijn? Zorg die opgelegd is door de rechter wordt in beginsel bekostigd door Justitie. Zorg waar dit niet voor geldt en veelal zorg die geen relatie heeft met het gepleegde delict, wordt vanuit de zorgverzekeringswet vergoed. Voor alle duidelijkheid, forensische zorg kan ook zorg zijn zonder beveiligingscomponent. Leegstandsregeling In uw Handleiding inkoop forensische zorg 2011 wordt de leegstandsregeling gemist. Deze is van groot belang voor de instellingen. GGZ Nederland wil aandringen op het opnemen van een dergelijke regeling. Met behulp van de Handleiding inkoop forensische zorg 2011 en de leegstandsregeling moet door de zorgaanbieder een nauwkeurig budget kunnen worden berekend. Voor een aantal FPC’s zal in 2011 afvloeien van personeel aan de orde zijn. Het op een zo vroeg mogelijk moment kunnen beschikken over een betrouwbaar budget is hierbij essentieel. De afrekensystematiek is conform de Nza-systematiek, hetgeen is vastgelegd in artikel 10 van de overeenkomst Inkoop forensische zorg. Voor de Justitiële FPC’s is deze beschreven in de handleiding Planning en Control 2011.
17