Nota van Inlichtingen regionale jeugdhulp augustus 2015

Nota van Inlichtingen regionale jeugdhulp 2016 24 augustus 2015

Deze Nota van Inlichtingen heeft betrekking op het Programma van Eisen en bijbehorende bijlagen voor de regionale inkoop jeugdhulp Hart van Brabant 2016. Onderstaand zijn de vragen die door jeugdhulpaanbieders gesteld zijn en de antwoorden geformuleerd door het Inkoopteam van de gastheergemeente Tilburg namens van de regio Hart van Brabant.

Vraag 1: Waar moet ik de Eigen Verklaring voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende diensten uploaden? In de inschrijfmodule ‘Smart Decision’ ziet u per vraag of en zo ja, welke documenten u moet uploaden. Dit staat ook in uw persoonlijke begeleidende e-mail uitgelegd. Bij vraag 1 in de module moet u bijlage 1, de Eigen verklaring, uploaden. Let op dat u de Eigen verklaring gebruikt die voor u van toepassing is en laat ondertekenen door degene die hiertoe bevoegd is volgens uw inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Vraag 2: Moeten alle jeugdhulpaanbieders de Eigen Verklaring uploaden? De Eigen Verklaring (bijlage 1 bij het Programma van Eisen) hoeft u alleen te uploaden wanneer u in 2015 géén regionaal Zorg in Natura (ZiN) contract hebt met de regio Hart van Brabant. Vraag 3: Ik heb zojuist alle vragen ingevuld en de bijlagen geüpload, maar vindt nergens de bevestiging dat deze informatie correct ontvangen is. Hoe zit dat? U ontvangt inderdaad geen bevestiging per upload. De documenten ontvangen wij pas, wanneer u de inschrijving volledig hebt ingediend door op 'submit' te klikken. Ingevulde bijlagen koppelt u als PDF-bestand aan uw antwoord, tenzij anders is aangegeven. Voor het koppelen van documenten geldt dat het in beginsel niet mogelijk is om meer dan drie documenten per (sub)vraag aan uw antwoord te koppelen. De documenten mogen per koppeling gezamenlijk niet groter zijn dan 10 MB. Wilt u meer dan 10 MB uploaden, dan doet u dat door de documenten gefaseerd te koppelen en op te slaan. Pas wanneer u de inschrijving volledig heeft ingediend via ‘submit’, is deze definitief ingediend. We adviseren u de inschrijving direct na het indienen te printen voor uw eigen administratie. Op dit moment is het technisch niet mogelijk om een automatische ontvangstbevestiging te sturen, noch direct na indienen te toetsen of de juiste bijlagen zijn geüpload. Juridisch gezien is het niet mogelijk om u voor sluiting van de Inschrijving (7 september 2015) op de hoogte te stellen van de status van uw Inschrijving. Vraag 4: De termijn voor het stellen van vragen is 9 augustus. Dit is midden in de vakantieperiode. Kan het tijdpad worden herzien? Voor het tijdig verlengen van contracten 2015 en het nieuw afsluiten van contracten 2016 met nieuwe aanbieders, zijn wij gebonden aan strakke, juridische termijnen. Het is helaas onvermijdelijk dat een aantal activiteiten in de procedure in de vakantieperiode plaatsvindt. Wij realiseren ons dat dit lastig kan zijn. Juist daarom hebben we de planning in juni al kenbaar gemaakt. In de nieuwsbrief ‘Samen voor de jeugd’ nummer 9 (juni 2015) hebben we de procedure en tijdsplanning globaal beschreven en alle gecontracteerde en nieuwe jeugdhulpaanbieders (die zich kenbaar hebben gemaakt) zijn uitgenodigd voor de informatiebijeenkomst op 30 juni. Tijdens die bijeenkomst hebben we de regionale inkoop 2016 toegelicht. De planning is daar uitgebreid aan bod geweest en op 1 juli gepubliceerd op de website (in de vorm van de presentatie van 30 juni). Hebt u in de periode na 9 augustus vragen over uitsluitend Smart Decision en kunt u niet verder met uw inschrijving, dan kunt u die uiteraard nog mailen, maar uiterlijk 7 september (ruim vóór 12.00 uur). De sluitingsdatum voor het insturen van uw volledige online inschrijving voor de regionale Jeugdhulp Hart van Brabant 2016 is 7 september 2015 om 12:00 uur. Wij zien geen aanleiding om het tijdpad te herzien.

Vraag 5: Zijn de eisen voor kleine aanbieders aangepast? Vorig jaar vroegen jullie bijvoorbeeld om certificaten en accountantsverklaringen die voor ZZP-ers niet verplicht zijn. De regio Hart van Brabant gaat uit van de professionaliteit van de jeugdhulpaanbieders. Dit houdt in dat ze op de hoogte zijn van, en zich houden aan de Nederlandse wet- en regelgeving en plaatselijke verordeningen, al dan niet specifiek voor dit werkveld. Opdrachtnemer, alsmede de door Opdrachtnemer in te zetten Jeugdhulpverleners, houden zich aan deze richtlijnen en de beroepscode(s). Dit geldt voor alle aanbieders, dus ook aanbieders die (in deze regio) kleiner zijn. Desalniettemin is er in vergelijking met vorig jaar geprobeerd meer rekening te houden met de kleinere aanbieders. Zo is er opgenomen dat men alleen een accountantsverklaring moet opnemen indien dit wettelijk verplicht is (eis 20) en dat er een inspanningsverplichting is wat betreft de Social Return On Investment (SROI) (Eis 5). De zorg brede governancecode geldt ook voor kleinere aanbieders (5p) (zie hiervoor http://www.brancheorganisatieszorg.nl/doc/ZorgbredeGovernancecode2010BoZ.pdf onder andere hoofdstuk 1.3). Vraag 6: Ik heb voor 2015 een ZiN-contract voor jeugdhulp in de regio Hart van Brabant. Ik wil in 2016 weer jeugdhulp bieden. Wat moet ik doen? Hebt u op 17 juli 2015 géén persoonlijke e-mail met verlengingsoptie ontvangen, stuur dan een bericht naar [email protected]. Vraag 7: Gaat de facturatie per maand plaatsvinden (zoals in West-Brabant) of pas na beëindiging traject? Facturatie vindt op maandelijkse basis plaats m.u.v. DBC's. Deze worden afgerekend na beëindiging traject. Vraag 8: Valt (kinder)coaching onder de inkoop 2016? Kindercoaching, coaching en speltherapie werden meestal vergoed door de zorgverzekeraar vanuit de aanvullende verzekering. Deze budgetten zijn niet overgeheveld naar de gemeenten en worden daarom niet vergoed vanuit de jeugdhulp (conform de Jeugdwet). Hiervoor sluit de regio Hart van Brabant dus geen contracten af. Veel zorgverzekeraars hebben besloten kindercoaching niet langer vanuit de aanvullende verzekering te vergoeden, ondanks dat zij de budgetten hebben behouden. Er zijn ook zorgverzekeraars die de beslissing om kindercoaching niet meer te vergoeden inmiddels hebben teruggedraaid. Neem contact op met de zorgverzekeraar van uw cliënt om hier uitsluitsel over te krijgen. Vraag 9: In het PvE staat op pagina 20, 5.3 z., : 'behandeling gestart voor de 13e verjaardag'. Moet dit niet zijn: zorg gestart voor 13e verjaardag de initiële DBC moet worden geopend wanneer het kind basisonderwijs volgt? Net als in 2015 geldt het uitgangspunt dat Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) voor vergoeding in aanmerking komt als de behandeling voor de 13e verjaardag wordt gestart. Het onderzoek moet hiervoor al zijn afgerond, met als diagnose dat sprake is van EED. In veruit de meeste gevallen vindt de constatering of er al dan niet sprake is van EED al ruim voor de 13e verjaardag plaats. Dit is ook de gewenste situatie. Vraag 10: In het PvE staat in: 5.3 aa, toevoeging: - belemmerende - comorbiditeit. Ik verwijs graag naar Richtlijn Comorbiditeit opgesteld door KD en NRD in oktober 2012. Het is correct dat indien er sprake is van een bijkomende stoornis naast EED de beoordelende dyslexiespecialist bepaalt of er sprake is van belemmerende comorbiditeit. De visie van de regio Hart van Brabant is dat het de voorkeur heeft eerst de bijkomende stoornis te behandelen, alvorens de dyslexiebehandeling te starten. Deze zorg valt dan niet meer onder EED, aangezien het niet meer enkelvoudig is. Vraag 11: PvE, 5.3 cc: Zou u af willen zien van de splitsing in het beschikkingsproces tussen diagnostiek en behandeling? Diagnostiek en behandeling zijn twee onderscheiden fasen in het dyslexiezorgproces. De regio Hart van Brabant kiest omwille van eenduidigheid en inzichtelijkheid voor het splitsen van deze fasen in het beschikkingsproces.

Vraag 12: PvE, 5.3 cc. ii, wat wordt bedoeld met 'overlegt aanbieder de diagnose'? Het gene wat we delen zal aan WbP moeten voldoen. Uiteraard gaan wij ervan uit dat u zich houdt aan de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WbP), dit is ook een uitvoeringsvoorwaarde (5.1 j). Bedoeld wordt dat u de uitslag van de diagnose mededeelt, zodat er een beschikking kan worden opgemaakt. Vraag 13: PvE, 5.3 dd., wat bedoelen jullie met dit punt? De volgorde van testafnames is namelijk niet voorgeschreven. Het idee levert daarnaast alleen een besparing op wanneer je in een andere DBC bandbreedte uitkomt. Uitgangspunt is dat de diagnostiekfase maximaal 12 á 13 uur in beslag neemt. Wij vergoeden voor diagnostiek maximaal het bedrag horend bij DBC162. Indien u gedurende het diagnostiekproces al in een eerder stadium constateert dat er geen sprake is van EED, brengt u de diagnostiektijd in rekening met een DBC die de ingezette tijd omvat. Dit kan dan dus een ´goedkopere´ DBC betekenen. Vraag 14: In het PvE staat bij 5.3 ee dat er maximaal een beschikking wordt afgegeven voor 48 behandelingen. Waarom is hier voor gekozen? Van een groot aantal dyslexie-aanbieders hebben wij, voor de start van de inkoop 2015 begrepen, dat de 'standaard' van 60 behandelingen niet noodzakelijk is en dat de beroepsgroep bezig is met kortere behandeltrajecten. Het aantal van 48 behandelingen werd door de meeste deskundigen genoemd als een realistisch uitgangspunt. Om deze reden is voor dit aantal gekozen, evenals de drie evaluatiemomenten rond behandeling 12, 30 en 48. Tijdens het inkoopproces 2015 gaven bijna alle dyslexie-aanbieders aan dat zij het uitgangspunt van 48 behandelingen onderschreven. Vraag 15: PvE, 5.3 ee: Hoe voorschrijvend is evalueren bij 12, 30 en 48? Tijdens de bijeenkomst op 30 juni is besproken dat dit naar inzicht van de aanbieder, maar in logische verdeling binnen het traject moet plaatsvinden. Klopt dit laatste nog? Zoals besproken zijn de evaluatiemomenten bij behandeling 12 en 30 een richtlijn. Indien u op inhoudelijke gronden ervoor kiest de evaluatiemomenten op iets andere momenten te laten plaatsvinden (bijvoorbeeld na 13 behandelingen), dan is dit toegestaan. Dit dient u dan wel aan te geven. De 'eindevaluatie' na behandeling 48 staat uiteraard wel vast. Vraag 16: Wij leveren op dit moment begeleiding en verblijf voor jongeren en volwassenen met LVB problematiek en autisme/ADHD gefinancierd met pgb. Is het nuttig om mee te doen met deze aanbestedingsprocedure? Door mee te doen met het inkoopproces kunt u een Zorg in Natura zogenoemd 0-uren contract voor jeugdhulp krijgen. Voor een aantal vormen van zorg hebben we in de regionale contractering expliciet gekozen deze via pgb te verstrekken. Dit geldt voor de zorg die u levert. Het is voor aanbieders die in 2015 geen regionaal contract hebben en alleen voormalige AWBZ-zorg leveren niet mogelijk om in te schrijven. In het Programma van Eisen staat op pagina 7 welke vormen van extramurale begeleiding lokaal worden ingekocht. Als u deze producten wilt leveren, kijkt u dan op https://www.zorginregiohartvanbrabant.nl/pagina/jeugdhulp/lokaleinkoop-2016 hoe de gemeenten in de regio Hart van Brabant hun lokale inkoop organiseren. Zie ook vraag 19. Vraag 17: Is het mogelijk om pgb-zorg in deze regio te blijven leveren als wij een ZiN-contract met de regio Hart van Brabant afsluiten? Ja, dit is mogelijk. Het is hierbij wel belangrijk dat u de geldstromen strikt gescheiden houdt, dus de ZiNfinanciering niet gebruikt voor cliënten met een pgb en andersom. Vraag 18: Aan welke eisen moet een organisatie voldoen om in aanmerking te komen voor Jeugd- en Opvoedhulp? Paragraaf 6.6 van het PvE omvat enkele specifieke eisen voor aanbieders van Jeugd- en Opvoedhulp. Voor alle aanbieders, Jeugd- en Opvoedhulp, zorg voor jeugdigen met een beperking en jeugd-GGz, geldt dat zij moeten voldoen aan de wettelijke vereisten, zoals die in de Jeugdwet en aanvullende brieven van het ministerie over de wet staan. Ook geldt voor alle jeugdhulpaanbieders die in de regio Hart van Brabant zorg willen verlenen dat

zij het sociaal netwerk van de jeugdige, waaronder andere gezinsleden, betrekken bij de hulpverlening (zie bijvoorbeeld eis 7 en 8). Vraag 19: Wij leveren zorg voor jeugd met een beperking. Kunnen wij een regionaal ZiN-contract voor Jeugdhulp krijgen? Onze omzet in 2015 in de regio Hart van Brabant was lager dan €300.000 (deze omzet was lager omdat we geen regionaal contract hadden). Zie vraag 16. Dit sluit aan op de volwassenzorg. In het Programma van Eisen staat op pagina 7 welke vormen van extramurale begeleiding lokaal worden ingekocht. Als u deze producten wilt leveren, kijkt u dan op https://www.zorginregiohartvanbrabant.nl/pagina/jeugdhulp/lokale-inkoop-2016 hoe de gemeenten in de regio Hart van Brabant hun lokale inkoop organiseren. De overige producten begeleiding kopen we in Hart van Brabant regionaal in bij de aanbieders die in 2015 meer dan € 300.000,- omzet voor deze zorgsoort hadden, binnen deze regio. De overige aanbieders kunnen deze producten begeleiding leveren via pgb-financiering. Vraag 20: PvE, pagina 21 Eis 3: Wat wordt er verstaan onder een gevalideerd instrument voor de periodieke metingen van doelrealisatie en cliënttevredenheid? Jaarlijks vullen onze cliënten bij hun zorgplanevaluatie een evaluatieformulier in naar tevredenheid. Daarbij wordt er jaarlijks met de cliënt gekeken in hoeverre zijn of haar doelen bereikt zijn. Hier wordt een woordelijke rapportage over geschreven. Met een gevalideerd instrument bedoelen wij een toetsingsinstrument waarvan is vastgesteld dat dit tot betrouwbare metingen leidt. Beroepsgroepen, brancheorganisaties en kwaliteitsinstituten hebben veelal een aantal gevalideerde instrumenten vastgesteld. Een aantal is ook in landelijke eisen in de Jeugdwet genoemd. Hierover moet u dan periodiek de resultaten bekend maken. Op dit moment kunt u van uw eigen instrument gebruik blijven maken, mits dit instrument gevalideerd is. Het zou kunnen dat we op termijn gebruik gaan maken van een uniform meetinstrument, zodat vergelijking tussen verschillende jeugdhulpaanbieders in de regio mogelijk is. Uiteraard stellen we alle jeugdhulpaanbieders met een contract hier dan van op de hoogte. Vraag 21: Klopt het dat er, in tegenstelling tot vorig jaar, geen plan van aanpak hoeft worden geschreven ten aanzien van alle eisen opgesteld in het Programma van Eisen? Dat klopt. U moet in uw persoonlijke digitale omgeving 'Smart Decision' aangeven dat u akkoord gaat met en voldoet aan onze eisen. Hiervoor hebt u per e-mail een link gekregen. Vraag 22: Onze organisatie heeft al een extern vertrouwenspersoon. Moeten wij echt gebruik maken van Zorgbelang zoals vermeld in 5r? Onafhankelijk vertrouwenswerk is een wettelijk recht. Landelijk is hiervoor AKJ aangesteld, met in onze regio Zorgbelang Brabant als uitvoerder van dit vertrouwenswerk. Wij vinden het erg belangrijk dat cliënten weten dat zij bij Zorgbelang terecht kunnen, vandaar de opdracht aan aanbieders cliënten hierop te attenderen. Ook als cliënten daarnaast bij een vertrouwenspersoon van de aanbieder zelf terecht kunnen. Vraag 23: PvE, pagina 12, 4.4: Monitoring en evaluaties. Opdrachtnemer en Opdrachtgever evalueren de samenwerking tenminste één keer per jaar. Hoe wordt dit vormgegeven? Dit kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Dit hangt samen met het aantal cliënten dat u hebt in deze regio. Wij zullen eind 2015 aangeven op welke wijze wij met u gaan evalueren in 2016. Tijdens de Vragenuren met gecontracteerde aanbieders zullen we hierbij stil staan. Zie voor data van deze Vragenuren; https://zorginregiohartvanbrabant.nl/pagina/jeugdhulp/regionale-inkoop-2016/bijeenkomsten. Vraag 24: Ik heb in het smart decision responseformulier alles ingevuld en geüpload , echter als ik de toon status bekijk, krijg ik: "er zijn meldingen" (zonder specificatie). Wat moet ik hiermee? Hier hoeft u niets mee. In uw persoonlijke e-mail staat een invulinstructie. Indien u die instructie nauwkeurig hebt opgevolgd, inclusief het uploaden van de gevraagde bijlagen en het juist beantwoorden van de vragen, is uw formulier compleet. Als u op 'Submit' klikt is uw inschrijving ingediend en komen uw gegevens automatisch bij ons binnen. Na 7 september 12.00 uur is het voor ons juridisch pas mogelijk om alle inschrijvingen te bekijken en te beoordelen.

Vraag 25: In het PvE staat dat de extramurale begeleiding (voorheen AWBZ) door de negen gemeenten lokaal wordt ingekocht. In het PvE staat ook dat Jeugdhulp voor Jeugd met een beperking regionaal wordt ingekocht. In de definities is aangegeven dat deze categorie ook voormalig AWBZ-zorg betreft. Kunt u nader aangeven welke producten regionaal danwel lokaal worden ingekocht? In het Programma van Eisen (pagina 7) is aangegeven welke vormen van extramurale begeleiding lokaal worden ingekocht. Als u deze producten wilt leveren, dan kunt u hier kijken hoe dit lokaal wordt geregeld. De overige producten begeleiding worden regionaal ingekocht bij de aanbieders die in 2015 meer dan € 300.000,- omzet voor deze zorgsoort hadden binnen deze regio. De overige aanbieders kunnen deze zorg leveren via een pgb-financiering. Vraag 26: Ik lever dit jaar zorg in de regio Hart van Brabant en wil mijn contract graag verlengen. Afgelopen jaar is er echter iets veranderd in de situatie van onze organisatie, namelijk een fusie/splitsing/verhuizing/nieuwe bestuurder etc. Wat moet ik doen? Indien uw situatie niet meer overeenkomt met hoe u die bij de inkoop 2015 aan ons heeft doorgegeven, moet u ons hierover informeren. Dit kan door een e-mail te sturen naar [email protected]. Het Inkoopteam beoordeelt dan of verlenging mogelijk is of dat u zich als nieuwe aanbieder moet inschrijven. Vraag 27: Hoe om te gaan met een eventueel ophanden staande naamsverandering? U schrijft zich nu in onder de naam waarmee u geregistreerd bent bij de Kamer van Koophandel. Indien u uw naam verandert, en eventueel andere 'juridische' wijzigingen doorvoert, dient u ons hiervan tijdig te informeren. Het Inkoopteam beoordeelt dan of verlenging mogelijk is of dat u zich als nieuwe aanbieder moet inschrijven. Zie ook vraag 26 en de eisen in de Eigen Verklaring, bijlage bij het PvE. Vraag 28: Ik heb mij geregistreerd met mijn e-mailadres en mijn wachtwoord maar het lukt mij niet om in te loggen. U kunt een aantal dingen doen:  Ga naar http://www.smartdecision.nl/TilburgRespons en probeer in te loggen met het e-mail adres en het wachtwoord waar u zich mee geregistreerd heeft. Controleer de spelling.  Als bovenstaande niet werkt, controleer dan of u op de goede registratielink hebt geklikt die in uw persoonlijke e-mail staat, passend bij de zorgsoort die u wilt leveren. Bij het aanmaken van inloggegevens moet de combinatie van e-mailadres en wachtwoord uniek zijn.  Indien u meerdere zorgsoorten levert, controleer of u het wachtwoord gebruikt dat u voor deze specifieke zorgsoort heeft aangemaakt. Indien u meerdere zorgsoorten wilt leveren moet u voor elke zorgsoort registreren met een uniek wachtwoord, u kunt wel hetzelfde e-mailadres gebruiken. Lukt het hierna nog niet om in te loggen, laat dit dan weten via [email protected]. Wij nemen dan contact met u op. Vraag 29: Uit uw inkoopvoorwaarden voor dyslexiezorg blijkt dat u voor 2016 het aantal behandelingen wilt maximeren op 48. Met respect voor uw standpunt, voelen wij het als onze plicht om u te informeren over de mogelijke gevolgen van dit voorgenomen beleid. [volledige tekst volgt in Nota van Inlichtingen, red.]. Onze vraag is derhalve: De mogelijkheid tot verlenging is er alleen in uitzonderlijke gevallen. Het aanvragen van verlenging zal ongetwijfeld leiden tot administratieve lasten en wellicht vertraging, terwijl het juist de bedoeling is de administratieve lasten terug te dringen. Waarom kiest u voor het hanteren van een maximum aantal behandelingen, waardoor voor een substantiële groep kinderen het beoogde eindniveau niet meer kan worden bereikt? Zie ook het antwoord op vraag 14: Van een groot aantal dyslexie-aanbieders hebben wij, voor de start van de inkoop 2015 begrepen, dat de 'standaard' van 60 behandelingen niet noodzakelijk is en de beroepsgroep bezig is met kortere behandeltrajecten. Het aantal van 48 behandelingen werd door de meeste deskundigen genoemd als een realistisch uitgangspunt. Om deze reden is voor dit aantal gekozen, evenals de drie evaluatiemomenten rond behandeling 12, 30 en 48. Tijdens het inkoopproces 2015 gaven bijna alle dyslexieaanbieders aan dat zij het uitgangspunt van 48 behandelingen onderschrijven omdat in de praktijk blijkt dat dit voor het merendeel van de kinderen voldoende is.

Vraag 30: Op pagina 12 van het Programma van Eisen staat bij punt 3.4 genoemd dat een korting van 8% wordt doorgevoerd op Basis GGz. De Specialistische GGz blijft gelijk aan het tarief dat door de regio in 2015 is vastgesteld, klopt dat? Dat klopt. U kunt de precieze tarieven vinden in bijlage 5 van het PvE: Tarieven. Vraag 31: Is de korting van 8% op Basis GGz een korting op het tarief zoals vastgesteld door de regio in 2015 of is dit een korting op basis van het NZA tarief? Het is een korting op het regionale bedrag. U kunt de precieze tarieven vinden in bijlage 5: Tarieven. Vraag 32: In het Programma van Eisen noemt u bij eis 5 Social Return. Uitgangspunt is een Social Return ter waarde van 5% van de totale opdrachtsom. Is dit op iedere aanbieder van toepassing? Mag Social Return landelijk worden ingezet (mogelijk in een andere regio) of moet dit plaatsvinden in de regio Hart van Brabant? De Social Return on Investment is op alle aanbieders van toepassing. Zoals u ook in eis 5 kunt lezen geldt er een inspanningsverplichting. Dat betekent dat elke aanbieder zich zo goed mogelijk moet inzetten om dit vorm te geven voor deze overeenkomst, ook als u in de regio Hart van Brabant een (zeer) kleine totaal omzet hebt en aantoonbaar in een andere regio social return invulling geeft. Zie ook vraag 71. Vraag 33: Wij zijn een aanbieder met een toezegging voor een individueel budgetplafond voor 2016. Kunnen wij een gesprek krijgen over een hoger budgetplafond? Wij hebben in 2015 wezenlijk meer productie geleverd. In principe voeren we geen inkoop- of verlengingsgesprekken tenzij de inhoud van inschrijving of de ontwikkelingen in 2015 hier aanleiding toe geven. Tot de Inschrijving gesloten is (7 september 2015) kunnen wij niet zeggen of hier aanleiding toe is. Vraag 34: Over bijlage 6 conceptovereenkomst regionale Jeugdhulp: artikel 6.1a: graag wederkerig maken. Ook de gemeente kan in gebreke blijven om aan haar verplichtingen te voldoen; Dit is niet akkoord. Voor Opdrachtnemer staan de normale wettelijke bepalingen omtrent ontbinding open, zoals opgenomen in boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Vraag 35: Over bijlage 6 conceptovereenkomst regionale Jeugdhulp: artikel 6.1b; het is niet redelijk om in alle gevallen de gemeente het recht te geven om de overeenkomst te ontbinden en opdrachtnemer aansprakelijk te houden voor geleden schade. Vooral bij onderdeel 2: artikel 13 is niet helder wat er onder wijzigingen moet worden verstaan. De gemeente kan niet zulke zware sancties koppelen aan iets waar de zorgaanbieder als opdrachtnemer niet van op de hoogte is. Namelijk welke wijzigingen zijn zo substantieel dat zij gemeld moeten worden. Bij punt 3 zouden wij graag een termijn opnemen waarmee wij in de tijd aan de eisen kunnen gaan voldoen. Bij punt 5 kan dit ook in de risicosfeer van de opdrachtgever liggen. En daarom niet logisch om dan eventuele schade op opdrachtnemer af te wentelen. Deelvraag 1: Het gaat niet om alle gevallen, doch slechts de in artikel 6.1b genoemde gevallen. Deelvraag 2: De in artikel 13 genoemde wijzigingen behelzen wijzigingen in de situatie van de Opdrachtnemer. Wij vertrouwen erop dat de Inschrijver over voldoende expertise beschikt om in te kunnen schatten of een situatie -ontstaan in zijn eigen situatie- van invloed kan zijn op de uitvoering van de overeenkomst. In artikel 13.2 is een voorbeeld opgenomen van wat in ieder geval onder zo'n wijziging wordt verstaan. In geval van twijfel strekt het tot aanbeveling om altijd de Opdrachtgever onmiddellijk op de hoogte te stellen. Deelvraag 3: Indien u niet voldoet aan de uitsluitingsgronden wordt u uitgesloten van deelname. Ook als na gunning blijkt dat u niet (meer) voldoet aan de uitsluitingsgronden. Hiervoor wordt geen termijn gegeven. Deelvraag 4: Het betreft hier 6.1b.5. In het geval vast komt te staan dat de rechterlijke uitspraak qua oorzaak en gevolg in de risicosfeer ligt van alleen de Opdrachtgever wordt - enkel en alleen in dat geval Opdrachtnemer niet aansprakelijk gehouden voor schade. Voor al het overige blijft het artikel onverkort van kracht. Opdrachtgever is verder niet bereid om het artikel aan te passen.

Vraag 36: Over bijlage 6 conceptovereenkomst regionale Jeugdhulp: artikel 6.6 opdrachtgever kan wel schadeplichtig zijn als de beëindiging van de overeenkomst in de risicosfeer van de opdrachtgever ligt; Opdrachtgever sluit dit juist contractueel uit met dit artikel en is niet bereid het artikel aan te passen. Vraag 37: Over bijlage 6 conceptovereenkomst regionale Jeugdhulp: artikel 13.1, 13.2 en 13.3 is niet redelijk zolang niet voor de opdrachtnemer duidelijk is om welke substantiële wijzigingen het gaat. Ontbinden van de overeenkomst ( artikel 6) en een boete van deze omvang kunnen ons inziens niet opgelegd worden bij het niet nakomen van verplichtingen die zo onduidelijk zijn; Zie vraag 35 en de beantwoording. Vraag 38: Over bijlage 6 conceptovereenkomst regionale Jeugdhulp: -artikel 13.5: aan welke bewakingsmaatregelen wordt door de gemeente gedacht? In geval van substantiële wijziging kan Opdrachtgever extra maatregelen nemen om zicht te houden op het verloop van deze wijziging en de eventuele gevolgen voor de te leveren jeugdhulp. Deze maatregelen worden op maat bepaald en overlegd met de desbetreffende Opdrachtnemer. Vraag 39: Over bijlage 6 conceptovereenkomst regionale Jeugdhulp: -artikel 15.2: wij gaan er vanuit dat aanvullende eisen in overleg worden bepaald; Ja, in beginsel wel. Als er zorgen zijn over de continuïteit of kwaliteit van de geleverde jeugdhulp kan het zijn dat Opdrachtgever eenzijdig extra eisen stelt aan de rapportage. Dat wordt dan vooraf met u besproken. Vraag 40: Over bijlage 6 conceptovereenkomst regionale Jeugdhulp: -artikel 17.2: graag toevoegen: tenzij met toestemming van opdrachtgever; Nee, met deze toevoeging gaan wij niet akkoord. Wijziging van combinanten na gunning geldt als een wezenlijke wijziging en is in strijd met het aanbestedingsrecht. Vraag 41: Over bijlage 6 conceptovereenkomst regionale Jeugdhulp: artikel 19.3: vrijwaren voor bestuurlijke sancties in het algemeen die de opdrachtnemer krijgt opgelegd. Hierbij is de vraag aan welke situaties u dan denkt. Zoals vermeld betreft het hier in ieder geval boetes in het kader van de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV). Opdrachtgever denkt hier tevens aan andere eventuele boetes en sancties die aan Opdrachtnemer worden opgelegd. Vraag 42: Onze organisatie krijgt in 2016 een individueel budgetplafond en wij leveren meerdere zorgsoorten. Mag overproductie op de ene zorgsoort gecompenseerd worden met onderproductie op een andere zorgsoort of blijft bepaald budget aan een zorgsoort toegewezen? Op 17 juli hebben wij u een e-mail gestuurd met het Programma van Eisen en verschillende bijlagen. In bijlage 4, Invulformulier, kunt u uw beoogde uitgaven voor 2016 aangeven, dit is voor ons belangrijk om inzicht te krijgen in of alle zorgvormen ook in 2016 geleverd blijven worden. Indien de gemiddelde prijs per cliënt niet stijgt, mag u intern schuiven met uw budgetten, dit is ook in lijn met onze transformatiegedachte van het afschalen naar lichtere vormen van zorg. Vooraf overleg met het Inkoopteam is wel nodig, zo houdt het inkoopteam overzicht over het zorgaanbod. Dit wordt tijdens het traject 'arrangementen' in het najaar van 2015 verder vormgegeven. Vraag 43a: Klopt het dat er bij de GGz tarieven geen specificatie voor vervoer staat? Dat klopt. In het najaar 2015 wordt hierover nader beleid geformuleerd. Vraag 43b: Met deze tarieven gaan wij niet akkoord. De consequentie van niet akkoord gaan met de tarieven is dat u geen contract of -verlenging krijgt voor 2016. Vraag 43c: Klopt het dat de tarieven hetzelfde blijven als in 2015? Dan is er sprake van een volumekorting. Ja, het klopt dat de tarieven grotendeels hetzelfde blijven. Tariefonderzoek heeft uitgewezen dat er nog slechts bij een paar tarieven ruimte was om korting toe te passen. De gemeenten krijgen in 2016 fors minder budget van het Rijk. Om deze kortingen op te vangen is het noodzakelijk dat alle betrokkenen in het sociaal domein gezamenlijk transformeren. Dat betekent dat we allemaal anders moeten gaan werken. Bijvoorbeeld met meer

aandacht voor preventie, lichtere ondersteuning, betere samenwerking en innovatieve kortere jeugdhulptrajecten bij jeugdhulpaanbieders. Vraag 44a: Hoe verhoudt het collectieve budgetplafond zich tot de andere budgetten? Tot de begroting en daarmee de budgetten voor 2016 worden vastgesteld, en inschrijving van jeugdhulpaanbieders voor de regionale jeugdhulp bekend is, kunnen we nog niet aangeven hoe de budgetten zich onderling verhouden. Er zal eerst gekeken worden welke aanvragen voor contracten of verlenging binnenkomen en vervolgens wordt er gekeken hoe de verdeling zich verhoudt. Ook wordt gekeken naar de definitieve gunning 2015 en de verdeling daarin. Op basis hiervan wordt het budget verdeeld over de aanbieders met een individueel budgetplafond en de overige aanbieders die gezamenlijk een collectief budgetplafond hebben. Vraag 44b: Hoe worden de budgetten gemonitord? De benutting van de budgetten wordt maandelijks gemonitord op basis van de afgegeven beschikkingen en facturaties en eventueel aangevuld met een uitvraag naar lopende trajecten. In het najaar publiceren we een informatieblad over de collectieve budgetplafonds op deze website waarin dit verder wordt gespecificeerd. Van jeugdhulpaanbieders met een individueel budgetplafond wordt verwacht dat zij binnen het budget blijven. Hier kunt u rekening mee houden bij het vormgeven van zorgtrajecten. Tevens wordt er van u verwacht dat u meedoet aan de maandelijkse monitoring van uw budget en tijdig contact opneemt met het Inkoopteam indien u uw budgetplafond dreigt te naderen (uiterlijk bij 80% realisatie). Zowel de monitoring als dit contactmoment zijn voor u mogelijkheden om met de regio Hart van Brabant in gesprek te gaan over dreigende overproductie. Vraag 44c: Wat doe je als aanbieder met wachtende klanten als het collectieve budgetplafond bereikt is? Voordat een beschikking wordt afgegeven neemt de Toegang/het lokale wijkteam contact op met de beoogde jeugdhulpaanbieder, waarbij de wachttijd aan de orde komt. Indien de wachttijd onacceptabel is bijvoorbeeld omdat die buiten de treeknorm valt, wordt in samenspraak gezocht naar een alternatieve aanbieder met vergelijkbaar aanbod waar geen/minder wachttijd is. In de monitoring worden de afgegeven beschikkingen meegenomen dus er zullen geen tot weinig wachtende klanten zijn als het collectieve plafond bereikt is. Als er een beschikking afgegeven moet worden als het collectieve plafond bereikt is, dan worden cliënten verwezen naar aanbieders die nog wel budgetruimte hebben omdat zij een individueel budgetplafond hebben dat nog niet bereikt is. In principe heeft een aanbieder dus geen wachtende klanten als het plafond in zicht komt, omdat er bij het afgeven van de beschikking rekening gehouden wordt met het naderende plafond. Vraag 45: Is er ruimte voor innovatie-budget (en de implementatie hiervan) binnen deze inkoop? Zo ja, hoe maak ik daar gebruik van, zo nee, wat is de argumentatie hierover? De plafonds zijn inclusief innovatiebudgetten aangezien wij van jeugdhulpaanbieders verwachten dat zij zelf innoveren om zo de teruglopende budgetten op te vangen. Daarnaast is er, indien de gemeenteraden daartoe besluiten, een regionaal innovatiebudget gereserveerd voor 2016. Over de invulling van het regionale innovatiebudget volgt nog besluitvorming en kan nog geen uitspraak worden gedaan. Vraag 46: Inschrijving in combinatie is toegestaan. Betekent dit dat het niet verplicht is en er op naam van 1 partij ingekocht mag worden? De Inschrijver is juridisch aansprakelijk. Indien u de uitvoering van de jeugdhulp (deels) door andere aanbieders laat uitvoeren dient u dit geregeld te hebben door middel van een verklaring van onderaannemerschap of door het inschrijven in combinatie. Vraag 47: Ik heb een vraag over het bewijs van goed gedrag, als zelfstandig gevestigde kun je dit niet aanvragen. Is er vanuit de gemeente een format want zij zijn de opdrachtgever waarmee je dit kunt aanvragen? Ja, dit komt beschikbaar na de gunning.

Vraag 48. Programma van Eisen, definities Addendum. Betreft ‘Inkoop Jeugdhulp 2016 HvB - Programma van Eisen Regionale Inkoop’ enkel de wijzigingen op het ‘Inkoopdocument Begeleiding - Regionale jeugdhulp Hart van Brabant 31082014’ of vervangt het document 2015 volledig het document 2014? Het Programma van Eisen 2016 is een vereenvoudigde versie van de inkoopdocumenten van 2015. Vandaar dat het Programma van Eisen 2016 de documenten van 2015 volledig vervangt indien er sprake is van een verlenging. Vraag 49. Programma van Eisen, definities Zal de verlenging volledig gebaseerd zijn op het nieuwe document ‘Inkoop Jeugdhulp 2016 HvB - Programma van Eisen Regionale Inkoop’? Wanneer dat niet het geval is, kunt u toelichten hoe het oude inkoopdocument van toepassing is op de verlenging? Zie het antwoord op vraag 48. Vraag 50. Programma van Eisen, paragraaf 3.3, pagina 10 U stelt dat de eerste 5% overproductie voor rekening is van de opdrachtnemer. Kan een opdrachtnemer een doorverwijzing weigeren om deze overproductie te voorkomen? Zo nee, hoe denkt u de overproductie van 5% te kunnen voorkomen? Ja. Zoals vastgesteld in Eis 12 mogen jeugdhulpaanbieders jeugdigen weigeren op basis van zwaarwegende gronden. Het bereiken van uw budgetplafond is een zwaarwegende grond. Vraag 51a. Als een jeugdhulpaanbieder valt onder de categorie ‘Ad a. Bestaand groot’, is dan de aanname correct dat ‘Ad e. Overig’ niet van toepassing is? Ja, dat klopt. Zoals aangegeven onderaan bladzijde 9 van het Programma van Eisen: "Wanneer een jeugdhulpaanbieder in één van deze categorieën groot is, dan wordt de jeugdhulpaanbieder voor al zijn zorgsoorten gezien als groot." Vraag 51b. Welke diensten vallen er onder Ad e. Overig zoals weergeven op bladzijde 11? Het gaat hier om jeugdhulpaanbieders die nergens in de categorie 'groot' vallen en zorg voor jeugdigen met een beperking (voormalige AWBZ zorg) leveren. Vraag 52. Programma van Eisen, paragraaf 4.5.3, pagina 14 Moeten aanbieders die hun contract willen verlengen nogmaals een Eigen Verklaring aanleveren? Nee, dat hoeft niet. Die Eigen Verklaring heeft u voor 2015 al ingevuld. Tenzij omstandigheden, bijvoorbeeld uitsluitingsgronden, gewijzigd zijn, dan moet u wel een Eigen Verklaring aanleveren. Neem in dit geval contact op met het Inkoopteam door een mail te sturen naar [email protected]. Vraag 53: Wilt u de Eigen Verklaring publiceren? Als u zich heeft aangemeld als nieuwe jeugdhulpaanbieder dan hebben wij u de Eigen Verklaring toegestuurd. Als u in 2015 al een contract heeft voor jeugdhulp in de regio Hart van Brabant hebt u deze Eigen Verklaring niet ontvangen en hoeft u deze dus niet in te vullen en te retourneren. Vraag 54. Programma van Eisen, paragraaf 4.5.3, pagina 14 Welke relevante bewijsstukken wenst u exact te ontvangen? In beginsel is het naar waarheid invullen van de Eigen Verklaring afdoende. In het geval Opdrachtgever echter twijfelt aan de ingevulde verklaring kan zij – al naar gelang waarover de twijfel bestaat – één of meer bewijsstukken opvragen die genoemd worden in artikel 2.89 van de Aanbestedingswet en waar de juistheid van de verklaring mee aangetoond kan worden. Denk bijvoorbeeld aan uittreksels uit het handelsregister, een gedragsverklaring aanbesteden of een verklaring van de Belastingdienst. Vraag 55. Programma van Eisen, paragraaf 4.5.3, pagina 14 Dienen partijen die het contract van 2015 willen verlengen de relevante bewijsstukken in te dienen? Zo ja, waarom wenst u de bewijsmiddelen nogmaals te ontvangen? Indien u deze bewijsstukken vorig jaar al hebt aangeleverd hoeft u dat niet nogmaals te doen tenzij er twijfel ontstaat over uw Eigen Verklaring.

Vraag 56. Programma van Eisen, paragraaf 4.9, pagina 16 Hoe, en op basis van welke criteria, zult u beoordelen of een huidige grote aanbieder in aanmerking komt voor verlenging? Dit doen wij op basis van of u voldoet aan, en akkoord gaat met, de gestelde eisen in het Programma van Eisen. Vraag 57. Programma van Eisen, paragraaf 4.12, pagina 17 Is het toegestaan om in het kader van het inkooptraject volgens een hoofd-/onderaannemer constructie, waarbij de hoofd- en onderaannemer beide vallen onder dezelfde holding/ moedermaatschappij? Ja, dat is toegestaan. De hoofdaannemer is in alle gevallen aansprakelijk. Vraag 58. Programma van Eisen, paragraaf 4.12, pagina 17 Is het toegestaan om in het kader van het inkooptraject twee losse contracten te verstrekken aan bedrijven vallende onder dezelfde holding/ moedermaatschappij? Wij streven naar één contract voor elke organisatie. Dus één contract indien er een holding is en geen aparte contracten voor dochterondernemingen. Het is wel mogelijk om in combinatie of in hoofd/onderaannemerschap in te schrijven. Vraag 59. Programma van Eisen, paragraaf 4.12, pagina 17 Is het toegestaan om een jeugdzorgaanbieder die ook zelfstandig inschrijft op onderliggende aanbesteding in te zetten als onderaannemer, niet vallend onder hetzelfde concern, bij een hoofdaannemer die eveneens inschrijft op onderliggende aanbesteding? Ja, dit is toegestaan. Vraag 60. Programma van eisen, paragraaf 4.14, pagina 17 U stelt dat ‘indien opdrachtnemer voor de uitvoering van de opdracht gebruikt maakt van onderaannemers zijnde jeugdhulpaanbieders’. Is het toegestaan om derden (niet zijnde jeugdhulpaanbieders) te betrekken bij de zorg? U dient zich te houden aan de Jeugdwet, dus ook aan de opleidingseisen van jeugdhulpaanbieders. Derden die geen jeugdhulpverlener zijn mogen dus geen zorg leveren. Vraag 61. Programma van Eisen, paragraaf 5.1, pagina 18 U stelt dat Opdrachtnemer zich moet houden aan het nog te publiceren Privacy Protocol specifiek voor Jeugdhulp in de regio Hart van Brabant. Inschrijver kan echter niet verklaren zich aan het Privacy protocol te kunnen houden wanneer Inschrijver het betreffende protocol nog niet gezien heeft. Gelieve u dit protocol tijdig te publiceren zodat Inschrijver het mee kan nemen in de inschrijving. Het is helaas niet mogelijk om het privacy protocol te publiceren voor 7 september, u zult dus moeten inschrijven voordat u dit protocol gezien hebt. Het protocol is gebaseerd op geldende wet- en regelgeving. Het protocol wordt na gunning gepubliceerd. Als u niet akkoord gaat met het protocol, dan kan zowel Opdrachtgever als Opdrachtnemer de inschrijving terugtrekken c.q. het contract ontbinden. Vraag 62. Programma van Eisen, hoofdstuk 7, pagina 26 Ervaring leert dat antwoorden op gestelde vragen in de ‘Nota van Inlichtingen’ nieuwe vragen kunnen oproepen die direct gerelateerd zijn aan de gegeven antwoorden nu er nieuwe informatie wordt gedeeld die eerder niet voorzien kon worden. Hoe staat u er tegenover om een tweede, korte vragenronde in te lassen die enkel gericht is op het stellen van aanvullende vragen, direct gerelateerd aan de gegeven antwoorden in ‘Nota van Inlichtingen 1’? Het is niet mogelijk om een extra vragenronde in te lassen voor de inschrijving gesloten wordt. Mocht u na publicatie van de Nota van Inlichtingen nog vragen hebben dan kunt u deze e-mailen naar [email protected]. Uw vraag zal worden beoordeeld op relevantie en urgentie. Beantwoording vindt enkel nog plaats indien de vraag in alle redelijkheid niet vóór de Nota van Inlichtingen kon worden gesteld én het uitblijven van het antwoord een wezenlijke beperking oplevert voor het kunnen doen van een gedegen inschrijving.

Vraag 63. Algemeen. Zijn er mogelijkheden om het productieplafond 2015 op te hogen naar de realisatie van 2015? Nee, dit is niet mogelijk. Zie ook vraag 33. Vraag 64. Wij zijn een grote instelling, een klein gedeelte daarvan is jeugd, de accountant controleert de jaarrekeningen, met deze algemene accountantsverklaring zijn in principe alle cijfers gecheckt, inclusief jeugd. Een accountantsverklaring specifiek over de jeugdzorg die wij aan HvB leveren voegt niets toe aan deze controle, en is ook een probleem voor ons want jeugd is maar een heel klein onderdeel en we werken dan ook nog eens over heel Brabant, al deze extra accountantsverklaringen in alle gemeentes zou de kosten te veel opdrijven. Publieke middelen dienen door iedere gemeente rechtmatig te worden uitgegeven en hiervoor controleert de accountant onder meer de uitgaven en de jaarrekening. De accountant van de gemeente baseert zijn bevinding mede op basis van de bevindingen van de accountant bij de jeugdhulpaanbieders. Daarom hebben wij in eis 20 opgenomen dat Opdrachtnemer verplicht is om na afloop van het kalenderjaar (aan te leveren vóór 1 maart van het jaar volgend op het jaar waarin de jeugdhulp gefactureerd is) een door de accountant goedgekeurde en gecontroleerde jaarrekening te overleggen. Indien het niet mogelijk is om voor 1 maart een jaarrekening aan te leveren, voldoet een controleverklaring van de accountant over de juistheid van de geleverde jeugdhulp in de regio Hart van Brabant wat betreft recht, hoogte en duur. Zie ook vraag 72. Vraag 65. Is er inmiddels meer concreet inzicht in de wijze van productiemonitoring die in 2016 zal plaatsvinden bij het collectief zorgplafond? Zie vraag 44b. Vraag 66. Is er al meer bekend over de signalering en communicatie m.b.t. uitputting van het collectief zorgplafond? Zie vraag 44b. Vraag 67. Moeten behandelingen worden stopgezet als het collectieve plafond bereikt is voor een behandeling is afgerond? Nee, bij het afgeven van de beschikking wordt rekening gehouden met het al dan niet naderen van een budgetplafond en worden er dus geen beschikkingen afgegeven die kunnen leiden tot het overschrijden van het plafond. Voor nieuwe cliënten wordt bij het bereiken van het budgetplafond naar alternatieven gezocht. Indien het plafond bereikt wordt en er moet een nieuwe beschikking afgegeven worden dan wordt die beschikking afgegeven voor een aanbieder die nog wel ruimte heeft. Cliënten hoeven niet te wisselen van jeugdhulpaanbieder gedurende een traject, tenzij de cliënt anders wenst. Vraag 68. Wij vragen ons af hoe het mogelijk is om een deugdelijke bedrijfsvoering te realiseren als er geen duidelijkheid bestaat over het budget. In feite is er sprake van een zogenaamd '0-urencontract' met een collectief plafond. 0-urencontracten komen in veel sectoren voor. Het is een bedrijfsrisico dat hoort bij deze sector en vraagt ondernemerschap van de jeugdhulpaanbieders. Vraag 69. Aangegeven wordt dat, met een aantal uitzonderingen, de tarieven 2016 gelijk zijn aan de tarieven 2015. Het tarief Behandelgroep zwaar (Jeugd en Opvoedhulp) daalt echter ook van € 202,77 naar € 200. Dit is niet aangegeven bij de uitzonderingen, waarom wordt hier in tegenstelling tot wat is vermeld (tarief 2015 = tarief 2016) een korting doorgevoerd? Bij de uitzonderingen is wel aangegeven dat de verschillende tarieven voor verblijf vereenvoudigd zouden worden. Gemiddeld is hier geen sprake van een korting.

Vraag 71. Eis 5 in hoofdstuk 6 van het programma van eisen beschrijft dat 5% van de opdrachtsom moet worden besteed aan Social Return. Opdrachtnemer heeft hiertoe een aantoonbare inspanningsverplichting. Hoe dient dit te worden aangetoond? Wij beschikken over het PSO keurmerk, kunnen wij hiermee aantonen aan onze inspanningsverplichting te voldoen? Dit kan worden aangetoond door, indien gevraagd, aan te geven welke inspanningen u op dit gebied levert, en wat daarvan de resultaten zijn. Dat u beschikt over het PSO keurmerk (Prestatieladder Sociaal Ondernemen) is daarbij een zeer gunstige factor. Toch horen wij graag over uw activiteiten in de regio Hart van Brabant en of dit 5% van de opdrachtsom behelst. Zie ook vraag 32. Vraag 72a. In eis 20 in hoofdstuk 6 van het inkoopdocument wordt aangegeven dat voor 1 maart van het opvolgende kalenderjaar een controleverklaring van de accountant dient te worden overlegd ten aanzien van de juistheid van de geleverde en gefactureerde jeugdhulp. Aangegeven wordt dat opdrachtnemer, indien en voor zover wettelijk verplicht, indien gevraagd een door de accountant goedgekeurde jaarrekening 2015 aanlevert. Betekent dit dat zowel een controleverklaring als een jaarrekening moeten worden overlegd of alleen een jaarrekening? Indien een separate controleverklaring dient te worden overlegd aan welke eisen moet deze dan voldoen en waarop moet de accountant toetsen? Dit betekent dat u verplicht bent om na afloop van het kalenderjaar (aan te leveren vóór 1 maart van het jaar volgende op het jaar waarin de Jeugdhulp gefactureerd is) een door de accountant goedgekeurde en gecontroleerde jaarrekening moet overleggen. Indien het niet mogelijk is om voor 1 maart een jaarrekening aan te leveren, voldoet een controleverklaring van de accountant over de juistheid van de geleverde jeugdhulp in de regio Hart van Brabant wat betreft recht, hoogte en duur. Zie ook vraag 64. Vraag 72b. Is het mogelijk de datum van 1 maart te verschuiven naar 1 juni cf. Jaarverantwoording zorginstellingen (zie jaarverslagenzorg.nl). Onze administratieve procedures t.a.v. verantwoording en publicatie zijn hierop ingericht. Zie vraag 64. Vraag 73. In paragraaf 5.2 onder t. wordt aangegeven dat bij contractering 2016 voor grote jeugdhulpaanbieders een budgetreservering van 10,4% geldt ten opzichte van de definitieve gunning 2015. Wat wordt hier concreet mee bedoeld en hoe staat dat in verhouding met de huidige omvang van de te leveren zorg? Deze gemiddelde korting op de gunning van 2015 van 10,4% wordt gehanteerd om uiteindelijk binnen de financiële kaders van het rijksbudget uit te komen. Wat betreft de omvang van de zorg, zie 43c. Vraag 74. Eis 12 in het programma van eisen geeft aan dat opdrachtnemer geen jeugdigen mag weigeren mits hier zwaarwegende gronden toe zijn. In het programma van eisen wordt verder meerdere keren aangegeven dat opdrachtnemer een budgetplafond heeft dat niet mag worden overschreden, mocht dit toch gebeuren dan zijn de eerste 5% van overschrijding voor eigen rekening van de opdrachtnemer. Hoe moeten wij hiermee omgaan wanneer we ons individuele budgetplafond bereiken maar er toch nog jeugdigen worden aangemeld/ zorg nodig hebben? Zie de beantwoording van vraag 50. In principe gaat het er om dat u binnen het budget blijft. Hier kunt u rekening mee houden bij het vormgeven van jeugdhulptrajecten. Tevens wordt er van u verwacht dat u meedoet aan de maandelijkse monitoring van uw budget en tijdig contact opneemt met het Inkoopteam indien u over uw budget heen dreigt te gaan (uiterlijk bij 80% realisatie). Zowel naar aanleiding van de monitoring als dit contactmoment zijn voor u mogelijkheden om met de regio Hart van Brabant in gesprek te gaan over het naderen van uw budgetplafond in relatie tot de aanmeldingen die u heeft.

Vraag 75. Programma van eisen 5.3 – bb (pag. 20): Bij behandeling van EED is inzet (begeleiding en ondersteuning) van ouders/verzorgers en school gedurende het traject essentieel. Daarom zal de Jeugdhulpaanbieder van Dyslexiezorg een ‘behandelovereenkomst’ aangaan met ouders/verzorgers en school. Met ouders/verzorgers gaan wij een (ondertekende) behandelovereenkomst aan waarin zij zich committeren de oefeningen en huiswerkopdrachten met hun kind te doen/maken. Met school stemmen wij de inhoud van de behandeling en de ondersteuning die in de klas geboden kan worden mondeling af, is dit voldoende? Als u zich houdt aan de uitvoeringseisen is dit voldoende. Vraag 76. 6.2 - Eis 10 (pag. 22): opdrachtnemer is aangesloten bij een regeling voor de crisisdienst en/of heeft een eigen procedure voor crises opgesteld. Klopt het dat dit niet geldt voor zorgaanbieders die diagnostiek en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie leveren? Voor zover wij weten is er bij Ernstige Enkelvoudige Dyslexie niet snel sprake van een crisissituatie. Indien zich een crisissituatie voordoet wordt u wel geacht hulp in te schakelen. Vraag 77: Wij stellen voor om eis 16 te wijzigen; controle wordt altijd door een onafhankelijke derde partij (waar opdrachtnemer en opdrachtgever zich in kunnen vinden) uitgevoerd. En de kosten worden gedekt door de opdrachtnemer als blijkt dat de opdrachtnemer niet correct heeft gehandeld. Nee, wij gaan niet akkoord met dit voorstel, dit is onuitvoerbaar en brengt onnodige bureaucratie met zich mee. Vraag 78. 6.2 – Eis 20 (pag. 23): Opdrachtnemer is verplicht om na afloop van het kalenderjaar (aan te leveren vóór 1 maart van het jaar volgende op het jaar waarin de Jeugdhulp gefactureerd is) over de juistheid van de geleverde en gedeclareerde Jeugdhulp een controleverklaring van de accountant te overleggen. Naar onze mening is de gestelde datum niet realistisch, wij stellen voor om deze datum te wijzigen in 1 juni. Zie de beantwoording van vraag 64. Vraag 79. Vervolgvraag op antwoorden bij 11, 12, 13, 14: In de huidige DBC structuur hebben we te maken met een looptijd van een jaar. Zoals u het nu voorstelt geeft u in eerste instantie een beschikking voor diagnose EED. Als uit de diagnose blijkt dat er sprake is van EED wilt u graag een melding dat er EED is vastgesteld waarna de behandeling gestart kan worden. Voor de behandeling lijkt het of u een nieuwe beschikking wilt gaan afgeven. Gezien de opbouw van de huidige DBC structuur vragen u om geen nieuwe beschikking af te geven maar een uitbreiding van de eerste beschikking zodat het beschikkingsnummer hetzelfde blijft en passend is bij de structuur van de DBC structuur. Nee, wij gaan niet akkoord met uw voorstel. Er is bewust gekozen voor scheiding tussen diagnostiek en behandeling. Zie ook vraag 11. Vraag 80. Vervolgvraag op antwoorden bij 11, 12, 13, 14: We nemen aan dat de tijd tussen melding diagnose EED en de uitbreiding van de beschikking met behandeling EED een korte omlooptijd zal hebben (en niet max. 8 weken)? Zie 5.3 cc van het Programma van Eisen: Jeugdhulp kan alleen gedeclareerd worden als het volgende proces wordt doorlopen: i. Opdrachtnemer doet een digitale aanvraag voor diagnostiek bij de backoffice van de betreffende gemeente; ii. Bij diagnose EED overlegt de Opdrachtnemer de diagnose EED met de betreffende gemeente, en vraagt een beschikking voor behandeling aan; iii. De gemeente maakt binnen twee weken een beschikking voor deze behandeling. Opdrachtnemer start in overleg met de ouder en school de behandeling. Opdrachtgever zal uiterlijk 1 december 2015 het proces van declaratie nader specificeren en dit bij Jeugdhulpaanbieders bekendmaken.

Vraag 81: N.a.v. vraag 14 is de reden van het aantal behandelingen helder. Ik houd wel graag de mogelijkheid open voor een klein percentage kinderen om het maximale zorgpad van 60 behandelingen te doorlopen (zie zorgpad NRD en KD). Ik neem aan dat met een goede onderbouwing deze mogelijkheid blijft geboden door( nogmaals) een uitbreiding van de beschikking te geven? Als na afronding van een beschikking blijkt dat dit niet toereikend is, kan er weer contact opgenomen worden met de Toegang/het lokale wijkteam. Vraag 82: In het programma van eisen inkoop Jeugd GGz 2016 lees ik dat de accountantsverklaring voor de geleverde productie uiterlijk 1 maart binnen moet zijn. Voor de GGz is dat erg krap. Is het mogelijk om een wat langere termijn af te spreken. Bijvoorbeeld 1 mei? Zie de beantwoording van vraag 64 en 72. Vraag 83: Klopt het dat de basisschool de enige poortwachter is voor EED? Voor januari 2016 wordt een besluit genomen aangaande de poortwachtersfunctie voor het toewijzen van dyslexiezorg. Hierin wordt duidelijk of uitsluitend de basisschool mag doorverwijzen of dat ook de Toegang/het lokale wijkteam die mogelijkheid krijgt. Het onderwijs blijft wel de belangrijkste vindplaats. Vraag 84: Wij zijn een Overige aanbieder voor zorg aan jeugdigen met een beperking. Vanaf 2016 wordt dit alleen nog via pgb gefinancierd. Hoe moeten we dit regelen voor de bestaande cliënten waarvan de zorg al is gestart en die doorloopt in 2016? Moet de ZiN voor hen worden omgezet in pgb? Nee, dit hoeft niet. Cliënten met een lopend traject in ZiN kunnen dit in ZiN afmaken in 2016. Voor deze cliënten zullen we met de jeugdhulpaanbieders een aparte Overeenkomst voor Overgangsrecht opstellen. Vraag 85: Over de wachttijden staat in het PvE dat we ons moeten houden aan de Treeknormen. Echter op bladzijde 19 van hetzelfde PvE bij punt L. wordt gesproken over een termijn van 2 weken. Hoe verhoudt dit zich tot elkaar? Op bladzijde 19 wordt aangegeven dat u, als u niet binnen twee weken kunt starten met de jeugdhulp, dit moet communiceren. De Treeknormen geven aan wat de maximale wachttijd mag zijn. Binnen deze termijn dient u de jeugdhulp te starten. Vraag 86: In de Eigen Verklaring (bijlage 1) staat automatisch aangevinkt dat het gaat om een aanbestedingsprocedure boven de van toepassing zijnde Europese aanbesteding. Ik kan dit alleen niet aanpassen, door het juiste vakje aan te vinken. Maar wij zijn een kleine aanbieder, dan zitten wij toch onder die grens? De aanbesteding betreft een aanbesteding boven de Europese drempel. De drempel is niet van toepassing op individuele inschrijvers, maar geldt voor de hele aanbesteding in totaal. De vakjes die de aanbestedende dienst heeft aangekruist zijn beveiligd en dat moet ook, want het is niet de bedoeling dat inschrijvers dit wijzigen. Aan die eisen moet de inschrijver voldoen. Inschrijvers dienen op de Eigen verklaring alleen die paragrafen in te vullen waarvoor staat “in te vullen door de onderneming”. Alles waarvoor staat “in te vullen door de aanbestedende dienst” is door de aanbestedende dienst ingevuld en mag hij niet aanpassen. Tekstuele aanvullingen op het Programma van Eisen, ter verduidelijking van wat beoogd wordt met de monitoring in geval van 4.4 en 5.2. In 3.1 Inleiding bleek het duidelijker om een verwijswoord te vervangen door tekst. Zie hieronder: 4.4 Monitoring en evaluaties In deze alinea geven we in het Programma van Eisen aan dat de beschreven monitoring een belangrijke bouwsteen is voor het beheren en beheersen van het collectieve budgetplafond. De monitoring is uiteraard belangrijk voor het beheren en beheersen van alle plafonds, dus ook de individuele budgetplafonds van de grote aanbieders.

5.2 Aanvullende werkafspraken, ad u. Het is noodzakelijk dat Opdrachtnemer tijdig voor het bereiken van het budgetplafond (uiterlijk bij 80% realisatie) contact opneemt met het Inkoopteam en niet alleen bij overproductie. 3.1 Inleiding Op 22 juni heeft de regio Hart van Brabant een besluit genomen over de vertrekpunten voor de regionale inkoop Jeugdhulp 2016. Hierdoor wijkt het Programma van Eisen op onderdelen af van de inkoop in 2015. Zo is er één Programma van Eisen voor alle zorgsoorten en is een deel van de eisen verwijderd, gespecificeerd of een uitvoeringsvoorwaarde geworden. De procesmatige veranderingen zijn hieronder weergeven.

../